Tag archief Facebook

doorEduard

Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer dertien!

De ReputatieCoaching Podcast is voor iedereen die wil werken aan zijn of haar online reputatie, zodat ze hun reputatie voor hen kunnen laten werken! In andere woorden: ik help zowel kleine zelfstandigen als grote bedrijven hun reputatie te verbeteren, de omzet en daarmee de winst te vergroten door hun vindbaarheid op Internet te verbeteren.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)Je bent natuurlijk weer nieuwsgierig naar de onderwerpen die ik vandaag voor je klaar heb staan om te behandelen. Hier komen ze dan! Als eerste heb ik diverse nieuwsberichten met om te beginnen nieuws over Posterous, gevolgd door nieuws over American Express die je laat betalen met een Twitter hashtag. En ben je je reputatie zat, dan heb ik negen manieren voor je, hoe je je reputatie snel ten gronde kunt helpen.

Dan kreeg ik de vraag of het slim is om twee of meer domeinnamen allemaal naar dezelfde website te laten verwijzen. Het uitgebreide artikel van deze week gaat over de top-20 factoren die een rol spelen bij het hoger scoren in de lokale zoekresultaten op Google+ Local.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je moet ervoor zorgen dat je baas bent over je eigen weblog en website. Wees hierin niet afhankelijk van andere partijen, anders dan voor de hosting. En zorg ervoor dat je met regelmaat backups maakt van je data en de content van je website. Nogmaals: plaats je belangrijkste weblog of website niet bij één of andere dienst.

Op 21 januari bleek namelijk dat Posterous, een blogging site die sinds maart 2012 eigendom is van Twitter, stopt. Vanaf die datum was het al niet meer mogelijk om je in te schrijven als nieuwe gebruiker. En vorige week is bekend geworden dat Posterous per 30 april definitief stopt. Vanaf die datum kunnen gebruikers geen blogposts meer aanpassen en zijn de blogs ook niet meer te bekijken…

Dat is nogal een teleurstelling voor de letterlijk miljoenen gebruikers. Gelukkig biedt Posterous wel de mogelijkheid om blogs in de vorm van een zip-file te downloaden. Op Internet zijn voldoende beschrijvingen te vinden van hoe je de data van Posterous kunt migreren naar bijvoorbeeld Blogspot van Google, WordPress of Tumblr. Er is zelfs een website die de migratie voor je kan doen, namelijk www.justmigrate.com. Logischerwijs draait deze site nu overuren en kunnen ze niet alle migraties meteen uitvoeren. Maar ze doen hun best om de hausse aan migratieverzoeken zo snel mogelijk te verwerken.

In de intro zei ik het al: American Express laat je betalen met een Twitter hashtag. Deze actie is alleen nog maar beschikbaar op de Amerikaanse site van American Express, maar ik vond het toch leuk om er hier iets over te vertellen. Het is weliswaar gebruik maken van social media, maar dan eens op een heel andere manier!

Deze tryout heet “AmEx Sync!” en in de show notes heb ik een video opgenomen en een link naar de desbetreffende pagina op de site van American Express. Wow, dat is grappig! Toen ik voor het eerst keek naar deze mogelijkheid, was er alleen “Sync with Twitter”, maar ik zit nu net eventjes de pagina op te zoeken en nu zie ik dat er ook al “Sync with Facebook” is en “Sync with Foursquare”. Hieruit blijkt dat American Express hier snel verder in gaat!

Bekijk eerst eens de onderstaande video:

Terugkomend op betalen per Twitter. Je kunt tweets versturen met bepaalde hashtags. Hiermee spaar je dan punten voor bijvoorbeeld een kop koffie. Later kun je die punten dan inwisselen voor een daadwerkelijke kop koffie.

Stel je bent het hele reputatiegedoe zat en je wilt af van je opgebouwde, goede reputatie. Hoe doe je dat dan? Hiervoor heb ik maar liefst negen tips voor je, waarmee je je reputatie in korte tijd ten gronde kunt helpen.

Op de eerste plaats: geen interactie met je lezers, luisteraars of volgers toestaan. Als je een statische website hebt, zonder bijvoorbeeld de mogelijkheid om reacties te posten, is dit het begin van het einde.

Ten tweede: wees anti-sociaal. Tja, iedereen zegt geen tijd te hebben voor social media. En als je dan toch een maand of zo alleen maar je aanbiedingen gaat Tweeten, zie je dat niemand nog iets bij je heeft gekocht of besteld en dus schuif je dan Twitter aan de kant. Op Facebook hoef je ook niet te zitten, want je vrienden kopen niet bij je, zeg je nog. En Google+ is voor nerds, want daar snap je al helemaal niets van.

Geeft niets: zo kom je snel van je schaarse volgers af… die zoeken namelijk hun sociale contacten dan wel bij je concurrent!

Als derde tip om snel je reputatie kwijt te raken: ga blogberichten schrijven voor de zoekmachines. Doorspek ze met vrijwel onleesbare zinnen, waarin je al je trefwoorden inclusief twaalf varianten per trefwoord om de regel laat voorkomen. Je site mag dan misschien wel tijdelijk hoger in de zoekresultaten verschijnen, maar niemand zal iets bij je bestellen en op den duur je site dus ook links laten liggen. Gegarandeerd succes, als je snel van je website bezoekers af wilt!

En niet behulpzaam zijn is de vierde tip om snel je reputatie te laten dippen.

Als vijfde: haal alle contactmogelijkheden van je site. Dus verwijder je adres, telefoonnummer, twitter account etc. Geef de indruk dat de site totaal inactief is en dat je niet meer te vinden bent. Zo heb je het snel erg rustig!

Als je dan ook nog eens eigenwijs bent en vindt en ook communiceert dat jij altijd gelijk hebt, jaag je de mensen nog sneller van je site. Als je bij commentaar meteen agressief wordt en je middelvinger al of niet letterlijk opsteekt, versnel je dit proces nog meer.

De zevende katalysator voor het snel kwijtraken van bezoekers is om een rommeltje te maken van je website. Zet hem vol met affiliate banners en maak de navigatie totaal onduidelijk. Haal ook eventuele zoekmogelijkheid van je site af.

En het gebruiken van schuttingtaal op je site draagt ook meestal bij tot het snel verjagen van de mensen die zich door de vorige zeven tips nog niet hebben laten intimideren.

En de negende tip is het toepassen van smerige tactieken: foute kleine lettertjes, fake testimonials, spammen van mensen of moeilijke uitschrijfmogelijkheden voor je mailinglist introduceren.

Als het echter te doel is om je klanten te behouden, doe dit alles dan vooral niet, Nee, dan moet je je klanten pamperen, koesteren, in de watten te leggen en je sociaal opstellen. Ofwel: wees een goed, gul, eerlijk en ethisch persoon! Als je dat combineert met goede content en je zorgt er ook voor dat je die content goed onder de aandacht brengt van de juiste doelgroep, dan positioneer je jezelf maximaal voor succes!

Ik had het zojuist over sociale betrokkenheid bij je lezers en luisteraars. Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/13. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Van de week vroeg iemand mij terloops of het verstandig was om twee of meer domeinnamen naar dezelfde website te laten verwijzen. Nou euhhh… Deze persoon had maar liefst negen domeinnamen naar dezelfde website wijzen. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit beslist geen positief effect heeft op je scoring in de zoekmachines. Die zullen jouw content snel aanzien voor spam. Voorheen duikelden al je sites snel de vergetelheid in, maar tegenwoordig stuurt Google een nette mail naar de webmaster, als die bij hen bekend is, waarin ze het probleem signaleren.

Ik ben eens gaan zoeken en natuurlijk heeft Matt Cutts, hoofd van de webspam afdeling van Google, hiervan een korte film gemaakt, die ik in de show notes heb ingevoegd.

Hij vertelt in deze video, dat Google veelal slechts één site zal nemen en zal ranken. Ook al heb je een klein aantal verschillende top-level domeinen met dezelfde content, dus bijvoorbeeld bedrijf.nl, bedrijf.com en bedrijf.fr enzovoorts, dan zal Google dit over het algemeen niet zo snel als spam bestempelen. Want Google weet dat spammers over het algemeen heel andere tatieken gebruiken om zoveel mogelijk backlinks te creëren etc. Een kenmerk van spammers is bijvoorbeeld dat zij niet vaak de moeite nemen om verschillende top-level domeinen te gebruiken, zoals .fr, .co.uk., .de en dergelijke.

Ik kan je overigens ook van harte aanraden je te abonneren op de RSS-feed van het Google Webmaster Central weblog, als je in deze materie bent geïnteresseerd. Daar kun je wekelijks een aantal leerzame artikelen van Google lezen, waar je je voordeel mee kunt doen. De link hier naartoe vind je terug in de infobox, onderaan de show notes van deze podcast.

Als laatste topic van deze podcast vandaag: Google+ Local. Ik heb het er al eens eerder over gehad, maar het wordt inmiddels duidelijker dat Google steeds meer waarde hecht aan lokale zoekresultaten. Zoek maar eens op bijvoorbeeld “bakkerij Apeldoorn” op Google en je ziet dat meer dan de helft van de bovenkant van de pagina wordt ingenomen door lokale zoekresultaten. Pas daarna volgen de organische zoekresultaten.

Soms heeft Google het ook wel eens fout, of beter gezegd: iets minder goed. Ik heb je in diverse voorgaande podcasts en artikelen verteld dat ik trouwambtenaar Hetty Wennekendonk uit Apeldoorn help om met haar website hoger in de zoekresultaten te komen. Zij heeft recentelijk de PIN-code van Google ontvangen en dus hebben we haar lokale Google+ pagina kunnen verifiëren. Tot dusver ging alles voorspoedig.

Maar afgelopen week was ik in Google aan het zoeken op de zoekterm “trouwlocatie Apeldoorn” en ik was hogelijk verbaasd dat ik de Google+ Local pagina van Hetty op de tweede positie zag staan. In de show notes zie je een screendump staan. Bij deze zoekpoging ben ik niet ingelogd en toch zie je hierop duidelijk dat zij als trouwambtenaar op de “B”-positie staat.

Op de website “www.search-motive.com” las ik een leuk artikel over de 20 belangrijkste factoren die een rol spelen bij het scoren in de Google+ Local zoekresultaten. Deze wil ik dan ook hier met je delen. Als eerste de top-5 factoren ten aanzien van je Google+ Local pagina, ook wel bekend als de oude “Google Places pagina”:

  1. Claim je Google+ vermelding – op zich klinkt dit logisch, maar zoals ik ook al in een vorige podcast vertelde heeft de meerderheid van de ondernemingen hun Google+ Local pagina nog niet geclaimd. Dus waarschijnlijk hebben je concurrenten dit ook nog niet gedaan en kun jij er voorlopig je voordeel mee doen.
  2. Stel de juiste categorieën in – je kunt maximaal vijf categorieën instellen om je bedrijf onder te vermelden. Gebruik die ook, als dat nodig is. Maar draaf hier niet te ver in door. Ten aanzien van die trouwambtenaar had ik een uitdaging: de enige categorie die enigszins in de buurt kwam was: “evenementenbureau”. Deze vlag dekt niet de lading, dat weet ik, maar iets beters kon ik niet kiezen, want je bent -tot grote ergernis van veel ondernemers- nog steeds overgeleverd aan de beperkte set categorieën, waar Google je uit laat kiezen.
  3. Je product of dienst in je bedrijfsnaam – Ga dit niet forceren bij het aanmaken van je bedrijfsvermelding op Google+ Local. Maar als je bedrijfsnaam -zoals die bij de Kamer van Koophandel is vastgelegd- je product of dienst bevat, dan helpt dit om te scoren in de lokale zoekresultaten.
  4. Voeg foto’s toe – Je kunt maximaal 10 foto’s bij je vermelding toevoegen, maar Google ziet er graag tenminste vijf. Deze dienen ervoor om je business te promoten, dus kies daarvoor dan ook mooie en kwalitatief goede foto’s!
  5. Je product of dienst in je bedrijfsomschrijving – het vermelden van je producten en diensten in je bedrijfsomschrijving helpt ook. En bedenk dat je tegenwoordig ook vanuit je bedrijfsomschrijving kunt linken naar bepaalde pagina’s op je website. Maak daar gebruik van, maar net als met alle andere acties: doe het met mate en draaf dus niet te ver door.

Ten aanzien van je website en domeinnaam beschrijft dit artikel de volgende top-5 punten:

  1. Autoriteit van je website – Deze wordt traditioneel bepaald door (1) je website zo in te richten dat Google alle content goed kan vinden en (2) externe links naar je bedrijf en vermeldingen van je bedrijf.
  2. Plaats, regio of provincie in de titel van de webpagina waar je Google+ Local vermelding naar verwijst – Als je slechts één bedrijfslocatie hebt, laat je je Google+ Local pagina hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar je home pagina. Als je meerdere locaties hebt, dan moet je een aparte pagina op je website hebben, per locatie. En elke Google+ Local vermelding moet dan verwijzen naar de desbetreffende individuele pagina op je website. Vergeet dan ook niet de plaats, provincie en eventueel het adres en/of telefoonnummer van elke locatie in de paginatitel van elke pagina te zetten.
  3. NAPT op website stemt overeen met NAPT op Google+ Local – Google houdt van consistentie. Dus zorg ervoor dat al je bedrijfsvermeldingen (Naam, Adres, Postcode/Paats en Telefoonnumer) overal hetzelfde is. Gebruik ook indien mogelijk zoveel mogelijk dezelfde formatting en schrijfwijze. Dus schrijf telefoonnummers overal hetzelfde en gebruik altijd “ … en …” of “… & …”, maar gebruik het consistent. Overweeg ook of je je bedrijfsvermelding (Naam, Adres, Postcode/Plaats en Telefoonnummer) bijvoorbeeld overal in de zijbalk of in de footer van elke pagina plaatst. Dit kan helpen.
  4. Product of dienst en locatie in de URL van de webpagina – Als je Google+ Local pagina naar de homepagina van je website verwijst, kan dit niet, maar als je meerdere locaties hebt en je hebt op je website ook een individuele pagina per locatie, dan zou je de product/dienst en/of locatie ook in je URL kunnen gebruiken.
  5. NAPT in schema.org opmaak – Ik heb in podcast 3 en podcast 5 al verteld over schema.org. Als je je adres op je website vermeldt, zorg er dan voor dat je web designer deze zogezegd “onderwater” correct markeert door middel van schema.org tags. Dit is niet zichtbaar voor de mensen die je webpagina’s bezoeken, maar het helpt zoekmachines om dat stukje tekst te identificeren als het adres van je bedrijf.

Ook vermeldingen op andere sites spelen een rol bij de positie van jouw bedrijf in de lokale zoekresultaten. Waar vroeger het aantal links naar je site ongeveer de enige factor was die je positie bepaalde, spelen tegenwoordig “citations” een heel belangrijke rol. Citations zijn bedrijfsvermeldingen, waarin de NAPT gegevens worden getoond. Het artikel beschrijft de volgende top-5 zogenaamde “offsite” aspecten:

  1. Hoeveelheid gestructureerde citations – Een gestructureerde citation is een vermelding van de NAPT-gegevens van jouw bedrijf op een andere site. Hier geldt simpelweg als een belangrijke factor: hoeveelheid. Dus over het algemeen: hoe meer, hoe beter!
  2. Kwaliteit / autoriteit van je citations – Het spreekt voor zich dat een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op bijvoorbeeld je Facebook bedrijfspagina of op TomTom Places meer waarde heeft, dan een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op het persoonlijke weblog van je nichtje. Hier geldt dus dat kwaliteit wel boven kwantiteit (hoeveelheid) gaat. Maar het blijft altijd een mix van beide factoren.
  3. Consistentie van de bedrijfsgegevens – Dit betekent dat je bedrijfsgegevens overal zoveel mogelijk hetzelfde moeten zijn. Onjuiste of inconsistente bedrijfsgegevens hebben een negatief effect op je positie in de lokale zoekresultaten. Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld je adres of telefoonnummer, maar ook voor je openingstijden. Zorg er dus voor dat ook overal bijvoorbeeld je openingstijden hetzelfde zijn: niet alleen op je website en op Google+ Local, maar ook bijvoorbeeld op www.openingstijden.nl.
  4. Kwaliteit / autoriteit van ongestructureerde of onvolledige citations – Dit zijn vermeldingen van je bedrijf in een blog of andersoortig webartikel, waarbij bijvoorbeeld alleen je bedrijfsnaam en je diensten wordt genoemd, maar niet je telefoonnummer.
  5. Kwaliteit / autoriteit van de sites die naar jouw site linken – Simpelweg links van “jan en alleman” vragen naar je site (of nog slechter: linkruil doen met elke site die maar naar je wil linken) is heel tijdrovend en voegt tegenwoordig niet veel meer toe. Je kunt beter die tijd besteden aan het maken van kwalitatief goede content of een link van een site met een zekere mate van autoriteit te krijgen.

De laatste top-5 gaat over reviews. Het begon voornamelijk in de hotel- en reisbranche met sites, zoals Zoover, TripAdvisor en dergelijke. Maar tegenwoordig is het voor elk bedrijf belangrijk om reviews te verzamelen. Je kunt reviews verzamelen op diverse sites, zoals Google+ Local, Facebook, Yelp en natuurlijk ook gewoon op je eigen site door middel van een invulformulier. Ga beslist geen reviews faken of mensen overal dezelfde reviews laten posten, dat werkt averechts!

Het artikel noemt de volgende top-5 ten aanzien van reviews:

  1. Aantal reviews op Google+ Local – Hoewel niet geheel zaligmakend, draagt een groot aantal reviews op Google+ Local zeker bij tot een hogere vermelding in de lokale zoekresultaten. Als je tien of meer reviews hebt, wordt de zogenaamde Zagat-rating op Google vermeld. Dat is een score van je bedrijf op een schaal van maximaal 30 punten.
  2. Product / dienst in de review tekst – Dit heb je natuurlijk niet onder controle, omdat anderen de reviews over jouw bedrijf, product of dienst posten. Maar een vermelding van het product of de dienst in een review helpt.
  3. Hoeveelheid van reviews op “andere” review sites – Er is meer in de wereld dan de reviews op Google+ Local. Ook Google houdt rekening met reviews die ze op andere sites met een grote mate van autoriteit kunnen vinden. Dit zijn bijvoorbeeld sites als Yelp, Tupalo, TripAdvisor, Qype enzovoorts.
  4. Locatie in de review tekst – Net als met nummer 2 in deze top-5 geldt ook hiervoor dat je er geen of weinig controle over hebt. Maar het vermelden van de plaatsnaam waar je bedrijf is gevestigd, helpt.
  5. Snelheid waarmee je Google+ Local reviews verwerft – Als je de podcasts volgt en je leest de diverse andere artikelen die ik zoal post, is het verleidelijk zo snel mogelijk en zoveel mogelijk recensies of reviews op Google+ Local te verwerven. Google ziet dit als spam en dit heeft een ongewenst effect, namelijk dat je site lager gaat scoren. Het is beter om rustig reviews te verzamelen over de tijd, zodat Google een constante stroom van recensies ziet. En denk erom: het is voor veel bedrijven niet geloofwaardig om maandelijks tientallen recensies te krijgen. Een stuk of 2-3 per maand is al gigantisch mooi en als je dit kunt volhouden, zal je bedrijfsvermelding echt in de lokale zoekresultaten stijgen.

Samenvattend: lokale SEO kost tijd… Veel tijd. Je moet dus geen magische resultaten verwachten als je ergens een review krijgt of je bedrijf weer ergens in een site hebt aangemeld. Nogmaals: het kost tijd! Soms echt weken of zelfs maanden. Geef het dan ook die tijd en ga niet proberen slimmer te zijn dan “het systeem”. Dat werkt misschien eventjes, maar zal je op den duur echt lager in de resultaten brengen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

ergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Ook kun je naar dit e-mailadres je vragen sturen of een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 12 (18-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer twaalf!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 12 (18-02-2013)Hallo en welkom bij de ReputatieCoaching Podcast! In deze podcast deel ik nieuws uit de Internet en Content Marketing wereld en geef ik praktische tips over hoe je vandaag al kunt beginnen met het verder opbouwen van je online reputatie en het vergroten van je vindbaarheid op Internet. Zo zorg je ervoor dat je meer potentiële klanten naar je site trekt en dus meer omzet en dus winst kunt maken. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

Tjongejonge, afgelopen week heb ik weer zoveel leuke en interessante artikelen gelezen, het was gewoon lastig om te moeten kiezen. Het liefst zou ik ze allemaal behandelen, maar dan wordt de podcast helemaal zo lang. Dus de onderwerpen die ik voor deze twaalfde podcast voor je heb uitgekozen zijn als eerste: minder links in Google Webmaster Tools, ten tweede: vitamine F en vitamine T vakanties, en als derde iets over de grootste dreiging voor Yelp en recensies in het algemeen. Afgelopen week was het Valentijnsdag, dus daar heb ik ook nieuws over. Als laatste onderwerp heb ik zeven zinloze SEO-activiteiten voor je.

Een goede anderhalf tot twee weken geleden ontstond er grote paniek in de diverse SEO communities en online groups etc. over het feit dat een boel mensen opeens veel minder backlinks zagen in Google Webmaster Tools. Ik las in een artikel van Barry Schwartz op searchengineland.com dat werkelijk tientallen mensen dit probleem leken te hebben.

Uiteindelijk was het een kleine hiccup in Google Webmaster Tools en was het in iets meer dan een week opgelost en hadden de webmasters hun felbegeerde linkjes weer terug.

Zo zie je maar: soms kan zelfs de techniek bij Google falen en als je heel erg veel waarde hecht aan alle getalletjes die je overal kunt meten, dan kan ik me voorstellen dat je behoorlijk in de flipstand schiet, als je je resultaten van de ene op de andere dag zo ziet fluctueren.

it soort storingen gebeuren veel vaker, dus als jou zoiets overkomt raad ik je aan om rustig te blijven en niet meteen de ondergang van de wereld te vrezen. Ga op Internet op zoek of er anderen zijn met hetzelfde probleem of ga op zoek naar de oorzaak. Ga niet direct je hele website omgooien in de angst dat je iets verkeerd hebt gedaan. Mocht dit namelijk toch gebeurd zijn, dan kun je er per direct waarschijnlijk toch niet veel aan doen.

Maar meestal loopt het dus gewoon toch goed af en blijkt het het gevolg te zijn van een storinkje ergens in een paar regeltjes programmacode.

Vitamine F: heb jij er ook zo’n behoefte aan? Of heb je geen idee waar ik het over heb? Nee, het is geen voedingssupplement of iets dergelijks. Vitamine F staat voor Facebook vakantie. Wat dat betreft kan het ook “Vitamine T” heten, voor “Twitter vakantie”. Je leest steeds meer op Internet dat mensen moe worden van al hun drukte op de diverse sociale media, zoals Facebook en Twitter. Op de site marketingland.com las ik in een artikel dat 61% van de 1.006 geïnterviewde volwassen Facebook-gebruikers toegaf een paar weken geen Facebook gebruikt te hebben, omdat ze het gevoel hadden dat ze er even afstand van moesten doen. De redenen liepen uiteen van “Te druk / geen tijd ervoor” (dat zei 21%), “Geen interesse meer” (10%), “Pure tijdverspilling / geen relevante content” (ook 10%). Verder vonden mensen gewoon dat het te negatief was, er teveel tijd aan besteedde of geen Internet toegang hadden. Slechts 2% waardeerde “real life”, dus interactie met mensen in het echte dagelijkse leven waardevoller, en komisch genoeg had 1% er problemen mee vanwege religieuze overwegingen.

Zelf ben ik ook minder op de sociale media te vinden, in ieder geval privé. Bij mij is de oorzaak dat ik gewoon niet voldoende tijd heb om alle berichten van iedereen te lezen: ik ben gewoon te druk met een aantal zaken die voor mij hogere prioriteit hebben!

Zo heb ik een aantal mensen van mijn Facebook tijdslijn gehaald (en ja, ik ben nog wel met ze bevriend), die voornamelijk alleen maar plaatjes of in mijn ogen onzinnige teksten postten. Deze worden dus niet meer getoond.

Op diverse Twitter accounts heb ik het aantal mensen dat ik volg teruggebracht van over de 800-900 naar iets meer dan een dozijn. De rest zit op Twitter verdeeld over een aantal lijsten. Maar die tweets zie ik dus in ieder geval niet.
Ik vind dat mensen dit niet persoonlijk moeten opvatten. Ze kunnen me nog altijd bellen of een berichtje sturen, die ik dan ook zeker lees en waarop ik ook zal reageren, als is het mogelijk iets vertraagd, als gevolg van alle drukte.

Waar ik benieuwd naar ben is jouw ervaring, als luisteraar. Je luistert nu naar de podcast (of je zit deze tekst in de vorm van een transcriptie te lezen), dus dat volg of lees je nog wel. Maar ben jij nog steeds net zo fanatiek op de diverse sociale media zoals Facebook en Twitter als voorheen, of wordt het bij jou ook minder? Heb je ook het gevoel dat je eventjes een vitamine F of T vakantie nodig hebt? Of heb je recentelijk een tijdje afstand genomen van de sociale media? Laat het onderaan de transcriptie van de podcast weten, door een reactie te posten. Je kunt de transcriptie van deze podcast trouwens vinden op www.reputatiecoaching.nl/12.

In het voornoemde onderzoek werd de kandidaten ook gevraagd of ze in 2013 meer of minder tijd op Facebook dachten te zullen doorbrengen. Daarop antwoordde 3% dat ze verwachten meer tijd te zullen doorbrengen, en 27% verwacht minder tijd te zullen doorbrengen op Facebook. Maar liefst 69% verwacht dat het ongewijzigd blijft.

Je kunt de exacte getallen doorlezen in het artikel wat ik onderaan de transcriptie in de show notes heb gelinkt.

Yelp loopt gevaar. Ondanks dat ze in het vierde kwartaal van 2012 een recordomzet hebben geboekt, hebben ze niet navenant veel winst gemaakt. Sterker nog, volgens een artikel op localseoguide.com hebben ze zelfs US$ 5.3 miljoen verlies gemaakt. Natuurlijk zijn Facebook, Foursquare en sinds vorig jaar mei Google+ Local een bedreiging voor Yelp. Maar het grootste gevaar volgens de schrijver van het artikel zit erin dat er langzamerhand zoveel sites komen waar ondernemers moeten betalen om goed gevonden te worden. Dus krijgen de diverse lokale marketing ondernemingen minder inkomsten om personeel voor de desbetreffende regio of stad aan het werk te houden, hetgeen weer een negatief effect heeft op de omzet aldaar. Ergo: één en ander komt dan in een neerwaartse spiraal.

Volgens anderen is Yelp de grootste bedreiging voor zichzelf. Vooral in de VS houden ze er nogal erg pusherige activiteiten op na om citations en extra advertentiemogelijkheden te verkopen.

Een probleem wat alle review sites langzaamaan krijgen is de grote hoeveelheid fake reviews. Yelp heeft op zich ontzettend goede spam filters, maar die staan dikwijls zo strak afgesteld, dat ook reviews van echte mensen plotsklaps naar de eeuwige magneetvelden verdwijnen.

Yelp is daarin echter niet de enige, want de discussiegroepen van Google staan vol met verdwenen reviews, waarvoor geen verklaring is, noch een acceptabele verklaring voor wordt gegeven.

Zelf heb ik er ook iets onder geleden. Zoals je wellicht weet heb je op Google+ Local tenminste tien reviews nodig voor je Google+ Local vermelding, voordat deze met de inmiddels bekende Zagat-score van maximaal 30 punten worden getoond in de zoekresultaten. Ooit had ik voor Allround Fotografie maar liefst 14 reviews, allemaal van echte bruidsparen en bedrijven. Maar door het aanscherpen van de algoritmes door Google hebben we er op dit moment nog maar tien over. Op een gegeven moment zaten we zelfs op 9 reviews!

Een ander probleem met al die review sites is dat: 1) ondernemers langzamerhand geen idee meer hebben, waar ze kun klanten of patiënten om reviews moeten vragen en 2) de mensen die op Internet op zoek zijn naar informatie zien letterlijk sterretjes voor ogen met al die reviews en worden blind voor alle reviews en recensies.

Toch raad ik eenieder aan gewoon door te gaan met het verzamelen van reviews door klanten of patiënten. Vraag ze om deze te posten op Google+ Local, Facebook, Yelp of lokale of branchespecifieke review sites. En vraag natuurlijk niet iedereen om op al deze sites een review te posten. De kans dat je er dan überhaupt eentje krijgt wordt dan al tot een minimum beperkt.

Vergeet Yelp niet! Reden dat ik dit zeg is dat Yelp recensies je helpen in Apple kaarten om boven je concurrenten te worden getoond, als mensen bijvoorbeeld zoeken op de zoekterm “bloemist Rotterdam”.

Met andere woorden: je moet dus wisselen in de sites, waar je reviews verzamelt. Zo bouw je gaande de tijd een aardig arsenaal aan recensies op. En denk erom: Google verwacht heus niet, dat je maandelijks tientallen recensies verzamelt. Als je dat doet, gaan er bij alle social media sites echt alarmbellen af! Nee, als het je lukt om per maand 1 à 2 recensies erbij te krijgen, ben je op zich al spekkoper!

Een laatste tweetal tips over recensies, en dan ga ik door met het volgende onderwerp. Probeer zoveel mogelijk de diverse recensie sites in de gaten te houden om te zien of er nieuwe reviews over je worden gepost. Zo kun je snel en adequaat inspringen op mogelijk negatieve reviews die mensen posten. In vorige podcasts heb ik al genoeg verteld over hoe je je reputatie daarmee mogelijk kunt redden.

De andere tip ten aanzien van de reviews op de diverse sites is: vertrouw niet dat ze er eeuwig zullen zijn. Met andere woorden: websites komen en websites gaan. Dus maak een apart document op je eigen computer of ergens in de cloud bij bijvoorbeeld Google Docs, waar je alle recensies naartoe kopieert en plakt. Bewaar ook de naam, datum en zoveel mogelijk andere gegevens bij elke recensie. En de bron waar je ‘m vandaan hebt.

Deze recensies kun je dan ook altijd hergebruiken en ik raad je ook zeker aan ze op een pagina of op meerdere pagina’s op je site te zetten.

Wow, dat was weer een heel stuk over recensies en het werd onverwacht langer dan gepland. Dus ga ik snel door met het volgende onderwerp: Valentijnsdag.

Valentijnsdag is genoemd naar de Heilige Valentijn die leefde in de derde eeuw na Christus. Bijna 200 jaar later (496 na Christus) werd 14 februari door Paus Gelasius I uitgeroepen tot de dag van de Heilige Valentijn. Het opmerkelijke is dat er in 496 na Christus weinig bekend was over de Heilige Valentijn. Valentijn werd genoemd als één van degenen ‘die terecht door mensen wordt vereerd, maar wiens daden slechts aan God bekend zijn.’
Op zich is het enigszins vreemd dat er een dag wordt uitgeroepen voor iemand, van wie niemand meer weet wat deze gedaan heeft. Ook is de relatie tussen de Heilige Valentijn en een dag voor geliefden ietwat onduidelijk op deze manier. Tot zover een korte blik naar deze onlogische geschiedenis.

Valentijnsdag is afkomstig uit de Verenigde Staten. Men wenste daar meer de nadruk te leggen op liefde dan op anonieme liefde. In de jaren 90 werd Valentijnsdag ook in Nederland populair. Veel retailers begonnen Valentijnsdag aan te grijpen als manier om de verkoop van cadeaus te bevorderen, en met succes. Wereldwijd kwam er Valentijnsdag merchandise op de markt.

De verkoop is ten opzichte van vorig jaar met maar liefst 500% gestegen!!! Dat is dan de online bloemenverkoop in zeven Europese landen, te weten: Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland, Duitsland, Nederland en Oostenrijk.
Hiervan kwam 10,4% van de online aankopen vanaf een iPhone of iPad. Volgens IBM komt inmiddels 14,5% procent van alle bezoekers aan een website van een retailer via een mobiel apparaat. Om je een idee te geven: in 2009 was het totaal aantal online aankopen vanaf een mobiel apparaat slechts zo’n 1%!

Ik denk dat afgelopen Valentijnsdag een boel bloemisten erg ongelukkig waren, vanwege de geringe omzet. En dat, terwijl ze een mega-inkoop hadden gedaan omwille van deze altijd oh-zo populaire dag waarbij iedereen bloemen koopt voor één of meer mensen van wie ze houden.

Want die omzetgroei en toename in verkoop is gegaan naar websites van bloemisten van wie de site wél goed smoelde op een mobiel apparaat. Een kort onderzoek naar een aantal bloemisten hier in Apeldoorn toonde namelijk een aantal potentiële problemen aan, waarvan ik er een paar overduidelijke hier met je wil delen:

  1. Sommige bloemisten stonden op een verkeerd adres vermeld, omdat ze inmiddels waren verhuisd.
  2. Sommige bloemisten hadden geen contactgegevens zoals bijvoorbeeld een telefoonnummer in Google+ Local.
  3. Sommige bloemisten hadden een fantatisch mooie site, maar wel eentje die alleen in Flash werkte en dat doet het niet op iPhones en iPads!
  4. Sommige sites waren niet goed te bekijken op mobiele apparaten.
  5. Sommige bloemisten stonden niet op Facebook Nearby.
  6. Vrijwel geen enkele bloemist was te vinden op “Apple kaarten”.

Samenvattend kunnen we stellen dat bloemisten nu iets minder dan een jaar hebben om hun online vertegenwoordiging te verbeteren, want anders zijn ze met de groeicijfers die ik zojuist meldde, volgend jaar echt de pisang!
Nu gaat dit over bloemisten, maar is jouw site goed te bekijken op een mobiel apparaat? Zijn je contactgegevens overal consistent en actueel? Zijn ze gemakkelijk te vinden op je site? Ben jij te vinden op Google+ Local, Facebook, Yelp en andere lokale of branchespecifieke websites?

Hou deze groeicijfers in de gaten en doe er je voordeel mee. Wacht niet te lang, want voordat je het weet, gaan de mensen die eerst jouw vaste klanten waren, naar je collega die zijn online zaakjes wel goed op orde heeft!

Tussendoor even een leuk feitje om te weten: Google stuurt per maand honderdduizenden mails naar webmasters over hun website. 90% daarvan is gerelateerd aan black-hat technieken. Dat zijn illegale trucs die webmasters uithalen om proberen hun positie in de zoekmachines te verbeteren. Mijn advies hierover is: blijf er verre van en blijf gewoon goede content produceren. Zorg ervoor dat je die content door middel van een goede contentmarketing strategie onder de aandacht van je doelgroepen brengt en bouw zo je business. Op deze manier kan ik je garanderen dat je het in ieder geval voor wat betreft je ranking in de zoekmachines, het langer zult volhouden dan je concurrenten die wel hun toevlucht zoeken tot illegale praktijken!

Eerder deze podcast had ik het al over het nauwlettend in de gaten houden van je website statistieken. Er zijn mensen die hebben apps op hun smartphone om gedurende de dag continu de voortgang van alle metrieken die ze willen weten over hun website, in de gaten te houden. Ook zijn er mensen die de hele dag de realtime rapportage van Google Analytics open hebben staan. Maar tenzij je in de aandelenmarkt zit: wat is je doel hiervan? Geeft het je een kick?

Als je eerlijk bent: houdt het je dan niet van je werk af? Op de website van Search Engine Journal las ik een leuk artikel over 7 meest voorkomende zinloze en tijdverspillende SEO-activiteiten:

  • Nummer 1: elke dag je bezoekersaantallen bekijken. Dit doet vrijwel iedereen die net een nieuwe site lanceert of die sinds kort Google Analytics heeft geïnstalleerd. Maar het is veel beter je te concentreren op het bieden van goede en waardevolle content, waardoor die bezoekers langzaamaan kopers of zelfs in figuurlijke zin “ambassadeurs” van jouw bedrijf of merk worden.
  • Nummer 2: backlinks kopen, of social media aandacht. Het moet toch langzaamaan voor iedereen duidelijk zijn dat het geen zin meer heeft om 10.000 of 100.000 backlinks te kopen?! Sterker nog: je loopt het grote risico dat dit een negatief effect heeft op je scores in de zoekmachines, omdat je wordt afgestraft! En om dan terug te komen op je oude posities, door je aangerichte schade te herstellen, gaat je nog veel meer geld kosten! Er zijn zelfs gevallen bekend van bedrijven die maar opnieuw zijn begonnen met een nieuwe domeinnaam en een nieuwe website, nadat ze van een dergelijke koude kermis thuis waren gekomen.
  • Nummer 3: dichtheid van je trefwoorden meten en sturen. Een tijd geleden heb ik hier al over bericht. Kort gezegd komt het erop neer, dat je je content moet produceren voor mensen en niet voor de zoekmachines. Zoekmachines kopen nooit iets bij je, mensen wel!
  • Nummer 4: nutteloze artikelen uploaden naar directories. Vrijwel alle artikel sites zijn amper meer te vinden in de zoekresultaten. Ook hechten zoekmachines geen waarde meer aan artikelen waarin links naar jouw site of sites staan vermeld.
  • Nummer 5: obsessief je posities in de gaten houden. Dit noemde ik al eerder. Vind rust in de wetenschap dat je waardevolle content produceert en dit op de juiste manier onder de aandacht van je doelgroep brengt. Deze strategie kost tijd, maar zal je geleidelijk echt helpen met het versterken van je posities.
  • Nummer 6: zogenaamde gespinde (of is het “gesponnen”) artikelen publiceren. Deze techniek heeft een aantal jaren gewerkt. Je schreef dan een artikel en ging alle woorden en zinnen iets herschrijven met andere bewoordingen en/of synoniemen enz. En deze artikelen publiceerde je dan ook weer met backlinks naar je eigen site of sites. Dit heeft geen zin meer en kun je dus ook gewoon achterwege laten. Ook hier geldt: spendeer die tijd aan het nóg beter maken van je waardevolle en originele content.
  • Nummer 7: proberen je site zó in te richten dat je een maximale PageRank opbouwt, het zogenaamde “PageRank sculpting”. Google ziet dit soort acties, en ook hiermee zit je zinloos je tijd te verdoen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

Als je wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar:www.reputatiecoaching.nl/12  . Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 10 (04-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer tien!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 10 (04-02-2013)Hallo en welkom bij de ReputatieCoaching Podcast! Naast de wekelijkse podcast ben ik druk bezig het met bedenken en opstellen van een introductiecursus “Zoekmachine marketing”, die over een paar weken online gaat komen. Daarover vertel ik straks meer. Ook heb ik vandaag nieuws over Google+ en Google+ Local, Twitter, Facebook, Yahoo, Foursquare en LinkedIn. Daarmee heb ik dan de meest belangrijke social media volgens mij wel gecovered. En ik duik vandaag in negatieve SEO en wat je kunt doen om slechte links naar je site kwijt te raken.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

Allereerst een actueel voorbeeld van reputatiemanagement in het groot. Je hebt vast wel gehoord van dat vliegtuig van Alitalia, wat afgelopen zaterdag van de landingsbaan raakte op het vliegveld in Rome. De oorzaak is nog niet bekend en er vielen gelukkig geen dodelijke slachtoffers. Wel was er een 16-tal gewonden onder de 50 inzittenden.

Volgens de zogenaamde “standaard”-procedure heeft Alitalia zo snel mogelijk de bestickering van het vliegtuig verwijderd. Op dit moment ligt er dus een geheel wit toestel naast de landingsbaan in Rome.

Het nieuws met de bijbehorende foto’s is dankzij de moderne media natuurlijk binnen no-time over de hele wereld verspreid. Dus het verbaast me, dat een vliegmaatschappij dit dan later alsnog doet, ook al is het volgens hun zeggen een standaardprocedure.


De foto en de link naar het artikel in de Telegraaf vind je zoals altijd in de show notes.

Dan een update over de trouwambtenaar uit Apeldoorn. Zoals je hebt kunnen zien in de diverse instructievideos en hebt kunnen lezen in de bijbehorende artikelen, heb ik trouwambtenaar Hetty Wennekendonk uit Apeldoorn geholpen om haar website beter vindbaar te maken. Eerst was haar site op de zoekterm “trouwambtenaar Apeldoorn” amper te vinden. Het enige wat ik heb gedaan is een typefout uit de Google+ Local pagina halen, ik heb op de site Google Authorship geactiveerd en ik heb de website aangemeld op een aantal websites, zoals Yelp, Foursquare, TomTom Places enzovoorts.

Een tijdje later stond ze op de tiende en negende positie op de voorpagina en ik kan je vertellen dat haar website inmiddels op de tweede positie op de voorpagina van Google staat. Nu komen er alleen klachten van de gemeente Apeldoorn, dat de ambtenaren die in dienst zijn bij de gemeente niet meer zo goed worden gevonden. Bij deze bied ik de gemeente Apeldoorn hiervoor mijn welgemeende excuses aan.

Op de screenshot in de show notes zie je op dit moment tijdelijk niet dat Google Authorship is geactiveerd. Dat zal wel aan Google liggen, want laatst stond het fotootje wel naast de zoekresultaten.

Inmiddels is het zo’n 10 weken geleden dat ik ben begonnen met de acties voor deze website. Dat is op zich een prima resultaat in zo’n relatief korte tijd. Vaak kost het hoger laten ranken van websites meer tijd.

Over de tijd gesproken die het kost om zichtbaar of beter zichtbaar te worden op lokale zoekacties: dit valt binnen de algemeen geaccepteerde en bekende tijd. Ik kwam hierover een leuk overzicht tegen op een website, terwijl ik het nieuws van de afgelopen weken aan het lezen was. Dit overzicht heb ook ik in de show notes opgenomen.


Dit overzicht is geen wet van Meden en Perzen en het toont natuurlijk geen gegarandeerde doorlooptijden. Het is echter wel gebaseerd op praktijkervaring van de schrijver en andere specialisten. Je kunt daarin zien dat het gemiddeld 1-4 maand kan kosten, als je al redelijk scoort, maar meer gevonden wilt kunnen worden. En als je vanuit het niets begint (dus geen website en geen Google pagina), kost het gemiddeld zo’n 4 tot 6 maanden voordat je enigszins vindbaar kunt worden.

Echter, als je iemand hebt ingehuurd die meer schade heeft aangericht dan goed heeft gedaan kan het wel 8 maanden duren, voor je gevonden kunt worden.

Over schade en foute links naar je website gesproken: heb je wel eens gehoord van negatieve SEO? “Negatieve SEO” is het toebrengen van schade aan een website, om daarmee de site-eigenaar direct of indirect schade te berokkenen, of een slechte reputatie te geven. Als je op Internet op zoek gaat naar dit onderwerp, kom je hier zeker informatie over tegen.

Matt Cutts van Google heeft hier op 18 december jongstleden een video van online gezet. Deze video heb ik ook opgenomen in de show notes. Daarin vertelt hij ook over een Google tool, waarmee je eventuele slechte links bij Google kunt aanmelden. Deze tool heet de “Disavow links tool”. Wat je daarmee doet, is eigenlijk aan Google vertellen dat ze bepaalde links niet moeten meetellen bij het bepalen van je ranking in de zoekresultaten.

Je moet hier trouwens wel mee oppassen: als je een fout maakt, kan het gebeuren dat je ook goede links verwijdert. Daardoor kan je site dan nog verder zakken.

De Google “Disavow links”-tool kun je vinden in de Google webmaster tools. Tot een tijdje terug was deze tool alleen in de Engelstalige versie van de webmaster tools beschikbaar, maar tegenwoordig is hij ook in het Nederlands. Ik heb even snel gezocht, maar hij is niet 1-2-3 te vinden in het menu aan de zijkant.

Naast dat anderen mogelijk slechte links naar jouw site kunnen sturen, kan het ook zo zijn dat je ooit in het verleden zelf op diverse obscure sites diensten van anderen hebt gekocht om zo meer links naar je eigen site te verkrijgen met als doel hoger te scoren in de zoekmachines. Mocht dit het geval zijn en je hebt het idee dat die links een negatief effect hebben op je ranking, dan kun je ze ook met dezelfde tool verwijderen.

Een paar nuttige tips als je hiermee aan de slag gaat… Ten eerste: raadpleeg een expert om te zien of het echt zo is. Ten tweede: pas op met welke links je verwijdert. En als laatste: verwacht geen wonderen door hiermee je slechte links te verwijderen. Mogelijk helpt het je na een langere tijd. Want als Google eenmaal heeft gezien dat je slechte links hebt, zullen ze je gedurende een proeftijd mogelijk wat meer in de gaten houden, of je niet terugvalt in je oude gewoontes. Dus heb geduld!

Weet je dat je kunt helpen met het promoten van de ReputatieCoaching Podcast? Als je wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, laat dan bijvoorbeeld een recensie achter in iTunes, of op Google+. Je kunt onze Google+ pagina vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Ook kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, die je kunt vinden op: www.reputatiecoaching.nl/facebook.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/10 .

Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Je kunt op de Hotline natuurlijk ook je recensie inspreken. Laat je stem horen en geef aan, wat je van de podcast en de site vindt. Ook hoor ik het graag als je kritiek hebt. Want zonder kritiek is het een stuk lastiger mezelf te verbeteren!

Zo kom ik van het onderwerp van recensies op de pluim van de week. Die is een paar podcasts achterwege gebleven, omdat ik de pluim van de week niet zomaar toeken.

Deze week had ik dus sinds een paar weken weer eens een verrassend aangename klantervaring en wel op een punt waar je ‘m in eerste instantie absoluut nooit verwacht. Ik had namelijk een probleem met ons ADSL-modem van KPN. Ik ging daarom op zoek naar het storingsnummer. Daar werd ik al voor de eerste keer aangenaam verrast: het was zomaar een gratis 0800-nummer!

Ik toetste het nummer in en nog voordat de eerste ring ten einde was, had ik al een levende medewerkster van de klantenservice aan de lijn! Ik stond echt even met de mond vol tanden, want ik had natuurlijk een voice response dialoog verwacht waar ik de weg zou kwijtraken in de ondoorzichtige menu’s, om dan vervolgens in een eeuwig durende wachtrij te belanden.

Deze vriendelijke dame had binnen no-time het probleem onderkend en zelfs op afstand opgelost. Dus daarvoor krijgt KPN van mij de pluim van de week!

Eigenlijk is het te triest voor woorden dat we als consument zo negatief zijn geconditioneerd en de belabberde dienstverlening, dure 0900-nummers en ellenlange wazige keuzemenu’s aan de telefoon gewoon zonder verdere slag of stoot tolereren…

Deze manier van werken doet de desbetreffende bedrijven geen goed voor hun reputatie. En daarom vind ik het als ReputatieCoach leuk om te zien dat bedrijven zoals KPN hun dienstverlening op een extreem hoog niveau willen tillen door hun best te doen om de geanticipeerde klantervaring totaal op de kop te zetten. Hiermee onderscheiden ze zich dus duidelijk van hun collega’s.

Nieuws uit de markt. Ten eerste: Yahoo! heeft het beste kwartaal sinds 4 jaar afgesloten. Zou dat komen doordat Marissa Mayer daar nu de CEO is, sinds zij 16 juli 2012 van Google naar Yahoo! is overgestapt? Zouden investeerders opeens hierdoor extra aandelen van Yahoo! hebben gekocht, waardoor deze zijn gestegen? We zullen het zien, want tot op heden is het nog niet duidelijk wat deze multimillion dollardame aan het roer bij Yahoo! gaat doen.

Ten tweede: Twitter heeft 250.000 gebruikers gewaarschuwd dat hun accountgegevens zijn gelekt naar hackers. Zij hebben die gebruikers een mailtje gestuurd om hun wachtwoord te veranderen. Tot die tijd is het niet mogelijk in te loggen.

Natuurlijk zijn andere hackers en phishers hier ook weer meteen ingedoken en daardoor zijn er weer mailtjes opgedoken, waar criminelen proberen logingegevens van andere Twittergebruikers te achterhalen. Als je een mailtje krijgt van Twitter, let dan op en klik niet zomaar op de links. Let op of je echt wel verbonden bent met Twitter en niet met één of andere wazige website.

Verder is Twitter volgens diverse nieuwsbronnen inmiddels al 9,9 miljard US$ waard. Dus bijna 10 miljard. Ongelofelijk!
Het is vaak onvoorstelbaar hoeveel bedrijven met gebakken lucht waard kunnen zijn. Twitter heeft gewoon een aantal computers, waarop mensen berichtjes met elkaar kunnen uitwisselen. “Wat is daar nu effectief de waarde van?”, vragen veel mensen zich af.

Blijkbaar zijn de verwachtingen vanuit de markt hooggespannen ten aanzien van wat Twitter kan realiseren als ze bijvoorbeeld een zoekmachine lanceren, of advertenties gaan verkopen.

Twitter weet natuurlijk ontzettend goed wat “hot” is of wat de “trending topics” zijn. Ook kunnen ze uit de tweets van alle gebruikers afleiden wat ieder individu interesseert en bezighoudt. Zo kunnen ze uitermate gepersonaliseerde zoekresultaten of advertenties bieden, die precies aansluiten bij de individuele behoeftes van elke Twitteraar. De sky lijkt de limit ten aanzien van de mogelijkheden, maar tot op heden moet Twitter zich op dat gebied eerst nog waarmaken. Zou het de zoveelste dot-com bubbel zijn die op barsten staat?

Dan een paar korte berichtjes van de diverse sociale media. Facebook heeft inmiddels maandelijks meer mobiele gebruikers dan reguliere PC gebruikers. En mede doordat veel mobiele gebruikers hun smartphone vaak gebruiken om lokaal iets te zoeken, is waarschijnlijk dan ook het aantal lokale adverteerders in 2012 verdubbeld.

Een tijdje geleden heeft Facebook een smartphone app uitgebracht waarmee je je Facebook pagina’s snel en gemakkelijk kunt beheren. De app heet dan ook “Pages”.

Foursquare wilde niet achterblijven en heeft net als Facebook een management app voor smartphones uitgebracht:


Hiermee kun je de statistieken van je Foursquare plaatsen bekijken, updates en speciale acties posten en deze meteen delen op Facebook en Twitter. Ook kun je recente check-ins bekijken.

Dan is er door de Wall Street Journal een onderzoek gedaan naar het meest populaire social media platform voor het MKB. Hieruit kwam LinkedIn als winnaar uit de bus, gevolgd door Facebook. Op de vraag “Welk sociale kanaal brengt je de meeste business?” kwam de eigen website als eerste naar voren met 24%, gevolgd door Facebook met 19% van de stemmen. Uit hetzelfde artikel bleek ook dat Twitter niet werkt voor het MKB.

Als laatste social media platform waar ik aan het begin van de podcast had beloofd er iets over te vertellen, kom ik dan terecht bij Google+ en Google+ Local. Als eerste: inmiddels heeft Google+ de tweede plaats weten te bemachtigen op basis van hun omvang. Wereldwijd liggen ze nu direct achter Facebook en dat terwijl Google+ zichzelf niet ziet als een “tweede Facebook”. Ze willen zich logischerwijs onderscheiden.

Een onderscheidende factor was lange tijd Google Places, later Google+ Local genoemd. Inmiddels heeft Facebook iets soortgelijks met hun Facebook Places en Facebook Nearby. Maar sinds de overgang van Google Places naar Google+ Local waren er problemen bij de gebruikers. Zo waren er gebruikers die foute data kregen, opeens meerdere keren in Google+ Local werden vermeld, of zomaar uit de lokale resultaten werden verwijderd met al hun data.

Sinds vorige week heeft Google+ Local een nieuwe interface gekregen. Naar verluidt ben je nu ook niet meer gebonden aan de standaard Google categorieën, waar je je bedrijf onder moet forceren.

Ik kon die tot op heden echter nog niet testen, omdat die volgens mij nog niet voor Nederlandse bedrijven beschikbaar was. En ik denk dat Google eerst al haar problemen wilde oplossen, die er waren met het samenvoegen van de oude Google Places data met de gegevens van Google+ Local.

Maar opeens kreeg ik gisteravond de mogelijkheid om een Google+ pagina die ik ooit al eens voor Allround Fotografie had gemaakt, te verifiëren als officiële Google+ Local pagina. Natuurlijk heb ik meteen de PIN aangevraagd en zodra ik meer weet, zal ik erover berichten.

En een tijdje geleden heb ik al eens een instructievideo gemaakt over het instellen van Google+ authorship. Hoewel Google al langere tijd naast de “author”-tag ook al de “publisher”-tag onderscheidde, was het niet duidelijk wat je daarmee kon. Inmiddels heeft Google ook daarover helderheid verschaft. Waar je de “author”-tag koppelt aan een persoonlijk Google+ profiel, en je per gepubliceerd artikel teruglinkt naar Google+, begrijp ik dat je voor de “publisher”-tag slechts eenmaal vanaf de voorpagina van je website terug hoeft te linken naar je Google+ Local pagina.

Zodra ik meer nieuws heb over het instellen, het gebruik en het nut van de “publisher”-tag, zal ik ook daar weer een instructievideo van maken.

Mocht je je Google Authorship nog niet hebben ingesteld, dan raad ik je nu toch aan het echt snel te realiseren. Reden hiervoor is de opmerking van Eric Schmidt van Google, die staat in zijn boek dat binnenkort wordt gepubliceerd:

“Within search results, information tied to verified online profiles will be ranked higher than content without such verification, which will result in most users naturally clicking on the top (verified) results. The true cost of remaining anonymous, then, might be irrelevance.”

Ofwel kort gezegd: je wordt straks niet meer in Google gevonden, als je probeert anoniem te blijven!

Met dit advies komt ik aan het einde aan deze tiende ReputatieCoaching Podcast. Ik hoop dat je er weer iets aan hebt gehad en er wat van hebt kunnen leren. Vergeet niet om een recensie te posten, of je reactie onderaan de show notes te typen. Zo help je mij om de content van de ReputatieCoaching Podcast nog verder te verbeteren en nog meer op jouw behoeftes af te stemmen.

Ik wens je de komende week ook weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je later je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 8 (21-01-2013)

Hallo en welkom bij alweer de achtste ReputatieCoaching Podcast. Vandaag stond Nederland aardig stil in een groot aantal files en ik kon gelukkig vanuit huis werken. Met uitzicht op de neerdwarrelende sneeuwvlokjes kreeg ik weer een boel inspiratie voor deze podcast. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 8 (21-01-2013)In deze podcast heb ik de volgende onderwerpen voor je: Yelp gaat niet alleen voor recensies, maar nu ook voor schoonheid en netheid. Ook behandel ik je reputatie op basis van je Klout score, wat tips over bloggen en SEO, een alternatieve manier om citations te verwerven, het aanmelden van je bedrijf op Foursquare en tenslotte weer nieuws over Facebook.

Meer eerst: je kunt helpen met het promoten van de ReputatieCoaching Podcast. Als je wat hebt aan de informatie en je vindt het leuk om naar de podcast te luisteren, laat dan bijvoorbeeld een recensie achter in iTunes, of op Google+. Je kunt onze Google+ pagina vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat mag zowel g-p-l-u-s zijn als de letter “g” met een plustekentje). Ook kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, die je kunt vinden op: www.reputatiecoaching.nl/facebook.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat dan op de website onderaan de transcriptie je reactie of opmerkingen achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/8.

Ten eerste: Yelp. Een tijdje geleden heb ik een instructievideo online gezet waarin ik uitleg hoe je je bedrijf kunt aanmelden bij Yelp. Als je daar eenmaal staat vermeld, word je een twee tot drie maanden later ook zichtbaar in Apple Maps. En natuurlijk kun je vanaf dat je vermeld staat, beginnen met het verzamelen van recensies op Yelp.

Maar in San Francisco is gaat Yelp nu een stap verder, dan het vertonen van de recensies van de gebruikers. Daar is Yelp bij wijze van experiment begonnen met het vertonen van de de mate waarin (vooral restaurants) schoon en netjes zijn bevonden! Dus alleen je reputatie op basis van klantrecensies is daar in “Frisco” niet meer voldoende! Ik ben benieuwd hoelang het duurt, voordat Yelp.nl de bevindingen van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit bij de resultaten gaat vertonen…

Eens iets heel anders: weet jij hoe hoog jouw Klout score is? Weet je überhaupt wat Klout is? Ik doel dan niet op allerlei diensten die je vanuit de figuurlijke “cloud” op het Internet kunt afnemen… Nee, ik heb het over “Klout”, beginnend met een hoofdletter “K” en eindigend op een “t”…

Volgens Wikipedia is Klout een bedrijf dat is opgericht in september 2009. Het opereert vanuit San Francisco en analyseert de sociale media van gebruikers om de invloed van de gebruiker op zijn of haar sociale netwerken te bepalen. Deze score wordt uitgedrukt in een getal tussen de 1 en de 100. Een hogere score betekent dat je een grotere invloed hebt op je sociale netwerken, dan iemand met een lagere score. Zo kijkt Klout bijvoorbeeld naar je tweets op Twitter en het aantal keren dat jouw tweets bijvoorbeeld worden geretweet. Ook kijkt het naar het deel- en “Like”-gedrag van je vrienden op Facebook, je tips op Foursquare, je berichten en +1’s op Google+, de “Likes” en abonnementen op je youTube films enzovoorts, enzovoorts.

Om je een voorbeeld te geven, als je je net bij Klout aanmeldt, begin je met een Klout score van 10. Afhankelijk van je gedrag op sociale netwerken en het gedrag van je sociale netwerk op jouw acties, neemt je score toe. Ik zat na een paar dagen op een score van 52 en ben inmiddels teruggezakt naar 51. Als ik net zo populair wil worden als Justin Bieber heb ik nog wel even te gaan. Want hij heeft een Klout score van 100. En om je nog wat meer voorbeelden te geven: Tiesto zit op dit moment op een score van 88, André Rieu op 81, Peter R. de Vries op 67, Wibi Soerjadi 61 en Rowwen Hèze 58.

De Amerikanen lopen natuurlijk vaak voorop met ontwikkelingen. Daar is je reputatie dus ook echt al gekoppeld aan je Klout score. Ik las laatst dat een bedrijf in de advertentie voor een vacature een minimale Klout score van 30 vereiste voor een bepaalde marketing functie. Iemand met een sterk CV maar een Klout score van 35 werd overschaduwd door iemand met een zwakker CV, maar wel met een Klout score van 61.

Het is natuurlijk niet gezegd dat dit ook zo zal worden in Nederland, maar misschien is het ook voor jou een idee, om eens te kijken hoe hoog jouw Klout score is en wat je eraan kunt doen om ‘m misschien iets op te krikken.

Laat hieronder anders eens weten wat jouw Klout score is!

Dan over bloggen. Zoals ik al eerder een paar keer heb benadrukt is bloggen, ofwel het online publiceren van content cruciaal voor je reputatie en om jezelf te positioneren als autoriteit. Als je niet blogt, dan zal je website, hoe mooi die ook mag zijn, langzaamaan wegzakken in de digitale vergetelheid.

Als je dan gaat bloggen zijn er grofweg twee mogelijkheden: de eerste mogelijkheid is gebruik te maken van een online dienst, zoals wordpress.com, webs.com, Google Sites, Tumblr, Blogspot, LiveJournal et cetera.  De tweede mogelijkheid is om zelf een pakket als WordPress, Expression Engine, Drupal of Joomla te installeren of laten installeren onder je eigen domeinnaam bij een hosting provider.

Veel mensen die net beginnen, kiezen voor de eerste optie en maken gebruik van een standaard online dienst. Daaraan zit natuurlijk een risico: je verbindt je online content wel helemaal aan de desbetreffende dienst en het achterliggende bedrijf. Dus alle content staat echt op hun servers. Het bedrijf achter de dienst kan failliet gaan, of om andere redenen besluiten plotseling je account te sluiten. Dan kan het heel lastig zijn om je met bloed, zweet en tranen gecreëerde content eraf te halen en elders onder te brengen.

Het grote voordeel van alles in eigen hand houden met je eigen domeinnaam, je eigen stukje op een webserver bij een hosting provider en je eigen favoriete Content Management Systeem of blogging-software is dat je alles onder controle hebt. En zeker als je een algemeen softwarepakket gebruikt, kun je met een backup van je website en een backup van je database altijd verhuizen tussen hosting providers.

Zelf ga ik dan altijd nog een stapje verder. Ik ontkoppel ook de mail van mijn hosting provider. Dus de mail komt dan niet meer op de systemen van de hosting provider terecht, maar op een door mij gekozen omgeving. Voorheen gebruikte ik daar Google Apps for Business voor, maar sinds dat niet meer gratis is, adviseer ik mensen gebruik te maken van outlook.com, de opvolger van Microsoft Hotmail.

En zo heeft ieder nadeel ook weer z’n voordeel. Want waar Google Apps je maximaal 10 gratis accounts gaf, kun je nu bij outlook.com maximaal 500 gebruikers aanmaken met elk hun eigen mailadres. Hoe je dit doet, leg ik binnenkort in een aparte instructievideo uit.
Een dergelijke setup is wel iets complexer, maar het grote voordeel hiervan vind ik dat je je mail ergens laat terechtkomen, waarvan de kans groot is dat je er altijd bij kunt. Misschien zie ik spoken of ben ik paranoïde, maar ik schat de uptime van de mail van Microsoft hoger in dan die van een lokale hosting provider. En vaak heb je bij een lokale hosting provider substantieel minder opslagcapaciteit per mail account. In het verleden bij Google Apps en nu bij Microsofts outlook.com hoef ik me nooit meer zorgen te maken over de ruimte die ik nog beschikbaar heb voor mijn e-mail: of het nu 7 gigabyte is, of 10, het is gewoon “immens veel”!

OK, je bent begonnen met bloggen onder je eigen domeinnaam op een eigen stukje webruimte. Dan wil je een stukje verder en je wil de adviezen van anderen opvolgen en je vindt dat je het aantal bezoekers op je site moet vergroten met behulp van SEO. Je gaat hier en daar wat lezen en je leest op meerdere plekken dat je je artikelen moet doorspekken met de door jou gewenste zoektermen.

Dus ga je op een site, zoals de Google AdWords Keyword Tool, op zoek naar voor jouw site of jouw business gerelateerde zoektermen. Je gaat vol overgave je reeds gepubliceerde artikelen aanpassen en nieuwe artikelen druipen van de teksten die lijken op die van WC-Eend, met als motto: “Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend”. Ofwel, je zogenaamde trefwoorddichtheid (Engels: “keyword density”) is minstens een paar procent en je HTML anchorteksten bevatten al je zoektermen. Je vermijdt ook steevast de “klik hier” als gelinkte anchortekst, evenals een gelinkt “lees meer” of “www.jouwsite.nl”.

Hierdoor worden jouw artikelen voor mensen zo goed als onleesbaar, omdat de zoektermen eraf druipen. Maar als je dan wat geluk hebt, zie je de pagina’s van je site inderdaad (tijdelijk) omhoog komen in de zoekresultaten. “Dat belooft wat te worden!”, denk je dan nog…

Je bent ook zo verstandig geweest om Google Analytics in te stellen en je ziet het aantal bezoekers op je site flink toenemen tot niveaus waar je eerst alleen maar van kon dromen! Je ziet inmiddels de gouden bergen die ontstaan dankzij alle opdrachten die gaan binnenkomen van al die bezoekers, al in gedachten voor je…

Maar de opdrachten blijven uit! Je ziet dat de bounce rate op je site toeneemt naar meer dan 70% en de gemiddelde tijd die mensen op je site verblijven is slechts een magere paar seconden… En hierdoor zinken ook je pagina’s als een baksteen in de zoekresultaten naar pagina 10, 20 of nog dieper…

Je grote mailbox had gerust kleiner mogen zijn, want er komt zo goed als geen aanvraag, opdracht of bestelling binnen…

Waar is dit nu fout gegaan??? Op zich ligt het voor de hand: je hebt content geschreven voor de zoekmachines en niet voor de bezoekers. Maar ik heb een zoekmachine nog nooit bij mij een bestelling zien doen. Tot op heden heb ik alleen maar opdrachten gekregen van mensen van vlees en bloed.

Moraal van dit verhaal: ga niet te ver in het overoptimaliseren van je site met zoektermen, trefwoorden enzovoorts. Tuurlijk is het goed om de juiste termen op je site te gebruiken, maar hou het leesbaar voor mensen! Dus kort gezegd: schrijf niet voor de zoekmachines, maar voor de lezers van je blog!

Want de zoekmachines meten hoelang iemand op je site is en als vrijwel elke bezoeker dankzij je overoptimalisatie op jouw vrijwel onleesbare pagina’s terechtkomt, maar daar niet vindt wat hij of zij zoekt, dan is die bezoeker meteen weer weg. Dit is voor de zoekmachines een signaal dat jouw site wel bezoekers trekt, maar eigenlijk geen goede content bevat. En dus zakt je site dan in de zoekresultaten.

En let dan ook op je spelling! Zoekmachines letten er ook op! Zij willen graag goede content aanbieden, om zo hun eigen reputatie te verbeteren. Een enkel typefoutje is heus geen probleem, maar als je site vergeven is van de type-, spel- en stijlfouten, dan loop je kans dat als gevolg hiervan zowel zoekmachines je content lager gaan scoren, als dat bezoekers binnen no-time de “back”-knop klikken, omdat ze zich ergeren aan de fouten op jouw site.

Een paar podcasts geleden heb ik al eens verteld dat vermeldingen van jouw bedrijfsgegevens op Internet, de zogenaamde citations, erg belangrijk zijn om te scoren in de lokale zoekresultaten. Daarbij is het belangrijk dat de naam van je bedrijf staat vermeld, het  adres, postcode, plaats en telefoonnummer. Om in de lokale zoekresultaten te scoren is het niet eens belangrijk dat er een link naar je site bij staat.

Dat is ook de reden dat ik al die instructievideos maak en online zet: om jullie te laten zien hoe je je overal kunt aanmelden. Ik hoop alleen dat je zelf ook verder gaat met aanmelden, bijvoorbeeld op zogenaamde hyperlokale sites of gespecialiseerde sites. Een hyperlokale site is een site met bijvoorbeeld bedrijven in de plaats waar jij gevestigd bent. Een voorbeeld voor Apeldoorn is: www.allebedrijveninapeldoorn.nl. En een voorbeeld van een gespecialiseerde site voor tandartsen is bijvoorbeeld: www.tandarts-spot.nl.

Zo zijn er voor elke bedrijfstak tientallen, zo niet honderden sites waar je je kunt aanmelden, om ofwel lokaal bekend te worden, of met het type van je bedrijf gelist te worden.

Maar een heel ander type sites dat vaak flink zwaar meetelt in de lokale ranking, zijn de zogenaamde document sharing sites. Dit zijn sites waar je een PDF bestand, Word document of Powerpoint presentatie naar kunt uploaden, die je dan vervolgens deelt met de wereld. Een paar bekende document sharing sites zijn: scribd.com, issuu.com, docstoc.com en slideshare.com. De links hier naartoe vind je in de show notes.

Registreer je op deze sites en zorg ook hier dat je alle gegevens invult. Als je nergens je volledige bedrijfsgegevens kwijt kunt, plaats ze dan in het “bio”-, of “over mij”-veld. Maak van je white papers, documenten of PowerPoint presentaties een PDF (zorg wel dat in het document ook je bedrijfsgegevens correct staan vermeld!) en upload deze documenten naar alle document sharing sites, waar je je hebt aangemeld.

Schrijf ook een passende omschrijving bij elk geüploade document en zet daar eventueel ook weer je volledige (en correcte!) bedrijfsgegevens in.

Als je dit doet, kun je in relatief korte tijd met niet al teveel inspanning weer een flink aantal sterke citations erbij krijgen.
Maar mocht je het niet zien zitten om dit zelf uit te vogelen, dan kun je ook gewoon wachten tot ik er een instructievideo van heb gemaakt. Je kunt die dan stap voor stap volgen. Of als je niet wilt wachten en een groot aantal citations wilt, om hogerop te komen in de lokale zoekresultaten, dan kun je een specialist inhuren die dit voor je realiseert. Ik bied dit als dienst aan. Neem contact met me op via het contactformulier, als je meer informatie hierover wilt.

Nu ik het toch over de instructievideos heb: er komen gestaag meer videos online, die je helpen om je bedrijf aan te melden bij de vele relevante sites op Internet. Ik kies ze bewust in een volgorde, waarmee je als je even doorzet, je bedrijf vaak snel boven de concurrenten kunt laten scoren. Zo heb ik afgelopen week een video online gezet, waarin ik uitleg hoe je controleert of je bedrijf op Foursquare staat. En mocht dit niet het geval zijn, dan kun je met die video je voordeel doen, want ik leg ook uit hoe je je bedrijf zelf kunt aanmelden op Foursquare.

En dan ben ik alweer toegekomen aan het laatste onderwerp van deze week: Facebook. De laatste paar podcasts had ik het ook al over Facebook en de meest recente ontwikkeling, Facebook “In de buurt” wordt nu alweer opgevolgd door een nieuwe zoekoplossing, met de naam “Facebook Graph Search”. Deze dienst werd vorige week dinsdag -net na de podcast- door Facebook aangekondigd. Nog niet iedereen heeft er toegang toe. Je moet je ervoor inschrijven en Facebook gaat eerst mondjesmaat ermee experimenteren.

Wat is nu weer Facebook Graph Search? Op de Facebook pagina van Graph Search staat de tekst: “Vind via je vrienden en connecties meer items die vergelijkbaar zijn met de items die je aan het zoeken bent.”. Zo kun je bijvoorbeeld zoeken op “foto’s die mijn vrienden vorig jaar hebben gemaakt in New York”.

Voor meer informatie raad ik je aan de pagina op Facebook erop na te slaan. Je kunt deze vinden op: http://www.facebook.com/about/graphsearch of je kunt de video bekijken die ik in de transcriptie van deze podcast heb toegevoegd:

En in de transcriptie heb ik ook de video opgenomen van de aankondiging van Facebook Graph Search, deels gepresenteerd door Mark Zuckerberg zelf:

Let wel: deze keynote video duurt 45 minuten, dus je moet er wel even voor gaan zitten!

Dat was het dan weer voor deze week! Ik wens je de komende week ook weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je later je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Vanity URL voor je Facebookpagina

Heb jij al een Facebook bedrijfspagina voor je bedrijf? En doe je er ook al iets mee? Zo niet, dan zou ik snel een pagina gaan maken en ook zorgen dat je activiteit op die Facebook pagina gaat vertonen. Reden hiervoor is de nieuwe dienst Facebook “Nearby”, waar ik het ook al over had in de vorige podcast.

En nee, het is echt niet moeilijk. Ik heb afgelopen week voor een pedicure uit Roosendaal een bedrijfspagina gemaakt en de screencast met de uitleg hoe ik dat doe, heb ik online gezet. Als je de intro en het outtro ervan afhaalt, kost het minder dan twee minuten.

Dus de hoeveelheid benodigde tijd kan toch echt niet je argument zijn om het maar weer uit te stellen.

Als je nu achter je computer naar deze podcast zit te luisteren of de transcriptie zit te lezen: pauzeer dan gewoon eventjes de podcast en volg de aanwijzingen in de instructievideo.

Waarom ik dit nogmaals aanhaal is om te voorkomen dat je business verliest of potentiële klanten naar je concurrenten gaan. Dat zou ik jammer vinden.

Maar in deze podcast wil ik er nog iets aan toevoegen. Namelijk, als je 25 of meer “Vind-ik-leuks” voor je bedrijfspagina werft, kun je een zogenaamde “vanity URL” registreren. Daarmee krijg je dus opeens een Facebook URL voor jouw bedrijfspagina in de vorm van bijvoorbeeld: www.facebook.com/pedicureroosendaal !!

Dit is natuurlijk ontzettend sterk en als je ‘m goed kiest, kan je dit ook helpen met het scoren van je Facebook pagina in de zoekmachines en als je sociaal actief bent op je bedrijfspagina, dan heeft dat logischerwijs een positieve invloed op je online reputatie.

Let wel dat je de naam later (nadat je ik geloof een stuk of 70 “Likes” hebt) niet meer kunt aanpassen, dus kies ‘m verantwoord.

» Dit artikel is een transcriptie van het gelijknamige topic in Podcast 7