Tag archief Facebook

doorEduard

29: Betere iTunes vermelding, Waze gekocht door Google en ander nieuws en 5 tips om je content opnieuw onder de aandacht te brengen

ReputatieCoaching PodcastHallo en hartelijk welkom bij dé podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines. Ook deze week breng ik je weer nieuws en tips, waarmee jij je significant kunt onderscheiden van je concurrenten, om zo meer business naar je toe te trekken.

Als eerste moet ik iets rechtzetten van vorige week. Vervolgens heb ik de vindbaarheid van de podcast in iTunes verbeterd. En ik heb nieuws over Waze, de sociale navigatie app. Als vierde topic heb ik een leuke alternatieve tip voor je om oude content opnieuw onder de aandacht te brengen.

Het eendje van DuckDuckGo groeit flink! Heb je nog geen mobiele site? Ga ‘m dan maar snel maken! Ik heb nieuws over Facebook en een aantal interessante feiten over responsive design voor e-mail. Als laatste heb ik een lijstje met 5 manieren om jouw blog of website onder de aandacht van anderen te brengen.

Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!

Tja, vorige week is een beloofd onderwerp tussen wal en schip gevallen: ik zou namelijk leuke bevindingen delen over zoektermen. Excuses hiervoor. Dus begin ik vandaag met de zoektermen.

Leuke anecdotes ten aanzien van zoektermen

Ik heb je al eens verteld, dat ik Google Analytics gebruik voor het bijhouden van de statistieken van al mijn websites. Dus zo ook voor www.reputatiecoaching.nl. Hoewel Google steeds minder zoektermen toont, is het toch interessant om eens te kijken, waarop pagina’s in de site nu worden gevonden, terwijl ik de content daar niet specifiek op heb afgestemd of geoptimaliseerd.

De aanleiding dat ik je hierover wil vertellen is een voorval van twee weken geleden. Ik kreeg toen een voicemail op de ReputatieCoaching hotline, waar ik niet echt een touw aan kon vastknopen.

Zoals je in de voicemail kunt beluisteren, is er iets met een adres in Bergen, wat niet klopt in de TomTom. Er was geen nummerweegave, dus ik kon de beller in kwestie niet terugbellen. De volgende dag belde de dame weer. Zij was in de stellige overtuiging dat ze TomTom belde en dus vertelde ze mij nogmaals hetzelfde verhaal. Ik moest haar in zekere zin teleurstellen, omdat ik er niets aan kon doen en ik geen medewerker was van TomTom. Wel heb ik haar geholpen met het vinden van het gratis 0800-nummer van TomTom, zodat ze daar haar probleem kon neerleggen.

Het bleek dat de beller mijn artikel over het toevoegen van een bedrijf op TomTom Places had gevonden, waarna ze het daar vermelde telefoonnummer heeft gebeld. Nu is dit een grappig voorbeeld, maar zo zie je maar dat met het schrijven van teksten in de zoekmachines soms dingen anders kunnen lopen, dan je verwacht of wenst.

Op 3 december 2012 bracht ik de eerste podcast uit en vanaf dat begin meet Google Analytics ook al de bezoekersstatistieken van deze site. Ik geef je hier de 10 opmerkelijkste zoektermen, waarop de site inmiddels is gevonden met links naar de desbetreffende pagina’s:

Tot zover het beloofde stukje over zoektermen en hoe dat anders kan uitpakken voor je site, dan verwacht. Heb jij nog een leuk voorbeeld van een geheel onverwachte zoekterm, waarmee jouw site is gevonden? Laat het weten en reageer onder de show notes van deze podcast. Je kunt de transcriptie en links naar de diverse sites die ik in deze podcast noem, vinden op www.reputatiecoaching.nl/29.

Gegevens bij je podcast aanpassen in iTunes

Al doende leert men. Dat geldt ook voor mij. Ik zal nooit beweren dat ik alles weet en dus uitgeleerd ben. Zo zat ik deze week te lezen op de site van Pat Flynn en heb ik ook een paar video’s van hem bekeken over podcasting om te zien of ik er nog één of meer praktische tips uit kon halen. En inderdaad: ik heb weer iets nuttigs opgepikt. Laat ik je vertellen wat ik las en waar ik dan ook meteen iets mee heb gedaan.

Het ging over de gegevens die je bij je podcast laat verschijnen in iTunes. Deze gegevens kun je buiten iTunes of Apple aanpassen, als je alles goed hebt ingesteld. “HOE” dat in zijn werk gaat, wil ik even buiten beschouwing laten. Wat ik wel met je wil delen is “WAT” ik concreet heb aangepast om daarmee de vindbaarheid van de podcast te vergroten.

Als eerste: de naam van de auteur van de podcast. Daar had ik in iTunes eerst gewoon staan: “Eduard de Boer”. Het blijkt dat ik de auteur tekst kan aanpassen in de Blubrry PowerPress plugin en op advies van Pat heb ik dit veranderd in:

“Eduard de Boer: Online Reputatiecoach, Podcaster, Spreker, Auteur, Google Vertrouwde Fotograaf”

Dit bevat in ieder geval wat meer relevante zoektermen, dan mijn eigen naam. Ik verwacht namelijk niet, dat mensen specifiek op mijn naam gaan zoeken in iTunes.

Het andere wat ik heb aangepast zijn de titel en de omschrijving van de podcast. De titel luidde eerst alleen: “ReputatieCoaching”. Dat is ook niet echt sterk als zoekterm.

En dan de omschrijving. Ik wist niet dat de omschrijving maximaal maar liefst 4.000 karakters mocht bevatten.
De tekst die ik bij het initiële configureren van de podcast als omschrijving had ingesteld, was: “Nieuws, tips en trucs om jouw reputatie te meten, verbeteren en promoten.”.

Als ik dit nu teruglees had ik ook wel kunnen bedenken dat dit vrijwel geen relevante zoektermen bevat.

Ik heb al eens verteld dat ik de podcast laat lopen via Google Feedburner. Dit leverde me in podcast 26 nog het probleem van de stagnerende RSS-feed op. Maar in Feedburner kun je ook heel gemakkelijk de titel en omschrijving van je RSS-feed aanpassen.

Inmiddels heb ik de volgende wijzigingen doorgevoerd. De titel is veranderd in:

“ReputatieCoaching Podcast: Online Reputatiemanagement | Internet Marketing | Content Marketing en Lokale SEO”

en de omschrijving is nu geworden:

“Een online reputatie opbouwen kost jaren. Hoe promoot je nu jezelf op Internet als iemand met reputatie? Hoe laat je je reputatie blijken? Laat Eduard je coach zijn om je te helpen om te werken aan jouw (online) reputatie en het verbeteren van je imago!

Eduard de Boer (aka “de ReputatieCoach”) onthult alle strategieën, tips, ideeën waarmee jij je voordeel kunt doen voor het verbeteren van je online reputatie en online vindbaarheid.

Online reputatiemanagement wordt steeds belangrijker, evenals jezelf presenteren als een autoriteit.

Ontdek op het weblog en in combinatie met de ReputatieCoaching Podcast, hoe je jouw online reputatie op het volgende niveau kunt brengen.

Werk nu aan je reputatie om meteen je reputatie voor jou te laten werken!“

Ik ben benieuwd of deze aanpassingen verder bijdragen tot het vergroten van het publiek en of de podcast nu nog vaker zal worden gevonden in iTunes. Want laten we wel zijn: iTunes is net als YouTube een soort van zoekmachine. Mensen zijn in iTunes niet alleen op zoek naar muziek of films, maar ook naar boeken en andere multimediale content. Dus is het raadzaam om ook de content in iTunes zó te presenteren, dat de vindbaarheid ervan wordt gemaximaliseerd.

Google koopt Waze voor US$1,3 mld

In podcast 26 heb ik je verteld over “Waze”, de sociale navigatie app uit Israël. Ik had toen binnen anderhalve week tweemaal gehoord over een potentiële overname van dit bedrijf. Mogelijk zouden zowel Facebook, als Google geïnteresseerd zijn om het bedrijf over te nemen en ook werden Apple en Foursquare toen in de media als potentiële kopers geopperd.

Het leek toen het minst aannemelijk dat Google het bedrijf Waze zou overnemen, temeer daar Google natuurlijk haar eigen navigatie app heeft.

Echter, eerder deze week las ik onder andere op IEX.nl, in de Wall Street Journal en op Search Engine Land dat Google inmiddels maar liefst US$ 1,3 miljard heeft betaald voor de overname van Waze. Dat is een gigantisch bedrag voor het bedrijf uit Israël, waar in totaal zo’n 100 mensen werken.

Het geeft maar eens temeer aan, dat geo-gerelateerde sociale netwerken en locatie steeds meer aandacht krijgen. “Locatie, locatie, locatie” is een veel gehoord credo in de markt in het algemeen en in de zoekmarkt in het bijzonder.

Volgens het bedrijf wordt de app in 190 landen gebruikt en heeft het een community van circa 70.000 actieve leden die helpen de kaarten te actualiseren, details zoals lokale benzineprijzen en locaties van flitspalen en -camera’s up-to-date te houden.

Het lijkt voor de hand te liggen dat Google de app als standalone app laat bestaan, vooral omdat er zo’n actieve en loyale groep van gebruikers achter zit, die continu de gegevens aanpassen en actualiseren. Op deze manier zou Google toch relatief goedkoop haar Google Maps actueel kunnen houden, door de belangrijkste gegevens uit Waze over te nemen.
Volgens de Wall Street Journal gebruikt Apple voor haar applicatie ook gegevens uit Waze voor de app Apple Kaarten.

Als Google nu Waze overneemt, kan zij Apple deze pas afsnijden, waardoor Apple nog meer moeite zal krijgen met het verder verbeteren van haar kaarten- en navigatieapp.

Daarnaast is Google nu enige tijd bezig om Google Maps socialer te maken. Daarover heb ik je al bericht in podcast 25 en podcast 26. Dat kan ook de reden zijn van de overname van Waze.

Enfin, we zullen het zien hoe dit zich verder ontwikkelt en wat Apple doet. Ik las eind 2012 trouwens dat de Rabobank mogelijk verwachtte dat Apple het bedrijf TomTom zou overnemen. De Rabobank achtte toen de kans hierop 30%. Dat zou natuurlijk dan Apple opeens weer letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten. Maar goed, voorlopig is TomTom nog niet overgenomen dus de laatste kaarten zijn nog niet uitgespeeld.

Opmerkelijk was het toen eerder deze week eenmaal bekend werd dat Google Waze wilde overnemen, de koers van TomTom aanzienlijk steeg. Volgens beleggingsanalisten maakt deze actie TomTom ook een gewilde overnamekandidaat.
Nog meer locatiegerelateerd nieuws. In plaats van dat je met een app in je omgeving op zoek kunt naar bijvoorbeeld leuke restaurants, of de meest dichtbij zijnde tandarts, kun je binnenkort ook op zoek naar iPhone apps die in je omgeving worden gebruikt.

iOS7 laat je zien welke apps in de buurt worden gebruikt

Eerder deze week kondigde Apple aan dat je in iOS7 kunt zoeken welke iPhone apps er in je omgeving door anderen worden gebruikt. Tijdens de presentatie ging Eddie Cue van Apple niet diep in op de details, maar het vermoeden is dat gebruikers straks aangeven dat zij bereid zijn hun app-gegevens aan anderen in de omgeving bekend te maken. De release van iOS7 staat overigens voor de herfst van 2013 gepland.

Ik zie nog niet meteen het grote voordeel hiervan in, anders dan dat de iPhone je bijvoorbeeld op de hoogte kan brengen van een Formule-1 app, als jij op een Formule-1 wedstrijd rondloopt. Ongetwijfeld zijn er slimme figuren die uit deze nieuwe functionaliteit ook weer keiharde Euro’s weten te halen. Apple doet de meeste dingen tenslotte ook niet voor niets.

“Tweet Old Post” om oude artikelen nieuw leven in te blazen

Vorige podcast heb ik je redelijk uitvoerig verteld over hoe ik op dit moment bezig ben met een contentmarketing project door bestaande content in andere vorm te hergebruiken en opnieuw te publiceren. Dat is iets wat ik de komende tijd gewoon blijf doen.

Maar afgelopen week hoorde ik in de “Content Warfare Podcast” van Ryan Hanley een leuke tip om relatief oude content nieuw leven in te blazen. Hij vertelde over de plugin “Tweet Old Post” voor WordPress. Zoals de naam van die plugin al suggereert, helpt die plugin jou om je oude blogberichten opnieuw te tweeten. De plugin kent ontzettend veel mogelijkheden om de configuratie aan te passen.

Ik heb de plugin “Tweet Old Post” eerder deze week op een bestaande site –maar niet op ReputatieCoaching.nl– geïnstalleerd en geactiveerd. De plugin is nu ingesteld om elke 8 uur een bericht te tweeten dat minstens 60 dagen oud is. En omdat de betreffende site meer dan 500 artikelen heeft, duurt het met zo’n 3 tweets per dag wel eventjes, totdat alle berichten een keertje opnieuw op de Twitter timeline zijn verschenen.

Die site waar de plugin op staat is gekoppeld aan een Twitter account met bijna 1.000 volgers, dus het is interessant om te zien wat voor effect deze plugin heeft. Om de meetresultaten niet te vertroebelen, vertel ik je nu nog niet op welke site de plugin draait.

Echter, het effect was maar kort meetbaar. Want anderhalve dag nadat ik de plugin had geïnstalleerd, stopte die met werken. Wat een grap! Ik dacht eerst nog even dat ik misschien zelf een fout had gemaakt, maar dat bleek niet zo te zijn. Dus heb ik via Twitter de programmeur van de plugin een tweet gestuurd. Een goede 10 uur later kwam er een algemene tweet van “Ajay Matharu”:

Dus moest ik even wachten, tot ik verder kon met het experiment. Maar inderdaad, de volgende dag logde ik in op het WordPress dashboard van de betreffende site en kon ik de update downloaden en bijwerken.

Een paar seconden later werkte de plugin weer als tevoren en ik hoop dat die nu voorlopig blijft werken. Dan kan ik tenminste kijken of het mogelijk bijdraagt tot meer bezoekers op de site. Over een tijdje zal ik mijn bevindingen met je delen.

DuckDuckGo groeit en groeit…

De nieuwe zoekmachine DuckDuckGo met het vriendelijke eendje kwam in podcast 5 ook al eens aan bod. Maar het kleine eendje wordt groter en groter. Afgelopen maandag werden er op één dag maar liefst 2 miljoen zoekpogingen op de zoekmachine uitgevoerd. En dat betrof enkel en alleen de door mensen uitgevoerde zoekopdrachten.

Natuurlijk komt dit bij lange na nog niet in de buurt van Google, Bing en zelfs Yahoo!, maar ik vind het in ieder geval interessant om te zien hoe een nieuwkomer toch in staat is een beetje marktaandeel van de echte grootmachten in de zoekmarkt af te snoepen.

Heb jij DuckDuckGo al eens geprobeerd? Wat vond je van de resultaten en de manier waarop de resultaten worden vertoond? Geef je reactie onderaan de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/29. In de show notes vind je overigens ook een grafiek waarop je de groei van DuckDuckGo in de tijd kunt bekijken.

Site speed wordt belangrijker

Nieuws over mobiele sites van Google. In 2009 introduceerde Google al het begrip “Site Speed”, maar toen werd het nog niet als factor meegenomen in de ranking van sites in de zoekresultaten. Dat kwam pas later. In de show notes heb ik een video opgenomen, waarin Matt Cutts wordt geïnterviewd. Vanaf 2m35s komt Site Speed aan bod.

Update (2 mei 2015): Helaas: de video is niet meer beschikbaar…

Het is algemeen bekend dat de laadsnelheid van pagina’s sindsdien allang wordt gebruikt als één van de honderden factoren die bepalen hoe hoog een website scoort in de zoekresultaten. Maar afgelopen week op de SMX Advanced maakte Matt Cutts bekend dat een tragere mobiele site binnenkort een negatief effect heeft op de ranking. Dus als je een trage mobiele website hebt, dan kan die mogelijk lager gaan scoren in de zoekresultaten, dan dat die nu scoort.

Deze feature is nog niet live, maar Google wil webmasters en webdesigners alvast hierop voorbereiden, zodat ze maatregelen kunnen treffen.

Ten aanzien van mobiele websites deed Google nog een paar aankondigingen. Ten eerste: als je website niet goed te bekijken is op mobiele devices, dan heeft dit een negatief effect op je rankings.

En ten tweede. Stel je gebruikt een aparte hostname voor je mobiele website, dus bijvoorbeeld m.mijnwebsite.nl. Als je alle URLs op je site alleen naar die URL doorstuurt (in plaats van naar de relevante pagina), wanneer de site vanaf een mobiel apparaat wordt benaderd, heeft dit ook een negatief effect op je ranking

Samenvattend: als je nog geen mobiele site hebt, of je mobiele site is belabberd opgezet of presteert ondermaats, dan ga je gewoon omlaag in de zoekresultaten.

Facebook krijgt #hashtags

Twitter heeft ze… Google+ heeft ze… Instagram heeft ze… En nu heeft Facebook ze ook! Het was al een tijdje geleden aangekondigd, maar vanaf deze week heeft Facebook dan ook de alom bekende hashtags om content te categoriseren. Voor de mensen die niet weten wat hashtags zijn, heb ik de definitie van het woord “hashtag” opgezocht op Wikipedia:

“Een hashtag is een woord of zin met als prefix het #-symbool, een woord dus inclusief het kardinaalteken oftewel hekje als voorvoegsel. Door deze combinatie wordt een bericht eenvoudig gevonden. Momenteel worden hashtags gebruikt bij verschillende populaire sociale media websites zoals Twitter en Google+. Hierbij wordt de hashtag vooral gebruikt als een tag-aanduiding. Deze aanduiding kan bestaan uit slechts één woord of meerdere woorden al dan niet gescheiden door een underscore in plaats van een spatie.”

Hoewel Twitter wel zogenaamde “trending topics” (of: populaire onderwerpen) heeft, zul je deze voorlopig tevergeefs zoeken op Facebook. Facebook heeft namelijk aangekondigd dat dit pas over een paar weken beschikbaar zal komen.

Maar als je nu op Facebook naar een onderwerp met een bepaalde hashtag zoekt, verschijnt er onder het zoekvenster een geel vlakje met een document en daarbij de hashtag waarop je zoekt en het woord “hashtag”. Zoals je in de screenshot in de show notes kunt zien.

Het effect van responsive design voor e-mails

Een ander interessant artikel kwam ik tegen op Frankwatching. Dit artikel is geschreven door Martijn Groeneweg en Mathijs Visser. Zij schrijven over het effect van responsive design voor e-mailberichten.

Even voor de volledigheid: “responsive design” is een manier om HTML in combinatie met CSS zó te maken dat bijvoorbeeld websites zowel op grote schermen, als op tablets en smartphones goed worden vertoond.

Dit artikel borduurt hierop voort en richt zich nu in het bijzonder op e-mail. Ik citeer een stukje uit het artikel:

“Er wordt veel over de voordelen van responsive design geschreven, maar belangrijker is de vraag: wat is de toegevoegde waarde van responsive design in het hele proces naar conversie? We hebben onderstaande test opgezet, waarbij we een responsive e-mailcampagne hebben vergeleken met een normale e-mailcampagne. Bij de responsive e-mailcampagne waren zowel de e-mail als de landingspagina responsive. Bij de normale e-mailcampagne waren de e-mail en de landingspagina niet responsive. De test is gedaan op een B2C-database die vaker commerciële e-mailcampagnes ontvangt. In deze test werd een energieleverancier gepromoot.”

De onderzoekers kwamen tot de volgende resultaten:

  • responsive design heeft geen effect op het openingspercentage
  • het totale aantal kliks naar de landingspagina was bij de responsive e-mails 9% hoger
  • het aantal unieke kliks vanuit de responsive e-mails is 14,1% hoger

Maar het allerbelangrijkst is natuurlijk de conversie, ofwel het aantal mensen dat daadwerkelijk actie onderneemt. In de test werd het achterlaten van naam en contactgegevens door een bezoeker als een conversie beschouwd.

Het aantal conversies bij de responsive e-mailcampagne lag op 177 personen. Bij de normale e-mailgroep waren er 154 conversies. Dit is een verschil van 15%. Als alleen naar conversies op een mobiel apparaat wordt gekeken, liggen de getallen echter totaal anders.

Bij de responsive e-mailcampagne zijn er 31 conversies, tegen slechts 4 bij de normale e-mailcampagne. Dat is een verschil van 775%! Ook hierin onderscheidt de responsive e-mailcampagne zich van de normale e-mailcampagne.

De conclusies van de onderzoekers luiden:

“Is responsive design een techniek waardoor de conversie direct omhoog schiet? Nee, maar het levert absoluut een toegevoegde waarde in het proces naar conversie op de landingspagina. Het verhoogt niet alleen het gebruikersgemak voor lezers, maar het is voor marketeers een goede manier om conversie te verhogen. Mobiele ontvangers scannen de e-mail langer en er zijn meer kliks naar de landingspagina.

Maak een analyse van je database en bekijk hoe groot de groep is die profijt heeft van een responsive e-mailcampagne. Hoe groter deze groep is, des te meer toegevoegde waarde heeft responsive design bij het verhogen van conversie.”

Tot zover de statistieken van de vergelijking tussen normale e-mails en responsive e-mails.

5 gratis tips om je blog onder de aandacht van anderen te brengen

Als laatste voor vandaag heb weer een lijstje met een paar tips. Deze keer zijn het vijf tips om gratis je blog onder de aandacht te brengen van anderen. Want alleen een website maken en publiceren brengt je nog niet echt business.

Als eerste tip: zoek soortgelijke sites en bied aan om een blogbericht als gast te schrijven en aldaar te publiceren. Veel sites hebben altijd behoefte aan verse, unieke en relevante content. Dus dan kan dit een welkom aanbod zijn. De meeste zullen wel eisen dat het artikel niet ergens anders is, of wordt gepubliceerd.

Als tweede tip, wellicht ten overvloede: deel je bericht op social media. Natuurlijk moet je een tweet versturen over je bericht, je bericht posten op Facebook en Google+. Maar als je er één of meer afbeeldingen in hebt, dan raad ik je ook zeker aan die te pinnen op Pinterest. Zo post ik af en toe een infographic die ik ergens vind en deel die vervolgens op bepaalde borden op Pinterest. Sommige van die pins worden een flink aantal keren gerepinned, hetgeen een positief effect heeft op het aantal links naar het bijbehorende artikel op de site. En omdat dit een social signal is, zal het door Google minder snel als linkspam worden gezien. Tja, of je moet natuurlijk tienduizenden repins in het zwarte circuit kopen: dat valt op.

Tip nummer drie: wees dáár, waar je markt of publiek ook is. Dus als jouw publiek veel op bepaalde fora of andere discussiesites of Google+ communities zit, ga daar dan ook elke dag naartoe. En ga dan niet meteen enthousiast je producten en/of diensten verkopen, maar bouw ook daar eerst aan je reputatie. Want je kunt ervan uitgaan dat de meesten je niet kennen en dus in eerste instantie je mogelijk argwanend in de gaten zullen houden.

Als vierde tip: gebruik ook eens andere gratis diensten om af en toe relevante en/of unieke content te publiceren, zoals wordpress.com, Tumblr of blogspot.com van Google.

En de laatste tip: bouw een band op met marktleiders of specialisten in jouw vakgebied. Neem ze een interview af en publiceer dat op je blog. Zo zie ik bij elk interview dat ik een hausse aan verkeer op de site en op de podcast krijg, als ik iemand interview. De verklaring daarvoor is heel simpel: een interview streelt het ego van de geïnterviewde en dus zal deze persoon het ook op zijn of haar eigen site bekend maken, dat hij/zij is geïnterviewd. Ik vraag altijd wel of men een link naar de site wil opnemen, om naar het interview te verwijzen.

En prompt zie ik dan dus opeens de dagen volgend op het interview een toename in de bezoekersaantallen.

Hiermee kom ik aan het einde van deze aflevering. Ik moet een beetje voortmaken, want zometeen heb ik op Skype een interview met een interessante gast… Dat interview komt volgende week in de uitzending. Oh, en als het jou leuk lijkt om door middel van een interview in de podcast te komen of heb je een leuk verhaal te vertellen, neem dan contact met me op en wie weet zit jij in een volgende podcast!

Ik hoop dat er in deze podcast voor jou weer interessante nieuwtjes en bruikbare tips tussen zitten.

Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ons op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.

En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 29 en mijn naam is Eduard de Boer.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

28: Content marketing project, Facebook VIPS, Google Authorship en je moet een expert worden

ReputatieCoaching PodcastHallo en hartelijk welkom bij dé podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines. Ook deze week breng ik je weer nieuws en tips, waarmee jij je significant kunt onderscheiden van je concurrenten, om zo meer business naar je toe te trekken.

Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!

Het eerste onderwerp vandaag gaat over beveiliging en 2-factor authenticatie. Daarna heb ik wat leuke bevindingen over zoektermen, gevolgd door een toelichting op de voortgang van mijn contentmarketing project. Als derde onderwerp: Facebook fans zijn echte VIP’s op Eindhoven Airport. Volgens Matt Cutts van Google wordt Google Authorship inmiddels meegenomen in de ranking criteria. En vandaag heb ik ook weer een paar leuke lijstjes voor je. De eerste lijst is de lijst met 12 redenen waarom het werk van contentmarketing pas echt begint, als je op de “Publiceer”-knop hebt geklikt. En ik sluit de podcast van vandaag af met 20 redenen waarom je een expert moet worden.

2-factor authenticatie instellen op LinkedIn

Om te beginnen heeft LinkedIn afgelopen week 2-factor authenticatie ingevoerd. Om te voorkomen dat je account wordt gehacked, kun je LinkedIn nu zo instellen, dat je een SMS-je met een 6-cijferige code op je mobiele telefoon ontvangt, als je wilt inloggen. Zo voorkom je dat kwaadwillenden met jouw gegevens kunnen inloggen, als jouw gebruikersnaam en wachtwoord door inspanningen van hackers op virtueel op straat komen te liggen.

Over het instellen van 2-factor authenticatie voor LinkedIn heb ik dan ook meteen een artikel gepubliceerd. Dit artikel werd in korte tijd een aantal keren gelezen en gedeeld op LinkedIn.

Hoewel beduidend minder mensen volgens mij de tool Evernote gebruiken, vind ik het toch de vermelding waard, dat Evernote ook sinds afgelopen week 2-factor authenticatie heeft ingevoerd. Net als bij Twitter en LinkedIn is het niet verplicht, maar als jij Evernote gebruikt voor het opslaan van data waarvan jij niet wilt, dat anderen daar toegang toe hebben, zou ik het zeker instellen. Overigens, de links naar deze artikelen en andere artikelen die ik als bron heb gebruikt voor het samenstellen van deze podcast vind je in de show notes van deze podcast op: www.reputatiecoaching.nl/28.

Mijn ReputatieCoaching Podcast boek 2013

En dan nieuws over mijn contentmarketing project. Zoals ik eerder heb verteld en zoals je ook op het weblog hebt kunnen zien, heb ik van alle podcasts van 2012 en inmiddels ook al van de podcasts van het eerste kwartaal van 2013 video’s gemaakt.

Deze video’s bevatten slechts twee slides: op de eerste slide staan de onderwerpen die ik in de desbetreffende podcast behandel en op de tweede slide staat een wijze spreuk, uitspraak, citaat of andersoortige tekst. Het doel van die tweede slide is om mensen die over het Internet surfen en tegen de video aanlopen, door de tekst getriggerd worden om erop te klikken en de video te bekijken.

reputatie-boek-2012-3d-200x200Van de vijf podcasts van 2012 heb ik inmiddels ook een eBook gemaakt, wat online staat. Ik heb het in PDF op www.reputatiecoaching.nl gepubliceerd en tevens op www.scribd.com, www.issuu.com en www.slideshare.net. Als titel voor het boek van 2012 had ik gekozen: “ReputatieCoaching Podcast Boek 2012”.De blogpost met dat boek is op 28 mei gepubliceerd. Dat is op dit moment dus 11 dagen geleden

En zojuist werd ik aangenaam verrast. Ik ging namelijk eens zoeken op Google op de zoekterm: reputatie boek (dus: reputatie-spatie-boek). Ik zag dat mijn blogpost van 28 mei al op de 8e positie op de voorpagina stond. En dat, terwijl ik nog amper bijzondere ruchtbaarheid eraan had gegeven en dus ook niet echt het boek heb gepromoot. Ik dacht eerst nog dat dit kwam, doordat ik was ingelogd in Google. Want dat geeft vaak vertekende resultaten, omdat Google dan vaker zoekresultaten toont, waar je bijvoorbeeld in het verleden al eens naar hebt gekeken. Maar ook toen ik niet ingelogd was, bleef de blogpost over het boek op de 8e positie staan.

Wat ik de afgelopen dagen ook heb waargenomen is, dat als je in Google zoekt onder het kopje “Video’s” op zoekterm “reputatiemanagement”, de video’s ook goed naar boven komen in de zoekresultaten. Ook als je op YouTube zoekt op “reputatiemanagement”, blijken de video’s goed te scoren.

Zelf vind ik dit een goed resultaat, zeker als je nagaat dat ik pas omstreeks 20 mei ben begonnen met het posten van de eerste podcast video’s. In Google Analytics heb ik nog niet echt kunnen bespeuren dat deze video’s op dit moment al leiden tot extra bezoekers op de site. Ik heb wel een paar kliks gezien, maar dat vond ik nog niet representatief genoeg.

En ook al zouden de video’s niet tot significant meer kliks leiden, ik verwacht in ieder geval dat mijn content en de site www.reputatiecoaching.nl meer autoriteit krijgt en daardoor dus hoogstwaarschijnlijk ook beter in de zoekmachines naar voren zal komen. Dit is geen garantie.
Maar de resultaten stimuleren mij in ieder geval voorlopig om door te gaan met het publiceren van de podcast video’s en de podcast boeken.

Facebook fans echte VIPs op Eindhoven Airport

Mocht het je ontgaan zijn: op frankwatching.nl verscheen een leuk artikel met als titel “Bij Eindhoven Airport zijn Facebook fans echte VIPS”. Dit artikel beschrijft het interview met “Eli Lejeune”, de Marketing Manager van Eindhoven Airport.

Elke maand moeten Facebook fans zich inschrijven, waarna je als inschrijver kans maakt om te worden geselecteerd voor het VIP-programma, als je in die maand vertrekt van Eindhoven Airport. En als je wordt geselecteerd, dan ben je opeens ook een echte VIP op de luchthaven. Je krijgt gedurende je reis een speciaal aangelegde Facebook VIP parkeerplaats, pal bij de ingang. Ook je checkin verloopt via de VIP-balie en je mag gratis à la carte eten in het luchthavenrestaurant. Als klap op de vuurpijl word je ook nog eens snel en moeiteloos langs de veiligheidscontroles geloodst door een medewerker van de luchthaven.

Het initiatief was natuurlijk een experiment voor de luchthaven en het was ook nog nooit eerder vertoond in de wereld. Dus wist de organisatie ook niet wat het kon verwachten. Maar inmiddels wordt het al gezien als een succes.

Zo zie je dat op de meest onverwachte plaatsen in de reisbranche initiatieven worden ontplooid om te “connecten” met de reizigers.
Dankzij alle likes en social engagement van de reizigers die de luchthaven op deze manier verwerft positioneert ze zich ontzettend sterk op de kaart. Ik ben alleen benieuwd of dankzij deze actie nu meer mensen hun vlucht vanaf Eindhoven Airport zullen boeken, in plaats van een andere luchthaven die wellicht dichter in de buurt is.

Helpt rel=”author” met ranking in de zoekresultaten?

In december 2012 heb ik al een instructievideo gemaakt over het instellen van Google Authorship. Als je dit op de correcte wijze hebt geïmplementeerd, verschijnt jouw foto naast de zoekresultaten in Google. Dit zorgt vaak voor meer dan een verdubbeling van het aantal klikken op het desbetreffende artikel.

Alleen was het toen nog niet bekend of Google het principe van authorship ook daadwerkelijk mee nam in de bepaling van de positie in de zoekresultaten. Alle blogs stonden er toen wel bol van en de meningen liepen uiteen. Diverse bekende specialisten op het gebied van SEO zeiden toen dat ze het sterke vermoeden hadden dat het toen nog niet mee werd genomen, maar dat Google het in een later stadium zeker zou gaan meewegen.

Hoewel niemand buiten Google het toen zeker wist, is inmiddels wel vast komen te staan dat Google Authorship voor Google belangrijk is en waarschijnlijk in de toekomst nóg belangrijker wordt.

Drie dagen geleden verscheen er een video van Matt Cutts, waarin de vraag werd gesteld of Google de “rel=author” instelling op websites inmiddels meeneemt in het bepalen van de ranking van zoekresultaten.

Matt antwoordde hier bevestigend op. Hij gaf het voorbeeld dat als de alom bekende autoriteit “Danny Sullivan” iets post op een niet noemenswaardig forum met een lage PageRank score, dit bericht ondanks de lagere PageRank van het forum hoger kan ranken, doordat Danny Sullivan door Google wordt gezien als een autoriteit op zijn vakgebied.

In de video zegt Matt Cutts onder andere:

“I’m pretty excited about the ideas behind rel=author. Basically, if you can move from an anonymous web to a web where you have some notion of identity and maybe even reputation of individual authors, then web spam, you kind of get the benefits for free. It’s harder for the spammers to hide over here and in some anonymous corner.

If Danny Sullivan writes something on a forum or something like that I’d like to know about that even if the forum itself doesn’t have that much PageRank or something along those lines so… so I do expect us to continue exploring that. We might be able to help improve search quality… andI think will continue to look at it to see how to use rel=author in ways that can improve search experience.”

Let wel: het is geen garantie! Ik acht echter de kans ook groot, dat Google steeds minder waarde zal hechten aan inkomende links om te bepalen hoe hoog een pagina moet scoren in de zoekresultaten en dat Google Authorship steeds meer gaat meetellen. In het echte leven (buiten Internet) zie je ook dat mensen die schrijven of vaak anderszins in de media zijn, bekend worden en langzaamaan meer worden gezien als autoriteit of specialist.

12 stappen die je moet doorlopen nadat je een blogbericht hebt gepost

Veel bloggers denken dat hun werk erop zit, als ze op de “Publiceer”-knop hebben geklikt. Je krijgt dan zo’n voldaan gevoel: je leunt achterover in de stoel, ademt eens goed in en uit en je bent trots op het volgende nieuwe artikel wat je hebt gepost.

Ik ga er dan al gemakshalve van uit dat je een uniek, relevant en voor je publiek of markt interessant verhaal hebt geschreven. Want sinds de Penguin updates van Google heeft het toch geen zin meer om waardeloze content omwille van de links te publiceren.

Terwijl je het artikel nogmaals leest en eventueel hier en daar nog een spelfout eruit haalt, denk je alweer aan het volgende artikel, of aan wat je nu kunt gaan doen, omdat je werk erop zit.

FOUT! Als echte content marketeer begint je werk nu pas. Het onderzoek, voorafgaande aan je artikel (of serie artikelen), het schrijven, afbeeldingen erbij zoeken en publiceren was slechts het begin.

Voor het meerendeel van de websites geldt namelijk nog steeds niet het mantra: “Publiceer en de bezoekers komen vanzelf”. Dat is een illusie en is slechts voor enkele bekende websites weggelegd. Dus als jij iets online hebt gepubliceerd, begint jouw contentmarketing pas echt, want daarvoor was het content creatie.

Ik geef je 12 stappen die je eigenlijk moet doorlopen, nadat je een blogbericht online hebt gepost.

  1. Optimaliseer je post met keywords – Meestal doe je keyword onderzoek, voordat je een bericht schrijft. En als je dat al hebt gedaan, is je artikel hoogstwaarschijnlijk al geoptimaliseerd. Maar als je dat niet hebt gedaan, is het aan te raden dat alsnog te doen. Vind de zoektermen die het beste bij je artikel passen. Gebruik die bijvoorbeeld in de meta titel van het bericht, in de meta omschrijving, de H1 titel, de eerste paragraaf en op nog één of twee punten. Ga echter niet je permalink aanpassen, want als je pech hebt is je artikel dan lange tijd niet toegankelijk vanuit de zoekresultaten omdat bijvoorbeeld Google dan nog de oude URL toont.
  2. Maak een paar interne links naar andere posts, waarbij je de trefwoorden als ankertekst gebruikt – Door hier en daar naar andere berichten te linken met zoektermen als ankertekst of linktekst, geef je aan die andere pagina’s waar je naartoe linkt, extra “gewicht”. Zoals je ziet, doe ik dit ook in de podcast transcripties: ik vertel over eerdere artikelen of video’s, terwijl ik er ook naartoe link.
  3. Syndicate je artikel – Dat wil zeggen dat je het bijvoorbeeld automatisch via RSS wereldkundig maakt. Maar je kunt ook handmatig je artikel linken op bijvoorbeeld www.ekudos.nl of www.nujij.nl en andere sites.
  4. Deel je bericht op de sociale media – Dit kan ook geautomatiseerd, met bijvoorbeeld de plugin “Jetpack” voor WordPress, ifttt.com of BuffferApp. Sommige mensen prefereren echter dit handmatig te doen. Dat kan natuurlijk ook.
  5. Vind relevante artikelen op het web en plaats “teasers” naar jouw artikel – Als je een actief lid van een forum of andere online community bent, kun je bijvoorbeeld een link in je signature plaatsen. Of je post een bericht of vraag in een LinkedIn groep, of een Google+ community. Gebruik alle middelen die je ter beschikking staan, zonder teveel de content overal te pushen.
  6. Bookmark je eigen content – Zelf bookmark ik mijn artikelen op onder andere delicious.com, diigo.com, stumbleupon en andere social bookmarking sites. Sommige mensen die ik ken bookmarken ook al hun posts op scoop.it. Wat ik wel vaak doe als ik visuele content in het artikel heb staan, is deze pinnen op Pinterest. Zo heb ik bijvoorbeeld eerder vandaag ook de vier podcast video’s van januari 2013 gepinned op een bord in Pinterest met de titel “ReputatieCoaching en ReputatieManagement podcast”.
  7. Hergebruik je waardevolle content – hier heb ik het eerder in deze podcast ook al over gehad. Mijn experiment loopt op dit moment en de komende tijd zal duidelijk worden of dit de grote impact heeft die ik verwacht, of dat het op een ontgoocheling zal uitlopen. En het is zomaar mogelijk dat ik deze 12 redenen van dit artikel ook omzet in een presentatie, die ik dan weer upload naar Slideshare.
  8. Reageer op andere weblogs – Zelf heb ik hier goede ervaringen mee. Naast dat ik een aantal vaste weblogs volg, zoek ik ook dikwijls nieuwe blogs (of Google+ gebruikers) over de gerelateerde onderwerpen. Daar lees ik dan de berichten en de reacties van de bezoekers van de site. Als er een relevant en voor mij interessant topic tussen zit, reageer ik soms met een aanbeveling, tip of iets dergelijks. Het leuke aan de reacties in veel blogs, is dat je een link naar je eigen site kunt invoeren. Ik doe dit helemaal niet om de ouderwetse backlinks te creëren, maar gewoon om mensen te triggeren om door te klikken naar mijn site of artikel.
  9. Beantwoord vragen op Twitter, in fora of elders – Actief bezig zijn met je eigen marketing is voornamelijk het geven van waardevolle informatie. Het geven van zinnige antwoorden op vragen die mensen stellen helpt met het opbouwen van je online reputatie.
  10. Stuur een samenvatting van je bericht naar je mailing list – Lang niet alle mensen zullen actief de RSS-feed van jouw blog volgen of frequent handmatig jouw site bezoeken. Daarvoor kan je mailing list helpen. Zelf heb ik sinds vorige week ook een mailing list. Je kunt je daarvoor inschrijven op: www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief.
  11. Vraag andere bloggers je bericht te delen – Als je in contact staat met een aantal gelijkgestemde bloggers, kun je hen ook concreet vragen bijvoorbeeld eens in een artikel een link naar jouw blogpost op te nemen, of om het te delen in de social media.
  12. Als het nieuws is, verdient het een persbericht – Er is een tijd geweest dat “persberichten” voor elk wissewasje werden gepubliceerd om zo hoger te kunnen scoren in de zoekmachines. Die tijd is voorbij. Maar niets let je om daadwerkelijk een persbericht uit te brengen, als het serieus nieuws betreft.

Het lijkt een enorme bult zinloos werk als je dit voorgaande leest, zeker als je dit allemaal nog moet doen nadat je een artikel hebt gepubliceerd! Maar geloof me, de voordelen wegen ruimschoots op tegen de tijd die dit kost. En op een gegeven moment kom je ook in de routine: je post automatisch je bericht op Google+ pagina, je geeft het zelf een +1, je deelt het op Facebook, pint één of meer afbeeldingen enzovoorts.

Zie het als een investering: in plaats van maar te kust en te keur links te bouwen naar je site (wat toch al niet meer veel helpt), leg je nu een stevig fundament onder je website met relevante links, de juiste social buzz en sociale betrokkenheid. Als je echt goede content produceert gaan deze stappen gemakkelijk en zullen je ze op den duur echt helpen.

Als jij nog tips hebt voor het promoten van je artikelen, laat ze dan weten. Je kunt reageren onderaan de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/28, of je kunt op de website direct een voicemail inspreken.

Jarenlang hebben mensen geld kunnen verdienen door sites te bouwen en die door middel van “standaard” SEO-trucjes hoger te laten scoren dan die van de concurrentie. Ook al wisten die mensen amper wat van het onderwerp, waar ze over schreven.

Dit leverde honderdduizenden websites van lage kwaliteit, die ondanks de lage kwaliteit toch steeds de voorpagina’s van de zoekmachines wisten te bereiken. Dankzij de inspanningen van Google in de afgelopen jaren zijn deze sites inmiddels verdwenen uit de zoekresultaten. Soms zijn ze gewoon honderden pagina’s diep nog te vinden, maar soms zijn ze ook keihard uit de database van Google verwijderd.

20 redenen waarom je nu toch echt een expert moet worden

De komende jaren zal er nog meer worden geschud aan de boom van wereldwijde content, waarbij geen enkele site onberoerd zal blijven. Daarom moet je zo snel mogelijk beginnen met het werken aan je online reputatie en om een expert te worden op je vakgebied op een dusdanige manier, dat niet alleen mensen dit zien en bevestigen, maar ook de zoekmachines.

Op CopyBlogger vond ik een lijst met 20 redenen waarom je nu toch echt een expert moet worden. Deze wil ik hier met je delen:

  1. Zoekmachines houden van experts – De algoritmes van de zoekmachines worden aldoor veranderd en verbeterd. Er is één ding wat zeker is: de focus komt meer en meer te liggen op kwalitatief goede content. Op den duur zal alleen kwaliteit nog overblijven.
  2. Niemand bekommert zich om wat je denkt, als je geen expert bent – Dat klinkt mogelijk hard, maar mensen buiten je vrienden- en kennissenkring hechten alleen waarde aan de mening en verhalen van een expert.
  3. Je begrijpt je business beter – Je business kennen is de eerste stap om je bedrijf verder uit te bouwen. Het vereist wel meer, maar dit is toch echt het begin!
  4. Het is eenvoudiger goede content te creëren – Omdat je echt verstand hebt van iets, ben je in staat om zaken vanuit een andere en bovenal originele invalshoek te bekijken. En het wordt eenvoudig, omdat je beduidend meer weet dan je lezers en luisteraars.
  5. Het is eenvoudiger om je activiteiten te focussen en af te bakenen – Doordat je een scherpe kijk hebt op de materie kun je beter bepalen waar je kansen liggen.
  6. Je kunt veranderingen in je markt sneller zien aankomen – Met meer expertise komt meer kennis van de belangrijkste spelers in de markt en de acties die ze hoogstwaarschijnlijk zullen ondernemen. Je kunt niet alles voorspellen, maar dankzij je expertise voorzie jij veranderingen sneller dan anderen en kun jij er alvast op anticiperen.
  7. Je bouwt communities om je heen – Experts trekken nu eenmaal mensen aan die zich graag met de expert vereenzelvigen.
  8. Mensen vertrouwen experts – Mensen zullen sneller jouw mening voor waar aannemen, als jij meer blijkt te weten.
  9. Mensen willen voor je werken – Als je eenmaal bekend staat als een expert trek je sneller slimme en gemotiveerde mensen aan, die een groot verschil kunnen maken voor je business.
  10. Mensen willen van je kopen – Een diepgaande kennis en begrip van jouw specialisatie maakt jou vertrouwd en een autoriteit. Dus zullen mensen sneller geneigd zijn om producten en diensten van je af te nemen. Dit is vooral het geval, als je je expertstatus combineert met hoge ethische standaarden.
  11. De media wil je interviewen – Zowel traditionele media, als de nieuwe media zijn continu op zoek naar nieuwe en originele content voor hun shows. Als jij eenmaal een bekende expert op je vakgebied bent, ben je opeens ook een interessante kandidaat voor interviews.
  12. Andere media willen over je schrijven – Op zoek naar gelegenheden voor het schrijven van gastartikelen op belangrijke sites? Dit is zo’n stuk gemakkelijker als je gezien wordt als een autoriteit op je vakgebied.
  13. Andere experts willen je ontmoeten – Experts trekken experts aan. En dat kan weer leiden tot het aanboren van nieuwe markten, namelijk hun publiek.
  14. Andere experts willen met je samenwerken – Geen enkele expert is op zoek naar een samenwerking met iemand die nagenoeg geen zinnige content produceert.
  15. Het is gemakkelijker om sociale volgers aan te trekken – Dit gebeurt uiteindelijk zelfs als je er geen moeite voor doet. Mensen zullen je social media profielen weten te vinden en met je willen connecten. Natuurlijk gaat dit nóg sneller, als je er energie in stopt.
  16. Je krijgt meer reacties op je berichten – Mensen zullen sneller hun gedachten met je willen delen en een soort van relatie met je willen opbouwen.
  17. Je artikelen krijgen meer links – Ongeacht alle algoritmes en dieren in de Google dierentuin: links van andere sites hebben nog steeds waarde voor SEO. Links die op natuurlijke wijze ontstaan van belangrijke sites geven jouw site nog een grotere boost.
  18. Je bekendheid op de sociale media groeit exponentieel – Steeds meer mensen zullen dagelijks je berichten retweeten, liken en +1’s geven.
  19. Je presentaties zullen meer mensen trekken – Ongeacht of je in ‘real life’ presenteert, of online: je zult meer publiek trekken met je presentaties.
  20. Als expert kun je hogere tarieven vragen – Dit is wat er onder de streep overblijft. Mensen zullen bereid zijn om meer te betalen voor jouw producten en diensten, wanneer jij de expert bent.

Zorg dus dat je een expert wordt en zorg dat je beter kunt onderwijzen dan de anderen. Leer hoe je beter mensen kunt helpen dan de anderen. Stop met het veinzen dat je een expert bent en word een echte expert die vertrouwen oproept en oprecht mensen helpt. Zo bouw je een duurzame en lucratieve business.

Zoals altijd hoop ik dat er in deze podcast voor jou weer interessante nieuwtjes en bruikbare tips tussen zitten.

Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ons op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.

En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 28 en mijn naam is Eduard de Boer.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!

Doei!

Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 19!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 19 (06-04-2013)Vorige week had ik een leuk interview met Gé Bouma van Bouma Webteksten. Zij heeft veel waardevolle informatie met ons gedeeld over reputatiemanagement: hoe je je online en offline reputatie moet bewaken en wat je kunt doen in het geval van reputatieschade. Zij heeft me afgelopen week een aantal leuke reputatiegerelateerde zaken toegestuurd, waarover ik komende week een blogbericht ga schrijven.

In deze podcast heb ik geen interview, maar wel weer een aantal wetenswaardige tips en nieuwsberichten uit de wereld van online marketing, reputatiemanagement en zoek machine optimalisatie.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Het eerste onderwerp gaat grotendeels over offline reputatie, in relatie tot de vakantietijd die er voor veel mensen de komende maanden weer aan zit te komen. Maar het kan ook gevolgen hebben voor je online reputatie. Als tweede onderwerp heb ik vandaag nieuws over Facebook. En grappig genoeg kan Google+ niet achterblijven, dus heb ik Google+ als derde onderwerp van gesprek met nieuws over Google Places for Business.

Vandaag las ik overigens een leuk artikel op FrankWatching van social media expert en internationaal spreker Jeanet Bathoorn over de 5 A’s voor werkzoekenden. Deze A’s zijn ook voor een groot deel van toepassing voor het verbeteren van je online reputatie, dus daar ga ik ook iets verder op in.

Nu de winter die maar niet op lijkt te willen houden kijken veel mensen reikhalzend uit naar de zomer, lange zwoele avonden en gezellig buiten BBQ’en met vrienden en familie, maar natuurlijk vooral naar de vitamine “V” van “Vakantie”! Het eerste onderwerp voor vandaag gaat over vakantie, reizen, zakenreizen en over legitimatie, met name over het voorkomen van fraude met een kopie van je identiteitsbewijs.

Laat ik voorop stellen: ik ben geen jurist en de juridische zaken die ik hier toelicht hebben betrekking op Nederland en het Nederlandse rechtssysteem. Het is dus niet één op één van toepassing in het buitenland. Maar met de tips die ik je ga geven kun je sowieso je voordeel doen.

Op dit moment zijn websites als hotelkamerveiling.nl erg in trek om goedkope hotelovernachtingen te scoren. Veel mensen maken hier dankbaar gebruik van en kunnen zo voor geringe kosten lekker een weekendje weg naar een hotel.

Maar al te vaak als we ergens in een hotel inchecken, wordt ons gevraagd naar een paspoort of identiteitsbewijs, waar de recepetionist of receptioniste dan even een “kopietje” van wil maken. En naast hotels hebben ook telefoonshops of sportclubs er vaak een handje van om een kopie te willen maken van paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of bankpas.

Zodra er een kopie is gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort heb je geen controle meer over wat ermee kan worden gedaan. Het kan worden gebruikt voor frauduleuze doeleinden, waardoor jouw reputatie ernstige schade kan oplopen. Op die mogelijke schade van identiteitsfraude wil ik nu niet ingaan, maar wel op jouw rechten: wat mag er wel volgens de wet en wat mag er niet?

De korte en iets versimpelde versie van wat er wel en niet mag, luidt: bijna geen enkel commercieel bedrijf met uitzondering van je werkgever, banken en officiële autoverhuurbedrijven die zijn aangesloten bij de BOVAG, mag een kopie maken van jouw paspoort of ander identiteitsbewijs.

Ik hoop dat deze korte samenvatting van wat ik afgelopen week op de website van de Rijksoverheid heb zitten nalezen, jou aan het denken zet… Waarschijnlijk kun je je nog zo een stuk of twee à drie bedrijven herinneren die relatief recentelijk een kopie hebben gemaakt van een identiteitsbewijs van je, of je bankpas etc. Dat mag dus niet en is zelfs bij de wet verboden!

Maar dan eerst: wat is identiteitsfraude? Identiteitsfraude is wanneer iemand anders dan jijzelf gebruik maakt van jouw identiteitsgegevens. Soms is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld een lening aan te vragen of een telefoonabonnement af te sluiten. Daardoor ontvang jij dan dus rekeningen voor dingen die je niet hebt aangeschaft. En als je weigert die rekeningen te betalen krijg jij alle ellende en dus niet de fraudeur.

Wist je trouwens dat jaarlijks een paar honderdduizend Nederlanders op één of andere manier te maken krijgen met identiteitsfraude? In 2011 betrof het maar liefst 5% van alle Nederlanders!

Hoe kun je dit voorkomen? Allereerst raad ik je aan om de links die ik onderaan de show notes van deze podcast heb opgenomen toch eens aandachtig te lezen. Die webpagina’s zijn van de Rijksoverheid en die wil ik hier niet gaan citeren. Maar het is natuurlijk goed om te weten wat jouw rechten zijn en wat er wel en niet mag volgens de wet.

Als iemand je vraagt naar je identiteitsbewijs voor het maken van een kopie, moet je als eerste vragen waarom het nodig is. In een hotel is het bijvoorbeeld niet nodig om al je paspoortgegevens te registreren. Hotels moeten het type identiteitsdocument vastleggen, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, de woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. Meer hoeft een hotel volgens de wet niet te registreren. In andere gevallen (bij andere bedrijven) kan het ook volstaan het type en het nummer van het identiteitsbewijs te registreren, zonder er een kopie of scan van te maken.

Een telefoonshop kan volstaan met het afschrijven van 1 eurocent van je bankrekening die je met je PIN-pas betaalt. Zo toon jij aan de telefoonshop dat jij de eigenaar bent van de bankrekening en dat de bankrekening niet geblokkeerd is of iets dergelijks.

Als er ergens dan toch een kopie wordt gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort, vraag dan de kopie en doe het volgende:

  • Schrijf door de kopie dat het een kopie is, en voor wie of welk bedrijf de kopie bestemd is. Schrijf ook de datum dat de kopie is gemaakt, erbij.

  • Streep je BSN (Burger Service Nummer) door, ook in de strook onderaan je paspoort. Vrijwel geen enkel bedrijf of organisatie mag je BSN gebruiken, laat staan vastleggen. Voorbeelden van uitzonderingen zijn: zorgverleners, zoals huisarts, apotheek, en zorgverzekering.

Samenvattend: ik raad je aan om eens de links onderaan de show notes te volgen en iets meer te lezen over wie er wel een kopie mag maken van je identiteitsbewijs. Zo sta je sterker in je schoenen als je een discussie hierover aangaat en kun je mogelijk reputatieschade voorkomen.

Je kunt de transcriptie met de show notes van deze podcast vinden, door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19. Daar vind je dus zowel de tekst van de podcast als nog wat afbeeldingen, foto’s en de diverse links die in deze podcast aan bod komen.

Nu ik het toch even over deze podcast heb: als je de podcast leuk vindt, laat het me dan weten. Vertel erover aan je vrienden of collega’s of laat een review achter op iTunes. Ook stel ik het op prijs als je een bericht achterlaat op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Of geef een “+1” op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).

Je kunt ook een leuke recensie achterlaten op op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Natuurlijk kun je ook simpelweg een reactie posten, onderaan de transcriptie van deze podcast.

Dan kom ik op het tweede onderwerp van deze podcast: Facebook. In de Engelse taal heeft Facebook haar dienst “Facebook Nearby” een andere naam gegeven. De nieuwe naam is nu “Facebook Local Search”. Dit geeft maar eens te meer aan dat Facebook zich echt wil gaan profileren als zoekmachine, toegespitst op de grootste zoekmarkt: de lokale zoekmarkt.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de meeste mensen zoeken een lokale onderneming als ze een bepaalde koopintentie hebben. De simpelste onderbouwing hiervan is: als je in Eindhoven woont en een pizza wilt eten, dan wil je in de meeste gevallen niet een pizzeria in Groningen voorgeschoteld krijgen. Als je dat combineert met de sociale signalen die Facebook kan halen uit alle Like’s en checkin’s bij bedrijven die de meer dan 1 miljard Facebook-gebruikers in hun app aangeven, dan kun je je voorstellen dat hier een enorme commerciële kans ligt. En die wil Facebook dan ook in de toekomst gaan benutten, is mijn idee.

Hoewel ik afgelopen week een update van de Facebook app kreeg op mijn iPhone, heb ik zojuist gecontroleerd: deze zoekmogelijkheid heet op dit moment nog steeds “In de buurt”.

Over de Facebook app gesproken: wist je dat de Facebook app meer op de iPhone wordt gebruikt om lokaal te zoeken, dan Apple Maps? Logischerwijs staat Google Maps aan kop. Dat komt natuurlijk mede doordat lokale resultaten ook worden getoond in de gewone zoekresultaten op Google. Dus als iemand op Google zoekt naar een kapper in de buurt, dan worden veelal maximaal 7 lokale resultaten getoond, gelabeld “A” tot en met “G”. Als er minder zijn, dan worden er logischerwijs minder getoond.

In 35% van de zoekpogingen wordt op een mobiele telefoon inderdaad Google Maps gebruikt. Facebook komt daar meteen achteraan met 24%. Apple Maps wordt echter maar in 16% van de gevallen gebruikt.

Waarschijnlijk komt dit mede doordat Apple Maps nog niet echt supervolledig is, qua bedrijven die erin te vinden zijn. Ik ben echt benieuwd wanneer Apple hier nu eens iets aan gaat doen, en wat ze er überhaupt aan gaan doen. Ik wacht wel af.

Dit brengt me nog eventjes op de twee instructievideo’s die ik ooit heb gemaakt, die je kunnen helpen om je bedrijf op Apple Maps te krijgen, als je daar nog niet staat vermeld. Controleer dus eerst of jouw bedrijf op Apple Maps is te vinden. Zo niet, meld dan als eerste je bedrijf aan op Yelp. Ga daarna naar TomTom Places, om je bedrijf op TomTom aan te melden. Dan is de kans groot, dat je bedrijf binnen een paar weken vindbaar is in Apple Maps. In de show notes heb ik nog een keertje gelinkt naar die instructievideo’s.

Het laatste nieuwtje over Facebook is dat Facebook binnenkort net als Twitter, Google+, Pinterest en nog een paar social media sites ook de zogenaamde hashtags gaat ondersteunen. Zo kunnen mensen Facebook berichten van tags voorzien, waardoor de berichten later gemakkelijker zijn te vinden. Ook kan dit Facebook helpen trends te herkennen, net als de trending topics op Twitter. En zo kan Facebook langzaamaan de “gepersonaliseerde krant” voor iedere gebruiker worden, een lang gekoesterde droom van Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook.

Na al dit nieuws over Facebook kan ik Google natuurlijk niet negeren. Ik heb inderdaad ook weer een en ander te melden over Google. Voor de lokale bedrijfsvermeldingen hadden we eerst Google Places. Dit is 31 mei 2012 omgedoopt tot Google+ Local. Maar om aanpassingen door te voeren in je lokale bedrijfsvermeldingen moest je dikwijls nog gebruik maken van de oude Google Places interface.

Het is pas sinds kort dat je Google+ bedrijfspagina’s kunt maken, die je dan ook kunt samenvoegen met de Google+ Local bedrijfsvermelding. Met al die benamingen merk je overigens al dat het er niet duidelijker op wordt. En sterker nog, het introduceert ook problemen.

Ik meldde je een paar weken geleden dat ik de lokale bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie wilde samenvoegen met de Google+ Local pagina. Dus heb ik de procedure opgestart. Op dit moment zit ik met een probleem, want nu heb ik twee bedrijfsvermeldingen in Google. Om het helemaal ondoorzichtig te maken: die kun je alleen maar weer snel en eenvoudig vinden, als je gaat zoeken in Google Maps.

Nu hadden we dus eerst Google Places. Dat zou per mei 2012 zijn veranderd in Google+ Local, waarbij Google Places afgebouwd zou worden.

Ik noemde net ook al de bedrijfsvermeldingen in Google Maps, die feitelijk ook los staan van de andere vermeldingen. OK, Google doet wel moeite al die vermeldingen in sync te houden, maar er gaat dus nog wel eens iets fout. En als je gaat zoeken op Internet, dan vind je veel meer gevallen van waar het fout is gegaan.

Maar goed, ik laat me niet kennen en ik vind dat ik moet weten WAT er precies fout kan gaan, dus ik ben met de bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie dan ook echt het diepe in gedoken…

Om het hele verhaal nog onduidelijker te maken voor de wereld, heeft Google nu weer een nieuwe gebruikersinterface in het leven geroepen voor een dienst die ze “Google Places for Business” noemen. Dit zou een samensmelting moeten zijn van de oude Google Places en de opvolger, Google+ Local. Dat heb ik allemaal pas net vanmiddag gelezen en dit nieuws is ook uiterst recent, namelijk van 2 april. Ook wordt het gradueel uitgerold, waarbij Google begint in de VS. Pas daarna komen andere landen aan bod. Ik kan er dus ook nog niet zelf een kijkje in nemen.

Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik nog niet alle ins en outs en de verschillen etc. kan benoemen. Ook hier ga ik in duiken en ik kom er zeker op terug, zodra het voor mij allemaal weer duidelijk is.

Ik gebruik nog steeds Google Reader, voor het lezen van de RSS-feeds. Maar zoals ik in podcast 16 al vertelde, stopt Google op 1 juli met Google Reader. Inmiddels ben ik ook al met diverse andere RSS-readers aan het experimenteren. Ik had ooit lang geleden al eens beloofd een video te maken over hoe ik Google Reader gebruikte voor het scannen en lezen van al het nieuws, maar daar is nu natuurlijk een beetje de klad in gekomen. Zodra ik mijn keuze heb gemaakt, zal in een instructievideo mijn werkwijze op dat moment laen zien, met de RSS-reader die ik dan gebruik.

Maar al lezend liep ik vanmiddag tegen een leuk artikel aan op FrankWatching.nl. De titel van het artikel is: “De 5 A’s voor werkzoekenden: word een online persoonlijkheid” en het is geschreven door Jeanet Bathoorn. Jeanet is een social media expert, auteur, trainer en internationaal spreker. Ze is in januari met haar boek “Get social in business” ook genomineerd voor Managementboek van het jaar.

De 5 A’s die Jeanet in het artikel beschrijft, zijn:

  1. Actie
  2. Alert
  3. Ambassadeurs
  4. Aandacht
  5. Aantrekkelijk

In het artikel spitst ze deze 5 A’s toe op werkzoekenden. In deze moderne tijd is het schrijven van een sollicitatiebrief niet meer voldoende, zegt Jeanet. Je moet je echt profileren en zorgen dat je je onderscheidt van de grijze massa, door jezelf te positioneren als een online persoonlijkheid met een sterke online presence, ofwel een sterke online reputatie… Een autoriteit dus.

Door veel Actie erin te pompen (de eerste “A”), kun je jezelf op de figuurlijke kaart zetten en werken aan je online presence. Zo adviseert Jeanet ook om jezelf op te nemen op video en die online te promoten. Ook kan een blog dan natuurlijk niet ontbreken en moet je een volledig ingevuld LinkedIn profiel hebben.

De tweede “A” –die staat voor “Alert”– geeft aan dat je op de hoogte moet blijven van alle ontwikkelingen op jouw vakgebied, maar ook van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Verrijk je kennis en verbreed je horizon!

Dan als je hiermee bezig bent, creëer je ook vanzelf “Ambassadeurs”, de derde “A”. De ambassadeurs zijn de mensen die jou respecteren om wie en hoe je bent en wat je doet, weet en allemaal kunt. Deze mensen kun je ook gerust vragen een compliment (recensie) op je LinkedIn profiel te plaatsen. Let wel, een compliment is iets anders dan de op dit moment zo populaire “endorsements”, of “aanbevelingen”, waarbij je simpelweg bijvoorbeeld kunt aangeven dat Jantje of Marietje goed kan omgaan met MS Office. Nee, een compliment is echt een stukje tekst, wat over jou gaat en over jouw kunnen en kunde.

Ook moet je zorgen dat je veel onder de “Aandacht” komt, de vierde “A”. Hieronder valt ook voor een deel de “social engagement”. Toon oprecht aandacht en interesse voor mensen en zorg ervoor dat je ook dingen onthoudt, die mensen je vertellen. Zo kun je er later nog eens naar vragen.

Op deze manier werk je dus aan je “Aantrekkelijkheid” en dat is dan de vijfde “A”.

Grappig genoeg draagt dit allemaal bij aan je online reputatie en vind je deze informatie ook tussen de regels door in de verschillende blogartikelen en in de podcast. Dus omgekeerd kun je de meeste van mijn reputatie tips ook gebruiken, als je werkzoekend bent en je aan je online reputatie wilt werken.

Jeanet Bathoorn sluit het artikel ook af met de opmerking dat dit eigenlijk open deuren zijn, die ze in het artikel intrapt. En ze verbaast zich er ook over, dat veel mensen niet inzien, of willen inzien, dat we in een andere tijd leven, dan vijf jaar of langer geleden. De tijden zijn veranderd en je moet met je tijd mee, wil je inderdaad nog “aantrekkelijk” worden gevonden door potentiële werkgevers. Als jij maar aantrekkelijk genoeg bent, wordt jij gevonden, in plaats van dat jij een potentiële werkgever moet zoeken!

Volgens Jeanet ben je dan geen “werkzoeker” meer, maar word je “werkvinder”!

En laten we eerlijk zijn, als je werkzoekend bent, is het heel gemakkelijk om je te verschuilen achter heel druk zijn met het schrijven van sollicitatie e-mails en dergelijke. Maar daar vul je echt je hele dag niet mee. Dus blijft er ook tijd over, om aan je online reputatie te werken, om daarmee je kansen op een nieuwe baan extra te vergroten.

Het argument dat je er geen tijd voor hebt, is dus niet echt valide. Je moet er gewoon tijd voor maken! Het is een kwestie van “prioriteit”!

In het artikel stond de tweede “A” voor “Alert”. Hier heb ik nog een leuke tip over. Die heet ook letterlijk “Google Alerts”. Je kunt deze dienst vinden op www.google.nl/alerts. Met deze dienst kun je heel goed op de hoogte blijven wat er wereldwijd speelt ten aanzien van bepaalde onderwerpen die voor jou van belang zijn.

Zo kan ik me goed voorstellen, dat je als bedrijf in het kader van reputatiemanagement precies wilt weten, wat er waar over jouw bedrijf wordt geschreven. Zodra jouw bedrijfsnaam ergens op Internet opduikt, wil je graag een signaaltje krijgen, zodat je kunt nalezen wat er over je bedrijf wordt gezegd, waarna je er op kunt reageren. Zoals Gé Bouma ook in de vorige podcast vertelde, kun je op deze manier veel reputatieschade in de kiem smoren, nog voordat het escaleert.

Als je naar de URL www.google.nl/alerts gaat, zie je het scherm, zoals ik dat in de show notes heb opgenomen.

In het eerste veld kun je de zoekterm opgeven, bijvoorbeeld je bedrijfsnaam.

Daarna moet je kiezen, of je alles van Google wilt doorzoeken, of dat je alleen specifiek bijvoorbeeld wilt zoeken in: nieuws, blogs, video, discussies of boeken. Ik raad je aan om te beginnen met alles te doorzoeken.

De volgende keuze die je moet maken, is hoevaak je een alertsignaal van Google wilt ontvangen. Je kunt daarbij kiezen uit onmiddellijk, één keer per dag of één keer per week.

Daarna moet je aangeven of je alle resultaten wilt zien, of alleen de beste resultaten.

En tenslotte kun je aan Google melden of je de resultaten per mail wilt ontvangen, of in de vorm van een RSS-feed, die je leest in een RSS-reader. Als je op dit moment nog helemaal niets doet met een RSS-reader, raad ik je aan gewoon te kiezen voor e-mail.

Je ontvangt dan met het door jou gekozen interval updates die Google op Internet voor je heeft gevonden, over de door jou opgegeven zoektermen.

Het spreekt voor zich dat je een Google account nodig hebt, om deze dienst te kunnen gebruiken. Maar je kunt Google Alerts natuurlijk voor de meest uiteenlopende zaken gebruiken, om op de hoogte te blijven. Het voordeel is dat het nieuws naar jou komt, in plaats van dat jij elke keer op zoek moet naar het nieuws.

In plaats van alleen maar in de gaten te houden wat er over jouw bedrijf wordt geschreven, kun je natuurlijk ook alerts instellen op de namen van je concurrenten, of de twitternamen van je kinderen. Of als je wilt weten wat er bijvoorbeeld wordt geschreven over “schilders in Arnhem”, dan kun je ook daar een alert voor instellen. Als er geen nieuws is, dan ontvang je ook geen mail.

Dus als jij je alerts goed hebt ingesteld, komt al het voor jou relevante nieuws naar je toe.

Deze gratis dienst van Google kan je dus ook helpen met het bewaken van je eigen online reputatie en mijn advies is: kijk er eens naar en zie of je er iets zinnigs mee kunt. Ik vind de service erg handig en ik maak er dan ook dankbaar gebruik van.

Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen

doorEduard

Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.

De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.

Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.

Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.

Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.

Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.

En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.

BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!

Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.

Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!

Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.

Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.

Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:

Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.

Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.

Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.

Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.

Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.

Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.

Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.

Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.

Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.

Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.

Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!

Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.

Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.

Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.

Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!

Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.

Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:

 

  1. Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-

  2. Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google

  3. De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.

Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.

En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.

Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.

Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?

Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.

Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.

Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.

Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.

Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.

De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:

Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.

Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.

Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.

Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.

In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.

In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:

  1. Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)

  2. Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)

  3. Geen URL naar de website opgegeven (19%)

  4. Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)

  5. Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)

Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.

Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!

Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.

En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.

Enkele markante statistieken uit dit artikel:

  • 80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht

  • 45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen

  • 1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen

  • 1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht

Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:

  1. Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden

  2. Het inzetten van lokale zoekmachine marketing

Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:

Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.

Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.

Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.

Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.

Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.

Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.

Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.

YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.

Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.

Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.

DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.

Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!

Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.

Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:

  1. Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.

  2. Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.

  3. Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.

  4. Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.

  5. Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.

Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.

Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.

Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).

Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

 

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Social media evolutie of revolutie? (INFOGRAPHIC)

Social media heeft natuurlijk een revolutie doorgemaakt en als je zo de invloed van de diverse media in ogenschouw neemt, dan bekruipt mij dikwijls het gevoel dat het einde nog lang niet in zicht is. Met andere woorden: de sociale media krijgen nog meer invloed op ons leven en ons functioneren.

Sommige mensen raken al Facebook-moe of stoppen een tijdje op Twitter en nemen een Twitter-vakantie. Hierdoor zijn veel verschillende oorzaken aan te wijzen. Desalniettemin maken de diverse social media nog steeds een revolutie door. Neem nu bijvoorbeeld Pinterest: dit bedrijf groeide vorig jaar met meer dan 1.000%!! Duizend procent! Dat is gigantisch! In 2012 was het ook de site die het snelste de 100 miljoen bezoekers behaalde.

Op LinkedIn komt er iedere seconde een nieuwe gebruiker bij. En zo komt social media ook ons privéleven binnen: al 1 op de 5 stellen hebben elkaar leren kennen op Internet en ook 1 op de 5 echtscheidingen wordt inmiddels al geweten aan Internet.

Ik vond onderstaande infographic en het stukje wat mij aansprak en aanzien van reputatie staat iets onder de helft:

[note_box color=”yellow”]

  • 90% van de consumenten vertrouwt reviews
  • maar slechts 14% vertrouwt advertenties!![/note_box]

Laat dit voor ondernemers ook weer een reden zijn om meer te werken aan hun online reputatie en klanten en opdrachtgevers om een review of een recensie te vragen na het leveren van een product of dienst.

Ben je het hiermee eens? Of niet? Laat het hieronder weten!

Social Media Revolution: facts and figuresBron: JessicaDraws.com