Tag archief lokale SEO

doorEduard

Zomerserie “Summer Seven”: 7 instructievideo’s voor betere lokale SEO

Over twee dagen ga ik op vakantie en laten we ons huis en alle dieren in en rondom het huis over aan onze vaste huisoppas, Jeroen. Ik wilde je echter niet twee weken zonder nieuwe content achterlaten. Dus ik heb het één en ander voor je voorbereid.

Meld je bedrijf aanZo gaat niet alleen de podcast gewoon door, maar heb ik ook een speciale zomerserie van 7 instructievideo’s voor je gemaakt, waarmee jij je lokale vindhaarheid en mogelijk daarmee ook je positie in de lokale zoekresultaten kunt verbeteren. Naast de 2 podcasts die gewoon op de vaste maandagmorgen om half negen zullen verschijnen en die je dus kunt beluisteren, ga ik jou aan het werk zetten!

Wat ik al veel vaker heb verteld is het voor het hoog scoren in de lokale zoekresultaten dat jouw bedrijfsgegevens (“citations”), bestaande uit je bedrijfsnaam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer op zoveel mogelijk websites staan.

Ik neem aan dat je bedrijf inmiddels toch echt wel vermeld staat op niet alleen de Telefoongids, maar ook op:

Mocht dat niet zo zijn, dan is het nu ook een mooi moment om dat voor elkaar te maken. Klik op de namen van de sites hierboven om de desbetreffende instructievideo’s te bekijken.

In de 7 video’s van de “Summer Seven” zomerserie leid ik je langs een zevental veelal onbekende kleinere (en onbekende grote) directory sites, waar jouw bedrijfsvermelding echt op moet komen te staan, wil jij beter scoren in de lokale zoekresultaten. De instructievideo’s laten je zien hoe je dat doet.

doorEduard

35: 1 miljoen Facebook pagina’s per maand. Bedrijfspanorama hogere rankings? Waarom kost SEO zoveel tijd? Content schrijven die scoort anno 2013

ReputatieCoaching Podcast aflevering 35!

ReputatieCoaching PodcastHallo en hartelijk welkom bij dé Nederlandstalige podcast die je helpt om jezelf en/of je bedrijf prominent op de kaart te zetten. Ik geef je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor gebruikers en zoekmachines.

Je kunt merken dat de zomer echt is begonnen, in ieder geval op het Noordelijk Halfrond. In Nederland zitten we op dit moment sinds 2006 weer eens in een heuse hittegolf. Ik adviseer je om het hoofd koel te houden, terwijl je naar deze podcast luistert.

Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!

Vanwege de zomerperiode is er ook wat minder nieuws te melden. Ik heb ook afgelopen week wel weer veel gelezen, maar vond er niet bijster veel relevante artikelen tussen zitten. Dus ben ik in mijn archief met leuke en veelal tijdloze topics gedoken, die ik ooit al eens heb verzameld. Daaruit komt het meerendeel van de onderwerpen van vandaag.

Afgelopen week heb ik van een aantal mensen van Ordina hun LinkedIn profiel kritisch bekeken, om hen op basis van mijn bevindingen een aantal tips te geven. De presentatie die ik hiervan heb gemaakt wordt eerst intern binnen Ordina gepubliceerd. Zodra die verspreid is, zal ik die presentatie ook op www.reputatiecoaching.nl posten.

Als eerste nieuws over Facebook: het aantal bedrijfspagina’s groeit nu heel hard. Als tweede topic: het mogelijke effect van een Google bedrijfspanorama op je positie in de zoekresultaten. Het derde onderwerp: Twitter heeft een tijdje geleden haar lijsten uitgebreid.

Iedereen weet inmiddels dat zogenaamde duplicate content door Google wordt afgestraft. Tot eenieders grote verbazing weerlegde Matt Cutts dit punt eerder deze week.

En durf eens NIET “Just another WordPress site” te zijn! Wat ik daarmee bedoel, hoor je later. Ga je verhuizen met je bedrijf? Let dan op, want de procedure om binnen Google+ te verhuizen is aangepast. “Waarkom kost SEO zoveel tijd?”, vroeg Tim laatst aan me. Waar dat zoal door komt, leg ik je daarna uit.

Als laatste onderwerp heb ik tips voor je voor het schrijven van content die anno 2013 scoort in de zoekmachines en suggesties voor allerhande soorten content als je even te maken hebt met een writer’s block, ofwel een schrijversblokkade.

1 miljoen nieuwe Facebook pagina’s per maand!

In podcast 23 van 5 mei 2013 berichtte ik dat Facebook op dat moment zo’n slordige 15 miljoen bedrijfspagina’s, of beter gezegd: “Fanpages” had. Nu zijn we alweer 2 maanden verder en eerder deze week meldde Facebook dat er al 18 miljoen fanpages waren aangemaakt. Het blijft natuurlijk een strijd tussen Facebook en Google+, maar Facebook zegt dat er op dit moment zo’n 1 miljoen fanpages per maand bijkomen.

Wat Google+ nu aan bedrijfspagina’s heeft, is niet duidelijk. Ik denk dat Google hier pas weer een uitspraak over doet, als ze vrijwel zeker weten dat ze voor liggen op Facebook, of ze Facebook het vuur aan de schenen kunnen leggen.

Bedrijfspanorama helpt bij score in de zoekresultaten

Enige tijd geleden heb ik een bedrijfspanorama gemaakt bij Wijnhandel B.J. de Logie in Amsterdam. Ik ben daar terechtgekomen, nadat ik april daar op een Yelp-party een wijnproeverij heb mogen bijwonen, waar ik toen ook foto’s heb gemaakt. Deze authentieke wijnhandel in Amsterdam is een kleine, maar sfeervolle zaak. Op zich was ik mede door de geringe grootte ook relatief snel klaar met de bedrijfspanorama.

De bedrijfspanorama kwam online, evenals een goede 20 foto’s die ik er ook nog had geknipt. Toevallig had ik de positie in de lokale zoekresultaten eind maart nog bekeken en een screenshot ervan vastgelegd. Deze vind je terug in de show notes:

Daarin is te zien dat “de Logie” toen op de “G”-positie in de lokale zoekresultaten stond. En op het moment dat ik de bedrijfspanorama maakte, stond het bedrijf op de vijfde positie, naast de “E”. Helaas heb ik daar geen screenshot van.

En hoewel ik niet direct wil spreken van een causaal verband, lijkt het er echter op, alsof de Google+ listing is gaan stijgen, sinds de bedrijfspanorama en de bedrijfsfoto’s online kwamen. Inmiddels staat die namelijk al op de tweede plaats, op de “B”-positie, als je zoekt op “wijnhandel amsterdam”. Daarvan heb ik wel weer een screenshot gemaakt:

Ik wil nogmaals benadrukken dat een bedrijfspanorama echt niet per definitie leidt tot een hogere positie in de lokale resultaten. Het kan heel goed zijn dat er andere factoren in het spel zijn.

De website zelf heb ik niet in de gaten gehouden, maar als het bedrijf continu nieuwe content publiceert en daarmee bezoekers naar de site trekt die de content dan ook nog eens links en rechts delen op de sociale media, kan dat natuurlijk een verklaring zijn.

Ik vond het in elk geval leuk om met je te delen en ik hou de online rankings van de bedrijven waarvoor ik een bedrijfspanorama maak, redelijk goed in de gaten.

Twitter lijsten uitgebreid

In podcast 3 en podcast 12 heb ik je verteld over Twitter lists. Daarmee kun je je Tweeps opnemen in lijsten, waardoor hun berichten niet jouw timeline “vervuilen”. Het voordeel van lists is dus dat je ze zelf kunt bekijken, wanneer het jou uitkomt.

Toen ik er vorige keren over berichtte, ondersteunde Twitter maximaal 20 lijsten met maximaal 500 gebruikers per lijst. Sinds enige tijd is deze beperking opgeheven. Er is nog wel sprake van een vorm van beperking, maar ik verwacht dat je daar niet zo snel tegenaan loopt.

Je hebt nu namelijk maximaal 1.000 lists van 5.000 accounts per list. Ervan uitgaande dat je iedereen slechts in één list zult opnemen, kun je nu 5 miljoen mensen volgen. Dat moet zelfs voor de meesten onder ons voorlopig voldoende zijn…

Matt Cutts: “Duplicate content is geen probleem!”

Google waarschuwt ons er al tijden voor: vermijd duplicate content, want als je dezelfde content op meerdere plaatsen publiceert, word je afgestraft. Dan scoort geen van je content in deze machtige zoekmachine en worden jouw artikelen dus niet gevonden…

Als rechtgeaarde content marketeers doen we dus onze uiterste best om dubbele content te vermijden. Maar afgelopen week kwam er een video van Matt Cutts online, waarin hij vertelt dat duplicate content wat Google betreft geen probleem is.

Deze video heeft veel online discussies opgeroepen. Veel bloggers en andere mensen die zich bezighouden met digital marketing zijn nu op z’n zachtst gezegd een beetje het spoor bijster. Want eerst zegt Google dat ze duplicate content aanpakken en afstraffen en nu –een aantal maanden later– vertelt hetzelfde bedrijf dat duplicate content geen probleem is en je je dus geen zorgen hoeft te maken, als je content meermalen publiceert.

In de show notes zie je de video waarin Matt Cutts dit zelf toelicht:

Voor het geval jij ook het spoor bijster bent, hoop ik je nu deze uitspraken duidelijk te kunnen maken. Als je de video beter bekijkt, dan kun je zien dat de vraag niet gaat over het massaal spammen van honderden weblogs of pagina’s met dezelfde content. Nee, het gaat over het meermalen publiceren van informatie die vanuit fiscaal of juridisch oogpunt verplicht is, zoals bijvoorbeeld de leveringsvoorwaarden.

Matt zegt dat je je daarover geen zorgen hoeft te maken, tenzij je spammy content probeert te posten of bezig bent met keyword stuffing. Hij laat ook weten dat Google ervan op de hoogte is dat je soms verplicht bent om bepaalde disclaimers op meerdere plaatsen te tonen.

Durf eens niet “Just another WordPress site” te zijn!

Als je WordPress vers installeert, moet je nog tenminste een paar dingen doen, voordat je blog echt goed “up and running” is. Ik adviseer altijd eerst aan te vinken dat zoekmachines tijdelijk je site nog niet mogen indexeren. Zo voorkom je, dat jouw geklungel tijdens het opstarten van je blog een verkeerde indruk wekt in de zoekresultaten. Pas als je alles op de rit hebt en je vindt dat je live mag gaan, kun je deze beperking uitschakelen.

Naast dat je je permalinks goed moet instellen, moet je ook je “ondertitel” aanpassen. Deze tagline staat standaard op “Just another WordPress site”. Als je dit niet verandert, dan staan jouw webpagina’s –net als een slordige 274 miljoen andere pagina’s– online gemarkeerd met de tekst “Just another WordPress site”. Dit staat wel erg slordig! Maar echt: je bent niet de enige!

Zorg er dus voor, dat je dit zo snel mogelijk aanpast, als je een nieuwe WordPress installatie uitvoert. Je doet dit, door in te loggen op je WordPress Dashboard en dan door te gaan naar “Instellingen” → “Algemeen” → “Ondertitel”. Je kunt ‘m dus beter nog leeg maken, dan de ondertitel op de standaardtekst te laten staan.

Verhuizen in Google+

Op 4 maart van dit jaar liet ik je in podcast 14 weten over de veranderde richtlijnen van Google ten aanzien van het verhuizen van een bedrijf in Google+. Eerder deze week verschenen er berichten dat de richtlijnen met betrekking tot verhuizen in Google+ wederom zouden zijn aangepast. Dit is de lezen in een bericht van Jade Wang van Google, in de Google product forums.

Maar als je er eenmaal induikt, dan blijkt dat het dat het slechts een copy/paste is van haar post, die ze op 19 februari van dit jaar al had geplaatst. Voor de volledigheid haal ik de essentie ervan hier nog even aan:

  • Als het een verhuizing is van een geverifieerd adres in Google+ Lokaal, dan volstaat het om het adres aan te passen.
  • In de meeste gevallen werkt het aanpassen van het adres, maar het kan voorkomen dat er een nieuwe pagina wordt gemaakt voor de nieuwe locatie. Dan hoef je je geen zorgen te maken, want in één tot twee weken is de oude locatie dan verdwenen.
  • Mogelijk moet je de nieuwe locatie verifiëren.
  • Als er een nieuwe pagina wordt aangemaakt, moet je de oude pagina als “gesloten” markeren en Google een bericht sturen met daarin de URL’s van de oude en de nieuwe locatie. Zij zijn dan in staat om deze pagina’s aan elkaar te linken en ervoor te zorgen dat je bijvoorbeeld geen reviews etc. kwijtraakt.

Waarom kost SEO zoveel tijd?

Luisteraar Tim vroeg me onlangs hoe het komt dat SEO zoveel tijd kost… Hij was bezig zijn eigen website hoger te laten scoren in de zoekresultaten, maar kon maar geen significante verbetering bespeuren.

Ik moest hem enigszins teleurstellen en hem melden dat je frequent nieuwe (verse) content moet produceren, als je wil dat je totale website met alle artikelen beter gevonden kan worden in de zoekmachines.

Zijn meest recente blogbericht was anderhalve maand oud. En het op één na laatste bericht was ongeveer een maand voor die tijd gepost. Tja, dat werkt niet. Als je wilt dat jouw site echt naar voren komt in de zoekresultaten, moet je niet alleen opvallen met goede content voor je gebruikers, maar moeten de zoekmachines dit ook in de gaten krijgen. En daar zit ‘m nu net de kneep…

Afgezien daarvan kost het tijd om te onderzoeken wat de status is van de content van je concurrenten, of beter gezegd: de sites waar je boven probeert te scoren. Als die sites een paar nieuwe, unieke en originele artikelen per week publiceren, dan wordt het lastig om er op in te lopen.

Daarnaast helpen links van andere sites met een zekere autoriteit ook nog steeds met het hoger laten scoren van jouw content. Maar die krijg je ook niet zomaar. Daarvoor moet je ook steeds met goede, waardevolle content komen, anders krijg je geen kwalitatief goede links.

Google wantrouwt snelheid. Dus als jij in heel korte tijd een gigantisch aantal links naar jouw content realiseert, gaan er hoogstwaarschijnlijk bij Google allerlei alarmbellen af, met alle gevolgen vandien. Je kunt beter rustig groeien en regelmatig goede content produceren, dan dat je dit in de hoogste versnelling doet. Het alom bekende gezegde “Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet”, is ook hierop van toepassing.

En natuurlijk schrijf je content die inspeelt op de juiste zoektermen. Om die te vinden, moet je veel onderzoek doen. Ook dat kost tijd. Want simpelweg artikelen produceren en content online pletteren over de meest uiteenlopende onderwerpen die mogelijk zijdelings enigszins met jouw website te maken hebben, is veel minder effectief dan artikelen te schrijven over specifieke en relevante zogenaamde “long-tail” zoektermen.

Content schrijven die scoort anno 2013

En als ik het dan toch heb over het schrijven van goede content, wil ik je nog eens een aantal aandachtspunten en tips geven, waarmee jij je voordeel kunt doen, als je bezig gaat met het produceren van content. Want vergeet niet: technieken die in 2012 of daarvoor nog werkten, werken nu waarschijnlijk niet meer.

10-SEO-Copywriting-Tips-For-Writing-Content-That-Ranks-In-2013-Infographic

  1. Schrijf voor mensen, niet voor zoekmachines – Al meermalen aangehaald, maar ik zie nog maar al te vaak content die overduidelijk is geschreven voor zoekmachines.
  2. Schrap het begrip “keyword-dichtheid” uit je vocabulaire – en dan bedoel ik voor altijd! Het gaat om waardevolle content, niet om hoevaak je bepaalde woorden laat voorkomen.
  3. Gebruik gerelateerde zoektermen, synoniemen en grammaticale variaties – Hiermee maak je je content relevanter en ziet het er natuurlijker uit.
  4. In onderstaande infographic staat op de vierde plaats dat je de titlde (“~”) kunt gebruiken om synoniemen te vinden. Helaas is deze optie vorige maand geschrapt door Google.
  5. Schrijf lange, relevante en “in-depth” content – Dit werkt een stuk beter dan korte artikeltjes van enkele tientallen woorden. Lengte is op zich geen doel, want het is altijd beter om te stoppen als je het gevoel hebt, dat je alles hebt gezegd en niets meer hebt toe te voegen.
  6. Maak gebruik van long-tail zoektermen – dit zijn langere zoektermen. Dus in plaats van bijvoorbeeld je content te richten op de zoekterm “bruidsreportage” kan het beter zijn om een aantal artikelen te publiceren, gericht op termen als “Hoe lang duurt een bruidsreportage?” en “Wat kost een bruidsreportage?”.
  7. Beantwoord de vragen van je prospects – Als je klanten vragen hebben over je producten of diensten, typen ze deze waarschijnlijk in op Google. Zoek zelf ook eens op een aantal vragen die je kunt bedenken voor jouw business en geef betere antwoorden dan je concurrenten. Zo onderscheid je je en vergroot je de kans dat je prospects bij jou kopen en niet bij je concurrenten.
  8. Breng je content onder de aandacht van je markt – Gebruik niet alleen de social media, maar ook fora, discussiegroepen, nieuwsbrieven enz.
  9. Begin met Google+ – Dit helpt je ook om een voorsprong te krijgen op je concurrenten, die hoogstwaarschijnlijk nog niet op Google+ zitten. Participeer actief in diverse communities en deel je kennis en ervaring. Begin niet te verkopen, maar stel je behulpzaam op.
  10. Let op je title tags en META descriptions – Die worden nog steeds in de zoekresultaten getoond en bepalen voor een groot deel ook de relevantie en dus je positie in de zoekresultaten.

Dit zet je hopelijk op het juiste spoor om de juiste content te produceren. Maar ik kan me goed voorstellen dat je soms geen idee hebt, waar je over kunt gaan schrijven, bloggen of podcasten. Daarvoor heb ik dan nog als bonus een aantal suggesties voor je. Mocht je verlegen zitten om een andere format voor een blogartikel, doe dan je voordeel met deze handreikingen.

  1. Lijsten – Mensen zijn gek op top-5, top-10 of top-20 lijsten met tips, suggesties, opsommingen enz. Ik zie ook elke keer dat mijn blogposts met lijsten beter worden bekeken dan andere berichten.
  2. Instructies – Mensen zoeken op Internet naar instructies over de meest uiteenlopende onderwerpen. Doe daar je voordeel mee. Het is ook niet voor niets dat ik dikwijls instructiehandleidingen en instructievideo’s online plaats, over hoe je bijvoorbeeld je bedrijf kunt aanmelden bij bepaalde review of social media sites.
  3. Reviews – Mensen hechten veel waarde aan de meningen van anderen, zeker als deze een bewezen track record hebben van waardevolle reviews. Zo kun je reviews publiceren over:
    1. Producten
    2. Websites
    3. Boeken
    4. Films
    5. Muziek
    6. Restaurants
    7. Hotels
    8. etc. etc.
  4. Foto’s – Post één of meer foto(‘s) die betrekking hebben op je website of blog.
  5. Linklists – Als jij een aantal links hebt verzameld naar sites of artikelen met waardevolle content, dan is de kans groot dat anderen die ook graag lezen. Begin eens met het publiceren van dergelijke linklists.
  6. Actuele gebeurtenissen – Schrijf eens over zaken die actueel zijn in je buurt, plaats of in je land of de wereld. Probeer daarbij een interessante en bovenal originele invalshoek te kiezen.
  7. Tips – Mensen zijn gek op tips om dingen sneller, efficiënter, effectiever, goedkoper of gemakkelijker te doen. Heb je één of meer goede tips? Deel die dan met je publiek.
  8. Aanbevelingen – Beveel je favoriete boeken, websites, films of andere zaken aan, aan je publiek, als deze van toepassing zijn op je weblog onderwerp.
  9. Interviews – Interview een prominente persoon of expert uit je vakgebied en publiceer de vragen en antwoorden op je site.
  10. Verkiezingen / enquêtes – Stel vragen aan je lezers over relevante onderwerpen en publiceer de resultaten op je site.
  11. Wedstrijden / verlotingen – Organiseer een bepaald wedstrijdelement om zo verkeer naar je site te trekken en reacties op je site te verzamelen.
  12. Powerpoint presentatie(s) – Heb je ergens een presentatie gegeven, waarvan je denkt dat die interessant is voor een breder publiek? Upload ‘m naar bijvoorbeeld slideshare.net en schrijf er een blogpost over, waarin je de presentatie embed.
  13. Podcasts – Soms is het gemakkelijker om over zaken te spreken, dan erover te schrijven. Neem het dan op, zet het om naar MP3 en plaats ‘t online. Je kunt vaak al heel laagdrempelig beginnen met een podcast.
  14. Video’s – Er zijn meer dan voldoende tools om leuke, interessante en leerzame video’s te maken. Doe eens iets anders en breng je boodschap over in een video, die je op YouTube plaatst.
  15. Uitspraken, citaten en aforismen – Deze kunnen soms leiden tot diepzinnige beschouwingen en veel reacties op je artikel. Vermeld wel de bron, indien bekend!
  16. Guest posts – Vraag eens anderen een artikel voor jouw site te schrijven en voor jouw publiek. Of bied de webmaster van een andere site aan een artikel voor zijn of haar publiek te schrijven.

Als je nu nog geen inspiratie hebt voor een stuk content, dan weet ik het ook niet meer. En als je nog originele ideeën hebt voor andere content, dan dat ik hierboven heb vermeld, laat dan een reactie achter, onderaan de transcriptie.

Ik noemde zojuist als twaalfde punt het maken van een podcast. Mocht jij interesse hebben in hoe je zelf een podcast opzet en online publiceert en promote, laat het me dan weten. Reageer onder de transcriptie van deze podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/35 of stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl. Bij voldoende animo, zal ik een special hierover maken, of een webinar of iets dergelijks organiseren.

Met deze grote hoeveelheid tips kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Op zich had ik niet bijster veel nieuws, maar ik hoop dat ik je toch weer van nuttige en bruikbare informatie heb kunnen voorzien.

Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.

En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 35 en mijn naam is Eduard de Boer.

Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

24: Waarom lokale SEO? Hoe versnel je je WordPress site? Nieuws van Google (Maps)

Deze week in het nieuws: de onstuitbare groei van WordPress, het waarom van lokale SEO, veranderingen bij Google en Google Maps en hoe je de prestaties van jouw WordPress kun verbeteren en versnellen.
ReputatieCoaching Podcast Aflevering

Mijn naam is Eduard de Boer –ook wel bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!

Zoals je weet ben ik een grote liefhebber van WordPress en inmiddels heb ik vrijwel alle sites die ik ooit in het verleden heb gemaakt en die nog steeds live zijn, overgezet op WordPress. Daarnaast adviseer ik ook iedereen die iets online wil gaan doen, meteen te beginnen op WordPress.

Een tijdje geleden werd bekend dat het marktaandeel van WordPress ten opzichte van vorig jaar weer met een paar procent is gegroeid. In 2012 bedroeg het marktaandeel van WordPress al 48% en dit jaar zit het op 52%. De afgelopen vijf jaar is de toepassing van WordPress met 63% gestegen! Deze gegevens komen van het bekende bedrijf Royal Pingdom.

Terwijl ik deze podcast maak, zijn er volgens WordPress.com zelf, al meer dan 65 miljoen WordPress sites. Grappig genoeg schreef ik zelf op 27 november vorig jaar in het artikel “Waarom bloggen in WordPress?” dat er toen ruim 58 miljoen WordPress sites waren. In die paar maanden zijn er dus alweer meer dan 7 miljoen bijgekomen.

In dit artikel kun je dus ook nog eens rustig nalezen, waarom je mijns inziens het beste voor WordPress kunt kiezen, als je overweegt een website of weblog te gaan lanceren.

In de transcriptie op de website heb ik een grafiek opgenomen, waarin je kunt zien wat het marktaandeel van verschillende Content Management Systemen is. Je kunt de show notes van deze podcast overigens vinden op www.reputatiecoaching.nl/24/.

 

Waarom is scoren in de lokale zoekresultaten zo belangrijk?

Afgelopen week werd mij de vraag gesteld waarom ik zo ontzettend vaak benadruk dat het zo belangrijk is om in de lokale zoekresultaten te komen. De dame in kwestie vroeg ook: “Het is toch veel beter om in de organische zoekresultaten te scoren op zoveel mogelijk zoektermen?”.

Hoewel ik dit in het verleden al eens kort heb genoemd, wil ik hier toch eens wat dieper op in gaan. Deze toelichting is vooral belangrijk voor mensen die een fysieke winkel hebben of voornamelijk lokaal of in de regio werkzaam zijn en het is iets minder van toepassing op webshops.

Om je verder te helpen om te scoren in de lokale zoekresultaten heb ik trouwens deze week weer een korte instructievideo gemaakt (volgens mij was het de kortste van al mijn instructievideo’s) over hoe je je bedrijf kunt toevoegen of aanmelden op Yalwa. Yalwa is ook typisch zo’n site die niet bijster veel mensen kennen, maar die wel flink meetelt in het bepalen van je positie in de lokale zoekresultaten.

Maar laat ik er eens induiken, in de lokale SEO. Lokale SEO heeft als doel ervoor te zorgen dat je om te beginnen “lokaal” goed vindbaar bent.

Wat is nu precies een lokaal zoekresultaat en wat is een organisch zoekresultaat? Een lokaal zoekresultaat is als je op zoek bent naar iets “in de buurt”, dus bijvoorbeeld een kapper. Nu heb ik niet echt een kapper nodig, maar als ik op zoek zou gaan naar een goede kapper, dan zoek ik logischerwijs een kapper in Apeldoorn, omdat ik in Apeldoorn woon. Analoog daaraan: als een particulier in Den Helder zijn of haar huis wil verkopen en daarvoor op zoek gaat naar een makelaar, zoekt deze persoon een makelaar in Den Helder, of in de nabije omgeving van Den Helder. Het heeft dan geen zin om een makelaar uit Enschede proberen het huis te laten verkopen.

Dus ga je dan op zoek naar een bepaald product of een bepaalde dienst in een stad. Wat je dan vaak ziet, is dat mensen gaan zoeken op zoektermen als “kapper Apeldoorn” of “makelaar Den Helder”. Dit zijn dus zoekpogingen die gebonden zijn aan een bepaalde plaats of regio.

Organische zoekresultaten zijn veel algemener en niet per se gebonden aan een plaats of regio. Je onderscheidt de lokale resultaten van de organische resultaten in Google, doordat de lokale resultaten worden aangegeven door die omgekeerde rode druppel en gelabeld zijn met een letter “A” tot en met “G”. De organische resultaten volgen in de zoekresultaten vaak na de lokale resultaten en soms staan er nog een paar organische resultaten bóven de lokale resultaten.

En wanneer Google te weinig of geen echte relevante lokale resultaten te bieden heeft, worden ze helemaal niet getoond. Ook kan het niet laten zien van lokale resultaten betekenen dat Google heeft vastgegeld op basis van klikgedrag van Internetters, dat het sowieso geen zin heeft om lokale resultaten te tonen.

Een paar jaar terug probeerden webmasters hardnekkig hoog te scoren in de organische zoekresultaten op bepaalde algemene zoektermen. Zo zag je dat bijvoorbeeld tandartsen veel geld betaalden om bovenaan te staan in Google op het trefwoord “tandarts”.

Maar als jij een tandarts bent in Tilburg en jouw website scoort in Google een toppositie op alleen het trefwoord “tandarts”, dan levert jou dit veelal meer ellende en werk op, dan dat je er profijt van hebt. Over het algemeen lezen mensen niet bijster goed en klikken ze meteen op het eerste, tweede of derde resultaat om vervolgens meteen contact op te nemen. Zo krijg je dus een groot aantal irrelevante vragen, die jou of je telefoniste/receptioniste onnodig veel tijd en aandacht kosten.

Het is in zo’n geval dus veel wenselijker om goed de scoren in de lokale resultaten. Dat zijn dus zowel mensen die op zoek zijn naar een bepaald product of een bepaalde dienst in de plaats of in de buurt (zoals “tandarts Tilburg”), of mensen die zich fysiek in Tilburg bevinden en een algemene zoekpoging doen vanaf een mobiel apparaat, waarvan Google weet waar het zich bevindt en daardoor de zoekpoging kan relateren aan de locatie. Dus als iemand in Tilburg op zijn smartphone met GPS zoekt op “tandarts”, weet Google ook dat deze persoon hoogstwaarschijnlijk op zoek is naar een tandarts in de buurt.

Maak de bedrijfsgegevens consistent

Na deze introductie over het verschil tussen lokaal en organisch denk ik dat je wel zult begrijpen dat het je ontzettend helpt als je om te beginnen hoog scoort in de lokale resultaten, dus op lokale zoektermen. Dus daarvoor is het belangrijk dat je overal op Internet dezelfde bedrijfsgegevens bekendmaakt; dit heet “consistentie”. Je doel is om alle bedrijfsgegevens consistent (ofwel hetzelfde) te maken en te houden. Hierdoor schep je naar de zoekmachines in het algemeen en naar Google in het bijzonder een helder en duidelijk beeld waar jouw bedrijf is te vinden. Als je verschillende gegevens communiceert, breng je de zoekmachines in de war en heeft dit dus een negatief effect op je positie in de lokale resultaten.

Maak dus ook niet de fout om bij de ene bedrijfsvermelding je mobiele nummer te geven en bij een andere je vaste nummer. Communiceer één telefoonnummer op Internet en in de markt. Eén! Alleen als je bijvoorbeeld twee bedrijfslocaties hebt, onder dezelfde naam, kun je meer dan één telefoonnummer communiceren. Maar als dit het geval is, maak op je website dan ook een aparte bedrijfspagina voor elke locatie. En plaats in je bedrijfsvermeldingen de link naar de desbetreffende locatie met het bijbehorende telefoonnummer. En heb je meer vestigingen, dan zul je dus al die vestigingen ook op alle sites moeten aanmelden.

Zo heb ik in de instructievideo waar ik het eerder over had een pedicure aangemeld op Yalwa. Stel dat die pedicure twee vestigingen zou hebben gehad, dan had ze op de website dus twee pagina’s moeten hebben (één per vestiging en met een eigen telefoonnummer) en had ik dus ook beide vestigingen op Yalwa moeten aanmelden.

In het artikel “Fouten in je bedrijfsvermelding fataal voor je online reputatie” van 4 december 2012 schreef ik het ook al: als er fouten zitten in je bedrijfsvermeldingen (in het Engels “citations” genoemd), heb je minder kans om goed te scoren in de lokale resultaten. En als je lokaal belabberd scoort, is de kans dat je hoog gaat scoren in de organische zoekresultaten, heel gering.

Trouwambtenaar in Apeldoorn klimt hogerop

In dat artikel laat ik de impact zien van een foute bedrijfsvermelding van een trouwambtenaar uit Apeldoorn. Door de fout te corrigeren, stond haar website tien dagen later al op de voorpagina van Google op de zoekterm “trouwambtenaar Apeldoorn”, weliswaar onderaan, maar dat was al beter dan de derde pagina waar haar site eerst stond.

En inmiddels zijn we een paar maanden verder. In de tussentijd heb ik niets anders gedaan dan haar geholpen met het vermelden van haar bedrijfsgegevens (dus naam, straat, postcode, plaats en telefoonnummer) op een aantal relevante websites. In de show notes kun je nu na een paar maanden noeste arbeid het resultaat zien.

In de screenshot kun je zien dat haar website nu op de lokale zoekterm “trouwambtenaar Apeldoorn” de eerste plaats scoort in de organische zoekresultaten. Er is dus niet eens een lijstje van “A” tot en met “G”… Nee, haar site staat prominent bovenaan. En dat, terwijl ik dus niet ben ingelogd.

Dat is overigens een tip, als je bezig bent met het bekijken van je posities in de zoekresultaten op Google. Zorg ervoor dat je niet bent ingelogd met je Gmail of Google Apps voor Business account. Dat geeft je meestal een vertekend beeld, vergeleken met wanneer je niet bent ingelogd. Wat Google dan namelijk doet, is jouw zoekpoging relateren aan eerder uitgevoerde zoekopdrachten en de pagina’s waar je in het verleden op hebt geklikt.


Als je het nog niet hebt gedaan, moet je sowieso je Google+ Lokaal pagina claimen. Hoe je dit doet, zal ik in een aparte instructievideo uitleggen.

De snelste manier om dan ook hogerop te komen in de zoekresultaten is al je bedrijfsvermeldingen op Internet op te sporen, ze te controleren op consistentie en waar nodig aan te passen. Begin hier eerst mee.

Ga pas daarna je gegevens ook op andere websites en directories invoeren. Zo begin je je promotie met een schone lei. Als je handig bent, volg je mijn instructievideo’s. Want in een aantal van die video’s geef ik ook nog wel eens praktische tips voor het aanmelden bij de desbetreffende site. Je kunt in één keer naar al mijn video’s door te surfen naar: www.youtube.com/reputatiecoaching.

In podcast 22 liet ik je weten dat ik een mailtje had gekregen van Oskar met vragen over concrete acties voor het verbeteren van de vindbaarheid van de site van zijn winkel en ook van zijn webshop. Het eerste wat mij opviel is, dat op de hoofdpagina staat “Oskar’s Interieursadvies” (dus met een ‘s’ tussen ‘interieur’ en ‘advies’, terwijl zijn bedrijfsvermeldingen op alle andere sites op Internet, inclusief de Google+ Lokaal vermelding, de sites openingstijden.com, telefoongids.nl en talloze andere sites, deze ‘s’ niet bevatten. Ik kan je garanderen dat het corrigeren van deze kleine typefout op de hoofdpagina van zijn website, over een tijdje al zal resulteren in een verbetering van zijn vindbaarheid!

Zoals beloofd ga ik hier binnenkort veel dieper op in. Op dit moment ben ik nog bezig met de laatste stukken voor het actieplan. Zodra ik daar meer nieuws over heb, zal ik je het op de site en in de podcast laten weten.

5 vragen over lokale SEO

Laat ik dit onderwerp voor nu afsluiten met een vijftal vragen over lokale SEO en de bijbehorende antwoorden, die ik de afgelopen maanden in mijn mailbox heb ontvangen.

  1. Vroeger was het belangrijk om je bedrijf in het centrum van een stad te hebben. Geldt dat nog steeds?
    Zoals voor alle algoritmes geldt, was ook het lokale algoritme in eerste instantie vrij simpel en maakte het nog niet gebruik van bijster veel variabelen. Eén van de criteria die toentertijd zwaar meewoog, was de afstand van het bedrijf tot het geometrische middelpunt van een stad. Tegenwoordig geldt dit criterium in veel mindere mate. Je bedrijf moet natuurlijk wel gevestigd zijn in de desbetreffende stad, wil je lokaal kunnen scoren.

  2. Kan ik één vermelding gebruiken als ik meerdere locaties heb?
    Nee, je moet echt een vermelding maken per locatie, waarbij elke locatie bij voorkeur een ander telefoonnummer heeft en een eigen pagina op de overkoepelende website met daarop de bedrijfsgegevens van de desbetreffende vestiging.

  3. Hoe kan ik naast mijn bedrijfsgegevens overal aanmelden, ervoor zorgen dat ik hoger ga scoren?
    Verzamel reviews of recensies en zoveel als je kunt. Wedt daarbij niet op één paard en ga niet alleen reviews verzamelen op Google+, maar ook op Yelp, Tupalo, WebsiteJudge, Telefoongids, YelloYello. Stop niet met deze algemene sites, maar ga ook op zoek naar lokale reviewsites of onderwerp-gerelateerde reviewsites, zoals voor medici bijvoorbeeld ZorgkaartNederland. Als je bezig bent je eigen persoon meer als brand neer te zetten, verzamel van ook aanbevelingen op LinkedIn. Dus naast citations zijn reviews essentieel om je te onderscheiden van je concurrenten.

  4. Helpen foto’s bij het hoger scoren?
    Ja, in een aantal gevallen helpen foto’s ook met het hoger scoren in zowel de lokale, als de organische zoekresultaten. Als je bijvoorbeeld op de site “allebedrijvenin.nl” je bedrijfslogo uploadt, wordt je na enige tijd vrijwel altijd getoond boven alle andere bedrijfsvermeldingen, waarbij een foto ontbreekt. En gebruik natuurlijk de foto’s die je al van geotags hebt voorzien. Bekijk daarvoor de instructievideo “Geotag je bedrijfsfoto’s met Picasa voor betere lokale vindbaarheid”. Dit kan nooit kwaad en kan in sommige gevallen bijdragen tot een betere vindbaarheid.

  5. Welke factoren spelen zoal een rol bij het scoren in de zoekresultaten?
    Davind Mihm wordt wereldwijd gezien als een autoriteit op het gebied van SEO en lokale SEO. Op zijn site publiceert hij elk jaar een overzicht van wat volgens hem en andere wereldwijd bekende experts op dit gebied meetelt in de zoekresultaten. Hij heeft hiervan een overzicht op zijn site staan. Je kunt dit overzicht gemakkelijk vinden door op Google te zoeken naar: local search ranking factors. In de show notes vind je een link naar deze pagina.
    Let wel: dit is geen officiële lijst van Google, maar het geeft je een goede indruk.

Hmmm… Ik had hiervan wel een aparte instructievideo kunnen maken. Misschien een aardig idee om binnenkort mijn eigen content zo weer eens te kunnen hergebruiken 🙂

Ik wil niet de indruk wekken dat ik elke uitzending alleen maar nieuws heb over Google, maar het feit blijft dat Google nu eenmaal druk bezig is met nieuwe producten en diensten te introduceren en bovendien bestaande diensten te verbeteren.

Google Places for Business

Laat ik beginnen met Google Places for Business. In podcast 19 meldde ik dat de interface voor Google Places for Business drastisch was vernieuwd en reeds in de Verenigde Staten beschikbaar was. Op dat moment was nog onbekend wanneer deze interface zou worden uitgerold naar de rest van de wereld.

Nou, het goede nieuws is: de interface komt inmiddels ook naar Europa. Mike Blumenthal schreef in zijn blogpost van 7 mei dat de interface inmiddels ook beschikbaar is voor NIEUWE gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Nu nog even afwachten tot die ook in Nederland beschikbaar komt.

Tevens maakte Mike Blumenthal melding van een aankomende update van Google Maps. Barry Schwartz van Search Engine Land heeft op zijn site al afbeeldingen van de nieuwe interface van Google Maps getoond. Verwacht wordt, dat Google deze nieuwe interface zal introduceren of tenminste zal presenteren op de Google I/O die van 15 tot 17 mei in het Moscone Center in San Francisco wordt georganiseerd. Dit is een jaarlijks terugkerend evenement, waarin onder andere Google ontwikkelaars hun nieuwste ontwikkelingen laten zien.

Naast dat de hele weergave is veranderd, lijkt de integratie met Google+ een belangrijke uitbreiding te zijn. Zo zou je de zoekresultaten kunnen filteren op basis van vrienden in je Google+ kringen. Het lijkt erop, dat Google hiermee richting de Facebook Graph Search gaat. We zullen het zien…

Google carrousel

Een ander nieuwtje waarvan melding wordt gemaakt is dat Google in de VS aan het experimenteren is met een carrousel van foto’s boven de zoekresultaten, wanneer in sommige plaatsen wordt gezocht naar restaurants. We zullen zien of dit binnenkort echt live gaat in de USA. Zodra het ook in Nederland beschikbaar komt, maak ik er natuurlijk meteen melding van.

Nu ik het net toch over Google Maps heb: Google krijgt heel vaak de vraag of bepaalde content van Google Maps en Google Streetview mag worden gebruikt op websites, voor trainingen of zelfs in films. Tot voor kort was het niet duidelijk wat er wel en niet mocht met de data van Google Maps. Om hier helderheid in te verschaffen heeft Google de richtlijnen voor het gebruik van Google Maps en Google Earth op haar website beschreven. De link hier naartoe vind je in de show notes van deze podcast.

Toch nog eventjes een stukje over weergave van lokale zoekresultaten in Google. Daarin heeft Google een kleine verandering aangebracht. Als er lokale resultaten werden getoond, stond daaronder de tekst “Meer resultaten in de buurt van”, gevolgd door de plaatsnaam. Die tekst is sinds enige tijd verdwenen. Google gaf daarvoor als reden dat vrijwel niemand daar gebruik van maakte en ze deze tekst dus overbodig vonden en hebben weggehaald.

Ook YouTube wordt elke keer beter. Zo krijg je tegenwoordig een mailtje als de verwerking van je video gereed is. Een aantal andere video sites deden dit al, maar bij YouTube moest je tot voor kort steeds maar terugkomen naar de site om te zien of de verwerking van je video al gereed was. Dat hoeft nu dus niet meer, want YouTube stuurt je een mailtje, als ze klaar zijn met het verwerken.

Een andere toepassing die ik nog veel prettiger en nuttiger vind, is dat je nu net zoals je in WordPress blogposts in de toekomst gepland online kunt laten komen, YouTube je nu ook in staat stelt om hetzelfde te doen met video’s. In het verleden kon je al wel een publicatiedatum in de toekomst geven, maar toen deed YouTube er nog niets mee.

Vorige podcast had ik een video van Matt Cutts en ik heb nog weer een nuttige video van hem gevonden. Eventjes een grapje tussendoor: ik heb ooit eens ergens in een webinar gehoord dat Matt Cutts een paar keer per maand met een stapel shirts het kantoor inloopt, waar hij dan de video’s gaat opnemen. Na elke opgenomen video trekt hij een ander shirt aan. Zo kan hij in korte tijd een groot aantal video’s achter elkaar opnemen, waardoor hij zijn tijd dus veel efficiënter benut.

Wordt je gestraft, als je in één keer teveel pagina’s aan een site toevoegt?

Maar goed, over de video… De vraag in deze video is of je gestraft kunt worden als je teveel pagina’s in één keer aan een site toevoegt. Stel dat je een bepaalde database ontsluit, dan kan het zijn dat je echt honderden, duizenden of zelfs tienduizenden pagina’s in één keer publiceert. Hierdoor kunnen er bij Google alarmbellen gaan rinkelen en kan de site uit de index worden verwijderd.

Matt Cutts raadt aan om een dergelijke publicatie gefaseerd uit te voeren, hoewel hij het nog nooit heeft zien gebeuren. Het kan zijn dat inderdaad figuurlijke alarmbellen afgaan en iemand er handmatig naar gaat kijken. Maar als er niets raars aan de hand is, hoef je je als bedrijf dus niet per se zorgen hierover te maken.

Tja, filmliefhebbers die ongeveer mijn leeftijd hebben, herkennen dit fragment waarschijnlijk meteen. Het komt uit de film TopGun van 1986. Maar het zijn niet alleen straaljagerpiloten die behoefte hebben aan snelheid. Ook Internetters leggen de lat steeds hoger en hebben minder geduld om te wachten tot een webpagina volledig is geladen.

Google Pagespeed Insights

En deze verminderde gebruikerservaring vindt zijn weerslag dan ook in je vindbaarheid op Internet. Als jij een erg trage site hebt, zal je ook steeds verder wegzakken in de zoekresultaten. Dus moet je ervoor zorgen dat je site lekker snel is en een gebruiker eigenlijk met het knipperen van de ogen van de ene pagina naar de andere kan klikken. Nou, dit is voor de meesten onder ons niet echt haalbaar, maar met een aantal gratis hulpmiddelen en iets meer werk kun je de prestaties van je site aanzienlijk verbeteren.

Voordat je aan de slag gaat, adviseer ik je om de snelheid van je site eens testen op Google PageSpeed Insights. De link hier naartoe vind je natuurlijk in de transcriptie van de podcast. Noteer of onthoud de score die Google jou geeft. Volg de adviezen die Google je geeft om je site te versnellen.

Verbeter de prestaties van je website!

Een belangrijke fout die ik vaak zie op sites, is dat mensen grote foto’s downloaden van Internet en die verkleind op hun site weergeven, door de foto op de pagina te verkleinen. Dat is erg onhandig. Want wat er dan gebeurt is dat de grote foto eerst helemaal moet worden gedownload, waarna de browser ‘m ook nog eens verkleind moet weergeven. Dit is allemaal zinloos bandbreedte en CPU gebruik. Als je de afmetingen van een afbeelding weet, kun je ‘m veel beter in bijvoorbeeld Photoshop verkleinen en ‘m dan naar je webserver uploaden. Dat maakt de pagina meteen een stuk sneller.

Een handige plugin om al je afbeeldingen eens op dieet te zetten om te zien of je er hier en daar nog een paar kilobytes op kunt besparen, is de plugin “smush.it”. Die maakt bovendien afbeeldingen kleiner, wanneer je ze bij een pagina uploadt.

Daarnaast kun je bijvoorbeeld alle CSS en Javascript verkleinen door alle overtollige code eruit te halen. Zorg er ook voor dat je geen ongebruikte code hebt. En plaats Javascript en CSS in aparte bestanden, in plaats van de code in het HTML-bestand op te nemen.

Als je dan ook nog eens compressie inschakelt op je webserver, maak je grote stappen in de verbetering van je website prestaties.

Zelf gebruik ik voor een aantal drukbezochte sites de plugin “W3 Total Cache”. Deze plugin is op zich wat lastig om te configureren, maar hij helpt echt om je site een stuk sneller te maken. Er zijn wel eenvoudiger plugins, maar die hebben beduidend minder mogelijkheden.

Als je gaat experimenteren met Google PageSpeed Insights, moet je toch wel proberen om met je site boven een score van zo’n 85 punten uit te komen. Hier geldt wel: hoe hoger de score, hoe beter!

Heb jij nog goede tips over hoe je een WordPress site kunt versnellen? Laat het me hieronder weten!

Hiermee kom ik dan aan het einde van deze podcast. Help mij met het verder promoten van deze podcast en deel ‘m op Twitter, Facebook of Google+. Je kunt ook een bericht achterlaten in iTunes of op LinkedIn.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

 

Doei!

Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 19!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)Vorige week had ik een leuk interview met Gé Bouma van Bouma Webteksten. Zij heeft veel waardevolle informatie met ons gedeeld over reputatiemanagement: hoe je je online en offline reputatie moet bewaken en wat je kunt doen in het geval van reputatieschade. Zij heeft me afgelopen week een aantal leuke reputatiegerelateerde zaken toegestuurd, waarover ik komende week een blogbericht ga schrijven.

In deze podcast heb ik geen interview, maar wel weer een aantal wetenswaardige tips en nieuwsberichten uit de wereld van online marketing, reputatiemanagement en zoek machine optimalisatie.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Het eerste onderwerp gaat grotendeels over offline reputatie, in relatie tot de vakantietijd die er voor veel mensen de komende maanden weer aan zit te komen. Maar het kan ook gevolgen hebben voor je online reputatie. Als tweede onderwerp heb ik vandaag nieuws over Facebook. En grappig genoeg kan Google+ niet achterblijven, dus heb ik Google+ als derde onderwerp van gesprek met nieuws over Google Places for Business.

Vandaag las ik overigens een leuk artikel op FrankWatching van social media expert en internationaal spreker Jeanet Bathoorn over de 5 A’s voor werkzoekenden. Deze A’s zijn ook voor een groot deel van toepassing voor het verbeteren van je online reputatie, dus daar ga ik ook iets verder op in.

Nu de winter die maar niet op lijkt te willen houden kijken veel mensen reikhalzend uit naar de zomer, lange zwoele avonden en gezellig buiten BBQ’en met vrienden en familie, maar natuurlijk vooral naar de vitamine “V” van “Vakantie”! Het eerste onderwerp voor vandaag gaat over vakantie, reizen, zakenreizen en over legitimatie, met name over het voorkomen van fraude met een kopie van je identiteitsbewijs.

Laat ik voorop stellen: ik ben geen jurist en de juridische zaken die ik hier toelicht hebben betrekking op Nederland en het Nederlandse rechtssysteem. Het is dus niet één op één van toepassing in het buitenland. Maar met de tips die ik je ga geven kun je sowieso je voordeel doen.

Op dit moment zijn websites als hotelkamerveiling.nl erg in trek om goedkope hotelovernachtingen te scoren. Veel mensen maken hier dankbaar gebruik van en kunnen zo voor geringe kosten lekker een weekendje weg naar een hotel.

Maar al te vaak als we ergens in een hotel inchecken, wordt ons gevraagd naar een paspoort of identiteitsbewijs, waar de recepetionist of receptioniste dan even een “kopietje” van wil maken. En naast hotels hebben ook telefoonshops of sportclubs er vaak een handje van om een kopie te willen maken van paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of bankpas.

Zodra er een kopie is gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort heb je geen controle meer over wat ermee kan worden gedaan. Het kan worden gebruikt voor frauduleuze doeleinden, waardoor jouw reputatie ernstige schade kan oplopen. Op die mogelijke schade van identiteitsfraude wil ik nu niet ingaan, maar wel op jouw rechten: wat mag er wel volgens de wet en wat mag er niet?

De korte en iets versimpelde versie van wat er wel en niet mag, luidt: bijna geen enkel commercieel bedrijf met uitzondering van je werkgever, banken en officiële autoverhuurbedrijven die zijn aangesloten bij de BOVAG, mag een kopie maken van jouw paspoort of ander identiteitsbewijs.

Ik hoop dat deze korte samenvatting van wat ik afgelopen week op de website van de Rijksoverheid heb zitten nalezen, jou aan het denken zet… Waarschijnlijk kun je je nog zo een stuk of twee à drie bedrijven herinneren die relatief recentelijk een kopie hebben gemaakt van een identiteitsbewijs van je, of je bankpas etc. Dat mag dus niet en is zelfs bij de wet verboden!

Maar dan eerst: wat is identiteitsfraude? Identiteitsfraude is wanneer iemand anders dan jijzelf gebruik maakt van jouw identiteitsgegevens. Soms is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld een lening aan te vragen of een telefoonabonnement af te sluiten. Daardoor ontvang jij dan dus rekeningen voor dingen die je niet hebt aangeschaft. En als je weigert die rekeningen te betalen krijg jij alle ellende en dus niet de fraudeur.

Wist je trouwens dat jaarlijks een paar honderdduizend Nederlanders op één of andere manier te maken krijgen met identiteitsfraude? In 2011 betrof het maar liefst 5% van alle Nederlanders!

Hoe kun je dit voorkomen? Allereerst raad ik je aan om de links die ik onderaan de show notes van deze podcast heb opgenomen toch eens aandachtig te lezen. Die webpagina’s zijn van de Rijksoverheid en die wil ik hier niet gaan citeren. Maar het is natuurlijk goed om te weten wat jouw rechten zijn en wat er wel en niet mag volgens de wet.

Als iemand je vraagt naar je identiteitsbewijs voor het maken van een kopie, moet je als eerste vragen waarom het nodig is. In een hotel is het bijvoorbeeld niet nodig om al je paspoortgegevens te registreren. Hotels moeten het type identiteitsdocument vastleggen, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, de woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. Meer hoeft een hotel volgens de wet niet te registreren. In andere gevallen (bij andere bedrijven) kan het ook volstaan het type en het nummer van het identiteitsbewijs te registreren, zonder er een kopie of scan van te maken.

Een telefoonshop kan volstaan met het afschrijven van 1 eurocent van je bankrekening die je met je PIN-pas betaalt. Zo toon jij aan de telefoonshop dat jij de eigenaar bent van de bankrekening en dat de bankrekening niet geblokkeerd is of iets dergelijks.

Als er ergens dan toch een kopie wordt gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort, vraag dan de kopie en doe het volgende:

  • Schrijf door de kopie dat het een kopie is, en voor wie of welk bedrijf de kopie bestemd is. Schrijf ook de datum dat de kopie is gemaakt, erbij.

  • Streep je BSN (Burger Service Nummer) door, ook in de strook onderaan je paspoort. Vrijwel geen enkel bedrijf of organisatie mag je BSN gebruiken, laat staan vastleggen. Voorbeelden van uitzonderingen zijn: zorgverleners, zoals huisarts, apotheek, en zorgverzekering.

Samenvattend: ik raad je aan om eens de links onderaan de show notes te volgen en iets meer te lezen over wie er wel een kopie mag maken van je identiteitsbewijs. Zo sta je sterker in je schoenen als je een discussie hierover aangaat en kun je mogelijk reputatieschade voorkomen.

Je kunt de transcriptie met de show notes van deze podcast vinden, door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19. Daar vind je dus zowel de tekst van de podcast als nog wat afbeeldingen, foto’s en de diverse links die in deze podcast aan bod komen.

Nu ik het toch even over deze podcast heb: als je de podcast leuk vindt, laat het me dan weten. Vertel erover aan je vrienden of collega’s of laat een review achter op iTunes. Ook stel ik het op prijs als je een bericht achterlaat op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Of geef een “+1” op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).

Je kunt ook een leuke recensie achterlaten op op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Natuurlijk kun je ook simpelweg een reactie posten, onderaan de transcriptie van deze podcast.

Dan kom ik op het tweede onderwerp van deze podcast: Facebook. In de Engelse taal heeft Facebook haar dienst “Facebook Nearby” een andere naam gegeven. De nieuwe naam is nu “Facebook Local Search”. Dit geeft maar eens te meer aan dat Facebook zich echt wil gaan profileren als zoekmachine, toegespitst op de grootste zoekmarkt: de lokale zoekmarkt.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de meeste mensen zoeken een lokale onderneming als ze een bepaalde koopintentie hebben. De simpelste onderbouwing hiervan is: als je in Eindhoven woont en een pizza wilt eten, dan wil je in de meeste gevallen niet een pizzeria in Groningen voorgeschoteld krijgen. Als je dat combineert met de sociale signalen die Facebook kan halen uit alle Like’s en checkin’s bij bedrijven die de meer dan 1 miljard Facebook-gebruikers in hun app aangeven, dan kun je je voorstellen dat hier een enorme commerciële kans ligt. En die wil Facebook dan ook in de toekomst gaan benutten, is mijn idee.

Hoewel ik afgelopen week een update van de Facebook app kreeg op mijn iPhone, heb ik zojuist gecontroleerd: deze zoekmogelijkheid heet op dit moment nog steeds “In de buurt”.

Over de Facebook app gesproken: wist je dat de Facebook app meer op de iPhone wordt gebruikt om lokaal te zoeken, dan Apple Maps? Logischerwijs staat Google Maps aan kop. Dat komt natuurlijk mede doordat lokale resultaten ook worden getoond in de gewone zoekresultaten op Google. Dus als iemand op Google zoekt naar een kapper in de buurt, dan worden veelal maximaal 7 lokale resultaten getoond, gelabeld “A” tot en met “G”. Als er minder zijn, dan worden er logischerwijs minder getoond.

In 35% van de zoekpogingen wordt op een mobiele telefoon inderdaad Google Maps gebruikt. Facebook komt daar meteen achteraan met 24%. Apple Maps wordt echter maar in 16% van de gevallen gebruikt.

Waarschijnlijk komt dit mede doordat Apple Maps nog niet echt supervolledig is, qua bedrijven die erin te vinden zijn. Ik ben echt benieuwd wanneer Apple hier nu eens iets aan gaat doen, en wat ze er überhaupt aan gaan doen. Ik wacht wel af.

Dit brengt me nog eventjes op de twee instructievideo’s die ik ooit heb gemaakt, die je kunnen helpen om je bedrijf op Apple Maps te krijgen, als je daar nog niet staat vermeld. Controleer dus eerst of jouw bedrijf op Apple Maps is te vinden. Zo niet, meld dan als eerste je bedrijf aan op Yelp. Ga daarna naar TomTom Places, om je bedrijf op TomTom aan te melden. Dan is de kans groot, dat je bedrijf binnen een paar weken vindbaar is in Apple Maps. In de show notes heb ik nog een keertje gelinkt naar die instructievideo’s.

Het laatste nieuwtje over Facebook is dat Facebook binnenkort net als Twitter, Google+, Pinterest en nog een paar social media sites ook de zogenaamde hashtags gaat ondersteunen. Zo kunnen mensen Facebook berichten van tags voorzien, waardoor de berichten later gemakkelijker zijn te vinden. Ook kan dit Facebook helpen trends te herkennen, net als de trending topics op Twitter. En zo kan Facebook langzaamaan de “gepersonaliseerde krant” voor iedere gebruiker worden, een lang gekoesterde droom van Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook.

Na al dit nieuws over Facebook kan ik Google natuurlijk niet negeren. Ik heb inderdaad ook weer een en ander te melden over Google. Voor de lokale bedrijfsvermeldingen hadden we eerst Google Places. Dit is 31 mei 2012 omgedoopt tot Google+ Local. Maar om aanpassingen door te voeren in je lokale bedrijfsvermeldingen moest je dikwijls nog gebruik maken van de oude Google Places interface.

Het is pas sinds kort dat je Google+ bedrijfspagina’s kunt maken, die je dan ook kunt samenvoegen met de Google+ Local bedrijfsvermelding. Met al die benamingen merk je overigens al dat het er niet duidelijker op wordt. En sterker nog, het introduceert ook problemen.

Ik meldde je een paar weken geleden dat ik de lokale bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie wilde samenvoegen met de Google+ Local pagina. Dus heb ik de procedure opgestart. Op dit moment zit ik met een probleem, want nu heb ik twee bedrijfsvermeldingen in Google. Om het helemaal ondoorzichtig te maken: die kun je alleen maar weer snel en eenvoudig vinden, als je gaat zoeken in Google Maps.

Nu hadden we dus eerst Google Places. Dat zou per mei 2012 zijn veranderd in Google+ Local, waarbij Google Places afgebouwd zou worden.

Ik noemde net ook al de bedrijfsvermeldingen in Google Maps, die feitelijk ook los staan van de andere vermeldingen. OK, Google doet wel moeite al die vermeldingen in sync te houden, maar er gaat dus nog wel eens iets fout. En als je gaat zoeken op Internet, dan vind je veel meer gevallen van waar het fout is gegaan.

Maar goed, ik laat me niet kennen en ik vind dat ik moet weten WAT er precies fout kan gaan, dus ik ben met de bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie dan ook echt het diepe in gedoken…

Om het hele verhaal nog onduidelijker te maken voor de wereld, heeft Google nu weer een nieuwe gebruikersinterface in het leven geroepen voor een dienst die ze “Google Places for Business” noemen. Dit zou een samensmelting moeten zijn van de oude Google Places en de opvolger, Google+ Local. Dat heb ik allemaal pas net vanmiddag gelezen en dit nieuws is ook uiterst recent, namelijk van 2 april. Ook wordt het gradueel uitgerold, waarbij Google begint in de VS. Pas daarna komen andere landen aan bod. Ik kan er dus ook nog niet zelf een kijkje in nemen.

Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik nog niet alle ins en outs en de verschillen etc. kan benoemen. Ook hier ga ik in duiken en ik kom er zeker op terug, zodra het voor mij allemaal weer duidelijk is.

Ik gebruik nog steeds Google Reader, voor het lezen van de RSS-feeds. Maar zoals ik in podcast 16 al vertelde, stopt Google op 1 juli met Google Reader. Inmiddels ben ik ook al met diverse andere RSS-readers aan het experimenteren. Ik had ooit lang geleden al eens beloofd een video te maken over hoe ik Google Reader gebruikte voor het scannen en lezen van al het nieuws, maar daar is nu natuurlijk een beetje de klad in gekomen. Zodra ik mijn keuze heb gemaakt, zal in een instructievideo mijn werkwijze op dat moment laen zien, met de RSS-reader die ik dan gebruik.

Maar al lezend liep ik vanmiddag tegen een leuk artikel aan op FrankWatching.nl. De titel van het artikel is: “De 5 A’s voor werkzoekenden: word een online persoonlijkheid” en het is geschreven door Jeanet Bathoorn. Jeanet is een social media expert, auteur, trainer en internationaal spreker. Ze is in januari met haar boek “Get social in business” ook genomineerd voor Managementboek van het jaar.

De 5 A’s die Jeanet in het artikel beschrijft, zijn:

  1. Actie
  2. Alert
  3. Ambassadeurs
  4. Aandacht
  5. Aantrekkelijk

In het artikel spitst ze deze 5 A’s toe op werkzoekenden. In deze moderne tijd is het schrijven van een sollicitatiebrief niet meer voldoende, zegt Jeanet. Je moet je echt profileren en zorgen dat je je onderscheidt van de grijze massa, door jezelf te positioneren als een online persoonlijkheid met een sterke online presence, ofwel een sterke online reputatie… Een autoriteit dus.

Door veel Actie erin te pompen (de eerste “A”), kun je jezelf op de figuurlijke kaart zetten en werken aan je online presence. Zo adviseert Jeanet ook om jezelf op te nemen op video en die online te promoten. Ook kan een blog dan natuurlijk niet ontbreken en moet je een volledig ingevuld LinkedIn profiel hebben.

De tweede “A” –die staat voor “Alert”– geeft aan dat je op de hoogte moet blijven van alle ontwikkelingen op jouw vakgebied, maar ook van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Verrijk je kennis en verbreed je horizon!

Dan als je hiermee bezig bent, creëer je ook vanzelf “Ambassadeurs”, de derde “A”. De ambassadeurs zijn de mensen die jou respecteren om wie en hoe je bent en wat je doet, weet en allemaal kunt. Deze mensen kun je ook gerust vragen een compliment (recensie) op je LinkedIn profiel te plaatsen. Let wel, een compliment is iets anders dan de op dit moment zo populaire “endorsements”, of “aanbevelingen”, waarbij je simpelweg bijvoorbeeld kunt aangeven dat Jantje of Marietje goed kan omgaan met MS Office. Nee, een compliment is echt een stukje tekst, wat over jou gaat en over jouw kunnen en kunde.

Ook moet je zorgen dat je veel onder de “Aandacht” komt, de vierde “A”. Hieronder valt ook voor een deel de “social engagement”. Toon oprecht aandacht en interesse voor mensen en zorg ervoor dat je ook dingen onthoudt, die mensen je vertellen. Zo kun je er later nog eens naar vragen.

Op deze manier werk je dus aan je “Aantrekkelijkheid” en dat is dan de vijfde “A”.

Grappig genoeg draagt dit allemaal bij aan je online reputatie en vind je deze informatie ook tussen de regels door in de verschillende blogartikelen en in de podcast. Dus omgekeerd kun je de meeste van mijn reputatie tips ook gebruiken, als je werkzoekend bent en je aan je online reputatie wilt werken.

Jeanet Bathoorn sluit het artikel ook af met de opmerking dat dit eigenlijk open deuren zijn, die ze in het artikel intrapt. En ze verbaast zich er ook over, dat veel mensen niet inzien, of willen inzien, dat we in een andere tijd leven, dan vijf jaar of langer geleden. De tijden zijn veranderd en je moet met je tijd mee, wil je inderdaad nog “aantrekkelijk” worden gevonden door potentiële werkgevers. Als jij maar aantrekkelijk genoeg bent, wordt jij gevonden, in plaats van dat jij een potentiële werkgever moet zoeken!

Volgens Jeanet ben je dan geen “werkzoeker” meer, maar word je “werkvinder”!

En laten we eerlijk zijn, als je werkzoekend bent, is het heel gemakkelijk om je te verschuilen achter heel druk zijn met het schrijven van sollicitatie e-mails en dergelijke. Maar daar vul je echt je hele dag niet mee. Dus blijft er ook tijd over, om aan je online reputatie te werken, om daarmee je kansen op een nieuwe baan extra te vergroten.

Het argument dat je er geen tijd voor hebt, is dus niet echt valide. Je moet er gewoon tijd voor maken! Het is een kwestie van “prioriteit”!

In het artikel stond de tweede “A” voor “Alert”. Hier heb ik nog een leuke tip over. Die heet ook letterlijk “Google Alerts”. Je kunt deze dienst vinden op www.google.nl/alerts. Met deze dienst kun je heel goed op de hoogte blijven wat er wereldwijd speelt ten aanzien van bepaalde onderwerpen die voor jou van belang zijn.

Zo kan ik me goed voorstellen, dat je als bedrijf in het kader van reputatiemanagement precies wilt weten, wat er waar over jouw bedrijf wordt geschreven. Zodra jouw bedrijfsnaam ergens op Internet opduikt, wil je graag een signaaltje krijgen, zodat je kunt nalezen wat er over je bedrijf wordt gezegd, waarna je er op kunt reageren. Zoals Gé Bouma ook in de vorige podcast vertelde, kun je op deze manier veel reputatieschade in de kiem smoren, nog voordat het escaleert.

Als je naar de URL www.google.nl/alerts gaat, zie je het scherm, zoals ik dat in de show notes heb opgenomen.

In het eerste veld kun je de zoekterm opgeven, bijvoorbeeld je bedrijfsnaam.

Daarna moet je kiezen, of je alles van Google wilt doorzoeken, of dat je alleen specifiek bijvoorbeeld wilt zoeken in: nieuws, blogs, video, discussies of boeken. Ik raad je aan om te beginnen met alles te doorzoeken.

De volgende keuze die je moet maken, is hoevaak je een alertsignaal van Google wilt ontvangen. Je kunt daarbij kiezen uit onmiddellijk, één keer per dag of één keer per week.

Daarna moet je aangeven of je alle resultaten wilt zien, of alleen de beste resultaten.

En tenslotte kun je aan Google melden of je de resultaten per mail wilt ontvangen, of in de vorm van een RSS-feed, die je leest in een RSS-reader. Als je op dit moment nog helemaal niets doet met een RSS-reader, raad ik je aan gewoon te kiezen voor e-mail.

Je ontvangt dan met het door jou gekozen interval updates die Google op Internet voor je heeft gevonden, over de door jou opgegeven zoektermen.

Het spreekt voor zich dat je een Google account nodig hebt, om deze dienst te kunnen gebruiken. Maar je kunt Google Alerts natuurlijk voor de meest uiteenlopende zaken gebruiken, om op de hoogte te blijven. Het voordeel is dat het nieuws naar jou komt, in plaats van dat jij elke keer op zoek moet naar het nieuws.

In plaats van alleen maar in de gaten te houden wat er over jouw bedrijf wordt geschreven, kun je natuurlijk ook alerts instellen op de namen van je concurrenten, of de twitternamen van je kinderen. Of als je wilt weten wat er bijvoorbeeld wordt geschreven over “schilders in Arnhem”, dan kun je ook daar een alert voor instellen. Als er geen nieuws is, dan ontvang je ook geen mail.

Dus als jij je alerts goed hebt ingesteld, komt al het voor jou relevante nieuws naar je toe.

Deze gratis dienst van Google kan je dus ook helpen met het bewaken van je eigen online reputatie en mijn advies is: kijk er eens naar en zie of je er iets zinnigs mee kunt. Ik vind de service erg handig en ik maak er dan ook dankbaar gebruik van.

Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen

doorEduard

Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.

De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.

Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.

Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.

Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.

Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.

En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.

BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!

Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.

Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!

Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.

Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.

Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:

Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.

Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.

Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.

Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.

Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.

Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.

Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.

Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.

Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.

Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.

Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!

Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.

Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.

Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.

Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!

Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.

Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:

 

  1. Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-

  2. Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google

  3. De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.

Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.

En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.

Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.

Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?

Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.

Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.

Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.

Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.

Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.

De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:

Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.

Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.

Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.

Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.

In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.

In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:

  1. Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)

  2. Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)

  3. Geen URL naar de website opgegeven (19%)

  4. Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)

  5. Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)

Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.

Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!

Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.

En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.

Enkele markante statistieken uit dit artikel:

  • 80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht

  • 45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen

  • 1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen

  • 1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht

Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:

  1. Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden

  2. Het inzetten van lokale zoekmachine marketing

Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:

Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.

Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.

Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.

Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.

Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.

Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.

Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.

YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.

Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.

Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.

DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.

Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!

Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.

Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:

  1. Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.

  2. Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.

  3. Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.

  4. Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.

  5. Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.

Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.

Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.

Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).

Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

 

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: