Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, hallo!! Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 37e ReputatieCoaching Podcast.
In deze podcast geef ik je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor zowel gebruikers, als voor de zoekmachines.
Het was een drukke week in meerdere opzichten… Daarover straks meer. Vandaag breng ik je ook weer een aantal nieuwsberichten en tips, waarmee jij jezelf kunt onderscheiden van je concurrenten.
Wat echter ook belangrijk is: de publicatie van de podcast wordt verplaatst naar maandagmorgen half negen. Ik zal je straks vertellen waarom. Als eerste behandel ik twee vragen van luisteraars van de podcast: eentje die via de site binnen kwam en eentje die ik ontving via de ReputatieCoaching Hotline. Vooral die laatste vraag is ook interessant voor artiesten, kunstenaars en andere visueel georiënteerde creatievelingen, die graag extra exposure willen op Internet.
Het tweede topic waar ik vorige week geen ruimte meer voor had, is WordPress 3.6. Verder vertel ik je waarom je nu toch echt je Google Authorship moet gaan claimen, waarna ik nog wat updates van Google heb.
Nu het stof rond “Corpus Justitia” is neergedwarreld, wil ik je tenslotte daar ook nog één en ander over vertellen…
Maar allereerst kort over de nieuwe dag/tijd, waarop ik de podcast online publiceer…
Ik weet het, het is niet altijd even handig om een regelmatig terugkerend item te verplaatsen naar een andere dag/tijd. In het begin bracht ik de podcast uit op maandagavond. Die heb ik op een zeker moment verplaatst naar de zaterdag, omdat ik het gevoel had dat ik betrekkelijk “oud” nieuws bracht, van ongeveer een week oud.
Voor iemand als ik, die bovenop het nieuws zit, lijkt dit inderdaad erg oud en dus minder actueel. Echter, voor de luisteraars voor wie mijn nieuws bedoeld is om hun voordeel mee te doen voor hun bedrijf, zowel online als offline, is het altijd interessant en is nieuws van een week oud ook nog steeds erg actueel. Zij hebben tenslotte niet de tijd en/of gelegenheid om Internet af te struinen naar deze kennis en informatie en daarom consumeren zij de podcast.
De afgelopen tijd heb ik van meerdere luisteraars te horen gekregen dat ze de podcast pas op maandag downloaden en ergens gedurende de week beluisteren. Dat zag ik bovendien ook terug in de downloadstatistieken van de podcastafleveringen: de meeste downloads zijn op maandag en op dinsdag.
Ik geef toe: zaterdagavond is natuurlijk niet echt “prime time” voor het releasen van een podcast! De meeste podcasts die ik maak zijn meer dan 4.000 woorden en duren door de bank genomen ongeveer zo’n 20 minuten.
Een podcast maken van deze omvang, waarbij ik ook nog eens de volledige transcriptie online zet, kost mij zo’n acht tot negen uur. Soms lukt het me om gedurende de week al stukken te schrijven op basis van wat ik lees, maar vaak merk ik dat het leeuwendeel van het werk toch op vrijdag en/of de zaterdag komt. Nu wil het geval dat die dagen ook de kinderen geen school hebben en we dus dikwijls sociale activiteiten plannen. Dat botst dan vervolgens weer met de podcast, want “papa moet aan het werk voor de podcast”, is dan een veelgehoord excuus.
Dit alles in beschouwing nemende, heeft mij doen besluiten de podcast te verhuizen naar maandagmorgen 08:30. Vanaf dat moment kun je ‘m vanaf nu dus downloaden en beluisteren. Mocht je dus eergisteren al geprobeerd hebben de nieuwste podcast te downloaden: dat is dus ook de reden dat die toen nog niet online stond.
Op deze manier blijf ik in staat om jullie als luisteraars de podcast te brengen, zonder dat dit mijn privéleven en sociale leven volledig overhoop gooit en alles er maar voor moet wijken.
Dan ga ik nu snel over op de daadwerkelijke topics voor vandaag. De eerste vraag is van Frank van elektronicazaak Grootaarts uit Nijmegen. Hij vroeg het volgende:
Dag Eduard,
Ik heb gisteren uw site ontdekt, boordevol interessante info over SEO en zo. Ik heb zelf mijn website gemaakt voor mijn bedrijf, maar ik ben geen professionele website-bouwer. Daarom is de info met name in uw blog zo interessant voor mij.
Ik kwam op uw site omdat ik aan het googelen was waarom mijn bedrijf en die van mijn concurrenten niet in Apple maps werden getoond. Ik begrijp nu dat dat te maken heeft met het niet aanwezig zijn op Yelp en Tom Tom places. Ik heb mij dan ook direct aangemeld.
Ik dacht dat bloggen “uit” was. Want er is toch Twitter en Facebook was mijn redenatie. Is het dan nog wel verstandig om te gaan bloggen? En zo ja is er een manier om te twitteren/facebooken en bloggen waarbij je dan een en dezelfde boodschap verspreid? Met een keer het maken van de boodschap?
Ik heb nog lang niet alle blogs gelezen, maar de info is zo interessant dat ik dat nog zeker ga doen!
Bedankt voor uw duidelijke uitleg over hoe het een en ander werkt.
Groetjes,
Frank
Mijn antwoord aan Frank luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en leuk om te lezen dat je de site en podcast interessant vindt. Het klopt: om in Apple Maps te worden vertoond, moet je inderdaad je bedrijf aanmelden op Yelp en TomTom Places. Daarna duurt het zo’n 2-3 maand, totdat je bedrijf te vinden is.
Wat ook helpt om lokaal te worden vertoond op Apple Maps, Google en Yelp, is het verzamelen van authentieke reviews van tevreden klanten. TIP: ga ze beslist niet faken, want dat wordt inmiddels genadeloos afgestraft.
Mooie site heb je overigens!
Bloggen is beslist niet uit! Dat lees je nog wel, naarmate je meer content op de site consumeert.
Mocht je daarna nog vragen hebben, neem gerust vrijblijvend contact op!
Mvg, Eduard.
En Frank, bloggen (en overigens ook podcasten) is zeker niet achterhaald. Wat veel mensen niet weten, is dat Google bijvoorbeeld maar een heel klein stukje van Facebook kan zien, terwijl het grootste gedeelte dus helemaal niet zichtbaar is.
Bovendien zoeken ook niet veel mensen naar consumentenelektronica op Facebook… Nee, mensen zoeken die toch echt in Bing, DuckDuckGo of Google. Daar kijken mensen naar reviews, unboxing video’s etc. Hoewel je die vraag niet stelde, is mijn advies dat je ook eens kijkt naar andersoortige vormen van content, om je elektronica onder de aandacht van mensen te brengen.
En in antwoord op je vraag: surf maar naar www.ifttt.com. “IFTTT” staat voor “If This Then That”. Dat is een site, waarop je alle social media en meer aan elkaar kunt koppelen en zaken zo kunt automatiseren, dat als je bijvoorbeeld nieuwe content op je website plaatst, je dit ook promoot op Twitter, Facebook, Google+ en andere sites. Neem gerust contact op, als je nog meer vragen hebt, of er niet uitkomt op “ifttt.com”.
De tweede vraag is van Brechtje Hendriks uit Duitsland. Brechtje, steek maar van wal:
Hallo, ik ben Brechtje Hendriks.
Ik ben kunstenares. En ik vroeg me af waar ik het beste foto’s van mijn schilderijen kan neerzetten: op Pinterest, of op Instagram…
Dankjewel. Doei!
Nou Brechtje, leuk dat je die vraag stelt. Ik heb als eerste je site eens even opgezocht, om een indruk te krijgen van je schilderijen. Ik moet zeggen dat je schilderijen op www.brechtjehendriks.com er mooi uitzien!
Maar toen ik verder ging zoeken zag ik dat je ook de domeinnaam brechtje.de gebruikt voor het tonen van dezelfde inhoud. Nu wil het geval dat Google daar niet blij van wordt. Dit kan een negatief effect hebben op je positie in de zoekresultaten. Er zijn wel methoden om de ene website als hoofdsite aan te wijzen, maar daar wil ik nu even niet op ingaan. Als je daar meer over wilt weten, dan weid ik daar een andere keer over uit.
Ik wil nu eerst je vraag beantwoorden of je foto’s van je schilderijen beter op Pinterest, of op Instagram kunt plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je zeker als kunstenaar die scheppend bezig is, zoals jij als schilderes of anderen als bijvoorbeeld een beeldhouwer zoveel mogelijk exposure moet creëren.
Daarom zou ik mezelf zeker niet beperken tot alleen Instagram, of alleen Pinterest. Ik zou de foto’s van mijn kunstwerken ook plaatsen op algemene social media sites, zoals Facebook en Google+. Daarnaast zou ik op het adres van je atelier een Yelp-locatie aanmaken, en op het adres waar je workshops geeft ook. En je moet die locaties natuurlijk ook aanmelden op Foursquare. Vervolgens ga je daar ook foto’s posten van je schilderijen.
En dan zou ik zeker nog een paar volgende stappen doen, namelijk ook de foto’s posten op Flickr, Panoramio en Photobucket. Zorg ervoor dat je bij alle foto’s wel goede teksten plaatst (en natuurlijk ook je eigen naam), want anders zijn ze alsnog niet te vinden in de zoekmachines. Die kunnen namelijk nog geen verklaringen of emoties weergeven bij alleen een foto van een schilderij.
Zoals ik kunstenaars ken, hoort er bij elk schilderij of kunstwerk een verhaal. Waarom spreek je dit verhaal niet in en mix je die audio met de foto van het schilderij en maak je er dus een soort video van, die je dan kunt uploaden op YouTube? Dat maakt jouw schilderijen volgens mij nóg interessanter en dus mogelijk ook gewilder. Ik zag dat je al een videokanaal hebt op YouTube onder de naam “BrechtjeKunst”. Ik zou dat dus verder uitbouwen met aparte video’s met het verhaal achter elk schilderij.
Ik ben benieuwd of ik je hiermee een stukje verder heb geholpen. Laat het me gerust weten, als iets niet duidelijk is, of als je wilt dat ik ergens dieper op in ga.
Afgelopen week kwam ik overigens wel een leuk artikel tegen over Pinterest, wat vanuit dit perspectief interessant is om te delen. De titel van het artikel is: “21% Of Pinterest Users Bought Pinned Products In Stores” en ik las het op SweetIQ.
Dat artikel was gebaseerd op een rapport van de Harvard Business School. De schrijvers van dit rapport hebben onderzocht of de angst voor “showrooming” terecht is. “Showrooming” is een verschijnsel waarbij mensen eerst in de winkel een product bekijken en het dan vervolgens online kopen (en dus niet in de winkel).
Uit het onderzoek bleek dat die angst eigenlijk ongegrond is, want slechts 26% van de 3.000 geïnterviewde mensen bleek af en toe wel eens aan “showrooming” te doen. Maar wat interessanter is, is dat maar liefst 41% ervan vaak aan “reverse showrooming” doet. Dat wil zeggen dat ze eerst een product online opzoeken en onderzoeken op basis van reviews, waarna ze het bij een fysieke winkel kopen.
Pinterest viel bij dit onderzoek echt op. Namelijk het bleek dat 21% van alle geïnterviewde Pinterest-gebruikers een product in de winkel hebben gekocht, na het te hebben gepind, gerepind of ge-liked. En maar liefst 36% van de gebruikers onder de 35 jaar had dit gedaan.
Hieruit blijkt dat winkeliers zich niet echt zorgen hoeven te maken over die trend van “in het echt kijken, kijken maar dan online kopen”. Zij kunnen hun energie beter steken in activiteiten om hun producten via Pinterest onder de aandacht van een breed publiek te krijgen.
Dus Brechtje, als je nog niet zoveel met Pinterest doet, dan raad ik je ook aan om zeker al je schilderijen met een kort verhaaltje erbij (en ook je naam) op Pinterest te zetten. En als je voor een schilderij een bepaalde prijs vraagt, zet die er dan ook bij.
Houd ook rekening met je markt. Richt je je alleen op de Duitse markt, dan kun je prima alleen de teksten in het Duits erbij plaatsen. Maar als je je ook richt op andere landen, dan zou je de foto’s kunnen repinnen met elke keer een titel en beschrijving in een andere taal.
Pinterest is een prachtig medium om visuele producten, zoals in dit geval schilderijen te promoten. Maar zoals ik hiervoor al zei, is het belangrijk er een tekstueel verhaal bij te geven, zodat je content kan worden gevonden door de zoekmachines.
Wat tevens zo belangrijk is voor de zoekmachines, als je je foto’s überhaupt ergens op Internet uploadt, is ze te voorzien van de juiste IPTC metadata. Dat klinkt als een hele mond vol, maar kort gezegd komt het erop neer dat je als het ware “onderwater”, of onzichtbaar tags aan de foto’s toevoegt. Als je hier de juiste trefwoorden in zet, dan maximaliseer je je kansen dat zoekmachines jouw foto’s tonen op basis van die trefwoorden.
Afgelopen week heb ik voor Ordina medewerkers in Eindhoven een training gegeven over hoe zij zich beter kunnen onderscheiden in de sociale media. Eén van de onderwerpen die daarin aan bod kwam, was “bloggen”. Mensen die een blog willen starten, adviseer ik altijd direct om “WordPress” te gaan gebruiken. Ik ken geen ander blogplatform dat zo snel en eenvoudig is te installeren en te gebruiken, als dit pakket.
1 augustus is er een nieuwe versie van WordPress uitgekomen, te weten versie 3.6, met als codenaam “Oscar”. Deze versie is vernoemd naar de jazz pianist “Oscar Peterson”, waarschijnlijk vanwege de multimediale verbeteringen.
De belangrijkste veranderingen in WordPress 3.6 zijn: een nieuw theme, met de naam “Twenty Thirteen” (2013) en een nieuwe revisiecontrole met betere autosave. Ook worden berichten nu gelocked, als iemand ze aan het bewerken is. Dit is vooral handig voor sites met meerdere auteurs. Tevens heeft WordPress 3.6 een ingebouwde HTML5 media player, waardoor je niet meer afhankelijk bent van additionele plugins etc.
Je kunt nu dus ook gemakkelijk audio en video embedden in je site en Spotify, Rdio en SoundClound integreren.
Ook is de menu editor aangepast, waardoor het gebruik ervan is vereenvoudigd.
Op technisch gebied is er een nieuwe audio/video API gekomen, die je toegang geeft tot ID3 tags en ook kun je nu HTML5 markup gebruiken voor zaken als reacties en zoekformulieren. Daarnaast zijn een goede 700 open tickets opgelost.
Google Authorship stelt je in staat om content die je publiceert te relateren aan jou, als originele auteur. Ik heb er al vaker op gehamerd, dat er meerdere redenen zijn om dit te doen. Naast dat dit het aantal clicks op de getoonde zoekresultaten verhoogt, heb ik ooit al eens meer redenen gegeven om Google Authorship in te stellen. Afgelopen week las ik een artikel, waarin ik nóg een reden tegenkwam voor jou om zo snel mogelijk Google Authorship voor jouw content te activeren.
In het artikel wordt namelijk beschreven dat een site-eigenaar zijn content op andere sites tegenkwam, die niet van hemzelf waren. Met andere woorden: er werd dus plagiaat gepleegd met zijn content! Terwijl de originele auteur geen Google Authorship had ingesteld, hadden de fraudeurs dat wel gedaan op de gekopieerde content.
Het resultaat was dat de originele content uit de zoekresultaten verdween door de gekopieerde content en deze laatste dus alleen nog maar kon worden gevonden. Toen de orginele auteur ook Google Authorship had ingesteld, kwam zijn content pas weer terug in de zoekresultaten.
Hoewel niemand buiten Google kan zeggen of op dit moment Google Authorship al als serieuze ranking factor wordt meegenomen, kunnen we hieruit afleiden dat je maar beter –al is het maar uit voorzorg– je eigen content kunt claimen door middel van Google Authorship.
En nu we het toch over Google hebben. In podcasts 14 en 32 had ik het onder andere over mobiele websites en responsive webdesign. Toen vertelde ik dat het steeds belangrijker wordt om je website ook op mobiele apparaten goed te tonen voor een betere gebruikerservaring en daarmee mogelijk ook een hogere positie in de zoekresultaten. En in podcast 31 vertelde ik dat ook laadsnelheid van je pagina’s een factor is, die steeds meer in waarde toeneemt.
Afgelopen week heeft Google ook haar richtlijnen ten aanzien van mobiele sites aangepast. Hierbij wordt de laadsnelheid en alle daaraan gerelateerde vereisten heel duidelijk beschreven. In de show notes heb ik de link opgenomen naar de pagina “Mobile Analysis in PageSpeed Insights” op de Google PageSpeed site.
En toen viel afgelopen donderdag opeens een brief in de brievenbus van Corpus Justitia uit Amsterdam. De brief was gericht aan Suzanne, mijn vrouw. Zij werd gesommeerd om binnen vijf dagen een bedrag van EUR 129,80 te betalen. Als ze dat niet zou doen, zou de aarde nog net niet vergaan, maar dreigde dit incassobureau het haar toch echt wel lastig te maken met deurwaarders, rechtzaken en wat dies meer zij.
Nu weten wij redelijk goed wat wij aan openstaande rekeningen hebben en deze herkende ik niet als zodanig. Dus ging ik op zoek naar meer informatie. In de brief werd verwezen naar de bedrijfswebsite: www.corpusjustitia.com.
Daarop presenteerde het in 1968 opgerichte bedrijf zich als een grote internationale onderneming met 1.370 medewerkers, verdeeld over kantoren in 12 landen. Ondanks dat werd aangeraden dat je schriftelijk moest reageren om bezwaar aan te tekenen, stond er ook een telefoonnummer op de site (en op de brief): 0900-2020794. Hoewel ik al het gevoel had dat het om fraude ging, heb ik toch kort het nummer gebeld. Het was mij al snel duidelijk dat het de fraudeurs te doen was om mensen zo lang mogelijk aan de lijn te houden. Het nummer kostte namelijk EUR 0,45 per minuut met een maximum van EUR 22,50 per gesprek.
Na kort overleg met een bevriende Corporate Information Security Officer van een grote ICT-onderneming besloot ik er dieper in te duiken. Ik was er inmiddels namelijk al achter gekomen dat de domeinnaam corpusjustitia.com pas op 17 april van dit jaar geclaimd was. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd “opmerkelijk” voor een van origine Amerikaans bedrijf dat claimde te zijn opgericht in 1968.
Bij de Kamer van Koophandel vond ik alleen een verwijzing naar het bedrijf, maar dan in Eindhoven. En op het adres dat ik van het bedrijf kon vinden in Amsterdam, kon ik geen enkele verwijzing terugvinden naar Corpus Justitia.
Ook leverde het zoeken naar de letterlijke string “corpus justitia” (met aanhalingstekens) in Google toen slechts zeven resultaten op. Maar daar zat geen enkele verwijzing naar het bedrijf zelf tussen…
Het leek mij voor de hand te liggen dat het bedrijf op z’n minst ook de domeinnaam in elk land zou vastleggen. Maar eigenlijk kwam het niet eens meer als een verrassing, dat de domeinnaam “corpusjustitia.nl” helemaal niet geclaimd bleek.
Dus besloot ik die meteen te claimen en een waarschuwingspagina op “www.corpusjustitia.nl” te zetten. Toen ik daarmee klaar was, was de site nog niet op Internet te vinden. Dus ik heb een aantal vrienden en bekenden benaderd om me te helpen zo snel mogelijk deze site te te promoten, zodra die online kwam. Vanaf ongeveer dire uur werd het feest!
Eerst druppelde het verkeer langzaam binnen: allemaal mensen die op (voornamelijk) Google zochten op: Corpus Justitia. Dat werd al maar meer. De eerste piek was omstreeks 9 uur op donderdagavond 8 augustus: toen had ik 149 bezoekers binnen een uur. Het volgende hoogtepunt was vrijdag omstreeks 9 uur ‘s ochtends. Toen had ik continu meer dan 40 bezoekers gelijktijdig op de site en kreeg ik per uur meer dan 200 bezoekers. Ik was blij dat ik een statische site had gemaakt…
Vrijdagmiddag kreeg ik vanwege mijn initiatieven een voicemail van EditieNL, maar helaas was ik toen even te druk met een paar andere zaken en was ik niet in staat hen van meer informatie te voorzien. Ik had op zich ook niet meer informatie dan de .nl-site en het artikel op m’n weblog.
In die paar dagen heb ik meer dan 3.000 mensen op de site ‘www.corpusjustitia.nl’ gehad en meer dan 1.000 mensen op m’n weblog op basis van deze kleine actie.
Hieruit kun je een paar conclusies trekken:
Als afsluiting over Corpus Justitia… Zoals ik al zei, kon ik zeven pagina’s in Google vinden, toen ik begon met mijn onderzoekje en de domeinnaam registreerde. Helaas heb ik daar toen geen screenshot van gemaakt. Op dit moment levert de letterlijke zoekterm “Corpus Justitia” (dus met aanhalingstekens) al 40.500 resultaten op:
Zoals ik aan het begin van de podcast al zei: het was een drukke week, waarin leuke dingen zijn gebeurd en ik ook weer een boel heb geleerd.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 37 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!
De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.
De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.
Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.
Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.
Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.
Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.
En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.
BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!
Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.
Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!
Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.
Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.
Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:
Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.
Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.
Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.
Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.
Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.
Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.
Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.
Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.
Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.
Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.
Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!
Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.
Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.
Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.
Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!
Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.
Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:
Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-
Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google
De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.
Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.
En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.
Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.
Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?
Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.
Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.
Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.
Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.
Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.
De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:
Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.
Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.
Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.
Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.
In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.
In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:
Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)
Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)
Geen URL naar de website opgegeven (19%)
Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)
Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)
Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.
Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!
Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.
En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.
Enkele markante statistieken uit dit artikel:
80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht
45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen
1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen
1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht
Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:
Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden
Het inzetten van lokale zoekmachine marketing
Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:
Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.
Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.
Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.
Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.
Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.
Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.
Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.
YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.
Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.
Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.
DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.
Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!
Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.
Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:
Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.
Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.
Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.
Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.
Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.
Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.
Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).
Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
“Google Penalized One Article On BBC’s Web Site” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Digg Banned From SERPs” (Search Engine Journal, 20 maart 2013)
“No Redirect URLs Allowed In Google Maps Business Listings” (Search Engine Round Table, 13 maart 2013)
“The Most Common Problems With Local Business Listings” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Internet Marketing for Hotels in the New Travel Economy” (Powered by Search, 14 maart 2013)
“YahTube? Yahoo Wants Video Back – Looks to Purchase Dailymotion” (ReelSEO, 20 maart 2013)[/info_box]
Naast dat bij een bedrijfsvermelding je bedrijfsnaam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer meewegen in je positie in lokale zoekresultaten, weegt op sommige sites ook mee, als je de GPS-coördinaten EXTRA bij je bedrijfsvermelding hebt staan. En dan hoeven de coördinaten niet eens in de tekst vermeld te staan. Sterker nog: als de GPS-coördinaten IN de foto zijn verwerkt als geotag, dan worden deze meegeteld in de ranking-algoritmes.
In de vorige post heb ik je uitgelegd hoe je foto’s kunt voorzien van de GPS-coördinaten, waar de foto is genomen; het zogenaamde “geotagging”. Ik ga ervan uit dat je dit hebt gedaan voor een paar van je foto’s.
Nu moet je deze foto’s links en rechts in belangrijke sites gaan uploaden. Eén van de sites die meetellen in de ranking in de lokale zoekresultaten op Google, is Panoramio; een site die ook eigendom is van Google.
In onderstaande instructievideo leg ik je uit, hoe:
Hieronder zie je het resultaat in Panoramio. Klik op de afbeelding voor een grotere versie:
Als je foto in Panoramio op de kaart hebt gezet, kan deze worden geselecteerd voor weergave Google Maps. Maar dan moet de foto wel aan een paar voorwaarden voldoen:
Wanneer je aan deze voorwaarden voldoet, dan zie je na een paar dagen het Panoramio logo onder de foto verschijnen en als je dan op de foto klikt zie je de tekst “Selected for Google Earth”. Dat wil dan nog niet zeggen dat op dat moment je foto ook al meteen vindbaar is op Google Earth. Daar gaat nog enige tijd overheen.
Ook dit is dus weer één van de vele acties die je moet uitvoeren, om een push te geven aan je positie in de lokale zoekresultaten. Mocht je al op de “A”-positie staan, dan raad ik je aan om dit alsnog te doen, want het geeft hoedanook extra gewicht aan je lokale vermelding.
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 15! Ja, je hoort het goed: sinds de eerste podcast van 3 december heb ik alweer 15 afleveringen gemaakt van de ReputatieCoaching Podcast. Wat gaat de tijd toch snel!
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!
Inmiddels is het rond kwart voor twaalf ‘s avonds. Ik heb zopas de hond uitgelaten en omdat het buiten een gevoelstemperatuur is van om en nabij de min tien graden Celsius ben ik weer helemaal fris en monter.
Mensen vragen mij wel eens hoe ik dat allemaal volhoud: zo laat nog aan de podcast werken, artikelen schrijven en dan ook nog eens bedrijven helpen met hun online reputatie. De eerste reden is dat ik het ongelofelijk leuk vind en ik krijg gewoon energie als ik dit soort content en de kennis die ik ook telkens op doe, alsmede mijn ervaringen met anderen kan delen.
Bovendien heb ik weinig slaap nodig. Gemiddeld slaap ik zo’n vijf uur per nacht. En soms knap ik dan tussendoor een uiltje van een uurtje. Dan kan ik er weer uren tegenaan. Eerder op de avond heb ik ook even een uurtje een tukje gedaan, zodat ik nu lekker aan de podcast kan werken.
De reden dat ik de podcast ‘s avonds inspreek is dat we hier om het huis een haantje hebben, die er lustig de hele dag op los kraait. Met een kraaiende haan op de achtergrond is het niet echt gemakkelijk om de podcast in te spreken. En we hebben een Berner Sennen hond hier op het erf rondlopen, die ook nog wel eens wil blaffen. Om deze tijd ligt die lekker in huis en kan ik hier op kantoor ongestoord de voorbereidingen doen aan de podcast, om daarna de podcast in te spreken en alles online te zetten.
Als eerste topic heb ik vandaag: bedrijven in Amerika verliezen jaarlijks zo’n slordige 10 miljard dollar of meer aan omzet. En vorige week kreeg ik de vraag of je Google Authorship moet verwijderen bij artikelen die zijn geschreven door mensen die inmiddels het bedrijf hebben verlaten.
Ook heb ik een paar updates over de nieuwe versie van Google Maps voor de iPhone. En vorige week donderdag heb ik een presentatie gegeven voor ICT-architecten binnen Ordina. De titel van de presentatie was: “Verbeter je online reputatie en daarmee het imago van Ordina”. Daar heb ik wat leuke dingen over te melden.
En ik vertel je iets wat niet zoveel mensen weten, namelijk over het effect dat geotaggen van foto’s kan hebben, op je lokale vindbaarheid.
Als afsluiting heb ik weer een lijst van 20 punten, maar dan onderverdeeld in twee lijsten van 10 punten. De eerste lijst is 10 mythen over WordPress en beveiliging en het kopje van de tweede lijst is 10 manieren om consistent bloggen of podcasten vol te houden. En als allerlaatste heb ik nog een nieuwsupdate voor je ten aanzien van de podcast !
Wist je dat bedrijven in de Verenigde Staten jaarlijks meer dan 10 miljard Amerikaanse dollar mislopen doordat ze geen of onjuiste bedrijfsvermeldingen hebben? Het Amerikaanse bedrijf Yext heeft laten onderzoeken wat sommige bedrijven mislopen aan omzet als gevolg van onjuiste of onvolledige contactgegevens. Op Screenwerk.com las ik dit allemaal in een artikel. En dit bedrag kwam niet zomaar uit de lucht vallen.
De schrijvers van het artikel hebben hun bevindingen op verschillende andere manieren getoetst en steeds bleek dat ze er met die 10 miljard dollar toch redelijk in de buurt zaten.
Natuurlijk is het niet zo dat die 10 miljard niet wordt uitgegeven. Nee, die 10 miljard dollar gaat naar de bedrijven waarvan de gegevens wél overal op Internet goed en consistent staan vermeld. Echter, de bedrijven van wie de gegevens dus niet kloppen lopen deze omzet mis. Ofwel kortgezegd: “Een gemiste kans!”. En wat voor eentje!
Laat dit korte nieuwsbericht voor jou een trigger zijn om wat vaker je online citations, ofwel bedrijfsvermeldingen te controleren en te actualiseren. Hou een lijst bij met sites en de bijbehorende inloggegevens, waar je zelf je bedrijfsgegevens ooit hebt aangemeld, zodat je ze later weer kunt aanpassen. Zo bespaar je tijd.
Steeds meer mensen die content produceren op Internet activeren Google Authorship. Ik heb ooit al eens een aparte instructievideo gemaakt over hoe je zelf Google Authorship voor jouw blog kunt activeren. Dus dat ga ik vandaag niet nog eens overdoen.
Inmiddels gaat het fenomeen van Authorship weer een stapje verder en komen de eerste “problemen” naar boven. Zoals je weet is Google Authoship iets wat gekoppeld is aan een persoon, een individu. Medewerkers van bedrijven produceren content onder hun naam en dus met hun Authorship vermelding. In de zoekresultaten verschijnt dan ook hun foto bij de zoekresultaten.
Maar wat moet een bedrijf nu doen, als zo’n medewerker een andere baan bij een ander bedrijf krijgt? Moeten ze dan alle Authorship vermeldingen bij alle artikelen weghalen? In veel gevallen kan dit flink veel extra werk opleveren.
Maar het bedrijf dat met de content achterblijft kan ook het gevoel hebben dat de medewerker vertrekt, terwijl hij of zij de AuthorRank als het ware meeneemt.
Op Search Engine Journal vond ik vier redenen om de verwijzingen naar de Authorship van de vertrokken medewerker NIET te verwijderen. Met andere woorden: vier redenen om de vermelding naar de originele auteur dus te laten staan, inclusief de bijbehorende Authorship.
Ten eerste loop je het risico dat je autoriteit verliest. In het ideale scenario gaat het als volgt: de medewerker die talloze artikelen heeft gepubliceerd vertrekt en het bedrijf laat alle verwijzingen (inclusief de Authorship vermelding) naar hem of haar staan. Alleen wordt in de biografie van de auteur op de site vermeld dat deze inmiddels is vertrokken.
De voordelen hiervan zijn:
Maar het kan ook anders. Stel je voor dat na het vertrek van de medewerker, de biografie wordt vervangen door die van een nieuwe medewerker en de Google Authorship wordt aan hem of haar toegekend, of zelfs helemaal verwijderd. Of in nog extremere gevallen wordt alle content van de inmiddels vertrokken medewerker helemaal verwijderd!
Dit scenario is helemaal ongewenst, vanwege meerdere redenen:
Dit alles gaat volledig in tegen het principe wat Google probeert te promoten: fantastische, unieke en originele content, geschreven door echte mensen. En we weten wat er kan misgaan, als je probeert Google voor de gek te houden… De voorbeelden daarvan zijn legio!
De tweede reden om de Authorship te laten, zoals die is, is dat het onethisch is. Het copyright van de content die iemand produceert ligt bij de schrijver, niet bij zijn of haar werkgever. Als je de Authorship overzet op iemand anders is dat op z’n minst onethisch.
Ook zullen lezers van waardevolle content willen weten wie de echte auteur ervan is, ongeacht waar die persoon op dit moment werkt.
En ten derde: hoe denk je nog nieuwe thought leaders en experts aan te kunnen trekken als eenmaal bekend wordt dat jij als bedrijf waardevolle content zomaar aan anderen kunt toebedelen? Deze zullen zich wel een paar keer bedenken om voor jou als werkgever te kiezen, als dit eenmaal in de markt bekend is geworden!
Ook zullen je huidige medewerkers steeds minder trek hebben in het produceren van content waarvan het auteurschap later toch aan anderen kan worden toegekend.
Samenvattend is de laatste reden eigenlijk: je schiet er niets mee op, om de Authorship te verwijderen, als een medewerker naar een andere werkgever gaat.
Als je het heel extreem bekijkt zou je één reden kunnen verzinnen om je bedrijf te ontkoppelen van het auteurschap van een individu. Dat is als die persoon betrokken blijkt te zijn bij illegale praktijken, waarbij jij als bedrijf totaal niet geassocieerd wilt worden. Voor de rest is het advies: laat die auteurschap staan, goed beschouwd kun je er alleen maar voordeel bij hebben!
Dan Google Maps voor de iPhone. De app is een tijdje terug al helemaal vernieuwd, maar Google zit beslist niet stil en gaat door met de ontwikkelingen aan deze app die bij de laatste update meer dan 10 miljoen keer is gedownload in twee dagen.
Vorige week is de nieuwe versie gekomen. In deze nieuwe Google Maps worden de adressen van je contacten getoond, als je zoekt op hun naam. Ook kun je gemakkelijker lokale bedrijven zoeken door te kiezen uit de bekende categorieën die je ook in Google Maps op de desktop versie van Google Maps kunt vinden, zoals: restaurants, benzinepompen, banken enzovoorts.
Een andere vernieuwing is dat je ook “in de buurt” kunt zoeken, analoog aan Facebook “Nearby”. Dit helpt je als je iets zoekt in een omgeving waar je niet bekend bent.
Je kunt de nieuwste versie sinds vorige week downloaden op je iPhone of in iTunes. Helaas is er nog geen versie die is geoptimaliseerd voor de iPad.
Ook grotere bedrijven kunnen ervan profiteren als de reputatie van de medewerkers toeneemt. Zo heb ik afgelopen donderdag een presentatie mogen geven voor een aantal consultants en architecten van Ordina in Nieuwegein. De titel van de presentatie was “Verbeter je online reputatie en daarmee het imago van Ordina”. Mijn tijdslot was maximaal 45 minuten, maar ik redde het niet om alle slides in die tijd te behandelen. Doordat ik zoveel te vertellen had, moest ik de laatste paar dia’s er zogezegd “doorheen jagen”.
Ik had een goede 35 tot 40 toehoorders die allemaal aandachtig luisterden. Ook kreeg ik interessante vragen uit het publiek. Zo was er een Ordinees die een blog bijhield over een verbouwing van een tweede huis in Frankrijk. Hij vertelde dat hij steeds meer vragen kreeg op zijn website, over verbouwingen en gerelateerde vergunningen etc. in Frankrijk. Hij werd door dit blog dus gevonden en ook gezien als autoriteit voor verbouwen in Frankrijk.
De aanwezigen heb ik natuurlijk om recensies gevraagd. Tot op heden zijn er twee gepost op mijn LinkedIn profiel. Van de organisatoren kreeg ik vandaag feedback van de luisteraars. Op een schaal van 1 tot 5 scoorde mijn presentatie exact 4 punten. Daarmee ben ik dik tevreden.
De recensies liegen er ook niet om. Die waren eigenlijk allemaal positief! Ik zal ze van de week in een apart artikel op de site publiceren. En wat ik het leukste vond is dat Ordina dankzij mijn presentatie weer een nieuwe enthousiaste blogger heeft. Op www.martinjesterhoudt.nl (met ‘dt’) vind je het weblog dat deze kersverse blogger afgelopen weekend met mijn adviezen heeft opgezet. Chapeau, Martin!
Als jij ook wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.
Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of één of andere Twitter-app geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.
Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/15. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast. Ook kun je natuurlijk een recensie posten op LinkedIn. Je vindt mijn profiel op LinkedIn, via: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Vergeet niet om een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl als je ergens een recensie hebt gepost.
Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Van de week heb ik een artikel gepubliceerd met een instructievideo, hoe je foto’s kunt voorzien van een zogenaamd “geotag” met behulp van het gratis programma “Picasa” van Google. Dit betekent dat je de GPS-coördinaten waar de foto is gemaakt, onzichtbaar in de foto’s opslaat. Hierdoor kunnen je foto’s op sommige sites beter scoren in de lokale zoekresultaten. De komende paar dagen publiceer ik nog een paar artikelen en instructievideo’s over hoe je deze foto’s vervolgens goed kunt gebruiken op sites als Panoramio en Flickr. Dus hou de site of de RSS-feed in de gaten!
WordPress is één van de meestgebruikte platformen voor het opzetten van blogs en websites. Dat staat buiten kijf! Het wordt letterlijk tientallen miljoenen keren overal ter wereld gebruikt. Ook ik raad het aan, aan eenieder die zijn eigen weblog of website wil beginnen. OK, het is open source en dus zou iedereen manieren kunnen vinden om het te hacken. Daarmee kom ik dan meteen op de eerste mythe uit het lijstje van 10 mythen van WordPress en haar beveiliging, namelijk:
Voor het op peil houden van de beveiliging van jouw WordPress site, is het dus essentieel dat je geregeld backups maakt en de WordPress software of de plugins bijwerkt, vlak nadat een nieuwe versie beschikbaar is. Reden om het niet meteen te doen, is dat je beter even de kat uit de boom kunt kijken of er met een nieuwe versie geen nieuwe problemen worden geïntroduceerd.
Ik ga snel door met het volgende lijstje dat ik voor je heb gevonden: 10 manieren om het bloggen of podcasten vol te kunnen houden. Deze vond ik op de site van Search Engine People. De link naar dit artikel en naar andere artikelen die ik graag met je deel, vind je in de transcriptie van deze podcast. Detranscriptie is te vinden op: www.reputatiecoaching.nl/15.
1. Gebruik één centrale ideeënbus
Sla je ideeën en links etc. op, op één centraal punt. Het is essentieel dat je snel en eenvoudig links, ideeën en andere content hierin kunt opslaan, als je surft op Internet. Ik ga binnenkort uit de doeken doen, hoe ik honderden RSS-feeds volg en aan mijn onderwerpen kom.
2. Lees gepubliceerde content nog eens over, lees reacties van lezers enz.
Soms kan het zijn dat je inzicht verandert, of dat de wereld om je heen verandert. Als je dan nog eens naar reeds gepubliceerde content kijkt, kan dit je op nieuwe ideeën brengen voor nieuwe artikelen. Of lees nog eens de reacties van mensen die je site bezochten of kijk in je mail naar vragen die mensen aan je hebben gesteld in het verleden. Sla elk idee op, in je ideeënbus!
3. Gebruik een publicatiekalender
Vakanties, beurzen, seizoenen, feestdagen kunnen allemaal ideeën opleveren voor content. Tegelijkertijd zit er dan vaak een deadline aan vast. Je kunt bijvoorbeeld een aparte kalender maken in Google, waarin je de onderwerpen voor je weblog plant. Ook kun je eventueel de kalender delen met anderen, zodat die je kunnen helpen.
4. Nodig gastbloggers uit
Als je zelf even geen inspiratie hebt, kun je natuurlijk ook anderen vragen of ze een artikel op jouw site willen publiceren. Zorg er dan wel voor, dat het unieke content is, anders werkt het in je nadeel, omdat je geen duplicate content wilt publiceren. Vraag al je contacten of iemand iets wil schrijven. Het komt maar zelden voor dat iemand NIET meer bekendheid wil verwerven!
5. Schrijf als co-writer
Cowriting van artikelen is ideaal voor mensen die goede ideeën hebben, maar hulp nodig hebben met opleveren van een publiceerbare versie ervan. Door met iemand samen te werken krijg je in minder tijd betere content.
6. Huur een schrijver of content producent
Vooral als jouw tijd te kostbaar is om content te produceren kun je het overwegen om dit uit te besteden aan iemand of een partij die daar goed in is. In eerste instantie is het vaak een uitdaging om een goede schrijver of content producent te vinden, maar als je die eenmaal hebt gevonden, kan het je veel tijd besparen, terwijl je toch waardevolle content op je site krijgt!
Trap niet in de val om content van een laag niveau in het buitenland te laten vervaardigen. Ga voor kwaliteit, niet kwantiteit!
Zelf produceer en publiceer ik ook voor diverse bedrijven content op hun sites. Ik heb met hen procedures opgezet, zodat zij snel en efficiënt mij van de relevante details kunnen voorzien, waarna ik het content item maak. De ene keer is dit een weblog artikel, de andere keer een screencast en weer een andere keer een PowerPoint presentatie. Vanzelfsprekend zet ik niets online, zonder de toestemming van de opdrachtgever.
7. Focus op starten!
Als je eenmaal in een schrijf-stemming zit, start dan een aantal artikelen. Zo heb je altijd een aantal gedeeltelijke artikelen en kun je kiezen wat je op dat moment wilt afmaken. Als je dan geen inspiratie hebt voor een nieuw artikel, kun je toch iets publiceren.
8. Plan je blog focus tijd vroeg en vaak
Veel mensen kunnen vroeg in de ochtend het beste presteren en schrijven dan in no-time een stuk tekst. Het maakt niet uit, als je liever ‘s avonds werkt. Maar wat je ook doet: plan je tijden en hou je eraan. Stem deze tijden ook af met je partner en/of huisgenoten etc. Zet op die momenten alle afleidingen, zoals Skype, mail, Messenger enz. uit, zodat je je volledig kunt concentreren.
9. Creëer 3- of 4-luiken
Door je artikel te splitsen in drie of vier delen zorg je ervoor dat je lezers je blog blijven volgen, omdat ze graag terug willen komen voor het volgende stuk. Ook kun je een wekelijks item met een opvallende naam laten terugkomen.
10. Gebruik een anti-afleidings applicatie
Sommige mensen hebben moeite zich te concentreren op de content, als ze een volwaardige tekstverwerker onder hun vingers hebben. Ze kunnen dan niet in een rap tempo doortypen, omdat ze steeds bezig zijn met de opmaak.
Doe net als de professionals: zorg voor je ideeënbus, zodat je altijd inspiratie hebt voor onderwerpen. Typ dan eerst je content en ga pas daarna opmaken.
Er zijn applicaties die je alleen een zwart scherm met groene letters geven, waarop je kunt typen, zonder verdere opmaak. Ik ken mensen die daar baat bij hebben.
Zelf schrijf ik altijd alle content eerst ruw in Google Docs (dat tegenwoordig “Google Drive” heet). Tijdens het typen van de content doe ik mijn best zo min mogelijk formatting te gebruiken. Pas als ik de content kopieer naar WordPress, ga ik mij om de opmaak bekommeren. Dit werkt voor mij perfect! Bovendien heb ik zo altijd overal toegang tot mijn content en kan ik overal waar ik ben, verder werken aan de artikelen. Ook zorgt Google voor automatische backups en is die zorg ook weer uit mijn hoofd.
Al deze tips volg ik zelf voor de diverse websites, waar ik content voor produceer. Ook leer ik de mensen die ik coach, ze toe te passen. Vaak help ik ze in het begin op weg met hun kalender en zit ik hen achter de broek om tijdig een volwaardig artikel of ruwe content te produceren.
Dit is dan alweer de vijftiende ReputatieCoaching Podcast. Met het voorbereiden, samenstellen en online brengen van de afgelopen vijftien afleveringen heb ik zelf ook ontzettend veel geleerd. En natuurlijk hoop ik dat jullie als luisteraars iedere keer weer met plezier naar de podcast luisteren en er iets van opsteken.
Zoals je hebt kunnen merken heb ik gaandeweg een specifiek format voor de show ontwikkeld. Eerst begin ik nu met nieuws updates en vervolgens een onderwerp wat ik iets meer uitdiep om jou van meer context en achtergrondinformatie te voorzien.
Op verzoek van een paar vaste luisteraars ga ik vanaf nu dit format iets aanpassen… Of beter gezegd: uitbreiden. Via diverse mailtjes heb ik namelijk vernomen dat dit format mensen op zich aanspreekt, maar ze willen ook graag af en toe een andere visie uit de markt, die dan wordt vertegenwoordigd door een andere “stem”.
Ik pak dit zowel letterlijk als figuurlijk op. Ik ga mijn best doen mensen van bedrijven te interviewen, die werkzaam zijn in gebieden waar ik in deze podcast ook aandacht aan schenk, dus web design, SEO, reputatiemanagement, coaching, internet marketing enzovoorts.
Natuurlijk kan ik niet garanderen dat ik elke week een interview zal hebben, maar ik ga er achteraan!
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: