Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag begin ik eerst met een drietal nieuwtjes over de site en de content die ik bied.
Matt Cutts, één van de kopstukken van Google, heeft aangekondigd wat we de komende maanden van Google op het gebied van SEO kunnen verwachten. Een stukje uit die video gaat over reputatie en autoriteit.
En afgelopen week was in het Moscone Center in San Francisco de Google I/O 2013, waar ik het in de vorige podcast ook al over had. Daar heeft Google dus veel nieuws gepresenteerd, waarover ik je een paar dingen wil vertellen.
Op Moederdag had ik zelf een teleurstellende ervaring in een restaurant: blijf luisteren om te horen hoe het is afgelopen…
Mijn naam is Eduard de Boer –ook wel bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Om te beginnen heb ik een paar kleine wijzigingen doorgevoerd op de website, of beter gezegd: uitbreidingen aangebracht. Als eerste: om naar de transcriptie van een bepaalde podcast te gaan, moest je eerst intypen: www.reputatiecoaching.nl slash podcast streepje en het volgnummer van de podcast. Luisteraar Bert was zo vriendelijk mij erop te wijzen dat dit niet bijster handig is, zeker niet als ik het probeer te vertellen in de podcast. Zo kunnen mensen zich vergissen tussen het mintekentje en de underscore, dat is het liggende streepje en als mensen mijn verwijzingen voor de eerste keer horen, kan het zijn dat ze niet weten hoe je het woord ‘podcast’ schrijft.
In ieder geval heb ik het nu aanzienlijk vereenvoudigd. Om problemen te voorkomen als ik naar een eerdere podcast verwijs, kun je gewoon het nummer van de podcast achter de URL van de website typen. Dus als je bijvoorbeeld naar podcast 9 terug wilt, dan surf je in het vervolg dus simpelweg naar www.reputatiecoaching.nl/9. Inmiddels geldt dit voor alle eerdere podcasts! En ook kun je de eerdere websites nog blijven benaderen via de URLs, die ik eerst altijd in de podcast noemde. Dat maakt het volgens mij dus wel heel eenvoudig! Dankjewel Bert, voor deze tip!
Zoals voor zoveel functionele uitbreidingen, is er voor deze functionaliteit ook een plugin voor WordPress beschikbaar. Ik heb dus helemaal geen moeilijke trucs hoeven uit te halen, om ervoor te zorgen dat zowel de nieuwe URLs goed werken en de oude URLs het ook nog blijven doen.
De plugin die ik hiervoor heb geïnstalleerd is de plugin met de naam “Redirection”. De link naar deze plugin vind je zoals altijd in de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/25. Nadat je de plugin hebt geïnstalleerd, kun je de URL of beter gezegd “de permalink” van een blogpost aanpassen met een nieuwe naam, waarna de plugin er via allerlei technische trucjes op de achtergrond voor zorgt dat alles gewoon blijft werken.
Zo heb ik dus alle eerdere podcasts hernoemd en heb ik bijvoorbeeld “podcast-24” veranderd in “24”. Natuurlijk heb ik het eerst met één pagina geprobeerd, om te zien of alles wel bleef werken. En toen alles goed bleef werken, heb ik de overige permalinks aangepast.
Vanaf nu ga ik de nieuwe podcasts simpelweg nummeren en hoef ik deze truc dus niet meer te gebruiken voor de podcasts die ik nog allemaal ga maken.
Je kunt deze plugin dus ook gebruiken als jij de permalinks van je site gaat veranderen en je wilt voorkomen dat de content van je weblog niet meer vindbaar is, omdat de URL is gewijzigd.
Als je hier nog vragen over hebt, laat het met dan weten. Daarmee kom ik dan op het volgende nieuwtje…
Om contact met me op te nemen, heb ik naast de standaard manier via een invulformulier op de website ook al vanaf het begin de ReputatieCoaching Hotline op nummer 084 – 883 15 56.
Maar ik kan me voorstellen dat dit mogelijk een belemmering is, als je artikelen op de website zit te lezen of naar de podcast luistert vanaf de website. Daarvoor heb ik vanaf vandaag een nieuwe contactmogelijkheid geïntroduceerd.
Je kunt nu vanaf vandaag me rechtstrees een voicemail sturen vanaf de website! Aan de rechterkant van iedere pagina zit nu een tabje, met daarop de tekst “Stuur Voicemail”. Als je daarop klikt, kun je meteen vanaf je computer een voicemail bericht inspreken. En als je die verstuurt, krijg ik die automatisch als een MP3-bestand in mijn e-mail.
Het is een experiment, waarmee ik wil zien of mensen er zinnig gebruik van gaan maken. De service is ook alleen nog maar beschikbaar in het Engels, maar dat zal voor de meeste mensen niet echt uitmaken. Wel kan ik een paar teksten gelukkig in het Nederlands invoeren.
Om dit alles technisch mogelijk te maken, heb ik me aangemeld bij “SpeakPipe”. Je kunt deze dienst online vinden op: www.speakpipe.com. Je kunt je daar gratis aanmelden. Als je zo’n gratis account hebt, kun je 20 berichtjes van maximaal 90 seconden per maand ontvangen. Maar in het begin zal dat geen probleem zijn. Het biedt je in ieder geval de mogelijkheid om laagdrempelig eens hiermee te testen.
Je activeert de functionaliteit op de SpeakPipe website waarna je een plugin van de site kunt downloaden. Deze plugin kun je installeren in WordPress, waarna je wat gegevens die je van SpeakPipe krijgt, moet invullen en je net zoals ik een paar teksten kunt aanpassen in het Nederlands. Vanaf dat moment werkt het en als iemand dan een bericht inspreekt, krijg jij een mailtje met daarin een link naar de voicemail. Deze kun je vanuit je mail afluisteren, of vanaf de SpeakPipe website, als je bent ingelogd.
Deze dienst is overigens niet alleen beschikbaar voor WordPress, maar ook voor Blogger, Tumblr en Joomla. Daarnaast kun je op elke gewenste site eventueel HTML-code toevoegen, om SpeakPipe te gebruiken. Dus ook als je een webshop hebt, kun je eens gaan experimenteren met deze plugin. Laat het me weten, als jij ook begint met het aannemen van voicemail berichten op je site en natuurlijk verneem ik ook graag jouw ervaringen ermee.
Van een andere luisteraar van de podcast, Arend Landman, kreeg ik de tip om de podcasts ook op YouTube aan te bieden. Arend is namelijk een specialist op het gebied van contentmarketing en volgens hem ik stel zo meer mensen in staat om de podcast te kunnen vinden en ernaar te luisteren.
Daarmee kom ik op het laatste nieuwtje wat ik je over ReputatieCoaching wil melden. Ik heb inmiddels podcast 1 tot en met 4 ook op YouTube geplaatst. Daar bied ik de podcasts aan via een aparte playlist. Om deze te bekijken, surf je naar www.reputatiecoaching.nl/podcasts (dus met een “s” aan het eind). Dan wordt je automatisch naar de playlist op YouTube geleid, waar je naar de podcasts kunt luisteren. Om ze iets op te leuken, heb ik bij iedere podcast een paar slides gestopt. De gesproken content is in ieder geval precies hetzelfde als de audio-versies en de komende tijd ga ik de overige podcasts ook extra op YouTube publiceren.
Je hoeft je geen zorgen te maken, als je de podcast via de website beluistert, of via je smartphone. Alles blijft hetzelfde; ik heb alleen YouTube als extra kanaal toegevoegd.
Zoals je wellicht weet is Matt Cutts één van de kopstukken van Google. Hij wordt geroemd en verguisd. Zo hebben mensen die zich bezighouden met illegale SEO, waarmee ze dus op illegale manieren proberen hoog in Google te scoren, een grote hekel aan hem. En zodra er een nieuwe video van hem is, lees je in de black hat SEO fora binnen de kortste keren over hun angsten.
Matt Cutts is namelijk het hoofd van het webspam team van Google. Zijn team zorgt ervoor dat de kwaliteit van de getoonde zoekresultaten continu verbetert, door spam steeds beter te detecteren. De afgelopen twee jaar heeft Google grote vooruitgang geboekt op dit gebied. Je zult zelf ook wel hebben gemerkt dat je veel minder “rotzooi” tegenkomt, ofwel content van mindere kwaliteit.
Ik toon wel vaker video’s van Matt Cutts en nu heeft hij ook weer een heel informatieve video op zijn weblog gezet. In de video “What to expect in SEO in the coming months” vertelt hij namelijk wat we de komende tijd van Google kunnen verwachten. Dit is de eerste keer dat Google vooraf vertelt wat er ongeveer zit aan te komen. Daarom kan ik je van harte aanraden om de video, die ik in de transcriptie van deze podcast heb opgenomen, te bekijken.
Naast dat hij een aantal belangrijke technische aspecten behandelt waar je zeker rekening mee moet houden, sprong er voor mij één ding echt uit. Dat begint op 04:40 en duurt tot 05:25. Daar vertelt Matt, dat sites met een zekere mate van autoriteit op een bepaald gebied, de komende tijd mogelijk omhoog zullen gaan in de zoekresultaten op Google.
Letterlijk zegt hij daar:
We have also been working on a lot of ways to help regular webmasters.
We are doing a doing a better job of detecting when someone is sort of an authority in a specific space. It could be medical, it could be travel, whatever. And trying to make sure that those rank a little more highly, if you are some sort of authority or a site that according to the algorithms we think might be a little bit more appropriate for users.
Let wel: hij zegt hiermee niets over Google Authorship, maar als Google Authorship op dit moment nog niet echt wordt gebruikt in het bepalen van de zoekresultaten, dan kun je op basis van deze informatie verwachten dat dit ook binnen afzienbare tijd zal komen. Reden temeer om nu toch echt jezelf aan te melden bij Google+ en Google Authorship in te stellen voor jouw site of websites.
Als je je dan toch hebt aangemeld voor Google+ ga dan ook even naar www.reputatiecoaching.nl/gplus en voeg ons toe aan je kringen. Vergeet dan ook niet om meteen een “+1” te geven!
Meer nieuws van Google… Nou, het was me de Google-week wel! Want zoals ik al in de introductie vertelde, vond deze week van 15 tot en met 17 mei de Google I/O 2013 plaats. Hierin heeft Google een heleboel nieuws gepresenteerd.
Zo is om te beginnen Google+ compleet veranderd. Qua interfacelayout lijkt het nu een beetje op Pinterest: de berichten worden in een aantal kolommen weergegeven, terwijl video’s meerdere kolommen beslaan. Daarnaast zijn er nog meer dan 40 veranderingen doorgevoerd, die ik hier niet allemaal wil behandelen.
Een ander nieuwtje van Google gaat over Hangouts. Voor het geval je nog niet weet wat Google Hangouts is: het is een dienst van Google, die vergelijkbaar is met Skype. Om te beginnen kun je met andere Google gebruikers videoconferencen. En waar je bij Skype moet betalen om met meer dan twee mensen tegelijkertijd te videovergaderen, is dit tot tien deelnemers bij Google Hangouts standaard (en dus gratis) mogelijk. Ook kun je Hangouts live uitzenden op Internet via YouTube en worden Hangout-sessies ook automatisch bij YouTube opgenomen. Dit biedt je dus heel veel mogelijkheden voor het maken van je eigen video’s, screencasts etc.
Een andere feature die erg mooi is van Google Hangouts is die waarbij je jouw beeldscherm kunt delen. Als je dit combineert met de mogelijkheid dat een onbeperkt aantal mensen tegelijkertijd naar jouw Hangout kan kijken op Internet, biedt Google hiermee een fantastische mogelijkheid om webinars te organiseren en uit te zenden op Internet.
Sinds afgelopen week is Google Hangouts niet alleen meer beschikbaar voor desktop PC’s, maar is er ook een Google Hangouts app voor zowel Android, als iOS. Ook kun je met dezelfde app foto’s delen en met andere Google gebruikers chatten.
Het lijkt erop, alsof Google op deze manier de concurrentie wil aangaan met zowel Skype, als Whatsapp en GotoWebinar. Ik ben benieuwd in hoeverre deze partijen hier hinder van gaan ondervinden.
Een ander nieuwtje van Google dook deze week op in het Google Enterprise blog. Als je gebruik maakt van Gmail, Google Drive en Google+ Foto’s (de vroegere Picasa), dan weet je wellicht dat je voor Gmail zo’n 7 GB aan ruimte had, en iets van 1 GB voor foto’s. Vervolgens had je dan ook nog eens 5 GB op Google Drive. Dit was dus allemaal van elkaar gescheiden.
Google heeft dit samengevoegd en de totale opslag ook nog eens aanzienlijk vergroot. Ik denk dat ze Microsoft SkyDrive, Livedrive, Box en Dropbox voor willen blijven, want Google gebruikers zullen binnenkort zien dat ze opeens in totaal maar liefst 30 GB aan opslagcapaciteit hebben! Google neemt hiermee echt een grote voorsprong op de concurrenten.
Wat misschien nog even goed is om te weten voor degenen die ook hun foto’s via het programma Picasa uploaden naar Google+ Foto’s is dat je foto’s alleen meetellen voor je beschikbare opslagruimte, als ze een horizontale of verticale afmeting hebben die 2048 pixels is of groter. Foto’s die kleiner zijn worden dus NIET meegeteld. In het programma Picasa kun je bij het uploaden ook opgeven of je de foto’s wilt uploaden in web-kwaliteit. Als je dat doet, verkleint Google jouw foto’s tot maximaal 2048 pixels horizontaal of verticaal, en kost het jou dus geen opslag.
In podcast 24 meldde ik al dat werd verwacht dat Google tijdens de I/O 2013 een aantal veranderingen in Google Maps zou doorvoeren. Nou inderdaad, ze hebben een groot aantal veranderingen doorgevoerd. De nieuwste versie van Google Maps is nog niet online beschikbaar en je moet je aanmelden, als je er graag zo spoedig mogelijk gebruik van wilt maken. Natuurlijk heb ik me meteen aangemeld, dus ik hoop dat ik binnenkort een aantal eigen ervaringen kan delen.
Google heeft op haar website een promotievideo van de nieuwe Google Maps gepubliceerd. Deze video heb ik in de transcriptie opgenomen.
Zoals al verwacht is Maps nu echt met Google+ geïntegreerd en krijg je dus persoonlijke, op maat gemaakte kaarten. Als je bijvoorbeeld bepaalde bedrijven zoekt, worden eerst de bedrijven getoond die je al eens hebt bezocht, of die je vrienden hebben bezocht of gereviewed. Ook kun je in Google Maps reviews lezen en posten. Volgens Google wordt Maps zelfs nóg beter, naarmate je het meer gebruikt.
Met één druk op de knop krijg je meteen de routebeschrijving, waarbij je kunt kiezen uit auto, te voet, per openbaar vervoer of op de fiets. Als je met het openbaar vervoer kiest, kun je gelijk naar de vertrektijden doorklikken. Hierbij ben ik wel benieuwd of dit ook meteen in Nederland zo gaat werken…
Tevens klik je vanaf Maps zo door naar Streetview op elk gewenst punt en kun je ook virtuele bedrijfsrondleidingen bekijken. Dat is weer mooi voor de bedrijfspanorama’s die ik sinds kort van Google mag maken en publiceren.
Reviews, ik noemde ze zojuist in relatie tot Google Maps. Zoals je ongetwijfeld hebt gezien in de Google zoekresultaten staan bij de lokale resultaten soms het aantal recensies, bijvoorbeeld 4 recensies en soms staat er ook een score op een schaal van maximaal 30 punten. Nu moet je weten dat dit zo is, sinds 2011. Google heeft toen het bedrijf Zagat overgenomen en hun scoringsprincipe in de lokale zoekresultaten geïmplementeerd. Vanaf dat moment waren de bekende gele sterretjes verdwenen. Als je minder dan 10 recensies had als bedrijf, dan werd alleen het aantal recensies getoond en als je 10 of meer recensies had, dan werd de Zagat-score er ook bij vertoond. In de show notes heb ik een screenshot opgenomen, waarop je kunt zien hoe dat op dit moment er nog uit ziet.
Maar binnenkort gooit Google het roer weer om en komen de sterretjes terug. Alleen zijn het geen gele sterretjes, maar zijn het rode sterretjes. Deze sterren komen dus zowel terug in de lokale zoekresultaten, als op de Google+ Lokaal vermelding van een bedrijf. Ook hiervan heb ik op de website voorbeelden opgenomen.
Voor het geval je je afvraagt hoe het komt dat ik ze tevoorschijn kan toveren, terwijl jij ze nog niet ziet… Ik vond ergens op Internet dat je aan de URL de volgende tekst moet toevoegen, om de sterretjes al zichtbaar te maken:
&rfmt=s
Ik denk dat deze string een afkorting is voor “Review ForMaT = stars” 🙂
Je kunt er dus zelf ook al eens mee spelen, als je wilt. Alleen werkt deze toevoeging niet, of nog niet, op Google Maps.
Mijn vrouw had via een Groupon-aanbieding een leuk avondje uit voor ons vieren aangeschaft, namelijk onbeperkt spare ribs en gamba’s eten in een restaurant op zo’n 25 minuten rijden van Apeldoorn. Om een lang verhaal kort te houden: het was een dramatische ervaring. Hoewel ik altijd erg positief ben ingesteld en ik in al mijn reviews eigenlijk wel iets positiefs weet te beschrijven, lukte dat niet naar aanleiding van dit avondje uit. Mijn review -die ik op diverse sites heb gepost- ging als volgt:
Ik doe altijd mijn uiterste best positieve aspecten te vinden en te benoemen, maar in dit restaurant was dit niet mogelijk.
Laat ik beginnen bij het begin. Mijn vrouw had via Groupon twee bonnen gekocht à €14 (dus totaal €28) om zo voor vier personen onbeperkt spare ribs of gamba’s te eten in dit restaurant. Het leek ons leuk om dit op Moederdag te doen, tevens als afsluiting van de vakantie van de kids.
Volgens mij is Groupon een soort van marketingtool voor restaurants en kunnen ze zo tevreden klanten “kopen”: je lokt mensen voor een laag bedrag en je legt ze in de watten, waardoor ze volledig tevreden zijn en dus regelmatig terug gaan komen als vaste gast.
Dat lokken ging goed, maar bij het in de watten leggen ging het goed fout.
Het etablissement ziet er van binnen prima uit, al zou een plantenbak tussen tafels als decoratie en afscheiding welkom zijn. Vrijwel alles lijkt opnieuw te zijn gedecoreerd, alleen is men vergeten van een trap met twee treden de hoekprofielen te vernieuwen of van een nieuwe slijtvaste laag te voorzien. Maar tot zover viel het dus allemaal mee…
Naast de tafel waar wij mochten gaan zitten lag een grote hoeveelheid kruimels op de vloer, die ook gedurende onze “zit” niet werd opgeruimd.
Mijn vrouw en onze dochter bestelden gamba’s en onze zoon en ik spare ribs. Ook bestelden we salade en frites erbij. De spare ribs waren smakeloos en het leek erop alsof ze zo vanuit de diepvries in een frituur waren bereid, of in een pan met olie. Maar gegrild leken ze niet echt. Er zat echt smaak noch kraak aan.
De gamba’s waren in ieder geval op smaak, maar dropen van het vet. Je kon een paar druppels vet uit elk overgebleven staartje knijpen.
De salade was minstens 2-3 dagen oud, was voorzien van een tomaat waarvan de randen wit waren, omdat ze waren uitgedroogd en er zat ergens een snotje in, wat na ruiken en een klein beetje proeven ooit eens een plakje komkommer lijkt te zijn geweest. Die heb ik de ober laten ophalen en van de rekening laten halen; ik keek logischerwijs niet echt uit naar nog zo’n ervaring.
Tussen de racks door werden de volle borden niet opgeruimd en kregen we ook geen schaal of kom waar we de botten in konden droppen.
Volgens mij eet je spare ribs met je handen en dien je ofwel een schaaltje water met een schijfje citroen naast je bord te hebben staan, of een vacuüm verpakt vochtig doekje, waarmee je je handen kunt schoonmaken. Die ontbrak ook.
Helaas was ik genoodzaakt met mijn vette handen twee deurgrepen vast te pakken om in het toilet mijn handen te kunnen wassen.
Ondanks een aantal pepermuntballen en tandenpoetsen blijven we allemaal de smaak van onze maaltijd in de mond houden.
Al met al was dit een uiterst teleurstellende ervaring en is dit restaurant echt een afrader eerste klas!
Bovendien had ik in het restaurant een medewerker ook verteld dat we niet tevreden waren. Ik werd aangenaam verrast, toen ik afgelopen donderdagmiddag werd gebeld door de bedrijfsleider van het restaurant in kwestie. Hij trok volledig het boetekleed aan en vertelde dat hij hoogst verbaasd was over onze ervaringen, waarvoor hij ook een aantal keren zijn excuses aanbood.
Hij ging zelfs zover ons uit te nodigen om op de kosten van het restaurant nogmaals te komen eten, zodat men kon laten zien dat het slechts een uitzondering betrof en dat de normale kwaliteit wél goed was. We mochten dan zelfs ook à la carte bestellen.
Ik heb inmiddels de reviews verwijderd, omdat we hebben besloten binnenkort van dit aanbod gebruik te maken. Ik gun iedereen en elk bedrijf een tweede kans en stel ze graag in de gelegenheid om mijn mening te herzien.
Wat kunnen we hiervan leren?? Zoals we in podcast 18 ook nog eens van Gé Bouma hebben kunnen horen, is het essentieel om in de gaten te houden wat er in de media over je wordt gezegd en geschreven. En als je dan ook nog eens meteen reageert en je excuses aanbiedt, valt de schade vaak nog te herstellen en kun je een slechte ervaring ombuigen in een goede ervaring.
Dat besefte de bedrijfsleider van dit restaurant ook en hij heeft precies het enige gedaan wat goed was: de confrontatie opzoeken en luisteren naar het probleem. Door vervolgens aan te bieden om nogmaals een keer te komen eten, heeft hij mijn negatieve ervaring weten om te buigen tot een neutrale (op dit moment) en hopelijk een positieve, als we er nogmaals hebben gegeten. Want ik heb ook gezegd dat ik een fair iemand ben: ik zeg als ik het slecht vind, maar ik laat het ook overal weten, als ik een goede ervaring heb gehad.
Het is jammer, want ik heb eigenlijk elke keer teveel nieuws, wat ik met je wil delen. Maar inmiddels kom ik toch echt aan het einde van deze podcast. Misschien moet ik gewoon minder willen vertellen. Vind je dat ik teveel nieuws deel? Of wil je graag andere informatie? Laat het me weten.
Help mij met het verder verbeteren en promoten van deze podcast en deel ‘m op Twitter, Facebook of Google+. Je kunt ook een bericht achterlaten in iTunes of op LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast. En zoals ik al aan het begin zei; vanaf nu kun je ook rechtstreeks op de website een voicemail inspreken!
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!
De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.
De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.
Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.
Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.
Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.
Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.
En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.
BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!
Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.
Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!
Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.
Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.
Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:
Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.
Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.
Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.
Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.
Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.
Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.
Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.
Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.
Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.
Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.
Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!
Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.
Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.
Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.
Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!
Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.
Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:
Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-
Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google
De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.
Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.
En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.
Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.
Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?
Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.
Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.
Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.
Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.
Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.
De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:
Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.
Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.
Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.
Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.
In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.
In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:
Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)
Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)
Geen URL naar de website opgegeven (19%)
Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)
Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)
Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.
Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!
Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.
En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.
Enkele markante statistieken uit dit artikel:
80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht
45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen
1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen
1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht
Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:
Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden
Het inzetten van lokale zoekmachine marketing
Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:
Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.
Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.
Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.
Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.
Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.
Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.
Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.
YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.
Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.
Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.
DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.
Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!
Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.
Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:
Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.
Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.
Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.
Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.
Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.
Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.
Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).
Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
“Google Penalized One Article On BBC’s Web Site” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Digg Banned From SERPs” (Search Engine Journal, 20 maart 2013)
“No Redirect URLs Allowed In Google Maps Business Listings” (Search Engine Round Table, 13 maart 2013)
“The Most Common Problems With Local Business Listings” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Internet Marketing for Hotels in the New Travel Economy” (Powered by Search, 14 maart 2013)
“YahTube? Yahoo Wants Video Back – Looks to Purchase Dailymotion” (ReelSEO, 20 maart 2013)[/info_box]
Social media heeft natuurlijk een revolutie doorgemaakt en als je zo de invloed van de diverse media in ogenschouw neemt, dan bekruipt mij dikwijls het gevoel dat het einde nog lang niet in zicht is. Met andere woorden: de sociale media krijgen nog meer invloed op ons leven en ons functioneren.
Sommige mensen raken al Facebook-moe of stoppen een tijdje op Twitter en nemen een Twitter-vakantie. Hierdoor zijn veel verschillende oorzaken aan te wijzen. Desalniettemin maken de diverse social media nog steeds een revolutie door. Neem nu bijvoorbeeld Pinterest: dit bedrijf groeide vorig jaar met meer dan 1.000%!! Duizend procent! Dat is gigantisch! In 2012 was het ook de site die het snelste de 100 miljoen bezoekers behaalde.
Op LinkedIn komt er iedere seconde een nieuwe gebruiker bij. En zo komt social media ook ons privéleven binnen: al 1 op de 5 stellen hebben elkaar leren kennen op Internet en ook 1 op de 5 echtscheidingen wordt inmiddels al geweten aan Internet.
Ik vond onderstaande infographic en het stukje wat mij aansprak en aanzien van reputatie staat iets onder de helft:
[note_box color=”yellow”]
Laat dit voor ondernemers ook weer een reden zijn om meer te werken aan hun online reputatie en klanten en opdrachtgevers om een review of een recensie te vragen na het leveren van een product of dienst.
Ben je het hiermee eens? Of niet? Laat het hieronder weten!
Bron: JessicaDraws.com
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Je luistert naar alweer de veertiende aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!
Hallo en welkom. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!
Steeds meer bronnen bevestigen het: 2013 wordt het jaar van mobiele websites. Dat is het eerste onderwerp van vandaag. Daaraan gerelateerd geef ik je drie redenen om je site in 2013 een responsive design te geven.
Als tweede onderwerp heb ik nieuws over Firefox die een nekslag geeft aan online adverteerders. Over nekslag gesproken: enige tijd geleden heeft Google Image Search, ofwel het zoeken naar afbeeldingen aangepast. Veel fotografen zijn hier helemaal niet blij mee! Evernote kreeg een acuut reputatieprobleem en pakte het voortvarend op. Als vijfde onderwerp voor vandaag vertel ik iets over QR-codes en waar je ze zoal voor kunt gebruiken. Het is al eens eerder aan bod gekomen: verhuizen. De procedure om dit te doen in Google+ Local is veranderd. Ook kun je nu in Google+ Local op één adres meerdere specialisten of afdelingen virtueel huisvesten. Daarover later in deze aflevering meer.
Op YouTube kun je sinds kort professionele vertalingen verkrijgen in maar liefst 36 talen!
Tenslotte, “Content is king”, dat weten we allemaal. Daarom heb ik vandaag als afsluiting een aantal tips om nóg betere content te schrijven.
Veel marketeers doen nog steeds lacherig over mobiele sites, responsive webdesign en de noodzaak om überhaupt aandacht te geven aan mobiele presence. Inmiddels is gebleken dat gemiddeld bijna 40% van de tijd die mensen online doorbrengen, op mobiele apparaten wordt gespendeerd!
Jongeren communiceren via SMS, WhatsApp en Twitter. E-mail vinden ze maar onhandig, omslachtig en ouderwets. Hetzelfde lot lijkt dus de PC te wachten: een apparaat met “beperkte” toepassingsmogelijkheden (je moet er tenslotte naartoe, in plaats van dat het altijd bij je in de buurt is) en het is bedoeld voor “oude mensen”.
In de transcriptie van deze podcast, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/14/ heb ik een grafiek van comScore opgenomen. Hierin is de verdeling te zien wat mensen doen op Internet, onderverdeeld in “vaste PC” en mobiele apparaten.
Twee markante statistieken van deze grafiek wil ik toch even benadrukken: als eerste de mate waarin kaarten worden geraadpleegd en als tweede het koopgedrag of koopintentie. Het blijkt namelijk uit deze gegevens dat kaarten voor 84% op mobiele apparaten worden bekeken (en dus slechts 16% vanaf vaste PC’s). Maar wat hoopgevend is voor bedrijven die hun mobiele website goed op orde hebben, is dat 38% van de mensen die een koopintentie hebben, of daadwerkelijk iets kopen, dit al via hun mobiele apparaat doen.
Het zal dus niet zo lang meer duren, todat de PC als belangrijkste interface voor het Internet van zijn troon wordt verstoten.
Als je nog niet overtuigd was, dat 2013 waarschijnlijk het omslagpunt wordt, waarin mensen meer op Internet doorbrengen op hun mobiel, dan vanaf hun vaste PC, dan zouden deze getallen je toch wakker moeten schudden. Zeker als jouw site nog niet goed te bekijken is op mobiele apparaten, moet je je maar eens achter te oren krabben, als je het nog langer wilt uitstellen.
Op 28 november heb ik in het artikel “Mobiele website? Hoezo?” al gerept over responsive web design. Ook hierin geef ik een aantal getallen ten aanzien van de ontwikkelingen op mobiel gebied, evenals in mijn “7 online marketing trends voor 2013”. Ik zal je nu nog eens drie redenen geven, om je te motiveren het design van je site in 2013 om te zetten (of om te laten zetten) naar een responsive web design en waarom dit beter is dan een aparte mobiele website maken.
Ten eerste is een responsive thema of template beter voor de SEO, de zoekmachineoptimalisatie. Het helpt je ook met het verkrijgen van links naar je site. Als je twee verschillende sites hebt, moet je links naar beide verwerven. Met één en dezelfde site en dus ook dezelfde URL’s voor zowel de mobiele content, als de content die bestemd is voor grote schermen van bijvoorbeeld desktops, werken backlinks altijd in je voordeel.
Google wil duidelijkheid en vooral eenduidigheid om gebruikers naar jouw content te leiden. Google zegt hierover het volgende:
“Eén enkele URL naar bepaalde content helpt Googles algoritmes om de inhoud beter te kunnen indexeren”.
Maar al te vaak zie je dat mensen vanaf hun mobiele telefoon een link delen op Twitter of Facebook en als je dan op een desktop PC op deze link klikt, blijkt het een link naar een mobiele site te zijn, die dan op een desktop PC er totaal niet uitziet. Dit veroorzaakt dan een bounce, waardoor de bounce rate stijgt. En met de toenemende groei van mobiel Internet neemt dan de bounce rate nog verder toe. Hierdoor zakt de site dan in de zoekresultaten.
Als de desbetreffende site een responsive theme of template zou hebben gehad, zou de pagina op het grote scherm automatisch goed zijn weergegeven en zou de kans op een bounce veel kleiner zijn geweest.
Voor WordPress is er een plugin met de naam “WPTouch”. Hiermee kun je je site op een mobiel automatisch goed laten vertonen. Deze plugin stamt vanuit de tijd vér vóór responsive web design en ik geef toe dat ik ‘m ook wel heb gebruikt. Maar die tijd is dus echt voorbij. Wat tegenwoordig namelijk ook steeds meer meetelt, is “user experience”, ofwel “gebruikerservaring”. Als gebruikers een mobiele site krijgen voorgeschoteld, dan willen ze ook een mooi mobiel design zien en niet een saaie eenheidsworst, zoals alle WordPress sites die deze plugin nog gebruiken.
Een extra nadeel van een aparte mobiele site is bovendien ook dat de laadtijd van elke mobiele pagina wordt vergroot, vanwege het feit dat de originele desktop-pagina wordt omgeleid naar de mobiele pagina. Dit heeft ook een negatief effect op je rankings in de zoekmachines
De tweede reden om responsive web design te verkiezen boven een aparte mobiele site is de eenvoud van beheer. Kijk, een simpele website met vijf pagina’s zou je nog best gemakkelijk apart voor zowel een desktop PC, als voor mobiele browsers kunnen maken en onderhouden.
Maar als je tegenwoordig nog op de voorpagina van de zoekmachines wilt blijven verschijnen, zul je meer content moeten produceren en dan ook nog eens liefst met een zekere regelmaat. En zeker als je site verder groeit, wordt het dan steeds lastiger om twee soorten pagina’s apart te maken en te onderhouden.
Door je site een responsive design makeover te geven, zorg je er ook voor dat je site berekend is op de toekomst. Veel mobiele sites moeten continu worden aangepast, na het verschijnen van nieuwe mobiele apparaten. Dit brengt ook nog eens extra kosten met zich mee. Dankzij een responsive design is je site altijd geoptimaliseerd voor de maximale gebruikerservaring, ongeacht het apparaat of de resolutie.
Ten derde leveren responsive web sites een betere gebruikerservaring of leeservaring. Sommige producenten van content denken nog steeds dat je mobiele en vaste PC gebruikers aparte content moet aanbieden, waarbij jij dus al de keuze maakt wie wat te zien krijgt. Dit is een cruciale fout!
Brad Frost, een bekende in de wereld van responsive web design, zegt hierover:
“Mobiele gebruikers zullen alles doen, wat desktopgebruikers doen, aangenomen dat de content in een bruikbare vorm wordt aanboden. Als je aanneemt dat mobiele gebruikers “dat niet zullen doen”, heb je op voorhand al een groot deel van je potentiële klanten verloren. Straf de bezoekers van je site niet af, door content of mogelijkheden achterwege te laten, omdat ze op je site komen vanaf een mobiel apparaat.”
Tot zover over responsive web design. Dan nu over Firefox: de makers van deze populaire browser hebben aangekondigd dat zij vanaf versie 22 zogenaamde “third party” cookies automatisch gaan blokkeren. Ter informatie: op dit moment is Firefox op versie 19, dus het duurt nog eventjes.
Maar als versie 22 van Firefox verschijnt, is dit dan een nekslag voor adverteerders? Wat zijn hiervan de consequenties voor marketeers?
Daarvoor zal ik eerst de vraag beantwoorden: “Wat zijn third-party cookies?”. Cookies worden gebruikt om informatie op je computer op te slaan. Daarmee kan bijvoorbeeld worden gezorgd dat je niet elke keer je wachtwoord hoeft op te geven bij het inloggen op een afgeschermde site. De cookies die de websites die JIJ bezoekt naar je sturen, zijn de zogenaamde “first party cookies”.
De “third party cookies” komen dus van sites die jij niet bezoekt. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van je surfgedrag, het bijhouden van je klikgedrag bij advertenties en ook voor het bijhouden van uitbetalingsmogelijkheden voor affiliate programma’s.
Ooit begon Safari, de webbrowser van Apple, al met het blokkeren van deze cookies. Maar volgens de statistieken had Safari in januari 2013 wereldwijd een marktaandeel van zo’n 5%. Het marktaandeel van Firefox is een stuk groter, dat lag in januari wereldwijd namelijk zo rond de 20%.
De impact van het blokkeren van dit type cookies is dan ook een stuk groter. Om je een idee te geven wat dit betekent voor de Nederlandse markt, heb ik een grafiek van StatCounter in de transcriptie opgenomen van de verdeling van het gebruik van de diverse browsers in Nederland in de eerste twee maanden van dit jaar.
Bron: StatCounter Global Stats – Browser Market Share
In Nederland heeft Firefox een marktaandeel van zo’n 16%, een paar procent meer dan Safari. Firefox is ook beslist niet de laatste browser, die deze beperking implementeert. De koers van andere browsers lijkt ook deze richting op te gaan.
Toch is de impact van deze toekomstige wijziging gigantisch. Want niet alleen reguliere adverteerders hebben hier last van, ook affiliate programma’s zullen dus minder goed in staat zijn om verkopen terug te leiden op bepaalde affiliates.
Sinds enige tijd heeft Google Image Search een nieuwe interface. Die ziet er op zich mooi uit en ik vind ‘m zelfs mooier dan de vorige versie. Maar niet iedereen is blij met deze verandering. Vooral fotografen ergeren zich groen en geel aan de nieuwe versie van Google Image Search. Wat is er aan de hand en waarom maken vooral fotografen zich zo druk om de aanpassingen?
Als je voorheen naar foto’s zocht, toonde Google de webpagina waar de foto op stond, met daarop een donkere, enigszins doorschijnende laag, waarop dan vervolgens de foto werd getoond. Deze manier van weergeven leverde de fotosite een extra pageview op, per bekeken foto.
Sinds de nieuwe versie gebeurt dit niet meer. De website wordt pas getoond als iemand daadwerkelijk doorklikt. Veel websurfers doen dit natuurlijk niet en daardoor keldert het aantal pageviews van veel fotografen. Er zijn gevallen bekend waarbij het aantal gemeten bezoekers met 80% is gedaald.
Ook hieruit blijkt eens te meer dat je nooit het bestaan of de vindbaarheid van je site en daarmee jouw business aan één medium of mechanisme moet hangen. Alle fotografen die veel verkeer genereerden met hun foto’s en verder niet echt in de zoekmachines te vinden waren hebben nu dus een potentieel probleem.
Afgelopen zaterdag maakte Evernote bekend dat een paar van hun systemen waren gehackt en dat mogelijk gebruikersgegevens waren gestolen. Volgens hun zeggen hebben de hackers nooit toegang gehad tot de daadwerkelijke opgeslagen bestanden en data van de gebruikers.
Evernote deed daarbij datgene wat het beste was: meteen alle gebruikersaccounts blokkeren, vervolgens alle gebruikers forceren hun wachtwoord te wijzigen en iedereen meteen te informeren. Ze hebben hiermee niet gewacht tot ze alle informatie boven water hadden en daarmee hebben ze een potentieel reputatieprobleem kunnen voorkomen.
Evernote mag dan geen potentieel reputatieprobleem hebben, maar vandaag las ik in de Telegraaf dat uit het Nationaal Klantbelevingsonderzoek van 2012 is gebleken dat 42% van de ondervraagden zich niet gewaardeerd voelt als klant bij diverse bedrijven. 42%, dat is nogal wat! Dat is bijna de helft!
Bovendien zegt 55% in datzelfde artikel dat organisaties niet altijd hun uiterste best doen om klanten te helpen.
Vaak is prijs een reden om naar een andere partij te gaan voor het afnemen van een product of dienst. Maar heel vaak leidt een negatieve klantervaring ook tot een zogenaamde “churn”. Voor dit woord is geen echte Nederlandse vertaling. Op Internet kwam ik de volgende verklaring tegen voor het woord “churn”:
“churn” is een marketingterm die in het Nederlands als substantief onvertaald blijft.
Het betekent dat klanten weglopen van de ene leverancier of dienstverlener naar de andere. Het is ongeveer het tegengestelde van klantentrouw dus.
Ik blijf het bijzonder vinden dat veel bedrijven vermogens investeren in het werven van nieuwe klanten, terwijl bestaande klanten tegen minder kosten trouw zouden zijn gebleven, als zij beter zouden zijn behandeld. Denk er eens over na: waar kun je meer aan verdienen op zowel korte als lange termijn? Aan nieuwe klanten of mensen die net klant bij je zijn? Of aan klanten die al jaren een loyale klant zijn en supertevreden zijn met jouw dienstverlening?
Dit pleit dus voor een extreem goede gebruikerservaring of klantervaring. En als je klanten tevreden over je zijn, verzamel dan op diverse plaatsen op Internet hun recensies, waarin ze ook naar de buitenwereld laten zien hóe tevreden ze over jouw bedrijf en je dienstverlening zijn!
QR-codes… Je ziet ze steeds meer. Als je het de ene expert vraagt is het helemaal hot, en als je de andere marketingexpert vraagt, zijn QR-codes gedoemd te falen. Ik weet bijna zeker dat jij ook wel eens QR-codes hebt gezien, ook al wist je mogelijk niet dat ze zo heten.
QR-codes zijn die vierkante figuurtjes die uit allemaal kleine witte en zwarte vierkantjes bestaan. Hierbij staan de letters “Q” en “R” voor “Quick Response”, ofwel: snelle reactie.
Ze zijn ooit ontwikkeld door Toyota om efficiënt onderdelen in automagazijnen te kunnen labelen, omdat je meer informatie erin kwijt kunt, dan in een simpele streepjescode.
Hoewel dus niet initieel ervoor ontwikkeld, worden ze tegenwoordig gebruikt op reclameborden, in bushokjes, in kranten etc. Je kunt die codes met een app op je smartphone scannen en dan kun je zien wat voor data erin schuil gaat. Zo kun je een URL, ofwel een link naar een website erin opnemen, een gewoon stuk tekst, een agenda-afspraak en wat dies meer zij.
Je ziet ook dat sommige mensen een QR-code op hun visitekaartje hebben staan. Als je deze dan scant met zo’n QR-scanner app, dan heb je meteen het hele visitekaartje in je smartphone.
Er zijn zelfs al QR-code shops en het aantal QR-shops groeit wereldwijd erg hard. Dat zijn winkels die geen producten op voorraad hebben, maar gewoon een groot aantal productfoto’s hebben hangen, met QR-codes ernaast. Op zich kun je zo’n shop natuurlijk ontzettend laagdrempelig starten.
Bezoekers van de shop kunnen dan de QR-code scannen om er meer over te lezen en als ze willen kunnen ze het meteen online kopen en afrekenen. Als iemand de QR-shop verlaat, is het product dan al vaak onderweg naar het adres van de koper.
Ook bedrijven die veel met klanten van doen hebben op hun bedrijfslocatie hebben op menukaarten of andere kaarten op de tafels vaak een QR-code staan. Veelal verwijst de QR-code naar een Facebook-pagina, of een pagina op Foursquare of Yelp.
Terwijl ik diverse interessante artikelen op Internet zat te lezen, belandde ik bij een artikel waarin vijf handige toepassingen voor QR-codes werden gegeven, die niet echt voor de hand lagen. In het kort zijn deze toepassingen:
In de transcriptie heb ik een link naar het Engelstalige artikel opgenomen. Daar wil ik verder niet echt op ingaan. Als je meer wilt lezen over bovenstaande toepassingen, verwijs ik je graag naar het artikel.
Maar toen ik een paar maanden geleden me al eens begon in te lezen over QR-codes kwam ik een hele interessante toepassing tegen, namelijk de zogenaamde “groene QR-codes”. En hierbij slaat het woord “groen” niet op de kleur van de QR-code maar op het milieuvriendelijke aspect: “groene” QR-codes zijn namelijk herbruikbaar!
Een groot nadeel voor veel ondernemers is namelijk dat ze drukwerk laten maken, waarop een QR-code staat die naar één bepaalde, vaste pagina op Internet verwijst. Dat kan dus een pagina op de eigen site zijn met bijvoorbeeld het “menu van de maand”, of een externe pagina waar je bijvoorbeeld een review kunt posten.
Als een restauranthouder de QR-code gebruikt voor het “menu van de maand”, kan hij logischerwijs het menu aanpassen op zijn of haar eigen site. Maar als de QR-code een link bevat naar een vaste pagina die buiten de invloedssfeer van de ondernemer valt, heeft deze laatste dus een probleem als hij bijvoorbeeld tijdelijk reviews op een andere site wil verzamelen. Dan moet alle drukwerk dus opnieuw worden vervaardigd.
Op basis van deze ervaringen kan ik me goed voorstellen dat mensen het concept van QR-codes verguisen en afdoen als onzinnig, onhandig, kostbaar etc.
Maar als ik je nu vertel dat ik laatst een heel goedkope manier heb bedacht, hoe je zelf dynamische QR-codes kunt maken en gebruiken in al je drukwerk, dus zonder dat je bij een nieuw idee of initiatief je drukwerk opnieuw moet laten drukken? Stel je dus eens voor, dat je zelfs gedurende een avond de ene gast een review kan vragen op Yelp, de andere op Google+ Local en een derde op Foursquare? En zelfs zonder dat je er iets voor hoeft te doen op dat moment? En dat allemaal dus met één QR-code!!
Ben je dan geïnteresseerd?
Ik ben dit idee verder aan het uitwerken en binnenkort kom ik met meer informatie. Mocht je in de tussentijd meer hierover willen hebben, voel je dan niet geremd en neem gewoon contact op, of laat onderaan de transcriptie een berichtje achter.
Als je een andere vraag of een ander probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.
Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.
Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/14. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
En er is nieuws over Google+ Local. Als eerste over het verhuizen in Google+. In een bericht op de Google productforums werd ik hierover getipt. Voorheen moest je namelijk een nieuwe locatie aanmaken en de oude verwijderen met als reden “gesloten”.
Volgens de nieuwe methode moet je een geverifieerde vermelding hebben in Google+ Local. Dan kun je het adres aanpassen, waarna je opnieuw door het verificatieproces gaat. Na zo’n één tot twee weken is je bedrijf dan als het goed gaat ook digitaal verhuisd binnen Google+ Local.
Mocht je op een gegeven moment toch twee vermeldingen zien, dan moet je een probleem aanmelden met zoveel mogelijk gegevens (dus de URL van je oude vermelding, je nieuwe enz.). Hou tijdens het proces voor jezelf een goed logboek bij, zodat je in geval van een probleem ook weet wanneer je bepaalde acties hebt gedaan. Als je ergens op wacht, duurt het voor je gevoel soms veel langer, tot je een reactie krijgt, dan dat het in werkelijkheid duurt.
En er is meer nieuws over Google+ Local. Voorheen mocht je niet meerdere specialisten of afdelingen met meerdere vermeldingen binnen Google+ Local op één fysiek adres huisvesten. Maar sinds mag kan dat wel, want Google heeft haar bepalingen aangepast. Dit biedt dus weer nieuwe kansen voor maatschappen, ziekenhuizen, bedrijven en andere samenwerkingsvormen. Ook kan een kledingzaak bijvoorbeeld afzonderlijk de afdeling voor dameskleding vermelden, evenals de herenkledingsafdeling en die voor de kinderkleding.
De hoofdvoorwaarde is echter wel dat voor elke vermelding een apart telefoonnummer wordt gecommuniceerd. En natuurlijk mogen mensen dit niet gebruiken voor het promoten van verschillende specialismen door één en dezelfde persoon.
Wat ook belangrijk is voor ambulante mensen, is dat de openingstijden op Google+ Local correct zijn. Google eist dat het bedrijf of de ondernemer gedurende de vermelde openingstijden op de desbetreffende locatie bereikbaar is.
De overige bepalingen zijn als volgt:
Voordat ik overga op de twintig tips voor het schrijven van nóg betere content, heb ik nog één klein nieuwtje voor je. Je kunt de ondertitelingen in Engelstalige YouTube video’s laten vertalen in 36 talen! Dus mocht jouw bedrijf een aantal Engelstalige video’s op YouTube hebben staan en zie je het niet zitten om zelf alles te gaan vertalen, dan kun je dat uitbesteden. Google biedt je de keuze tussen twee bedrijven die je teksten kunnen vertalen naar een ondertiteling in één of meer van die 36 talen. En het leuke is dat de kosten nog best meevallen. Dikwijls is het slechts een paar Euro, voor een niet al te lange film. Daar kun je het zelf niet voor doen!
Daarmee kom ik dan na alle nieuwsberichten op het laatste onderwerp van deze podcast: 20 tips voor het schrijven c.q. produceren van betere content.
Vanaf de begindagen van de zoekmachines in het algemeen en zo ook bij Google was het mogelijk het beoordelingssysteem voor de gek te houden en zo onzinnige content hoog te laten scoren op de gewenste zoektermen. Met duizenden of miljoenen links naar een waardeloos artikel was het omstreeks 2004 zelfs mogelijk om op zoekterm “raar kapsel” bijvoorbeeld het CV van Balkende als eerste resultaat op Google te laten verschijnen. Een paar links hierover vind je in de link box onderaan de transcriptie van deze podcast.
Deze achterdeurtjes werden dan ook ontzettend misbruikt, waardoor waardeloze content aan de top verscheen en waardevolle content zo goed als niet te vinden was.
Wie hiervan dus vooral te lijden hadden, waren de mensen die goede content produceerden. Want opeens lag de nadruk op kwantiteit en niet meer op kwaliteit van de content. “Hoe meer content met links naar eigen websites of andere eigen content, hoe beter”, was jarenlang het motto.
Dankzij de Panda updates van Google is er grotendeels een einde gekomen aan deze waardeloze race om maar zoveel mogelijk irrelevante, onjuiste en van typefouten doorspekte artikelen online te plempen. Misschien worden ze nog wel geproduceerd door mensen die de illusie hebben dat dit nog steeds bijdraagt aan betere rankings, maar gelukkig zijn de algoritmes van Google slim genoeg om die content niet meer bovenaan in de zoekresultaten te laten landen, evenals de content waar die waardeloze artikelen naar linken.
Het adagium “Content is King” staat inmiddels weer volop in de schijnwerpers. Maar dan wel zinnige content, die wordt geproduceerd door “niet-anonieme” bronnen.
Ik zeg bewust “niet-anoniem”. Dit betekent dus dat de bronnen die de content produceren bekend zijn en dat zoekmachines content van “bekende” bronnen hoger beoordelen, zeker als die bron veel meer originele (lees: unieke) content over dezelfde materie heeft geproduceerd.
Hier komt dus ook het relatief recent geïntroduceerde principe van Google+ Authorship om de hoek kijken. Door uit de anonimiteit te komen, je bekend te maken bij Google+ en content die jij produceert ook herleidbaar op jouw identiteit te produceren, gaat Google jou zien als autoriteit. Naarmate de tijd voortschrijdt en je content blijft produceren, zal jouw autoriteit (en daarmee jouw online reputatie) groeien en je content dus hoogstwaarschijnlijk ook hoger gaan ranken.
Als je gaat zoeken wat Google als goede content beschouwt, dan kom je onder andere terecht op de “Google richtlijnen voor het maken van waardevolle sites”. Deze richtlijnen zijn samen te vatten in de volgende 20 tips:
Als jij ook je content naar een hoger plan wilt tillen, volg dan de voornoemde tips als leidraad of checklist, voordat je je artikelen online zet. Check de punten van deze lijst bij elk artikel wat je online wilt zetten. Beter nog: druk de lijst af en hang ‘m onder, naast of boven je monitor of werkplek!
Hiermee ben ik dan aan het einde van deze veertiende podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.
Vergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Je mag natuurlijk ook op Google+ of Facebook respectievelijk een +1 aan de podcast geven of deze beoordelen met een “Like” .
Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: