Abonneer via: Google Podcasts | RSS
De podcast van vandaag begin ik met “Klout-orship”. Nee, geen “Authorship” maar inderdaad “Klout-orship”. Als je wilt weten wat dat nu weer is, blijf dan zeker luisteren! Dan is er weer nieuws over Yelp, Foursquare en Google, gevolgd door twee video’s van Matt Cutts. Als laatste heb ik vandaag Robert Spakman in de show voor een interview. Robert is oprichter en directeur van Rooomer.com, het bedrijf achter MeetingroomReview.com, waar ik het vorige week over had.
In de introductie noemde ik al “Klout-orship”. Ik refereerde daarmee niet aan Google Authorship. Over Google Authorship instellen heb ik al vaker geschreven. En lang geleden, in podcast 8 heb ik je al eens verteld over Klout.
Klout is een systeem wat op basis van jouw online activiteit en contacten etc. je een score van 1 tot 100 geeft, wat een indicatie is voor de mate waarin je anderen online kunt beïnvloeden. Op 21 januari, toen ik podcast 8 uitbracht, lag mijn Klout score rond de 51 à 52. Op dit moment is die 50. Dus blijkbaar heb ik mijn invloedssferen de afgelopen maanden nog niet echt vergroot.
Tot op heden heb ik altijd een beetje argwanend naar Klout gekeken, omdat ik me afvroeg in welke mate het nu zou kunnen bijdragen aan je online reputatie. Maar deze week is daar verandering in gekomen. Ik las namelijk op het weblog van Klout het artikel “Connect Your Social Profiles to Bing with Klout-verified Snapshots”.
Dit artikel beschrijft de koppeling tussen Klout en Bing, waarbij de Klout-gegevens die jij als openbaar markeert, worden getoond in de Bing zoekresultaten. OK, Bing is bij lange na niet zo populair als Google, maar toch zijn er ook mensen die Bing gebruiken voor hun zoektochten op Internet. En daarom is het natuurlijk altijd goed om je ook op Bing goed te presenteren en te profileren.
Ik heb 2-factor authenticatie aanstaan op mijn LinkedIn profiel. Dus als ik dan wil inloggen moet ik mijn e-mailadres en wachtwoord invullen, waarna ik een SMS-je krijg met een extra code die ik ook moet invullen.
Echter, als gevolg van een storing met ofwel mijn iPhone, ofwel de verbinding met T-Mobile, kon ik tijdens het maken van deze podcast niet inloggen om dit zelf uit te proberen. T-Mobile krijgt van mij wel de pluim van de week, die ik al een tijd niet meer heb uitgedeeld. De reden dat de “Pluim van de week” naar T-Mobile gaat, is dat zij zelfs op zondagmiddag keurig en adequaat mij via Twitter proberen te helpen het probleem op te lossen.
Zodra ik hier verder in heb kunnen duiken, laat ik je het natuurlijk weten.
Een paar afleveringen geleden, in podcast 40, vertelde ik je over de vernieuwde Yelp-app voor iOS. Vanaf dat moment was het mogelijk om op alle iDevices reviews te posten met behulp van de Yelp-app. Inmiddels is het duidelijk dat Yelp tevreden is over de resultaten. Want vanaf deze week is het ook voor Android-gebuikers mogelijk om met behulp van hun Yelp app voor Android reviews te posten, terwijl ze onderweg zijn.
Yelp meldde hierover het volgende:
For those who wondered if the ability to write reviews instantly would lead to more rants and raves in the heat of the moment, we found that star ratings for reviews written on mobile closely mirror what we see on the desktop site, with about 80% of reviews being 3, 4 and 5 stars. Consumers are clearly taking the time to write thoughtful reviews of their experiences with local businesses.
Het blijkt dus dat het gedrag van mobiele gebruikers erg lijkt op dat van desktop Yelp-gebruikers. Ondanks het feit dat je op een smartphone iets minder snel en foutloos kunt typen, nemen Yelpies toch de moeite om vergelijkbare reviews te typen, als ze voorheen alleen in de browser op hun desktop konden.
Google past haar gebruikersvoorwaarden per 11 november aanstaande aan. Dat het bedrijf daarbij moeite doet om transparant te zijn (en dus eventuele reacties op voorhand probeert te voorkomen), blijkt wel uit het feit dat ze niet alleen een artikel op haar website plaatst, maar mij vervolgens ook nog een mail stuurt en een blauwe balk bovenin de browser toont, terwijl ik ben ingelogd en op Google+ het bekende belletje rood kleuren met een nieuw bericht.
In de show notes –die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/46/– heb ik de tekst van het artikel overgenomen:
De belangrijkste wijzigingen zijn:
1. Profielnamen en profielfoto’s kunnen worden weergegeven in recensies en advertenties
Dit gebeurt alleen als jij dat toestaat. Je kunt dat eenvoudig uitzetten, door in te loggen op Google+, naar je Account-instellingen te gaan, verder te klikken op “Aanbevelingen uit jouw kringen” en het vinkje uit te zetten. Dit is ook te zien in het plaatje wat ik heb opgenomen in de show notes.
2. Veilig gebruik op mobiele apparaten
Google adviseert je om tijdens het rijden geen gebruik te maken van mobiele apparaten.
3. Wees voorzichtig met je wachtwoord
Google heeft nu ook opgenomen dat je voorzichtig moet omgaan met je wachtwoord. Wellicht is dit ten overvloede, maar het zal nu wel expliciet zijn opgenomen, om eventuele aansprakelijkheid te voorkomen.
Je kunt de volledige gebruikersvoorwaarden, zoals die voor Nederland gelden, lezen op de Servicevoorwaarden van Google pagina, waarvan ik de link in de show notes heb opgenomen.
Voor de grootheden in de wereld, waaronder artiesten en bepaalde merknamen was het al mogelijk: de zogenaamde vanity URLs op Google+. Zo was bijvoorbeeld Toyota vanaf augustus 2012 al gemakkelijk op Google+ te benaderen, door +toyota als pagina op Google+ in te typen en Lady Gaga had een gemakkelijk te onthouden pagina +LadyGaga .
Voor gewone stervelingen bleven de vanity URLs echter nog buiten bereik. Maar sinds enige tijd lijken er meer en meer geverifieerde Google+ Zakelijke pagina’s hun eigen vanity URL te krijgen. Ik heb het voor alle pagina’s waar ik manager en/of eigenaar van ben gecontroleerd, maar kon het nog niet vinden. Op de site van PCG Digital Marketing las ik dat je moet inloggen op Google+, naar de gewenste pagina gaan en als je daar dan het plaatje ziet, wat ik heb opgenomen in de show notes:
dan kun je je eigen Google+ vanity URL instellen. Let bij het instellen wel op, of de gewenste URL goed is. Want als je ’m eenmaal hebt geaccepteerd, kun je ’m niet meer wijzigen.
Afgelopen weken zijn er ook weer een paar video’s van Matt Cutts verschenen. De eerste video behandelt de vraag: “Waarom verandert de PageRank van mijn site niet?”. De vragensteller meldt dat hij meer waardevolle content heeft gepubliceerd, maar dat hij geen veranderingen in de PageRank ziet.
Een andere video die deze week uitkwam, behandelde de vraag of het redirecten van gebruikers op basis geodata door Google wordt gezien als spam, omdat mogelijke andere content wordt getoond aan zoekmachines, dan aan de gebruikers.
Ik had het zojuist over Yelp. Maar niet alleen Yelp is constant bezig met het verder uitbreiden en verbeteren van haar diensten. Ook Foursquare gaat gestaag door. Recentelijk heeft Foursquare een paar updates doorgevoerd.
De eerste uitbreiding is “real-time aanbevelingen”. Wanneer je ergens arriveert kan Foursquare je vertellen wat daar leuk of interessant is om te doen. Op dit moment heeft slechts een kleine groep van Foursquare gebruikers deze mogelijkheid, maar de komende tijd zal het voor steeds meer gebruikers worden aangezet.
Verder heb je een “Nearby” knop om te zien wie in de buurt is. Ik heb eens even in mijn Foursquare app gekeken, maar ik vind persoonlijk respectievelijk Leusden en Amsterdam nu niet echt uitermate dichtbij. Deze twee plaatsen kreeg ik namelijk te zien, waar vrienden recentelijk hadden ingecheckt.
De derde update is dat de app nu meteen de meest recente checkin van elke vriend laat zien. Als je dan meer wilt weten, dan kun je op de naam klikken en het profiel bekijken, evenals de historie.
Vorige week had ik het in de podcast over de nieuwe review website die ik had ontdekt naar aanleiding van een artikel op FrankWatching, te weten: “MeetingroomReview.com”.
In de transcriptie vind je alleen de vragen. Voor de antwoorden verwijs ik je naar de audio van de podcast.
In de show van vandaag heb ik Robert Spakman. Robert is oprichter en directeur van Rooomer –het bedrijf achter MeetingroomReview– en ik mag hem aan de tand voelen over dit succesvolle en bovenal nieuwe concept.
Robert, allereerst bedankt dat je tijd kon en wilde vrijmaken voor dit interview in de ReputatieCoaching Podcast. Ik vind het ontzettend leuk om je in de show te hebben, omdat ik verwacht dat een deel van de luisteraars naar aanleiding van dit gesprek meteen aan de slag kan.
Met dit interview van Robert Spakman van MeetingroomReview.com kom ik dan weer bijna aan het einde van de podcast van deze week.
Ik wil nog even vertellen dat ik eerder deze week mijn eerste korte webinar heb georganiseerd. Dit was enkele business partners, die graag wat meer uitleg wilden de WordPress plugin “WebinarExpress”, die ik speciaal hiervoor heb aangeschaft. Dat verliep soepeltjes en het geeft mij vertrouwen om nu op korte termijn daadwerkelijk mijn eerste webinar te gaan organiseren.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 46 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende tijd weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar artikelen en sites die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag heb ik weer een aantal leerzame onderwerpen voor je, waarvan ik denk dat je er wat aan hebt. Ook heb ik weer nieuws van diverse bronnen.
Het grootste gedeelte van deze podcast gaat over reviews. Het eerste aangaande reviews heb ik gevonden als een nieuwsbericht op FrankWatching. Ook vertel ik je hoe je reviews schrijft en deel ik wat misvattingen over Yelps review filter met je. En ik heb nieuws over de integratie van Qype en Yelp. Het tweede onderwerp gaat over blogspam. En dan als derde is het de vraag of Google jouw site “straft”, als je incorrecte HTML in je site hebt. Het laatste onderwerp is een praktische tip, om ervoor te zorgen dat meer mensen je bedrijf gaan bellen.
Om te beginnen: afgelopen week was ik bij de ManagementSupport Live beurs in de Jaarbeurs te Utrecht. Daar had ik een afspraak met Marco Kole en Robert Spakman van MeetingroomReview.com Die afspraak is tot stand gekomen, doordat ik altijd volg wat voor nieuwe artikelen er op FrankWatching worden gepubliceerd. Een artikel wat mijn aandacht kreeg, was getiteld “MeetingroomReview: Deel je ervaring over meetinglocaties”. Het feit dat het woord “review” erin voorkwam triggerde logischerwijs mijn interesse: je weet tenslotte dat ik altijd extreem geïnteresseerd ben ik nieuws wat over “reviews” gaat.
Dit artikel ging over een nieuwe, recent gestarte dienst voor vergaderlocaties voor het verzamelen van reviews op een onafhankelijke reviewsite.
Een paar kernpunten van deze nieuwe service:
In het gesprek heb ik verteld hoe belangrijk het is voor bedrijven om voor hun reviews niet op één paard te wedden, maar hun inspanningen om reviews te krijgen, te spreiden over diverse sites. Ook heb ik een beetje te horen gekregen over het spamdetectie-algoritme, waarmee MeetingroomReview het aantal “fake” reviews wil terugdringen. Daar kan ik niets over vertellen, maar het enige wat ik wel kan vertellen is dat de dienst binnenkort zal overstappen op social login met behulp van Google, Facebook en/of Twitter. Hierdoor zal het aantal fake reviews verder worden teruggebracht.
Op dit moment zegt het bedrijf nog niet veel last te hebben van spam. Wat leuk is om te zien, is dat ze zelf hard aan de weg timmeren om naamsbekendheid te krijgen, en het fenomeen van “reviews” bekender te maken in Nederland. Daarom groeit het bedrijf ook als kool en hebben in de paar weken van hun bestaan al meer dan 200 vergaderlocaties hun pagina geclaimd en aangepast.
In deze tijd waar je al tientallen reviewsites hebt, getuigt het van visie en lef om een nieuwe, uiterst gespecialiseerde reviewsite te lanceren. Aan de andere kant: het feit dat de site zo extreem gespecialiseerd is, kan ook de reden van hun succes worden.
Vergeet niet: meer dan 80% van de online mensheid maakt een keuze op basis van online reviews. Niet op basis van wat er op de diverse websites wordt verteld of beloofd. Dit zal dus ook gelden voor mensen die op zoek zijn naar vergaderlocaties. Echter, wat cruciaal is voor het welslagen van deze site, is dat het bedrijf in staat is de pagina’s met content op de voorpagina van Google vertoond te krijgen, op de relevante zoektermen. Als de content pas vanaf pagina 10 of nog verder wordt vertoond, kan het bedrijf het scoren op basis van organische zoekresultaten wel vergeten en zal het zijn heil moeten zoeken in PPC (=Pay Per Click).
Wellicht is het raadzaam sowieso PPC te doen. Je ziet dat bijvoorbeeld booking.com zowel goed scoort met haar individuele hotelpagina’s, als dat ze verkeer naar zich toe trekken via betaalde kliks.
De klanten die hun medewerking hebben toegezegd zijn echter niet de kleinste. Zo hebben bijvoorbeeld Novotel, Ibis, Mercure en La Place Vergadercentra al toegezegd gebruik te willen maken van MeetingRoomReview. Ik blijf het bedrijf in de gaten houden en zodra er nieuws over te melden is, zal ik het zeker doen.
Wel heb ik even snel een onderzoek gedaan en heb ik een vijftal grote (en dure!) locaties bekeken, die op de site staan vermeld, die ik zelf ken. Het opvallende vond ik dat die bedrijven nu bezig gaan met een reviewservice (wat ik op zich een heel goed initiatief vind!), maar op Google nog niet eens minstens vijf reviews hebben, waardoor er nog geen sterretjes bij hun lokale bedrijfsvermelding worden getoond. Dat is natuurlijk een enorm gemiste kans.
Het is goed om je reviews te spreiden, maar ik zou als bedrijf zeker beginnen om op de grootste zoekmachine ter wereld als eerste een degelijke vermelding te krijgen.
“Geeft en u zal gegeven worden.”, heb ik ooit eens ergens gelezen. Vanuit dat perspectief zul je dus ook reviews moeten schrijven, om reviews te ontvangen. Voordat ik je vertel wat nu eigenlijk een review is en hoe je een goede review schrijft, eerst even een leuke tip, die ik ooit eens ergens las.
Je hebt natuurlijk een Google+ Lokaal pagina, of zoals die tegenwoordig heet: een Google Places Zakelijk pagina. Nou, als je inmiddels niet het spoor bijster bent met alle benamingen van Google voor hun bedrijfsvermeldingen met sociale mogelijkheden, dan vind ik dat heel knap!
In elk geval: log in en kies je zakelijke pagina als actieve gebruiker, om het zo maar te zeggen. Post vervolgens een review op de zakelijke Google pagina van een bevriend bedrijf, dat ook actief is op Google+. In een aantal gevallen krijg je dan ooit spontaan een review terug.
Maar goed: wat is een review en hoe schrijf je een review? Van origine is een review een korte beschrijving of beoordeling van een boek, een flim, theatervoorstelling, artikel enzovoorts. Reviews zijn ook vaak academische oefeningen die een student moet uitvoeren, om zo de regels en eisen voor reviews letterlijk in de vingers te krijgen.
Reviews kunnen formeel zijn en informeel; dat is grotendeels afhankelijk van je lezers. De meeste academische reviews zijn formeel opgesteld. Een paar regels die gelden voor formele reviews:
De basisstructuur voor reviews is op zich geen “rocket science” en is als volgt:
Een paar tips die je kunnen helpen bij het schrijven van een review:
Deze punten komen van een academische site. Maar met enige creativiteit kun je ze gemakkelijk ombuigen en toepassen op reviews van een restaurant, een ijssalon, een groenteboer of je advocaat.
Reviews zijn belangrijk, dat kan ik ook niet vaak genoeg benadrukken. Op dit moment ben ik bezig voor een tandarts uit Apeldoorn een goede reviewstrategie uit te werken. Zodra die gereed is, zal ik daar wat meer over vertellen.
Ik vertelde je in podcast 44 over die 19 bedrijven die bij elkaar een boete van US$350.000 hadden gekregen voor het posten van fake reviews.
Als dit de prijs kan zijn die je als “reputatiemanagement”-bedrijf kan betalen voor je acties, dan… Hmmm… Daarmee schept deze actie een precedent en zal mensen en bedrijven die snel geld willen verdienen met het posten van fake reviews toch eens een keertje extra achter de oren doen laten krabben.
Het reviewfilter van Yelp is soms voor specialisten zelfs een groot vraagteken, laat staan voor bedrijven! Ook kennen bedrijven vaak de bepalingen van reviewsites niet en hebben ze geen idee wat wel en niet mag.
Op het “Moz blog” kwam ik een artikel tegen, dat is geschreven door David Mihm, een wereldwijd erkende lokale SEO specialist. De titel van het artikel luidt: “Operation Clean Air: Clearing Up Misconceptions of Yelp’s Review Filter”.
Als eerste: het meest agressieve reviewfilter is niet het meest succesvolle reviewfilter
Het reviewfilter van Yelp staat bekend als het meest agressieve filter. Maar daarmee is het nog niet het beste of meest succesvolle review filter. Want het lijkt erop, alsof teveel reviews onterecht als spam of fake worden beoordeeld.
Punt twee: gefilterde reviews zijn niet hetzelfde als frauduleuze reviews
Yelp geeft zelfs toe, dat sommige reviews onterecht worden gefilterd, omdat ze de reviewalgoritmes op de verkeerde punten triggeren. In podcast 36 vertelde ik je over het onderzoek dat twee wetenschappers van Harvard hadden gedaan naar het Yelp reviewfilter. Daaruit kwamen de volgende conclusies naar voren:
De onderzoekers gebruiken statistische vergelijkingen om hun conclusies te bewijzen. Voor hun conclusies kun je ook heel andere (voor de hand liggende) oorzaken aanwijzen:
Punt drie: gefilterde reviews zijn geen zinloze reviews
Dit komt dus doordat relatief vaak reviews ten onrechte achter de captcha verdwijnen.
Aan de andere kant biedt je dat ook weer een leuke kans!! Kopieer/plak de review op je eigen site, als je daarvoor toestemming krijgt van de originele poster. Je hoeft niet bang te zijn voor duplicate content, want de zoekmachines kunnen niet lezen wat er achter de “captcha” verborgen zit.
Vierde punt: gefilterde reviews zijn niet voor eeuwig verloren
Ik heb het hier ook al eens eerder over gehad. Als de reviews zijn gefilterd van iemand die zijn of haar profiel slechts beperkt had ingevuld, maar opeens het profiel volledig gaat invullen, van een foto voorziet, de Yelp app op de smartphone downloadt en gebruikt, vrienden wordt met andere Yelpers enz. kunnen die reviews dan opeens alsnog zichtbaar worden.
Nu ik het toch over Yelp heb, eventjes een korte statusupdate over de integratie van Qype en Yelp. In podcast 36 had ik het ook hierover. Na Ierland, Spanje, Italië, Frankrijk en Brazilië zijn nu de gegevens, foto’s en reviews van Qype UK ook samengevoegd met Yelp. Hiermee wordt Yelp in het Verenigd Koninkrijk de marktleider op het gebied van bedrijfsreviews.
Ik ben toch wel heel benieuwd hoelang het nog duurt, totdat de Nederlandse Qype is geïntegreerd in Yelp Nederland.
Verder vind ik het uitermate interessant om te zien hoe het gevecht om de titel van de beste reviewsite zich ontwikkelt. Google is tenslotte ook druk aan de weg aan het timmeren en die heeft natuurlijk het voordeel dat ze een schier onuitputtelijke hoeveelheid geld achter de hand hebben om leuke dingen te doen.
Ooit –in een tijd heel, heeeel lang geleden– kon je hogerop komen in de zoekresultaten door reacties met backlinks naar je eigen sites of artikelen te posten in weblogs. In het Engels heeft dit verschillende benamingen: “blog spam”, “comment spam” of “social spam”. En niet alleen weblogs, maar ook wikis, gastenboeken en online fora waren geliefde doelen voor de spammers.
Het doel was dus om backlinks te krijgen, liefst zoveel mogelijk. Het ging er de spammers niet om, dat mensen op die links moesten klikken, maar door op deze manier tienduizenden, of honderdduizenden links te creëren, hielp dit bij het scoren in de zoekmachines.
Nu is er een aantal methoden om spam te detecteren. Als eerste kun je natuurlijk elk bericht controleren op bepaalde woorden en op basis van een zwarte lijst, berichten die specifieke, veelal expliciete woorden bevatten, naar de spambox doorverwijzen.
Ook kunnen IP-adressen een mogelijke trigger zijn om te bepalen of een bericht serieus is, of niet. Want vaak maken spammers gebruik van systemen in bepaalde landen, waarvan bekend is dat daar veel spam vandaan komt.
Op www.reputatiecoaching.nl, evenals op tientallen andere WordPress sites heb ik ook last van spam. Ik zie dat er wekelijks tientallen reacties worden gepost op artikelen. Maar hoewel ik bijvoorbeeld niets over Rolex horloges schrijf, denken die spammers dat het zinnig kan zijn een spannend bericht te plaatsen over dit merk horloges!
In WordPress heb je een aantal mogelijkheden om spam te voorkomen, of te minimaliseren. Helemaal voorkomen zal niet altijd lukken, want geen enkel spamfilter is 100% correct. Het kan nog steeds gebeuren dat ofwel een spamreactie wèl door het filter komt, of een geldige reactie ten onrechte als spam wordt aangemerkt.
Onder het kopje “Reacties”, onder de “Instellingen” op je WordPress site kun je diverse instellingen aanpassen. Zo kun je bijvoorbeeld ook helemaal uitschakelen dat mensen reacties kunnen posten. Ook kun je WordPress zo instellen dat een reactie van iemand van wie een eerdere reactie is toegelaten, in het vervolg automatisch wordt toegelaten. En je kunt nog meer instellen…
Maar wat je daar ook instelt, je zult nog steeds een grote hoeveelheid blogspam op je site krijgen. Schakel daarom altijd “Akismet” in. Deze plugin komt standaard mee met WordPress, maar je moet er nog wel iets voor doen om deze fantastische plugin te activeren.
Om te beginnen moet je een account aanmaken op “akismet.com”. De link naar deze site vind je, evenals links naar alle andere relevante artikelen, in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/45/. Op de site zie je een button staan met de tekst “Get a WordPress key”. Die moet je klikken, waarna je je kunt aanmelden.
Kies daartoe een “Personal” key en typ je e-mailadres en gewenste wachtwoord in. Kies vooral een complex wachtwoord. Maar dat doe je natuurlijk altijd al! Je API-key ontvang je dan per mail en die kun je invoeren in de Akismet-instellingen op je WordPress site. Dat doe je onder “Plugins” –> “Akismet”.
De hoeveelheid blogspam die Akismet tegenhoudt is indrukwekkend! Zo heeft de plugin mij in september 2013 behoed voor maar liefst 1.453 berichten. Totaal heeft Akismet sinds december vorig jaar 4.196 spamberichten tegengehouden en maar 5 spamberichten gemist, of ten onrechte als een legitieme reactie beoordeeld. Slechts één legitieme reactie is ten onrechte als spam beoordeeld, sinds ik met het ReputatieCoaching weblog ben begonnen.
Moet je nagaan wat het mij voor werk zou hebben opgeleverd, als ik zelf handmatig al die berichten zou hebben moeten verwijderen.
Wat ik wel af en toe eens doe, is even kijken in de door Akismet als spam gemarkeerde berichten, om te zien of er per ongeluk eentje tussen zit die toch geen spam blijkt te zijn.
Tot zover over blogspam.
In het verleden hoorde en las je dikwijls dat Google jouw site afstrafte, als je fouten had in de HTML-code van je site. Zelf behoorde ik ook tot de groep mensen die dacht dat het zou helpen, als je totaal geen fouten in je HTML-code had en dus spendeerde ik uren en uren om alle fouten eruit te halen.
Pas wanneer de W3 HTML validator groen kleurde en aangaf dat ik 0 fouten op elke pagina had, was ik tevreden over de pagina en kon ik ’s nachts rustig slapen.
Recentelijk verscheen er een video van Matt Cutts, waarin hij de vraag beantwoordt of Google inderdaad incorrecte HTML-code bestraft.
Matt zegt in de video, die ik overigens ook in de show notes heb opgenomen, dat Google incorrecte HTML niet bestraft, omdat anders teveel relevante content niet in de zoekresultaten zou opduiken:
Google moet natuurlijk werken met het web, zoals het er is en niet met een web, zoals ze dat graag zouden hebben. En het web, zoals het er is, bevat veel syntaxfouten en dus moet Google de crawler dusdanig bouwen, dat deze daarmee kan omgaan.
Matt sluit af met nogmaals te benadrukken dat het goed is om valide HTML te produceren. Zoals altijd zegt hij dat het in de toekomst namelijk best eens gebruikt zou kunnen gaan worden als een ranking factor.
Vaak ligt een gouden tip recht vóór je, zonder dat je ’m ziet. Zo zie ik dikwijls bedrijven een vermogen spenderen aan het optimaliseren van hun website om maar zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Er worden fantastische landingpagina’s gemaakt met de mooiste en best-converterende webformulieren.
Ter afsluiting van de topics en tips in deze podcast geef ik je een paar praktische tips die je meteen kunt toepassen om zo je kans op meer telefonisch contact met je prospects te vergroten, terwijl ze niets kosten of bijna niets kosten.
Met deze tips voor het vergroten van je inkomende telefoonverkeer kom ik dan weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Je kunt de Google+ pagina vinden, door te surfen naar www.reputatiecoaching.nl/gplus/. Het zou ook super zijn, als je een review van de podcast achterlaat op iTunes of op LinkedIn.
Zoek op Google op “reputatie” en “itunes” en je ziet meteen de ReputatieCoaching Podcast pagina van iTunes. Door een review te posten op iTunes help je mij om de podcast ook onder de aandacht van anderen te krijgen.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 45 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Keywords: Yelp, Qype, MeetingroomReviews, reviews, blogspam, comment spam, social spam, akismet, WordPress, W3 Validator, Matt Cutts
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vaak is het niet zo dat we voordeel kunnen halen uit wat we wèl weten, maar we hebben veelal hinder van datgene wat we níet weten. Dus ik breng je niet alleen tips, maar ook nieuws en ontwikkelingen uit de wereld van reputatiemanagement, contentmarketing, zoekmachineoptimalisatie en digitale communicatie, waarvan ik denk dat je er iets mee kunt doen, of wellicht iets mee moet doen.
Het eerste onderwerp voor vandaag bestaat uit twee tips. De eerste is een nuttige tip voor YouTube, waarmee je het aantal views kunt vergroten en de tweede gaat over het backuppen van de foto’s op je computer naar Flickr. Verder kwam ik een video tegen, waarin Matt Cutts precies uit de doeken doet, hoe je op de eerste plaats in Google terecht kunt komen. Ook beantwoordt Matt Cutts de vraag of je een link naar een extern artikel beter bovenaan, of onderaan in een artikel kunt plaatsen.
En als ik het toch over Google heb: ze hebben recentelijk een hele hippe Q&A-module voor Hangouts on Air uitgebracht; daarover straks meer. Dan heb ik nog meer nieuws over Google+ en heb ik de top 5 positieve en 5 negatieve invloeden van social media informatie in het wervings- en selectieproces volgens StepStone. Ik sluit deze podcast af met een nieuwe en bovenal handige feature die sinds deze week beschikbaar is in Outlook.com, de opvolger van Hotmail.com.
Maar voordat ik overga op de topics voor vandaag even een korte terugblik naar de vorige podcast. Daarin had ik een gesprek met Arend Landman, de bekende schoolgoochelaar uit Utrecht. Hij vergeleek contentmarketing met snoep, achtereenvolgens: King, Mars, Faam en Rang.
Zijn snoepvergelijking zal bij de meesten wel blijven hangen, want:
Sinds jaren adverteert hij niet meer in de traditionele media, maar richt hij zich volledig op contentmarketing voor het binnenhalen van nieuwe optredens.
Met alle content die hij produceert en gratis weggeeft heeft hij in een paar jaar een adressenbestand opgebouwd van een slordige 15.000 emailadressen en op deze manier contracteert hij het hele jaar door optredens in binnen- en buitenland.
Zijn show van dit jaar is gericht op het Kinderboekenweek 2013 Thema: “Sport en Spel”. Ik raad je van harte aan om het interview van vorige week met hem eens te beluisteren, als je dat nog niet hebt gedaan. Je zult er namelijk zeker een aantal nuttige tips en goede ideeën uit kunnen halen, waar jij iets mee kunt in jouw business.
Ook heb ik afgelopen week een artikel gepost, waarin ik uitleg wat Markdown is en waarom ik er zo enthousiast over ben. Ook de transcriptie van deze podcast heb ik in Markdown gemaakt. Nu ben ik wel eens benieuwd: heb je het artikel gelezen? Ben je ook verder gaan lezen over Markdown? Of had je zoiets van: “Het zal wel, ik ben tevreden met mijn tekstverwerker en zoek niets anders…”? Ik ben benieuwd! Laat het me weten: geef een reactie onderaan de transcriptie van deze podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/43. Daarin staan ook alle links die in deze podcast aan bod komen.
En dan nog even een correctie op mijn stukje over de Google RSS-alerts in de podcast van vorige week. Toen was ik mijn ingestelde RSS-alerts kwijt en inmiddels zijn de RSS-alerts die ik ooit had ingesteld weer terug. Ik hoef ze dus niet opnieuw allemaal in te stellen… Dat scheelt weer uitzoekwerk!
Maar zo zie je maar: hoewel sommige content soms verdwenen lijkt, is het niet echt weg. Zo kan het dus ook gaan met content over jou, die mogelijk een negatief effect heeft op je online reputatie. Hoewel je denkt dat het verwijderd is, kan het zomaar opeens weer tevoorschijn komen. Wees daarom voorzichtig met wat je online publiceert.
Weet je wat trouwens een leuke bijwerking is van het maken van een podcast? Je gaat beter articuleren. Heel, héél lang geleden, hadden wij thuis nog een zwartwit televisie. In die tijd zat ik op de lagere school en sliste ik een beetje. Bovendien praatte ik ook toen al best wel snel. Vanwege die twee redenen kreeg ik logopedie; “men” was namelijk bang dat ik vanwege mijn hoge spreektempo zou gaan stotteren.
Maar ongeacht welke tongbrekende zinnen ik ook in hoog tempo moest uitspreken: het ging continu foutloos, zonder dat ik er moeite voor hoefde te doen. Ik groeide dus op als een snelle spreker. Op latere leeftijd ondervond ik hier wel eens hinder van, omdat mensen me soms niet zo goed konden volgen. Of dat nu aan die mensen lag, of aan mijn spreektempo, dat laat ik gemakshalve maar even in het midden. In Amerika noemde men mij vanwege mijn spreektempo: “Mister Machinegun Mouth”.
Ik werd me er ook meer van bewust dat door mijn hoge spreektempo de verstaanbaarheid omgekeerd evenredig afnam. Dit merkte ik, doordat mijn omgeving mij hierop attent maakte en doordat mij vaak werd gevraagd, te herhalen wat ik zojuist reeds had gezegd.
Nu was ik een paar weken geleden op een buurtfeest in de buurt waar ik ooit heb gewoond en mijn ouders nog steeds wonen. Daar vertelde ik een verhaal over de Sterrenschool waar onze dochter op zit. Ik merkte dat een dame op een paar meter afstand bijna letterlijk aan mijn lippen hing. Zij vertelde achteraf aan mijn moeder dat ze mij woordelijk kon volgen dankzij mijn articulatie, terwijl ze mij door het geroezemoes niet kon verstaan.
Dat heb ik als een enorm compliment ervaren. En ik weet in elk geval zeker dat dit is dankzij de podcast. Wellicht vind jij als luisteraar dat ik aardig snel spreek, maar geloof me, voor mij voelt het alsof ik in een slakkentempo praat. Ik hoop dat jij me ook goed kunt verstaan. Laat me het gerust weten, als je vind dat ik te snel spreek. Dan zal ik er in toekomstige podcasts nog extra aandacht aan schenken.
Na deze lange intro, dan nu het eerste onderwerp voor vandaag: het verbeteren van het aantal clicks op je YouTube video’s.
Als je een video uploadt naar YouTube, lijkt het er soms op dat YouTube zelf maar een willekeurig punt in je video kiest, om standaard bij je video te vertonen. Welk deel van je video is dit?
Meestal is het een screenshot van de helft van je video. YouTube laat je ook nog eventueel een screenshot op ongeveer een kwart en op driekwart van je video kiezen.
Maar wist je dat je zelf ook een screenshot of nog beter: een foto met een heldere en duidelijke “Call to Action” kunt toevoegen? Als je niet niet tevreden bent over de afbeeldingen waar YouTube je uit laat kiezen, doe je het volgende:
Let er wel op dat je dezelfde verhoudingen aanhoudt (horizontaal/verticaal), als de video. Anders krijg je een uitsnede, of een verwrongen beeld. En het is handig om te weten dat de afbeelding niet groter mag zijn dan 2 MB.
Zoals ik zei kun je op deze manier een aparte afbeelding invoegen, zelfs eentje die helemaal niet in de video hoeft voor te komen. Door hier handig mee om te gaan kun je het aantal views van je videos verhogen.
Nu ik toch tips aan het geven ben. Laatst had ik je al verteld over de app “CameraSync”, die ik op mijn iPhone heb draaien voor het automatisch backuppen van de foto’s op mijn iPhone. Dat werkt perfect en hoef ik me geen zorgen te maken over het verlies van de foto’s op m’n iPhone, mocht er iets mee gebeuren: alle foto’s staan veilig op zowel Flickr, als op Box.com. Ze zijn dus tweemaal ergens in de cloud opgeslagen.
Maar Flickr biedt je sinds mei 2013 1 terabyte aan opslagcapaciteit en die ruimte wil ik ook ten volle benutten. Dus ik was begonnen met het maken van een backup van al onze foto’s (dat zijn er meer dan 250.000). Het probleem met de browserinterface van Flickr is alleen dat je per keer maximaal 200 foto’s kunt uploaden. Je kunt je voorstellen dat dat dan met zoveel foto’s wel even gaat duren: niet alleen de tijd om ze allemaal te uploaden, maar ook om aan te geven dat ik ze wil uploaden omdat ik ze per 200 in de browser moet slepen.
Vandaag heb ik voor MacOS X in de Mac App Store een handig programmaatje gevonden. Het heet “FlickrBucket” en kost slechts € 1,79. In het begin was ik even vergeten aan te geven dat ik de foto’s “privé” wilde uploaden, maar toen ik dat eenmaal goed had ingesteld kon het uploaden beginnen. En het tooltje doet precies waar het voor bedoeld is: het uploadt alle foto’s probleemloos naar Flickr.
Inmiddels heb ik al zo’n 1.000 foto’s geüpload. Toegegeven, het is minder dan een half procent van wat nog moet, maar het begin is er!
Een dergelijke tool is er ongetwijfeld ook in velerlei verschijningsvormen voor Windows en dus heb jij ook geen excuus meer om geen backups van je foto’s te maken. Of wil je dat jou hetzelfde overkomt, wat ik van de week van iemand hoorde… Hij had geen backups van zijn foto’s en was opeens door een storing alle foto’s van de eerste drie jaar van zijn kind kwijt…
Terwijl ik op zoek was naar video’s van Matt Cutts kwam ik ook een hele komische video tegen, die me bijna buikpijn gaf van het lachen. In deze video legt Matt Cutts uit, hoe je op de eerste plaats komt bij Google. Bekijk zelf de video maar, die ik de show notes heb opgenomen op www.reputatiecoaching.nl/43:
Dan even weer terug naar de realiteit, het hier en nu… Een serieuze vraag die aan Matt Cutts werd gesteld ging over de plaats, waar je het beste een link naar een artikel kunt plaatsen in een blogpost. In de video die in de show notes is opgenomen antwoordt Matt, dat het –vanuit het perspectief van Google– niet uitmaakt, of je de link in de tekst plaatst, of onder aan de blogpost.
Zijn persoonlijke voorkeur is op de plaats waar aan het artikel wordt gerefereerd. Hij vindt dat zelf een betere gebruikerservaring, omdat hij dan de keuze heeft om meteen door te klikken, zonder dat hij eerst naar het einde van het artikel hoeft te scrollen.
Deze video is nog niet zo oud, maar ik was ook altijd al van mening dat het goed is om naar je bronnen te linken. Daarvoor heb ik dan ook onderaan de show notes van elke podcast een lijstje met de links naar de diverse sites. Bovendien link ik ook in de tekst naar de desbetreffende bronnen. In geval van video’s, embed ik deze natuurlijk. Dat draagt bij aan een betere gebruikerservaring, dan wanneer ik slechts een link naar de video in de tekst opneem.
Sindskort heeft Google iets nieuws toegevoegd aan Google Hangouts, namelijk een hele hippe Q&A (dat staat voor “Questions and Answers”). Als je nu een webinar of Hangout organiseert, kunnen mensen via die interface vragen stellen, die je dan als presentator of presentatrice gedurende de uitzending kunt beantwoorden.
Het is niet zomaar een simpele chat-module. Dat is in deze moderne tijd te min voor Google. Nee, de module stelt je in staat om tijdens een live uitzending vragen van maximaal een miljoen kijkers te verzamelen, waaruit je dan zelf een keuze kunt maken om ze te beantwoorden. Vervolgens kun je de tijdstippen waarop je de vragen beantwoordt in de YouTube opname markeren, zodat je ze later snel en eenvoudig kunt terugvinden.
Op deze manier kun je met je live uitzending gratis nóg meer interactie met je kijkers creëren.
En mocht je een keer live advies of overleg willen, stuur dan een mailtje naar: podcast@reputatiecoaching.nl, waarin je je vraag of probleem voorlegt. We plannen dan in overleg een tijdstip waarop ik je via een Google Hangout gratis en vrijblijvend je vraag beantwoord of adviezen geef, om je probleem op te lossen.
Zoals je in de transcriptie van deze podcast kunt zien, kun je tegenwoordig Google+ posts embedden in je content. Google heeft dit een paar weken geleden geïntroduceerd. Dit is na te lezen in het artikel “Google+: author attribution & embedded posts” op het Google+ Developers Blog, waarvan je de link in de show notes vindt.
Het lijkt er een beetje op, alsof Google+ zo Facebook aan het naäpen is, maar ja, als je het goed bekijkt kon Google+ ook niet achterblijven. Als Google wil dat bijvoorbeeld bloggers meer verwijzen naar content op Google+, dan is dit gewoon pure noodzaak.
Je kunt de opmaak (zoals bijvoorbeeld de breedte) van het weergegeven bericht niet aanpassen. Maar dat vind ik niet erg. Ik vind het een goede ontwikkeling, dat je nu snel en eenvoudig Google+ posts kunt aanhalen.
In datzelfde bericht waar ik zojuist naar verwees, vertelt Google ook dat zij is begonnen met het automatisch toekennen van Google Authorship, waar je met je Google credentials kunt inloggen. De eerste twee diensten, waar Google Authorship automatisch aan jou wordt toegekend, als je daar met je Google account inlogt, zijn WordPress.com en Typepad. In de nabije toekomst kun je ook bij About.com, WikiHow en Examiner automatisch toegekende Google Authorship verwachten.
Op de website van StepStone heb ik een interessant rapport gedownload met als titel: “Werving via social media: feit of hype?”. Het beschrijft de ROI uit werving via sociale media in Europa in 2013. StepStone is actief in 9 landen en is één van de meest succesvolle jobsites in Europa.
In het rapport las ik de top 5 positieve en negatieve invloeden van social media informatie op het wervingsproces. Laat ik beginnen met de top 5 negatieve invloeden:
Wat verder ook uit het rapport bleek, wat ik erg verontrustend vond, is dat maar liefst 37% van alle werkzoekenden nog nooit een poging heeft gedaan om eens serieus te onderzoeken wat er allemaal over hem of haar online te vinden is!
Anyway, ik focus me graag altijd op positieve aspecten. Daarom eindig ik dit topic met de top 5 positieve invloeden van social media informatie op het wervingsproces:
Mocht je geïnteresseerd zijn in taal en correct taalgebruik, dan verwijs ik je naar podcast 30, waarin ik een interview had met Bea van de Bovenkamp van Waagtaal. In dat interview wordt ook nog eens het belang van correct taalgebruik benadrukt.
Vorige week vertelde ik je over de introductie van IMAP bij Outlook.com, de vernieuwde mailservices van Microsoft, ofwel de opvolger van Hotmail. Deze week las ik weer een nieuwtje over Outlook.com, wat ik even met je wil delen, omdat je er je voordeel mee kunt doen.
Ik zei het al: Outlook.com is de opvolger van Hotmail.com. Zelf heb ik de naam “Hotmail” ook nooit erg uitnodigend gevonden om te gebruiken. Net zoals op zoveel social media en mailservices had ik wel mijn eigen e-mailadres geclaimd, maar dus nooit echt gebruikt.
Outlook.com vind ik persoonlijk een stuk zakelijker en professioneler klinken. Het is dat ik mijn Gmail-account al overal gebruik en ik in principe dus geen ander mailadres nodig heb. Anders had ik zeker mijn Outlook.com-adres gebruikt. Ik ben al een Gmail-gebruiker vanaf 4 november 2004. En de belangrijkste redenen voor mij om al die jaren Gmail te blijven gebruiken en niet te willen switchen naar een andere mailprovider waren:
Inmiddels zijn de doorslaggevende argumenten om Gmail te blijven gebruiken dus allemaal teniet gedaan, doordat Microsoft ze ook heeft geïmplementeerd op Outlook.com. “Maar wat is de +?”, hoor ik je nu vragen…
Dankzij de “+”-feature heb je oneindig veel e-mailadressen en kun je traceren waar je e-mailadres eventueel is doorgegeven aan commerciële partijen. Laat me dit even nader toelichten.
Stel je e-mailadres is: Jan.Smit@outlook.com.
Dankzij deze feature die sinds afgelopen week dus ook bij Outlook.com is geïntroduceerd kun je eindeloos doorgaan achter het woordje “Smit”, door de “+” te gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld de volgende adressen gebruiken:
Je ziet het: op deze manier kun je oneindig veel e-mailadressen uitgeven, terwijl al die mail gewoon in één en dezelfde mailbox (in bovenstaand geval: “Jan.Smit@outlook.com”) terechtkomt.
Als je dan opeens een mail krijgt over bijvoorbeeld “Viagra”, die is gestuurd aan Jan.Smit+Telegraaf@outlook.com, dan weet je dat de Telegraaf je mailadres heeft gegeven, verhuurd, of verkocht aan een bedrijf dat graag Viagra verkoopt.
(Let wel: dit is slechts een hypothetisch voorbeeld en beslist niet gebaseerd op ervaringen in de werkelijkheid!)
Door je mail op deze manier te laten binnenkomen, kun je ook in Outlook.com eenvoudig je mail filteren en naar bepaalde folders laten gaan, op basis van het mailadres.
Wat ik in de afgelopen jaren met mijn Gmail-adres wel heb ervaren, is dat helaas veel invulformulieren hier niet voor zijn ingericht. Op heel veel websites kun je dus (helaas) nog niet deze feature gebruiken voor het aanmelden.
Met dit nieuws kom ik ook vandaag dan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je er wat aan hebt gehad en dat ik je weer van een paar nuttige tips heb kunnen voorzien, waar jij je voordeel mee kunt doen.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 43 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Denk jij ook dat het beter is voor je posities in de zoekresultaten om een aantal domeinnamen te hebben, die allemaal naar dezelfde website verwijzen? Heb je nu al diverse domeinnamen, waarbij op allemaal dezelfde content wordt vertoond? Lees dan beslist de rest van dit artikel!
Iets meer dan een week geleden kreeg ik van een luisteraar van de podcast de vraag of het voor de positie in zoekresultaten helpt om een aantal domeinnamen allemaal naar dezelfde website te laten wijzen. Het idee erachter was dan namelijk dat pagina’s vanaf de diverse domeinnamen worden vertoond in de zoekresultaten en je dus mogelijk meer kans maakt dat mensen ergens op klikken.
Het korte antwoord hier op is: NEE!!
Een soortgelijk kort antwoord had ik ook al in podcast 41 op deze vraag gegeven. Maar in die podcast heb ik ook beloofd dat ik er in een apart artikel iets dieper op in zou gaan.
Tot omstreeks halverwege 2012 kon je de voorpagina’s van de zoekresultaten domineren met dezelfde content, die je vanaf verschillende domeinnamen aanbood. Dus als je de pagina’s:
maximaal had geoptimaliseerd voor het trefwoord “roze kaplaarzen”, dan werden beide pagina’s in de zoekresultaten vertoond. En als je dan op diezelfde manier tien websites had, kon het gebeuren dat je de 1e pagina met zoekresultaten domineerde met content van alle tien je sites.
Maar sinds de zogenaamde Google Panda updates werkt dit niet meer. Sterker nog, als je dit alsnog probeert voor elkaar te krijgen, zul je zien dat je met geen enkele site goed scoort. Of nog erger: je sites zijn nagenoeg of helemaal niet te vinden. Dit wordt ten onrechte dikwijls de “Duplicate Content Penalty” genoemd.
Bestaat de “duplicate content penalty”? Als je het artikel ‘Demystifying the “duplicate content penalty”’ van Google uit 2008 erop naslaat, dan kun je lezen dat er niet zoiets als de “duplicate content penalty” bestaat. Ook dat is weer de korte versie…
In dat artikel kun je een paar nuttige richtlijnen van Google lezen (uit de totale lijst van de Google Webmaster Guidelines):
Google schrijft verder over “duplicate content” (vrijelijk vertaald):
Duplicate content op een site is niet per definitie een reden voor Google om actie tegen die site te ondernemen, tenzij die content is bedoeld om de zoekmachineresultaten te manipuleren of anderszins te beïnvloeden.
Mocht jouw site toch problemen hebben met duplicate content, maar lijkt het duidelijk dat je dit niet moedwillig doet –bijvoorbeeld doordat je CMS (=Content Management Systeem) dit veroorzaakt– dan is er dus in principe geen vuiltje aan de lucht en doet Google haar best om de meest relevante content aan de gebruikers te tonen.
Tja, wat is dan wèl duplicate content in de ogen van Google? Duplicate content kan op verschillende manieren op je site(s) ontstaan.
Nu weet je inmiddels wat Google ziet als duplicate content. Maar wat wordt dan niet als dubbele content beschouwd? Google heeft gezegd dat de volgende zaken in elk geval niet voor problemen zorgen:
Bekijk onderstaande video van Matt Cutts, waarin hij nogmaals toelicht dat Google hergebruik van foto’s en afbeeldingen niet als duplicate content beschouwt.
Een groot aantal pagina’s met dezelfde content kan er wel in resulteren dat Googlebot (de software die webcontent opspoort en indexeert) niet of moeilijk bij je echt relevante content komt. Ook kost het ophalen van al die dubbele content elke keer zinloze bandbreedte, wat een negatief effect op de performance van je website kan hebben.
Duplicate content kan de PageRank van de originele pagina’s doen verwateren, waardoor deze mogelijk lager scoren in de zoekmachines. Diverse bronnen op Internet melden dat PageRank niet meer relevant is, maar het aanbieden van dezelfde content onder meerdere (verschillende/unieke) URL’s resulteert in ieder geval in een verminderde gebruikerservaring. En dit is iets wat Google nu juist probeert te voorkomen, ongeacht of PageRank nog relevant is…
Het is verstandig om frequent te controleren hoe jouw site door Google wordt gezien en of je mogelijk issues hebt met duplicate content.
Door in Google eens in te typen:
site:www.jouwsite.nl
kun je zien wat Google allemaal van jouw website in haar index heeft. Als je ziet dat daar veel dezelfde content tussen zit, raad ik je aan om dit op te lossen. De manier waarop je dit kunt/moet doen, verschilt per situatie. Mocht je advies willen, neem dan contact met me op en ik zal mijn best doen je te helpen.
Vaak laat Google het bovendien zelf de webmaster in kwestie weten, als zij dit detecteert. Maar daarvoor moet je jouw site(s) wel aanmelden bij Google Webmaster Tools. Als je dat nog niet hebt gedaan, meld dan nu eerst al je sites daar aan. In onderstaande afbeelding zie je een voorbeeld van de WebMaster Tools rapportage over dubbele titels etc.
Samenvattend kun je dus stellen dat Google geen “duplicate content penalty” hanteert, maar dat het haar streven is om gebruikers zo relevant mogelijke content te bieden voor een maximale gebruikerservaring.
De meest gevreesde “penalty” bestaat dus niet en daarom vraagt Google webmasters en anderen te stoppen met het verspreiden van de mythe van de “duplicate content penalty”.