Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, hallo!! Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 37e ReputatieCoaching Podcast.
In deze podcast geef ik je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor zowel gebruikers, als voor de zoekmachines.
Het was een drukke week in meerdere opzichten… Daarover straks meer. Vandaag breng ik je ook weer een aantal nieuwsberichten en tips, waarmee jij jezelf kunt onderscheiden van je concurrenten.
Wat echter ook belangrijk is: de publicatie van de podcast wordt verplaatst naar maandagmorgen half negen. Ik zal je straks vertellen waarom. Als eerste behandel ik twee vragen van luisteraars van de podcast: eentje die via de site binnen kwam en eentje die ik ontving via de ReputatieCoaching Hotline. Vooral die laatste vraag is ook interessant voor artiesten, kunstenaars en andere visueel georiënteerde creatievelingen, die graag extra exposure willen op Internet.
Het tweede topic waar ik vorige week geen ruimte meer voor had, is WordPress 3.6. Verder vertel ik je waarom je nu toch echt je Google Authorship moet gaan claimen, waarna ik nog wat updates van Google heb.
Nu het stof rond “Corpus Justitia” is neergedwarreld, wil ik je tenslotte daar ook nog één en ander over vertellen…
Maar allereerst kort over de nieuwe dag/tijd, waarop ik de podcast online publiceer…
Ik weet het, het is niet altijd even handig om een regelmatig terugkerend item te verplaatsen naar een andere dag/tijd. In het begin bracht ik de podcast uit op maandagavond. Die heb ik op een zeker moment verplaatst naar de zaterdag, omdat ik het gevoel had dat ik betrekkelijk “oud” nieuws bracht, van ongeveer een week oud.
Voor iemand als ik, die bovenop het nieuws zit, lijkt dit inderdaad erg oud en dus minder actueel. Echter, voor de luisteraars voor wie mijn nieuws bedoeld is om hun voordeel mee te doen voor hun bedrijf, zowel online als offline, is het altijd interessant en is nieuws van een week oud ook nog steeds erg actueel. Zij hebben tenslotte niet de tijd en/of gelegenheid om Internet af te struinen naar deze kennis en informatie en daarom consumeren zij de podcast.
De afgelopen tijd heb ik van meerdere luisteraars te horen gekregen dat ze de podcast pas op maandag downloaden en ergens gedurende de week beluisteren. Dat zag ik bovendien ook terug in de downloadstatistieken van de podcastafleveringen: de meeste downloads zijn op maandag en op dinsdag.
Ik geef toe: zaterdagavond is natuurlijk niet echt “prime time” voor het releasen van een podcast! De meeste podcasts die ik maak zijn meer dan 4.000 woorden en duren door de bank genomen ongeveer zo’n 20 minuten.
Een podcast maken van deze omvang, waarbij ik ook nog eens de volledige transcriptie online zet, kost mij zo’n acht tot negen uur. Soms lukt het me om gedurende de week al stukken te schrijven op basis van wat ik lees, maar vaak merk ik dat het leeuwendeel van het werk toch op vrijdag en/of de zaterdag komt. Nu wil het geval dat die dagen ook de kinderen geen school hebben en we dus dikwijls sociale activiteiten plannen. Dat botst dan vervolgens weer met de podcast, want “papa moet aan het werk voor de podcast”, is dan een veelgehoord excuus.
Dit alles in beschouwing nemende, heeft mij doen besluiten de podcast te verhuizen naar maandagmorgen 08:30. Vanaf dat moment kun je ‘m vanaf nu dus downloaden en beluisteren. Mocht je dus eergisteren al geprobeerd hebben de nieuwste podcast te downloaden: dat is dus ook de reden dat die toen nog niet online stond.
Op deze manier blijf ik in staat om jullie als luisteraars de podcast te brengen, zonder dat dit mijn privéleven en sociale leven volledig overhoop gooit en alles er maar voor moet wijken.
Dan ga ik nu snel over op de daadwerkelijke topics voor vandaag. De eerste vraag is van Frank van elektronicazaak Grootaarts uit Nijmegen. Hij vroeg het volgende:
Dag Eduard,
Ik heb gisteren uw site ontdekt, boordevol interessante info over SEO en zo. Ik heb zelf mijn website gemaakt voor mijn bedrijf, maar ik ben geen professionele website-bouwer. Daarom is de info met name in uw blog zo interessant voor mij.
Ik kwam op uw site omdat ik aan het googelen was waarom mijn bedrijf en die van mijn concurrenten niet in Apple maps werden getoond. Ik begrijp nu dat dat te maken heeft met het niet aanwezig zijn op Yelp en Tom Tom places. Ik heb mij dan ook direct aangemeld.
Ik dacht dat bloggen “uit” was. Want er is toch Twitter en Facebook was mijn redenatie. Is het dan nog wel verstandig om te gaan bloggen? En zo ja is er een manier om te twitteren/facebooken en bloggen waarbij je dan een en dezelfde boodschap verspreid? Met een keer het maken van de boodschap?
Ik heb nog lang niet alle blogs gelezen, maar de info is zo interessant dat ik dat nog zeker ga doen!
Bedankt voor uw duidelijke uitleg over hoe het een en ander werkt.
Groetjes,
Frank
Mijn antwoord aan Frank luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en leuk om te lezen dat je de site en podcast interessant vindt. Het klopt: om in Apple Maps te worden vertoond, moet je inderdaad je bedrijf aanmelden op Yelp en TomTom Places. Daarna duurt het zo’n 2-3 maand, totdat je bedrijf te vinden is.
Wat ook helpt om lokaal te worden vertoond op Apple Maps, Google en Yelp, is het verzamelen van authentieke reviews van tevreden klanten. TIP: ga ze beslist niet faken, want dat wordt inmiddels genadeloos afgestraft.
Mooie site heb je overigens!
Bloggen is beslist niet uit! Dat lees je nog wel, naarmate je meer content op de site consumeert.
Mocht je daarna nog vragen hebben, neem gerust vrijblijvend contact op!
Mvg, Eduard.
En Frank, bloggen (en overigens ook podcasten) is zeker niet achterhaald. Wat veel mensen niet weten, is dat Google bijvoorbeeld maar een heel klein stukje van Facebook kan zien, terwijl het grootste gedeelte dus helemaal niet zichtbaar is.
Bovendien zoeken ook niet veel mensen naar consumentenelektronica op Facebook… Nee, mensen zoeken die toch echt in Bing, DuckDuckGo of Google. Daar kijken mensen naar reviews, unboxing video’s etc. Hoewel je die vraag niet stelde, is mijn advies dat je ook eens kijkt naar andersoortige vormen van content, om je elektronica onder de aandacht van mensen te brengen.
En in antwoord op je vraag: surf maar naar www.ifttt.com. “IFTTT” staat voor “If This Then That”. Dat is een site, waarop je alle social media en meer aan elkaar kunt koppelen en zaken zo kunt automatiseren, dat als je bijvoorbeeld nieuwe content op je website plaatst, je dit ook promoot op Twitter, Facebook, Google+ en andere sites. Neem gerust contact op, als je nog meer vragen hebt, of er niet uitkomt op “ifttt.com”.
De tweede vraag is van Brechtje Hendriks uit Duitsland. Brechtje, steek maar van wal:
Hallo, ik ben Brechtje Hendriks.
Ik ben kunstenares. En ik vroeg me af waar ik het beste foto’s van mijn schilderijen kan neerzetten: op Pinterest, of op Instagram…
Dankjewel. Doei!
Nou Brechtje, leuk dat je die vraag stelt. Ik heb als eerste je site eens even opgezocht, om een indruk te krijgen van je schilderijen. Ik moet zeggen dat je schilderijen op www.brechtjehendriks.com er mooi uitzien!
Maar toen ik verder ging zoeken zag ik dat je ook de domeinnaam brechtje.de gebruikt voor het tonen van dezelfde inhoud. Nu wil het geval dat Google daar niet blij van wordt. Dit kan een negatief effect hebben op je positie in de zoekresultaten. Er zijn wel methoden om de ene website als hoofdsite aan te wijzen, maar daar wil ik nu even niet op ingaan. Als je daar meer over wilt weten, dan weid ik daar een andere keer over uit.
Ik wil nu eerst je vraag beantwoorden of je foto’s van je schilderijen beter op Pinterest, of op Instagram kunt plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je zeker als kunstenaar die scheppend bezig is, zoals jij als schilderes of anderen als bijvoorbeeld een beeldhouwer zoveel mogelijk exposure moet creëren.
Daarom zou ik mezelf zeker niet beperken tot alleen Instagram, of alleen Pinterest. Ik zou de foto’s van mijn kunstwerken ook plaatsen op algemene social media sites, zoals Facebook en Google+. Daarnaast zou ik op het adres van je atelier een Yelp-locatie aanmaken, en op het adres waar je workshops geeft ook. En je moet die locaties natuurlijk ook aanmelden op Foursquare. Vervolgens ga je daar ook foto’s posten van je schilderijen.
En dan zou ik zeker nog een paar volgende stappen doen, namelijk ook de foto’s posten op Flickr, Panoramio en Photobucket. Zorg ervoor dat je bij alle foto’s wel goede teksten plaatst (en natuurlijk ook je eigen naam), want anders zijn ze alsnog niet te vinden in de zoekmachines. Die kunnen namelijk nog geen verklaringen of emoties weergeven bij alleen een foto van een schilderij.
Zoals ik kunstenaars ken, hoort er bij elk schilderij of kunstwerk een verhaal. Waarom spreek je dit verhaal niet in en mix je die audio met de foto van het schilderij en maak je er dus een soort video van, die je dan kunt uploaden op YouTube? Dat maakt jouw schilderijen volgens mij nóg interessanter en dus mogelijk ook gewilder. Ik zag dat je al een videokanaal hebt op YouTube onder de naam “BrechtjeKunst”. Ik zou dat dus verder uitbouwen met aparte video’s met het verhaal achter elk schilderij.
Ik ben benieuwd of ik je hiermee een stukje verder heb geholpen. Laat het me gerust weten, als iets niet duidelijk is, of als je wilt dat ik ergens dieper op in ga.
Afgelopen week kwam ik overigens wel een leuk artikel tegen over Pinterest, wat vanuit dit perspectief interessant is om te delen. De titel van het artikel is: “21% Of Pinterest Users Bought Pinned Products In Stores” en ik las het op SweetIQ.
Dat artikel was gebaseerd op een rapport van de Harvard Business School. De schrijvers van dit rapport hebben onderzocht of de angst voor “showrooming” terecht is. “Showrooming” is een verschijnsel waarbij mensen eerst in de winkel een product bekijken en het dan vervolgens online kopen (en dus niet in de winkel).
Uit het onderzoek bleek dat die angst eigenlijk ongegrond is, want slechts 26% van de 3.000 geïnterviewde mensen bleek af en toe wel eens aan “showrooming” te doen. Maar wat interessanter is, is dat maar liefst 41% ervan vaak aan “reverse showrooming” doet. Dat wil zeggen dat ze eerst een product online opzoeken en onderzoeken op basis van reviews, waarna ze het bij een fysieke winkel kopen.
Pinterest viel bij dit onderzoek echt op. Namelijk het bleek dat 21% van alle geïnterviewde Pinterest-gebruikers een product in de winkel hebben gekocht, na het te hebben gepind, gerepind of ge-liked. En maar liefst 36% van de gebruikers onder de 35 jaar had dit gedaan.
Hieruit blijkt dat winkeliers zich niet echt zorgen hoeven te maken over die trend van “in het echt kijken, kijken maar dan online kopen”. Zij kunnen hun energie beter steken in activiteiten om hun producten via Pinterest onder de aandacht van een breed publiek te krijgen.
Dus Brechtje, als je nog niet zoveel met Pinterest doet, dan raad ik je ook aan om zeker al je schilderijen met een kort verhaaltje erbij (en ook je naam) op Pinterest te zetten. En als je voor een schilderij een bepaalde prijs vraagt, zet die er dan ook bij.
Houd ook rekening met je markt. Richt je je alleen op de Duitse markt, dan kun je prima alleen de teksten in het Duits erbij plaatsen. Maar als je je ook richt op andere landen, dan zou je de foto’s kunnen repinnen met elke keer een titel en beschrijving in een andere taal.
Pinterest is een prachtig medium om visuele producten, zoals in dit geval schilderijen te promoten. Maar zoals ik hiervoor al zei, is het belangrijk er een tekstueel verhaal bij te geven, zodat je content kan worden gevonden door de zoekmachines.
Wat tevens zo belangrijk is voor de zoekmachines, als je je foto’s überhaupt ergens op Internet uploadt, is ze te voorzien van de juiste IPTC metadata. Dat klinkt als een hele mond vol, maar kort gezegd komt het erop neer dat je als het ware “onderwater”, of onzichtbaar tags aan de foto’s toevoegt. Als je hier de juiste trefwoorden in zet, dan maximaliseer je je kansen dat zoekmachines jouw foto’s tonen op basis van die trefwoorden.
Afgelopen week heb ik voor Ordina medewerkers in Eindhoven een training gegeven over hoe zij zich beter kunnen onderscheiden in de sociale media. Eén van de onderwerpen die daarin aan bod kwam, was “bloggen”. Mensen die een blog willen starten, adviseer ik altijd direct om “WordPress” te gaan gebruiken. Ik ken geen ander blogplatform dat zo snel en eenvoudig is te installeren en te gebruiken, als dit pakket.
1 augustus is er een nieuwe versie van WordPress uitgekomen, te weten versie 3.6, met als codenaam “Oscar”. Deze versie is vernoemd naar de jazz pianist “Oscar Peterson”, waarschijnlijk vanwege de multimediale verbeteringen.
De belangrijkste veranderingen in WordPress 3.6 zijn: een nieuw theme, met de naam “Twenty Thirteen” (2013) en een nieuwe revisiecontrole met betere autosave. Ook worden berichten nu gelocked, als iemand ze aan het bewerken is. Dit is vooral handig voor sites met meerdere auteurs. Tevens heeft WordPress 3.6 een ingebouwde HTML5 media player, waardoor je niet meer afhankelijk bent van additionele plugins etc.
Je kunt nu dus ook gemakkelijk audio en video embedden in je site en Spotify, Rdio en SoundClound integreren.
Ook is de menu editor aangepast, waardoor het gebruik ervan is vereenvoudigd.
Op technisch gebied is er een nieuwe audio/video API gekomen, die je toegang geeft tot ID3 tags en ook kun je nu HTML5 markup gebruiken voor zaken als reacties en zoekformulieren. Daarnaast zijn een goede 700 open tickets opgelost.
Google Authorship stelt je in staat om content die je publiceert te relateren aan jou, als originele auteur. Ik heb er al vaker op gehamerd, dat er meerdere redenen zijn om dit te doen. Naast dat dit het aantal clicks op de getoonde zoekresultaten verhoogt, heb ik ooit al eens meer redenen gegeven om Google Authorship in te stellen. Afgelopen week las ik een artikel, waarin ik nóg een reden tegenkwam voor jou om zo snel mogelijk Google Authorship voor jouw content te activeren.
In het artikel wordt namelijk beschreven dat een site-eigenaar zijn content op andere sites tegenkwam, die niet van hemzelf waren. Met andere woorden: er werd dus plagiaat gepleegd met zijn content! Terwijl de originele auteur geen Google Authorship had ingesteld, hadden de fraudeurs dat wel gedaan op de gekopieerde content.
Het resultaat was dat de originele content uit de zoekresultaten verdween door de gekopieerde content en deze laatste dus alleen nog maar kon worden gevonden. Toen de orginele auteur ook Google Authorship had ingesteld, kwam zijn content pas weer terug in de zoekresultaten.
Hoewel niemand buiten Google kan zeggen of op dit moment Google Authorship al als serieuze ranking factor wordt meegenomen, kunnen we hieruit afleiden dat je maar beter –al is het maar uit voorzorg– je eigen content kunt claimen door middel van Google Authorship.
En nu we het toch over Google hebben. In podcasts 14 en 32 had ik het onder andere over mobiele websites en responsive webdesign. Toen vertelde ik dat het steeds belangrijker wordt om je website ook op mobiele apparaten goed te tonen voor een betere gebruikerservaring en daarmee mogelijk ook een hogere positie in de zoekresultaten. En in podcast 31 vertelde ik dat ook laadsnelheid van je pagina’s een factor is, die steeds meer in waarde toeneemt.
Afgelopen week heeft Google ook haar richtlijnen ten aanzien van mobiele sites aangepast. Hierbij wordt de laadsnelheid en alle daaraan gerelateerde vereisten heel duidelijk beschreven. In de show notes heb ik de link opgenomen naar de pagina “Mobile Analysis in PageSpeed Insights” op de Google PageSpeed site.
En toen viel afgelopen donderdag opeens een brief in de brievenbus van Corpus Justitia uit Amsterdam. De brief was gericht aan Suzanne, mijn vrouw. Zij werd gesommeerd om binnen vijf dagen een bedrag van EUR 129,80 te betalen. Als ze dat niet zou doen, zou de aarde nog net niet vergaan, maar dreigde dit incassobureau het haar toch echt wel lastig te maken met deurwaarders, rechtzaken en wat dies meer zij.
Nu weten wij redelijk goed wat wij aan openstaande rekeningen hebben en deze herkende ik niet als zodanig. Dus ging ik op zoek naar meer informatie. In de brief werd verwezen naar de bedrijfswebsite: www.corpusjustitia.com.
Daarop presenteerde het in 1968 opgerichte bedrijf zich als een grote internationale onderneming met 1.370 medewerkers, verdeeld over kantoren in 12 landen. Ondanks dat werd aangeraden dat je schriftelijk moest reageren om bezwaar aan te tekenen, stond er ook een telefoonnummer op de site (en op de brief): 0900-2020794. Hoewel ik al het gevoel had dat het om fraude ging, heb ik toch kort het nummer gebeld. Het was mij al snel duidelijk dat het de fraudeurs te doen was om mensen zo lang mogelijk aan de lijn te houden. Het nummer kostte namelijk EUR 0,45 per minuut met een maximum van EUR 22,50 per gesprek.
Na kort overleg met een bevriende Corporate Information Security Officer van een grote ICT-onderneming besloot ik er dieper in te duiken. Ik was er inmiddels namelijk al achter gekomen dat de domeinnaam corpusjustitia.com pas op 17 april van dit jaar geclaimd was. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd “opmerkelijk” voor een van origine Amerikaans bedrijf dat claimde te zijn opgericht in 1968.
Bij de Kamer van Koophandel vond ik alleen een verwijzing naar het bedrijf, maar dan in Eindhoven. En op het adres dat ik van het bedrijf kon vinden in Amsterdam, kon ik geen enkele verwijzing terugvinden naar Corpus Justitia.
Ook leverde het zoeken naar de letterlijke string “corpus justitia” (met aanhalingstekens) in Google toen slechts zeven resultaten op. Maar daar zat geen enkele verwijzing naar het bedrijf zelf tussen…
Het leek mij voor de hand te liggen dat het bedrijf op z’n minst ook de domeinnaam in elk land zou vastleggen. Maar eigenlijk kwam het niet eens meer als een verrassing, dat de domeinnaam “corpusjustitia.nl” helemaal niet geclaimd bleek.
Dus besloot ik die meteen te claimen en een waarschuwingspagina op “www.corpusjustitia.nl” te zetten. Toen ik daarmee klaar was, was de site nog niet op Internet te vinden. Dus ik heb een aantal vrienden en bekenden benaderd om me te helpen zo snel mogelijk deze site te te promoten, zodra die online kwam. Vanaf ongeveer dire uur werd het feest!
Eerst druppelde het verkeer langzaam binnen: allemaal mensen die op (voornamelijk) Google zochten op: Corpus Justitia. Dat werd al maar meer. De eerste piek was omstreeks 9 uur op donderdagavond 8 augustus: toen had ik 149 bezoekers binnen een uur. Het volgende hoogtepunt was vrijdag omstreeks 9 uur ‘s ochtends. Toen had ik continu meer dan 40 bezoekers gelijktijdig op de site en kreeg ik per uur meer dan 200 bezoekers. Ik was blij dat ik een statische site had gemaakt…
Vrijdagmiddag kreeg ik vanwege mijn initiatieven een voicemail van EditieNL, maar helaas was ik toen even te druk met een paar andere zaken en was ik niet in staat hen van meer informatie te voorzien. Ik had op zich ook niet meer informatie dan de .nl-site en het artikel op m’n weblog.
In die paar dagen heb ik meer dan 3.000 mensen op de site ‘www.corpusjustitia.nl’ gehad en meer dan 1.000 mensen op m’n weblog op basis van deze kleine actie.
Hieruit kun je een paar conclusies trekken:
Als afsluiting over Corpus Justitia… Zoals ik al zei, kon ik zeven pagina’s in Google vinden, toen ik begon met mijn onderzoekje en de domeinnaam registreerde. Helaas heb ik daar toen geen screenshot van gemaakt. Op dit moment levert de letterlijke zoekterm “Corpus Justitia” (dus met aanhalingstekens) al 40.500 resultaten op:
Zoals ik aan het begin van de podcast al zei: het was een drukke week, waarin leuke dingen zijn gebeurd en ik ook weer een boel heb geleerd.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 37 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 36!
Hallo en hartelijk welkom bij dé Nederlandstalige podcast die je helpt om jezelf en/of je bedrijf prominent op de kaart te zetten. Ik geef je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor gebruikers en zoekmachines.
Vanwege het mooie weer zou je verwachten dat het nu een rustige periode is, zonder veel toevoer van interessant of relevant nieuws. Echter, zo weinig nieuws als ik vorige week had, zoveel heb ik nu. Het was gewoon lastig om te kiezen!
Google gaat in een rap tempo door met vernieuwingen en uitbreidingen. Afgelopen week is er veel nieuws verschenen over onder andere Google City Experts, de Google reviews, Google Helpouts (ja, je hoort het goed: geen Hangouts, maar “Helpouts”) en gratis Google Internet in Starbucks. Als tweede bedrijf op de lijst, volgt Yelp. Ook daarover las ik een paar interessante artikelen, die ik graag met je wil delen.
Nog meer potentiële spraakverwarringen: als derde heb ik afgelopen week over een nieuwe vorm van marketing gelezen, namelijk “comment marketing”. Tenslotte heb ik nog een paar handige video marketing tips.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Voordat ik overga op de onderwerpen van vandaag even twee dingen. Als eerste: de vorige podcast bevatte allemaal klikjes en tikjes. Er stond blijkbaar iets verkeerd ingesteld op m’n audioapparatuur. Maar vandaag krijg je weer een klikloze opname, zoals je die van mij gewend bent. En als tweede: eerder deze week zijn de ReputatieCoaching Podcast video’s van juli 2013 online gekomen. Deze kun je ook bekijken in het YouTube-kanaal, dat je kunt vinden op: www.youtube.com/reputatiecoaching.
Yelp heeft de Yelp Elite, een groep speciale Yelpies die uiterst frequent reviews posten van gelegenheden die zij bezoeken. Het lijkt er nu op alsof Google Yelp gaat nadoen. Een paar dagen geleden heeft Google in New York het Google City Experts programma gelanceerd. Dit is bestemd voor mensen die tenminste 50 reviews hebben gepost, waarvan maar liefst 5 in één maand.
Net als de Yelp Elite krijgen de Google City Experts ook bepaalde privileges en uitnodigingen voor bijzondere gelegenheden en evenementen. Ik heb nog geen Nederlandstalige content hierover kunnen vinden, maar in de show notes vind je de link naar de Engelstalige pagina’s. En de show notes kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/36.
Op dit moment is het programma actief in de volgende steden: Austin (USA), Birmingham (UK), Chicago, Edinburgh, Londen, New York, Portland (OR), Phoenix, Raleigh-Durham, San Francisco en Sydney. Google zegt dat ze hoopt dat ze binnenkort meer steden kan toevoegen.
Mogelijk is dit één van de acties van Google om het aantal reviews voor bedrijven op Google+ Lokaal op te krikken, want dat lijkt nog niet zo’n vlucht te nemen, als op Yelp of Foursquare. Zodra er nieuws bekend wordt gemaakt over het resultaat van dit programma, zal ik het zeker laten weten.
Toevallig liep ik er dit weekend tegenaan: ik kwam erachter dat de Google+ Lokaal pagina van Wijsman en Koster Tandartsen in Apeldoorn nog niet was geverifieerd. Dus ging ik naar de desbetreffende pagina en klikte op “Deze pagina beheren”.
Lang geleden kon je ook pagina’s per telefoon verifiëren, maar dat is op een gegeven moment door Google uitgeschakeld. Ik denk dat er teveel misbruik van werd gemaakt. Vanaf dat moment kon je pagina’s alleen nog maar per briefkaart verifiëren. Dat duurde soms weken. Daar heb ik diverse bedrijven soms wel mee geholpen.
Maar nu zag ik dat je je bedrijf weer kunt claimen via de telefoon:
In podcast 34 vertelde ik je dat de vijf sterren reviews terug zijn in Google. Dat is een hele vooruitgang. Als je links en rechts op Internet onderzoek doet, dan lopen de meningen over het effect van de review sterretjes behoorlijk uiteen.
Aan de ene kant staan mensen die verwachten dat het niet veel effect zal hebben op de CTR, ofwel de Click-Through-Rate, terwijl anderen er wel een hoge verwachting van hebben. Ik behoor bij de tweede groep, want ik heb het sterke vermoeden dat het visuele aspect van de review sterretjes echt leidt tot een hogere CTR.
Maar Google is nu weer een stapje verder gegaan. In plaats van dat je naar de Google+ Lokaal bedrijfspagina gaat, als je op het aantal reviews klikt, komt er nu een soort van overlay over het scherm, waarin de reviews worden getoond.
Hieruit blijkt dat Google er op uit is om de gebruiker echt binnen de zoekmachine te houden. Want als je op het sluit-kruisje klikt, dan zie je de originele pagina met de lokale resultaten weer.
In de show notes heb ik een voorbeeld van deze overlay opgenomen.
Eerder dit jaar heeft Google het review filter ook al iets minder strak afgesteld, waardoor minder reviews worden afgekeurd en dus meer reviews worden gepubliceerd.
Als je dit combineert met het nieuws over de Google City Experts en de verandering van het tonen van de review sterretjes, lijkt alles erop te wijzen dat Google nu echt vaart wil gaan maken met het verzamelen van reviews.
Dit moet jou als het goed is er nu helemaal toe bewegen om echte reviews op Google+ Lokaal te gaan verzamelen. Want als Google er zo’n waarde aan gaat hechten, dan kun jij als ondernemer dat beter ook maar doen. Want voordat je het weet gaan je concurrenten harder dan jij en begin je met een achterstand, die je niet meer 1-2-3 kunt inlopen.
Google wil liefst van alle Internetters weten, waar zij heen surfen, hoelang zij welke content consumeren etc. Dat is natuurlijk ook de hoofdreden, dat Google in een aantal Amerikaanse steden druk bezig is met het uitrollen van supersnel Internet. Zo wordt in een aantal steden al Gigabit Ethernet aangeboden voor US$120 per maand. Deze dienst hoeven we volgens mij voorlopig nog niet in Nederland te verwachten.
Maar doordat Google aansluitingen op deze supersnelle netwerken biedt voor op zich een schappelijke prijs, kunnen zij precies het surfgedrag van alle aangesloten Internetters volgen. En op basis van die gegevens kunnen zij dan de zoekresultaten nog verder verbeteren, want zij zien tenslotte al het Internetverkeer!
Welnu, inmiddels gaat Google weer een stuk verder. Met Google Fiber heeft Google voornamelijk alleen inzicht in het verkeer van Amerikaanse Internetters. Maar eerder deze week maakte Google bekend dat ze gratis WiFi gaat bieden in alle 7.000 Starbucks vestigingen in de Verenigde Staten. Als je het artikel op het weblog van Google leest, dan zegt het bedrijf dat ze het Internet sterker, groter en sneller wil maken, evenals overal en universeel toegankelijk.
Het geval wil dat Starbucks ook een favoriete plek is voor veel buitenlanders die in de USA zijn, om een kop koffie te drinken, terwijl ze hun e-mail scannen of Facebook updaten etc. Ook dit verkeer krijgt Google dan te zien en zo kunnen ze hun zicht op het surfgedrag van niet-Amerikanen ook vergroten.
Natuurlijk verhoogt Google dan ook meteen de snelheid. Die zal factor tien tot honderd hoger liggen dan nu.
Ter informatie, voor het geval je binnenkort naar de VS gaat: het SSID van het WiFi netwerk is al bekend, namelijk: “Google Starbucks”.
En wederom is Matt Cutts van Google voor de camera gaan zitten om een verhaal te vertellen. Dit keer gaat het over het gebruik van TLD’s, ofwel “Top Level Domains”. Dat is het laatste stukje van een domeinnaam, dus bijvoorbeeld .nl, .com, .org, .net, .eu, .tv, .cc, .cn enzovoorts.
Heel lang geleden hadden deze TLD’s bepaalde betekenissen. Zo was toen “.com” bestemd voor commerciële bedrijven, “.org” voor non-profit organisaties, “.net” voor netwerkproviders en natuurlijk “.nl” voor websites van Nederlandse origine. Inmiddels is dat allemaal een beetje vervaagd.
https://www.youtube.com/watch?v=yJqZIH_0Ars
De vraag in de video komt voort uit het feit dat gemakkelijk te onthouden domeinnamen, eindigend op “.com” steeds schaarser en duurder worden. De vraag is of je bijvoorbeeld .cn, .cc of .io domeinnamen mag gebruiken, die –op de keeper beschouwd– zijn bestemd voor andere landen of gebieden.
Matt Cutts zegt hierover dat deze domeinnamen eigenlijk bestemd zijn voor het betreffende land en als je content aanbiedt die niet voor het desbetreffende land bestemd is, je dus dat TLD misbruikt.
Er zijn wel algemene TLD’s, die je volgens Google mag gebruiken, zoals .io (wat eigenlijk voor de Indische Oceaan bestemd is). Dus als je een Nederlandstalige site op een domeinnaam, eindigend op .io aanbiedt, is dat geen probleem.
Als je meer wilt lezen en precies wilt weten welke top level domeinen je wel algemeen mag gebruiken, dan verwijs ik je naar de link naar Googles “Domeinen voor geotargeting”, die je ook in de show notes kunt vinden.
Ik heb het natuurlijk al een paar keer gehad over Google Hangouts. Dat is de gratis dienst van Google, waarmee ze eigenlijk voor een deel concurreren met Skype, GotoWebinar, GotoMeeting en andere online telefonie- en vergaderdiensten. Dus daar wil ik het nu even niet verder over hebben.
Maar de geruchten gaan, dat Google bezig is met een betaalde variant hierop te ontwikkelen, met de naam “Google Helpouts”. Dit kwam ik op het spoor via een artikel op TechCrunch, waarvan je de link kunt vinden in de show notes.
Het zou op dit moment intern in Google worden getest en als het live gaat biedt het een soort van marktplaats, waarmee bedrijven en individuen hun kennis en diensten commercieel kunnen aanbieden via video. Zo zou je dan bijvoorbeeld een betaalde taalcursus, kookles of reputatiecoaching consult kunnen afnemen. Ook op dit moment zie je op Google Hangouts al mensen gratis talencursussen geven.
Volgens de bron zal het platform een goede zoekfunctie bevatten, zodat mensen snel en eenvoudig voor hen relevante Hangouts of Helpouts kunnen vinden. En Google zou Google ook niet zijn, als ze hier ook meteen een reviewsysteem aan koppelen.
Het lijkt mogelijk dat je als aanbieder van online videodiensten een agenda kunt bijhouden, waarin je kunt aangeven wanneer je beschikbaar bent voor een sessie.
Wie weet wordt dit het eerste product of de eerste dienst die bedrijven straks via hun Google+ Lokaal pagina kunnen aanbieden. Want je kunt erop wachten dat Google haar Google+ Lokaal platform voor bedrijven commercieel wil gaan maken. Het is en blijft tenslotte een bedrijf dat ook voor de aandeelhouders liefst steeds meer winst maakt.
Het is nog niet bekend wanneer het live gaat en of het dan ook meteen in Nederland beschikbaar zal zijn. Dat zal de toekomst ons leren.
Het was eventjes stil rond Yelp. Maar inmiddels heeft Yelp bekendgemaakt dat het bedrijf over het tweede kwartaal een klein verlies heeft geleden van net iets minder dan één miljoen Amerikaanse dollars. Het positieve was wel dat de financiële resultaten maar liefst 69% waren gegroeid ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar.
Nog wat statistieken van Yelp:
In deze statistieken die eerder deze week werden vrijgegeven, vielen me twee zaken op: allereerst het aantal “actieve lokale business accounts”. Ik heb gven gezocht wat dat was, maar kon er verder niet echt wat over vinden. Wellicht is dit het aantal bedrijven dat op Yelp adverteert. Ik weet het echter niet zeker.
Maar wat opvallender is, is het aantal zoekpogingen dat vanaf een mobiel apparaat komt. Dat is inmiddels gestegen tot 59%! Ook hier zie je weer een teken dat mobiel al maar belangrijker wordt en echt de toekomst heeft.
Als laatste nieuwtje over Yelp, werd gemeld dat de integratie met Qype voorspoedig verloopt. Qype was tot oktober 2012 een serieuze concurrent van Yelp. Op dat moment heeft Yelp het bedrijf Qype overgenomen en is het op dit moment bezig om de gegevens van Qype te integreren. Volgens Yelp heeft het inmiddels de Qype-gegevens van Ierland, Italië en Spanje geïntegreerd en staat Frankrijk als volgende land gepland om te integreren.
Verder kwam ik een leuk rapport van de Harvard Business School tegen, getiteld “Fake It Till You Make It: Reputation, Competition, and Yelp Review Fraud”. Het rapport is geschreven door Michael Luca en Georgios Zervas. In de show notes heb ik een link naar het rapport voor je opgenomen.
Zoals je van een wetenschappelijk rapport mag verwachten is het niet gemakkelijk te lezen. Wel zijn er een paar interessante conclusies in het document te lezen ten aanzien van reviews:
Tot zover over Yelp. Dan over op een ander interessant onderwerp, waar ik afgelopen week het één en ander over las wat ik graag met je wil delen, namelijk “Comment Marketing”. En nee, ik bedoelde niet “Content Marketing”.
Maar wat is dan “comment marketing”, hoor ik je vragen? Nou, dat is simpelweg het reageren op blogberichten, ofwel: reacties posten. In principe kan iedereen het, maar dat wil nog niet zeggen dat het eenvoudig is.
De meeste bloggers en Internet marketeers zien het posten van reacties als een tactiek om extra links naar hun eigen site te krijgen, maar maken er niet ten volle gebruik van als echte marketing techniek.
Echte comment marketing is het delen van waardevolle meningen en gedachten om zo de discussie aan te zwengelen, of gaande te houden, of juist een andere wending te geven. Het reageren op blogberichten geeft mensen niet alleen een indruk van jou en waar je voor staat, maar stelt je ook in staat om jezelf echt te profileren en te onderscheiden van de meute om zo maanden of zelfs jaren mensen te prikkelen meer van jouw content te lezen.
Goede strategie
Net als zoveel andere vormen van marketing, helpt het ook bij comment marketing als je een goede strategie hebt. En een strategie begint met het vaststellen van je doelen en bepalen op welke blogs je wilt reageren.
Bepaal doelen en websites
Wil je je profileren als thoughtleader, of ben je bijvoorbeeld meer geïnteresseerd in verkeer naar je eigen site? En het ideale blog om op te posten, is eentje waar frequent nieuwe, verse content wordt gepubliceerd. Zoek eens op Google, Bing of de social media naar blogs waar jij zou kunnen reageren.
Als je verkeer naar je site wilt, is het belangrijk dat je sites zoekt, waar je een rechtstreekse link naar jouw site krijgt. Als je via een profiel op die site gaat, is het aantal kliks naar jouw site veel lager.
Vergeet niet: als je eenmaal begint met comment marketing, dan moet je de sites geregeld en regelmatig bezoeken om te zien of er nieuws is. Eventueel kun je je ook abonneren op de RSS-feeds van de desbetreffende sites, zodat je automatisch nieuwe content te lezen krijgt, zodra het is gepubliceerd.
Organiseer je inspanningen
Het ordentelijk reageren op weblogs is een activiteit die zeker vruchten af kan werpen, maar ook eentje die extra tijd van je gaat vergen. Organiseer je werk daarom. Zoals ik al zei: als je nog geen RSS reader hebt, waarin je RSS-feeds van diverse sites volgt, registreer je dan bijvoorbeeld bij Feedly. Dat is in ieder geval de RSS-reader die ik gebruik. En meld daar alle RSS-feeds aan, die je netjes in folders indeelt, bijvoorbeeld per topic.
Idealiter plan je ook elke dag een stukje tijd in je agenda om op je favoriete blogs te reageren. Voor goede comment marketing is het essentieel dat je snel reageert, nadat nieuwe content is gepubliceerd.
Meld je aan bij Gravatar
Maak ook een account aan bij Gravatar.com en upload daar een goede, recente foto van jezelf. Registreer bij Gravatar ook al je andere social media accounts en e-mailadressen. Maar denk erom dat je voor comment marketing één en hetzelfde e-mailadres gebruikt.
Het voordeel van je registreren bij Gravatar, is dat veel weblogs automatisch de foto’s van mensen die reageren, ophalen van Gravatar. Zo creëer je een stuk personal branding.
Begin daarna met reacties posten.
Wat niet doen?
Wat dan wel doen?
Meten = weten
Al het voornoemde heeft niet echt veel nut, als je niet meet of je inspanningen zin hebben. Ik snap ook dat het puur meten van je reputatievergroting op basis van jouw comment marketing niet goed mogelijk is, maar je kunt via Google Analytics wel controleren of je door je reacties op de diverse blogs verkeer naar jouw site krijgt.
Zo kun je ook zien of het zin heeft om ermee door te gaan. Besef dat mensen in eerste instantie niet zo snel naar je site zullen doorklikken. Pas als ze je vaker gaan tegenkomen, zijn ze eerder geneigd om (vaak uit nieuwsgierigheid) toch eens een kijkje op jouw site te nemen.
Blijf jezelf verbeteren
Blijf jezelf en je proces verbeteren. Besef dat “Eén zwaluw nog geen zomer maakt” en je dus niet te snel moet denken dat je acties geen effect ressorteren. Een reputatie opbouwen kost echt tijd.
Ga op basis van je meetresultaten steeds je proces en je reacties verder verbeteren. Leer van je fouten, kijk wat werkt en wat niet werkt. Bekijk tevens eens de blogs van de mensen die ook reageren en zie of je daar weer nieuwe sites kunt vinden, waar je verder kunt met je comment marketing. Mocht je na een aantal reacties nog steeds geen resultaat zien van je inspanningen op een bepaalde site, wees dan ook niet bang om die site te schrappen en je te richten op sites die wel het gewenste resultaat opleveren.
Zo kom ik van de comment marketing op een andere vorm van marketing terecht, waar ik zelf al wel veel mee bezig ben, namelijk videomarketing.
Soms kom ik wel eens handige tips tegen en die sla ik dan op om op een later moment eens te noemen. Zo kom ik ook op de volgende paar tips voor videomarketing.
De eerste tip helpt je om te voorkomen dat anderen gaan denken dat je zit te spammen, als je een aantal video’s hebt gemaakt en deze in één keer uploadt. Soms heb ik een enorme inspiratie en maak ik op één dag wel eens 4 of meer instructievideo’s. Als ik die allemaal achter elkaar uploadt naar YouTube, dan verschijnen ze in no-time achter elkaar op YouTube, Google+ etc. Dat kan snel worden beschouwd als spammen.
Om dat te voorkomen heb ik mijn standaardinstellingen op YouTube aangepast, dat alle video’s die ik upload, initieel als “privé” worden aangemerkt. Dat geeft mij twee voordelen. Als eerste worden de video’s niet meteen gezien door de abonnees van mijn YouTube channel en de mensen in wiens cirkels ik zit op Google+, omdat ze onzichtbaar blijven. Ik kan ze dan zelf handmatig online zetten als het mij uitkomt, qua planning van mijn contentmarketing.
Een tweede voordeel is dat je ze dan ook gepland online kunt laten verschijnen. Dat heb ik bijvoorbeeld met de laatste paar ReputatieCoaching podcast video’s gedaan. Die heb ik iets meer dan een week geleden geüpload, maar die verschenen gepland online, op verschillende dagen.
Zo lijkt het voor de zoekmachines er ook meer op, alsof je geregeld en regelmatig nieuwe content publiceert, hetgeen altijd beter is dan in één keer een bulk online te zetten. In de show notes heb ik een video hierover opgenomen, die ik heb gevonden op www.RealSEO.com.
En dan de tweede en tevens laatste tip voor vandaag. Dit is een gouden tip, als je je video’s echt wilt laten scoren in YouTube. Dit is ook het “geheime” recept van de hoge scores van mijn video’s in zowel de zoekresultaten op YouTube, als algemeen op Google.
YouTube doet namelijk wel een poging om jouw spraak te herkennen, maar dat gaat vaker fout dan goed. En omdat dat dat het enige is, wat Google of YouTube hebben om met jouw video in verband te brengen, krijg je bij een belabberde ondertiteling ook een belabberde positie in de zoekresultaten.
Als je een video uploadt of al online hebt staan waarin wordt gesproken, upload dan ook een correcte transcriptie ten behoeve van de ondertiteling.
Om dit bij een video te doen, klik je in het menu “Videobeheer” onder de video op “Bewerken”. Klik dan boven in het scherm op “Ondertiteling” en kies “+ Een nieuwe track toevoegen”. Kies “Ondertitelingsbestand of transcriptie uploaden”. Daarna krijg je de mogelijkheid om een simpele copy/paste uit bijvoorbeeld een Word document te doen.
Daarna gaat YouTube aan de slag met het plaatsen van jouw ondertiteling op de juiste plaatsen in de video. Dat hoef jij dus niet eens te doen. Geef je ondertiteling een goede naam (bij voorkeur met één of twee zoekwoorden erin) en markeer de andere ondertiteling als “inactief”. Zo voorkom je dat de verkeerde ondertiteling wordt gebruikt om gebruikers naar jouw video te leiden.
Mocht je een video ook op anderstalige delen van je site willen gebruiken en is de audio niet in de desbetreffende taal, voeg dan ook een ondertiteling in die taal toe. Dat helpt je dan ook bij het extra ranken met die video in de zoekresultaten voor de gewenste taal.
Ik ben me ervan bewust dat dit bij een langere video een flinke belasting is op je tijd, want je moet de hele video aflopen en alles intypen. Maar geloof me, het is echt de moeite waard. Doe maar eens een experiment en laat mij de resultaten weten.
Met deze videomarketing tips kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Ik had eigenlijk nog veel meer topics voor je gepland, maar die bewaar ik voor een apart artikel of een volgende podcast. Anders wordt deze podcast wel heel erg lang.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 36 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 34!
Hallo en hartelijk welkom bij dé bekendste Nederlandstalige podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines.
Ik begin de podcast van vandaag met het nieuwe ReputatieCoaching Podcast Boek. Dan heb ik nieuws over social logins en via de social logins kom ik op Google. Ik kan er niets aan doen, maar er is weer aardig wat nieuws op het Google-front wat ik met je wil delen. Bijvoorbeeld: de 5 review sterren zijn weer terug! En iedereen kan nu de nieuwe Google Maps bekijken en uitproberen. Maar hoe bereid je je nu voor om met je bedrijf goed op de nieuwe Google Maps te komen?
Verder vertelt Matt Cutts dat je beter niet teveel sites of domeinnamen onderling moet linken en heb ik een nieuwtje over Yelp. Dit alles en meer hoor je in deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Het heeft weer even tijd gekost, maar het ReputatieCoaching Podcast Boek 2013 nummer 2 is uit. In dit boek zijn de transcripties van alle podcasts van het tweede kwartaal van 2013 opgenomen, samen met de afbeeldingen, screenshots, links naar alle externe sites en de podcast video’s.
Het boek kun je als PDF downloaden vanaf de website. Bovendien heb ik het ook geüpload naar Scribd, Issuu, Docstoc en Slideshare. Binnen een dag was het boek meer dan 100 keer bekeken in de diverse sites; dat was erg leuk om te zien.
Dit is het laatste boek wat ik op deze manier ter beschikking stel. Het ReputatieCoaching Podcast boek nummer 3 van 2013 komt niet meer als download beschikbaar. Je kunt het dan nog wel lezen via bijvoorbeeld Scribd of Slideshare, maar niet meer downloaden. Als je het als PDF wilt ontvangen, verzoek ik je om je aan te melden voor de nieuwsbrief.
De abonnees van de nieuwsbrief krijgen automatisch een mail, als het eBook als PDF beschikbaar is om te downloaden om te lezen op je smartphone of tablet. Daarnaast komt het in een andere vorm beschikbaar, die ik nog even als verrassing houd.
Surf nu naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in. Je kunt je inschrijven door je naam en e-mailadres in te voeren, of door op de grote “Like”-button te klikken, als je al bent ingelogd op Facebook.
En nu ik het toch over Facebook heb… Je ziet het op steeds meer sites… Je kunt je aanmelden met een aparte gebruikersnaam en wachtwoord, of je credentials van Google of Facebook gebruiken en daarmee inloggen. Dat voorkomt dat je nog meer usernames en passwords hoeft te onthouden.
Ik ben misschien een vreemde eend in de bijt, want ik gebruik dat nooit. Ik wil als het enigszins mogelijk is, een aparte gebruikersnaam-/wachtwoordcombinatie aanmaken. Daarmee verlaag ik het risico dat al mijn accounts worden gehacked, mocht er een wachtwoord ergens op een site in de handen van hackers komen.
Als gevolg hiervan heb ik letterlijk honderden sites, waarop ik inderdaad aparte gebruikersnamen en wachtwoorden heb. En de wachtwoorden zijn allemaal minstens 16 karakters, waarbij ik niet alleen hoofd- en kleine letters gebruik, maar ook allerlei symbolen en cijfers. Met andere woorden: het zijn extreem moeilijke wachtwoorden. En zoals ik al zei: als iemand achter het wachtwoord voor één site komt, kan hij of zij hooguit op die site een zekere schade aanrichten. Maar verder dus niet.
Ik gebruik de tool LastPass om al deze wachtwoorden te registreren, maar dat is stof voor een andere podcast. Op dit moment wil ik het even hebben over de social logins, dus op basis van je Google of Facebook login en wachtwoord.
Het bedrijf Gygia is een social login provider en houdt allerhande social media gegevens bij. Zij rapporteerden dat in het tweede kwartaal van 2013 Facebook in 52% van alle gevallen werd gebruikt. Google was tweede met 25% en Yahoo! kwam op de derde plaats met een respectabele 17%.
In de show notes heb ik een taartdiagram opgenomen, waarin je de verdeling kunt zien van de diverse social logins die worden gebruikt:
Hoewel dus 24% van de social logins via Google gebruikersgegevens loopt, wordt Google+ toch belabberd weinig gebruikt voor social sharing van updates. Om je een idee te geven: 50% van de social shares was in het tweede kwartaal van 2013 op Facebook, 24% op Twitter, 16% op Pinterest, 3% op LinkedIn en slechts 2% op Google+.
Google heeft dus een grote achterstand op de concurrenten, zowel qua social logins, als qua aantal social shares. Google heeft natuurlijk al eerder achterstanden ingelopen, dus ik acht het zeker mogelijk dat Google ook deze achterstanden de komende maanden zal gaan inlopen.
Maar zoals ik al in podcast 32 zei, is de prognose dat Google+ omstreeks januari 2016 Facebook zal inhalen, op het gebied van aantal social shares.
En zo kom ik op de reviews in Googles lokale zoekresultaten. Vóór 31 mei 2012 vertoonde Google sterretjes bij bedrijven, op basis van beoordelingen van gebruikers. Je kon toen als bedrijf maximaal 5 gele sterretjes krijgen.
Vanaf 31 mei 2012 gooide Google het roer volledig om. Ze hadden een aantal maanden daarvoor het bedrijf Zagat gekocht, een bedrijf dat zich bezighield met het bijhouden van beoordelingen van restaurants en andere bedrijven. Zagat had een apart scoringsmechanisme.
Als bedrijf kon je maximaal 30 punten scoren en de score van je bedrijf werd dan ook weergegeven op een schaal van 30 punten. In de show notes heb ik een voorbeeld van 21 augustus 2012 opgenomen voor de zoekterm “restaurant Apeldoorn”, waarin je duidelijk deze Zagat-score kunt zien:
Zoals je kunt zien, zijn de getoonde resultaten niet echt bijster duidelijk. Ik vond het al aardig onduidelijk, dus ik ben ervan overtuigd dat het voor veel meer mensen niet echt overtuigend was om de kwaliteit van bedrijven in te schatten. Alle andere sites in de wereld gebruiken zo ongeveer sterretjes, dus Internetgebruikers zijn gewend aan sterretjes.
In podcast 25 meldde ik al dat de sterretjes terug leken te komen. Toen kon je via een kleine truc de sterretjes terugkrijgen in de zoekresultaten. Dat leek erop te wijzen dat de sterretjes langzaamaan terug zouden komen.
En in podcast 33 kon ik je vertellen dat de sterretjes inmiddels al zichtbaar waren in Google+ Lokaal. Nou, afgelopen donderdag zag ik in de zoekresultaten nog steeds de Zagat score op basis van die 30-punten schaal, maar vanaf vrijdag zag ik ook weer sterretjes in de zoekresultaten op de Nederlandse Google.
De dag daarvoor bleken ze ook al gespot in de Verenigde Staten en in Canada. Maar ze zijn weer nu dus ook weer terug in de Nederlandstalige zoekresultaten. Ik ben ervan overtuigd dat dit een verhoging van de CTR (dat is de “Click Through Rate”) zal opleveren voor bedrijven waarvoor de sterretjes worden vertoond. Alleen zijn de sterretjes nu niet geel, ze zijn oranje.
Mochten de sterretjes nog niet bij jouw bedrijfsvermelding op Google+ Lokaal worden vertoond, dan heb je waarschijnlijk nog geen vijf reviews. Want als je minstens vijf reviews hebt, worden de sterretjes getoond. In de show notes heb ik ook een screenshot opgenomen van de zoekterm “restaurant Apeldoorn” die ik meteen vrijdagmorgen heb gemaakt:
Nu vraag ik jou om te laten weten wat jij het duidelijkste vindt. Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast. Post je reactie op www.reputatiecoaching.nl/34/. Ik ben benieuwd naar jouw mening. Laat het me weten.
Verder over Google: er zijn sites op Internet die de “Back”-knop, oftewel je zoekgeschiedenis misbruiken om jou een pagina met reclameresultaten te tonen, als je een pagina terug klikt. Matt Cutts heeft aangekondigd dat deze sites nu zullen worden aangepakt.
Ik vind het leuk om te zien dat steeds meer illegale sites klappen krijgen en dat je langzaamaan echt alleen nog maar met waardevolle en unieke content in combinatie met Google Authorship jouw pagina’s en artikelen vertoond kunt krijgen in de zoekresultaten.
Google Authorship is iets wat de black hat zoekmachine spammers niet echt prettig vinden. Zij willen namelijk graag anoniem blijven met hun content en vooral met hun acties. Maar Google heeft ook aangekondigd dat anonieme content in de toekomst niet echt meer in de zoekresultaten zal worden vertoond.
Je kon je al een aantal weken inschrijven voor de bètaversie van de nieuwe Google Maps. Maar vanaf nu kan iedereen er gebruik van maken. Als je naar maps.google.nl gaat krijg je de mogelijkheid om door te klikken naar de nieuwe maps:
Als je op “Nu proberen” klikt, kom je op een soort van “tussenscherm” met nog wat toelichtende tekst, uitleg en de mogelijkheid om een video te bekijken. Daarna kun je verder zonder wachttijden meteen de nieuwe Google Maps proberen.
De aankondiging hiervan kwam in één van de Google groepen op 16 juli. Daar werd het volgende geschreven:
En die melding kwam op dezelfde dag, dat er ook een nieuwe Google Maps voor de iPhone en iPad werd gelanceerd. De vernieuwingen in deze Google Maps zijn:
Maar goed, je hebt de nieuwe Google Maps inmiddels dus bekeken en vind het er mooi uitzien, neem ik aan. De vraag is dan natuurlijk: hoe bereid je jouw site nu voor op de nieuwe Google Maps, zodat jouw bedrijf er echt tussen uitspringt? Dat is de vraag!
Laten we beginnen met e.e.a. te analyseren. Allereerst het hoofdscherm. Daarin zit niet meer die grote witte balk aan de linkerkant, maar het hele venster wordt ingenomen door de kaart, eventueel met uitzondering van de foto’s onderaan. Ik heb een screenshot ervan in de show notes opgenomen.
Als je je zoekterm hebt ingevoerd, verschijnen de gewenste resultaten op de kaart. En wanneer je geen plaatsnaam invoert, worden sowieso lokale resultaten getoond in de buurt waar jij je bevindt.
Er zijn ook meerdere iconen voor verschillende soorten bedrijven. Zo worden restaurants bijvoorbeeld getoond in een rondje met een vork en een mes.
Elke locatie heeft zijn of haar eigen infokaart, die wordt getoond als je op een bedrijf klikt. Op deze infokaart staan de volgende gegevens:
Net als de landkaart is de infokaart nu ook erg visueel gemaakt. En zoals ik al vaak heb gezegd: je moet er dus voor zorgen dat al jouw informatie correct is. Als je hoger in de lokale resultaten getoond wilt worden, moet je er voor zorgen dat je gegevens over alle websites ook consistent zijn. Maar laten we terug gaan naar de infokaart.
Doordat de review sterren terug zijn van weggeweest is het belangrijk dat je nu dus minstens 5 reviews verzamelt voor jouw bedrijf. En natuurlijk graag positieve reviews. Wat namelijk in de nieuwe Google Maps ook kan, is zoeken op basis van beoordelingen. Hiervan heb ik ook een screen capture opgenomen:
Je kunt op twee manieren zoeken naar bijvoorbeeld restaurants. Als eerste kun je zoeken op basis van recensies van toprecensenten en als tweede op basis van reviews door mensen uit je kringen. Dus naast het verzamelen van reviews op Google+ Lokaal kan het ook helpen om de klanten van je bedrijf te vragen je bedrijf op te nemen in hun Google+ kringen.
Foto’s worden –zoals je ziet– ook steeds belangrijker en dan vooral professionele en vooral mooie foto’s van je bedrijf, evenals het hebben van een bedrijfspanorama, waarbij gebruikers op basis van de Streetview-technologie virtueel door je bedrijf kunnen wandelen.
Dat deze virtuele bedrijfsrondleidingen steeds belangrijker worden, blijkt wel uit het artikel dat ik las op WebProNews over de nieuwe New York Restaurant Week, die komende week plaatsvindt. In dat artikel wordt een post op het Google Maps blog geciteerd, waarin Google meldt dat je in meer dan 50% van de deelnemende restaurants ook daadwerkelijk binnen kunt kijken, vooraleer je er gaat boeken.
Dit wordt ook nog eens geïllustreerd door de website van het evenement. Deze kun je vinden op www.nycgo.com/restaurantweek. Op deze site worden de deelnemende restaurants vertoond en je kunt er ook meteen een tafel boeken. Maar om het punt van het toenemend belang van de Google Bedrijfspanoramas te onderstrepen, heb ik een screenshot van een restaurant op die site opgenomen in de show notes:
In deze screenshot is duidelijk de button te zien waarop je kunt klikken om de binnenkant van het betreffende restaurant te verkennen. Dit geeft al een extra impressie van het restaurant, maar dat zegt natuurlijk nog niets over de kwaliteit van het eten dat er wordt geserveerd.
Met andere woorden: als websites van bijvoorbeeld vergaderlocaties of trouwlocaties in Nederland ook deze virtuele rondleidingen gaan tonen voor bedrijven die er eentje hebben laten maken, onderscheiden de vertoonde bedrijven zich op die sites opeens ontzettend van hun concurrenten, waarvan geen bedrijfspanorama voorhanden is.
En dit geldt niet alleen voor restaurants en vergader- of trouwlocaties, ook kinderdagverblijven, kapperszaken, kledingzaken, supermarkten of beter gezegd: alle bedrijven waar mensen fysiek naartoe komen kunnen zichzelf dus beter onderscheiden door midden van een Google bedrijfspanorama.
Na de zomervakantie ga ik een webinar organiseren voor een bepaalde branche, waarin ik dieper in zal gaan op hoe deze bedrijven zich beter kunnen presenteren en profileren om zo meer business te doen in deze wat mindere tijden.
Het op één na laatste onderwerp voor vandaag gaat over een video van Matt Cutts die afgelopen week is gepubliceerd. In deze video wordt de vraag gesteld en beantwoord of het verstandig is om als je bijvoorbeeld 20 domeinnamen hebt, deze allemaal onderling naar elkaar te linken.
Matt Cutts zegt hierover dat hij het zich amper kan voorstellen dat je 20 domeinnamen hebt, als je een legitiem bedrijf hebt. 20 domeinnamen riekt namelijk al snel naar spammy praktijken. De enige situatie die hij zich kan voorstellen, is dat je een aantal domeinnamen hebt, waarbij elke domeinnaam staat voor je bedrijfswebsite in een ander land, dus met een ander TLD of Top Level Domain, zoals .nl, .be of .de.
New webmaster video: "If I have 20 domains, should I link them all together?" http://t.co/kUSnsPGkwC
— Matt Cutts (@mattcutts) July 17, 2013
Het advies is om in zo’n geval niet links naar alle domeinnamen in de footer van je site op te nemen, maar gebruikers de juiste landensite laten kiezen vanaf één selectiescherm.
Als laatste onderwerp heb ik nieuws over Yelp. Yelp is continu bezig om haar positie in de lokale markt verder te verstevigen. Zo las ik afgelopen week op PR Newswire, dat Yelp het bedrijf SeatMe heeft overgenomen voor US$2,2 miljoen in cash en zo’n US$12,7 miljoen in aandelen.
Yelp wil SeatMe gaan inzetten om bedrijven die nu nog geen online reserveringssysteem hebben een laagdrempelige mogelijkheid hiervoor te bieden. SeatMe is een directe concurrent van OpenTable.
De kosten van OpenTable zijn dermate hoog, dat ze niet voor elk bedrijf zijn weggelegd. De setup-fee bedraagt US$650, de maandelijkse abonnementskosten US$199 en daar komt dan nog eens een goede US$2 per reservering bij op.
Maar in tegenstelling tot de hoge kosten van OpenTable en haar kosten per reservering, hanteert SeatMe een simpeler model: gewoon een flat fee van US$99 per maand om met je bedrijf online reserveringen te kunnen aanbieden aan je klanten.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 34 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 31!
Hallo en hartelijk welkom bij dé bekendste Nederlandstalige podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines. Vandaag geen interview, maar wel weer veel nieuws. Echter, door omstandigheden die ik in het blog heb gemeld is deze podcast wat later verschenen dan gepland, waarmee ik zo na de intro begin. Maar laat ik je de onderwerpen voor vandaag vertellen….
Als eerste een prangende issue over Google Reader. En ook over Google: de slider komt eraan! Ook groeit DuckDuckGo verder als gevolg van PRISM en vertel ik je over SEO voor Slideshare.
Als vijfde: het belang van je score in Bing. Ook heb ik tips voor reviews op Yelp en iets gevonden voor het versnellen van mijn website. Dat stuk over het versnellen van je website is een ietwat technisch van aard, dus je bent alvast gewaarschuwd.
Als laatste heb ik de 10 geboden voor SEO voor je.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Sorry voor het late verschijnen van deze podcast. We hadden dit weekend een groot verlies te verwerken: we hebben onze trouwe viervoeter Koen moeten laten inslapen. Koen was een prachtige hond, een schitterende Berner Sennen die overal mensen deed omkijken. Helaas hebben wij maar iets meer dan vijf jaar van zijn enthousiaste gedrag kunnen genieten.
Want hoewel het niets met online te maken heeft, hebben Berner Sennen honden de reputatie dat ze niet oud worden. Dit komt doordat ze te ver zijn doorgefokt, waardoor ze vaak gezondheidsproblemen krijgen op relatief jonge leeftijd.
Zo hoorden we van een goede bekende dat zij haar anderhalf jarige Berner Sennen heeft moeten laten inslapen als gevolg van bloedkanker, terwijl bij Koen beenmergkanker was geconstateerd.
We klungelden al bijna twee weken met z’n gezondheid en even leek het beter te gaan. Maar zaterdagmorgen zakte hij door zijn poten en begon hij te stuiptrekken. We spoedden ons naar de dierenkliniek “de Driehoek” in Klarenbeek, alwaar we meteen met Koen in de armen konden doorlopen naar de behandelkamer.
Daar werd het duidelijk dat ons geen andere keus restte, dan hem te laten inslapen. Ook de dierenarts in kwestie bevestigde nogmaals alle problemen die ze met Berner Sennen in haar carrière tegenkwam en dat met dit ras veel meer problemen voorkwamen, dan met andere rassen.
Dus daar hebben afscheid genomen van Koen en hem nog een laatste knuffel gegeven, voordat de definitieve injectie werd toegediend.
Koen was voor mij een goede maat: we gingen elke dag vroeg in de ochtend op stap, en laat in de nacht. Vaak ging ik ook tussendoor met hem aan de wandel. Zoals je merkt, was ik ontzettend aan hem gehecht en dat was dus de reden, waardoor ik van ‘t weekend niet in staat was om de podcast te maken. Nogmaals excuses hiervoor.
Maar goed, je luistert niet naar de podcast om over de gezondheidsreputatie van Berner Sennen te horen, dus ga ik nu over op het nieuws dat ik voor deze podcast heb gevonden.
Vandaag was het dan zover: Google is gestopt met haar product Google Reader, de wereldwijd bekende en voorheen vreselijk populaire RSS-reader. Toen dit werd aangekondigd kwam dit als een shock voor de community. Veel bedrijven sprongen snel in deze markt en ik ging op zoek naar een alternatief, omdat ik zelf ook op tientallen RSS-feeds ben geabonneerd en ik daarmee mijn nieuws snel en efficiënt vergaar.
In podcast 16 vertelde ik je dat ik nog twijfelde tussen Feedly en de door Digg beloofde opvolger van Google Reader. In de tussentijd heb ik nog een aantal andere RSS-readers bekeken en nu werk ik de afgelopen twee weken al uitsluitend met Feedly. Dat is dus ook de RSS-reader waar mijn keuze op is gevallen. Een deel van de keyboard shortcuts zijn hetzelfde, als die van Google Reader. Wel moest ik even wennen aan de andere manier waarop alle RSS-berichten worden weergegeven, als je er doorheen bladert.
Maar nu ik er eenmaal aan gewend ben, kan ik er prima mee werken. Ooit had ik je beloofd om je te laten zien hoe ik met Google Reader werkte om snel onderwerpen en leuke content te vinden voor artikelen of voor in de podcast. Maar toen bekend werd dat Google haar Reader zou opheffen, heb ik dit maar even uitgesteld. Dus zodra ik binnenkort nog iets beter met Feedly uit de voeten kan, zal ik daarin het beloofde laten zien.
Mocht jij in de tussentijd graag automatisch op de hoogte blijven van nieuwe artikelen, instructievideo’s en ReputatieCoaching Podcast boeken, dan adviseer ik je om je gratis te abonneren op al het ReputatieCoaching Nieuws, op: www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief. Dat is het allergemakkelijkste. Sinds deze week hoef je niet meer per se je naam en e-mailadres in te vullen, maar kun je je nog sneller aanmelden via Facebook. Als je al bent ingelogd op Facebook, kun je je nu met slechts twee muisklikken aanmelden voor al het gratis ReputatieCoaching nieuws.
En vanaf het tweede kwartaal van 2013 komt het ReputatieCoaching Podcast boek ook niet meer standaard als download beschikbaar. Als jij de PDF-versie wilt kunnen downloaden om nog eens op je gemak op je eReader na te lezen, dan moet je je abonneren op de nieuwsbrief. Dan krijg je automatisch een mail met de link waar je het boek kunt downloaden, zodra het boek beschikbaar is.
Google Maps vernieuwt niet alleen, zoals ik al eerder toelichtte. Maar ook Google Search is aan het veranderen. In de Verenigde Staten worden de lokale resultaten sinds kort ook anders weergegeven, op een manier die lijkt op de carrousel in Google Maps. En wat Google in Amerika uitbrengt, komt meestal ook later naar Nederland. Dus ik wilde je dit nieuws alvast brengen, zodat jij er je voordeel mee kunt doen, terwijl je concurrenten die hoogstwaarschijnlijk niet naar deze podcast luisteren, dit niet in de gaten hebben…
In plaats dat de lokale resultaten worden getoond met de letters “A” tot en met “G”, wordt op dit moment in Amerika boven de organische zoekresultaten een balk getoond met daarin foto’s en de naam van de getoonde bedrijven, het aantal reviews en de Zagat score:
Hoe dit er uitziet, kun je bekijken in de show notes. De kaart wordt nog wel rechts van de organische resultaten vertoond. Dit biedt zowel uitdagingen voor lokale bedrijven, als kansen.
Laat ik beginnen met het positieve aspect… Wat ik heb gelezen worden er nu meer dan maximaal zeven resultaten getoond, dus als je nu net op positie 8 of nog iets lager stond, heb je de kans dat jouw bedrijf nu wel wordt getoond.
De Zagat-score wordt nu wel heel prominent vertoond, net als het aantal reviews. Dus als die niet bijster hoog is, zullen mensen mogelijk op concurrenten klikken die een hogere score hebben. Maar wat helemaal in je nadeel kan werken, is als je nog geen goede lokale Google+ pagina hebt. Als je nog geen foto’s op je Google+ pagina hebt staan, word je opeens niet meer vertoond. En ook gaat de kwaliteit van de foto’s nu meespelen.
Immers, zoals zovaak wordt gezegd: “De eerste indruk telt!”. Dus als jouw bedrijf met een belabberde foto wordt getoond, zullen mensen sneller op een flitsende foto van de concurrent klikken.
In een artikel op de site van Mike Blumenthal las ik dat op dit moment de volgorde van de resultaten hetzelfde is, als de lokale resultaten, maar dan dus horizontaal in plaats van verticaal. Hij zegt hier verder het volgende over:
Traditionele lokale ranking factoren zoals citations en reviews zijn belangrijker dan organische ranking
Als jouw site ook organisch goed scoort, kun je nu dus ook meerdere keren getoond worden. Om extra op te vallen in de organische resultaten onder deze hele rij foto’s moet je toch eigenlijk wel Google Authorship actief hebben, waardoor jouw foto wordt getoond.
De foto die door Google in de lokale resultaten wordt getoond is van groot belang voor het aantal clickthroughs
Het is goed mogelijk dat Google zelf een foto kiest om te tonen. Dus is het van belang dat alle foto’s die van jouw bedrijf online staan, van extreem goede kwaliteit zijn, waardoor ze positief opvallen en bezoekers trekken.
Nieuws over DuckDuckGo… Ik meldde in podcast 29 dat DuckDuckGo enorm groeide en inmiddels al meer dan 2 miljoen zoekpogingen per dag verwerkte. Toen kwam opeens in het nieuws dat de NSA –de Amerikaanse veiligheidsdienst– met PRISM vrijwel het hele Internet in de gaten houdt, nam het aantal dagelijkse zoekpogingen op DuckDuckGo binnen acht dagen met 50% toe. Dus slechts acht dagen nadat deze zoekmachine 2 miljoen zoekpogingen per dag verwerkte, zaten ze al op de 3 miljoen per dag!
Reden hiervoor is, dat je op DuckDuckGo nog wel anoniem kunt surfen. Volgens hun zeggen houden zij niet bij wat gebruikers zoeken om de scores van websites te bepalen. Althans, de zoekgegevens zijn niet te herleiden tot individuen of bepaalde IP-adressen, zoals op alle andere social media sites en zoekmachines.
De policy van DuckDuckGo zegt hierover het volgende:
“We also save searches, but again, not in a personally identifiable way, as we do not store IP addresses or unique User agent strings. We use aggregate, non-personal search data to improve things like misspellings…If you turn redirects off in the settings and you don’t either turn POST on or use our encrypted site, then your search could leak to sites you click on. Yet as explained above, this does not happen by default.”
Zoals je op de afbeelding in de show notes kunt zien, kun je het verkeer op DuckDuckGo volgen op http://duckduckgo.com/traffic/
Op CNBC werd dit ook nog eens extra belicht: daar werd DuckDuckGo oprichter en CEO Gabriel Weinberg geïnterviewd. Ik heb de desbetreffende video opgenomen in de show notes.
De show notes kun je trouwens vinden op www.reputatiecoaching.nl/31.
Meteen doorpakkend op haar succes heeft DuckDuckGo ook een gratis app gelanceerd voor de iPhone en iPod Touch. De app heet “Search & Stories”. Natuurlijk heb ik zelf de app ook meteen gedownload. De stories zijn vooralsnog niet toegespitst op de Nederlandstalige markt, dus daarvoor hoef je de app niet te downloaden. Mijn advies is om voorlopig gewoon een op Nederland gerichte nieuwsapp te blijven gebruiken.
De zoekfunctie werkt wel gewoon voor Nederlandse sites. Maar als ik iets op DuckDuckGo wil zoeken, kan ik dat net zo goed vanaf hun website doen op m’n iPhone. Dus ik heb de app ook weer snel verwijderd van de telefoon, want ik vond dat die voor mij onvoldoende meerwaarde had om ‘m te behouden, laat staan om te gebruiken.
Sinds kort heb ik een commercieel Pro account op Slideshare.net. Voor mij is dit een experiment om te zien of dit leidt tot meer verkeer naar mijn website en dus tot meer business, hetgeen als het goed is, zich vertaalt in keiharde Euro’s.
Ik had op meerdere sites gelezen dat Slideshare-content standaard al goed scoort in de zoekresultaten. Maar natuurlijk wilde ik het onderste uit de kan hebben en precies weten wat nu factoren zijn, waarmee mijn content op Slideshare net íets beter scoort in de zoekresultaten, dan de content van mijn concurrenten.
Dus heren en dames concurrenten: opgelet! Als je met je content nóg hoger wilt scoren, volg dan de tips die ik je nu ga geven…
Op de keper beschouwd verschilt SEO voor Slideshare niet zoveel van reguliere SEO. En reguliere SEO is de laatste jaren ook erg veranderd. Als je het goed bekijkt is het simpeler geworden… In ieder geval voor de mensen die gewoon goede content produceren. Je hoeft namelijk geen trucs of geheimzinnigheden uit te halen om de voorpagina van Google te halen. “Content is King” wordt steeds meer waar.
Wat voor heel veel online services belangrijk is, is de originele bestandsnaam. Net zoals je op YouTube, Flickr en Picasa een goede beschrijvende bestandsnaam moet kiezen, moet je dat ook op Slideshare. Zorg ervoor dat je één of twee keywords in de bestandsnaam hebt, van het bestand dat je uploadt.
De titeldia… Je hebt maar één kans voor een eerste indruk. Dus moet de titeldia die gebruikers als eerste zien, pakkend zijn. Deze slide wordt door Slideshare gebruikt als thumbnail en als eerste slide, als gebruikers ‘m embedden of delen. Gebruik contrastrijke kleuren en een goed leesbare titel, die ook op thumbnailformaat goed leesbaar is.
De titel op Slideshare. Volg hiervoor de standaard SEO richtlijnen, dus kies bij voorkeur een titel die precies beschrijft waar je op wilt scoren: de zogenaamde “exact match”. Houd de titels korter dan 70 karakters, omdat langere titels worden afgebroken en je titel niet wordt vertoond, zoals je dat had voorzien.
De omschrijving is de meta omschrijving van je presentatie. Je hebt veel ruimte, maar houd het kort, zo’n 160 karakters. Gebruik keywords en probeer je publiek aan te spreken. Je mag best een beetje verkopen, om bezoekers zo te stimuleren om door te klikken.
Je kunt maximaal twintig tags kiezen. Hiermee wordt jouw presentatie op alle onderwerppagina’s met dat trefwoord getoond. Tags worden ook meegenomen als trefwoorden voor de pagina, waarop jouw presentatie wordt vertoond.
Categorieën zijn alleen belangrijk voor Slideshare zijn interne SEO. Kies de juiste categorie zodat gebruikers jouw presentatie kunnen vinden met de standaard Slideshare search. Je hebt een beperkte hoeveelheid categorieën, dus doe je best om de beste te kiezen.
Het is essentieel dat je gebruikers ook in staat stelt om jouw presentatie te downloaden. Zorg ervoor dat niet alleen ergens in je presentatie of PDF-document de een link naar jouw website staat, maar plaats ergens ook een volledige citation oftewel een bedrijfsvermelding van je bedrijf met naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer.
De transcriptie bevat alle tekst van je presentatie of PDF-document. Hierdoor kunnen zoekmachines de Slideshare-pagina waarop jouw content wordt getoond, goed op waarde schatten op basis van de leesbare content. Een presentatie die alleen bestaat uit plaatjes heeft dus een beperkte transcriptie en scoort daardoor ook minder goed. Gebruik dus op z’n minst goede titels en subtitels in je presentaties, als die zijn voorzien van veel afbeeldingen.
Social media shares verbeteren je rankings. Dus deel ook je presentatie, PDF-document of video op de social media.
Tenslotte de embeds: sta toe dat je content wordt gebruikt op andere sites door middel van embeds. Hierdoor komt jouw Slideshare content ook hoger in de zoekresultaten.
En als we het dan toch over de positie in de zoekresultaten hebben: wat kun je bereiken als je één en ander naar beste kunnen instelt, zonder de zoekmachines te spammen?
Ik heb het ReputatieCoaching Podcast Boek van 2012 en die van het eerste kwartaal van 2013 naar Slideshare geüpload. Die van 2012 staat er natuurlijk al iets langer… En als je nu op Google zoekt op de trefwoorden:
reputatie boek
dan zie je iets wat lijkt op de screenshot van de zoekresultaten die ik in de show notes heb opgenomen:
Doordat ik het boek heb geüpload naar Slideshare en de Slideshare versie ook nog eens toon op het weblogartikel over het boek van 2012, zie je dat ik dus met relatief weinig moeite op de gewenste zoektermen nu twee posities heb op de voorpagina, te weten: positie 2 en positie 8. Geen slecht resultaat als je nagaat dat ik helemaal niet veel moeite hiervoor heb hoeven doen. Overigens kunnen de resultaten bij jou iets verschillen, omdat Google de resultaten aanpast aan de zoekgeschiedenis van de gebruiker.
Het leuke is dat ik in het voorgaande zelfs scoor op een vrij generieke zoekterm. Als je de zoekterm nog specifieker maakt en beperkt tot:
reputatiecoaching boek
dan zie je dat het zelfs mogelijk is op de hele voorpagina van Google te domineren met al je resultaten:
Het moge duidelijk zijn dat dit dus ook kansen voor jou biedt, als je jouw content beter wilt laten scoren in de zoekmachines. Als je vragen hierover hebt, aarzel dan niet en stuur een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl. Laat anders een bericht achter, onderaan de show notes, of spreek een voicemail in. Dat kan via de website en ook via de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56.
Heb jij nog meer tips voor het goed laten scoren van je Slideshare content in de zoekresultaten, deel ze dan op www.reputatiecoaching.nl/31.
Bing… Scoor jij al in Bing? Hoe scoor je in Bing? “Maakt me niet uit”, hoor ik je zeggen, “want iedereen gebruikt Google”? Aiiii… dan moet ik je toch even wakker schudden!!
Want wat veel mensen niet weten is dat je dan twee belangrijke aspecten mist. Ten eerste: zodra Facebook haar nieuwe dienst “Facebook Graph Search” uitrolt en geen resultaten kan opleveren voor een zoekpoging, dan wordt Bing gebruikt. Dus als je straks op Facebook zoekt op “kapper in Amsterdam die mijn vrienden leuk vinden” en omdat je vrienden geen kapper in Amsterdam goed vinden, toont Facebook de resultaten uit Bing. Dat is dus de eerste belangrijke bron van verkeer die je mist.
De tweede is Siri. Ken je Siri? Nee? Dat is de spraakherkenningsassistent op de iPhone, vanaf de iPhone 4S en hoger. Als je iets zoekt op Siri, dan raadpleegt Siri op dit moment Google. Maar in iOS7 –wat in de herfst uitkomt– zoekt de iPhone dus op Bing.
In beide gevallen geldt dus: als jouw site niet goed scoort op Bing, dan mis je straks mogelijk een flinke hoeveelheid verkeer. Wat je mist aan kansen voor extra business kan ik niet goed inschatten, maar ik raad je aan om je site zo snel mogelijk goed in te richten, zodanig dat je ook goed scoort op Bing. Of controleer tenminste hoe jouw site op dit moment op Bing scoort op voor jou relevante zoektermen…
Yelp is goed voor het verzamelen van reviews. Dit kun je nogmaals beluisteren in het interview met Philippine Wouters –de community manager van Yelp– in podcast 20. En zoals ik in mijn instructievideo voor het aanmelden van je bedrijf op Yelp ook vertel, helpt een bedrijfsvermelding op Yelp om op Apple Maps op de iPhone, iPad en iPod te komen.
Maar je moet oppassen met iedereen te pas en te onpas vragen om zich aan te melden op Yelp, zodat ze een review voor jouw bedrijf en diensten kunnen posten. Want als de persoon in kwestie daarna niets meer doet met of op Yelp, dan is de kans erg groot dat het review verdwijnt naar de zogenaamde “gefilterde reviews”…
“Wat zijn gefilterde reviews?”, hoor ik je vragen. Dit zijn reviews, waarvan Yelp het sterke vermoeden heeft, dat deze niet echt zijn. Of met andere woorden: namaak-reviews. Deze worden dan ook niet zondermeer bij bedrijfsvermeldingen vertoond.
Yelp is door de jaren heen ook slimmer geworden. Zo hebben ze ontdekt dat bedrijven overal klanten om reviews vragen. En deze klanten melden zich aan op Yelp, posten een review en doen vervolgens niets meer met hun Yelp-account.
De software achter het Yelp review-filter ziet dit en verplaatst dit soort reviews naar een aparte pagina, die je dus niet zomaar kunt benaderen. Daarvoor moet je eerst een “captcha” intypen, om die te kunnen zien.
Als gevolg daarvan, tellen deze gefilterde reviews ook niet mee voor de beoordeling, zoals die door Google wordt gezien (dus met de reviews “rich snippets”). En noch op de Yelp website, als in Apple Maps zie je deze reviews dan nog terug.
Dat is verloren moeite en het is dus reuzejammer, als jij een aantal positieve reviews hebt van enthousiaste klanten, die als gevolg hiervan zijn verdwenen.
Maar dan heb ik goed nieuws voor je: deze reviews zijn weliswaar verdwenen, maar niet verwijderd! En het is mogelijk ze terug te krijgen en ze wederom in hun volle glorie te laten prijken op jouw Yelp bedrijfsvermelding.
Hoe je dat doet? Ik ga ervan uit dat je de mensen die een review hebben gepost, kent. Wat je moet doen, is deze mensen benaderen en ze enthousiast maken, dat ze actiever worden op Yelp. Vaak begint dit met het compleet en correct maken van hun profiel, een echte foto te uploaden, meer bedrijven te reviewen en tips te posten. Ook het posten van foto’s van bedrijven waar ze inchecken of die ze reviewen, helpt.
Door zo aan Yelp te laten zien dat het onderliggende profiel van een serieuze klant en een echte levende Yelpie is, komen de verloren gewaande reviews alsnog weer terug.
Een nuttige tip van mij: ga op deze manier niet fake’n met diverse fantasie-accounts om zo fantastische reviews te posten over jouw bedrijf en/of diensten, want geloof me, dat heeft Yelp echt binnen afzienbare tijd door!
Deze tip is alleen bedoeld, als jij ooit een aantal echte reviews hebt ontvangen, van echte levende mensen, terwijl deze door inactiviteit van de desbetreffende Yelpers zijn verdwenen.
Eerlijkheid wordt beloond! Want als je je niet ethisch opstelt en door middel van trucs en onder diverse valse voorwendselen probeert reviews te krijgen, dan loop je de kans dat bezoekers van je bedrijfsvermelding op Yelp het plaatje te zien krijgen, wat ik in de show notes heb opgenomen:
Dit plaatje verschijnt sinds kort op de pagina’s van bedrijven die op ethisch onverantwoorde wijze reviews hebben verzameld.
Geloof me: zo’n plaatje wil jij echt niet op jouw bedrijfsvermelding op Yelp hebben!
Dus gedraag je netjes en volg de Yelp (en algemene online) etiquette.
Snelheid is belangrijk! Dit geldt niet alleen voor mannen, maar ook voor websites. Google gaat ook steeds meer waarde hechten aan snelheid van websites. Hun algemene argument hiervoor is de “user experience”, of in goed Nederlands: “gebruikerservaring”.
Google is van mening dat langzame sites door gebruikers worden gemeden. En Google is hierin niet de enige.
Zo heeft Amazon een tijdje terug een experiment gedaan, waarbij ze hun website hebben vertraagd. Ja, je hoort het goed: vertraagd. Ze merkten dat een additionele vertraging van 400 milliseconden op hun site, leidde tot 7% minder verkoop.
En sinds 2010 meet Google ook de snelheid van je website en de snelheid waarmee complete webpagina’s worden samengesteld en aangeboden, inclusief alle foto’s, plaatjes, films en andere bestanden. Deze snelheid is al geruime tijd ook een factor die meetelt in de ranking van jouw site in de zoekresultaten.
Met andere woorden: je site moet dus zo snel mogelijk zijn…
De afgelopen week heb ik de site van een opdrachtgever overgezet van een drukbezette, gedeelde server naar mijn eigen webserver. Dat leverde al een flinke versnelling op. Maar vervolgens ben ik nog eens in Google Page Speed gedoken en ik kwam er achter dat Google een paar dagen geleden een extra module voor websites heeft uitgebracht, waarmee ze geautomatiseerd de websites aanzienlijk kunnen versnellen.
Tja, je kent me inmiddels aardig: dat moest ik natuurlijk uitproberen. Met het risico dat tientallen sites op mijn webserver soms even kort niet benaderbaar waren heb ik deze software gedownload en geïnstalleerd.
Je moet weten: ik gebruik op mijn eigen webserver het programma “nginx” als webserver software. En Google heeft daarvoor een paar dagen geleden een module uitgebracht met de naam “ngx_pagespeed”. Dit is de module die ik heb geïnstalleerd.
In eerste instantie heb ik die module geactiveerd voor de nieuwe website, die ik had overgehaald. Voordat ik die site kopieerde heb ik eerst de Google Page Speed metingen gedaan op de oude omgeving. Daar kwam ik op een schaal van 100, niet verder dan 63 tot 68 punten.
Maar ik was uitermate aangenaam verrast, toen ik na het installeren “ngx_pagespeed” met de desbetreffende site opeens een score haalde van 98 punten! Ik kon mijn ogen echt niet geloven en ik heb de meting op een aantal pagina’s herhaald. De score die Google Page Speed Insights mij keer op keer gaf, lag tussen de 94 en de 98!
Nu was het leuke, dat ik opeens alle sites op de server (en dat zijn er meer dan 50) met een inspanning van minder dan 2 minuten per site kon versnellen!
De site waar ik aan refereerde werd met het overzetten naar mijn eigen server en na activering van deze module ongeveer een factor 15 of meer sneller!
In plaats van dat pagina’s in 9 tot 15 seconden werden geladen, werden ze door Google Page Speed nu getimed op minder dan 0,6 seconden! Dat is echt een ongelofelijke versnelling, die natuurlijk –als het goed is– in de toekomst leidt tot:
Een lagere bouncerate
Meer bezoekers
Meer bezochte pagina’s
Meer business
Wat doet deze module? Als je het goed bekijkt, zit hij tussen de webserver, waarop de website draait en de webbrowser van de persoon die jouw site bezoekt. Deze module is zo slim om de HTML-code die wordt gegenereerd voor jouw website dusdanig te optimaliseren, waardoor de laadtijd aan de kant van de gebruiker wordt geminimaliseerd.
Dit heeft dus een positief effect op de gebruiker, die daardoor eerder geneigd is meer op je site te lezen, of de aangeboden pagina daadwerkelijk te bekijken, vooraleer hij of zij op de “Back”-knop klikt.
Grappig genoeg was de site www.reputatiecoaching.nl een uitzondering: die begon allerlei problemen te vertonen, zodra ik de software activeerde. Dus heb ik de software voor die site uitgeschakeld, tot ik weet wat de oorzaak is. Dat was tot op heden de enige site die ik niet kon versnellen met deze module.
Ik denk dat het komt door het WordPress template wat ik voor die site gebruik, maar ik kan het nog niet precies aanwijzen. Mogelijk ga ik in de toekomst het template voor www.reputatiecoaching.nl vervangen, waarna de software wel goed werkt!
Het is op dit moment nog te vroeg om conclusies te trekken, want deze software is pas operationeel sinds eind vorige week. Maar zoals bij elke verandering: ik houd precies bij wanneer ik iets verander en dan houd ik alles extra goed in de gaten. Zodra ik zicht heb op de mogelijke effecten, dan deel ik ze zo snel mogelijk met je, zodat jij er ook je voordeel mee kunt doen.
Helaas, ik had je graag de 10 geboden voor SEO gegeven. Maar deze aflevering wordt nu wel erg lang, dus die hou je van me tegoed…
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ons op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 31 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: