Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, leuk dat je erbij bent om te luisteren naar deze 50e aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!
Vandaag is het 11 november, de 315e dag van 2013. We hebben na vandaag nog 50 dagen te gaan en dan is alweer 2014. Vandaag is het Sint Maarten, vernoemd naar Martinus van Tours. Ook is het een feestdag op het eiland Sint Maarten, omdat het op 11 november 1493 door Columbus zou zijn ontdekt. En natuurlijk is het om 11:11 tijd voor de Raden van Elf in den lande om zich te gaan voorbereiden op het komende carnaval.
Frank Grootaarts van Grootaarts Euronics in Nijmegen heeft een leuk bericht op onze Facebookpagina achtergelaten met een vraag over reviews. Die komt zo als eerste aan bod, gevolgd door de vraag van Bart de Boer, een Vertrouwde Google Fotograaf uit Eerbeek, die meer wil weten over het claimen van zijn vanity URL op Google+. En moet je de door Google+ geboden vanity URL accepteren? Ik geef je vijf mogelijke redenen, waarom je de door Google+ geboden vanity URL niet zou willen of moeten accepteren.
Oh, het RSS-probleem met iTunes is nog niet opgelost; het is nog niet duidelijk waar nu de oorzaak ligt. Ik ben er nog mee aan het werk.
Mocht je overigens nog op Hyves actief zijn, dan heb ik slecht nieuws voor je: Hyves wordt een Games netwerk! Afgelopen week bleek ook dat de YouTube en Google+ reacties nu zijn samengevoegd en hebben zowel Facebook als Google+ hun buttons vernieuwd.
Tenslotte heb ik wederom twee educatieve video’s van Matt Cutts. De ene video gaat over het gebruik van schema.org voor video’s en de andere gaat over eventuele nadelen van responsive webdesign versus een aparte mobiele website.
Frank Grootaarts is eigenaar van Grootaarts Euronics, een electronicawinkel in Nijmegen. Dat is tenminste de informatie die ik over zijn bedrijf op zijn Zakelijke Google+ pagina zie. En gelukkig klopt dat met wat ik ook op zijn website www.grootaarts-nijmegen.nl aan content aantref.
Frank is een trouwe luisteraar van de podcast en hij stelde in podcast 37 de vraag hoe hij zijn bedrijf op Apple Maps vermeld kon krijgen. Toen heb ik Frank verteld dat je je bedrijf in elk geval zowel moet aanmelden op Yelp, als op TomTom Places, om zo snel mogelijk op Apple kaarten te komen. Inmiddels heb ik geleerd dat er ook nog andere manieren zijn, maar daar wil ik je verder niet mee vermoeien.
Het bericht van Frank Grootaarts uit Nijmegen op onze Facebookpagina was als volgt:
Dag Eduard,
Ik heb na het lezen van diverse van uw blogberichten, het een en ander gedaan om mijn lokale reputatie te verhogen:
Mijn website www.grootaarts-nijmegen.nl aangemeld op diverse websites zoals yelp, allebedrijvenin, google+ pagina aangemaakt etc. etc. Ook ben ik klanten gaan vragen of zij reviews willen schrijven over ons als hun leverancier. En in 2 weken tijd heb ik 3 reviews op yelp en 5 op google gekregen.
Nu is het leuke dat ik sinds vandaag de mooie oranje sterren ook bij de resultaten van google zie staan! Top!
Alleen begrijp ik de rating niet helemaal hoe Google aan 4,6 komt. Waarschijnlijk haalt google ook nog ergens resultaten vandaan die daarin meelopen waarvan ik mij niet bewust ben.
Tevens heb ik een vraagje: de sterren staan alleen op de hoofdpagina maar niet op zoekresultaten van subpagina’s klopt dat? Of is daar ook nog iets aan te doen?
Geweldige info die u telkens met ons deelt, zeer gewaardeerd!
Mijn antwoord aan Frank op Facebook luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en ontzettend leuk om te lezen dat alles begint te lopen. Ik zag dat je ook al een recensie hebt op allebedrijvenin.nl.
Je bent goed bezig!
Het is heel verstandig om de reviews te spreiden, om zodoende niet op één paard te wedden voor het opbouwen van je reputatie. Blijf dat vooral zo doen, ondanks dat het wellicht op korte termijn meer opportuun lijkt om nog meer recensies op Google+ en Yelp te verzamelen.
Mijn advies is: blijf ze spreiden!
De overige vragen behandel ik in de komende podcast, nummer 50. Die kun je vanaf maandag 11 november om 08:30 uur vinden op: www.reputatiecoaching.nl/50/
In die podcast heb ik ook nog een paar extra bonustips voor je, waar je je voordeel mee kunt doen.
Samenvattend: ga zo door!
Groet, Eduard.
Frank, leuk dat je nu ook daadwerkelijk resultaat ziet! Ik heb eens één en ander nagekeken en naar aanleiding daarvan heb ik nog enkele tips voor je. En inderdaad: je moet 5 recensies hebben op Google+, voordat de sterretjes worden vertoond in de lokale zoekresultaten.
Hoe je sterretjes in de gewone zoekresultaten krijgt, is iets waar ik binnenkort een apart artikel over zal schrijven, want dat is iets te complex om dat in deze podcast uit te leggen.
Helaas heb ik voor jij begon geen research gedaan om te zien hoe jouw zaak scoorde in de lokale zoekresultaten, op bijvoorbeeld “electronica Nijmegen”. Heb jij dit toevallig in het verleden bekeken?
Toen ik dat eerder deze week intypte, zag ik meteen jouw bedrijf eruit springen met de oranje sterretjes en de score van 4,6 op de “B”-positie, ofwel: de tweede plaats! Hartstikke goed! Nog even doorgaan en voordat je het weet, zit je op de eerste plaats.
Ik ben benieuwd of je inmiddels ook al wat meer verkeer op je website ziet. In de show notes heb ik voor de andere luisteraars een screenshot opgenomen:
Eerst het antwoord op je vraag, hoe Google aan de 4,6 komt. Op je Google+ Zakelijke pagina zie ik dat je 3 beoordelingen van 5 sterren hebt ontvangen en twee van 4 sterren. Dat is bij elkaar 23. En als je dan het gemiddelde bepaalt (23 gedeeld door 5) levert dat 4,6. Dat is ontzettend goed!
Kijk, het is logisch dat je niet aan de onderkant wilt zitten met allemaal belabberde recensies en lage beoordelingen. Maar 4,6 is ontzettend goed! En het mooie is dat al je concurrenten in Nijmegen liggen te snurken!! Jij bent nu goed bezig met een voorsprong opbouwen voor wat betreft het verstevigen van je lokale online reputatie en het werven van recensies. Ik kan je op een briefje geven, dat als jij in dit tempo doorgaat, kunnen zij jou straks amper meer inhalen. Want het aantal beoordelingen dat jij in twee weken hebt weten te realiseren, kunnen velen slechts van dromen en als ze geluk hebben soms pas in een aantal maanden verwerven!
Frank, ik hoop niet dat je het erg vindt: ik heb je vermeldingen links en rechts eens bekeken en heb naar aanleiding daarvan een aantal tips voor je. Eerst eentje, die er vooral voor is om je voor problemen te behoeden: ga zelf geen recensies voor je eigen pagina’s posten! Dat kan als een boomerang tegen je werken. Ook is het niet geloofwaardig om onder het motto “Wij van WC-eend, adviseren WC-eend” jezelf recensies te geven.
Laat ik beginnen met je een compliment te geven: je bedrijfsinformatie is vrijwel overal keurig consistent. Nu is het de kunst om dat zo te houden. Het enige waar ik zo snel wat inconsistentie tegenkwam, is op Apple Kaarten, de Telefoongids en op Yalwa.nl
Toen ik in de Kaarten app op MacOS X zocht, zag ik dat je bedrijf vermeld staat als “Grootaarts V.O.F.” met weer een andere website, dan die ik elders heb gezien. Ik zou echter even wachten met het ondernemen van actie daarop. De reden daarvoor is, dat je je bedrijf nu hebt aangemeld op Yelp en TomTom Places. Ik zou zeker zo’n twee maanden wachten en het dan nog eens controleren, want ik acht de kans groot dat je gegevens op Apple Kaarten zullen wijzigen, door je aanmeldingen op Yelp en TomTom Places.
De Telefoongids vermelding is weer anders. Daar sta je vermeld met de bedrijfsnaam: “Grootaarts Audio Video Huishoudelijke apparaten” onder de rubriek “Wasmachine en wasdroger”. Volgens mij moet dat beter kunnen.
Het probleem op Yalwa is, dat er twee bedrijfsvermeldingen voor hetzelfde bedrijf staan, te weten:
Nou, die tweede ziet er niet uit en die heeft bovendien minder sterren. Ik zou die laten verwijderen en de eerste claimen en netjes aanpassen.
Verder heb ik niet gekeken op andere sites, waar je citations (of: bedrijfsvermeldingen) zou kunnen achterlaten. Als je wilt, kan ik wel eens vrijblijvend een overzicht maken, waar je collega’s –die op Google dus op “A” en “C” tot en met “G” worden vertoond– zoal staan vermeld. Het “geheim” van scoren in de lokale zoekresultaten is namelijk geen geheim: je moet voornamelijk op dezelfde (en liefst meer) sites staan met je bedrijfsvermelding (en daar hoeft niet eens een link naar je website bij te staan) en recensies verzamelen.
Welnu, dat laatste doe je heel goed en moet je vooral mee door blijven gaan. Maar als je wat hulp nodig hebt bij dat eerste, stuur me dan een berichtje of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline. Dat geldt uiteraard ook voor andere luisteraars: als je een vraag hebt, kun je een bericht inspreken via de tab aan de rechterkant van elke pagina, of op de ReputatieCoaching Hotline op nummer; 084 – 883 15 56.
Dan heb ik nog een paar praktische tips, waar je verder je voordeel mee kunt doen, Frank:
Als er vraag naar is over hoe je video’s goed kunt laten ranken in de zoekresultaten, wil ik daar wel eens een webinar over organiseren, waarin ik dat uitleg. Ik kan je in elk geval vertellen dat het vaak relatief eenvoudig is om video’s hoog te laten ranken. Willen jullie weten hoe je je video’s goed kunt laten scoren, reageer dan onderaan de show notes van deze 50e podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/50/.
Als tweede vraag die van Bart de Boer uit Eerbeek. Bart is –net als ik– een vertrouwde Google Bedrijfsfotograaf. Zijn bedrijfsnaam is foto2b.nl. Naar aanleiding van mijn artikel over claimen van je Google+ vanity URL meldde hij me dat hij alleen maar kon kiezen uit +Foto2bNL of +Foto2BEerbeek. Verder had hij geen keus, terwijl hij juist vanwege zijn Google bedrijfsfotografieactiviteiten +Foto2B360 als vanity URL wilde.
Ik heb hem verteld over de beperkingen die Google aan de vanity URL’s heeft gesteld. Alleen domeinnamen die eindigen op .com kunnen iets kiezen zonder COM erachter. Alle landspecifieke domeinnamen krijgen geforceerd bijvoorbeeld BE, DE of NL aan het einde van de vanity URL. Dat was althans wat ik had begrepen. Maar het bleek dus dat Bart ook Eerbeek erachter mocht kiezen. Ik denk dat dat komt doordat Eerbeek natuurlijk een unieke suffix is, die verder niet voorkomt.
Dat was dus ook het geluk wat ik had met Allround Fotografie, maar waar ik me op dat moment nog niet van bewust was. Ik mocht het koppelstreepje weglaten en omdat de domeinnaam eindigde op .com, kon ik gewoon +AllroundFotografie als vanity URL kiezen.
Het enige wat Bart zou kunnen doen is de domeinnaam foto2b360.com registreren. Op het moment dat ik zijn vraag per mail beantwoordde, was die nog beschikbaar.
Dan kan hij moeiteloos na een tijdje de bijbehorende Google+ pagina met de gewenste vanity URL claimen. De vraag is alleen eventjes of hij al veel op zijn Google+ pagina heeft gedaan, of de pagina al veel in de markt heeft gecommuniceerd. Dan is dit natuurlijk geen optie.
Het voorgaande brengt ons op de vraag, of je de door Google+ geboden vanity URL of URL’s moet accepteren. Nou, je moet het natuurlijk niet. Ik zou me kunnen voorstellen dat je de vanity URL niet accepteert, als:
Die laatste is een natuurlijk een geintje. Maar stel dat je de voorgestelde vanity URL helemaal niet mooi vindt, dan kun je hem dus het beste negeren, of een andere domeinnaam registreren voor je Google+ pagina, om zo de gewenste vanity URL te verkrijgen.
Als laatste over de vanity URL’s. Toen ik mijn eigen persoonlijke vanity URL +EduarddeBoer claimde, vroeg ik me af hoelang het zou duren, voordat ze in de zoekresultaten zouden verschijnen. Ik kan je inmiddels melden dat mijn persoonlijke vanity URL +EduarddeBoer al wel in de zoekresultaten wordt vertoond, maar +ReputatieCoachingNL en +AllroundFotografie nog niet op dit moment. Dat zal dan binnenkort wel komen.
In de screenshot met mijn persoonlijke URL zie je overigens dat Google echt google.com/+EduarddeBoer communiceert als officiële vanity URL. Dus ik raad je aan daar gebruik van de maken en geen andere voorvoegsels, zoals plus.google.com of google.nl te gebruiken. Dat zou in de toekomst wel eens in je nadeel kunnen gaan werken. Net zoals met citations of bedrijfsvermeldingen: wees consistent in wat je communiceert en nu heb je de kans om met iets nieuws te beginnen, dus doe het dan vanaf het begin goed.
Hyves is opgericht in september 2004 en pas toen Hyves al een paar jaar operationeel was, heb ik me ooit ook aangemeld. Net zoals met een aantal andere sociale netwerken, wilde ik het uitproberen en heb een relatief korte tijd persoonlijke updates et cetera gepost, maar het daarna voor persoonlijke contacten al snel verlaten. Op dat moment was ik echter nog niet actief op Facebook, dat kwam pas later.
Maar ik heb het wel lange tijd gebruikt voor AllroundFotografie: zo bleef ik in contact met gefotografeerde bruidsparen en andere opdrachtgevers en postte ik foto’s en flitsende diashows van fotoreportages. In de hoogtijdagen van Hyves scoorde de content die je daar postte ook heel goed in de zoekmachines. Maar sinds de populariteit van Facebook ook in Nederland serieuze vormen aannam, ging het snel bergafwaarts met Hyves. Dat is dan ook de reden dat Hyves het roer omgooit.
Hyves wordt een Games netwerk en stopt met het sociale netwerk. Je kunt al je content zoals foto’s, krabbels, www’s en blogs nog wel downloaden. Daarvoor moet je tussen 15 november en 29 november naar www.hyves.nl/bedankt surfen. Je ontvangt dan je download vóór 31 december.
Vanaf 2 december heb je geen toegang meer tot je Hyves profiel en netwerkpagina’s. Er kunnen dus geen krabbels of status updates meer geplaatst worden of foto’s en blogs gedeeld worden.
Actieve Hyves gamers kunnen vanaf 2 december blijven inloggen met hun Hyves account. Zodoende blijft de spelstatus (je voortgang en credits) behouden.
Meer hierover kun je lezen op de site van Hyves, waarvan ik de link onderaan in de show notes heb opgenomen. Deze show notes vind je op www.reputatiecoaching.nl/50/.
Facebook kondigde eerder deze week een nieuwe “Like” button aan. De welbekende button met de duim omhoog is nu vervangen. Afgelopen woensdag presenteerde Facebook haar nieuwe “Like” en “Share” buttons. Deze werden aangekondigd in een post op het Developers blog van Facebook. In deze aankondiging zei de schrijver van de blogpost, Ray C. He er onder andere het volgende over:
Today, we’re introducing a new design for both Like and Share to help people share more great content across the web. We’re already seeing a favorable increase in Likes and Shares with the new design and will be rolling these buttons out to everyone in the coming weeks. If you are currently using the old Like button, you’ll be automatically upgraded to the new design as part of our roll out.
In de show notes vind je diverse afbeeldingen van de nieuwe “Like” en “Share” buttons van Facebook:
Terwijl Facebook dit met aardig wat tam-tam aankondigde, veranderde Google+ ook haar “Share” button, maar dan in alle stilte. Paul Lindner van Google postte het volgende bericht:
Hi widget lovers. You may have noticed a new look for the +1 and +Share buttons that are consistent with the Follow and Badge widgets. We hope you like them.
You’ll also notice that they scale up beautifully. All of our buttons are now using SVG to render the iconography, and the Roboto font for text. There’s even some SMIL animations hiding in there too. All of this is perfect for your new high dpi laptop, tablet or phone. ‡
Please let us know if they’re working for you and if you have any suggestions. Thanks for using Google+ widgets!
‡ results may vary on IE8 and Gingerbread browsers.
In de show notes heb ik natuurlijk ook de nieuwe Google+ share buttons opgenomen, zodat je die kunt bekijken:
Nu ik het toch over Google+ heb… YouTube en Google+ zijn voor een deel samengevoegd. YouTube wil namelijk de mogelijkheid tot anoniem reageren en spammen op video’s uitbannen. Om de mensen die reageren op video’s te forceren uit de anonimiteit te komen, worden reacties van mensen uit je kringen boven andere reacties getoond.
Je kunt nog wel anoniem reageren, maar YouTube belooft je het volgende:
Eerder deze week kondigde YouTube aan, dat je van deze nieuwe features gebruik kunt maken, als je je Google+ profiel of pagina met je YouTube account hebt gekoppeld.
De eerste video van Matt Cutts van vandaag gaat over schema.org in relatie tot video’s. Schema.org is een manier om in website content aan te geven waar het over gaat. Daarmee geef je dus zoekmachines meer informatie over in dit geval bijvoorbeeld video’s. Maar ook Google Authorship is een vorm van markup.
In de video wordt de vraag aan Matt Cutts gesteld, of Google het aanraadt om schema.org markup bij video’s te gebruiken om zo apart in de Google zoekresultaten te scoren, of niet.
Dat is een heel duidelijk antwoord. En toen ik deze video had bekeken heb ik Matt zijn signaal dan ook meteen ter harte genomen. Voor de nieuwe site van Allround Fotografie, die deze week live gaat, heb ik de video SEO plugin van Joost van de Valk gekocht en geïnstalleerd op de nieuwe site.
Die plugin voegt automatisch schema.org markup toe aan alle pagina’s die video bevatten. De site is op dit moment nog niet live, maar zodra ik je iets meer kan vertellen over mijn bevindingen, zal ik dat zeker doen.
De tweede video gaat over de vraag of een responsive website voordelen heeft, ten opzichte van een meer traditionele “m.”-site, oftewel: een aparte, voor mobiel gebruik geoptimaliseerde website met een eigen hostname:
Maar je moet je verder geen zorgen maken of het één beter is dan het ander. Het gaat erom dat je site de content goed aan gebruikers presenteert, snel is enzovoorts.
Met deze twee video’s kom ik dan weer aan het einde van deze 50e podcast. Doordat ik twee vragen heb beantwoord kwam ik iets minder toe aan het nieuws van afgelopen week. Er waren op zich wel wat interessante zaken te melden, maar die kunnen ook wachten tot volgende week of een andere podcast.
Waar ik echter wel benieuwd naar ben, is wat jij als luisteraar leuker vindt: nieuws, het beantwoorden van vragen, of een mix van beide. Laat het me weten en post je reactie onderaan de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/50/.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 50 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, hallo!! Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 37e ReputatieCoaching Podcast.
In deze podcast geef ik je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor zowel gebruikers, als voor de zoekmachines.
Het was een drukke week in meerdere opzichten… Daarover straks meer. Vandaag breng ik je ook weer een aantal nieuwsberichten en tips, waarmee jij jezelf kunt onderscheiden van je concurrenten.
Wat echter ook belangrijk is: de publicatie van de podcast wordt verplaatst naar maandagmorgen half negen. Ik zal je straks vertellen waarom. Als eerste behandel ik twee vragen van luisteraars van de podcast: eentje die via de site binnen kwam en eentje die ik ontving via de ReputatieCoaching Hotline. Vooral die laatste vraag is ook interessant voor artiesten, kunstenaars en andere visueel georiënteerde creatievelingen, die graag extra exposure willen op Internet.
Het tweede topic waar ik vorige week geen ruimte meer voor had, is WordPress 3.6. Verder vertel ik je waarom je nu toch echt je Google Authorship moet gaan claimen, waarna ik nog wat updates van Google heb.
Nu het stof rond “Corpus Justitia” is neergedwarreld, wil ik je tenslotte daar ook nog één en ander over vertellen…
Maar allereerst kort over de nieuwe dag/tijd, waarop ik de podcast online publiceer…
Ik weet het, het is niet altijd even handig om een regelmatig terugkerend item te verplaatsen naar een andere dag/tijd. In het begin bracht ik de podcast uit op maandagavond. Die heb ik op een zeker moment verplaatst naar de zaterdag, omdat ik het gevoel had dat ik betrekkelijk “oud” nieuws bracht, van ongeveer een week oud.
Voor iemand als ik, die bovenop het nieuws zit, lijkt dit inderdaad erg oud en dus minder actueel. Echter, voor de luisteraars voor wie mijn nieuws bedoeld is om hun voordeel mee te doen voor hun bedrijf, zowel online als offline, is het altijd interessant en is nieuws van een week oud ook nog steeds erg actueel. Zij hebben tenslotte niet de tijd en/of gelegenheid om Internet af te struinen naar deze kennis en informatie en daarom consumeren zij de podcast.
De afgelopen tijd heb ik van meerdere luisteraars te horen gekregen dat ze de podcast pas op maandag downloaden en ergens gedurende de week beluisteren. Dat zag ik bovendien ook terug in de downloadstatistieken van de podcastafleveringen: de meeste downloads zijn op maandag en op dinsdag.
Ik geef toe: zaterdagavond is natuurlijk niet echt “prime time” voor het releasen van een podcast! De meeste podcasts die ik maak zijn meer dan 4.000 woorden en duren door de bank genomen ongeveer zo’n 20 minuten.
Een podcast maken van deze omvang, waarbij ik ook nog eens de volledige transcriptie online zet, kost mij zo’n acht tot negen uur. Soms lukt het me om gedurende de week al stukken te schrijven op basis van wat ik lees, maar vaak merk ik dat het leeuwendeel van het werk toch op vrijdag en/of de zaterdag komt. Nu wil het geval dat die dagen ook de kinderen geen school hebben en we dus dikwijls sociale activiteiten plannen. Dat botst dan vervolgens weer met de podcast, want “papa moet aan het werk voor de podcast”, is dan een veelgehoord excuus.
Dit alles in beschouwing nemende, heeft mij doen besluiten de podcast te verhuizen naar maandagmorgen 08:30. Vanaf dat moment kun je ‘m vanaf nu dus downloaden en beluisteren. Mocht je dus eergisteren al geprobeerd hebben de nieuwste podcast te downloaden: dat is dus ook de reden dat die toen nog niet online stond.
Op deze manier blijf ik in staat om jullie als luisteraars de podcast te brengen, zonder dat dit mijn privéleven en sociale leven volledig overhoop gooit en alles er maar voor moet wijken.
Dan ga ik nu snel over op de daadwerkelijke topics voor vandaag. De eerste vraag is van Frank van elektronicazaak Grootaarts uit Nijmegen. Hij vroeg het volgende:
Dag Eduard,
Ik heb gisteren uw site ontdekt, boordevol interessante info over SEO en zo. Ik heb zelf mijn website gemaakt voor mijn bedrijf, maar ik ben geen professionele website-bouwer. Daarom is de info met name in uw blog zo interessant voor mij.
Ik kwam op uw site omdat ik aan het googelen was waarom mijn bedrijf en die van mijn concurrenten niet in Apple maps werden getoond. Ik begrijp nu dat dat te maken heeft met het niet aanwezig zijn op Yelp en Tom Tom places. Ik heb mij dan ook direct aangemeld.
Ik dacht dat bloggen “uit” was. Want er is toch Twitter en Facebook was mijn redenatie. Is het dan nog wel verstandig om te gaan bloggen? En zo ja is er een manier om te twitteren/facebooken en bloggen waarbij je dan een en dezelfde boodschap verspreid? Met een keer het maken van de boodschap?
Ik heb nog lang niet alle blogs gelezen, maar de info is zo interessant dat ik dat nog zeker ga doen!
Bedankt voor uw duidelijke uitleg over hoe het een en ander werkt.
Groetjes,
Frank
Mijn antwoord aan Frank luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en leuk om te lezen dat je de site en podcast interessant vindt. Het klopt: om in Apple Maps te worden vertoond, moet je inderdaad je bedrijf aanmelden op Yelp en TomTom Places. Daarna duurt het zo’n 2-3 maand, totdat je bedrijf te vinden is.
Wat ook helpt om lokaal te worden vertoond op Apple Maps, Google en Yelp, is het verzamelen van authentieke reviews van tevreden klanten. TIP: ga ze beslist niet faken, want dat wordt inmiddels genadeloos afgestraft.
Mooie site heb je overigens!
Bloggen is beslist niet uit! Dat lees je nog wel, naarmate je meer content op de site consumeert.
Mocht je daarna nog vragen hebben, neem gerust vrijblijvend contact op!
Mvg, Eduard.
En Frank, bloggen (en overigens ook podcasten) is zeker niet achterhaald. Wat veel mensen niet weten, is dat Google bijvoorbeeld maar een heel klein stukje van Facebook kan zien, terwijl het grootste gedeelte dus helemaal niet zichtbaar is.
Bovendien zoeken ook niet veel mensen naar consumentenelektronica op Facebook… Nee, mensen zoeken die toch echt in Bing, DuckDuckGo of Google. Daar kijken mensen naar reviews, unboxing video’s etc. Hoewel je die vraag niet stelde, is mijn advies dat je ook eens kijkt naar andersoortige vormen van content, om je elektronica onder de aandacht van mensen te brengen.
En in antwoord op je vraag: surf maar naar www.ifttt.com. “IFTTT” staat voor “If This Then That”. Dat is een site, waarop je alle social media en meer aan elkaar kunt koppelen en zaken zo kunt automatiseren, dat als je bijvoorbeeld nieuwe content op je website plaatst, je dit ook promoot op Twitter, Facebook, Google+ en andere sites. Neem gerust contact op, als je nog meer vragen hebt, of er niet uitkomt op “ifttt.com”.
De tweede vraag is van Brechtje Hendriks uit Duitsland. Brechtje, steek maar van wal:
Hallo, ik ben Brechtje Hendriks.
Ik ben kunstenares. En ik vroeg me af waar ik het beste foto’s van mijn schilderijen kan neerzetten: op Pinterest, of op Instagram…
Dankjewel. Doei!
Nou Brechtje, leuk dat je die vraag stelt. Ik heb als eerste je site eens even opgezocht, om een indruk te krijgen van je schilderijen. Ik moet zeggen dat je schilderijen op www.brechtjehendriks.com er mooi uitzien!
Maar toen ik verder ging zoeken zag ik dat je ook de domeinnaam brechtje.de gebruikt voor het tonen van dezelfde inhoud. Nu wil het geval dat Google daar niet blij van wordt. Dit kan een negatief effect hebben op je positie in de zoekresultaten. Er zijn wel methoden om de ene website als hoofdsite aan te wijzen, maar daar wil ik nu even niet op ingaan. Als je daar meer over wilt weten, dan weid ik daar een andere keer over uit.
Ik wil nu eerst je vraag beantwoorden of je foto’s van je schilderijen beter op Pinterest, of op Instagram kunt plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je zeker als kunstenaar die scheppend bezig is, zoals jij als schilderes of anderen als bijvoorbeeld een beeldhouwer zoveel mogelijk exposure moet creëren.
Daarom zou ik mezelf zeker niet beperken tot alleen Instagram, of alleen Pinterest. Ik zou de foto’s van mijn kunstwerken ook plaatsen op algemene social media sites, zoals Facebook en Google+. Daarnaast zou ik op het adres van je atelier een Yelp-locatie aanmaken, en op het adres waar je workshops geeft ook. En je moet die locaties natuurlijk ook aanmelden op Foursquare. Vervolgens ga je daar ook foto’s posten van je schilderijen.
En dan zou ik zeker nog een paar volgende stappen doen, namelijk ook de foto’s posten op Flickr, Panoramio en Photobucket. Zorg ervoor dat je bij alle foto’s wel goede teksten plaatst (en natuurlijk ook je eigen naam), want anders zijn ze alsnog niet te vinden in de zoekmachines. Die kunnen namelijk nog geen verklaringen of emoties weergeven bij alleen een foto van een schilderij.
Zoals ik kunstenaars ken, hoort er bij elk schilderij of kunstwerk een verhaal. Waarom spreek je dit verhaal niet in en mix je die audio met de foto van het schilderij en maak je er dus een soort video van, die je dan kunt uploaden op YouTube? Dat maakt jouw schilderijen volgens mij nóg interessanter en dus mogelijk ook gewilder. Ik zag dat je al een videokanaal hebt op YouTube onder de naam “BrechtjeKunst”. Ik zou dat dus verder uitbouwen met aparte video’s met het verhaal achter elk schilderij.
Ik ben benieuwd of ik je hiermee een stukje verder heb geholpen. Laat het me gerust weten, als iets niet duidelijk is, of als je wilt dat ik ergens dieper op in ga.
Afgelopen week kwam ik overigens wel een leuk artikel tegen over Pinterest, wat vanuit dit perspectief interessant is om te delen. De titel van het artikel is: “21% Of Pinterest Users Bought Pinned Products In Stores” en ik las het op SweetIQ.
Dat artikel was gebaseerd op een rapport van de Harvard Business School. De schrijvers van dit rapport hebben onderzocht of de angst voor “showrooming” terecht is. “Showrooming” is een verschijnsel waarbij mensen eerst in de winkel een product bekijken en het dan vervolgens online kopen (en dus niet in de winkel).
Uit het onderzoek bleek dat die angst eigenlijk ongegrond is, want slechts 26% van de 3.000 geïnterviewde mensen bleek af en toe wel eens aan “showrooming” te doen. Maar wat interessanter is, is dat maar liefst 41% ervan vaak aan “reverse showrooming” doet. Dat wil zeggen dat ze eerst een product online opzoeken en onderzoeken op basis van reviews, waarna ze het bij een fysieke winkel kopen.
Pinterest viel bij dit onderzoek echt op. Namelijk het bleek dat 21% van alle geïnterviewde Pinterest-gebruikers een product in de winkel hebben gekocht, na het te hebben gepind, gerepind of ge-liked. En maar liefst 36% van de gebruikers onder de 35 jaar had dit gedaan.
Hieruit blijkt dat winkeliers zich niet echt zorgen hoeven te maken over die trend van “in het echt kijken, kijken maar dan online kopen”. Zij kunnen hun energie beter steken in activiteiten om hun producten via Pinterest onder de aandacht van een breed publiek te krijgen.
Dus Brechtje, als je nog niet zoveel met Pinterest doet, dan raad ik je ook aan om zeker al je schilderijen met een kort verhaaltje erbij (en ook je naam) op Pinterest te zetten. En als je voor een schilderij een bepaalde prijs vraagt, zet die er dan ook bij.
Houd ook rekening met je markt. Richt je je alleen op de Duitse markt, dan kun je prima alleen de teksten in het Duits erbij plaatsen. Maar als je je ook richt op andere landen, dan zou je de foto’s kunnen repinnen met elke keer een titel en beschrijving in een andere taal.
Pinterest is een prachtig medium om visuele producten, zoals in dit geval schilderijen te promoten. Maar zoals ik hiervoor al zei, is het belangrijk er een tekstueel verhaal bij te geven, zodat je content kan worden gevonden door de zoekmachines.
Wat tevens zo belangrijk is voor de zoekmachines, als je je foto’s überhaupt ergens op Internet uploadt, is ze te voorzien van de juiste IPTC metadata. Dat klinkt als een hele mond vol, maar kort gezegd komt het erop neer dat je als het ware “onderwater”, of onzichtbaar tags aan de foto’s toevoegt. Als je hier de juiste trefwoorden in zet, dan maximaliseer je je kansen dat zoekmachines jouw foto’s tonen op basis van die trefwoorden.
Afgelopen week heb ik voor Ordina medewerkers in Eindhoven een training gegeven over hoe zij zich beter kunnen onderscheiden in de sociale media. Eén van de onderwerpen die daarin aan bod kwam, was “bloggen”. Mensen die een blog willen starten, adviseer ik altijd direct om “WordPress” te gaan gebruiken. Ik ken geen ander blogplatform dat zo snel en eenvoudig is te installeren en te gebruiken, als dit pakket.
1 augustus is er een nieuwe versie van WordPress uitgekomen, te weten versie 3.6, met als codenaam “Oscar”. Deze versie is vernoemd naar de jazz pianist “Oscar Peterson”, waarschijnlijk vanwege de multimediale verbeteringen.
De belangrijkste veranderingen in WordPress 3.6 zijn: een nieuw theme, met de naam “Twenty Thirteen” (2013) en een nieuwe revisiecontrole met betere autosave. Ook worden berichten nu gelocked, als iemand ze aan het bewerken is. Dit is vooral handig voor sites met meerdere auteurs. Tevens heeft WordPress 3.6 een ingebouwde HTML5 media player, waardoor je niet meer afhankelijk bent van additionele plugins etc.
Je kunt nu dus ook gemakkelijk audio en video embedden in je site en Spotify, Rdio en SoundClound integreren.
Ook is de menu editor aangepast, waardoor het gebruik ervan is vereenvoudigd.
Op technisch gebied is er een nieuwe audio/video API gekomen, die je toegang geeft tot ID3 tags en ook kun je nu HTML5 markup gebruiken voor zaken als reacties en zoekformulieren. Daarnaast zijn een goede 700 open tickets opgelost.
Google Authorship stelt je in staat om content die je publiceert te relateren aan jou, als originele auteur. Ik heb er al vaker op gehamerd, dat er meerdere redenen zijn om dit te doen. Naast dat dit het aantal clicks op de getoonde zoekresultaten verhoogt, heb ik ooit al eens meer redenen gegeven om Google Authorship in te stellen. Afgelopen week las ik een artikel, waarin ik nóg een reden tegenkwam voor jou om zo snel mogelijk Google Authorship voor jouw content te activeren.
In het artikel wordt namelijk beschreven dat een site-eigenaar zijn content op andere sites tegenkwam, die niet van hemzelf waren. Met andere woorden: er werd dus plagiaat gepleegd met zijn content! Terwijl de originele auteur geen Google Authorship had ingesteld, hadden de fraudeurs dat wel gedaan op de gekopieerde content.
Het resultaat was dat de originele content uit de zoekresultaten verdween door de gekopieerde content en deze laatste dus alleen nog maar kon worden gevonden. Toen de orginele auteur ook Google Authorship had ingesteld, kwam zijn content pas weer terug in de zoekresultaten.
Hoewel niemand buiten Google kan zeggen of op dit moment Google Authorship al als serieuze ranking factor wordt meegenomen, kunnen we hieruit afleiden dat je maar beter –al is het maar uit voorzorg– je eigen content kunt claimen door middel van Google Authorship.
En nu we het toch over Google hebben. In podcasts 14 en 32 had ik het onder andere over mobiele websites en responsive webdesign. Toen vertelde ik dat het steeds belangrijker wordt om je website ook op mobiele apparaten goed te tonen voor een betere gebruikerservaring en daarmee mogelijk ook een hogere positie in de zoekresultaten. En in podcast 31 vertelde ik dat ook laadsnelheid van je pagina’s een factor is, die steeds meer in waarde toeneemt.
Afgelopen week heeft Google ook haar richtlijnen ten aanzien van mobiele sites aangepast. Hierbij wordt de laadsnelheid en alle daaraan gerelateerde vereisten heel duidelijk beschreven. In de show notes heb ik de link opgenomen naar de pagina “Mobile Analysis in PageSpeed Insights” op de Google PageSpeed site.
En toen viel afgelopen donderdag opeens een brief in de brievenbus van Corpus Justitia uit Amsterdam. De brief was gericht aan Suzanne, mijn vrouw. Zij werd gesommeerd om binnen vijf dagen een bedrag van EUR 129,80 te betalen. Als ze dat niet zou doen, zou de aarde nog net niet vergaan, maar dreigde dit incassobureau het haar toch echt wel lastig te maken met deurwaarders, rechtzaken en wat dies meer zij.
Nu weten wij redelijk goed wat wij aan openstaande rekeningen hebben en deze herkende ik niet als zodanig. Dus ging ik op zoek naar meer informatie. In de brief werd verwezen naar de bedrijfswebsite: www.corpusjustitia.com.
Daarop presenteerde het in 1968 opgerichte bedrijf zich als een grote internationale onderneming met 1.370 medewerkers, verdeeld over kantoren in 12 landen. Ondanks dat werd aangeraden dat je schriftelijk moest reageren om bezwaar aan te tekenen, stond er ook een telefoonnummer op de site (en op de brief): 0900-2020794. Hoewel ik al het gevoel had dat het om fraude ging, heb ik toch kort het nummer gebeld. Het was mij al snel duidelijk dat het de fraudeurs te doen was om mensen zo lang mogelijk aan de lijn te houden. Het nummer kostte namelijk EUR 0,45 per minuut met een maximum van EUR 22,50 per gesprek.
Na kort overleg met een bevriende Corporate Information Security Officer van een grote ICT-onderneming besloot ik er dieper in te duiken. Ik was er inmiddels namelijk al achter gekomen dat de domeinnaam corpusjustitia.com pas op 17 april van dit jaar geclaimd was. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd “opmerkelijk” voor een van origine Amerikaans bedrijf dat claimde te zijn opgericht in 1968.
Bij de Kamer van Koophandel vond ik alleen een verwijzing naar het bedrijf, maar dan in Eindhoven. En op het adres dat ik van het bedrijf kon vinden in Amsterdam, kon ik geen enkele verwijzing terugvinden naar Corpus Justitia.
Ook leverde het zoeken naar de letterlijke string “corpus justitia” (met aanhalingstekens) in Google toen slechts zeven resultaten op. Maar daar zat geen enkele verwijzing naar het bedrijf zelf tussen…
Het leek mij voor de hand te liggen dat het bedrijf op z’n minst ook de domeinnaam in elk land zou vastleggen. Maar eigenlijk kwam het niet eens meer als een verrassing, dat de domeinnaam “corpusjustitia.nl” helemaal niet geclaimd bleek.
Dus besloot ik die meteen te claimen en een waarschuwingspagina op “www.corpusjustitia.nl” te zetten. Toen ik daarmee klaar was, was de site nog niet op Internet te vinden. Dus ik heb een aantal vrienden en bekenden benaderd om me te helpen zo snel mogelijk deze site te te promoten, zodra die online kwam. Vanaf ongeveer dire uur werd het feest!
Eerst druppelde het verkeer langzaam binnen: allemaal mensen die op (voornamelijk) Google zochten op: Corpus Justitia. Dat werd al maar meer. De eerste piek was omstreeks 9 uur op donderdagavond 8 augustus: toen had ik 149 bezoekers binnen een uur. Het volgende hoogtepunt was vrijdag omstreeks 9 uur ‘s ochtends. Toen had ik continu meer dan 40 bezoekers gelijktijdig op de site en kreeg ik per uur meer dan 200 bezoekers. Ik was blij dat ik een statische site had gemaakt…
Vrijdagmiddag kreeg ik vanwege mijn initiatieven een voicemail van EditieNL, maar helaas was ik toen even te druk met een paar andere zaken en was ik niet in staat hen van meer informatie te voorzien. Ik had op zich ook niet meer informatie dan de .nl-site en het artikel op m’n weblog.
In die paar dagen heb ik meer dan 3.000 mensen op de site ‘www.corpusjustitia.nl’ gehad en meer dan 1.000 mensen op m’n weblog op basis van deze kleine actie.
Hieruit kun je een paar conclusies trekken:
Als afsluiting over Corpus Justitia… Zoals ik al zei, kon ik zeven pagina’s in Google vinden, toen ik begon met mijn onderzoekje en de domeinnaam registreerde. Helaas heb ik daar toen geen screenshot van gemaakt. Op dit moment levert de letterlijke zoekterm “Corpus Justitia” (dus met aanhalingstekens) al 40.500 resultaten op:
Zoals ik aan het begin van de podcast al zei: het was een drukke week, waarin leuke dingen zijn gebeurd en ik ook weer een boel heb geleerd.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 37 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 19!
Vorige week had ik een leuk interview met Gé Bouma van Bouma Webteksten. Zij heeft veel waardevolle informatie met ons gedeeld over reputatiemanagement: hoe je je online en offline reputatie moet bewaken en wat je kunt doen in het geval van reputatieschade. Zij heeft me afgelopen week een aantal leuke reputatiegerelateerde zaken toegestuurd, waarover ik komende week een blogbericht ga schrijven.
In deze podcast heb ik geen interview, maar wel weer een aantal wetenswaardige tips en nieuwsberichten uit de wereld van online marketing, reputatiemanagement en zoek machine optimalisatie.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Het eerste onderwerp gaat grotendeels over offline reputatie, in relatie tot de vakantietijd die er voor veel mensen de komende maanden weer aan zit te komen. Maar het kan ook gevolgen hebben voor je online reputatie. Als tweede onderwerp heb ik vandaag nieuws over Facebook. En grappig genoeg kan Google+ niet achterblijven, dus heb ik Google+ als derde onderwerp van gesprek met nieuws over Google Places for Business.
Vandaag las ik overigens een leuk artikel op FrankWatching van social media expert en internationaal spreker Jeanet Bathoorn over de 5 A’s voor werkzoekenden. Deze A’s zijn ook voor een groot deel van toepassing voor het verbeteren van je online reputatie, dus daar ga ik ook iets verder op in.
Nu de winter die maar niet op lijkt te willen houden kijken veel mensen reikhalzend uit naar de zomer, lange zwoele avonden en gezellig buiten BBQ’en met vrienden en familie, maar natuurlijk vooral naar de vitamine “V” van “Vakantie”! Het eerste onderwerp voor vandaag gaat over vakantie, reizen, zakenreizen en over legitimatie, met name over het voorkomen van fraude met een kopie van je identiteitsbewijs.
Laat ik voorop stellen: ik ben geen jurist en de juridische zaken die ik hier toelicht hebben betrekking op Nederland en het Nederlandse rechtssysteem. Het is dus niet één op één van toepassing in het buitenland. Maar met de tips die ik je ga geven kun je sowieso je voordeel doen.
Op dit moment zijn websites als hotelkamerveiling.nl erg in trek om goedkope hotelovernachtingen te scoren. Veel mensen maken hier dankbaar gebruik van en kunnen zo voor geringe kosten lekker een weekendje weg naar een hotel.
Maar al te vaak als we ergens in een hotel inchecken, wordt ons gevraagd naar een paspoort of identiteitsbewijs, waar de recepetionist of receptioniste dan even een “kopietje” van wil maken. En naast hotels hebben ook telefoonshops of sportclubs er vaak een handje van om een kopie te willen maken van paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of bankpas.
Zodra er een kopie is gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort heb je geen controle meer over wat ermee kan worden gedaan. Het kan worden gebruikt voor frauduleuze doeleinden, waardoor jouw reputatie ernstige schade kan oplopen. Op die mogelijke schade van identiteitsfraude wil ik nu niet ingaan, maar wel op jouw rechten: wat mag er wel volgens de wet en wat mag er niet?
De korte en iets versimpelde versie van wat er wel en niet mag, luidt: bijna geen enkel commercieel bedrijf met uitzondering van je werkgever, banken en officiële autoverhuurbedrijven die zijn aangesloten bij de BOVAG, mag een kopie maken van jouw paspoort of ander identiteitsbewijs.
Ik hoop dat deze korte samenvatting van wat ik afgelopen week op de website van de Rijksoverheid heb zitten nalezen, jou aan het denken zet… Waarschijnlijk kun je je nog zo een stuk of twee à drie bedrijven herinneren die relatief recentelijk een kopie hebben gemaakt van een identiteitsbewijs van je, of je bankpas etc. Dat mag dus niet en is zelfs bij de wet verboden!
Maar dan eerst: wat is identiteitsfraude? Identiteitsfraude is wanneer iemand anders dan jijzelf gebruik maakt van jouw identiteitsgegevens. Soms is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld een lening aan te vragen of een telefoonabonnement af te sluiten. Daardoor ontvang jij dan dus rekeningen voor dingen die je niet hebt aangeschaft. En als je weigert die rekeningen te betalen krijg jij alle ellende en dus niet de fraudeur.
Wist je trouwens dat jaarlijks een paar honderdduizend Nederlanders op één of andere manier te maken krijgen met identiteitsfraude? In 2011 betrof het maar liefst 5% van alle Nederlanders!
Hoe kun je dit voorkomen? Allereerst raad ik je aan om de links die ik onderaan de show notes van deze podcast heb opgenomen toch eens aandachtig te lezen. Die webpagina’s zijn van de Rijksoverheid en die wil ik hier niet gaan citeren. Maar het is natuurlijk goed om te weten wat jouw rechten zijn en wat er wel en niet mag volgens de wet.
Als iemand je vraagt naar je identiteitsbewijs voor het maken van een kopie, moet je als eerste vragen waarom het nodig is. In een hotel is het bijvoorbeeld niet nodig om al je paspoortgegevens te registreren. Hotels moeten het type identiteitsdocument vastleggen, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, de woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. Meer hoeft een hotel volgens de wet niet te registreren. In andere gevallen (bij andere bedrijven) kan het ook volstaan het type en het nummer van het identiteitsbewijs te registreren, zonder er een kopie of scan van te maken.
Een telefoonshop kan volstaan met het afschrijven van 1 eurocent van je bankrekening die je met je PIN-pas betaalt. Zo toon jij aan de telefoonshop dat jij de eigenaar bent van de bankrekening en dat de bankrekening niet geblokkeerd is of iets dergelijks.
Als er ergens dan toch een kopie wordt gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort, vraag dan de kopie en doe het volgende:
Schrijf door de kopie dat het een kopie is, en voor wie of welk bedrijf de kopie bestemd is. Schrijf ook de datum dat de kopie is gemaakt, erbij.
Streep je BSN (Burger Service Nummer) door, ook in de strook onderaan je paspoort. Vrijwel geen enkel bedrijf of organisatie mag je BSN gebruiken, laat staan vastleggen. Voorbeelden van uitzonderingen zijn: zorgverleners, zoals huisarts, apotheek, en zorgverzekering.
Samenvattend: ik raad je aan om eens de links onderaan de show notes te volgen en iets meer te lezen over wie er wel een kopie mag maken van je identiteitsbewijs. Zo sta je sterker in je schoenen als je een discussie hierover aangaat en kun je mogelijk reputatieschade voorkomen.
Je kunt de transcriptie met de show notes van deze podcast vinden, door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19. Daar vind je dus zowel de tekst van de podcast als nog wat afbeeldingen, foto’s en de diverse links die in deze podcast aan bod komen.
Nu ik het toch even over deze podcast heb: als je de podcast leuk vindt, laat het me dan weten. Vertel erover aan je vrienden of collega’s of laat een review achter op iTunes. Ook stel ik het op prijs als je een bericht achterlaat op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Of geef een “+1” op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).
Je kunt ook een leuke recensie achterlaten op op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Natuurlijk kun je ook simpelweg een reactie posten, onderaan de transcriptie van deze podcast.
Dan kom ik op het tweede onderwerp van deze podcast: Facebook. In de Engelse taal heeft Facebook haar dienst “Facebook Nearby” een andere naam gegeven. De nieuwe naam is nu “Facebook Local Search”. Dit geeft maar eens te meer aan dat Facebook zich echt wil gaan profileren als zoekmachine, toegespitst op de grootste zoekmarkt: de lokale zoekmarkt.
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de meeste mensen zoeken een lokale onderneming als ze een bepaalde koopintentie hebben. De simpelste onderbouwing hiervan is: als je in Eindhoven woont en een pizza wilt eten, dan wil je in de meeste gevallen niet een pizzeria in Groningen voorgeschoteld krijgen. Als je dat combineert met de sociale signalen die Facebook kan halen uit alle Like’s en checkin’s bij bedrijven die de meer dan 1 miljard Facebook-gebruikers in hun app aangeven, dan kun je je voorstellen dat hier een enorme commerciële kans ligt. En die wil Facebook dan ook in de toekomst gaan benutten, is mijn idee.
Hoewel ik afgelopen week een update van de Facebook app kreeg op mijn iPhone, heb ik zojuist gecontroleerd: deze zoekmogelijkheid heet op dit moment nog steeds “In de buurt”.
Over de Facebook app gesproken: wist je dat de Facebook app meer op de iPhone wordt gebruikt om lokaal te zoeken, dan Apple Maps? Logischerwijs staat Google Maps aan kop. Dat komt natuurlijk mede doordat lokale resultaten ook worden getoond in de gewone zoekresultaten op Google. Dus als iemand op Google zoekt naar een kapper in de buurt, dan worden veelal maximaal 7 lokale resultaten getoond, gelabeld “A” tot en met “G”. Als er minder zijn, dan worden er logischerwijs minder getoond.
In 35% van de zoekpogingen wordt op een mobiele telefoon inderdaad Google Maps gebruikt. Facebook komt daar meteen achteraan met 24%. Apple Maps wordt echter maar in 16% van de gevallen gebruikt.
Waarschijnlijk komt dit mede doordat Apple Maps nog niet echt supervolledig is, qua bedrijven die erin te vinden zijn. Ik ben echt benieuwd wanneer Apple hier nu eens iets aan gaat doen, en wat ze er überhaupt aan gaan doen. Ik wacht wel af.
Dit brengt me nog eventjes op de twee instructievideo’s die ik ooit heb gemaakt, die je kunnen helpen om je bedrijf op Apple Maps te krijgen, als je daar nog niet staat vermeld. Controleer dus eerst of jouw bedrijf op Apple Maps is te vinden. Zo niet, meld dan als eerste je bedrijf aan op Yelp. Ga daarna naar TomTom Places, om je bedrijf op TomTom aan te melden. Dan is de kans groot, dat je bedrijf binnen een paar weken vindbaar is in Apple Maps. In de show notes heb ik nog een keertje gelinkt naar die instructievideo’s.
Het laatste nieuwtje over Facebook is dat Facebook binnenkort net als Twitter, Google+, Pinterest en nog een paar social media sites ook de zogenaamde hashtags gaat ondersteunen. Zo kunnen mensen Facebook berichten van tags voorzien, waardoor de berichten later gemakkelijker zijn te vinden. Ook kan dit Facebook helpen trends te herkennen, net als de trending topics op Twitter. En zo kan Facebook langzaamaan de “gepersonaliseerde krant” voor iedere gebruiker worden, een lang gekoesterde droom van Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook.
Na al dit nieuws over Facebook kan ik Google natuurlijk niet negeren. Ik heb inderdaad ook weer een en ander te melden over Google. Voor de lokale bedrijfsvermeldingen hadden we eerst Google Places. Dit is 31 mei 2012 omgedoopt tot Google+ Local. Maar om aanpassingen door te voeren in je lokale bedrijfsvermeldingen moest je dikwijls nog gebruik maken van de oude Google Places interface.
Het is pas sinds kort dat je Google+ bedrijfspagina’s kunt maken, die je dan ook kunt samenvoegen met de Google+ Local bedrijfsvermelding. Met al die benamingen merk je overigens al dat het er niet duidelijker op wordt. En sterker nog, het introduceert ook problemen.
Ik meldde je een paar weken geleden dat ik de lokale bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie wilde samenvoegen met de Google+ Local pagina. Dus heb ik de procedure opgestart. Op dit moment zit ik met een probleem, want nu heb ik twee bedrijfsvermeldingen in Google. Om het helemaal ondoorzichtig te maken: die kun je alleen maar weer snel en eenvoudig vinden, als je gaat zoeken in Google Maps.
Nu hadden we dus eerst Google Places. Dat zou per mei 2012 zijn veranderd in Google+ Local, waarbij Google Places afgebouwd zou worden.
Ik noemde net ook al de bedrijfsvermeldingen in Google Maps, die feitelijk ook los staan van de andere vermeldingen. OK, Google doet wel moeite al die vermeldingen in sync te houden, maar er gaat dus nog wel eens iets fout. En als je gaat zoeken op Internet, dan vind je veel meer gevallen van waar het fout is gegaan.
Maar goed, ik laat me niet kennen en ik vind dat ik moet weten WAT er precies fout kan gaan, dus ik ben met de bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie dan ook echt het diepe in gedoken…
Om het hele verhaal nog onduidelijker te maken voor de wereld, heeft Google nu weer een nieuwe gebruikersinterface in het leven geroepen voor een dienst die ze “Google Places for Business” noemen. Dit zou een samensmelting moeten zijn van de oude Google Places en de opvolger, Google+ Local. Dat heb ik allemaal pas net vanmiddag gelezen en dit nieuws is ook uiterst recent, namelijk van 2 april. Ook wordt het gradueel uitgerold, waarbij Google begint in de VS. Pas daarna komen andere landen aan bod. Ik kan er dus ook nog niet zelf een kijkje in nemen.
Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik nog niet alle ins en outs en de verschillen etc. kan benoemen. Ook hier ga ik in duiken en ik kom er zeker op terug, zodra het voor mij allemaal weer duidelijk is.
Ik gebruik nog steeds Google Reader, voor het lezen van de RSS-feeds. Maar zoals ik in podcast 16 al vertelde, stopt Google op 1 juli met Google Reader. Inmiddels ben ik ook al met diverse andere RSS-readers aan het experimenteren. Ik had ooit lang geleden al eens beloofd een video te maken over hoe ik Google Reader gebruikte voor het scannen en lezen van al het nieuws, maar daar is nu natuurlijk een beetje de klad in gekomen. Zodra ik mijn keuze heb gemaakt, zal in een instructievideo mijn werkwijze op dat moment laen zien, met de RSS-reader die ik dan gebruik.
Maar al lezend liep ik vanmiddag tegen een leuk artikel aan op FrankWatching.nl. De titel van het artikel is: “De 5 A’s voor werkzoekenden: word een online persoonlijkheid” en het is geschreven door Jeanet Bathoorn. Jeanet is een social media expert, auteur, trainer en internationaal spreker. Ze is in januari met haar boek “Get social in business” ook genomineerd voor Managementboek van het jaar.
De 5 A’s die Jeanet in het artikel beschrijft, zijn:
In het artikel spitst ze deze 5 A’s toe op werkzoekenden. In deze moderne tijd is het schrijven van een sollicitatiebrief niet meer voldoende, zegt Jeanet. Je moet je echt profileren en zorgen dat je je onderscheidt van de grijze massa, door jezelf te positioneren als een online persoonlijkheid met een sterke online presence, ofwel een sterke online reputatie… Een autoriteit dus.
Door veel Actie erin te pompen (de eerste “A”), kun je jezelf op de figuurlijke kaart zetten en werken aan je online presence. Zo adviseert Jeanet ook om jezelf op te nemen op video en die online te promoten. Ook kan een blog dan natuurlijk niet ontbreken en moet je een volledig ingevuld LinkedIn profiel hebben.
De tweede “A” –die staat voor “Alert”– geeft aan dat je op de hoogte moet blijven van alle ontwikkelingen op jouw vakgebied, maar ook van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Verrijk je kennis en verbreed je horizon!
Dan als je hiermee bezig bent, creëer je ook vanzelf “Ambassadeurs”, de derde “A”. De ambassadeurs zijn de mensen die jou respecteren om wie en hoe je bent en wat je doet, weet en allemaal kunt. Deze mensen kun je ook gerust vragen een compliment (recensie) op je LinkedIn profiel te plaatsen. Let wel, een compliment is iets anders dan de op dit moment zo populaire “endorsements”, of “aanbevelingen”, waarbij je simpelweg bijvoorbeeld kunt aangeven dat Jantje of Marietje goed kan omgaan met MS Office. Nee, een compliment is echt een stukje tekst, wat over jou gaat en over jouw kunnen en kunde.
Ook moet je zorgen dat je veel onder de “Aandacht” komt, de vierde “A”. Hieronder valt ook voor een deel de “social engagement”. Toon oprecht aandacht en interesse voor mensen en zorg ervoor dat je ook dingen onthoudt, die mensen je vertellen. Zo kun je er later nog eens naar vragen.
Op deze manier werk je dus aan je “Aantrekkelijkheid” en dat is dan de vijfde “A”.
Grappig genoeg draagt dit allemaal bij aan je online reputatie en vind je deze informatie ook tussen de regels door in de verschillende blogartikelen en in de podcast. Dus omgekeerd kun je de meeste van mijn reputatie tips ook gebruiken, als je werkzoekend bent en je aan je online reputatie wilt werken.
Jeanet Bathoorn sluit het artikel ook af met de opmerking dat dit eigenlijk open deuren zijn, die ze in het artikel intrapt. En ze verbaast zich er ook over, dat veel mensen niet inzien, of willen inzien, dat we in een andere tijd leven, dan vijf jaar of langer geleden. De tijden zijn veranderd en je moet met je tijd mee, wil je inderdaad nog “aantrekkelijk” worden gevonden door potentiële werkgevers. Als jij maar aantrekkelijk genoeg bent, wordt jij gevonden, in plaats van dat jij een potentiële werkgever moet zoeken!
Volgens Jeanet ben je dan geen “werkzoeker” meer, maar word je “werkvinder”!
En laten we eerlijk zijn, als je werkzoekend bent, is het heel gemakkelijk om je te verschuilen achter heel druk zijn met het schrijven van sollicitatie e-mails en dergelijke. Maar daar vul je echt je hele dag niet mee. Dus blijft er ook tijd over, om aan je online reputatie te werken, om daarmee je kansen op een nieuwe baan extra te vergroten.
Het argument dat je er geen tijd voor hebt, is dus niet echt valide. Je moet er gewoon tijd voor maken! Het is een kwestie van “prioriteit”!
In het artikel stond de tweede “A” voor “Alert”. Hier heb ik nog een leuke tip over. Die heet ook letterlijk “Google Alerts”. Je kunt deze dienst vinden op www.google.nl/alerts. Met deze dienst kun je heel goed op de hoogte blijven wat er wereldwijd speelt ten aanzien van bepaalde onderwerpen die voor jou van belang zijn.
Zo kan ik me goed voorstellen, dat je als bedrijf in het kader van reputatiemanagement precies wilt weten, wat er waar over jouw bedrijf wordt geschreven. Zodra jouw bedrijfsnaam ergens op Internet opduikt, wil je graag een signaaltje krijgen, zodat je kunt nalezen wat er over je bedrijf wordt gezegd, waarna je er op kunt reageren. Zoals Gé Bouma ook in de vorige podcast vertelde, kun je op deze manier veel reputatieschade in de kiem smoren, nog voordat het escaleert.
Als je naar de URL www.google.nl/alerts gaat, zie je het scherm, zoals ik dat in de show notes heb opgenomen.
In het eerste veld kun je de zoekterm opgeven, bijvoorbeeld je bedrijfsnaam.
Daarna moet je kiezen, of je alles van Google wilt doorzoeken, of dat je alleen specifiek bijvoorbeeld wilt zoeken in: nieuws, blogs, video, discussies of boeken. Ik raad je aan om te beginnen met alles te doorzoeken.
De volgende keuze die je moet maken, is hoevaak je een alertsignaal van Google wilt ontvangen. Je kunt daarbij kiezen uit onmiddellijk, één keer per dag of één keer per week.
Daarna moet je aangeven of je alle resultaten wilt zien, of alleen de beste resultaten.
En tenslotte kun je aan Google melden of je de resultaten per mail wilt ontvangen, of in de vorm van een RSS-feed, die je leest in een RSS-reader. Als je op dit moment nog helemaal niets doet met een RSS-reader, raad ik je aan gewoon te kiezen voor e-mail.
Je ontvangt dan met het door jou gekozen interval updates die Google op Internet voor je heeft gevonden, over de door jou opgegeven zoektermen.
Het spreekt voor zich dat je een Google account nodig hebt, om deze dienst te kunnen gebruiken. Maar je kunt Google Alerts natuurlijk voor de meest uiteenlopende zaken gebruiken, om op de hoogte te blijven. Het voordeel is dat het nieuws naar jou komt, in plaats van dat jij elke keer op zoek moet naar het nieuws.
In plaats van alleen maar in de gaten te houden wat er over jouw bedrijf wordt geschreven, kun je natuurlijk ook alerts instellen op de namen van je concurrenten, of de twitternamen van je kinderen. Of als je wilt weten wat er bijvoorbeeld wordt geschreven over “schilders in Arnhem”, dan kun je ook daar een alert voor instellen. Als er geen nieuws is, dan ontvang je ook geen mail.
Dus als jij je alerts goed hebt ingesteld, komt al het voor jou relevante nieuws naar je toe.
Deze gratis dienst van Google kan je dus ook helpen met het bewaken van je eigen online reputatie en mijn advies is: kijk er eens naar en zie of je er iets zinnigs mee kunt. Ik vind de service erg handig en ik maak er dan ook dankbaar gebruik van.
Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen