Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag heb ik weer een aantal leerzame onderwerpen voor je, waarvan ik denk dat je er wat aan hebt. Ook heb ik weer nieuws van diverse bronnen.
Het grootste gedeelte van deze podcast gaat over reviews. Het eerste aangaande reviews heb ik gevonden als een nieuwsbericht op FrankWatching. Ook vertel ik je hoe je reviews schrijft en deel ik wat misvattingen over Yelps review filter met je. En ik heb nieuws over de integratie van Qype en Yelp. Het tweede onderwerp gaat over blogspam. En dan als derde is het de vraag of Google jouw site “straft”, als je incorrecte HTML in je site hebt. Het laatste onderwerp is een praktische tip, om ervoor te zorgen dat meer mensen je bedrijf gaan bellen.
Om te beginnen: afgelopen week was ik bij de ManagementSupport Live beurs in de Jaarbeurs te Utrecht. Daar had ik een afspraak met Marco Kole en Robert Spakman van MeetingroomReview.com Die afspraak is tot stand gekomen, doordat ik altijd volg wat voor nieuwe artikelen er op FrankWatching worden gepubliceerd. Een artikel wat mijn aandacht kreeg, was getiteld “MeetingroomReview: Deel je ervaring over meetinglocaties”. Het feit dat het woord “review” erin voorkwam triggerde logischerwijs mijn interesse: je weet tenslotte dat ik altijd extreem geïnteresseerd ben ik nieuws wat over “reviews” gaat.
Dit artikel ging over een nieuwe, recent gestarte dienst voor vergaderlocaties voor het verzamelen van reviews op een onafhankelijke reviewsite.
Een paar kernpunten van deze nieuwe service:
In het gesprek heb ik verteld hoe belangrijk het is voor bedrijven om voor hun reviews niet op één paard te wedden, maar hun inspanningen om reviews te krijgen, te spreiden over diverse sites. Ook heb ik een beetje te horen gekregen over het spamdetectie-algoritme, waarmee MeetingroomReview het aantal “fake” reviews wil terugdringen. Daar kan ik niets over vertellen, maar het enige wat ik wel kan vertellen is dat de dienst binnenkort zal overstappen op social login met behulp van Google, Facebook en/of Twitter. Hierdoor zal het aantal fake reviews verder worden teruggebracht.
Op dit moment zegt het bedrijf nog niet veel last te hebben van spam. Wat leuk is om te zien, is dat ze zelf hard aan de weg timmeren om naamsbekendheid te krijgen, en het fenomeen van “reviews” bekender te maken in Nederland. Daarom groeit het bedrijf ook als kool en hebben in de paar weken van hun bestaan al meer dan 200 vergaderlocaties hun pagina geclaimd en aangepast.
In deze tijd waar je al tientallen reviewsites hebt, getuigt het van visie en lef om een nieuwe, uiterst gespecialiseerde reviewsite te lanceren. Aan de andere kant: het feit dat de site zo extreem gespecialiseerd is, kan ook de reden van hun succes worden.
Vergeet niet: meer dan 80% van de online mensheid maakt een keuze op basis van online reviews. Niet op basis van wat er op de diverse websites wordt verteld of beloofd. Dit zal dus ook gelden voor mensen die op zoek zijn naar vergaderlocaties. Echter, wat cruciaal is voor het welslagen van deze site, is dat het bedrijf in staat is de pagina’s met content op de voorpagina van Google vertoond te krijgen, op de relevante zoektermen. Als de content pas vanaf pagina 10 of nog verder wordt vertoond, kan het bedrijf het scoren op basis van organische zoekresultaten wel vergeten en zal het zijn heil moeten zoeken in PPC (=Pay Per Click).
Wellicht is het raadzaam sowieso PPC te doen. Je ziet dat bijvoorbeeld booking.com zowel goed scoort met haar individuele hotelpagina’s, als dat ze verkeer naar zich toe trekken via betaalde kliks.
De klanten die hun medewerking hebben toegezegd zijn echter niet de kleinste. Zo hebben bijvoorbeeld Novotel, Ibis, Mercure en La Place Vergadercentra al toegezegd gebruik te willen maken van MeetingRoomReview. Ik blijf het bedrijf in de gaten houden en zodra er nieuws over te melden is, zal ik het zeker doen.
Wel heb ik even snel een onderzoek gedaan en heb ik een vijftal grote (en dure!) locaties bekeken, die op de site staan vermeld, die ik zelf ken. Het opvallende vond ik dat die bedrijven nu bezig gaan met een reviewservice (wat ik op zich een heel goed initiatief vind!), maar op Google nog niet eens minstens vijf reviews hebben, waardoor er nog geen sterretjes bij hun lokale bedrijfsvermelding worden getoond. Dat is natuurlijk een enorm gemiste kans.
Het is goed om je reviews te spreiden, maar ik zou als bedrijf zeker beginnen om op de grootste zoekmachine ter wereld als eerste een degelijke vermelding te krijgen.
“Geeft en u zal gegeven worden.”, heb ik ooit eens ergens gelezen. Vanuit dat perspectief zul je dus ook reviews moeten schrijven, om reviews te ontvangen. Voordat ik je vertel wat nu eigenlijk een review is en hoe je een goede review schrijft, eerst even een leuke tip, die ik ooit eens ergens las.
Je hebt natuurlijk een Google+ Lokaal pagina, of zoals die tegenwoordig heet: een Google Places Zakelijk pagina. Nou, als je inmiddels niet het spoor bijster bent met alle benamingen van Google voor hun bedrijfsvermeldingen met sociale mogelijkheden, dan vind ik dat heel knap!
In elk geval: log in en kies je zakelijke pagina als actieve gebruiker, om het zo maar te zeggen. Post vervolgens een review op de zakelijke Google pagina van een bevriend bedrijf, dat ook actief is op Google+. In een aantal gevallen krijg je dan ooit spontaan een review terug.
Maar goed: wat is een review en hoe schrijf je een review? Van origine is een review een korte beschrijving of beoordeling van een boek, een flim, theatervoorstelling, artikel enzovoorts. Reviews zijn ook vaak academische oefeningen die een student moet uitvoeren, om zo de regels en eisen voor reviews letterlijk in de vingers te krijgen.
Reviews kunnen formeel zijn en informeel; dat is grotendeels afhankelijk van je lezers. De meeste academische reviews zijn formeel opgesteld. Een paar regels die gelden voor formele reviews:
De basisstructuur voor reviews is op zich geen “rocket science” en is als volgt:
Een paar tips die je kunnen helpen bij het schrijven van een review:
Deze punten komen van een academische site. Maar met enige creativiteit kun je ze gemakkelijk ombuigen en toepassen op reviews van een restaurant, een ijssalon, een groenteboer of je advocaat.
Reviews zijn belangrijk, dat kan ik ook niet vaak genoeg benadrukken. Op dit moment ben ik bezig voor een tandarts uit Apeldoorn een goede reviewstrategie uit te werken. Zodra die gereed is, zal ik daar wat meer over vertellen.
Ik vertelde je in podcast 44 over die 19 bedrijven die bij elkaar een boete van US$350.000 hadden gekregen voor het posten van fake reviews.
Als dit de prijs kan zijn die je als “reputatiemanagement”-bedrijf kan betalen voor je acties, dan… Hmmm… Daarmee schept deze actie een precedent en zal mensen en bedrijven die snel geld willen verdienen met het posten van fake reviews toch eens een keertje extra achter de oren doen laten krabben.
Het reviewfilter van Yelp is soms voor specialisten zelfs een groot vraagteken, laat staan voor bedrijven! Ook kennen bedrijven vaak de bepalingen van reviewsites niet en hebben ze geen idee wat wel en niet mag.
Op het “Moz blog” kwam ik een artikel tegen, dat is geschreven door David Mihm, een wereldwijd erkende lokale SEO specialist. De titel van het artikel luidt: “Operation Clean Air: Clearing Up Misconceptions of Yelp’s Review Filter”.
Als eerste: het meest agressieve reviewfilter is niet het meest succesvolle reviewfilter
Het reviewfilter van Yelp staat bekend als het meest agressieve filter. Maar daarmee is het nog niet het beste of meest succesvolle review filter. Want het lijkt erop, alsof teveel reviews onterecht als spam of fake worden beoordeeld.
Punt twee: gefilterde reviews zijn niet hetzelfde als frauduleuze reviews
Yelp geeft zelfs toe, dat sommige reviews onterecht worden gefilterd, omdat ze de reviewalgoritmes op de verkeerde punten triggeren. In podcast 36 vertelde ik je over het onderzoek dat twee wetenschappers van Harvard hadden gedaan naar het Yelp reviewfilter. Daaruit kwamen de volgende conclusies naar voren:
De onderzoekers gebruiken statistische vergelijkingen om hun conclusies te bewijzen. Voor hun conclusies kun je ook heel andere (voor de hand liggende) oorzaken aanwijzen:
Punt drie: gefilterde reviews zijn geen zinloze reviews
Dit komt dus doordat relatief vaak reviews ten onrechte achter de captcha verdwijnen.
Aan de andere kant biedt je dat ook weer een leuke kans!! Kopieer/plak de review op je eigen site, als je daarvoor toestemming krijgt van de originele poster. Je hoeft niet bang te zijn voor duplicate content, want de zoekmachines kunnen niet lezen wat er achter de “captcha” verborgen zit.
Vierde punt: gefilterde reviews zijn niet voor eeuwig verloren
Ik heb het hier ook al eens eerder over gehad. Als de reviews zijn gefilterd van iemand die zijn of haar profiel slechts beperkt had ingevuld, maar opeens het profiel volledig gaat invullen, van een foto voorziet, de Yelp app op de smartphone downloadt en gebruikt, vrienden wordt met andere Yelpers enz. kunnen die reviews dan opeens alsnog zichtbaar worden.
Nu ik het toch over Yelp heb, eventjes een korte statusupdate over de integratie van Qype en Yelp. In podcast 36 had ik het ook hierover. Na Ierland, Spanje, Italië, Frankrijk en Brazilië zijn nu de gegevens, foto’s en reviews van Qype UK ook samengevoegd met Yelp. Hiermee wordt Yelp in het Verenigd Koninkrijk de marktleider op het gebied van bedrijfsreviews.
Ik ben toch wel heel benieuwd hoelang het nog duurt, totdat de Nederlandse Qype is geïntegreerd in Yelp Nederland.
Verder vind ik het uitermate interessant om te zien hoe het gevecht om de titel van de beste reviewsite zich ontwikkelt. Google is tenslotte ook druk aan de weg aan het timmeren en die heeft natuurlijk het voordeel dat ze een schier onuitputtelijke hoeveelheid geld achter de hand hebben om leuke dingen te doen.
Ooit –in een tijd heel, heeeel lang geleden– kon je hogerop komen in de zoekresultaten door reacties met backlinks naar je eigen sites of artikelen te posten in weblogs. In het Engels heeft dit verschillende benamingen: “blog spam”, “comment spam” of “social spam”. En niet alleen weblogs, maar ook wikis, gastenboeken en online fora waren geliefde doelen voor de spammers.
Het doel was dus om backlinks te krijgen, liefst zoveel mogelijk. Het ging er de spammers niet om, dat mensen op die links moesten klikken, maar door op deze manier tienduizenden, of honderdduizenden links te creëren, hielp dit bij het scoren in de zoekmachines.
Nu is er een aantal methoden om spam te detecteren. Als eerste kun je natuurlijk elk bericht controleren op bepaalde woorden en op basis van een zwarte lijst, berichten die specifieke, veelal expliciete woorden bevatten, naar de spambox doorverwijzen.
Ook kunnen IP-adressen een mogelijke trigger zijn om te bepalen of een bericht serieus is, of niet. Want vaak maken spammers gebruik van systemen in bepaalde landen, waarvan bekend is dat daar veel spam vandaan komt.
Op www.reputatiecoaching.nl, evenals op tientallen andere WordPress sites heb ik ook last van spam. Ik zie dat er wekelijks tientallen reacties worden gepost op artikelen. Maar hoewel ik bijvoorbeeld niets over Rolex horloges schrijf, denken die spammers dat het zinnig kan zijn een spannend bericht te plaatsen over dit merk horloges!
In WordPress heb je een aantal mogelijkheden om spam te voorkomen, of te minimaliseren. Helemaal voorkomen zal niet altijd lukken, want geen enkel spamfilter is 100% correct. Het kan nog steeds gebeuren dat ofwel een spamreactie wèl door het filter komt, of een geldige reactie ten onrechte als spam wordt aangemerkt.
Onder het kopje “Reacties”, onder de “Instellingen” op je WordPress site kun je diverse instellingen aanpassen. Zo kun je bijvoorbeeld ook helemaal uitschakelen dat mensen reacties kunnen posten. Ook kun je WordPress zo instellen dat een reactie van iemand van wie een eerdere reactie is toegelaten, in het vervolg automatisch wordt toegelaten. En je kunt nog meer instellen…
Maar wat je daar ook instelt, je zult nog steeds een grote hoeveelheid blogspam op je site krijgen. Schakel daarom altijd “Akismet” in. Deze plugin komt standaard mee met WordPress, maar je moet er nog wel iets voor doen om deze fantastische plugin te activeren.
Om te beginnen moet je een account aanmaken op “akismet.com”. De link naar deze site vind je, evenals links naar alle andere relevante artikelen, in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/45/. Op de site zie je een button staan met de tekst “Get a WordPress key”. Die moet je klikken, waarna je je kunt aanmelden.
Kies daartoe een “Personal” key en typ je e-mailadres en gewenste wachtwoord in. Kies vooral een complex wachtwoord. Maar dat doe je natuurlijk altijd al! Je API-key ontvang je dan per mail en die kun je invoeren in de Akismet-instellingen op je WordPress site. Dat doe je onder “Plugins” –> “Akismet”.
De hoeveelheid blogspam die Akismet tegenhoudt is indrukwekkend! Zo heeft de plugin mij in september 2013 behoed voor maar liefst 1.453 berichten. Totaal heeft Akismet sinds december vorig jaar 4.196 spamberichten tegengehouden en maar 5 spamberichten gemist, of ten onrechte als een legitieme reactie beoordeeld. Slechts één legitieme reactie is ten onrechte als spam beoordeeld, sinds ik met het ReputatieCoaching weblog ben begonnen.
Moet je nagaan wat het mij voor werk zou hebben opgeleverd, als ik zelf handmatig al die berichten zou hebben moeten verwijderen.
Wat ik wel af en toe eens doe, is even kijken in de door Akismet als spam gemarkeerde berichten, om te zien of er per ongeluk eentje tussen zit die toch geen spam blijkt te zijn.
Tot zover over blogspam.
In het verleden hoorde en las je dikwijls dat Google jouw site afstrafte, als je fouten had in de HTML-code van je site. Zelf behoorde ik ook tot de groep mensen die dacht dat het zou helpen, als je totaal geen fouten in je HTML-code had en dus spendeerde ik uren en uren om alle fouten eruit te halen.
Pas wanneer de W3 HTML validator groen kleurde en aangaf dat ik 0 fouten op elke pagina had, was ik tevreden over de pagina en kon ik ’s nachts rustig slapen.
Recentelijk verscheen er een video van Matt Cutts, waarin hij de vraag beantwoordt of Google inderdaad incorrecte HTML-code bestraft.
Matt zegt in de video, die ik overigens ook in de show notes heb opgenomen, dat Google incorrecte HTML niet bestraft, omdat anders teveel relevante content niet in de zoekresultaten zou opduiken:
Google moet natuurlijk werken met het web, zoals het er is en niet met een web, zoals ze dat graag zouden hebben. En het web, zoals het er is, bevat veel syntaxfouten en dus moet Google de crawler dusdanig bouwen, dat deze daarmee kan omgaan.
Matt sluit af met nogmaals te benadrukken dat het goed is om valide HTML te produceren. Zoals altijd zegt hij dat het in de toekomst namelijk best eens gebruikt zou kunnen gaan worden als een ranking factor.
Vaak ligt een gouden tip recht vóór je, zonder dat je ’m ziet. Zo zie ik dikwijls bedrijven een vermogen spenderen aan het optimaliseren van hun website om maar zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Er worden fantastische landingpagina’s gemaakt met de mooiste en best-converterende webformulieren.
Ter afsluiting van de topics en tips in deze podcast geef ik je een paar praktische tips die je meteen kunt toepassen om zo je kans op meer telefonisch contact met je prospects te vergroten, terwijl ze niets kosten of bijna niets kosten.
Met deze tips voor het vergroten van je inkomende telefoonverkeer kom ik dan weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Je kunt de Google+ pagina vinden, door te surfen naar www.reputatiecoaching.nl/gplus/. Het zou ook super zijn, als je een review van de podcast achterlaat op iTunes of op LinkedIn.
Zoek op Google op “reputatie” en “itunes” en je ziet meteen de ReputatieCoaching Podcast pagina van iTunes. Door een review te posten op iTunes help je mij om de podcast ook onder de aandacht van anderen te krijgen.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 45 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Keywords: Yelp, Qype, MeetingroomReviews, reviews, blogspam, comment spam, social spam, akismet, WordPress, W3 Validator, Matt Cutts
Tijdens mijn dagelijkse rondreizen door de Blogosphere was ik al vaak de term “Markdown” tegengekomen, maar ik had me nooit verdiept in wat het was en waar je het voor kon gebruiken. Tot recentelijk… En ik ben inmiddels een Markdown-fan!!
Mogelijk duurde het zolang, doordat ik ten aanzien van bloggen een goede en optimale workflow dacht te hebben. Tot ik in Markdown dook…
Markdown bestaat al sinds 2004 en is ontwikkeld door John Gruber van Daring Fireball (i.s.m. Aaron Schwartz) als een uiterst simpele manier om platte tekst te kunnen opmaken, terwijl de opmaak ook leesbaar is als je de platte tekst bekijkt. Het voordeel van Markdown is dat het door middel van simpele programmatuur is om te zetten naar valide (X)HTML, PDF, RTF en andere formaten.
Markdown heeft een aantal voordelen:
Voorheen schreef ik blogposts ofwel in Google Docs, of in WordPress zelf, via de webbrowser. En daarvoor moest ik in beide gevallen online zijn. Ik heb dikwijls geëxperimenteerd met diverse blogging-applicaties, maar door de jaren heen was er nooit eentje die mij echt “pakte”, niet op m’n desktop, noch op mobiele apparaten.
Sinds ik me in de zomervakantie van 2013 heb verdiept in Markdown heb ik de simpele, maar uiterst doeltreffende app ByWord gekocht, op m’n iPad en op m’n desktop/laptop. En het is echt een verademing!
Ik kan nu veel sneller van me af schrijven, bijvoorbeeld doordat ik door middel van ## het equivalent van een H2-header in HTML kan typen, zonder de tekst eerst te hoeven markeren en dan de H2 kiezen uit een dropdown-menu of dit zelf in HTML moet aangeven.
Was het moeilijk te leren? Nee, ik heb welbeschouwd één enkele webpagina gelezen en ben toen begonnen. Tijdens het werken met Markdown liep ik nog wel even tegen een paar zaken aan, die ik niet meteen had begrepen, namelijk het gebruik van tabellen en images.
Images en video plaats ik nu niet in het document in ByWord. In plaats daarvan zet ik op het punt in de tekst waar een foto of video moet komen, een korte markering. Als ik dan gereed ben met het document, publiceer ik het vanuit ByWord als “Draft” naar WordPress.
In WordPress voeg ik dan de gewenste images/video’s toe en maak ik de laatste aanpassingen, voordat ik op “Publiceer” klik in WordPress.
De definitieve RTF-versie van het Markdown document bewaar ik op Google Drive.
De Markdown teksten zelf bewaar ik in een folder op Dropbox: zo kan ik er overal en vanaf alle apparaten bij. En daarmee heb ik ook meteen voordeel van de platte tekst: ik kan het met elke editor bewerken. ByWord stelt je overigens in staat om offline te werken en synchroniseert automatisch al je werk met Dropbox, zodra je online komt.
Mijn workflow is inmiddels als volgt:
Je kunt Markdown vanuit ByWord publiceren in WordPress. Dan wordt er uiterst minimale (clean en valid) HTML van gemaakt. Echter, als je geen ByWord hebt maar toch wilt experimenteren met Markdown, dan kun je ook de plugin Markdown for WordPress in je WordPress blog installeren. Je kunt dan je posts bewerken als Markdown, terwijl ze onderwater toch worden opgeslagen als HTML.
Hmmm… Nee. Ik ben in de korte tijd dat ik ermee werk, echt ontzettend gecharmeerd geraakt van Markdown. Mijn productiviteit, creativiteit en effectiviteit is enorm toegenomen. Dus voorlopig blijf ik echt gebruik maken van Markdown!
Ik raad je echt van harte aan om ook eens te kijken naar Markdown of het mogelijk iets voor jou is, vooral als jij iemand bent die (net als ik) veel schrijft.
Laat me hieronder weten, wat je ervan vindt en of jij ook bent overgestapt.
Denk jij ook over het starten van een weblog voor jouw personal branding? Wil jij ook weten wat je dan als beste domeinnaam moet kiezen? In dit artikel geef ik je een aantal overwegingen waarmee jij een betere keuze kunt maken voor een domeinnaam voor jouw personal branding.
Het blijkt elke keer lastig te zijn voor bloggers in spé: het kiezen van de juiste domeinnaam. En wat daar dan vaak op volgt, is de keuze van de gebruikersnamen voor alle uiteenlopende social media services. In deze blogpost ga ik in op het kiezen van de beste domeinnaam voor jouw personal branding.
Ik kreeg onlangs de vraag van een Nederlandse luisterares die in Duitsland woont. Zij is kunstenares en ze heet “Brechtje Hendriks”. Eerder heeft ze in podcast 37 ook een paar vragen gesteld en in podcast 41 heb ik kort over het kiezen van een domeinnaam verteld, waarna ik je dit artikel had beloofd.
Ze vroeg nu of het beter was bijvoorbeeld “brechtje.de” als domeinnaam te kiezen voor haar persoonlijke blog met artikelen over haar schilderijen, of “brechtjehendriks.com”. Bij deze laatste had zij het idee dat Google een dergelijke domeinnaam niet meer op prijs stelt, sinds de zogenaamde EMD-update.
EMD staat voor “Exact Match Domain”. Google heeft in het verleden geconstateerd dat websites met domeinnamen als “cheaphotelnewyork.com”, “buyviagraonline.nl” en “affordable-rolex-watches.com” werden misbruikt voor het onrechtmatig hoog scoren in de zoekresultaten, waarbij door middel van bijvoorbeeld affiliateprogramma’s of PPC-advertenties (PPC = Pay Per Click) veel geld werd verdiend door de site-eigenaren.
Op zich is daar niets mis mee, maar Google heeft als doel om zo goed mogelijke zoekresultaten te bieden voor een optimale gebruikerservaring. Dan helpen dit soort –veelal “crappy”– websites niet echt.
Dus heeft Google omstreeks eind september 2012 een aanpassing in haar algoritmes doorgevoerd, waarbij websites met dit soort domeinnamen, waarvan het meer dan overduidelijk is dat ze misbruikt worden, lager scoren in de zoekresultaten dan voor die tijd. Hierdoor komen de betere resultaten dus weer bovenaan.
In de vorige alinea schreef ik al “waarvan het meer dan overduidelijk is dat ze misbruikt worden”. Google is inmiddels in staat goed te beoordelen of een domeinnaam met de bijbehorende content wordt misbruikt of niet, in elk geval voor de Engelstalige domeinnamen en websites. Natuurlijk doet zij haar best om dit ook in alle andere talen te realiseren.
Op YouTube kwam ik een leuke Engelstalige video tegen met daarin uitleg over wat de EMD-update eigenlijk is. Deze keer eens geen video van Matt Cutts ;-).
Het nadeel van een domeinnaam met alleen je voornaam is dat je veel verkeer naar je site trekt, van mensen die op zoek zijn naar een naamgenoot met dezelfde voornaam, maar niet specifiek naar jou!
Zo krijg je dus “verdwaald” verkeer op je site, hetgeen dan weer resulteert in een hogere “bounce rate”. Dat zijn mensen die je site bezoeken en binnen een paar tellen weer weg zijn. Dit soort verkeer wil je eigenlijk niet op je website, omdat een hoge “bounce rate” een negatief effect kan hebben op je positie in de zoekresultaten.
Maar loop je dan het risico dat je wordt afgestraft als je je volledige eigen naam (dus voornaam en achternaam) gebruikt in combinatie met een top level domain, als .de, .nl, .com of .info?
Nee, daarvoor hoef je je geen zorgen te maken. Google is heus wel in staat om spammy sites als ik hierboven beschreef te onderscheiden van legitieme websites.
Hou je eigen domeinnaam wel herkenbaar en maak het niet te complex. Als je bijvoorbeeld “Iwan Gerstanovitsj”, kan het wat lastig zijn om een bijbehorende domeinnaam bijvoorbeeld over de telefoon door te geven aan iemand.
Als je een artiest bent met een eigen artiestennaam, of je werkt in het algemeen onder een pseudoniem, raad ik je aan die naam te gebruiken. Let wel op dat je zeker weet dat je je naam niet snel zult veranderen (zoals de zanger “Prince” uit de vorige eeuw), want dan kom je voor een aardig complexe operatie te staan, die ik je ooit wel eens in een apart artikel wil uitleggen.
Met andere woorden: gebruik de naam waarop mensen jou het meeste zullen zoeken en je het minste “verdwaalde” verkeer naar je site krijgt.
Op basis van wat ik hiervoor heb beschreven, adviseer ik Brechtje dus de volledige domeinnaam te registreren. En omdat zij Nederlandse is, die in Duitsland werkt en woont, maar haar schilderijen in principe wel over de hele wereld wil verkopen, is mijn advies om meteen de volgende domeinnamen vast te leggen:
Ook al zou ze niets met de .nl en .de willen: door zelf deze domeinnamen te claimen, voorkomt ze dat mensen in de toekomst online misbruik kunnen maken van haar (domein)naam. Maar je hoeft echt niet zo ver te gaan om ook .biz, .cc, .eu, .tv of andere semi-exotische top level domeinnamen te claimen. Kies (indien mogelijk) de .com, .nl en in dit geval ook de .de. Dat is in de meeste gevallen voldoende.
Hoewel buiten de scope van deze blogpost en de vraag die hieraan ten grondslag lag, is het dan het eenvoudigste om WordPress te (laten) installeren op de .com-site en zo snel mogelijk beginnen met de personal branding onder de best herkenbare domeinnaam. In diverse podcasts en andere weblogartikelen heb ik al eens beschreven wat mijn redenen hiervoor zijn, dus dat laat ik achterwege.
Ik ken mensen die letterlijk binnen een paar uur na het claimen van hun persoonlijke domeinnaam al relevante blogs hadden die hoog in de zoekresultaten scoorden.
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Ik ben op dit moment nog steeds op vakantie. Inmiddels is dit de laatste week en volgende week maandag heb ik weer al het nieuws doorgespit om je bij te kunnen praten over de laatste ontwikkelingen op het gebied van lokale SEO, content en video marketing en reputatiemanagement.
Evenals de podcast van vorige week heb ik ook deze podcast vóór onze vakantie ingesproken en ook nu breng ik je een paar nieuwtjes en wetenswaardigheden, in combinatie met wat evergreen content.
Allereerst wil ik het vandaag hebben over het kopen van reviews en de prijzen van reviews, waarna ik automatisch op Yelp kom, die het daar beslist niet mee eens is. Via Yelp kom ik op de lokale ranking factoren in Google voor 2013. En inmiddels heb ik al ruim twee maand het effect van de plugin “Tweet old post” kunnen meten. Dus ook daarover meer.
Verder wordt het steeds belangrijker dat je ook met je website gaat scoren in Bing en is de vraag aan Google of het gebruik van stockfoto’s een negatief effect heeft op je rankings.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 39e ReputatieCoaching Podcast.
Voordat ik overga op de onderwerpen van vandaag wil ik nog even terugkomen op de podcast van vorige week. Daarin had ik het over evergreen content. Heb jij al eens nagedacht over wat voor soort groene en bovenal tijdloze content jij kunt produceren voor jouw business?
Neem gerust contact op, als je hier wat tips voor wilt hebben. Post een reactie onderaan de show notes van deze podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/39, spreek een bericht in op de ReputatieCoaching Hotline op 084 – 883 15 56 of spreek een voicemail in door middel van de tab aan de rechterkant van de pagina op de site. Natuurlijk kun je ook een berichtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Vorige podcast had ik het ook over backups en voornamelijk het backuppen van de foto’s op je smartphone. Maar nu wil ik toch even een verhaal aanhalen over backups in het algemeen.
Vorige week hoorde ik namelijk weer een horror-story over backups. Het bleek dat een gerenommeerd bedrijf jarenlang haar SAP-data met alle bedrijfsgegevens keurig dagelijks dacht te archiveren op tape. Maar toen een consultant probeerde een tape terug te zetten, bleek er niets op te staan. Ongeacht welke tape hij probeerde terug te zetten: ze waren allemaal leeg! Het bleek dus dat het bedrijf in kwestie jarenlang helemaal geen backup had van haar bedrijfskritische data. Moet je je eens voorstellen wat voor ellende het bedrijf zou hebben ondervonden, als het ooit eens alle bedrijfsgegevens kwijt zou raken!
Dit is niet eerder aan het licht gekomen, omdat nooit iemand heeft geprobeerd de backup terug te zetten. Ik neem aan dat binnen het bedrijf waar jij werkt, ook met enige regelmaat backups worden gemaakt… Maar heeft iemand al eens geprobeerd een backup terug te zetten? Ik zou het maar eens proberen!
Ook als je thuis backups maakt: controleer eens of je wel daadwerkelijk data opslaat… En als je backups maakt van je weblog: bekijk eens zo’n backup op Dropbox, pak ‘m uit en zie of alles er wel in zit…
Dan over op de daadwerkelijke onderwerpen voor deze podcast.
In Amerika is het helemaal hot. Daar schijnen ondernemers te worden overladen met e-mails die hen aanbieden om goede Google reviews te posten. Ook als je even gaat Googelen op zoek naar waar en hoe je Engelstalige Google reviews kunt kopen, dan vind je de aanbiedingen te kust en te keur. Je vindt ze niet alleen als bedrijf via de zoekmachines, maar de bedrijven adverteren ook brutaal op sites als eBay.
Op Marktplaats vind je ze echter niet, maar ook als je gaat zoeken op “reviews kopen”, dan vind je teksten zoals ik in de show notes heb opgenomen:
De bekende local search specialist Mike Blumenthal ging ook op onderzoek uit. In Amerika kwam hij ook niet alleen sites tegen waar je 5-sterren reviews kon kopen, maar ook sites waar je Google+ volgers kunt kopen. Hij rekende uit dat een 5-sterren review gemiddeld US$1,40 per stuk kost.
Ik kon in Nederland niet zo snel een site vinden die echt reviews te koop aanbiedt. Wel vond ik een aantal sites die Facebook Likes en Facebook, Twitter en Pinterest volgers aanbieden. De prijs voor een Like, of een Twitter volger is slechts een paar cent! Je kunt zelfs Duitse Facebook likes kopen. Ongelofelijk!
Hoever wil je gaan? Ik heb al een paar keer met ondernemers te maken gehad, die volgers op een Twitter account hebben gekocht, of Pinterest volgers enzovoorts. Maar afgezien van het bedrag wat je hiervoor betaalt: wat is hier nu de waarde van? Je hebt wat “social proof”, maar hoe geloofwaardig komt het over als je een hele grote -maar bovenal stilzwijgende- schare van Twitter-volgers hebt?
Iedere keer als ik dit te horen krijg, raad ik het de mensen af. En als ze besluiten het toch te doen, dan haal ik mijn handen er af. Ik wil niet met dit soort praktijken worden geassocieerd.
Een tijdje geleden had ik een tandarts die heeft gewoon een mooie Oral B elektrische tandenborstel verloot onder de eerste 50 likes! En die had hij binnen een paar dagen! Dan beloon je tenminste mensen voor het Like’n van je site en je content.
Maar terug naar reviews. Google is tegen op het commercieel verkrijgen van reviews, evenals Yelp. Yelp heeft in het verleden al dikwijls bedrijven 90 dagen lang aan de virtuele schandpaal genageld door een bericht op de Yelp-pagina van het bedrijf te posten, dat het bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan het illegaal verkrijgen van reviews.
Eerder deze maand heeft Yelp weer acht bedrijven gelynched. Daarvan heb ik een afbeelding in de show notes opgenomen.
“We caught someone offering up cash, discounts, gift certificates or other incentives in exchange for reviews about this business. We wanted you to know because buying reviews not only hurst consumers, but also honest businesses who play by the rules.
Check out the evidence here.”
Google is wat dat betreft nog wel wat milder: het enige wat op Google+ kan gebeuren is dat reviews niet worden vertoond. Je wordt niet meteen online besmeurd met virtuele pek en veren.
Iedereen weet inmiddels wel dat goede reviews helpen bij het opbouwen van je online reputatie en mogelijk ook het hoger scoren in de zoekresultaten, alhoewel dit laatste nog ter discussie staat. In elk geval helpen veel sterretjes en positieve verhalen over je bedrijf bij het werven van klanten die op zoek gaan naar reviews.
Maar als je geen reviews mag kopen en mensen ook niet mag belonen voor reviews… Hoe zorg je er dan voor dat je een gestage stroom van nieuwe reviews op gang brengt?
Tja, allereerst moet je natuurlijk tevreden klanten of patiënten hebben. Daar moet je al hard voor werken, temeer daar je ontevreden klanten vaak het snelst geneigd zijn een negatieve review te posten. Je moet er continu aan werken om te weten wie je positief gestemde klanten zijn en wie ontevreden is. Afhankelijk van het type business waar je in zit, zou je sowieso al regelmatig een soort van klanttevredenheidsonderzoek moeten uitvoeren.
Als je weet wie je tevreden klanten zijn, moet je ze vragen een testimonial of online review te plaatsen. Als je handig bent, verzamel je niet alle reviews op één site, maar spreid je je kansen en je risico, door reviews te verzamelen op Google+, Yelp en Facebook. Daarna kun je nog eens kijken naar andere sites, zoals bijvoorbeeld “allebedrijvenin.nl”, YelloYello.nl, Tupalo.nl enzovoorts.
Als een klant zegt dat hij/zij met alle plezier een review schrijft, wacht je een paar weken. Wel kun je die persoon ook vragen waar hij of zij de review gaat posten. Als het na een paar weken nog niet is gebeurd kun je het laten zitten tot een volgend moment dat je die klant of patiënt weer ziet, of je kunt een vriendelijke reminder sturen.
Bewaar ook alle geposte testimonials in een apart document, dat je goed opslaat. Zo kun je de testimonials ook nog gebruiken, mochten ze een keer onverhoopt online verdwijnen.
Als je eenmaal een testimonial van een goede en tevreden klant hebt, kun je ook vragen of zij of hij bereid is een videotestimonial te doen. Dat is natuurlijk nog veel krachtiger, zeker als je meerdere video reviews op je website hebt staan!
Wees voorbereid op het feit dat nog niet veel mensen reviews of testimonials posten. Ik heb wel eens gezien bij ondernemers dat ze een soort van stroomdiagram voor de klanten hadden gemaakt, zodat een klant zelf snel en eenvoudig kon kiezen waar en vooral hoe hij een review kon posten.
Wat je ook kunt doen is na bijvoorbeeld een bezoek of behandeling je patiënten of klanten een mail sturen met daarin de vraag hoe hij of zij het heeft ervaren. Daar is op zich niets mis mee.
Al met al gaat het pas fout, als je gaat betalen of belonen voor de reviews. Dus blijf daar verre van!
Reviews hebben vaak vooral invloed op de plaats in de lokale zoekresultaten. David Mihm is een wereldwijd erkende specialist op het gebied van ranking in Google+ Lokaal. Elk jaar publiceert hij samen met tientallen andere wereldbekende specialisten een lijst met alle factoren die volgens hen van invloed zijn op de lokale zoekresultaten.
Recentelijk heeft David Mihm, samen met een groot aantal specialisten de lijst voor 2013 opgesteld. De namen van al deze specialisten heb ik opgenomen in de show notes en ik zal ze in de podcast niet allemaal opnoemen:
Ongeacht wie je van deze imposante lijst op Internet opzoekt, je vindt geheid honderden verwijzingen naar zijn of haar naam. Dit is echt de crème de la crème met kennis van lokale zoekmachine ranking in de wereld.
In de show notes vind je een link naar het artikel op moz.com, waar alle factoren staan beschreven met een toelichting. Op zich is een aantal factoren de afgelopen jaren aardig constant gebleven, zoals:
Wat wel duidelijk is, is dat het belang van reviews toeneemt, evenals de kwaliteit van de bedrijfsvermeldingen. Kwaliteit geldt daar inmiddels boven kwantiteit. En evenals in de organische resultaten wordt het misbruiken van trefwoorden in de bedrijfsnaam ook afgestraft.
Deze analyse van David Mihm gaat voornamelijk over Amerikaanse sites. Daar is een aantal sites waar je per se gelist MOET zijn met je bedrijf, wil je enige kans van scoren in de lokale zoekresultaten hebben. In Nederland is het niet altijd even duidelijk, welke sites Google hier nu als belangrijk bestempelt. Het ligt voor de hand dat in elk geval de Kamer van Koophandel gegevens en de bedrijfsgegevens op de Telefoongids.nl als erg zwaarwegend worden meegenomen.
Daarna volgt een groot aantal sites, waaronder natuurlijk Google+ Lokaal, Yelp, TomTom Places, Facebook, allebedrijvenin.nl, openingstijden.nl en nog tientallen andere. Dat is precies de reden dat ik je aanraad om je bedrijf op zoveel mogelijk algemene sites aan te melden, evenals op lokale en branche-specifieke sites.
En om je daarbij te helpen heb ik ook afgelopen week weer een paar instructievideo’s gepubliceerd, zodat je zelf snel en eenvoudig je eigen bedrijf nog beter op de kaart kunt zetten.
Nu ik het daarover heb, over die instructievideo’s. Ik ben eigenlijk erg benieuwd of jij ook iets doet met die instructies. Controleer je bijvoorbeeld of je bedrijfsgegevens wel kloppen op die sites en meld je je ook aan, als je ziet dat je niet vermeld staat? Heb je überhaupt iets aan die video’s, of zijn ze wat jou betreft volledig overbodig, omdat je toch wel weet hoe je het beste je bedrijf overal kunt promoten? Laat het me weten in de reacties onder de transcriptie, of spreek een bericht in op de voicemail of op de Hotline.
Laat het me ook weten, als je nieuwsgierig bent naar bepaalde specifieke sites, of je je daar moet aanmelden en zo ja: hoe? Ik help je graag verder, maar het helpt mij als ik weet waar jij als luisteraar behoefte aan hebt. Dus: laat het me weten!
Binnenkort zal ik een speciale instructievideo maken, waarin ik je laat zien hoe je te weten kunt komen op welke lokale of branche-specifieke sites je concurrenten allemaal staan. Want als je in staat bent om jouw bedrijf vermeld te krijgen op alle sites, waar al je grootste concurrenten staan en nog een aantal sites waar bedrijven vaak niet staan vermeld, heb je een gerede kans om boven je concurrenten te scoren in de lokale zoekresultaten.
En zoals ik al vaker heb gezegd: het belang van scoren in de lokale zoekresultaten wordt al maar groter dan de positie van je bedrijfsvermelding in de organische resultaten.
Op de videomarketing tips van vorige week heb ik dan ook meteen een aanvulling… Namelijk, als je een bedrijfsvideo post op YouTube, zet in de beschrijving van de video ook je bedrijfsvermelding, dus: de naam, het adres, de postcode, plaats en het telefoonnummer van je bedrijf. Als je mijn video’s aandachtig hebt bekeken, heb je kunnen zien dat ik hier ook vaak gebruik van maak.
Laatst heb ik in podcast 29 beloofd na een tijdje terug te komen op het effect van de plugin “Tweet Old Post”. Welnu, deze podcast lijkt me een mooi moment, want dat is al weer een goede 10 weken (ofwel tweeeneenhalve maand) geleden.
Ik zal je nu daar alles over uit de doeken doen. Allereerst: welke site was het? Omdat ik de meting niet wilde verstoren heb ik dat stil gehouden, maar nu zal ik je het vertellen. Het is een site die ik ooit hebt gemaakt om mogelijk extra verkeer te genereren voor de trouwreportages van Allround Fotografie, te weten: www.trouwdag-tips.info.
Lange tijd heb ik daar zelf artikelen op geschreven, leuke artikelen door anderen op laten publiceren en links naar andere artikelen op Internet geplaatst. Maar de site was op sterven na dood, omdat ik door al mijn andere activiteiten daar geen tijd meer voor had. Het enige wat ik af en toe nog deed, was verzamelingen met links naar leuke artikelen posten. Dat proces had ik dermate vereenvoudigd, dat het mij dagelijks een paar minuten kostte om een paar links te verzamelen en te publiceren.
In de afgelopen 10 weken heb ik af en toe nog eens een link-lijstje gepost, evenals ik voor die tijd deed. De pagina met zo’n lijstje werd gepost en gedeeld op de Facebook fanpagina. Naast het activeren van de plugin en deze actie heb ik verder niet veel gedaan. Dus is mijn mening dat het een redelijk representatieve test is voor het effect van de plugin, sinds ik mijn grote inspanningen rond september/oktober 2012 heb gestaakt.
Ik moet zeggen dat ik op Twitter de afgelopen weken nog wel eens wat reacties heb gekregen, dat ik “oud nieuws” aan het tweeten was. Daar heb ik niet op gereageerd en heb ik gewoon voor lief genomen. Ik wilde de resultaten echt zo min mogelijk beïnvloeden.
Nu ben je natuurlijk nieuwsgierig naar het effect van de plugin. Nog even ter informatie: het gebruikte Twitter-account heeft op dit moment 991 volgers. Helaas ben ik vergeten te onderzoeken hoeveel volgers er in de afgelopen twee maanden zijn bijgekomen. Maar ik zag wel dat er elke week een paar volgers bij kwamen, terwijl dat voorheen ook stil stond.
Ik zal je niet langer op mijn bevindingen laten wachten. Ja, het had echt effect. VEEL effect! In de show notes kun je de grafiek zien vanaf 1 oktober 2012 tot en met 12 augustus 2013. In die grafiek zie je hoe vanaf begin juni het aantal bezoeken via sociale verwijzingen is toegenomen. Dit is dus puur als gevolg van de plugin:
Om e.e.a. nog beter toe te lichten: in de periode 1 oktober 2012 tot en met 10 juni 2013 heeft de site in totaal 52 bezoekers gekregen via Twitter. Dat is grofweg zo’n 7 per maand.
In de periode van 1 oktober 2012 tot en met 12 augustus 2013 heeft de site maar liefst 322 bezoekers via Twitter gekregen. Dat zijn er dus 322 – 52 = 270 in een periode van ongeveer twee maanden. Dat komt op een gemiddelde van zo’n 135 bezoekers per maand: een stijging van iets meer dan 1.900%.
OK, mogelijk is de test niet helemaal wetenschappelijk, maar ik vind dit toch echt een opzienbarend resultaat. Zeker als je groenere content hebt op je site en ook een grotere of actievere groep van Twitter volgers, dan denk ik dat je op deze manier echt meer bezoekers naar je site kunt trekken.
Inmiddels heb ik ook al één opdrachtgever geholpen om de plugin aan het werk te krijgen op zijn WordPress blog. We gaan ook zijn site de komende tijd goed in de gaten houden om te zien of we meer verkeer kunnen creëren, dankzij deze plugin.
Graag help ik jou verder om dit ook voor jouw WordPress site in te stellen. Laat het me maar weten, als je van mijn aanbod gebruik wilt maken. Dan gaan we ook samen er nog eens wat beter aan meten.
Langzaamaan wordt het toch steeds belangrijker dat je ook met je website content beter gaat scoren in Bing, de zoekmachine van Microsoft. Ik hoor je vragen: “Hoezo? Google is toch de grootste?”. Op zich klopt dat, maar Bing is druk aan de weg aan het timmeren en het marktaandeel van Bing neemt ook langzaam maar zeker toe.
Het marktaandeel van Bing in juni 2013 lag volgens Comscore toch 3,5% hoger dan in 2011. Maar zoals ik al eerder zei wordt Bing ook gebruikt als Facebook je geen resultaten kan tonen voor de Graph Search.
Wat voor jou belangrijk is om te weten, is dat Apple binnenkort in het najaar iOS7 zal uitbrengen voor haar apparaten. In iOS7 is binnen Siri, de spraak assistent van de iPhone, Google als standaard zoekmachine vervangen door Bing. Ik heb geen idee hoeveel mensen daadwerkelijk gebruik maken van de spraakherkenningsassistent Siri op de iPhone en dan ook nog eens om gegevens op te zoeken, maar dit zou een verandering in verkeer op je site teweeg kunnen brengen. Ik wilde het in elk geval toch even met je delen, zodat je ervan op de hoogte bent.
Zoals je weet wordt Google niet blij, als zij duplicate content detecteert. Sites die klakkeloos content van andere sites kopiëren konden voorheen nog goed scoren in de zoekmachine, maar dit werkt tegenwoordig niet meer.
Maar veel mensen en bedrijven gebruiken vaak dezelfde stockfoto’s voor hun websites, die ze kopen bij bijvoorbeeld istockphoto.com. Ook is er veel gratis fotomateriaal op Internet beschikbaar en foto’s die je vrijelijk mag gebruiken.
Als je het strikt bekijkt, is het meervoudig gebruik van dezelfde stockfoto, ook al is die gekocht, ook duplicate content. Nu is de vraag of Google pagina’s met stockfoto’s ook sneller als negatief beoordeelt, dan pagina’s waarop geen stockfoto’s worden gebruikt.
Matt Cutts van Google heeft hier een tijdje geleden een video over gemaakt, die ik in de show notes heb opgenomen:
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 39 en mijn naam is Eduard de Boer.
Let wel, ik ben tot en met eind augustus op vakantie, dus ik kan mogelijk niet zo snel reageren op je berichten. Wel doe ik mijn best om af en toe de mail te checken.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen: