doorEduard2013 wordt het jaar van de video
In 2012 werd het al belangrijker, maar in 2013 wordt het helemaal belangrijk! Ik heb het dan over video! Volgens de technoprofeten wordt 2013 het jaar van de video. Dat video een grote vlucht neemt, wordt wel onderstreept door de enorme groei van YouTube. Om je een idee te geven: in januari 2012 kwam er op YouTube per minuut 60 uur video bij en in mei (dus vijf maanden later) groeide YouTube al met meer dan 70 uur aan geüploade video per minuut. En per maand werd er toen meer dan 4 miljard uur aan video online bekeken.
Om je wat meer achtergrondinformatie over YouTube en haar groei te geven heb ik in de transcriptie een video van YouTube zelf opgenomen.
YouTube is na Google de grootste zoekmachine, als je kijkt naar het aantal zoekpogingen dat er per dag op wordt uitgevoerd. Dus als je klanten je niet zoeken via Google, is de kans erg groot dat ze je zoeken op YouTube.
Dus kun je als bedrijf niet achterblijven en zul je ook wat moeten gaan doen met video, om zodoende beter te worden gevonden in de zoekmachines. Eén van de redenen dat video zo’n positief effect heeft op je website, is dat het de aandacht van de bezoeker over het algemeen langer vasthoudt. Ook al zou de bezoeker naderhand je pagina wegklikken: als hij of zij de video helemaal heeft bekeken, ziet Google dit bezoek niet als een zogenaamde “bounce” met alle negatieve effecten vandien. Een andere reden is dat de CTR -ofwel: Click Through Rate- van video’s maar liefst 41% hoger ligt dan van standaard tekstpagina’s. En tenslotte heeft onderzoeksinstituut Forrester aangetoond dat je met video maar liefst 50x meer kans hebt om op de voorpagina van Google te komen!
Nu hoef je heus niet meteen in de flipstand te schieten en denken dat je dure cameraploegen moet inhuren voor het maken van je films. Nee, dat is helemaal niet nodig!
Tegenwoordig kun je met relatief goedkope apparatuur en vaak gratis software al hele leuke producties maken. Zo kun je bijvoorbeeld je producten promoten door middel van een video, waarin je er iets over vertelt, in plaats van alleen maar een saaie foto. Of je kunt een video maken over “hoe” je iets maakt, doet of realiseert, een zogenaamde “How-To”-video. En mocht je liever niet in beeld staan of zitten, dan kun je natuurlijk ook een screencast maken, waarin je iets uitlegt, net als ik doe met de instructievideo’s. Zo’n soortgelijke video kun je eventueel ook maken met een PowerPoint-presentatie, waarbij je bij iedere dia iets vertelt.
Een ander idee is om lokaal nieuws of een plaatselijk evenement te verslaan door middel van video. Of je kunt mensen interviewen en die interviews online zetten.
Om je video op YouTube te kunnen zetten moet je een Google account hebben. Daarmee kun je je aanmelden bij YouTube. Op Youtube kun je dan je eigen kanaal maken onder de door jou gewenste naam, waarop je video’s kunt publiceren.
Een praktische tip voor het maken van video: maak zoveel mogelijk gebruik van een stabiele ondergrond (bijvoorbeeld een statief) als je filmt, om trillingen te minimaliseren. Dat maakt je video meteen beter dan 95% van wat er op YouTube wordt gepost.
Als je de video af hebt, geef je ‘m een goed klinkende naam (liefst met wat trefwoorden), waarna je ‘m uploadt naar YouTube. Geef ‘m daar een goede titel, vul de omschrijving, de trefwoorden en andere gegevens goed in en binnen no-time staat je video online.
Een andere keer leg ik je nog wel eens uit hoe je je video’s echt goed kunt laten scoren en hoe je met video’s de zoekmachines kunt domineren. Op dit moment geef ik je alleen een klein voorbeeldje… Zoek op Google maar eens op de volgende drie woorden: bruidsreportage jachtslot mookerheide
(dat is met dubbel “o”)
https://www.google.nl/search?q=bruidsreportage+jachtslot+mookerheide
en zie wat je kunt bereiken met video…
» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 7
doorEduardVanity URL voor je Facebookpagina
Heb jij al een Facebook bedrijfspagina voor je bedrijf? En doe je er ook al iets mee? Zo niet, dan zou ik snel een pagina gaan maken en ook zorgen dat je activiteit op die Facebook pagina gaat vertonen. Reden hiervoor is de nieuwe dienst Facebook “Nearby”, waar ik het ook al over had in de vorige podcast.
En nee, het is echt niet moeilijk. Ik heb afgelopen week voor een pedicure uit Roosendaal een bedrijfspagina gemaakt en de screencast met de uitleg hoe ik dat doe, heb ik online gezet. Als je de intro en het outtro ervan afhaalt, kost het minder dan twee minuten.
Dus de hoeveelheid benodigde tijd kan toch echt niet je argument zijn om het maar weer uit te stellen.
Als je nu achter je computer naar deze podcast zit te luisteren of de transcriptie zit te lezen: pauzeer dan gewoon eventjes de podcast en volg de aanwijzingen in de instructievideo.
Waarom ik dit nogmaals aanhaal is om te voorkomen dat je business verliest of potentiële klanten naar je concurrenten gaan. Dat zou ik jammer vinden.
Maar in deze podcast wil ik er nog iets aan toevoegen. Namelijk, als je 25 of meer “Vind-ik-leuks” voor je bedrijfspagina werft, kun je een zogenaamde “vanity URL” registreren. Daarmee krijg je dus opeens een Facebook URL voor jouw bedrijfspagina in de vorm van bijvoorbeeld: www.facebook.com/pedicureroosendaal !!
Dit is natuurlijk ontzettend sterk en als je ‘m goed kiest, kan je dit ook helpen met het scoren van je Facebook pagina in de zoekmachines en als je sociaal actief bent op je bedrijfspagina, dan heeft dat logischerwijs een positieve invloed op je online reputatie.
Let wel dat je de naam later (nadat je ik geloof een stuk of 70 “Likes” hebt) niet meer kunt aanpassen, dus kies ‘m verantwoord.
» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 7
doorEduardKlanten werven op Facebook
Als laatste onderwerp voor vandaag iets over marketing via social media, zoals Facebook. Een onderzoek in de Verenigde Staten heeft uitgewezen dat 42% van het midden- en kleinbedrijf in 2013 topprioriteit geeft aan het werven van klanten via Facebook!! 42%!! Dat zijn een heleboel ondernemers!!
Ik ben misschien niet representatief voor de social media gebruikers, maar ik heb nog nooit iets gekocht op Internet, nadat een vriend op Facebook het leuk vond of het deelde. Ik heb sowieso nog nooit iets gekocht op Facebook… Jij wel? Heb jij wel eens iets gezocht op Facebook en het vervolgens gekocht? Hoe gebruik je Facebook? Als zoekmachine, of als sociaal medium om in contact te blijven met je vrienden?
Nou, het onderzoek wees uit dat dat laatste het geval is. De vraag was hoe je een advocaat zou zoeken. Hier komt het resultaat: slechts 2,1% van de Internetgebruikers zou de zoektocht starten op een social media site. Oeps! Slechts 2,1%!
Het lijkt er dus op, alsof 42% van de bedrijven uit het MKB de komende tijd heel verkeerde uitgaven gaan doen, in ieder geval met onterechte, hooggespannen verwachtingen die dus zullen eindigen in een grote desillusie.
En omdat social media gebruikers blijkbaar helemaal niet zitten te wachten op dergelijke reclame via Facebook, kweken deze bedrijven ook nog eens ergernis bij de Facebookgebruikers, hetgeen weer slecht is voor de reputatie van het product, de dienst of het aanbiedende bedrijf!
Als je dan gaat kijken hoe Internetgebruikers wel op zoek gaan naar een advocaat, dan vraagt 34,6% het eerst aan een vriend of vriendin, 21,9% zoekt via een zoakmachine als Google, Bing, of Yahoo!. 10,8% raadpleegt de Gouden Gids of Telefoongids, 10,5% zoekt elders op Internet en dus 2,1% vraagt het via de sociale media.
Samenvattend: als jij als ondernemer je klanten wil werven via sociale media, dan raad ik je aan om dit nog eens goed te HERoverwegen, want het kan zijn dat je meer schade aanricht, dan dat je daadwerkelijk nieuwe klanten werft.
» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 6
doorEduardJe bedrijf online verhuizen
LET OP: hieronder staat Google+ Local… Dat is inmiddels niet meer van toepassing. Lees daarvoor: Google Mijn Bedrijf (GMB).
Dan iets anders: verhuizen. Verhuizingen brengen veel fysiek werk met zich mee, zoals het transporteren van al het tastbare van de ene locatie naar de andere. Ook moet er in de digitale wereld een aantal zaken worden aangepast, zoals visitekaartjes, briefpapier, fax headers (ja, er worden nog faxen gebruikt!) en natuurlijk online uitingen, zoals de website, e-mail footers enz.
Maar wat veel bedrijven zich niet realiseren, is dat hun positie in de lokale zoekresultaten voor een groot deel wordt bepaald door informatie die vanaf andere bronnen afkomstig is, zoals bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, Dunn en Bradstreet, Facebook, Yelp, TomTom, Foursquare, Twitter, allebedrijvenin.nl, en honderden andere websites. Het betreft vaak zowel internationale, als nationale, regionale en lokale websites, als topic-gerelateerde websites.
Slechts een handjevol websites wordt automatisch en frequent aangepast, en als je geluk hebt, worden websites hooguit één of twee keer per jaar aangepast op basis van bijvoorbeeld informatie van de Kamer van Koophandel.
Met andere woorden: als je geen actie onderneemt, ontstaat er een inconsistentie tussen de daadwerkelijke bedrijfsgegevens, zoals je die op je website vertoont en andere websites. Hierdoor, of door onzorgvuldigheid van een welwillende medewerker kan het gebeuren dat jouw bedrijf meerdere keren in bijvoorbeeld Google+ Local komt te staan.
Hiervoor word je tegenwoordig door Google genadeloos afgestraft en zal je diep wegzakken in de lokale zoekresultaten. Dit heeft niet alleen een negatief effect op je online reputatie, maar ook op je bedrijfsresultaat, voor het geval je afhankelijk bent van lokale klanten.
Om dit allemaal te voorkomen raad ik je als een goed voornemen voor 2013 aan, een gedegen inventarisatie te maken van minstens de eerste tien pagina’s met zoekresultaten van Google met sites waarop je met jouw bedrijf vermeld staat. Noteer de pagina URL, de site en eventuele contactgegevens. Kijk of je er een account kunt aanmaken waarmee je jouw bedrijfsgegevens kunt aanpassen. Als dit kan: noteer ook de gebruikersnaam in de spreadsheet, het wachtwoord en het emailadres waarmee je je hebt aangemeld.
Zoek gewoon je eigen bedrijf eens op telefoonnummer, bedrijfsnaam, fax-nummer, website of andere omschrijvingen en combinaties ervan. Neem geen genoegen met een stuk of tien vermeldingen. En zoek je bedrijf dan ook nog eens bij Bing en eventueel DuckDuckGo.nl op dezelfde manier.
Bewaar deze lijst ergens op een punt waar ook collega’s van je erbij kunnen, zodat zij wijzigingen kunnen doorvoeren, mocht jij bijvoorbeeld met vakantie zijn. En zorg voor een actuele backup ervan!
Als je dan gaat verhuizen met je bedrijf begin je minstens drie tot vier maanden van tevoren je nieuwe adresgegevens op alle sites te melden, behalve sowieso Google+ Local en misschien een paar belangrijke (lokale) review sites. In een aantal gevallen kun je beter een nieuw bedrijf op de nieuwe locatie aanmaken.
Zet er eventueel wel bij dat je daar nog niet geopend bent. Als je de openingsdatum weet, zet die er dan ook bij.
Pas als je bedrijf dan fysiek verhuist, verander je de gegevens op de laatste paar sites, inclusief Google+ Local.
Wat ook belangrijk is, is dat je op je Facebook pagina natuurlijk je bedrijfsgegevens (dus ook het adres, telefoonnummer etc.) correct hebt ingevuld en dat deze informatie ook weer consistent is met de andere informatie die je links en rechts op Internet over je bedrijf hebt staan.
Als het goed is, minimaliseer je op deze manier het effect in de rankings op de zoekmachines.
Ik heb een paar maand geleden een bedrijf in de Betuwe op een dergelijke wijze verhuisd, want voor de verhuizing stonden ze al ongenaakbaar aan de top op de relevante zoektermen. Niet alleen tijdens de verhuizing, maar ook erna was er geen vuiltje aan de lucht: ze staan nog steeds aan de top.
» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 6
doorEduardGoogle Structured Data Highlighter
Google heeft een nieuwe tool geïntroduceerd, te weten: de Structured Data Highlighter. Laatst heb ik al de video gemaakt over schema.org en rich snippets. In die video vertelde ik dat je door middel van specifieke HTML-code die je op schema.org kunt vinden, data op je website semantisch kunt markeren. Dat houdt in dat je zoekmachines als Google vertelt wat voor soort informatie een bepaald stuk tekst op je website bevat. Zo geef je bijvoorbeeld aan of bepaalde informatie over een boek of over een CD of DVD gaat, wat de prijs is en hoeveel er nog op voorraad zijn en kun je ook data en locaties voor je komende optredens in de zoekresultaten laten verschijnen.
Ik weet niet of je al op schema.org hebt gekeken, maar het is niet iets wat je 1-2-3 op je website aanbrengt. Bovendien kun je er gemakkelijk fouten mee maken.
Maar sinds 12 december is er de Google Data Highlighter. Deze tool bevindt zich in de Google Webmaster Tools. Ik had een video over de Data Highlighter bekeken en dook natuurlijk meteen Webmaster Tools in. Echter, tevergeefs! Ik kon hem niet vinden. Pas toen ik overschakelde op de Engelstalige versie van Google Webmaster Tools, werd die zichtbaar. In de transcriptie zal ik de volledige URL naar de Engelstalige Webmaster Tools opnemen, zodat je het zelf ook kunt bekijken: https://www.google.com/webmasters/tools/data-highlighter?hl=en
Het blijkt dus dat de tool nog niet in het Nederlands beschikbaar is. Maar goed, dat geeft niet. Met deze URL kun je er toch mee spelen. In de transcriptie heb ik de Engelstalige introductievideo ook opgenomen:
https://www.youtube.com/watch?v=WrEJds3QeTw
Op dit moment kun je de tool alleen gebruiken om evenementen op je website te markeren, zodat ze in de zoekresultaten verschijnen. Je selecteert simpelweg de gewenste stukjes tekst en je geeft aan wat voor soort informatie het is, zoals de titel van het evenement, de datum, de aanvangstijd, de toegangsprijs etc. Daarna kun je aangeven of je dit voor alle soortgelijke pagina’s automatisch door Google wilt laten herkennen, of slechts voor de aangegeven pagina.
Zoals ik al zei: op dit moment werkt de tool alleen nog maar voor evenementen, maar de verwachting is dat Google ‘m snel zal uitbreiden, zodat je ook andersoortige informatie kunt markeren.
Ik zie dit als een erg nuttige en voor veel mensen bruikbare tool, maar er kleven mijns inziens een paar nadelen aan. Ten eerste moet je toegang hebben tot Google Webmaster Tools. Maar als je een beetje serieus bent met je site, heb je die daar natuurlijk allang aangemeld. Maar het grootste nadeel vind ik, dat op deze manier alleen Google weet wat voor soort informatie op je pagina staat. Als je de informatie zogezegd “onderwater” in je HTML-code toevoegt, dan zien andere zoekmachines, zoals Bing, Yahoo! en DuckDuckgo het ook.
» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 5