Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Als eerste heb ik goed nieuws, want zowel op iTunes, als op Stitcher wordt de podcast nu eindelijk weer goed vertoond! Verder heb ik mijn eerste bevindingen voor je met de Video SEO plugin van Joost de Valk, waar ik het in podcast 50 over had, naar aanleiding van een video van Matt Cutts over het gebruik van schema.org voor video. Binnen twee weken verschijnen foto’s van Allround Fotografie op de voorpagina van Google.
Afgelopen week was YouTube een half uur down! Google Map Maker is nu een aantal dagen down en Google Maps hecht meer waarde aan foto’s. Verder gaan Google, Bing en Yahoo de strijd aan tegen kinderporno en heb ik wat handige achtergrondinformatie over de verschillende pagina’s die er zijn in Google+.
Daarna volgen de instructies voor het veilig embedden van Google+ reviews op je eigen site en ook ga ik in op het belang van zogenaamde “owned media”. Tenslotte vertelt Matt Cutts van Google dat je de META-descriptions van je website niet moet dupliceren. Dus blijf luisteren, want er zitten vast ook voor jou vandaag weer leerzame en nuttige tips en adviezen tussen, waarmee jij je voordeel kunt doen.
Welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als glazenwasser, waterbouwer, straatmaker, orthopedisch chirurg of welk beroep dan ook te verbeteren.
Je kunt de podcast van vandaag ook op de site teruglezen, op www.reputatiecoaching.nl/52.
Laat ik dan nu maar meteen doorgaan met de onderwerpen van vandaag…
Nou, het heeft dit keer vier weken gekost, want in podcast 48 had ik wederom een probleem met de RSS-feed van de podcast bij Feedburner geconstateerd. Toen heb ik de feed wegehaald bij Feedburner en ondergebracht bij Feedblitz. Op zich ging die migratie snel en soepel. Daarna heb ik binnen afzienbare tijd het probleem bij Stitcher grotendeels opgelost. Er ontbraken alleen nog een paar afleveringen in het overzicht op de site.
Hiervoor heb ik een mailtje naar de supportafdeling van Stitcher gestuurd en binnen een dag stonden alle podcasts weer netjes in het overzicht op de Stitcher.
iTunes kostte wat meer moeite en tijd. Ik zag dat het daar de afgelopen weken inderdaad niet goed ging met het overzicht van alle podcasts. En de ellende met Apple is dat je ze hierover niet rechtstreets kunt benaderen, zoals Stitcher. Je moet het doen met de informatie, die je op hun site vindt.
Omdat op iTunes maar niets gebeurde, dacht ik dat dit wellicht kwam, doordat ik ooit de Feedburner feed rechtstreeks aan iTunes had aangeboden. En in de Feedburner RSS-feed zat nu juist het probleem. Na verder te hebben gezocht, las ik ergens dat je bij het verhuizen van je feed, deze moet verwijderen in Feedburner. Dan krijg je de keuze om nog gedurende dertig dagen Feedburner deze nieuwe feed aan alle abonnees door te geven.
Dat heb ik gedaan en inderdaad was twee dagen later ook in iTunes alles weer in kannen en kruiken. Dus dit probleem kan ik nu eindelijk afsluiten. Het leuke was dat ik meteen een nieuw downloadrecord vestigde, toen dit was opgelost. Eergisteren waren op één dag namelijk maar liefst 53 downloads. Het vorige record stond op 52 downloads op één dag.
Voor de volledigheid nog even het ovezicht waar je de podcast nu dus goed kunt beluisteren:
Natuurlijk is de podcast ook gewoon via je browser te beluisteren vanaf elk podcast artikel op de site. Die kun je wekelijks vinden op www.reputatiecoaching.nl, gevolgd door het nummer van de podcast. Zo kun je podcast 52 dus ook beluisteren op www.reputatiecoaching.nl/52. Onderaan de transcriptie vind je de play-knop.
Op diezelfde pagina is ook de volledige transcriptie te lezen en kun je bovendien reacties of vragen achterlaten, naar aanleiding van deze podcast.
In podcast 50 heb ik de video van Matt Cutts met je gedeeld, waarin hij vertelt dat je zoveel mogelijk schema.org markup moet gebruiken voor het semantisch markeren van je video’s. Zijn stellige verhaal overtuigde mij om de “Video SEO” plugin van Joost de Valk te kopen voor US$ 69 en die te installeren op de website van Allround Fotografie.
Deze plugin is dus inmiddels een goede twee weken operationeel op Allround Fotografie en ik begin al de eerste resultaten te zien. Naast dat de flitsende trouwvideo’s van Allround Fotografie in de zoekresultaten werden vertoond met de YouTube URL, worden ze nu ook in dezelfde resultaten getoond, alsof ze worden gehost op Allround Fotografie, dus met de domeinnaam: allround-fotografie.com.
Dat staat een stuk beter en nodigt mensen natuurlijk ook uit om door te klikken, zeker omdat de link naar de site van Allround Fotografie verwijst. Mensen die op zoek zijn naar informatie over een bruidsreportage klikken natuurlijk eerder door naar een zoekresultaat op de site van een fotograaf, dan naar YouTube. Desalniettemin hebben sommige van de flitsende trouwvideo’s al meer dan 1.800 views gehad, hetgeen ook goed is.
Ik ben natuurlijk enorm benieuwd wat dit met het verkeer naar de website zal doen. Daar kan ik nog niet veel over melden, omdat de nieuwe site van Allround Fotografie pas twee weken live staat. Wel heb ik in de show notes een afbeelding opgenomen om je te laten zien, hoe de zoekresultaten eruit komen te zien, als je deze mooie plugin koopt en installeert:
Nieuwe video zoekresultaten: let op eigen domeinnaam!
Op dat plaatje kun je zien dat de beide resultaten op dit moment onder elkaar worden vertoond. Zoals ik je vaker toezeg: zodra ik meer hierover te melden heb, zal ik het meteen met je delen!
Nog wat nieuws over Allround Fotografie. Bij het maken van de nieuwe site is er veel nadruk gelegd op foto’s… Veel foto’s en natuurlijk mooie, aansprekende foto’s van bruiden, bruidegoms, beide echtelieden tezamen en andere gerelateerde foto’s.
Voorheen (in de oude website) uploadde ik altijd de foto’s naar een folder van de website, die op mijn eigen server stond. Om er maar voor te zorgen dat alle afbeeldingen dan snel werden geladen door de browsers van de bezoekers van de site haalde ik allerlei optimalisatie trucs uit, zoals inzet van “varnish” voor het cachen van statische content en gebruik maken van Amazon Cloudfront als Content Delivery Network, enzovoorts.
Tijdens het maken van de nieuwe site voor Allround ben ik een andere koers gaan varen. In plaats van alle foto’s op de eigen server te plaatsen en die daarmee te belasten, heb ik de foto’s geüpload naar de Zakelijke Google+ pagina van Allround Fotografie. Daarmee zijn de afbeeldingen gelijk redundant opgeslagen en worden ze tevens overal ter wereld snel geladen vanuit het dichtstbijzijnde Google datacenter. Het onlast bovendien ook nog eens mijn server en bespaart me kosten bij Amazon Cloudfront.
Dit waren natuurlijk een paar aardige redenen om dit experiment uit te voeren. Maar wat voor mij nog veel belangrijker was, was dat de foto’s daarmee op de infrastructuur van Google stonden en dus hopelijk ook beter zouden scoren in de zoekresultaten… Dat was nog maar afwachten…
Het is nu dus twee weken later, dus ik kan er nog niet zo heel veel over vertellen. Maar wat wel leuk is om te zien, is dat er al twee foto’s op de voorpagina van Google staan op bepaalde zoektermen. Als je verder in de zoekresultaten duikt, zie je al veel meer foto’s tevoorschijn komen, die ik heb geüpload naar de Google+ pagina. Dus ik ben benieuwd hoe zich dat in de toekomst verder ontwikkelt. Wat ik in elk geval er over kán vertellen, is dat het niet in je nadeel werkt.
Ik heb recentelijk een artikel geschreven over het uploaden van foto’s naar je zakelijke Google+ pagina met Picasa en binnenkort zal ik een instructievideo maken over hoe je dan op verschillende manieren de foto’s en andere afbeeldingen in je weblog of website kunt gebruiken.
Vorige week maandagavond tegen half twaalf ’s avonds kreeg je opeens een pagina met als titel “500 Internal Server Error”, als je naar YouTube surfde. Daaronder stond de melding:
Sorry, something went wrong.
A team of highly trained monkeys has been dispatched to deal with this situation.
If you see them, show them this information:
YouTube 500 Internal Server Error
En daarna volgden tientallen regels met willekeurige letters, cijfers en symbolen. Alsof je dat zo even bijvoorbeeld door een telefoon kon doorgeven 😉
In de show notes op www.reputatiecoaching.nl/52 vind je een screenshot van de melding die je wereldwijd kreeg, als je toen naar YouTube surfde.
Een goed half uur later was de site weer up en running. Op het officiële blog van YouTube is er niets over te vinden. En de enige melding die YouTube over dit incident deed, luidde:
“Some people encountered errors, or a slower than normal experience on YouTube today. We worked quickly to address the issue and fixed the problem.”
Afgelopen week ging (weliswaar tijdelijk) Google Map Maker “op slot”. Op dit moment kun je geen updates doorvoeren, of beoordelingen geven van updates. Ofwel: Map Maker is op dit moment read-only. Er vindt grootschalig onderhoud plaats.
Daarnaast is er een kleine verandering aangebracht in de nieuwe versie van Google Maps. Voorheen kreeg je in de vernieuwde Google Maps slechts één bedrijf te zien, als je een generieke lokale zoekterm invoerde, zoals bijvoorbeeld “schilder Deventer”. Maar sinds eerder deze week worden drie bedrijven getoond:
Google Maps toont 3 zoekresultaten!
Over deze beide nieuwsfeiten heb ik van de week een artikel gepubliceerd. Als je dat artikel bekijkt , zie je op de daarin getoonde screenshots dat foto’s steeds belangrijker worden voor bedrijfsvermeldingen. Wil je binnenkort nog opvallen, dan heb je ècht goede foto’s van je bedrijf nodig!
Je hoort zo vaak dat er weer één of ander kinderpornonetwerk wordt opgerold. Zo zijn recentelijk wereldwijd 348 arrestaties verricht bij het oprollen van een wereldwijd kinderpornonetwerk.
Eerder deze week meldde de NOS dat Google kinderporno gaat filteren. De NOS meldde hierover het volgende:
Google gaat kinderporno uit zoekresultaten filteren. De zoekgigant heeft tienduizenden zoektermen die mogelijk naar kinderporno verwijzen op een zwarte lijst gezet. De lijst bestaat uit 100.000 zoektermen in 150 talen.
De Britse premier Cameron had deze zomer om zo’n lijst gevraagd. Volgens directeur Eric Schmidt hebben zo’n 200 werknemers drie maanden aan het project gewerkt. Ook Microsoft en Yahoo gaan kinderporno beter weren in hun zoekmachines.
13.000 websites krijgen een waarschuwingslabel zodra ze in de resultatenlijst voorkomen. Voor YouTube is er speciale software gebouwd om kinderporno op beeld te herkennen en te verwijderen.
Premier Cameron kondigt later vandaag een nieuwe samenwerking aan met onder andere de Amerikaanse FBI om harder op te treden tegen kinderporno op internet.
Google meldde nog wel dat natuurlijk geen enkel algoritme perfect is en zoekmachines kunnen niet voorkomen dat er nieuwe afbeeldingen van kindermisbruik naar een site op Internet worden geüpload. Wel gaan de bedrijven binnenkort nog betere software inzetten om dit soort (en andere) afbeeldingen te detecteren, te rapporteren en te verwijderen.
De zoekgiganten gaan nu toch vaker buigen voor druk die uit de politiek komt, of uit de maatschappij. Zo heeft Google Maps afgelopen week nog gemeld dat zij een foto van een vermoorde jongen van 14 jaar in Richmond in de USA, binnen acht dagen zou verwijderen. Normaal krijgt Google slechts eenmaal per één tot drie jaar nieuwe satellietbeelden…
Eergisteren kreeg ik de vraag van Oskar hoe het kon dat hij op één van zijn zakelijke Google+ pagina’s wèl de pagina’s Berichten, Over, Foto’s en Video’s had, maar op zijn andere zakelijke Google+ pagina niet. Ik heb hem uitgelegd dat er drie typen Google+ pagina’s zijn, te weten:
Lokale vermeldingen bevatten waarderingscijfers, recensies en de tabbladen Over en Foto’s onder de omslagfoto. Je kunt deze lokale vermeldingen verifiëren en beheren door op de knop Deze pagina beheren te klikken, die je in de vermelding ziet staan.
Als je in het verleden al eens een lokale (zakelijke) Google+ pagina hebt gemaakt, zie je alleen de pagina’s Berichten, Over, Foto’s en Video’s. Heb je bij je Google+ pagina niet de mogelijkheid om een recensie te posten, dan is de zakelijke Google+ pagina niet geverifieerd.
Als je je Google+ pagina wel verifieert, wordt een eventuele bestaande vermelding voor het bedrijf samengevoegd met de lokale Google+ pagina om één pagina te maken waarop een vinkje wordt weergegeven om aan te geven dat de pagina is geverifieerd. In de show notes heb ik een nieuwe badge opgenomen van een geverifieerde Google+ pagina. De rode pijl in de afbeelding wijst naar het vinkje, waar ik op doel.
De pagina’s van sommige bedrijfseigenaren die het dashboard van Places Zakelijk gebruiken, kunnen ook automatisch worden geüpgrade naar een geverifieerde zakelijke (lokale) Google+ pagina. Geverifieerde Google+ pagina’s beschikken over de functies van beide typen pagina’s die hierboven zijn beschreven: waarderingscijfers, recensies en berichten van de bedrijfseigenaar.
In de tabel in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/52 kun je de verschillen nog eens rustig bekijken:
Toen dit Oskar duidelijk was, heeft hij dan ook meteen de niet-geverifieerde Google+ pagina geverifieerd. Volgens Google ontvangt hij binnen één tot twee weken een postkaart met daarop de PIN om het eigenaarschap te verifiëren en te bevestigen.
Ik heb je nu net uitgelegd hoe je je Google+ pagina kunt verifiëren. Heb je dat nog niet gedaan, doe dat dan; zo moeilijk is het niet! Juist als je het idee hebt, dat niemand uit je vrienden- of kennissenkring actief is op Google+, moet je nu beginnen op Google+. Dat bewijst namelijk dat je vooraan loopt. Vergeet niet dat Google+ echt gestaag groeit en naar verwachting binnen nu en zo’n twee jaar Facebook heeft ingehaald.
Toegegeven, het is nog niet zo populair als Facebook, maar als je eerlijk bent: word jij niet een beetje Facebook-moe? Heb je al business via Facebook kunnen doen? Of ben je als ondernemer druk met Likes te verzamelen, in de hoop dat je daarmee je business in 2014 door het plafond laat gaan? Of denk je dat je met al die Likes hoger komt in de zoekmachines?
Als je hiermee druk bent: je Liked jezelf suf bij elke update van je vriendenkring, je re-tweet elke tweet van je prospects en je reageert op elke tweet of reactie van anderen, vraag jezelf dan eens af hoeveel business je al daarmee hebt gegenereerd… Merk je dat je met al die inspanningen beduidend meer business doet? Dan feliciteer ik je en nodig ik je graag uit voor een interview in een volgende podcast.
Heeft het je nog eigenlijk niets gebracht, bedenk dan eens hoeveel tijd je hiermee bezig bent. Doe jezelf een lol en hou een week lang elke dag bij, hoelang je op Facebook zit te lezen, te Liken, te reageren en alle tweets van je tweeps leest, erop reageert of ze re-tweet.
Als dit wekelijks meer dan twee uur is, zou je ook wekelijks bijvoorbeeld één blogbericht op je site kunnen zetten en ook een paar klanten of patiënten om een review kunnen vragen op Google+, Yelp, allebedrijvenin.nl of één van de andere sites waar je reviews aan het verzamelen bent, als het goed is.
Ik hoorde eerder deze week ook van een bedrijf dat elke twee weken een column schrijft in een regionale krant en deze de volgende dag (met toestemming van de uitgever van de krant) online zet op Facebook. En deze ondernemer is heus niet de enige die zijn toekomst probeert te bouwen op een stuk grond, waarvan die niet weet of het volgend jaar nog bestaat of wat ermee gebeurt…
Je moet altijd zorgen dat je een veilige thuisbasis hebt voor je business. Dat is je website, webshop en/of blog. Niet elke ondernemer heeft een webshop nodig, maar wel zou elke ondernemer een weblog moeten hebben, waar hij of zij met zekere regelmaat en vaste frequentie leuke, interessante, leerzame berichten post.
Je website, webshop en blog worden ook wel “Owned” media genoemd, evenals een mailinglist, brochures en ander fysiek reclamemateriaal.
Vaak worden Twitter, Google+ en Facebook ook onder de owned media geschaard. Toegegeven, je kunt erop publiceren wat je wilt, dus in die zin ben je eigenaar. Toch vind ik het niet echt “owned”. Want als Facebook zou ophouden te bestaan, heb jij niets. Je zag dit een tijdje geleden in podcast 13, waarin ik je vertelde dat het social media en bloggingplatform Posterous ten einde was.
Gelukkig waren er toen allerlei mogelijkheden om te migreren naar WordPress.com, maar ook WordPress.com is niet van jezelf. Stel dat er een aantal onverlaten is wat de ergste discriminerende, hatende of anderszins aanstootgevende reacties op jouw WordPress.com-blog post, terwijl jij eventjes niet oplet… Dan kan WordPress.com zo maar besluiten jouw account offline te nemen en dan heb je niets meer.
De ondernemer waar ik het zojuist over had, zou beter kunnen beginnen met de column op een weblog op de eigen bedrijfswebsite te publiceren. En dan via de sociale media, zoals Facebook en Twitter verkeer naar de eigen website trekken. Als op die site dan ook nog eens de mogelijkheid wordt geboden om je te abonneren op een nieuwsbrief, dan zou die helemaal goed bezig zijn.
Op deze manier houdt hij de content in eigen beheer, evenals de mailinglist. Zelfs als een social media sites ermee ophoudt, heeft deze ondernemer alsnog rechtstreeks toegang tot zijn klanten.
Idealiter bouw je dus continu aan een mix van content, die je via verschillende kanalen distribueert en communiceert, waarbij je sowieso je eigen veilige “thuisbasis” in de vorm van je weblog houdt.
Bega dus niet de fout om ALLEEN MAAR op allemaal sites en kanalen je boodschappen en berichten te communiceren, zonder rekening te houden met je “thuisbasis”: je blog, website en/of webshop!
Hetzelfde geldt ook voor alle reviews, die je met veel pijn en moeite verzamelt. In de meeste gevallen zul je deze op externe sites verzamelen; sites die dus niet van jezelf zijn. Ook daar loop je continu het risico, dat je ze kwijt kunt raken.
Bewaar ze daarom allemaal, net als ik al eens in podcast 43 heb verteld over de aanbevelingen in LinkedIn. Ook die moet je veiligstellen.
Als ze dan om welke reden dan ook van een site verdwijnen, dan kun je ze altijd nog op je eigen site publiceren. Op dat moment is het namelijk geen duplicate content meer.
Het is niet verstandig om reviews van review sites op je eigen site te kopiëren en te plakken. Wat je zou kunnen doen is een screenshot maken van alle reviews en die als plaatje op je site publiceren. Dat zien de zoekmachines in elk geval niet als dubbele content.
Ik raad je ten sterkste af om de kat op het spek te binden en teksten van reviews van Google+ op je eigen site te kopiëren en te plakken. Maar er is wel een nette manier om die reviews (zeker de 5-sterren reviews) op je site te publiceren. Dat werkt als volgt:
Maar onthoud dat als Google+ ooit mocht stoppen, je dit review alsnog op je eigen site kwijt bent. Maak dus in elk geval ook een backup van het review, als is het maar een screenshot, die je zowel op je eigen harddisk bewaart, als op bijvoorbeeld Google Drive en Dropbox.
Binnenkort zal ik een instructievideo maken hoe je dit precies doet, voor het geval mijn beschrijving hierboven iets te complex overkomt.
In de video die ik heb opgenomen in de show notes behandelt Matt Cutts van Google een vraag uit Nederland. De vraag luidt:
“Moet elke pagina in mijn site een unieke metatag beschrijving hebben?”.
Matt ziet slechts twee opties:
Maar pagina’s die echt belangrijk zijn, zoals je homepage en andere relevante pagina’s, of pagina’s waarvan de automatisch gegenereerde metatag-beschrijving niet echt goed is, kun je wel voorzien van je eigen handgeschreven en bovenal unieke META-descriptions.
Met deze video en uitleg van Matt Cutts over dubbele metatag-beschrijvingen kom ik dan weer aan het einde van deze 52e podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 52 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, leuk dat je erbij bent om te luisteren naar deze 50e aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!
Vandaag is het 11 november, de 315e dag van 2013. We hebben na vandaag nog 50 dagen te gaan en dan is alweer 2014. Vandaag is het Sint Maarten, vernoemd naar Martinus van Tours. Ook is het een feestdag op het eiland Sint Maarten, omdat het op 11 november 1493 door Columbus zou zijn ontdekt. En natuurlijk is het om 11:11 tijd voor de Raden van Elf in den lande om zich te gaan voorbereiden op het komende carnaval.
Frank Grootaarts van Grootaarts Euronics in Nijmegen heeft een leuk bericht op onze Facebookpagina achtergelaten met een vraag over reviews. Die komt zo als eerste aan bod, gevolgd door de vraag van Bart de Boer, een Vertrouwde Google Fotograaf uit Eerbeek, die meer wil weten over het claimen van zijn vanity URL op Google+. En moet je de door Google+ geboden vanity URL accepteren? Ik geef je vijf mogelijke redenen, waarom je de door Google+ geboden vanity URL niet zou willen of moeten accepteren.
Oh, het RSS-probleem met iTunes is nog niet opgelost; het is nog niet duidelijk waar nu de oorzaak ligt. Ik ben er nog mee aan het werk.
Mocht je overigens nog op Hyves actief zijn, dan heb ik slecht nieuws voor je: Hyves wordt een Games netwerk! Afgelopen week bleek ook dat de YouTube en Google+ reacties nu zijn samengevoegd en hebben zowel Facebook als Google+ hun buttons vernieuwd.
Tenslotte heb ik wederom twee educatieve video’s van Matt Cutts. De ene video gaat over het gebruik van schema.org voor video’s en de andere gaat over eventuele nadelen van responsive webdesign versus een aparte mobiele website.
Frank Grootaarts is eigenaar van Grootaarts Euronics, een electronicawinkel in Nijmegen. Dat is tenminste de informatie die ik over zijn bedrijf op zijn Zakelijke Google+ pagina zie. En gelukkig klopt dat met wat ik ook op zijn website www.grootaarts-nijmegen.nl aan content aantref.
Frank is een trouwe luisteraar van de podcast en hij stelde in podcast 37 de vraag hoe hij zijn bedrijf op Apple Maps vermeld kon krijgen. Toen heb ik Frank verteld dat je je bedrijf in elk geval zowel moet aanmelden op Yelp, als op TomTom Places, om zo snel mogelijk op Apple kaarten te komen. Inmiddels heb ik geleerd dat er ook nog andere manieren zijn, maar daar wil ik je verder niet mee vermoeien.
Het bericht van Frank Grootaarts uit Nijmegen op onze Facebookpagina was als volgt:
Dag Eduard,
Ik heb na het lezen van diverse van uw blogberichten, het een en ander gedaan om mijn lokale reputatie te verhogen:
Mijn website www.grootaarts-nijmegen.nl aangemeld op diverse websites zoals yelp, allebedrijvenin, google+ pagina aangemaakt etc. etc. Ook ben ik klanten gaan vragen of zij reviews willen schrijven over ons als hun leverancier. En in 2 weken tijd heb ik 3 reviews op yelp en 5 op google gekregen.
Nu is het leuke dat ik sinds vandaag de mooie oranje sterren ook bij de resultaten van google zie staan! Top!
Alleen begrijp ik de rating niet helemaal hoe Google aan 4,6 komt. Waarschijnlijk haalt google ook nog ergens resultaten vandaan die daarin meelopen waarvan ik mij niet bewust ben.
Tevens heb ik een vraagje: de sterren staan alleen op de hoofdpagina maar niet op zoekresultaten van subpagina’s klopt dat? Of is daar ook nog iets aan te doen?
Geweldige info die u telkens met ons deelt, zeer gewaardeerd!
Mijn antwoord aan Frank op Facebook luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en ontzettend leuk om te lezen dat alles begint te lopen. Ik zag dat je ook al een recensie hebt op allebedrijvenin.nl.
Je bent goed bezig!
Het is heel verstandig om de reviews te spreiden, om zodoende niet op één paard te wedden voor het opbouwen van je reputatie. Blijf dat vooral zo doen, ondanks dat het wellicht op korte termijn meer opportuun lijkt om nog meer recensies op Google+ en Yelp te verzamelen.
Mijn advies is: blijf ze spreiden!
De overige vragen behandel ik in de komende podcast, nummer 50. Die kun je vanaf maandag 11 november om 08:30 uur vinden op: www.reputatiecoaching.nl/50/
In die podcast heb ik ook nog een paar extra bonustips voor je, waar je je voordeel mee kunt doen.
Samenvattend: ga zo door!
Groet, Eduard.
Frank, leuk dat je nu ook daadwerkelijk resultaat ziet! Ik heb eens één en ander nagekeken en naar aanleiding daarvan heb ik nog enkele tips voor je. En inderdaad: je moet 5 recensies hebben op Google+, voordat de sterretjes worden vertoond in de lokale zoekresultaten.
Hoe je sterretjes in de gewone zoekresultaten krijgt, is iets waar ik binnenkort een apart artikel over zal schrijven, want dat is iets te complex om dat in deze podcast uit te leggen.
Helaas heb ik voor jij begon geen research gedaan om te zien hoe jouw zaak scoorde in de lokale zoekresultaten, op bijvoorbeeld “electronica Nijmegen”. Heb jij dit toevallig in het verleden bekeken?
Toen ik dat eerder deze week intypte, zag ik meteen jouw bedrijf eruit springen met de oranje sterretjes en de score van 4,6 op de “B”-positie, ofwel: de tweede plaats! Hartstikke goed! Nog even doorgaan en voordat je het weet, zit je op de eerste plaats.
Ik ben benieuwd of je inmiddels ook al wat meer verkeer op je website ziet. In de show notes heb ik voor de andere luisteraars een screenshot opgenomen:
Eerst het antwoord op je vraag, hoe Google aan de 4,6 komt. Op je Google+ Zakelijke pagina zie ik dat je 3 beoordelingen van 5 sterren hebt ontvangen en twee van 4 sterren. Dat is bij elkaar 23. En als je dan het gemiddelde bepaalt (23 gedeeld door 5) levert dat 4,6. Dat is ontzettend goed!
Kijk, het is logisch dat je niet aan de onderkant wilt zitten met allemaal belabberde recensies en lage beoordelingen. Maar 4,6 is ontzettend goed! En het mooie is dat al je concurrenten in Nijmegen liggen te snurken!! Jij bent nu goed bezig met een voorsprong opbouwen voor wat betreft het verstevigen van je lokale online reputatie en het werven van recensies. Ik kan je op een briefje geven, dat als jij in dit tempo doorgaat, kunnen zij jou straks amper meer inhalen. Want het aantal beoordelingen dat jij in twee weken hebt weten te realiseren, kunnen velen slechts van dromen en als ze geluk hebben soms pas in een aantal maanden verwerven!
Frank, ik hoop niet dat je het erg vindt: ik heb je vermeldingen links en rechts eens bekeken en heb naar aanleiding daarvan een aantal tips voor je. Eerst eentje, die er vooral voor is om je voor problemen te behoeden: ga zelf geen recensies voor je eigen pagina’s posten! Dat kan als een boomerang tegen je werken. Ook is het niet geloofwaardig om onder het motto “Wij van WC-eend, adviseren WC-eend” jezelf recensies te geven.
Laat ik beginnen met je een compliment te geven: je bedrijfsinformatie is vrijwel overal keurig consistent. Nu is het de kunst om dat zo te houden. Het enige waar ik zo snel wat inconsistentie tegenkwam, is op Apple Kaarten, de Telefoongids en op Yalwa.nl
Toen ik in de Kaarten app op MacOS X zocht, zag ik dat je bedrijf vermeld staat als “Grootaarts V.O.F.” met weer een andere website, dan die ik elders heb gezien. Ik zou echter even wachten met het ondernemen van actie daarop. De reden daarvoor is, dat je je bedrijf nu hebt aangemeld op Yelp en TomTom Places. Ik zou zeker zo’n twee maanden wachten en het dan nog eens controleren, want ik acht de kans groot dat je gegevens op Apple Kaarten zullen wijzigen, door je aanmeldingen op Yelp en TomTom Places.
De Telefoongids vermelding is weer anders. Daar sta je vermeld met de bedrijfsnaam: “Grootaarts Audio Video Huishoudelijke apparaten” onder de rubriek “Wasmachine en wasdroger”. Volgens mij moet dat beter kunnen.
Het probleem op Yalwa is, dat er twee bedrijfsvermeldingen voor hetzelfde bedrijf staan, te weten:
Nou, die tweede ziet er niet uit en die heeft bovendien minder sterren. Ik zou die laten verwijderen en de eerste claimen en netjes aanpassen.
Verder heb ik niet gekeken op andere sites, waar je citations (of: bedrijfsvermeldingen) zou kunnen achterlaten. Als je wilt, kan ik wel eens vrijblijvend een overzicht maken, waar je collega’s –die op Google dus op “A” en “C” tot en met “G” worden vertoond– zoal staan vermeld. Het “geheim” van scoren in de lokale zoekresultaten is namelijk geen geheim: je moet voornamelijk op dezelfde (en liefst meer) sites staan met je bedrijfsvermelding (en daar hoeft niet eens een link naar je website bij te staan) en recensies verzamelen.
Welnu, dat laatste doe je heel goed en moet je vooral mee door blijven gaan. Maar als je wat hulp nodig hebt bij dat eerste, stuur me dan een berichtje of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline. Dat geldt uiteraard ook voor andere luisteraars: als je een vraag hebt, kun je een bericht inspreken via de tab aan de rechterkant van elke pagina, of op de ReputatieCoaching Hotline op nummer; 084 – 883 15 56.
Dan heb ik nog een paar praktische tips, waar je verder je voordeel mee kunt doen, Frank:
Als er vraag naar is over hoe je video’s goed kunt laten ranken in de zoekresultaten, wil ik daar wel eens een webinar over organiseren, waarin ik dat uitleg. Ik kan je in elk geval vertellen dat het vaak relatief eenvoudig is om video’s hoog te laten ranken. Willen jullie weten hoe je je video’s goed kunt laten scoren, reageer dan onderaan de show notes van deze 50e podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/50/.
Als tweede vraag die van Bart de Boer uit Eerbeek. Bart is –net als ik– een vertrouwde Google Bedrijfsfotograaf. Zijn bedrijfsnaam is foto2b.nl. Naar aanleiding van mijn artikel over claimen van je Google+ vanity URL meldde hij me dat hij alleen maar kon kiezen uit +Foto2bNL of +Foto2BEerbeek. Verder had hij geen keus, terwijl hij juist vanwege zijn Google bedrijfsfotografieactiviteiten +Foto2B360 als vanity URL wilde.
Ik heb hem verteld over de beperkingen die Google aan de vanity URL’s heeft gesteld. Alleen domeinnamen die eindigen op .com kunnen iets kiezen zonder COM erachter. Alle landspecifieke domeinnamen krijgen geforceerd bijvoorbeeld BE, DE of NL aan het einde van de vanity URL. Dat was althans wat ik had begrepen. Maar het bleek dus dat Bart ook Eerbeek erachter mocht kiezen. Ik denk dat dat komt doordat Eerbeek natuurlijk een unieke suffix is, die verder niet voorkomt.
Dat was dus ook het geluk wat ik had met Allround Fotografie, maar waar ik me op dat moment nog niet van bewust was. Ik mocht het koppelstreepje weglaten en omdat de domeinnaam eindigde op .com, kon ik gewoon +AllroundFotografie als vanity URL kiezen.
Het enige wat Bart zou kunnen doen is de domeinnaam foto2b360.com registreren. Op het moment dat ik zijn vraag per mail beantwoordde, was die nog beschikbaar.
Dan kan hij moeiteloos na een tijdje de bijbehorende Google+ pagina met de gewenste vanity URL claimen. De vraag is alleen eventjes of hij al veel op zijn Google+ pagina heeft gedaan, of de pagina al veel in de markt heeft gecommuniceerd. Dan is dit natuurlijk geen optie.
Het voorgaande brengt ons op de vraag, of je de door Google+ geboden vanity URL of URL’s moet accepteren. Nou, je moet het natuurlijk niet. Ik zou me kunnen voorstellen dat je de vanity URL niet accepteert, als:
Die laatste is een natuurlijk een geintje. Maar stel dat je de voorgestelde vanity URL helemaal niet mooi vindt, dan kun je hem dus het beste negeren, of een andere domeinnaam registreren voor je Google+ pagina, om zo de gewenste vanity URL te verkrijgen.
Als laatste over de vanity URL’s. Toen ik mijn eigen persoonlijke vanity URL +EduarddeBoer claimde, vroeg ik me af hoelang het zou duren, voordat ze in de zoekresultaten zouden verschijnen. Ik kan je inmiddels melden dat mijn persoonlijke vanity URL +EduarddeBoer al wel in de zoekresultaten wordt vertoond, maar +ReputatieCoachingNL en +AllroundFotografie nog niet op dit moment. Dat zal dan binnenkort wel komen.
In de screenshot met mijn persoonlijke URL zie je overigens dat Google echt google.com/+EduarddeBoer communiceert als officiële vanity URL. Dus ik raad je aan daar gebruik van de maken en geen andere voorvoegsels, zoals plus.google.com of google.nl te gebruiken. Dat zou in de toekomst wel eens in je nadeel kunnen gaan werken. Net zoals met citations of bedrijfsvermeldingen: wees consistent in wat je communiceert en nu heb je de kans om met iets nieuws te beginnen, dus doe het dan vanaf het begin goed.
Hyves is opgericht in september 2004 en pas toen Hyves al een paar jaar operationeel was, heb ik me ooit ook aangemeld. Net zoals met een aantal andere sociale netwerken, wilde ik het uitproberen en heb een relatief korte tijd persoonlijke updates et cetera gepost, maar het daarna voor persoonlijke contacten al snel verlaten. Op dat moment was ik echter nog niet actief op Facebook, dat kwam pas later.
Maar ik heb het wel lange tijd gebruikt voor AllroundFotografie: zo bleef ik in contact met gefotografeerde bruidsparen en andere opdrachtgevers en postte ik foto’s en flitsende diashows van fotoreportages. In de hoogtijdagen van Hyves scoorde de content die je daar postte ook heel goed in de zoekmachines. Maar sinds de populariteit van Facebook ook in Nederland serieuze vormen aannam, ging het snel bergafwaarts met Hyves. Dat is dan ook de reden dat Hyves het roer omgooit.
Hyves wordt een Games netwerk en stopt met het sociale netwerk. Je kunt al je content zoals foto’s, krabbels, www’s en blogs nog wel downloaden. Daarvoor moet je tussen 15 november en 29 november naar www.hyves.nl/bedankt surfen. Je ontvangt dan je download vóór 31 december.
Vanaf 2 december heb je geen toegang meer tot je Hyves profiel en netwerkpagina’s. Er kunnen dus geen krabbels of status updates meer geplaatst worden of foto’s en blogs gedeeld worden.
Actieve Hyves gamers kunnen vanaf 2 december blijven inloggen met hun Hyves account. Zodoende blijft de spelstatus (je voortgang en credits) behouden.
Meer hierover kun je lezen op de site van Hyves, waarvan ik de link onderaan in de show notes heb opgenomen. Deze show notes vind je op www.reputatiecoaching.nl/50/.
Facebook kondigde eerder deze week een nieuwe “Like” button aan. De welbekende button met de duim omhoog is nu vervangen. Afgelopen woensdag presenteerde Facebook haar nieuwe “Like” en “Share” buttons. Deze werden aangekondigd in een post op het Developers blog van Facebook. In deze aankondiging zei de schrijver van de blogpost, Ray C. He er onder andere het volgende over:
Today, we’re introducing a new design for both Like and Share to help people share more great content across the web. We’re already seeing a favorable increase in Likes and Shares with the new design and will be rolling these buttons out to everyone in the coming weeks. If you are currently using the old Like button, you’ll be automatically upgraded to the new design as part of our roll out.
In de show notes vind je diverse afbeeldingen van de nieuwe “Like” en “Share” buttons van Facebook:
Terwijl Facebook dit met aardig wat tam-tam aankondigde, veranderde Google+ ook haar “Share” button, maar dan in alle stilte. Paul Lindner van Google postte het volgende bericht:
Hi widget lovers. You may have noticed a new look for the +1 and +Share buttons that are consistent with the Follow and Badge widgets. We hope you like them.
You’ll also notice that they scale up beautifully. All of our buttons are now using SVG to render the iconography, and the Roboto font for text. There’s even some SMIL animations hiding in there too. All of this is perfect for your new high dpi laptop, tablet or phone. ‡
Please let us know if they’re working for you and if you have any suggestions. Thanks for using Google+ widgets!
‡ results may vary on IE8 and Gingerbread browsers.
In de show notes heb ik natuurlijk ook de nieuwe Google+ share buttons opgenomen, zodat je die kunt bekijken:
Nu ik het toch over Google+ heb… YouTube en Google+ zijn voor een deel samengevoegd. YouTube wil namelijk de mogelijkheid tot anoniem reageren en spammen op video’s uitbannen. Om de mensen die reageren op video’s te forceren uit de anonimiteit te komen, worden reacties van mensen uit je kringen boven andere reacties getoond.
Je kunt nog wel anoniem reageren, maar YouTube belooft je het volgende:
Eerder deze week kondigde YouTube aan, dat je van deze nieuwe features gebruik kunt maken, als je je Google+ profiel of pagina met je YouTube account hebt gekoppeld.
De eerste video van Matt Cutts van vandaag gaat over schema.org in relatie tot video’s. Schema.org is een manier om in website content aan te geven waar het over gaat. Daarmee geef je dus zoekmachines meer informatie over in dit geval bijvoorbeeld video’s. Maar ook Google Authorship is een vorm van markup.
In de video wordt de vraag aan Matt Cutts gesteld, of Google het aanraadt om schema.org markup bij video’s te gebruiken om zo apart in de Google zoekresultaten te scoren, of niet.
Dat is een heel duidelijk antwoord. En toen ik deze video had bekeken heb ik Matt zijn signaal dan ook meteen ter harte genomen. Voor de nieuwe site van Allround Fotografie, die deze week live gaat, heb ik de video SEO plugin van Joost van de Valk gekocht en geïnstalleerd op de nieuwe site.
Die plugin voegt automatisch schema.org markup toe aan alle pagina’s die video bevatten. De site is op dit moment nog niet live, maar zodra ik je iets meer kan vertellen over mijn bevindingen, zal ik dat zeker doen.
De tweede video gaat over de vraag of een responsive website voordelen heeft, ten opzichte van een meer traditionele “m.”-site, oftewel: een aparte, voor mobiel gebruik geoptimaliseerde website met een eigen hostname:
Maar je moet je verder geen zorgen maken of het één beter is dan het ander. Het gaat erom dat je site de content goed aan gebruikers presenteert, snel is enzovoorts.
Met deze twee video’s kom ik dan weer aan het einde van deze 50e podcast. Doordat ik twee vragen heb beantwoord kwam ik iets minder toe aan het nieuws van afgelopen week. Er waren op zich wel wat interessante zaken te melden, maar die kunnen ook wachten tot volgende week of een andere podcast.
Waar ik echter wel benieuwd naar ben, is wat jij als luisteraar leuker vindt: nieuws, het beantwoorden van vragen, of een mix van beide. Laat het me weten en post je reactie onderaan de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/50/.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 50 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Denk jij ook over het starten van een weblog voor jouw personal branding? Wil jij ook weten wat je dan als beste domeinnaam moet kiezen? In dit artikel geef ik je een aantal overwegingen waarmee jij een betere keuze kunt maken voor een domeinnaam voor jouw personal branding.
Het blijkt elke keer lastig te zijn voor bloggers in spé: het kiezen van de juiste domeinnaam. En wat daar dan vaak op volgt, is de keuze van de gebruikersnamen voor alle uiteenlopende social media services. In deze blogpost ga ik in op het kiezen van de beste domeinnaam voor jouw personal branding.
Ik kreeg onlangs de vraag van een Nederlandse luisterares die in Duitsland woont. Zij is kunstenares en ze heet “Brechtje Hendriks”. Eerder heeft ze in podcast 37 ook een paar vragen gesteld en in podcast 41 heb ik kort over het kiezen van een domeinnaam verteld, waarna ik je dit artikel had beloofd.
Ze vroeg nu of het beter was bijvoorbeeld “brechtje.de” als domeinnaam te kiezen voor haar persoonlijke blog met artikelen over haar schilderijen, of “brechtjehendriks.com”. Bij deze laatste had zij het idee dat Google een dergelijke domeinnaam niet meer op prijs stelt, sinds de zogenaamde EMD-update.
EMD staat voor “Exact Match Domain”. Google heeft in het verleden geconstateerd dat websites met domeinnamen als “cheaphotelnewyork.com”, “buyviagraonline.nl” en “affordable-rolex-watches.com” werden misbruikt voor het onrechtmatig hoog scoren in de zoekresultaten, waarbij door middel van bijvoorbeeld affiliateprogramma’s of PPC-advertenties (PPC = Pay Per Click) veel geld werd verdiend door de site-eigenaren.
Op zich is daar niets mis mee, maar Google heeft als doel om zo goed mogelijke zoekresultaten te bieden voor een optimale gebruikerservaring. Dan helpen dit soort –veelal “crappy”– websites niet echt.
Dus heeft Google omstreeks eind september 2012 een aanpassing in haar algoritmes doorgevoerd, waarbij websites met dit soort domeinnamen, waarvan het meer dan overduidelijk is dat ze misbruikt worden, lager scoren in de zoekresultaten dan voor die tijd. Hierdoor komen de betere resultaten dus weer bovenaan.
In de vorige alinea schreef ik al “waarvan het meer dan overduidelijk is dat ze misbruikt worden”. Google is inmiddels in staat goed te beoordelen of een domeinnaam met de bijbehorende content wordt misbruikt of niet, in elk geval voor de Engelstalige domeinnamen en websites. Natuurlijk doet zij haar best om dit ook in alle andere talen te realiseren.
Op YouTube kwam ik een leuke Engelstalige video tegen met daarin uitleg over wat de EMD-update eigenlijk is. Deze keer eens geen video van Matt Cutts ;-).
Het nadeel van een domeinnaam met alleen je voornaam is dat je veel verkeer naar je site trekt, van mensen die op zoek zijn naar een naamgenoot met dezelfde voornaam, maar niet specifiek naar jou!
Zo krijg je dus “verdwaald” verkeer op je site, hetgeen dan weer resulteert in een hogere “bounce rate”. Dat zijn mensen die je site bezoeken en binnen een paar tellen weer weg zijn. Dit soort verkeer wil je eigenlijk niet op je website, omdat een hoge “bounce rate” een negatief effect kan hebben op je positie in de zoekresultaten.
Maar loop je dan het risico dat je wordt afgestraft als je je volledige eigen naam (dus voornaam en achternaam) gebruikt in combinatie met een top level domain, als .de, .nl, .com of .info?
Nee, daarvoor hoef je je geen zorgen te maken. Google is heus wel in staat om spammy sites als ik hierboven beschreef te onderscheiden van legitieme websites.
Hou je eigen domeinnaam wel herkenbaar en maak het niet te complex. Als je bijvoorbeeld “Iwan Gerstanovitsj”, kan het wat lastig zijn om een bijbehorende domeinnaam bijvoorbeeld over de telefoon door te geven aan iemand.
Als je een artiest bent met een eigen artiestennaam, of je werkt in het algemeen onder een pseudoniem, raad ik je aan die naam te gebruiken. Let wel op dat je zeker weet dat je je naam niet snel zult veranderen (zoals de zanger “Prince” uit de vorige eeuw), want dan kom je voor een aardig complexe operatie te staan, die ik je ooit wel eens in een apart artikel wil uitleggen.
Met andere woorden: gebruik de naam waarop mensen jou het meeste zullen zoeken en je het minste “verdwaalde” verkeer naar je site krijgt.
Op basis van wat ik hiervoor heb beschreven, adviseer ik Brechtje dus de volledige domeinnaam te registreren. En omdat zij Nederlandse is, die in Duitsland werkt en woont, maar haar schilderijen in principe wel over de hele wereld wil verkopen, is mijn advies om meteen de volgende domeinnamen vast te leggen:
Ook al zou ze niets met de .nl en .de willen: door zelf deze domeinnamen te claimen, voorkomt ze dat mensen in de toekomst online misbruik kunnen maken van haar (domein)naam. Maar je hoeft echt niet zo ver te gaan om ook .biz, .cc, .eu, .tv of andere semi-exotische top level domeinnamen te claimen. Kies (indien mogelijk) de .com, .nl en in dit geval ook de .de. Dat is in de meeste gevallen voldoende.
Hoewel buiten de scope van deze blogpost en de vraag die hieraan ten grondslag lag, is het dan het eenvoudigste om WordPress te (laten) installeren op de .com-site en zo snel mogelijk beginnen met de personal branding onder de best herkenbare domeinnaam. In diverse podcasts en andere weblogartikelen heb ik al eens beschreven wat mijn redenen hiervoor zijn, dus dat laat ik achterwege.
Ik ken mensen die letterlijk binnen een paar uur na het claimen van hun persoonlijke domeinnaam al relevante blogs hadden die hoog in de zoekresultaten scoorden.
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, hallo!! Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 37e ReputatieCoaching Podcast.
In deze podcast geef ik je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor zowel gebruikers, als voor de zoekmachines.
Het was een drukke week in meerdere opzichten… Daarover straks meer. Vandaag breng ik je ook weer een aantal nieuwsberichten en tips, waarmee jij jezelf kunt onderscheiden van je concurrenten.
Wat echter ook belangrijk is: de publicatie van de podcast wordt verplaatst naar maandagmorgen half negen. Ik zal je straks vertellen waarom. Als eerste behandel ik twee vragen van luisteraars van de podcast: eentje die via de site binnen kwam en eentje die ik ontving via de ReputatieCoaching Hotline. Vooral die laatste vraag is ook interessant voor artiesten, kunstenaars en andere visueel georiënteerde creatievelingen, die graag extra exposure willen op Internet.
Het tweede topic waar ik vorige week geen ruimte meer voor had, is WordPress 3.6. Verder vertel ik je waarom je nu toch echt je Google Authorship moet gaan claimen, waarna ik nog wat updates van Google heb.
Nu het stof rond “Corpus Justitia” is neergedwarreld, wil ik je tenslotte daar ook nog één en ander over vertellen…
Maar allereerst kort over de nieuwe dag/tijd, waarop ik de podcast online publiceer…
Ik weet het, het is niet altijd even handig om een regelmatig terugkerend item te verplaatsen naar een andere dag/tijd. In het begin bracht ik de podcast uit op maandagavond. Die heb ik op een zeker moment verplaatst naar de zaterdag, omdat ik het gevoel had dat ik betrekkelijk “oud” nieuws bracht, van ongeveer een week oud.
Voor iemand als ik, die bovenop het nieuws zit, lijkt dit inderdaad erg oud en dus minder actueel. Echter, voor de luisteraars voor wie mijn nieuws bedoeld is om hun voordeel mee te doen voor hun bedrijf, zowel online als offline, is het altijd interessant en is nieuws van een week oud ook nog steeds erg actueel. Zij hebben tenslotte niet de tijd en/of gelegenheid om Internet af te struinen naar deze kennis en informatie en daarom consumeren zij de podcast.
De afgelopen tijd heb ik van meerdere luisteraars te horen gekregen dat ze de podcast pas op maandag downloaden en ergens gedurende de week beluisteren. Dat zag ik bovendien ook terug in de downloadstatistieken van de podcastafleveringen: de meeste downloads zijn op maandag en op dinsdag.
Ik geef toe: zaterdagavond is natuurlijk niet echt “prime time” voor het releasen van een podcast! De meeste podcasts die ik maak zijn meer dan 4.000 woorden en duren door de bank genomen ongeveer zo’n 20 minuten.
Een podcast maken van deze omvang, waarbij ik ook nog eens de volledige transcriptie online zet, kost mij zo’n acht tot negen uur. Soms lukt het me om gedurende de week al stukken te schrijven op basis van wat ik lees, maar vaak merk ik dat het leeuwendeel van het werk toch op vrijdag en/of de zaterdag komt. Nu wil het geval dat die dagen ook de kinderen geen school hebben en we dus dikwijls sociale activiteiten plannen. Dat botst dan vervolgens weer met de podcast, want “papa moet aan het werk voor de podcast”, is dan een veelgehoord excuus.
Dit alles in beschouwing nemende, heeft mij doen besluiten de podcast te verhuizen naar maandagmorgen 08:30. Vanaf dat moment kun je ‘m vanaf nu dus downloaden en beluisteren. Mocht je dus eergisteren al geprobeerd hebben de nieuwste podcast te downloaden: dat is dus ook de reden dat die toen nog niet online stond.
Op deze manier blijf ik in staat om jullie als luisteraars de podcast te brengen, zonder dat dit mijn privéleven en sociale leven volledig overhoop gooit en alles er maar voor moet wijken.
Dan ga ik nu snel over op de daadwerkelijke topics voor vandaag. De eerste vraag is van Frank van elektronicazaak Grootaarts uit Nijmegen. Hij vroeg het volgende:
Dag Eduard,
Ik heb gisteren uw site ontdekt, boordevol interessante info over SEO en zo. Ik heb zelf mijn website gemaakt voor mijn bedrijf, maar ik ben geen professionele website-bouwer. Daarom is de info met name in uw blog zo interessant voor mij.
Ik kwam op uw site omdat ik aan het googelen was waarom mijn bedrijf en die van mijn concurrenten niet in Apple maps werden getoond. Ik begrijp nu dat dat te maken heeft met het niet aanwezig zijn op Yelp en Tom Tom places. Ik heb mij dan ook direct aangemeld.
Ik dacht dat bloggen “uit” was. Want er is toch Twitter en Facebook was mijn redenatie. Is het dan nog wel verstandig om te gaan bloggen? En zo ja is er een manier om te twitteren/facebooken en bloggen waarbij je dan een en dezelfde boodschap verspreid? Met een keer het maken van de boodschap?
Ik heb nog lang niet alle blogs gelezen, maar de info is zo interessant dat ik dat nog zeker ga doen!
Bedankt voor uw duidelijke uitleg over hoe het een en ander werkt.
Groetjes,
Frank
Mijn antwoord aan Frank luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en leuk om te lezen dat je de site en podcast interessant vindt. Het klopt: om in Apple Maps te worden vertoond, moet je inderdaad je bedrijf aanmelden op Yelp en TomTom Places. Daarna duurt het zo’n 2-3 maand, totdat je bedrijf te vinden is.
Wat ook helpt om lokaal te worden vertoond op Apple Maps, Google en Yelp, is het verzamelen van authentieke reviews van tevreden klanten. TIP: ga ze beslist niet faken, want dat wordt inmiddels genadeloos afgestraft.
Mooie site heb je overigens!
Bloggen is beslist niet uit! Dat lees je nog wel, naarmate je meer content op de site consumeert.
Mocht je daarna nog vragen hebben, neem gerust vrijblijvend contact op!
Mvg, Eduard.
En Frank, bloggen (en overigens ook podcasten) is zeker niet achterhaald. Wat veel mensen niet weten, is dat Google bijvoorbeeld maar een heel klein stukje van Facebook kan zien, terwijl het grootste gedeelte dus helemaal niet zichtbaar is.
Bovendien zoeken ook niet veel mensen naar consumentenelektronica op Facebook… Nee, mensen zoeken die toch echt in Bing, DuckDuckGo of Google. Daar kijken mensen naar reviews, unboxing video’s etc. Hoewel je die vraag niet stelde, is mijn advies dat je ook eens kijkt naar andersoortige vormen van content, om je elektronica onder de aandacht van mensen te brengen.
En in antwoord op je vraag: surf maar naar www.ifttt.com. “IFTTT” staat voor “If This Then That”. Dat is een site, waarop je alle social media en meer aan elkaar kunt koppelen en zaken zo kunt automatiseren, dat als je bijvoorbeeld nieuwe content op je website plaatst, je dit ook promoot op Twitter, Facebook, Google+ en andere sites. Neem gerust contact op, als je nog meer vragen hebt, of er niet uitkomt op “ifttt.com”.
De tweede vraag is van Brechtje Hendriks uit Duitsland. Brechtje, steek maar van wal:
Hallo, ik ben Brechtje Hendriks.
Ik ben kunstenares. En ik vroeg me af waar ik het beste foto’s van mijn schilderijen kan neerzetten: op Pinterest, of op Instagram…
Dankjewel. Doei!
Nou Brechtje, leuk dat je die vraag stelt. Ik heb als eerste je site eens even opgezocht, om een indruk te krijgen van je schilderijen. Ik moet zeggen dat je schilderijen op www.brechtjehendriks.com er mooi uitzien!
Maar toen ik verder ging zoeken zag ik dat je ook de domeinnaam brechtje.de gebruikt voor het tonen van dezelfde inhoud. Nu wil het geval dat Google daar niet blij van wordt. Dit kan een negatief effect hebben op je positie in de zoekresultaten. Er zijn wel methoden om de ene website als hoofdsite aan te wijzen, maar daar wil ik nu even niet op ingaan. Als je daar meer over wilt weten, dan weid ik daar een andere keer over uit.
Ik wil nu eerst je vraag beantwoorden of je foto’s van je schilderijen beter op Pinterest, of op Instagram kunt plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je zeker als kunstenaar die scheppend bezig is, zoals jij als schilderes of anderen als bijvoorbeeld een beeldhouwer zoveel mogelijk exposure moet creëren.
Daarom zou ik mezelf zeker niet beperken tot alleen Instagram, of alleen Pinterest. Ik zou de foto’s van mijn kunstwerken ook plaatsen op algemene social media sites, zoals Facebook en Google+. Daarnaast zou ik op het adres van je atelier een Yelp-locatie aanmaken, en op het adres waar je workshops geeft ook. En je moet die locaties natuurlijk ook aanmelden op Foursquare. Vervolgens ga je daar ook foto’s posten van je schilderijen.
En dan zou ik zeker nog een paar volgende stappen doen, namelijk ook de foto’s posten op Flickr, Panoramio en Photobucket. Zorg ervoor dat je bij alle foto’s wel goede teksten plaatst (en natuurlijk ook je eigen naam), want anders zijn ze alsnog niet te vinden in de zoekmachines. Die kunnen namelijk nog geen verklaringen of emoties weergeven bij alleen een foto van een schilderij.
Zoals ik kunstenaars ken, hoort er bij elk schilderij of kunstwerk een verhaal. Waarom spreek je dit verhaal niet in en mix je die audio met de foto van het schilderij en maak je er dus een soort video van, die je dan kunt uploaden op YouTube? Dat maakt jouw schilderijen volgens mij nóg interessanter en dus mogelijk ook gewilder. Ik zag dat je al een videokanaal hebt op YouTube onder de naam “BrechtjeKunst”. Ik zou dat dus verder uitbouwen met aparte video’s met het verhaal achter elk schilderij.
Ik ben benieuwd of ik je hiermee een stukje verder heb geholpen. Laat het me gerust weten, als iets niet duidelijk is, of als je wilt dat ik ergens dieper op in ga.
Afgelopen week kwam ik overigens wel een leuk artikel tegen over Pinterest, wat vanuit dit perspectief interessant is om te delen. De titel van het artikel is: “21% Of Pinterest Users Bought Pinned Products In Stores” en ik las het op SweetIQ.
Dat artikel was gebaseerd op een rapport van de Harvard Business School. De schrijvers van dit rapport hebben onderzocht of de angst voor “showrooming” terecht is. “Showrooming” is een verschijnsel waarbij mensen eerst in de winkel een product bekijken en het dan vervolgens online kopen (en dus niet in de winkel).
Uit het onderzoek bleek dat die angst eigenlijk ongegrond is, want slechts 26% van de 3.000 geïnterviewde mensen bleek af en toe wel eens aan “showrooming” te doen. Maar wat interessanter is, is dat maar liefst 41% ervan vaak aan “reverse showrooming” doet. Dat wil zeggen dat ze eerst een product online opzoeken en onderzoeken op basis van reviews, waarna ze het bij een fysieke winkel kopen.
Pinterest viel bij dit onderzoek echt op. Namelijk het bleek dat 21% van alle geïnterviewde Pinterest-gebruikers een product in de winkel hebben gekocht, na het te hebben gepind, gerepind of ge-liked. En maar liefst 36% van de gebruikers onder de 35 jaar had dit gedaan.
Hieruit blijkt dat winkeliers zich niet echt zorgen hoeven te maken over die trend van “in het echt kijken, kijken maar dan online kopen”. Zij kunnen hun energie beter steken in activiteiten om hun producten via Pinterest onder de aandacht van een breed publiek te krijgen.
Dus Brechtje, als je nog niet zoveel met Pinterest doet, dan raad ik je ook aan om zeker al je schilderijen met een kort verhaaltje erbij (en ook je naam) op Pinterest te zetten. En als je voor een schilderij een bepaalde prijs vraagt, zet die er dan ook bij.
Houd ook rekening met je markt. Richt je je alleen op de Duitse markt, dan kun je prima alleen de teksten in het Duits erbij plaatsen. Maar als je je ook richt op andere landen, dan zou je de foto’s kunnen repinnen met elke keer een titel en beschrijving in een andere taal.
Pinterest is een prachtig medium om visuele producten, zoals in dit geval schilderijen te promoten. Maar zoals ik hiervoor al zei, is het belangrijk er een tekstueel verhaal bij te geven, zodat je content kan worden gevonden door de zoekmachines.
Wat tevens zo belangrijk is voor de zoekmachines, als je je foto’s überhaupt ergens op Internet uploadt, is ze te voorzien van de juiste IPTC metadata. Dat klinkt als een hele mond vol, maar kort gezegd komt het erop neer dat je als het ware “onderwater”, of onzichtbaar tags aan de foto’s toevoegt. Als je hier de juiste trefwoorden in zet, dan maximaliseer je je kansen dat zoekmachines jouw foto’s tonen op basis van die trefwoorden.
Afgelopen week heb ik voor Ordina medewerkers in Eindhoven een training gegeven over hoe zij zich beter kunnen onderscheiden in de sociale media. Eén van de onderwerpen die daarin aan bod kwam, was “bloggen”. Mensen die een blog willen starten, adviseer ik altijd direct om “WordPress” te gaan gebruiken. Ik ken geen ander blogplatform dat zo snel en eenvoudig is te installeren en te gebruiken, als dit pakket.
1 augustus is er een nieuwe versie van WordPress uitgekomen, te weten versie 3.6, met als codenaam “Oscar”. Deze versie is vernoemd naar de jazz pianist “Oscar Peterson”, waarschijnlijk vanwege de multimediale verbeteringen.
De belangrijkste veranderingen in WordPress 3.6 zijn: een nieuw theme, met de naam “Twenty Thirteen” (2013) en een nieuwe revisiecontrole met betere autosave. Ook worden berichten nu gelocked, als iemand ze aan het bewerken is. Dit is vooral handig voor sites met meerdere auteurs. Tevens heeft WordPress 3.6 een ingebouwde HTML5 media player, waardoor je niet meer afhankelijk bent van additionele plugins etc.
Je kunt nu dus ook gemakkelijk audio en video embedden in je site en Spotify, Rdio en SoundClound integreren.
Ook is de menu editor aangepast, waardoor het gebruik ervan is vereenvoudigd.
Op technisch gebied is er een nieuwe audio/video API gekomen, die je toegang geeft tot ID3 tags en ook kun je nu HTML5 markup gebruiken voor zaken als reacties en zoekformulieren. Daarnaast zijn een goede 700 open tickets opgelost.
Google Authorship stelt je in staat om content die je publiceert te relateren aan jou, als originele auteur. Ik heb er al vaker op gehamerd, dat er meerdere redenen zijn om dit te doen. Naast dat dit het aantal clicks op de getoonde zoekresultaten verhoogt, heb ik ooit al eens meer redenen gegeven om Google Authorship in te stellen. Afgelopen week las ik een artikel, waarin ik nóg een reden tegenkwam voor jou om zo snel mogelijk Google Authorship voor jouw content te activeren.
In het artikel wordt namelijk beschreven dat een site-eigenaar zijn content op andere sites tegenkwam, die niet van hemzelf waren. Met andere woorden: er werd dus plagiaat gepleegd met zijn content! Terwijl de originele auteur geen Google Authorship had ingesteld, hadden de fraudeurs dat wel gedaan op de gekopieerde content.
Het resultaat was dat de originele content uit de zoekresultaten verdween door de gekopieerde content en deze laatste dus alleen nog maar kon worden gevonden. Toen de orginele auteur ook Google Authorship had ingesteld, kwam zijn content pas weer terug in de zoekresultaten.
Hoewel niemand buiten Google kan zeggen of op dit moment Google Authorship al als serieuze ranking factor wordt meegenomen, kunnen we hieruit afleiden dat je maar beter –al is het maar uit voorzorg– je eigen content kunt claimen door middel van Google Authorship.
En nu we het toch over Google hebben. In podcasts 14 en 32 had ik het onder andere over mobiele websites en responsive webdesign. Toen vertelde ik dat het steeds belangrijker wordt om je website ook op mobiele apparaten goed te tonen voor een betere gebruikerservaring en daarmee mogelijk ook een hogere positie in de zoekresultaten. En in podcast 31 vertelde ik dat ook laadsnelheid van je pagina’s een factor is, die steeds meer in waarde toeneemt.
Afgelopen week heeft Google ook haar richtlijnen ten aanzien van mobiele sites aangepast. Hierbij wordt de laadsnelheid en alle daaraan gerelateerde vereisten heel duidelijk beschreven. In de show notes heb ik de link opgenomen naar de pagina “Mobile Analysis in PageSpeed Insights” op de Google PageSpeed site.
En toen viel afgelopen donderdag opeens een brief in de brievenbus van Corpus Justitia uit Amsterdam. De brief was gericht aan Suzanne, mijn vrouw. Zij werd gesommeerd om binnen vijf dagen een bedrag van EUR 129,80 te betalen. Als ze dat niet zou doen, zou de aarde nog net niet vergaan, maar dreigde dit incassobureau het haar toch echt wel lastig te maken met deurwaarders, rechtzaken en wat dies meer zij.
Nu weten wij redelijk goed wat wij aan openstaande rekeningen hebben en deze herkende ik niet als zodanig. Dus ging ik op zoek naar meer informatie. In de brief werd verwezen naar de bedrijfswebsite: www.corpusjustitia.com.
Daarop presenteerde het in 1968 opgerichte bedrijf zich als een grote internationale onderneming met 1.370 medewerkers, verdeeld over kantoren in 12 landen. Ondanks dat werd aangeraden dat je schriftelijk moest reageren om bezwaar aan te tekenen, stond er ook een telefoonnummer op de site (en op de brief): 0900-2020794. Hoewel ik al het gevoel had dat het om fraude ging, heb ik toch kort het nummer gebeld. Het was mij al snel duidelijk dat het de fraudeurs te doen was om mensen zo lang mogelijk aan de lijn te houden. Het nummer kostte namelijk EUR 0,45 per minuut met een maximum van EUR 22,50 per gesprek.
Na kort overleg met een bevriende Corporate Information Security Officer van een grote ICT-onderneming besloot ik er dieper in te duiken. Ik was er inmiddels namelijk al achter gekomen dat de domeinnaam corpusjustitia.com pas op 17 april van dit jaar geclaimd was. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd “opmerkelijk” voor een van origine Amerikaans bedrijf dat claimde te zijn opgericht in 1968.
Bij de Kamer van Koophandel vond ik alleen een verwijzing naar het bedrijf, maar dan in Eindhoven. En op het adres dat ik van het bedrijf kon vinden in Amsterdam, kon ik geen enkele verwijzing terugvinden naar Corpus Justitia.
Ook leverde het zoeken naar de letterlijke string “corpus justitia” (met aanhalingstekens) in Google toen slechts zeven resultaten op. Maar daar zat geen enkele verwijzing naar het bedrijf zelf tussen…
Het leek mij voor de hand te liggen dat het bedrijf op z’n minst ook de domeinnaam in elk land zou vastleggen. Maar eigenlijk kwam het niet eens meer als een verrassing, dat de domeinnaam “corpusjustitia.nl” helemaal niet geclaimd bleek.
Dus besloot ik die meteen te claimen en een waarschuwingspagina op “www.corpusjustitia.nl” te zetten. Toen ik daarmee klaar was, was de site nog niet op Internet te vinden. Dus ik heb een aantal vrienden en bekenden benaderd om me te helpen zo snel mogelijk deze site te te promoten, zodra die online kwam. Vanaf ongeveer dire uur werd het feest!
Eerst druppelde het verkeer langzaam binnen: allemaal mensen die op (voornamelijk) Google zochten op: Corpus Justitia. Dat werd al maar meer. De eerste piek was omstreeks 9 uur op donderdagavond 8 augustus: toen had ik 149 bezoekers binnen een uur. Het volgende hoogtepunt was vrijdag omstreeks 9 uur ‘s ochtends. Toen had ik continu meer dan 40 bezoekers gelijktijdig op de site en kreeg ik per uur meer dan 200 bezoekers. Ik was blij dat ik een statische site had gemaakt…
Vrijdagmiddag kreeg ik vanwege mijn initiatieven een voicemail van EditieNL, maar helaas was ik toen even te druk met een paar andere zaken en was ik niet in staat hen van meer informatie te voorzien. Ik had op zich ook niet meer informatie dan de .nl-site en het artikel op m’n weblog.
In die paar dagen heb ik meer dan 3.000 mensen op de site ‘www.corpusjustitia.nl’ gehad en meer dan 1.000 mensen op m’n weblog op basis van deze kleine actie.
Hieruit kun je een paar conclusies trekken:
Als afsluiting over Corpus Justitia… Zoals ik al zei, kon ik zeven pagina’s in Google vinden, toen ik begon met mijn onderzoekje en de domeinnaam registreerde. Helaas heb ik daar toen geen screenshot van gemaakt. Op dit moment levert de letterlijke zoekterm “Corpus Justitia” (dus met aanhalingstekens) al 40.500 resultaten op:
Zoals ik aan het begin van de podcast al zei: het was een drukke week, waarin leuke dingen zijn gebeurd en ik ook weer een boel heb geleerd.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 37 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen: