Tag archief Google+ Local

doorEduard

Podcast Aflevering 22 (27-04-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 22!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 22 (27-04-2013)Wow, het was een drukke week en een drukke paar afgelopen weken! Waarom? Dat vertel ik je zometeen. Google Streetview is al in 50 landen! Wat moet je doen, als het grootste deel van je publiek uit vrouwen bestaat? Het is aangetoond: digitale reïncarnatie bestaat! Facebook Home half miljard keer gedownload, maar geen succes. Wat is linkearning? En hoeveel tijd wordt er nu gespendeerd aan social media? Als laatste heb ik een verrassing!

Al deze onderwerpen komen vandaag aan bod in alweer de 22e ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer en ik ben je host voor vandaag!

Ik zei het al: het waren een paar drukke weken en Google Streetview is al in 50 landen! “Wat heeft dat nu met elkaar te maken?”, hoor ik je denken… Nou, ik neem aan dat iedereen inmiddels wel Google Streetview kent: het systeem van Google, waarmee je vanaf Google Maps opeens virtueel “door de straat” kunt lopen. Google heeft de afgelopen jaren in steeds meer landen zo goed als alle straten gefotografeerd met de bekende Google Streetview auto’s. In sommige landen, waaronder Duitsland, is daar nogal wat ophef over geweest, waar ik het nu niet over wil hebben. Recentelijk heeft Google Hongarije en Lesotho aan de lijst van landen waar Streetview beschikbaar is, toegevoegd. Hierdoor zit Google nu op 50 landen.

Waar ik het wel over wil hebben is de nieuwe dienst die Google sinds september 2012 heeft geïntroduceerd, te weten “Google Maps Bedrijfsfoto’s”. Hiermee brengt Google de virtuele “walkthrough”-beleving IN bedrijven. Bedrijven kunnen ervoor kiezen een door Google Vertrouwde Bedrijfsfotograaf in te huren, om een bedrijfspanorama, ofwel virtuele bedrijfsrondleiding te laten maken.

Dit is een spectaculaire uitbreiding, waarmee Google zich weer eens te meer letterlijk op de kaart zet. Het biedt bedrijven namelijk een uitgelezen kans om zich extra te presenteren en profileren op Internet. Een bedrijf kan namelijk prospects een rondleiding door de locatie geven, zonder dat de prospects daarvoor uit hun luie stoel hoeven te komen.

Een dergelijke rondleiding verhoogt de klantervaring en vergroot de herkenbaarheid van klanten, wanneer deze daadwerkelijk de winkel of het bedrijf bezoeken. Het hebben van een  dergelijke rondleiding kan binnenkort het verschil maken tussen wel of geen fysiek bezoek aan een bepaalde locatie.

Zoals je weet, gaat de meeste business verloren aan díe oorzaken, die we níet kennen. Dat is het vervelende. Dus als jouw prospects op de site van je concurrenten wèl een hele goede indruk krijgen van hun bedrijf, is de kans groot dat ze dus naar je concurrent gaan.

Dat is precies het gat wat Google met Google Maps Bedrijfsfoto’s voor je dicht. Je kunt nu jouw bedrijf maximaal presenteren op Google Maps, Google Search, Google+ Lokaal, je eigen website en op Facebook, door daar overal een virtuele bedrijfsrondleiding te bieden.

Je kunt nu opeens door een restaurant wandelen, op zoek naar het perfecte tafeltje! Of als je een trouwlocatie zoekt, kun je er nu doorheen lopen en om je heen kijken, om te zien of het wat is om je trouwfeest te vieren. Wat is het handig om eerst eens zelf door een kinderdagverblijf rond te kijken om te zien of het iets is voor je kind! En dit alles kan nu, zonder dat je er de deur voor uit hoeft!

Zo’n digitale, virtuele bedrijfsrondleiding geeft natuurlijk een veel betere indruk dan een paar losse foto’s op een website. Het geeft de bezoeker een “ervaring” met je bedrijf!

Nu heb ik dit alles uitgelegd, maar heb ik nog steeds niet verteld, wat dit allemaal te maken heeft met het feit dat ik een paar drukke weken achter de rug heb… Ik kan ervoor kiezen om je de lange versie of de korte versie te vertellen. Ik ga voor de korte versie: ik ben inmiddels een door Google geaccrediteerde en vertrouwde bedrijfsfotograaf!

Je kunt mijn naam sinds afgelopen week terugvinden op de lijst van “Vertrouwde Bedrijfsfotografen” op Google Maps. Na een intensieve training door Google die zowel bestond uit een groot stuk theorie, als een aantal praktijkoefeningen, kan en mag ik nu dus ook deze driedimensionale bedrijfspanorama’s maken.

Hiervoor heb ik een aparte website gemaakt, te weten: www.bedrijfspanoramas.nl. Op die site kun je een paar voorbeelden vinden van virtuele bedrijfsrondleidingen die ik inmiddels al heb gemaakt en die dus ook op Google Maps, Google+ Lokaal en Google Search zijn te vinden. Ook hebben sommige van de opdrachtgevers de virtuele rondleiding al op hun eigen website geplaatst.

Het leuke is dat ik op deze manier toch ook weer bezig ben met een grote passie van me: fotografie. Ik zie deze dienst van Google bovendien als een uitgelezen kans om bedrijven extra te helpen met het verbeteren van hun online reputatie. Nog altijd geldt namelijk het gezegde: “de eerste indruk telt!”.

Dit is een vorm van online video en video wordt steeds belangrijker als medium om je publiek te bereiken. Zeker als je publiek voor de meerderheid uit vrouwen bestaat. Zo meldde onderzoeksinstituut Nielsen dat vrouwen in 2012 per maand drie uur minder tv hebben gekeken, maar vier uur meer online video hebben gekeken. Vrouwen van 18 jaar en ouder kijken gemiddeld per maand 191 uur video, tegenover de mannen die “slechts” 170 uur video per maand kijken. Deze getallen gelden over alle media, dus zowel de ouderwetse televisie, als video on demand en online video etc.

Het advies van Nielsen is dan ook, dat je video moet inzetten als je doelgroep voornamelijk uit vrouwen bestaat.

Digitale reïncarnatie bestaat! Sinds een goede twee weken heeft Google de “Inactive Account Manager” als extra optie onder de Google Account instellingen. Ik heb even gekeken, maar kon dit zo snel nog niet in de Nederlandstalige versie van Google vinden. Ik zal er binnenkort eens verder naar zoeken.

Deze nieuwe dienst van Google stelt je in ieder geval in staat om iets met je gegevens te doen, na een door jou ingestelde periode van inactiviteit van jouw account. Zo kun je bijvoorbeeld al jouw data automatisch laten verwijderen na 3, 6, 9 of 12 maanden inactiviteit. Of je kunt je berichten etc. laten doorsturen naar anderen.

Zo kan jouw Google profiel toch nog een tijdje blijven voortbestaan nadat je er niet meer bent en kun je je naasten op een nette manier jouw account laten overnemen en afsluiten, als jij dat wenst.

In ReputatieCoaching Podcast 20 had ik het over Facebook Home, de nieuwe Facebook telefoon en de Android app, die hetzelfde bewerkstelligt op je mobiele telefoon. Nou, de app is inmiddels al bijna een half miljard keer gedownload, maar de recensies zijn echter niet bijster lovend. Maar je leest ook alweer veel berichten dat mensen het toch niet prettig vinden, en de app alweer deinstalleren. Gemiddeld krijgt de app een beoordeling van 2,2 op een schaal van maximaal 5. Dat is dus niet bijzonder hoopgevend voor de toekomst van de app en vraag is of dit Facebook nu die extra boost geeft, waar ze op zaten te wachten, of niet.

Elke week krijg ik toch wel een paar keer het verzoek of ik misschien een linkje wil ruilen met één of ander bedrijf. Zij bieden dan aan een link naar een site van mij te willen plaatsen, als ik dan ook maar alsjeblieft een linkje naar hun site op mijn site wil zetten. Zo hopen ze hoger te scoren in de zoekmachines…

Jongens, dit werkte een paar jaar geleden! Word wakker! Hou je kennis op peil! Een goed beginpunt is natuurlijk deze podcast. Ik raad daarnaast iedereen die bezig is zijn site beter vindbaar te maken, via meerdere bronnen op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen over wat wel en niet of niet meer werkt.

Een paar podcasts geleden heb ik het ook al verteld: het wederzijds linken werkt niet meer en kan zelfs een averechts effect hebben. En je hoeft het al helemaal niet meer te doen om zo nog de ooit zo felbegeerde “PageRank” van je site te verhogen!

Op deze manier proberen links te krijgen naar je site is dus kansloos en zinloos tijdverdrijf. Daarentegen werkt het nog steeds om serieuze reacties op blogartikelen te geven met een link naar je site en om gastartikelen op andere sites te schrijven, waarin een link naar jouw site is opgenomen. Dat zijn krachtige mechanismen, waar je beter je energie in kunt steken.

De tijd van linkbuilding is dus voorbij. Daarom lees je links en rechts op Internet ook steeds meer de term “linkearning”: een link verdienen.

En je verdient links naar je site door te beginnen met het bieden van goede, waardevolle en unieke content. Content, waar jouw publiek naar op zoek is. Als jij die biedt, zul je zien dat er ook naar jouw content wordt gelinkt, omdat jouw publiek je content waardeert en dus graag wil delen. Dat is dus “linkearning”.

Analoog hieraan werkt het ook niet meer om maar overal onderaan weblogartikelen een reactie te posten in de trant van “Goed artikel!” met daarbij een link naar jouw eigen site. Dat is ook zinloos!

Maar wat veel mensen niet weten, is dat een groot aantal van dit soort reacties op jouw eigen artikelen een negatief effect kan hebben op de ranking van jouw content in de zoekmachines. Daarom moet je de reacties op jouw blog niet klakkeloos toestaan, waardoor ze “live” komen. Je kunt ze beter eerst zelf lezen en alleen publiceren, als ze daadwerkelijk iets bijdragen aan jouw artikel. De simpele reacties als “Waardevolle content”, “Goed artikel!” en “Interessante post” kun je dus maar gewoon beter verwijderen.

Social media is populair, dat staat buiten kijf! Maar heb je een idee hoeveel tijd we daar nu aan besteden? Hoewel het iets is afgenomen, vergeleken met een jaar geleden, spenderen we nog steeds maar liefst 27% ofwel 16 minuten per uur aan de sociale media. En dat is dan gemiddeld! Bij mij gaan er vaak uren voorbij, zonder dat ik Facebook check, Google+ lees of iets anders sociaal online doe. Daarmee help ik het gemiddelde omlaag en dus moeten daar tegenover legio mensen zijn die substantieel meer dan 16 minuten per uur besteden op de sociale media.

De schrijver van het artikel waar ik dit in las, sluit af met een wijze tip voor ondernemers. Hij wil hen op het hart drukken dat ze zich niet volledig moeten storten op social media, maar dat ze het toch ook niet meer totaal kunnen negeren. Uit deze statistieken blijkt namelijk wèl, dat er een potentiële markt ligt, in de sociale media.

Vorig weekend –terwijl ik aan het barbecuen was voor meer dan 30 personen die op de verjaardag van onze zoon waren– kreeg ik een leuke mail van Oskar uit Twello. Oskar schreef het volgende:

Beste Eduard,

Ik ben heel blij met jouw podcasts. Ik ben al heel enthousiast, maar kan je eens kijken of je voor beginnende webshop / ondernemers een training kan geven? Direct doen, en werken aan je reputatie, of vindbaarheid op internet.

Met vriendelijke groet, Oskar.

Dus ik heb Oskar meteen gemaild en gemeld dat ik na het weekend zou bellen. Maandagavond had ik hem aan de lijn en hij meldde mij dat hij twee websites heeft: de ene site is ten behoeve van zijn interieuradvies, waarop hij veel bruikbare content publiceert, en de andere site is zijn webshop. De webshop is nu nog gebaseerd op de Interspire webshop software. Maar Interspire is binnenkort end of life, en dus is hij zijn webshop aan het omzetten naar Magento.

Oskar zou graag wat de Amerikanen “actionable content” noemen, op de ReputatieCoaching Podcast website zien. Omdat Oskar ook inziet dat kennis delen, het nieuwe vermenigvuldigen is en dat het jou ook helpt om kennis te delen met anderen, heeft hij er geen bezwaar tegen, als ik zijn sites als concreet voorbeeld noem voor de andere luisteraars van de podcast en de bezoekers van de website.

Vanzelfsprekend meldde ik Oskar dat ik geen wonderen kan verrichten en ook geen garanties kan geven voor posities in zoekmachines enzovoorts. Dat kan niemand. Het enige wat ik kan doen is dus adviseren om –indien nodig– bepaalde acties uit te voeren en aanpassingen aan te brengen, die mogelijk bijdragen aan een betere vindbaarheid op Internet en daardoor meer bezoekers en vervolgens meer business. Ook kan ik mogelijk helpen met het verbeteren van de conversie ratio: het aantal mensen dat daadwerkelijk koopt, gedeeld door het aantal bezoekers van de site.

Ik zei hem dat ik er een paar dagen over zou nadenken om met een concreet actieplan te komen. En om nu maar meteen met de deur in huis te vallen: over een paar weken ga ik in elke podcast een deel van de tijd gebruiken om over dit project te vertellen en komt er een apart gedeelte in de site, waar je alle ins en outs van het project kunt lezen, zien en beluisteren.

Afgezien van wachtwoorden, gaan we niets achterhouden! We gaan alle stappen online documenteren in artikelen, audio, screendumps en screencasts etc. Het wordt dus een echt “Looking over my shoulders project”! Hou de ReputatieCoaching website in de gaten, want binnenkort volgt hierover meer nieuws!

Als jij ook een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

 

Doei!

 

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 19!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)Vorige week had ik een leuk interview met Gé Bouma van Bouma Webteksten. Zij heeft veel waardevolle informatie met ons gedeeld over reputatiemanagement: hoe je je online en offline reputatie moet bewaken en wat je kunt doen in het geval van reputatieschade. Zij heeft me afgelopen week een aantal leuke reputatiegerelateerde zaken toegestuurd, waarover ik komende week een blogbericht ga schrijven.

In deze podcast heb ik geen interview, maar wel weer een aantal wetenswaardige tips en nieuwsberichten uit de wereld van online marketing, reputatiemanagement en zoek machine optimalisatie.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Het eerste onderwerp gaat grotendeels over offline reputatie, in relatie tot de vakantietijd die er voor veel mensen de komende maanden weer aan zit te komen. Maar het kan ook gevolgen hebben voor je online reputatie. Als tweede onderwerp heb ik vandaag nieuws over Facebook. En grappig genoeg kan Google+ niet achterblijven, dus heb ik Google+ als derde onderwerp van gesprek met nieuws over Google Places for Business.

Vandaag las ik overigens een leuk artikel op FrankWatching van social media expert en internationaal spreker Jeanet Bathoorn over de 5 A’s voor werkzoekenden. Deze A’s zijn ook voor een groot deel van toepassing voor het verbeteren van je online reputatie, dus daar ga ik ook iets verder op in.

Nu de winter die maar niet op lijkt te willen houden kijken veel mensen reikhalzend uit naar de zomer, lange zwoele avonden en gezellig buiten BBQ’en met vrienden en familie, maar natuurlijk vooral naar de vitamine “V” van “Vakantie”! Het eerste onderwerp voor vandaag gaat over vakantie, reizen, zakenreizen en over legitimatie, met name over het voorkomen van fraude met een kopie van je identiteitsbewijs.

Laat ik voorop stellen: ik ben geen jurist en de juridische zaken die ik hier toelicht hebben betrekking op Nederland en het Nederlandse rechtssysteem. Het is dus niet één op één van toepassing in het buitenland. Maar met de tips die ik je ga geven kun je sowieso je voordeel doen.

Op dit moment zijn websites als hotelkamerveiling.nl erg in trek om goedkope hotelovernachtingen te scoren. Veel mensen maken hier dankbaar gebruik van en kunnen zo voor geringe kosten lekker een weekendje weg naar een hotel.

Maar al te vaak als we ergens in een hotel inchecken, wordt ons gevraagd naar een paspoort of identiteitsbewijs, waar de recepetionist of receptioniste dan even een “kopietje” van wil maken. En naast hotels hebben ook telefoonshops of sportclubs er vaak een handje van om een kopie te willen maken van paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of bankpas.

Zodra er een kopie is gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort heb je geen controle meer over wat ermee kan worden gedaan. Het kan worden gebruikt voor frauduleuze doeleinden, waardoor jouw reputatie ernstige schade kan oplopen. Op die mogelijke schade van identiteitsfraude wil ik nu niet ingaan, maar wel op jouw rechten: wat mag er wel volgens de wet en wat mag er niet?

De korte en iets versimpelde versie van wat er wel en niet mag, luidt: bijna geen enkel commercieel bedrijf met uitzondering van je werkgever, banken en officiële autoverhuurbedrijven die zijn aangesloten bij de BOVAG, mag een kopie maken van jouw paspoort of ander identiteitsbewijs.

Ik hoop dat deze korte samenvatting van wat ik afgelopen week op de website van de Rijksoverheid heb zitten nalezen, jou aan het denken zet… Waarschijnlijk kun je je nog zo een stuk of twee à drie bedrijven herinneren die relatief recentelijk een kopie hebben gemaakt van een identiteitsbewijs van je, of je bankpas etc. Dat mag dus niet en is zelfs bij de wet verboden!

Maar dan eerst: wat is identiteitsfraude? Identiteitsfraude is wanneer iemand anders dan jijzelf gebruik maakt van jouw identiteitsgegevens. Soms is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld een lening aan te vragen of een telefoonabonnement af te sluiten. Daardoor ontvang jij dan dus rekeningen voor dingen die je niet hebt aangeschaft. En als je weigert die rekeningen te betalen krijg jij alle ellende en dus niet de fraudeur.

Wist je trouwens dat jaarlijks een paar honderdduizend Nederlanders op één of andere manier te maken krijgen met identiteitsfraude? In 2011 betrof het maar liefst 5% van alle Nederlanders!

Hoe kun je dit voorkomen? Allereerst raad ik je aan om de links die ik onderaan de show notes van deze podcast heb opgenomen toch eens aandachtig te lezen. Die webpagina’s zijn van de Rijksoverheid en die wil ik hier niet gaan citeren. Maar het is natuurlijk goed om te weten wat jouw rechten zijn en wat er wel en niet mag volgens de wet.

Als iemand je vraagt naar je identiteitsbewijs voor het maken van een kopie, moet je als eerste vragen waarom het nodig is. In een hotel is het bijvoorbeeld niet nodig om al je paspoortgegevens te registreren. Hotels moeten het type identiteitsdocument vastleggen, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, de woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. Meer hoeft een hotel volgens de wet niet te registreren. In andere gevallen (bij andere bedrijven) kan het ook volstaan het type en het nummer van het identiteitsbewijs te registreren, zonder er een kopie of scan van te maken.

Een telefoonshop kan volstaan met het afschrijven van 1 eurocent van je bankrekening die je met je PIN-pas betaalt. Zo toon jij aan de telefoonshop dat jij de eigenaar bent van de bankrekening en dat de bankrekening niet geblokkeerd is of iets dergelijks.

Als er ergens dan toch een kopie wordt gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort, vraag dan de kopie en doe het volgende:

  • Schrijf door de kopie dat het een kopie is, en voor wie of welk bedrijf de kopie bestemd is. Schrijf ook de datum dat de kopie is gemaakt, erbij.

  • Streep je BSN (Burger Service Nummer) door, ook in de strook onderaan je paspoort. Vrijwel geen enkel bedrijf of organisatie mag je BSN gebruiken, laat staan vastleggen. Voorbeelden van uitzonderingen zijn: zorgverleners, zoals huisarts, apotheek, en zorgverzekering.

Samenvattend: ik raad je aan om eens de links onderaan de show notes te volgen en iets meer te lezen over wie er wel een kopie mag maken van je identiteitsbewijs. Zo sta je sterker in je schoenen als je een discussie hierover aangaat en kun je mogelijk reputatieschade voorkomen.

Je kunt de transcriptie met de show notes van deze podcast vinden, door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19. Daar vind je dus zowel de tekst van de podcast als nog wat afbeeldingen, foto’s en de diverse links die in deze podcast aan bod komen.

Nu ik het toch even over deze podcast heb: als je de podcast leuk vindt, laat het me dan weten. Vertel erover aan je vrienden of collega’s of laat een review achter op iTunes. Ook stel ik het op prijs als je een bericht achterlaat op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Of geef een “+1” op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).

Je kunt ook een leuke recensie achterlaten op op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Natuurlijk kun je ook simpelweg een reactie posten, onderaan de transcriptie van deze podcast.

Dan kom ik op het tweede onderwerp van deze podcast: Facebook. In de Engelse taal heeft Facebook haar dienst “Facebook Nearby” een andere naam gegeven. De nieuwe naam is nu “Facebook Local Search”. Dit geeft maar eens te meer aan dat Facebook zich echt wil gaan profileren als zoekmachine, toegespitst op de grootste zoekmarkt: de lokale zoekmarkt.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de meeste mensen zoeken een lokale onderneming als ze een bepaalde koopintentie hebben. De simpelste onderbouwing hiervan is: als je in Eindhoven woont en een pizza wilt eten, dan wil je in de meeste gevallen niet een pizzeria in Groningen voorgeschoteld krijgen. Als je dat combineert met de sociale signalen die Facebook kan halen uit alle Like’s en checkin’s bij bedrijven die de meer dan 1 miljard Facebook-gebruikers in hun app aangeven, dan kun je je voorstellen dat hier een enorme commerciële kans ligt. En die wil Facebook dan ook in de toekomst gaan benutten, is mijn idee.

Hoewel ik afgelopen week een update van de Facebook app kreeg op mijn iPhone, heb ik zojuist gecontroleerd: deze zoekmogelijkheid heet op dit moment nog steeds “In de buurt”.

Over de Facebook app gesproken: wist je dat de Facebook app meer op de iPhone wordt gebruikt om lokaal te zoeken, dan Apple Maps? Logischerwijs staat Google Maps aan kop. Dat komt natuurlijk mede doordat lokale resultaten ook worden getoond in de gewone zoekresultaten op Google. Dus als iemand op Google zoekt naar een kapper in de buurt, dan worden veelal maximaal 7 lokale resultaten getoond, gelabeld “A” tot en met “G”. Als er minder zijn, dan worden er logischerwijs minder getoond.

In 35% van de zoekpogingen wordt op een mobiele telefoon inderdaad Google Maps gebruikt. Facebook komt daar meteen achteraan met 24%. Apple Maps wordt echter maar in 16% van de gevallen gebruikt.

Waarschijnlijk komt dit mede doordat Apple Maps nog niet echt supervolledig is, qua bedrijven die erin te vinden zijn. Ik ben echt benieuwd wanneer Apple hier nu eens iets aan gaat doen, en wat ze er überhaupt aan gaan doen. Ik wacht wel af.

Dit brengt me nog eventjes op de twee instructievideo’s die ik ooit heb gemaakt, die je kunnen helpen om je bedrijf op Apple Maps te krijgen, als je daar nog niet staat vermeld. Controleer dus eerst of jouw bedrijf op Apple Maps is te vinden. Zo niet, meld dan als eerste je bedrijf aan op Yelp. Ga daarna naar TomTom Places, om je bedrijf op TomTom aan te melden. Dan is de kans groot, dat je bedrijf binnen een paar weken vindbaar is in Apple Maps. In de show notes heb ik nog een keertje gelinkt naar die instructievideo’s.

Het laatste nieuwtje over Facebook is dat Facebook binnenkort net als Twitter, Google+, Pinterest en nog een paar social media sites ook de zogenaamde hashtags gaat ondersteunen. Zo kunnen mensen Facebook berichten van tags voorzien, waardoor de berichten later gemakkelijker zijn te vinden. Ook kan dit Facebook helpen trends te herkennen, net als de trending topics op Twitter. En zo kan Facebook langzaamaan de “gepersonaliseerde krant” voor iedere gebruiker worden, een lang gekoesterde droom van Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook.

Na al dit nieuws over Facebook kan ik Google natuurlijk niet negeren. Ik heb inderdaad ook weer een en ander te melden over Google. Voor de lokale bedrijfsvermeldingen hadden we eerst Google Places. Dit is 31 mei 2012 omgedoopt tot Google+ Local. Maar om aanpassingen door te voeren in je lokale bedrijfsvermeldingen moest je dikwijls nog gebruik maken van de oude Google Places interface.

Het is pas sinds kort dat je Google+ bedrijfspagina’s kunt maken, die je dan ook kunt samenvoegen met de Google+ Local bedrijfsvermelding. Met al die benamingen merk je overigens al dat het er niet duidelijker op wordt. En sterker nog, het introduceert ook problemen.

Ik meldde je een paar weken geleden dat ik de lokale bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie wilde samenvoegen met de Google+ Local pagina. Dus heb ik de procedure opgestart. Op dit moment zit ik met een probleem, want nu heb ik twee bedrijfsvermeldingen in Google. Om het helemaal ondoorzichtig te maken: die kun je alleen maar weer snel en eenvoudig vinden, als je gaat zoeken in Google Maps.

Nu hadden we dus eerst Google Places. Dat zou per mei 2012 zijn veranderd in Google+ Local, waarbij Google Places afgebouwd zou worden.

Ik noemde net ook al de bedrijfsvermeldingen in Google Maps, die feitelijk ook los staan van de andere vermeldingen. OK, Google doet wel moeite al die vermeldingen in sync te houden, maar er gaat dus nog wel eens iets fout. En als je gaat zoeken op Internet, dan vind je veel meer gevallen van waar het fout is gegaan.

Maar goed, ik laat me niet kennen en ik vind dat ik moet weten WAT er precies fout kan gaan, dus ik ben met de bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie dan ook echt het diepe in gedoken…

Om het hele verhaal nog onduidelijker te maken voor de wereld, heeft Google nu weer een nieuwe gebruikersinterface in het leven geroepen voor een dienst die ze “Google Places for Business” noemen. Dit zou een samensmelting moeten zijn van de oude Google Places en de opvolger, Google+ Local. Dat heb ik allemaal pas net vanmiddag gelezen en dit nieuws is ook uiterst recent, namelijk van 2 april. Ook wordt het gradueel uitgerold, waarbij Google begint in de VS. Pas daarna komen andere landen aan bod. Ik kan er dus ook nog niet zelf een kijkje in nemen.

Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik nog niet alle ins en outs en de verschillen etc. kan benoemen. Ook hier ga ik in duiken en ik kom er zeker op terug, zodra het voor mij allemaal weer duidelijk is.

Ik gebruik nog steeds Google Reader, voor het lezen van de RSS-feeds. Maar zoals ik in podcast 16 al vertelde, stopt Google op 1 juli met Google Reader. Inmiddels ben ik ook al met diverse andere RSS-readers aan het experimenteren. Ik had ooit lang geleden al eens beloofd een video te maken over hoe ik Google Reader gebruikte voor het scannen en lezen van al het nieuws, maar daar is nu natuurlijk een beetje de klad in gekomen. Zodra ik mijn keuze heb gemaakt, zal in een instructievideo mijn werkwijze op dat moment laen zien, met de RSS-reader die ik dan gebruik.

Maar al lezend liep ik vanmiddag tegen een leuk artikel aan op FrankWatching.nl. De titel van het artikel is: “De 5 A’s voor werkzoekenden: word een online persoonlijkheid” en het is geschreven door Jeanet Bathoorn. Jeanet is een social media expert, auteur, trainer en internationaal spreker. Ze is in januari met haar boek “Get social in business” ook genomineerd voor Managementboek van het jaar.

De 5 A’s die Jeanet in het artikel beschrijft, zijn:

  1. Actie
  2. Alert
  3. Ambassadeurs
  4. Aandacht
  5. Aantrekkelijk

In het artikel spitst ze deze 5 A’s toe op werkzoekenden. In deze moderne tijd is het schrijven van een sollicitatiebrief niet meer voldoende, zegt Jeanet. Je moet je echt profileren en zorgen dat je je onderscheidt van de grijze massa, door jezelf te positioneren als een online persoonlijkheid met een sterke online presence, ofwel een sterke online reputatie… Een autoriteit dus.

Door veel Actie erin te pompen (de eerste “A”), kun je jezelf op de figuurlijke kaart zetten en werken aan je online presence. Zo adviseert Jeanet ook om jezelf op te nemen op video en die online te promoten. Ook kan een blog dan natuurlijk niet ontbreken en moet je een volledig ingevuld LinkedIn profiel hebben.

De tweede “A” –die staat voor “Alert”– geeft aan dat je op de hoogte moet blijven van alle ontwikkelingen op jouw vakgebied, maar ook van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Verrijk je kennis en verbreed je horizon!

Dan als je hiermee bezig bent, creëer je ook vanzelf “Ambassadeurs”, de derde “A”. De ambassadeurs zijn de mensen die jou respecteren om wie en hoe je bent en wat je doet, weet en allemaal kunt. Deze mensen kun je ook gerust vragen een compliment (recensie) op je LinkedIn profiel te plaatsen. Let wel, een compliment is iets anders dan de op dit moment zo populaire “endorsements”, of “aanbevelingen”, waarbij je simpelweg bijvoorbeeld kunt aangeven dat Jantje of Marietje goed kan omgaan met MS Office. Nee, een compliment is echt een stukje tekst, wat over jou gaat en over jouw kunnen en kunde.

Ook moet je zorgen dat je veel onder de “Aandacht” komt, de vierde “A”. Hieronder valt ook voor een deel de “social engagement”. Toon oprecht aandacht en interesse voor mensen en zorg ervoor dat je ook dingen onthoudt, die mensen je vertellen. Zo kun je er later nog eens naar vragen.

Op deze manier werk je dus aan je “Aantrekkelijkheid” en dat is dan de vijfde “A”.

Grappig genoeg draagt dit allemaal bij aan je online reputatie en vind je deze informatie ook tussen de regels door in de verschillende blogartikelen en in de podcast. Dus omgekeerd kun je de meeste van mijn reputatie tips ook gebruiken, als je werkzoekend bent en je aan je online reputatie wilt werken.

Jeanet Bathoorn sluit het artikel ook af met de opmerking dat dit eigenlijk open deuren zijn, die ze in het artikel intrapt. En ze verbaast zich er ook over, dat veel mensen niet inzien, of willen inzien, dat we in een andere tijd leven, dan vijf jaar of langer geleden. De tijden zijn veranderd en je moet met je tijd mee, wil je inderdaad nog “aantrekkelijk” worden gevonden door potentiële werkgevers. Als jij maar aantrekkelijk genoeg bent, wordt jij gevonden, in plaats van dat jij een potentiële werkgever moet zoeken!

Volgens Jeanet ben je dan geen “werkzoeker” meer, maar word je “werkvinder”!

En laten we eerlijk zijn, als je werkzoekend bent, is het heel gemakkelijk om je te verschuilen achter heel druk zijn met het schrijven van sollicitatie e-mails en dergelijke. Maar daar vul je echt je hele dag niet mee. Dus blijft er ook tijd over, om aan je online reputatie te werken, om daarmee je kansen op een nieuwe baan extra te vergroten.

Het argument dat je er geen tijd voor hebt, is dus niet echt valide. Je moet er gewoon tijd voor maken! Het is een kwestie van “prioriteit”!

In het artikel stond de tweede “A” voor “Alert”. Hier heb ik nog een leuke tip over. Die heet ook letterlijk “Google Alerts”. Je kunt deze dienst vinden op www.google.nl/alerts. Met deze dienst kun je heel goed op de hoogte blijven wat er wereldwijd speelt ten aanzien van bepaalde onderwerpen die voor jou van belang zijn.

Zo kan ik me goed voorstellen, dat je als bedrijf in het kader van reputatiemanagement precies wilt weten, wat er waar over jouw bedrijf wordt geschreven. Zodra jouw bedrijfsnaam ergens op Internet opduikt, wil je graag een signaaltje krijgen, zodat je kunt nalezen wat er over je bedrijf wordt gezegd, waarna je er op kunt reageren. Zoals Gé Bouma ook in de vorige podcast vertelde, kun je op deze manier veel reputatieschade in de kiem smoren, nog voordat het escaleert.

Als je naar de URL www.google.nl/alerts gaat, zie je het scherm, zoals ik dat in de show notes heb opgenomen.

In het eerste veld kun je de zoekterm opgeven, bijvoorbeeld je bedrijfsnaam.

Daarna moet je kiezen, of je alles van Google wilt doorzoeken, of dat je alleen specifiek bijvoorbeeld wilt zoeken in: nieuws, blogs, video, discussies of boeken. Ik raad je aan om te beginnen met alles te doorzoeken.

De volgende keuze die je moet maken, is hoevaak je een alertsignaal van Google wilt ontvangen. Je kunt daarbij kiezen uit onmiddellijk, één keer per dag of één keer per week.

Daarna moet je aangeven of je alle resultaten wilt zien, of alleen de beste resultaten.

En tenslotte kun je aan Google melden of je de resultaten per mail wilt ontvangen, of in de vorm van een RSS-feed, die je leest in een RSS-reader. Als je op dit moment nog helemaal niets doet met een RSS-reader, raad ik je aan gewoon te kiezen voor e-mail.

Je ontvangt dan met het door jou gekozen interval updates die Google op Internet voor je heeft gevonden, over de door jou opgegeven zoektermen.

Het spreekt voor zich dat je een Google account nodig hebt, om deze dienst te kunnen gebruiken. Maar je kunt Google Alerts natuurlijk voor de meest uiteenlopende zaken gebruiken, om op de hoogte te blijven. Het voordeel is dat het nieuws naar jou komt, in plaats van dat jij elke keer op zoek moet naar het nieuws.

In plaats van alleen maar in de gaten te houden wat er over jouw bedrijf wordt geschreven, kun je natuurlijk ook alerts instellen op de namen van je concurrenten, of de twitternamen van je kinderen. Of als je wilt weten wat er bijvoorbeeld wordt geschreven over “schilders in Arnhem”, dan kun je ook daar een alert voor instellen. Als er geen nieuws is, dan ontvang je ook geen mail.

Dus als jij je alerts goed hebt ingesteld, komt al het voor jou relevante nieuws naar je toe.

Deze gratis dienst van Google kan je dus ook helpen met het bewaken van je eigen online reputatie en mijn advies is: kijk er eens naar en zie of je er iets zinnigs mee kunt. Ik vind de service erg handig en ik maak er dan ook dankbaar gebruik van.

Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen

doorEduard

Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)

Je luistert naar alweer de veertiende aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!

Hallo en welkom. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!
Steeds meer bronnen bevestigen het: 2013 wordt het jaar van mobiele websites. Dat is het eerste onderwerp van vandaag. Daaraan gerelateerd geef ik je drie redenen om je site in 2013 een responsive design te geven.

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)Als tweede onderwerp heb ik nieuws over Firefox die een nekslag geeft aan online adverteerders. Over nekslag gesproken: enige tijd geleden heeft Google Image Search, ofwel het zoeken naar afbeeldingen aangepast. Veel fotografen zijn hier helemaal niet blij mee! Evernote kreeg een acuut reputatieprobleem en pakte het voortvarend op. Als vijfde onderwerp voor vandaag vertel ik iets over QR-codes en waar je ze zoal voor kunt gebruiken. Het is al eens eerder aan bod gekomen: verhuizen. De procedure om dit te doen in Google+ Local is veranderd. Ook kun je nu in Google+ Local op één adres meerdere specialisten of afdelingen virtueel huisvesten. Daarover later in deze aflevering meer.

Op YouTube kun je sinds kort professionele vertalingen verkrijgen in maar liefst 36 talen!

Tenslotte, “Content is king”, dat weten we allemaal. Daarom heb ik vandaag als afsluiting een aantal tips om nóg betere content  te schrijven.

Veel marketeers doen nog steeds lacherig over mobiele sites, responsive webdesign en de noodzaak om überhaupt aandacht te geven aan mobiele presence. Inmiddels is gebleken dat gemiddeld bijna 40% van de tijd die mensen online doorbrengen, op mobiele apparaten wordt gespendeerd!

Jongeren communiceren via SMS, WhatsApp en Twitter. E-mail vinden ze maar onhandig, omslachtig en ouderwets. Hetzelfde lot lijkt dus de PC te wachten: een apparaat met “beperkte” toepassingsmogelijkheden (je moet er tenslotte naartoe, in plaats van dat het altijd bij je in de buurt is) en het is bedoeld voor “oude mensen”.

In de transcriptie van deze podcast, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/14/ heb ik een grafiek van comScore opgenomen. Hierin is de verdeling te zien wat mensen doen op Internet, onderverdeeld in “vaste PC” en mobiele apparaten.
Twee markante statistieken van deze grafiek wil ik toch even benadrukken: als eerste de mate waarin kaarten worden geraadpleegd en als tweede het koopgedrag of koopintentie. Het blijkt namelijk uit deze gegevens dat kaarten voor 84% op mobiele apparaten worden bekeken (en dus slechts 16% vanaf vaste PC’s). Maar wat hoopgevend is voor bedrijven die hun mobiele website goed op orde hebben, is dat 38% van de mensen die een koopintentie hebben, of daadwerkelijk iets kopen, dit al via hun mobiele apparaat doen.

Het zal dus niet zo lang meer duren, todat de PC als belangrijkste interface voor het Internet van zijn troon wordt verstoten.

Als je nog niet overtuigd was, dat 2013 waarschijnlijk het omslagpunt wordt, waarin mensen meer op Internet doorbrengen op hun mobiel, dan vanaf hun vaste PC, dan zouden deze getallen je toch wakker moeten schudden. Zeker als jouw site nog niet goed te bekijken is op mobiele apparaten, moet je je maar eens achter te oren krabben, als je het nog langer wilt uitstellen.

Op 28 november heb ik in het artikel “Mobiele website? Hoezo?” al gerept over responsive web design. Ook hierin geef ik een aantal getallen ten aanzien van de ontwikkelingen op mobiel gebied, evenals in mijn “7 online marketing trends voor 2013”. Ik zal je nu nog eens drie redenen geven, om je te motiveren het design van je site in 2013 om te zetten (of om te laten zetten) naar een responsive web design en waarom dit beter is dan een aparte mobiele website maken.

Ten eerste is een responsive thema of template beter voor de SEO, de zoekmachineoptimalisatie. Het helpt je ook met het verkrijgen van links naar je site. Als je twee verschillende sites hebt, moet je links naar beide verwerven. Met één en dezelfde site en dus ook dezelfde URL’s voor zowel de mobiele content, als de content die bestemd is voor grote schermen van bijvoorbeeld desktops, werken backlinks altijd in je voordeel.

Google wil duidelijkheid en vooral eenduidigheid om gebruikers naar jouw content te leiden. Google zegt hierover het volgende:

“Eén enkele URL naar bepaalde content helpt Googles algoritmes om de inhoud beter te kunnen indexeren”.

Maar al te vaak zie je dat mensen vanaf hun mobiele telefoon een link delen op Twitter of Facebook en als je dan op een desktop PC op deze link klikt, blijkt het een link naar een mobiele site te zijn, die dan op een desktop PC er totaal niet uitziet. Dit veroorzaakt dan een bounce, waardoor de bounce rate stijgt. En met de toenemende groei van mobiel Internet neemt dan de bounce rate nog verder toe. Hierdoor zakt de site dan in de zoekresultaten.

Als de desbetreffende site een responsive theme of template zou hebben gehad, zou de pagina op het grote scherm automatisch goed zijn weergegeven en zou de kans op een bounce veel kleiner zijn geweest.

Voor WordPress is er een plugin met de naam “WPTouch”. Hiermee kun je je site op een mobiel automatisch goed laten vertonen. Deze plugin stamt vanuit de tijd vér vóór responsive web design en ik geef toe dat ik ‘m ook wel heb gebruikt. Maar die tijd is dus echt voorbij. Wat tegenwoordig namelijk ook steeds meer meetelt, is “user experience”, ofwel “gebruikerservaring”. Als gebruikers een mobiele site krijgen voorgeschoteld, dan willen ze ook een mooi mobiel design zien en niet een saaie eenheidsworst, zoals alle WordPress sites die deze plugin nog gebruiken.

Een extra nadeel van een aparte mobiele site is bovendien ook dat de laadtijd van elke mobiele pagina wordt vergroot, vanwege het feit dat de originele desktop-pagina wordt omgeleid naar de mobiele pagina. Dit heeft ook een negatief effect op je rankings in de zoekmachines

De tweede reden om responsive web design te verkiezen boven een aparte mobiele site is de eenvoud van beheer. Kijk, een simpele website met vijf pagina’s zou je nog best gemakkelijk apart voor zowel een desktop PC, als voor mobiele browsers kunnen maken en onderhouden.

Maar als je tegenwoordig nog op de voorpagina van de zoekmachines wilt blijven verschijnen, zul je meer content moeten produceren en dan ook nog eens liefst met een zekere regelmaat. En zeker als je site verder groeit, wordt het dan steeds lastiger om twee soorten pagina’s apart te maken en te onderhouden.

Door je site een responsive design makeover te geven, zorg je er ook voor dat je site berekend is op de toekomst. Veel mobiele sites moeten continu worden aangepast, na het verschijnen van nieuwe mobiele apparaten. Dit brengt ook nog eens extra kosten met zich mee. Dankzij een responsive design is je site altijd geoptimaliseerd voor de maximale gebruikerservaring, ongeacht het apparaat of de resolutie.

Ten derde leveren responsive web sites een betere gebruikerservaring of leeservaring. Sommige producenten van content denken nog steeds dat je mobiele en vaste PC gebruikers aparte content moet aanbieden, waarbij jij dus al de keuze maakt wie wat te zien krijgt. Dit is een cruciale fout!
Brad Frost, een bekende in de wereld van responsive web design, zegt hierover:

“Mobiele gebruikers zullen alles doen, wat desktopgebruikers doen, aangenomen dat de content in een bruikbare vorm wordt aanboden. Als je aanneemt dat mobiele gebruikers “dat niet zullen doen”, heb je op voorhand al een groot deel van je potentiële klanten verloren. Straf de bezoekers van je site niet af, door content of mogelijkheden achterwege te laten, omdat ze op je site komen vanaf een mobiel apparaat.”

Tot zover over responsive web design. Dan nu over Firefox: de makers van deze populaire browser hebben aangekondigd dat zij vanaf versie 22 zogenaamde “third party” cookies automatisch gaan blokkeren. Ter informatie: op dit moment is Firefox op versie 19, dus het duurt nog eventjes.
Maar als versie 22 van Firefox verschijnt, is dit dan een nekslag voor adverteerders? Wat zijn hiervan de consequenties voor marketeers?

Daarvoor zal ik eerst de vraag beantwoorden: “Wat zijn third-party cookies?”. Cookies worden gebruikt om informatie op je computer op te slaan. Daarmee kan bijvoorbeeld worden gezorgd dat je niet elke keer je wachtwoord hoeft op te geven bij het inloggen op een afgeschermde site. De cookies die de websites die JIJ bezoekt naar je sturen, zijn de zogenaamde “first party cookies”.

De “third party cookies” komen dus van sites die jij niet bezoekt. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van je surfgedrag, het bijhouden van je klikgedrag bij advertenties en ook voor het bijhouden van uitbetalingsmogelijkheden voor affiliate programma’s.

Ooit begon Safari, de webbrowser van Apple, al met het blokkeren van deze cookies. Maar volgens de statistieken had Safari in januari 2013 wereldwijd een marktaandeel van zo’n 5%. Het marktaandeel van Firefox is een stuk groter, dat lag in januari wereldwijd namelijk zo rond de 20%.

De impact van het blokkeren van dit type cookies is dan ook een stuk groter. Om je een idee te geven wat dit betekent voor de Nederlandse markt, heb ik een grafiek van StatCounter in de transcriptie opgenomen van de verdeling van het gebruik van de diverse browsers in Nederland in de eerste twee maanden van dit jaar.

StatCounter-browser-NL-monthly-201301-201302-barBron: StatCounter Global Stats – Browser Market Share

 In Nederland heeft Firefox een marktaandeel van zo’n 16%, een paar procent meer dan Safari. Firefox is ook beslist niet de laatste browser, die deze beperking implementeert. De koers van andere browsers lijkt ook deze richting op te gaan.

Toch is de impact van deze toekomstige wijziging gigantisch. Want niet alleen reguliere adverteerders hebben hier last van, ook affiliate programma’s zullen dus minder goed in staat zijn om verkopen terug te leiden op bepaalde affiliates.

Sinds enige tijd heeft Google Image Search een nieuwe interface. Die ziet er op zich mooi uit en ik vind ‘m zelfs mooier dan de vorige versie. Maar niet iedereen is blij met deze verandering. Vooral fotografen ergeren zich groen en geel aan de nieuwe versie van Google Image Search. Wat is er aan de hand en waarom maken vooral fotografen zich zo druk om de aanpassingen?

Als je voorheen naar foto’s zocht, toonde Google de webpagina waar de foto op stond, met daarop een donkere, enigszins doorschijnende laag, waarop dan vervolgens de foto werd getoond. Deze manier van weergeven leverde de fotosite een extra pageview op, per bekeken foto.

Sinds de nieuwe versie gebeurt dit niet meer. De website wordt pas getoond als iemand daadwerkelijk doorklikt. Veel websurfers doen dit natuurlijk niet en daardoor keldert het aantal pageviews van veel fotografen. Er zijn gevallen bekend waarbij het aantal gemeten bezoekers met 80% is gedaald.

Ook hieruit blijkt eens te meer dat je nooit het bestaan of de vindbaarheid van je site en daarmee jouw business aan één medium of mechanisme moet hangen. Alle fotografen die veel verkeer genereerden met hun foto’s en verder niet echt in de zoekmachines te vinden waren hebben nu dus een potentieel probleem.

Afgelopen zaterdag maakte Evernote bekend dat een paar van hun systemen waren gehackt en dat mogelijk gebruikersgegevens waren gestolen. Volgens hun zeggen hebben de hackers nooit toegang gehad tot de daadwerkelijke opgeslagen bestanden en data van de gebruikers.

Evernote deed daarbij datgene wat het beste was: meteen alle gebruikersaccounts blokkeren, vervolgens alle gebruikers forceren hun wachtwoord te wijzigen en iedereen meteen te informeren. Ze hebben hiermee niet gewacht tot ze alle informatie boven water hadden en daarmee hebben ze een potentieel reputatieprobleem kunnen voorkomen.

Evernote mag dan geen potentieel reputatieprobleem hebben, maar vandaag las ik in de Telegraaf dat uit het Nationaal Klantbelevingsonderzoek van 2012 is gebleken dat 42% van de ondervraagden zich niet gewaardeerd voelt als klant bij diverse bedrijven. 42%, dat is nogal wat! Dat is bijna de helft!
Bovendien zegt 55% in datzelfde artikel dat organisaties niet altijd hun uiterste best doen om klanten te helpen.

Vaak is prijs een reden om naar een andere partij te gaan voor het afnemen van een product of dienst. Maar heel vaak leidt een negatieve klantervaring ook tot een zogenaamde “churn”. Voor dit woord is geen echte Nederlandse vertaling. Op Internet kwam ik de volgende verklaring tegen voor het woord “churn”:

“churn” is een marketingterm die in het Nederlands als substantief onvertaald blijft.

Het betekent dat klanten weglopen van de ene leverancier of dienstverlener naar de andere. Het is ongeveer het tegengestelde van klantentrouw dus.

Ik blijf het bijzonder vinden dat veel bedrijven vermogens investeren in het werven van nieuwe klanten, terwijl bestaande klanten tegen minder kosten trouw zouden zijn gebleven, als zij beter zouden zijn behandeld. Denk er eens over na: waar kun je meer aan verdienen op zowel korte als lange termijn? Aan nieuwe klanten of mensen die net klant bij je zijn? Of aan klanten die al jaren een loyale klant zijn en supertevreden zijn met jouw dienstverlening?
Dit pleit dus voor een extreem goede gebruikerservaring of klantervaring. En als je klanten tevreden over je zijn, verzamel dan op diverse plaatsen op Internet hun recensies, waarin ze ook naar de buitenwereld laten zien hóe tevreden ze over jouw bedrijf en je dienstverlening zijn!

QR-codes… Je ziet ze steeds meer. Als je het de ene expert vraagt is het helemaal hot, en als je de andere marketingexpert vraagt, zijn QR-codes gedoemd te falen. Ik weet bijna zeker dat jij ook wel eens QR-codes hebt gezien, ook al wist je mogelijk niet dat ze zo heten.

QR-codes zijn die vierkante figuurtjes die uit allemaal kleine witte en zwarte vierkantjes bestaan. Hierbij staan de letters “Q” en “R” voor “Quick Response”, ofwel: snelle reactie.

Ze zijn ooit ontwikkeld door Toyota om efficiënt onderdelen in automagazijnen te kunnen labelen, omdat je meer informatie erin kwijt kunt, dan in een simpele streepjescode.

Hoewel dus niet initieel ervoor ontwikkeld, worden ze tegenwoordig gebruikt op reclameborden, in bushokjes, in kranten etc. Je kunt die codes met een app op je smartphone scannen en dan kun je zien wat voor data erin schuil gaat. Zo kun je een URL, ofwel een link naar een website erin opnemen, een gewoon stuk tekst, een agenda-afspraak en wat dies meer zij.

Je ziet ook dat sommige mensen een QR-code op hun visitekaartje hebben staan. Als je deze dan scant met zo’n QR-scanner app, dan heb je meteen het hele visitekaartje in je smartphone.

Er zijn zelfs al QR-code shops en het aantal QR-shops groeit wereldwijd erg hard. Dat zijn winkels die geen producten op voorraad hebben, maar gewoon een groot aantal productfoto’s hebben hangen, met QR-codes ernaast. Op zich kun je zo’n shop natuurlijk ontzettend laagdrempelig starten.

Bezoekers van de shop kunnen dan de QR-code scannen om er meer over te lezen en als ze willen kunnen ze het meteen online kopen en afrekenen. Als iemand de QR-shop verlaat, is het product dan al vaak onderweg naar het adres van de koper.

Ook bedrijven die veel met klanten van doen hebben op hun bedrijfslocatie hebben op menukaarten of andere kaarten op de tafels vaak een QR-code staan. Veelal verwijst de QR-code naar een Facebook-pagina, of een pagina op Foursquare of Yelp.

Terwijl ik diverse interessante artikelen op Internet zat te lezen, belandde ik bij een artikel waarin vijf handige toepassingen voor QR-codes werden gegeven, die niet echt voor de hand lagen. In het kort zijn deze toepassingen:

  • Het insluiten van een link naar een felicitatievideo in een gedrukte verjaardagskaart
  • Het bekendmaken van “in geval van nood te waarschuwen” gegevens
  • Een periodiek systeem van QR-codes met links naar video’s over alle elementen van het periodiek systeem
  • Het labelen van alle dozen met je spullen, als je gaat verhuizen
  • Het handig labelen van je bagage

In de transcriptie heb ik een link naar het Engelstalige artikel opgenomen. Daar wil ik verder niet echt op ingaan. Als je meer wilt lezen over bovenstaande toepassingen, verwijs ik je graag naar het artikel.

Maar toen ik een paar maanden geleden me al eens begon in te lezen over QR-codes kwam ik een hele interessante toepassing tegen, namelijk de zogenaamde “groene QR-codes”. En hierbij slaat het woord “groen” niet op de kleur van de QR-code maar op het milieuvriendelijke aspect: “groene” QR-codes zijn namelijk herbruikbaar!

Een groot nadeel voor veel ondernemers is namelijk dat ze drukwerk laten maken, waarop een QR-code staat die naar één bepaalde, vaste pagina op Internet verwijst. Dat kan dus een pagina op de eigen site zijn met bijvoorbeeld het “menu van de maand”, of een externe pagina waar je bijvoorbeeld een review kunt posten.

Als een restauranthouder de QR-code gebruikt voor het “menu van de maand”, kan hij logischerwijs het menu aanpassen op zijn of haar eigen site. Maar als de QR-code een link bevat naar een vaste pagina die buiten de invloedssfeer van de ondernemer valt, heeft deze laatste dus een probleem als hij bijvoorbeeld tijdelijk reviews op een andere site wil verzamelen. Dan moet alle drukwerk dus opnieuw worden vervaardigd.

Op basis van deze ervaringen kan ik me goed voorstellen dat mensen het concept van QR-codes verguisen en afdoen als onzinnig, onhandig, kostbaar etc.
Maar als ik je nu vertel dat ik laatst een heel goedkope manier heb bedacht, hoe je zelf dynamische QR-codes kunt maken en gebruiken in al je drukwerk, dus zonder dat je bij een nieuw idee of initiatief je drukwerk opnieuw moet laten drukken? Stel je dus eens voor, dat je zelfs gedurende een avond de ene gast een review kan vragen op Yelp, de andere op Google+ Local en een derde op Foursquare? En zelfs zonder dat je er iets voor hoeft te doen op dat moment? En dat allemaal dus met één QR-code!!

Ben je dan geïnteresseerd?

Ik ben dit idee verder aan het uitwerken en binnenkort kom ik met meer informatie. Mocht je in de tussentijd meer hierover willen hebben, voel je dan niet geremd en neem gewoon contact op, of laat onderaan de transcriptie een berichtje achter.

Als je een andere vraag of een ander probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.

Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/14. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

En er is nieuws over Google+ Local. Als eerste over het verhuizen in Google+. In een bericht op de Google productforums werd ik hierover getipt. Voorheen moest je namelijk een nieuwe locatie aanmaken en de oude verwijderen met als reden “gesloten”.

Volgens de nieuwe methode moet je een geverifieerde vermelding hebben in Google+ Local. Dan kun je het adres aanpassen, waarna je opnieuw door het verificatieproces gaat. Na zo’n één tot twee weken is je bedrijf dan als het goed gaat ook digitaal verhuisd binnen Google+ Local.

Mocht je op een gegeven moment toch twee vermeldingen zien, dan moet je een probleem aanmelden met zoveel mogelijk gegevens (dus de URL van je oude vermelding, je nieuwe enz.). Hou tijdens het proces voor jezelf een goed logboek bij, zodat je in geval van een probleem ook weet wanneer je bepaalde acties hebt gedaan. Als je ergens op wacht, duurt het voor je gevoel soms veel langer, tot je een reactie krijgt, dan dat het in werkelijkheid duurt.

En er is meer nieuws over Google+ Local. Voorheen mocht je niet meerdere specialisten of afdelingen met meerdere vermeldingen binnen Google+ Local op één fysiek adres huisvesten. Maar sinds mag kan dat wel, want Google heeft haar bepalingen aangepast. Dit biedt dus weer nieuwe kansen voor maatschappen, ziekenhuizen, bedrijven en andere samenwerkingsvormen. Ook kan een kledingzaak bijvoorbeeld afzonderlijk de afdeling voor dameskleding vermelden, evenals de herenkledingsafdeling en die voor de kinderkleding.

De hoofdvoorwaarde is echter wel dat voor elke vermelding een apart telefoonnummer wordt gecommuniceerd. En natuurlijk mogen mensen dit niet gebruiken voor het promoten van verschillende specialismen door één en dezelfde persoon.

Wat ook belangrijk is voor ambulante mensen, is dat de openingstijden op Google+ Local correct zijn. Google eist dat het bedrijf of de ondernemer gedurende de vermelde openingstijden op de desbetreffende locatie bereikbaar is.

De overige bepalingen zijn als volgt:

  • Creëer niet meer dan één vermelding per business locatie in een enkel account, noch in meerdere accounts
  • Individueel opererende “specialisten” mogen afzonderlijk vermeld worden, zolang de specialisten daadwerkelijk diensten verlenen aan een breed publiek vanuit hun moederorganisatie. Voorbeelden hiervan zijn: maatschappen van specialisten in een ziekenhuis, tandartspraktijken, advocatenkantoren, makelaardijen etc. De ondernemer moet direct te bereiken zijn (of via een telefoniste) op het opgegeven nummer binnen de aangegeven openingstijden. Het is niet toegestaan meerdere vermeldingen te hebben om verschillende specialisaties te promoten.
  • Afdelingen binnen bedrijven, universiteiten, ziekenhuizen en overheidsgebouwen mogen afzonderlijk worden vermeld. Deze afdelingen moeten publiekelijk gescheiden entiteiten of groepen zijn binnen hun moederorganisatie en bij voorkeur een apart telefoonnummer en/of aparte ingang hebben.

Voordat ik overga op de twintig tips voor het schrijven van nóg betere content, heb ik nog één klein nieuwtje voor je. Je kunt de ondertitelingen in Engelstalige YouTube video’s laten vertalen in 36 talen! Dus mocht jouw bedrijf een aantal Engelstalige video’s op YouTube hebben staan en zie je het niet zitten om zelf alles te gaan vertalen, dan kun je dat uitbesteden. Google biedt je de keuze tussen twee bedrijven die je teksten kunnen vertalen naar een ondertiteling in één of meer van die 36 talen. En het leuke is dat de kosten nog best meevallen. Dikwijls is het slechts een paar Euro, voor een niet al te lange film. Daar kun je het zelf niet voor doen!

Daarmee kom ik dan na alle nieuwsberichten op het laatste onderwerp van deze podcast: 20 tips voor het schrijven c.q. produceren van betere content.

Vanaf de begindagen van de zoekmachines in het algemeen en zo ook bij Google was het mogelijk het beoordelingssysteem voor de gek te houden en zo onzinnige content hoog te laten scoren op de gewenste zoektermen. Met duizenden of miljoenen links naar een waardeloos artikel was het omstreeks 2004 zelfs mogelijk om op zoekterm “raar kapsel” bijvoorbeeld het CV van Balkende als eerste resultaat op Google te laten verschijnen. Een paar links hierover vind je in de link box onderaan de transcriptie van deze podcast.

Deze achterdeurtjes werden dan ook ontzettend misbruikt, waardoor waardeloze content aan de top verscheen en waardevolle content zo goed als niet te vinden was.

Wie hiervan dus vooral te lijden hadden, waren de mensen die goede content produceerden. Want opeens lag de nadruk op kwantiteit en niet meer op kwaliteit van de content. “Hoe meer content met links naar eigen websites of andere eigen content, hoe beter”, was jarenlang het motto.

Dankzij de Panda updates van Google is er grotendeels een einde gekomen aan deze waardeloze race om maar zoveel mogelijk irrelevante, onjuiste en van typefouten doorspekte artikelen online te plempen. Misschien worden ze nog wel geproduceerd door mensen die de illusie hebben dat dit nog steeds bijdraagt aan betere rankings, maar gelukkig zijn de algoritmes van Google slim genoeg om die content niet meer bovenaan in de zoekresultaten te laten landen, evenals de content waar die waardeloze artikelen naar linken.

Het adagium “Content is King” staat inmiddels weer volop in de schijnwerpers. Maar dan wel zinnige content, die wordt geproduceerd door “niet-anonieme” bronnen.

Ik zeg bewust “niet-anoniem”. Dit betekent dus dat de bronnen die de content produceren bekend zijn en dat zoekmachines content van “bekende” bronnen hoger beoordelen, zeker als die bron veel meer originele (lees: unieke) content over dezelfde materie heeft geproduceerd.

Hier komt dus ook het relatief recent geïntroduceerde principe van Google+ Authorship om de hoek kijken. Door uit de anonimiteit te komen, je bekend te maken bij Google+ en content die jij produceert ook herleidbaar op jouw identiteit te produceren, gaat Google jou zien als autoriteit. Naarmate de tijd voortschrijdt en je content blijft produceren, zal jouw autoriteit (en daarmee jouw online reputatie) groeien en je content dus hoogstwaarschijnlijk ook hoger gaan ranken.

Als je gaat zoeken wat Google als goede content beschouwt, dan kom je onder andere terecht op de “Google richtlijnen voor het maken van waardevolle sites”. Deze richtlijnen zijn samen te vatten in de volgende 20 tips:

  1. Schenk aandacht, veel aandacht, aan de kwaliteit van wat je schrijft én aan je lezerspubliek
  2. Ga tot het uiterste met eventuele research om je content te onderbouwen.
  3. Deel interviews die nog nooit eerder zijn gepubliceerd.
  4. Vermijd bestaande, dubbele of gestolen content.
  5. Bouw een dusdanige vertrouwensband met je publiek op, dat die mensen je zonder te knipperen met hun ogen, hun credit card zouden geven als je daarom zou vragen.
  6. Werk aan je eigen autoriteit en aan de autoriteit van je site.
  7. Gebruik de juiste spelling.
  8. Schrijf geen onwaarheden.
  9. Vermijd grammaticale fouten.
  10. Schrijf voor mensen, niet voor zoekmachines.
  11. Creëer iets wat niemand nog heeft gezien.
  12. Belicht onderwerpen van meerdere kanten en behoud het vertrouwen van je publiek.
  13. Behandel onderwerpen met zoveel diepgang en omvang als jij nodig acht (heb niet als doel een bepaald minimaal aantal woorden te moeten opleveren en stop wanneer jij vindt dat je artikel compleet is).
  14. Vermijd open deuren. Als dertig mensen al hebben geschreven over een bepaald onderwerp, verzin dan een ander onderwerp of een originele invalshoek.
  15. Creëer content die vreemden zouden willen delen en bookmarken.
  16. Overdrijf niet met promoties, calls-to-action en advertenties.
  17. Schrijf content die een goed tijdschrift of magazine zo zou willen publiceren.
  18. Vermijd extreem korte en/of zinloze content.
  19. Spendeer een idiote hoeveelheid tijd aan de details.
  20. Produceer iets waar mensen over zouden willen praten (bij voorkeur positief).

Als jij ook je content naar een hoger plan wilt tillen, volg dan de voornoemde tips als leidraad of checklist, voordat je je artikelen online zet. Check de punten van deze lijst bij elk artikel wat je online wilt zetten. Beter nog: druk de lijst af en hang ‘m onder, naast of boven je monitor of werkplek!

Hiermee ben ik dan aan het einde van deze veertiende podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

Vergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Je mag natuurlijk ook op Google+ of Facebook respectievelijk een +1 aan de podcast geven of deze beoordelen met een “Like” .

Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer dertien!

De ReputatieCoaching Podcast is voor iedereen die wil werken aan zijn of haar online reputatie, zodat ze hun reputatie voor hen kunnen laten werken! In andere woorden: ik help zowel kleine zelfstandigen als grote bedrijven hun reputatie te verbeteren, de omzet en daarmee de winst te vergroten door hun vindbaarheid op Internet te verbeteren.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)Je bent natuurlijk weer nieuwsgierig naar de onderwerpen die ik vandaag voor je klaar heb staan om te behandelen. Hier komen ze dan! Als eerste heb ik diverse nieuwsberichten met om te beginnen nieuws over Posterous, gevolgd door nieuws over American Express die je laat betalen met een Twitter hashtag. En ben je je reputatie zat, dan heb ik negen manieren voor je, hoe je je reputatie snel ten gronde kunt helpen.

Dan kreeg ik de vraag of het slim is om twee of meer domeinnamen allemaal naar dezelfde website te laten verwijzen. Het uitgebreide artikel van deze week gaat over de top-20 factoren die een rol spelen bij het hoger scoren in de lokale zoekresultaten op Google+ Local.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je moet ervoor zorgen dat je baas bent over je eigen weblog en website. Wees hierin niet afhankelijk van andere partijen, anders dan voor de hosting. En zorg ervoor dat je met regelmaat backups maakt van je data en de content van je website. Nogmaals: plaats je belangrijkste weblog of website niet bij één of andere dienst.

Op 21 januari bleek namelijk dat Posterous, een blogging site die sinds maart 2012 eigendom is van Twitter, stopt. Vanaf die datum was het al niet meer mogelijk om je in te schrijven als nieuwe gebruiker. En vorige week is bekend geworden dat Posterous per 30 april definitief stopt. Vanaf die datum kunnen gebruikers geen blogposts meer aanpassen en zijn de blogs ook niet meer te bekijken…

Dat is nogal een teleurstelling voor de letterlijk miljoenen gebruikers. Gelukkig biedt Posterous wel de mogelijkheid om blogs in de vorm van een zip-file te downloaden. Op Internet zijn voldoende beschrijvingen te vinden van hoe je de data van Posterous kunt migreren naar bijvoorbeeld Blogspot van Google, WordPress of Tumblr. Er is zelfs een website die de migratie voor je kan doen, namelijk www.justmigrate.com. Logischerwijs draait deze site nu overuren en kunnen ze niet alle migraties meteen uitvoeren. Maar ze doen hun best om de hausse aan migratieverzoeken zo snel mogelijk te verwerken.

In de intro zei ik het al: American Express laat je betalen met een Twitter hashtag. Deze actie is alleen nog maar beschikbaar op de Amerikaanse site van American Express, maar ik vond het toch leuk om er hier iets over te vertellen. Het is weliswaar gebruik maken van social media, maar dan eens op een heel andere manier!

Deze tryout heet “AmEx Sync!” en in de show notes heb ik een video opgenomen en een link naar de desbetreffende pagina op de site van American Express. Wow, dat is grappig! Toen ik voor het eerst keek naar deze mogelijkheid, was er alleen “Sync with Twitter”, maar ik zit nu net eventjes de pagina op te zoeken en nu zie ik dat er ook al “Sync with Facebook” is en “Sync with Foursquare”. Hieruit blijkt dat American Express hier snel verder in gaat!

Bekijk eerst eens de onderstaande video:

Terugkomend op betalen per Twitter. Je kunt tweets versturen met bepaalde hashtags. Hiermee spaar je dan punten voor bijvoorbeeld een kop koffie. Later kun je die punten dan inwisselen voor een daadwerkelijke kop koffie.

Stel je bent het hele reputatiegedoe zat en je wilt af van je opgebouwde, goede reputatie. Hoe doe je dat dan? Hiervoor heb ik maar liefst negen tips voor je, waarmee je je reputatie in korte tijd ten gronde kunt helpen.

Op de eerste plaats: geen interactie met je lezers, luisteraars of volgers toestaan. Als je een statische website hebt, zonder bijvoorbeeld de mogelijkheid om reacties te posten, is dit het begin van het einde.

Ten tweede: wees anti-sociaal. Tja, iedereen zegt geen tijd te hebben voor social media. En als je dan toch een maand of zo alleen maar je aanbiedingen gaat Tweeten, zie je dat niemand nog iets bij je heeft gekocht of besteld en dus schuif je dan Twitter aan de kant. Op Facebook hoef je ook niet te zitten, want je vrienden kopen niet bij je, zeg je nog. En Google+ is voor nerds, want daar snap je al helemaal niets van.

Geeft niets: zo kom je snel van je schaarse volgers af… die zoeken namelijk hun sociale contacten dan wel bij je concurrent!

Als derde tip om snel je reputatie kwijt te raken: ga blogberichten schrijven voor de zoekmachines. Doorspek ze met vrijwel onleesbare zinnen, waarin je al je trefwoorden inclusief twaalf varianten per trefwoord om de regel laat voorkomen. Je site mag dan misschien wel tijdelijk hoger in de zoekresultaten verschijnen, maar niemand zal iets bij je bestellen en op den duur je site dus ook links laten liggen. Gegarandeerd succes, als je snel van je website bezoekers af wilt!

En niet behulpzaam zijn is de vierde tip om snel je reputatie te laten dippen.

Als vijfde: haal alle contactmogelijkheden van je site. Dus verwijder je adres, telefoonnummer, twitter account etc. Geef de indruk dat de site totaal inactief is en dat je niet meer te vinden bent. Zo heb je het snel erg rustig!

Als je dan ook nog eens eigenwijs bent en vindt en ook communiceert dat jij altijd gelijk hebt, jaag je de mensen nog sneller van je site. Als je bij commentaar meteen agressief wordt en je middelvinger al of niet letterlijk opsteekt, versnel je dit proces nog meer.

De zevende katalysator voor het snel kwijtraken van bezoekers is om een rommeltje te maken van je website. Zet hem vol met affiliate banners en maak de navigatie totaal onduidelijk. Haal ook eventuele zoekmogelijkheid van je site af.

En het gebruiken van schuttingtaal op je site draagt ook meestal bij tot het snel verjagen van de mensen die zich door de vorige zeven tips nog niet hebben laten intimideren.

En de negende tip is het toepassen van smerige tactieken: foute kleine lettertjes, fake testimonials, spammen van mensen of moeilijke uitschrijfmogelijkheden voor je mailinglist introduceren.

Als het echter te doel is om je klanten te behouden, doe dit alles dan vooral niet, Nee, dan moet je je klanten pamperen, koesteren, in de watten te leggen en je sociaal opstellen. Ofwel: wees een goed, gul, eerlijk en ethisch persoon! Als je dat combineert met goede content en je zorgt er ook voor dat je die content goed onder de aandacht brengt van de juiste doelgroep, dan positioneer je jezelf maximaal voor succes!

Ik had het zojuist over sociale betrokkenheid bij je lezers en luisteraars. Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/13. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Van de week vroeg iemand mij terloops of het verstandig was om twee of meer domeinnamen naar dezelfde website te laten verwijzen. Nou euhhh… Deze persoon had maar liefst negen domeinnamen naar dezelfde website wijzen. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit beslist geen positief effect heeft op je scoring in de zoekmachines. Die zullen jouw content snel aanzien voor spam. Voorheen duikelden al je sites snel de vergetelheid in, maar tegenwoordig stuurt Google een nette mail naar de webmaster, als die bij hen bekend is, waarin ze het probleem signaleren.

Ik ben eens gaan zoeken en natuurlijk heeft Matt Cutts, hoofd van de webspam afdeling van Google, hiervan een korte film gemaakt, die ik in de show notes heb ingevoegd.

Hij vertelt in deze video, dat Google veelal slechts één site zal nemen en zal ranken. Ook al heb je een klein aantal verschillende top-level domeinen met dezelfde content, dus bijvoorbeeld bedrijf.nl, bedrijf.com en bedrijf.fr enzovoorts, dan zal Google dit over het algemeen niet zo snel als spam bestempelen. Want Google weet dat spammers over het algemeen heel andere tatieken gebruiken om zoveel mogelijk backlinks te creëren etc. Een kenmerk van spammers is bijvoorbeeld dat zij niet vaak de moeite nemen om verschillende top-level domeinen te gebruiken, zoals .fr, .co.uk., .de en dergelijke.

Ik kan je overigens ook van harte aanraden je te abonneren op de RSS-feed van het Google Webmaster Central weblog, als je in deze materie bent geïnteresseerd. Daar kun je wekelijks een aantal leerzame artikelen van Google lezen, waar je je voordeel mee kunt doen. De link hier naartoe vind je terug in de infobox, onderaan de show notes van deze podcast.

Als laatste topic van deze podcast vandaag: Google+ Local. Ik heb het er al eens eerder over gehad, maar het wordt inmiddels duidelijker dat Google steeds meer waarde hecht aan lokale zoekresultaten. Zoek maar eens op bijvoorbeeld “bakkerij Apeldoorn” op Google en je ziet dat meer dan de helft van de bovenkant van de pagina wordt ingenomen door lokale zoekresultaten. Pas daarna volgen de organische zoekresultaten.

Soms heeft Google het ook wel eens fout, of beter gezegd: iets minder goed. Ik heb je in diverse voorgaande podcasts en artikelen verteld dat ik trouwambtenaar Hetty Wennekendonk uit Apeldoorn help om met haar website hoger in de zoekresultaten te komen. Zij heeft recentelijk de PIN-code van Google ontvangen en dus hebben we haar lokale Google+ pagina kunnen verifiëren. Tot dusver ging alles voorspoedig.

Maar afgelopen week was ik in Google aan het zoeken op de zoekterm “trouwlocatie Apeldoorn” en ik was hogelijk verbaasd dat ik de Google+ Local pagina van Hetty op de tweede positie zag staan. In de show notes zie je een screendump staan. Bij deze zoekpoging ben ik niet ingelogd en toch zie je hierop duidelijk dat zij als trouwambtenaar op de “B”-positie staat.

Op de website “www.search-motive.com” las ik een leuk artikel over de 20 belangrijkste factoren die een rol spelen bij het scoren in de Google+ Local zoekresultaten. Deze wil ik dan ook hier met je delen. Als eerste de top-5 factoren ten aanzien van je Google+ Local pagina, ook wel bekend als de oude “Google Places pagina”:

  1. Claim je Google+ vermelding – op zich klinkt dit logisch, maar zoals ik ook al in een vorige podcast vertelde heeft de meerderheid van de ondernemingen hun Google+ Local pagina nog niet geclaimd. Dus waarschijnlijk hebben je concurrenten dit ook nog niet gedaan en kun jij er voorlopig je voordeel mee doen.
  2. Stel de juiste categorieën in – je kunt maximaal vijf categorieën instellen om je bedrijf onder te vermelden. Gebruik die ook, als dat nodig is. Maar draaf hier niet te ver in door. Ten aanzien van die trouwambtenaar had ik een uitdaging: de enige categorie die enigszins in de buurt kwam was: “evenementenbureau”. Deze vlag dekt niet de lading, dat weet ik, maar iets beters kon ik niet kiezen, want je bent -tot grote ergernis van veel ondernemers- nog steeds overgeleverd aan de beperkte set categorieën, waar Google je uit laat kiezen.
  3. Je product of dienst in je bedrijfsnaam – Ga dit niet forceren bij het aanmaken van je bedrijfsvermelding op Google+ Local. Maar als je bedrijfsnaam -zoals die bij de Kamer van Koophandel is vastgelegd- je product of dienst bevat, dan helpt dit om te scoren in de lokale zoekresultaten.
  4. Voeg foto’s toe – Je kunt maximaal 10 foto’s bij je vermelding toevoegen, maar Google ziet er graag tenminste vijf. Deze dienen ervoor om je business te promoten, dus kies daarvoor dan ook mooie en kwalitatief goede foto’s!
  5. Je product of dienst in je bedrijfsomschrijving – het vermelden van je producten en diensten in je bedrijfsomschrijving helpt ook. En bedenk dat je tegenwoordig ook vanuit je bedrijfsomschrijving kunt linken naar bepaalde pagina’s op je website. Maak daar gebruik van, maar net als met alle andere acties: doe het met mate en draaf dus niet te ver door.

Ten aanzien van je website en domeinnaam beschrijft dit artikel de volgende top-5 punten:

  1. Autoriteit van je website – Deze wordt traditioneel bepaald door (1) je website zo in te richten dat Google alle content goed kan vinden en (2) externe links naar je bedrijf en vermeldingen van je bedrijf.
  2. Plaats, regio of provincie in de titel van de webpagina waar je Google+ Local vermelding naar verwijst – Als je slechts één bedrijfslocatie hebt, laat je je Google+ Local pagina hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar je home pagina. Als je meerdere locaties hebt, dan moet je een aparte pagina op je website hebben, per locatie. En elke Google+ Local vermelding moet dan verwijzen naar de desbetreffende individuele pagina op je website. Vergeet dan ook niet de plaats, provincie en eventueel het adres en/of telefoonnummer van elke locatie in de paginatitel van elke pagina te zetten.
  3. NAPT op website stemt overeen met NAPT op Google+ Local – Google houdt van consistentie. Dus zorg ervoor dat al je bedrijfsvermeldingen (Naam, Adres, Postcode/Paats en Telefoonnumer) overal hetzelfde is. Gebruik ook indien mogelijk zoveel mogelijk dezelfde formatting en schrijfwijze. Dus schrijf telefoonnummers overal hetzelfde en gebruik altijd “ … en …” of “… & …”, maar gebruik het consistent. Overweeg ook of je je bedrijfsvermelding (Naam, Adres, Postcode/Plaats en Telefoonnummer) bijvoorbeeld overal in de zijbalk of in de footer van elke pagina plaatst. Dit kan helpen.
  4. Product of dienst en locatie in de URL van de webpagina – Als je Google+ Local pagina naar de homepagina van je website verwijst, kan dit niet, maar als je meerdere locaties hebt en je hebt op je website ook een individuele pagina per locatie, dan zou je de product/dienst en/of locatie ook in je URL kunnen gebruiken.
  5. NAPT in schema.org opmaak – Ik heb in podcast 3 en podcast 5 al verteld over schema.org. Als je je adres op je website vermeldt, zorg er dan voor dat je web designer deze zogezegd “onderwater” correct markeert door middel van schema.org tags. Dit is niet zichtbaar voor de mensen die je webpagina’s bezoeken, maar het helpt zoekmachines om dat stukje tekst te identificeren als het adres van je bedrijf.

Ook vermeldingen op andere sites spelen een rol bij de positie van jouw bedrijf in de lokale zoekresultaten. Waar vroeger het aantal links naar je site ongeveer de enige factor was die je positie bepaalde, spelen tegenwoordig “citations” een heel belangrijke rol. Citations zijn bedrijfsvermeldingen, waarin de NAPT gegevens worden getoond. Het artikel beschrijft de volgende top-5 zogenaamde “offsite” aspecten:

  1. Hoeveelheid gestructureerde citations – Een gestructureerde citation is een vermelding van de NAPT-gegevens van jouw bedrijf op een andere site. Hier geldt simpelweg als een belangrijke factor: hoeveelheid. Dus over het algemeen: hoe meer, hoe beter!
  2. Kwaliteit / autoriteit van je citations – Het spreekt voor zich dat een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op bijvoorbeeld je Facebook bedrijfspagina of op TomTom Places meer waarde heeft, dan een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op het persoonlijke weblog van je nichtje. Hier geldt dus dat kwaliteit wel boven kwantiteit (hoeveelheid) gaat. Maar het blijft altijd een mix van beide factoren.
  3. Consistentie van de bedrijfsgegevens – Dit betekent dat je bedrijfsgegevens overal zoveel mogelijk hetzelfde moeten zijn. Onjuiste of inconsistente bedrijfsgegevens hebben een negatief effect op je positie in de lokale zoekresultaten. Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld je adres of telefoonnummer, maar ook voor je openingstijden. Zorg er dus voor dat ook overal bijvoorbeeld je openingstijden hetzelfde zijn: niet alleen op je website en op Google+ Local, maar ook bijvoorbeeld op www.openingstijden.nl.
  4. Kwaliteit / autoriteit van ongestructureerde of onvolledige citations – Dit zijn vermeldingen van je bedrijf in een blog of andersoortig webartikel, waarbij bijvoorbeeld alleen je bedrijfsnaam en je diensten wordt genoemd, maar niet je telefoonnummer.
  5. Kwaliteit / autoriteit van de sites die naar jouw site linken – Simpelweg links van “jan en alleman” vragen naar je site (of nog slechter: linkruil doen met elke site die maar naar je wil linken) is heel tijdrovend en voegt tegenwoordig niet veel meer toe. Je kunt beter die tijd besteden aan het maken van kwalitatief goede content of een link van een site met een zekere mate van autoriteit te krijgen.

De laatste top-5 gaat over reviews. Het begon voornamelijk in de hotel- en reisbranche met sites, zoals Zoover, TripAdvisor en dergelijke. Maar tegenwoordig is het voor elk bedrijf belangrijk om reviews te verzamelen. Je kunt reviews verzamelen op diverse sites, zoals Google+ Local, Facebook, Yelp en natuurlijk ook gewoon op je eigen site door middel van een invulformulier. Ga beslist geen reviews faken of mensen overal dezelfde reviews laten posten, dat werkt averechts!

Het artikel noemt de volgende top-5 ten aanzien van reviews:

  1. Aantal reviews op Google+ Local – Hoewel niet geheel zaligmakend, draagt een groot aantal reviews op Google+ Local zeker bij tot een hogere vermelding in de lokale zoekresultaten. Als je tien of meer reviews hebt, wordt de zogenaamde Zagat-rating op Google vermeld. Dat is een score van je bedrijf op een schaal van maximaal 30 punten.
  2. Product / dienst in de review tekst – Dit heb je natuurlijk niet onder controle, omdat anderen de reviews over jouw bedrijf, product of dienst posten. Maar een vermelding van het product of de dienst in een review helpt.
  3. Hoeveelheid van reviews op “andere” review sites – Er is meer in de wereld dan de reviews op Google+ Local. Ook Google houdt rekening met reviews die ze op andere sites met een grote mate van autoriteit kunnen vinden. Dit zijn bijvoorbeeld sites als Yelp, Tupalo, TripAdvisor, Qype enzovoorts.
  4. Locatie in de review tekst – Net als met nummer 2 in deze top-5 geldt ook hiervoor dat je er geen of weinig controle over hebt. Maar het vermelden van de plaatsnaam waar je bedrijf is gevestigd, helpt.
  5. Snelheid waarmee je Google+ Local reviews verwerft – Als je de podcasts volgt en je leest de diverse andere artikelen die ik zoal post, is het verleidelijk zo snel mogelijk en zoveel mogelijk recensies of reviews op Google+ Local te verwerven. Google ziet dit als spam en dit heeft een ongewenst effect, namelijk dat je site lager gaat scoren. Het is beter om rustig reviews te verzamelen over de tijd, zodat Google een constante stroom van recensies ziet. En denk erom: het is voor veel bedrijven niet geloofwaardig om maandelijks tientallen recensies te krijgen. Een stuk of 2-3 per maand is al gigantisch mooi en als je dit kunt volhouden, zal je bedrijfsvermelding echt in de lokale zoekresultaten stijgen.

Samenvattend: lokale SEO kost tijd… Veel tijd. Je moet dus geen magische resultaten verwachten als je ergens een review krijgt of je bedrijf weer ergens in een site hebt aangemeld. Nogmaals: het kost tijd! Soms echt weken of zelfs maanden. Geef het dan ook die tijd en ga niet proberen slimmer te zijn dan “het systeem”. Dat werkt misschien eventjes, maar zal je op den duur echt lager in de resultaten brengen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

ergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Ook kun je naar dit e-mailadres je vragen sturen of een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 12 (18-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer twaalf!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 12 (18-02-2013)Hallo en welkom bij de ReputatieCoaching Podcast! In deze podcast deel ik nieuws uit de Internet en Content Marketing wereld en geef ik praktische tips over hoe je vandaag al kunt beginnen met het verder opbouwen van je online reputatie en het vergroten van je vindbaarheid op Internet. Zo zorg je ervoor dat je meer potentiële klanten naar je site trekt en dus meer omzet en dus winst kunt maken. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

Tjongejonge, afgelopen week heb ik weer zoveel leuke en interessante artikelen gelezen, het was gewoon lastig om te moeten kiezen. Het liefst zou ik ze allemaal behandelen, maar dan wordt de podcast helemaal zo lang. Dus de onderwerpen die ik voor deze twaalfde podcast voor je heb uitgekozen zijn als eerste: minder links in Google Webmaster Tools, ten tweede: vitamine F en vitamine T vakanties, en als derde iets over de grootste dreiging voor Yelp en recensies in het algemeen. Afgelopen week was het Valentijnsdag, dus daar heb ik ook nieuws over. Als laatste onderwerp heb ik zeven zinloze SEO-activiteiten voor je.

Een goede anderhalf tot twee weken geleden ontstond er grote paniek in de diverse SEO communities en online groups etc. over het feit dat een boel mensen opeens veel minder backlinks zagen in Google Webmaster Tools. Ik las in een artikel van Barry Schwartz op searchengineland.com dat werkelijk tientallen mensen dit probleem leken te hebben.

Uiteindelijk was het een kleine hiccup in Google Webmaster Tools en was het in iets meer dan een week opgelost en hadden de webmasters hun felbegeerde linkjes weer terug.

Zo zie je maar: soms kan zelfs de techniek bij Google falen en als je heel erg veel waarde hecht aan alle getalletjes die je overal kunt meten, dan kan ik me voorstellen dat je behoorlijk in de flipstand schiet, als je je resultaten van de ene op de andere dag zo ziet fluctueren.

it soort storingen gebeuren veel vaker, dus als jou zoiets overkomt raad ik je aan om rustig te blijven en niet meteen de ondergang van de wereld te vrezen. Ga op Internet op zoek of er anderen zijn met hetzelfde probleem of ga op zoek naar de oorzaak. Ga niet direct je hele website omgooien in de angst dat je iets verkeerd hebt gedaan. Mocht dit namelijk toch gebeurd zijn, dan kun je er per direct waarschijnlijk toch niet veel aan doen.

Maar meestal loopt het dus gewoon toch goed af en blijkt het het gevolg te zijn van een storinkje ergens in een paar regeltjes programmacode.

Vitamine F: heb jij er ook zo’n behoefte aan? Of heb je geen idee waar ik het over heb? Nee, het is geen voedingssupplement of iets dergelijks. Vitamine F staat voor Facebook vakantie. Wat dat betreft kan het ook “Vitamine T” heten, voor “Twitter vakantie”. Je leest steeds meer op Internet dat mensen moe worden van al hun drukte op de diverse sociale media, zoals Facebook en Twitter. Op de site marketingland.com las ik in een artikel dat 61% van de 1.006 geïnterviewde volwassen Facebook-gebruikers toegaf een paar weken geen Facebook gebruikt te hebben, omdat ze het gevoel hadden dat ze er even afstand van moesten doen. De redenen liepen uiteen van “Te druk / geen tijd ervoor” (dat zei 21%), “Geen interesse meer” (10%), “Pure tijdverspilling / geen relevante content” (ook 10%). Verder vonden mensen gewoon dat het te negatief was, er teveel tijd aan besteedde of geen Internet toegang hadden. Slechts 2% waardeerde “real life”, dus interactie met mensen in het echte dagelijkse leven waardevoller, en komisch genoeg had 1% er problemen mee vanwege religieuze overwegingen.

Zelf ben ik ook minder op de sociale media te vinden, in ieder geval privé. Bij mij is de oorzaak dat ik gewoon niet voldoende tijd heb om alle berichten van iedereen te lezen: ik ben gewoon te druk met een aantal zaken die voor mij hogere prioriteit hebben!

Zo heb ik een aantal mensen van mijn Facebook tijdslijn gehaald (en ja, ik ben nog wel met ze bevriend), die voornamelijk alleen maar plaatjes of in mijn ogen onzinnige teksten postten. Deze worden dus niet meer getoond.

Op diverse Twitter accounts heb ik het aantal mensen dat ik volg teruggebracht van over de 800-900 naar iets meer dan een dozijn. De rest zit op Twitter verdeeld over een aantal lijsten. Maar die tweets zie ik dus in ieder geval niet.
Ik vind dat mensen dit niet persoonlijk moeten opvatten. Ze kunnen me nog altijd bellen of een berichtje sturen, die ik dan ook zeker lees en waarop ik ook zal reageren, als is het mogelijk iets vertraagd, als gevolg van alle drukte.

Waar ik benieuwd naar ben is jouw ervaring, als luisteraar. Je luistert nu naar de podcast (of je zit deze tekst in de vorm van een transcriptie te lezen), dus dat volg of lees je nog wel. Maar ben jij nog steeds net zo fanatiek op de diverse sociale media zoals Facebook en Twitter als voorheen, of wordt het bij jou ook minder? Heb je ook het gevoel dat je eventjes een vitamine F of T vakantie nodig hebt? Of heb je recentelijk een tijdje afstand genomen van de sociale media? Laat het onderaan de transcriptie van de podcast weten, door een reactie te posten. Je kunt de transcriptie van deze podcast trouwens vinden op www.reputatiecoaching.nl/12.

In het voornoemde onderzoek werd de kandidaten ook gevraagd of ze in 2013 meer of minder tijd op Facebook dachten te zullen doorbrengen. Daarop antwoordde 3% dat ze verwachten meer tijd te zullen doorbrengen, en 27% verwacht minder tijd te zullen doorbrengen op Facebook. Maar liefst 69% verwacht dat het ongewijzigd blijft.

Je kunt de exacte getallen doorlezen in het artikel wat ik onderaan de transcriptie in de show notes heb gelinkt.

Yelp loopt gevaar. Ondanks dat ze in het vierde kwartaal van 2012 een recordomzet hebben geboekt, hebben ze niet navenant veel winst gemaakt. Sterker nog, volgens een artikel op localseoguide.com hebben ze zelfs US$ 5.3 miljoen verlies gemaakt. Natuurlijk zijn Facebook, Foursquare en sinds vorig jaar mei Google+ Local een bedreiging voor Yelp. Maar het grootste gevaar volgens de schrijver van het artikel zit erin dat er langzamerhand zoveel sites komen waar ondernemers moeten betalen om goed gevonden te worden. Dus krijgen de diverse lokale marketing ondernemingen minder inkomsten om personeel voor de desbetreffende regio of stad aan het werk te houden, hetgeen weer een negatief effect heeft op de omzet aldaar. Ergo: één en ander komt dan in een neerwaartse spiraal.

Volgens anderen is Yelp de grootste bedreiging voor zichzelf. Vooral in de VS houden ze er nogal erg pusherige activiteiten op na om citations en extra advertentiemogelijkheden te verkopen.

Een probleem wat alle review sites langzaamaan krijgen is de grote hoeveelheid fake reviews. Yelp heeft op zich ontzettend goede spam filters, maar die staan dikwijls zo strak afgesteld, dat ook reviews van echte mensen plotsklaps naar de eeuwige magneetvelden verdwijnen.

Yelp is daarin echter niet de enige, want de discussiegroepen van Google staan vol met verdwenen reviews, waarvoor geen verklaring is, noch een acceptabele verklaring voor wordt gegeven.

Zelf heb ik er ook iets onder geleden. Zoals je wellicht weet heb je op Google+ Local tenminste tien reviews nodig voor je Google+ Local vermelding, voordat deze met de inmiddels bekende Zagat-score van maximaal 30 punten worden getoond in de zoekresultaten. Ooit had ik voor Allround Fotografie maar liefst 14 reviews, allemaal van echte bruidsparen en bedrijven. Maar door het aanscherpen van de algoritmes door Google hebben we er op dit moment nog maar tien over. Op een gegeven moment zaten we zelfs op 9 reviews!

Een ander probleem met al die review sites is dat: 1) ondernemers langzamerhand geen idee meer hebben, waar ze kun klanten of patiënten om reviews moeten vragen en 2) de mensen die op Internet op zoek zijn naar informatie zien letterlijk sterretjes voor ogen met al die reviews en worden blind voor alle reviews en recensies.

Toch raad ik eenieder aan gewoon door te gaan met het verzamelen van reviews door klanten of patiënten. Vraag ze om deze te posten op Google+ Local, Facebook, Yelp of lokale of branchespecifieke review sites. En vraag natuurlijk niet iedereen om op al deze sites een review te posten. De kans dat je er dan überhaupt eentje krijgt wordt dan al tot een minimum beperkt.

Vergeet Yelp niet! Reden dat ik dit zeg is dat Yelp recensies je helpen in Apple kaarten om boven je concurrenten te worden getoond, als mensen bijvoorbeeld zoeken op de zoekterm “bloemist Rotterdam”.

Met andere woorden: je moet dus wisselen in de sites, waar je reviews verzamelt. Zo bouw je gaande de tijd een aardig arsenaal aan recensies op. En denk erom: Google verwacht heus niet, dat je maandelijks tientallen recensies verzamelt. Als je dat doet, gaan er bij alle social media sites echt alarmbellen af! Nee, als het je lukt om per maand 1 à 2 recensies erbij te krijgen, ben je op zich al spekkoper!

Een laatste tweetal tips over recensies, en dan ga ik door met het volgende onderwerp. Probeer zoveel mogelijk de diverse recensie sites in de gaten te houden om te zien of er nieuwe reviews over je worden gepost. Zo kun je snel en adequaat inspringen op mogelijk negatieve reviews die mensen posten. In vorige podcasts heb ik al genoeg verteld over hoe je je reputatie daarmee mogelijk kunt redden.

De andere tip ten aanzien van de reviews op de diverse sites is: vertrouw niet dat ze er eeuwig zullen zijn. Met andere woorden: websites komen en websites gaan. Dus maak een apart document op je eigen computer of ergens in de cloud bij bijvoorbeeld Google Docs, waar je alle recensies naartoe kopieert en plakt. Bewaar ook de naam, datum en zoveel mogelijk andere gegevens bij elke recensie. En de bron waar je ‘m vandaan hebt.

Deze recensies kun je dan ook altijd hergebruiken en ik raad je ook zeker aan ze op een pagina of op meerdere pagina’s op je site te zetten.

Wow, dat was weer een heel stuk over recensies en het werd onverwacht langer dan gepland. Dus ga ik snel door met het volgende onderwerp: Valentijnsdag.

Valentijnsdag is genoemd naar de Heilige Valentijn die leefde in de derde eeuw na Christus. Bijna 200 jaar later (496 na Christus) werd 14 februari door Paus Gelasius I uitgeroepen tot de dag van de Heilige Valentijn. Het opmerkelijke is dat er in 496 na Christus weinig bekend was over de Heilige Valentijn. Valentijn werd genoemd als één van degenen ‘die terecht door mensen wordt vereerd, maar wiens daden slechts aan God bekend zijn.’
Op zich is het enigszins vreemd dat er een dag wordt uitgeroepen voor iemand, van wie niemand meer weet wat deze gedaan heeft. Ook is de relatie tussen de Heilige Valentijn en een dag voor geliefden ietwat onduidelijk op deze manier. Tot zover een korte blik naar deze onlogische geschiedenis.

Valentijnsdag is afkomstig uit de Verenigde Staten. Men wenste daar meer de nadruk te leggen op liefde dan op anonieme liefde. In de jaren 90 werd Valentijnsdag ook in Nederland populair. Veel retailers begonnen Valentijnsdag aan te grijpen als manier om de verkoop van cadeaus te bevorderen, en met succes. Wereldwijd kwam er Valentijnsdag merchandise op de markt.

De verkoop is ten opzichte van vorig jaar met maar liefst 500% gestegen!!! Dat is dan de online bloemenverkoop in zeven Europese landen, te weten: Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland, Duitsland, Nederland en Oostenrijk.
Hiervan kwam 10,4% van de online aankopen vanaf een iPhone of iPad. Volgens IBM komt inmiddels 14,5% procent van alle bezoekers aan een website van een retailer via een mobiel apparaat. Om je een idee te geven: in 2009 was het totaal aantal online aankopen vanaf een mobiel apparaat slechts zo’n 1%!

Ik denk dat afgelopen Valentijnsdag een boel bloemisten erg ongelukkig waren, vanwege de geringe omzet. En dat, terwijl ze een mega-inkoop hadden gedaan omwille van deze altijd oh-zo populaire dag waarbij iedereen bloemen koopt voor één of meer mensen van wie ze houden.

Want die omzetgroei en toename in verkoop is gegaan naar websites van bloemisten van wie de site wél goed smoelde op een mobiel apparaat. Een kort onderzoek naar een aantal bloemisten hier in Apeldoorn toonde namelijk een aantal potentiële problemen aan, waarvan ik er een paar overduidelijke hier met je wil delen:

  1. Sommige bloemisten stonden op een verkeerd adres vermeld, omdat ze inmiddels waren verhuisd.
  2. Sommige bloemisten hadden geen contactgegevens zoals bijvoorbeeld een telefoonnummer in Google+ Local.
  3. Sommige bloemisten hadden een fantatisch mooie site, maar wel eentje die alleen in Flash werkte en dat doet het niet op iPhones en iPads!
  4. Sommige sites waren niet goed te bekijken op mobiele apparaten.
  5. Sommige bloemisten stonden niet op Facebook Nearby.
  6. Vrijwel geen enkele bloemist was te vinden op “Apple kaarten”.

Samenvattend kunnen we stellen dat bloemisten nu iets minder dan een jaar hebben om hun online vertegenwoordiging te verbeteren, want anders zijn ze met de groeicijfers die ik zojuist meldde, volgend jaar echt de pisang!
Nu gaat dit over bloemisten, maar is jouw site goed te bekijken op een mobiel apparaat? Zijn je contactgegevens overal consistent en actueel? Zijn ze gemakkelijk te vinden op je site? Ben jij te vinden op Google+ Local, Facebook, Yelp en andere lokale of branchespecifieke websites?

Hou deze groeicijfers in de gaten en doe er je voordeel mee. Wacht niet te lang, want voordat je het weet, gaan de mensen die eerst jouw vaste klanten waren, naar je collega die zijn online zaakjes wel goed op orde heeft!

Tussendoor even een leuk feitje om te weten: Google stuurt per maand honderdduizenden mails naar webmasters over hun website. 90% daarvan is gerelateerd aan black-hat technieken. Dat zijn illegale trucs die webmasters uithalen om proberen hun positie in de zoekmachines te verbeteren. Mijn advies hierover is: blijf er verre van en blijf gewoon goede content produceren. Zorg ervoor dat je die content door middel van een goede contentmarketing strategie onder de aandacht van je doelgroepen brengt en bouw zo je business. Op deze manier kan ik je garanderen dat je het in ieder geval voor wat betreft je ranking in de zoekmachines, het langer zult volhouden dan je concurrenten die wel hun toevlucht zoeken tot illegale praktijken!

Eerder deze podcast had ik het al over het nauwlettend in de gaten houden van je website statistieken. Er zijn mensen die hebben apps op hun smartphone om gedurende de dag continu de voortgang van alle metrieken die ze willen weten over hun website, in de gaten te houden. Ook zijn er mensen die de hele dag de realtime rapportage van Google Analytics open hebben staan. Maar tenzij je in de aandelenmarkt zit: wat is je doel hiervan? Geeft het je een kick?

Als je eerlijk bent: houdt het je dan niet van je werk af? Op de website van Search Engine Journal las ik een leuk artikel over 7 meest voorkomende zinloze en tijdverspillende SEO-activiteiten:

  • Nummer 1: elke dag je bezoekersaantallen bekijken. Dit doet vrijwel iedereen die net een nieuwe site lanceert of die sinds kort Google Analytics heeft geïnstalleerd. Maar het is veel beter je te concentreren op het bieden van goede en waardevolle content, waardoor die bezoekers langzaamaan kopers of zelfs in figuurlijke zin “ambassadeurs” van jouw bedrijf of merk worden.
  • Nummer 2: backlinks kopen, of social media aandacht. Het moet toch langzaamaan voor iedereen duidelijk zijn dat het geen zin meer heeft om 10.000 of 100.000 backlinks te kopen?! Sterker nog: je loopt het grote risico dat dit een negatief effect heeft op je scores in de zoekmachines, omdat je wordt afgestraft! En om dan terug te komen op je oude posities, door je aangerichte schade te herstellen, gaat je nog veel meer geld kosten! Er zijn zelfs gevallen bekend van bedrijven die maar opnieuw zijn begonnen met een nieuwe domeinnaam en een nieuwe website, nadat ze van een dergelijke koude kermis thuis waren gekomen.
  • Nummer 3: dichtheid van je trefwoorden meten en sturen. Een tijd geleden heb ik hier al over bericht. Kort gezegd komt het erop neer, dat je je content moet produceren voor mensen en niet voor de zoekmachines. Zoekmachines kopen nooit iets bij je, mensen wel!
  • Nummer 4: nutteloze artikelen uploaden naar directories. Vrijwel alle artikel sites zijn amper meer te vinden in de zoekresultaten. Ook hechten zoekmachines geen waarde meer aan artikelen waarin links naar jouw site of sites staan vermeld.
  • Nummer 5: obsessief je posities in de gaten houden. Dit noemde ik al eerder. Vind rust in de wetenschap dat je waardevolle content produceert en dit op de juiste manier onder de aandacht van je doelgroep brengt. Deze strategie kost tijd, maar zal je geleidelijk echt helpen met het versterken van je posities.
  • Nummer 6: zogenaamde gespinde (of is het “gesponnen”) artikelen publiceren. Deze techniek heeft een aantal jaren gewerkt. Je schreef dan een artikel en ging alle woorden en zinnen iets herschrijven met andere bewoordingen en/of synoniemen enz. En deze artikelen publiceerde je dan ook weer met backlinks naar je eigen site of sites. Dit heeft geen zin meer en kun je dus ook gewoon achterwege laten. Ook hier geldt: spendeer die tijd aan het nóg beter maken van je waardevolle en originele content.
  • Nummer 7: proberen je site zó in te richten dat je een maximale PageRank opbouwt, het zogenaamde “PageRank sculpting”. Google ziet dit soort acties, en ook hiermee zit je zinloos je tijd te verdoen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

Als je wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar:www.reputatiecoaching.nl/12  . Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: