Tag archief citation

doorEduard

Geotagged foto’s uploaden naar Flickr voor betere lokale vindbaarheid (Instructievideo)

Iets meer dan een week geleden heb ik geschreven over het uploaden van geotagged foto’s naar Panoramio. Een andere site die je helpt te scoren in de lokale zoekresultaten is Flickr. Flickr bestaat al heel lang en is onderdeel van Yahoo!.

Geotagged fotos uploaden naar FlickrEvenals in de vorige video gebruik ik weer de geotagged foto’s van de pedicure uit Roosendaal. Als je dit gaat nadoen, moet je dus ook eerst zelf je foto’s geotaggen. Dit geotaggen kun je heel snel en gemakkelijk doen met het gratis programma Picasa. In een andere video kun je bekijken hoe je je eigen foto’s geotagged met Picasa.

Ik raad je aan om foto’s van een zo hoog mogelijke resolutie te nemen. Of het werkelijk zo is, weet ik niet, maar ik heb ooit eens ergens gelezen dat Google grotere waarde hecht aan foto’s foto’s van betere kwaliteit (lees: resolutie). Dus om het zekere voor het onzekere te nemen, gebruik je dus foto’s die je zo min mogelijk verkleind hebt.

Het proces bestaat grofweg uit de volgende stappen:

  1. Surf naar http://www.flickr.com en meld je aan. Als je al mijn aanwijzingen hebt opgevolgd dan heb je dus inmiddels al lang een Google account en dus raad ik je ook aan om je aan te melden met je Google account. Dan hoef je tenminste niet een apart Yahoo! account in je accountverzameling op te nemen.
  2. Kies je account naam bij Flickr. In de video gebruik ik “pedicureroosendaal”.
  3. Upload je foto’s. Kies de juiste titel bij de foto’s en typ in het description veld de bedrijfsgegevens (citation).
  4. Controleer of de tags goed zijn.
  5. Verifieer dat de foto’s goed op de kaart staan. En geef iedereen toestemming te zien waar de foto’s zijn gemaakt.

Als je net je account hebt aangemaakt, kun je een paar dagen later je account en de foto’s al terugvinden in Flickr, als alles goed is gegaan.

doorEduard

Geotagged foto’s uploaden naar Panoramio voor betere lokale vindbaarheid (Instructievideo)

Naast dat bij een bedrijfsvermelding je bedrijfsnaam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer meewegen in je positie in lokale zoekresultaten, weegt op sommige sites ook mee, als je de GPS-coördinaten EXTRA bij je bedrijfsvermelding hebt staan. En dan hoeven de coördinaten niet eens in de tekst vermeld te staan. Sterker nog: als de GPS-coördinaten IN de foto zijn verwerkt als geotag, dan worden deze meegeteld in de ranking-algoritmes.

Panoramio (logo)In de vorige post heb ik je uitgelegd hoe je foto’s kunt voorzien van de GPS-coördinaten, waar de foto is genomen; het zogenaamde “geotagging”. Ik ga ervan uit dat je dit hebt gedaan voor een paar van je foto’s.

Nu moet je deze foto’s links en rechts in belangrijke sites gaan uploaden. Eén van de sites die meetellen in de ranking in de lokale zoekresultaten op Google, is Panoramio; een site die ook eigendom is van Google.

In onderstaande instructievideo leg ik je uit, hoe:

  • Je je moet aanmelden op Panoramio
  • Je een foto upload naar Panoramio
  • Je de foto van extra tekst moet voorzien, zodat de foto ook meetelt als citation (bedrijfsvermelding)
  • Je de geotags (GPS-coördinaten) van een foto op Panoramio controleert en je foto op de kaart zet

 

 

Hieronder zie je het resultaat in Panoramio. Klik op de afbeelding voor een grotere versie:

Pedicure Roosendaal op Panoramio

Pedicure Roosendaal op Panoramio

Als je foto in Panoramio op de kaart hebt gezet, kan deze worden geselecteerd voor weergave Google Maps. Maar dan moet de foto wel aan een paar voorwaarden voldoen:

  • De foto moet in Panoramio op de kaart zijn gezet
  • Het moet een foto zijn van een gebouw
  • Er mogen geen mensen op te zien zijn
  • Er mogen geen nummerborden van auto’s op te zien zijn

Wanneer je aan deze voorwaarden voldoet, dan zie je na een paar dagen het Panoramio logo onder de foto verschijnen en als je dan op de foto klikt zie je de tekst “Selected for Google Earth”. Dat wil dan nog niet zeggen dat op dat moment je foto ook al meteen vindbaar is op Google Earth. Daar gaat nog enige tijd overheen.

Ook dit is dus weer één van de vele acties die je moet uitvoeren, om een push te geven aan je positie in de lokale zoekresultaten. Mocht je al op de “A”-positie staan, dan raad ik je aan om dit alsnog te doen, want het geeft hoedanook extra gewicht aan je lokale vermelding.

doorEduard

Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer dertien!

De ReputatieCoaching Podcast is voor iedereen die wil werken aan zijn of haar online reputatie, zodat ze hun reputatie voor hen kunnen laten werken! In andere woorden: ik help zowel kleine zelfstandigen als grote bedrijven hun reputatie te verbeteren, de omzet en daarmee de winst te vergroten door hun vindbaarheid op Internet te verbeteren.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)Je bent natuurlijk weer nieuwsgierig naar de onderwerpen die ik vandaag voor je klaar heb staan om te behandelen. Hier komen ze dan! Als eerste heb ik diverse nieuwsberichten met om te beginnen nieuws over Posterous, gevolgd door nieuws over American Express die je laat betalen met een Twitter hashtag. En ben je je reputatie zat, dan heb ik negen manieren voor je, hoe je je reputatie snel ten gronde kunt helpen.

Dan kreeg ik de vraag of het slim is om twee of meer domeinnamen allemaal naar dezelfde website te laten verwijzen. Het uitgebreide artikel van deze week gaat over de top-20 factoren die een rol spelen bij het hoger scoren in de lokale zoekresultaten op Google+ Local.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je moet ervoor zorgen dat je baas bent over je eigen weblog en website. Wees hierin niet afhankelijk van andere partijen, anders dan voor de hosting. En zorg ervoor dat je met regelmaat backups maakt van je data en de content van je website. Nogmaals: plaats je belangrijkste weblog of website niet bij één of andere dienst.

Op 21 januari bleek namelijk dat Posterous, een blogging site die sinds maart 2012 eigendom is van Twitter, stopt. Vanaf die datum was het al niet meer mogelijk om je in te schrijven als nieuwe gebruiker. En vorige week is bekend geworden dat Posterous per 30 april definitief stopt. Vanaf die datum kunnen gebruikers geen blogposts meer aanpassen en zijn de blogs ook niet meer te bekijken…

Dat is nogal een teleurstelling voor de letterlijk miljoenen gebruikers. Gelukkig biedt Posterous wel de mogelijkheid om blogs in de vorm van een zip-file te downloaden. Op Internet zijn voldoende beschrijvingen te vinden van hoe je de data van Posterous kunt migreren naar bijvoorbeeld Blogspot van Google, WordPress of Tumblr. Er is zelfs een website die de migratie voor je kan doen, namelijk www.justmigrate.com. Logischerwijs draait deze site nu overuren en kunnen ze niet alle migraties meteen uitvoeren. Maar ze doen hun best om de hausse aan migratieverzoeken zo snel mogelijk te verwerken.

In de intro zei ik het al: American Express laat je betalen met een Twitter hashtag. Deze actie is alleen nog maar beschikbaar op de Amerikaanse site van American Express, maar ik vond het toch leuk om er hier iets over te vertellen. Het is weliswaar gebruik maken van social media, maar dan eens op een heel andere manier!

Deze tryout heet “AmEx Sync!” en in de show notes heb ik een video opgenomen en een link naar de desbetreffende pagina op de site van American Express. Wow, dat is grappig! Toen ik voor het eerst keek naar deze mogelijkheid, was er alleen “Sync with Twitter”, maar ik zit nu net eventjes de pagina op te zoeken en nu zie ik dat er ook al “Sync with Facebook” is en “Sync with Foursquare”. Hieruit blijkt dat American Express hier snel verder in gaat!

Bekijk eerst eens de onderstaande video:

Terugkomend op betalen per Twitter. Je kunt tweets versturen met bepaalde hashtags. Hiermee spaar je dan punten voor bijvoorbeeld een kop koffie. Later kun je die punten dan inwisselen voor een daadwerkelijke kop koffie.

Stel je bent het hele reputatiegedoe zat en je wilt af van je opgebouwde, goede reputatie. Hoe doe je dat dan? Hiervoor heb ik maar liefst negen tips voor je, waarmee je je reputatie in korte tijd ten gronde kunt helpen.

Op de eerste plaats: geen interactie met je lezers, luisteraars of volgers toestaan. Als je een statische website hebt, zonder bijvoorbeeld de mogelijkheid om reacties te posten, is dit het begin van het einde.

Ten tweede: wees anti-sociaal. Tja, iedereen zegt geen tijd te hebben voor social media. En als je dan toch een maand of zo alleen maar je aanbiedingen gaat Tweeten, zie je dat niemand nog iets bij je heeft gekocht of besteld en dus schuif je dan Twitter aan de kant. Op Facebook hoef je ook niet te zitten, want je vrienden kopen niet bij je, zeg je nog. En Google+ is voor nerds, want daar snap je al helemaal niets van.

Geeft niets: zo kom je snel van je schaarse volgers af… die zoeken namelijk hun sociale contacten dan wel bij je concurrent!

Als derde tip om snel je reputatie kwijt te raken: ga blogberichten schrijven voor de zoekmachines. Doorspek ze met vrijwel onleesbare zinnen, waarin je al je trefwoorden inclusief twaalf varianten per trefwoord om de regel laat voorkomen. Je site mag dan misschien wel tijdelijk hoger in de zoekresultaten verschijnen, maar niemand zal iets bij je bestellen en op den duur je site dus ook links laten liggen. Gegarandeerd succes, als je snel van je website bezoekers af wilt!

En niet behulpzaam zijn is de vierde tip om snel je reputatie te laten dippen.

Als vijfde: haal alle contactmogelijkheden van je site. Dus verwijder je adres, telefoonnummer, twitter account etc. Geef de indruk dat de site totaal inactief is en dat je niet meer te vinden bent. Zo heb je het snel erg rustig!

Als je dan ook nog eens eigenwijs bent en vindt en ook communiceert dat jij altijd gelijk hebt, jaag je de mensen nog sneller van je site. Als je bij commentaar meteen agressief wordt en je middelvinger al of niet letterlijk opsteekt, versnel je dit proces nog meer.

De zevende katalysator voor het snel kwijtraken van bezoekers is om een rommeltje te maken van je website. Zet hem vol met affiliate banners en maak de navigatie totaal onduidelijk. Haal ook eventuele zoekmogelijkheid van je site af.

En het gebruiken van schuttingtaal op je site draagt ook meestal bij tot het snel verjagen van de mensen die zich door de vorige zeven tips nog niet hebben laten intimideren.

En de negende tip is het toepassen van smerige tactieken: foute kleine lettertjes, fake testimonials, spammen van mensen of moeilijke uitschrijfmogelijkheden voor je mailinglist introduceren.

Als het echter te doel is om je klanten te behouden, doe dit alles dan vooral niet, Nee, dan moet je je klanten pamperen, koesteren, in de watten te leggen en je sociaal opstellen. Ofwel: wees een goed, gul, eerlijk en ethisch persoon! Als je dat combineert met goede content en je zorgt er ook voor dat je die content goed onder de aandacht brengt van de juiste doelgroep, dan positioneer je jezelf maximaal voor succes!

Ik had het zojuist over sociale betrokkenheid bij je lezers en luisteraars. Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/13. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Van de week vroeg iemand mij terloops of het verstandig was om twee of meer domeinnamen naar dezelfde website te laten verwijzen. Nou euhhh… Deze persoon had maar liefst negen domeinnamen naar dezelfde website wijzen. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit beslist geen positief effect heeft op je scoring in de zoekmachines. Die zullen jouw content snel aanzien voor spam. Voorheen duikelden al je sites snel de vergetelheid in, maar tegenwoordig stuurt Google een nette mail naar de webmaster, als die bij hen bekend is, waarin ze het probleem signaleren.

Ik ben eens gaan zoeken en natuurlijk heeft Matt Cutts, hoofd van de webspam afdeling van Google, hiervan een korte film gemaakt, die ik in de show notes heb ingevoegd.

Hij vertelt in deze video, dat Google veelal slechts één site zal nemen en zal ranken. Ook al heb je een klein aantal verschillende top-level domeinen met dezelfde content, dus bijvoorbeeld bedrijf.nl, bedrijf.com en bedrijf.fr enzovoorts, dan zal Google dit over het algemeen niet zo snel als spam bestempelen. Want Google weet dat spammers over het algemeen heel andere tatieken gebruiken om zoveel mogelijk backlinks te creëren etc. Een kenmerk van spammers is bijvoorbeeld dat zij niet vaak de moeite nemen om verschillende top-level domeinen te gebruiken, zoals .fr, .co.uk., .de en dergelijke.

Ik kan je overigens ook van harte aanraden je te abonneren op de RSS-feed van het Google Webmaster Central weblog, als je in deze materie bent geïnteresseerd. Daar kun je wekelijks een aantal leerzame artikelen van Google lezen, waar je je voordeel mee kunt doen. De link hier naartoe vind je terug in de infobox, onderaan de show notes van deze podcast.

Als laatste topic van deze podcast vandaag: Google+ Local. Ik heb het er al eens eerder over gehad, maar het wordt inmiddels duidelijker dat Google steeds meer waarde hecht aan lokale zoekresultaten. Zoek maar eens op bijvoorbeeld “bakkerij Apeldoorn” op Google en je ziet dat meer dan de helft van de bovenkant van de pagina wordt ingenomen door lokale zoekresultaten. Pas daarna volgen de organische zoekresultaten.

Soms heeft Google het ook wel eens fout, of beter gezegd: iets minder goed. Ik heb je in diverse voorgaande podcasts en artikelen verteld dat ik trouwambtenaar Hetty Wennekendonk uit Apeldoorn help om met haar website hoger in de zoekresultaten te komen. Zij heeft recentelijk de PIN-code van Google ontvangen en dus hebben we haar lokale Google+ pagina kunnen verifiëren. Tot dusver ging alles voorspoedig.

Maar afgelopen week was ik in Google aan het zoeken op de zoekterm “trouwlocatie Apeldoorn” en ik was hogelijk verbaasd dat ik de Google+ Local pagina van Hetty op de tweede positie zag staan. In de show notes zie je een screendump staan. Bij deze zoekpoging ben ik niet ingelogd en toch zie je hierop duidelijk dat zij als trouwambtenaar op de “B”-positie staat.

Op de website “www.search-motive.com” las ik een leuk artikel over de 20 belangrijkste factoren die een rol spelen bij het scoren in de Google+ Local zoekresultaten. Deze wil ik dan ook hier met je delen. Als eerste de top-5 factoren ten aanzien van je Google+ Local pagina, ook wel bekend als de oude “Google Places pagina”:

  1. Claim je Google+ vermelding – op zich klinkt dit logisch, maar zoals ik ook al in een vorige podcast vertelde heeft de meerderheid van de ondernemingen hun Google+ Local pagina nog niet geclaimd. Dus waarschijnlijk hebben je concurrenten dit ook nog niet gedaan en kun jij er voorlopig je voordeel mee doen.
  2. Stel de juiste categorieën in – je kunt maximaal vijf categorieën instellen om je bedrijf onder te vermelden. Gebruik die ook, als dat nodig is. Maar draaf hier niet te ver in door. Ten aanzien van die trouwambtenaar had ik een uitdaging: de enige categorie die enigszins in de buurt kwam was: “evenementenbureau”. Deze vlag dekt niet de lading, dat weet ik, maar iets beters kon ik niet kiezen, want je bent -tot grote ergernis van veel ondernemers- nog steeds overgeleverd aan de beperkte set categorieën, waar Google je uit laat kiezen.
  3. Je product of dienst in je bedrijfsnaam – Ga dit niet forceren bij het aanmaken van je bedrijfsvermelding op Google+ Local. Maar als je bedrijfsnaam -zoals die bij de Kamer van Koophandel is vastgelegd- je product of dienst bevat, dan helpt dit om te scoren in de lokale zoekresultaten.
  4. Voeg foto’s toe – Je kunt maximaal 10 foto’s bij je vermelding toevoegen, maar Google ziet er graag tenminste vijf. Deze dienen ervoor om je business te promoten, dus kies daarvoor dan ook mooie en kwalitatief goede foto’s!
  5. Je product of dienst in je bedrijfsomschrijving – het vermelden van je producten en diensten in je bedrijfsomschrijving helpt ook. En bedenk dat je tegenwoordig ook vanuit je bedrijfsomschrijving kunt linken naar bepaalde pagina’s op je website. Maak daar gebruik van, maar net als met alle andere acties: doe het met mate en draaf dus niet te ver door.

Ten aanzien van je website en domeinnaam beschrijft dit artikel de volgende top-5 punten:

  1. Autoriteit van je website – Deze wordt traditioneel bepaald door (1) je website zo in te richten dat Google alle content goed kan vinden en (2) externe links naar je bedrijf en vermeldingen van je bedrijf.
  2. Plaats, regio of provincie in de titel van de webpagina waar je Google+ Local vermelding naar verwijst – Als je slechts één bedrijfslocatie hebt, laat je je Google+ Local pagina hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar je home pagina. Als je meerdere locaties hebt, dan moet je een aparte pagina op je website hebben, per locatie. En elke Google+ Local vermelding moet dan verwijzen naar de desbetreffende individuele pagina op je website. Vergeet dan ook niet de plaats, provincie en eventueel het adres en/of telefoonnummer van elke locatie in de paginatitel van elke pagina te zetten.
  3. NAPT op website stemt overeen met NAPT op Google+ Local – Google houdt van consistentie. Dus zorg ervoor dat al je bedrijfsvermeldingen (Naam, Adres, Postcode/Paats en Telefoonnumer) overal hetzelfde is. Gebruik ook indien mogelijk zoveel mogelijk dezelfde formatting en schrijfwijze. Dus schrijf telefoonnummers overal hetzelfde en gebruik altijd “ … en …” of “… & …”, maar gebruik het consistent. Overweeg ook of je je bedrijfsvermelding (Naam, Adres, Postcode/Plaats en Telefoonnummer) bijvoorbeeld overal in de zijbalk of in de footer van elke pagina plaatst. Dit kan helpen.
  4. Product of dienst en locatie in de URL van de webpagina – Als je Google+ Local pagina naar de homepagina van je website verwijst, kan dit niet, maar als je meerdere locaties hebt en je hebt op je website ook een individuele pagina per locatie, dan zou je de product/dienst en/of locatie ook in je URL kunnen gebruiken.
  5. NAPT in schema.org opmaak – Ik heb in podcast 3 en podcast 5 al verteld over schema.org. Als je je adres op je website vermeldt, zorg er dan voor dat je web designer deze zogezegd “onderwater” correct markeert door middel van schema.org tags. Dit is niet zichtbaar voor de mensen die je webpagina’s bezoeken, maar het helpt zoekmachines om dat stukje tekst te identificeren als het adres van je bedrijf.

Ook vermeldingen op andere sites spelen een rol bij de positie van jouw bedrijf in de lokale zoekresultaten. Waar vroeger het aantal links naar je site ongeveer de enige factor was die je positie bepaalde, spelen tegenwoordig “citations” een heel belangrijke rol. Citations zijn bedrijfsvermeldingen, waarin de NAPT gegevens worden getoond. Het artikel beschrijft de volgende top-5 zogenaamde “offsite” aspecten:

  1. Hoeveelheid gestructureerde citations – Een gestructureerde citation is een vermelding van de NAPT-gegevens van jouw bedrijf op een andere site. Hier geldt simpelweg als een belangrijke factor: hoeveelheid. Dus over het algemeen: hoe meer, hoe beter!
  2. Kwaliteit / autoriteit van je citations – Het spreekt voor zich dat een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op bijvoorbeeld je Facebook bedrijfspagina of op TomTom Places meer waarde heeft, dan een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op het persoonlijke weblog van je nichtje. Hier geldt dus dat kwaliteit wel boven kwantiteit (hoeveelheid) gaat. Maar het blijft altijd een mix van beide factoren.
  3. Consistentie van de bedrijfsgegevens – Dit betekent dat je bedrijfsgegevens overal zoveel mogelijk hetzelfde moeten zijn. Onjuiste of inconsistente bedrijfsgegevens hebben een negatief effect op je positie in de lokale zoekresultaten. Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld je adres of telefoonnummer, maar ook voor je openingstijden. Zorg er dus voor dat ook overal bijvoorbeeld je openingstijden hetzelfde zijn: niet alleen op je website en op Google+ Local, maar ook bijvoorbeeld op www.openingstijden.nl.
  4. Kwaliteit / autoriteit van ongestructureerde of onvolledige citations – Dit zijn vermeldingen van je bedrijf in een blog of andersoortig webartikel, waarbij bijvoorbeeld alleen je bedrijfsnaam en je diensten wordt genoemd, maar niet je telefoonnummer.
  5. Kwaliteit / autoriteit van de sites die naar jouw site linken – Simpelweg links van “jan en alleman” vragen naar je site (of nog slechter: linkruil doen met elke site die maar naar je wil linken) is heel tijdrovend en voegt tegenwoordig niet veel meer toe. Je kunt beter die tijd besteden aan het maken van kwalitatief goede content of een link van een site met een zekere mate van autoriteit te krijgen.

De laatste top-5 gaat over reviews. Het begon voornamelijk in de hotel- en reisbranche met sites, zoals Zoover, TripAdvisor en dergelijke. Maar tegenwoordig is het voor elk bedrijf belangrijk om reviews te verzamelen. Je kunt reviews verzamelen op diverse sites, zoals Google+ Local, Facebook, Yelp en natuurlijk ook gewoon op je eigen site door middel van een invulformulier. Ga beslist geen reviews faken of mensen overal dezelfde reviews laten posten, dat werkt averechts!

Het artikel noemt de volgende top-5 ten aanzien van reviews:

  1. Aantal reviews op Google+ Local – Hoewel niet geheel zaligmakend, draagt een groot aantal reviews op Google+ Local zeker bij tot een hogere vermelding in de lokale zoekresultaten. Als je tien of meer reviews hebt, wordt de zogenaamde Zagat-rating op Google vermeld. Dat is een score van je bedrijf op een schaal van maximaal 30 punten.
  2. Product / dienst in de review tekst – Dit heb je natuurlijk niet onder controle, omdat anderen de reviews over jouw bedrijf, product of dienst posten. Maar een vermelding van het product of de dienst in een review helpt.
  3. Hoeveelheid van reviews op “andere” review sites – Er is meer in de wereld dan de reviews op Google+ Local. Ook Google houdt rekening met reviews die ze op andere sites met een grote mate van autoriteit kunnen vinden. Dit zijn bijvoorbeeld sites als Yelp, Tupalo, TripAdvisor, Qype enzovoorts.
  4. Locatie in de review tekst – Net als met nummer 2 in deze top-5 geldt ook hiervoor dat je er geen of weinig controle over hebt. Maar het vermelden van de plaatsnaam waar je bedrijf is gevestigd, helpt.
  5. Snelheid waarmee je Google+ Local reviews verwerft – Als je de podcasts volgt en je leest de diverse andere artikelen die ik zoal post, is het verleidelijk zo snel mogelijk en zoveel mogelijk recensies of reviews op Google+ Local te verwerven. Google ziet dit als spam en dit heeft een ongewenst effect, namelijk dat je site lager gaat scoren. Het is beter om rustig reviews te verzamelen over de tijd, zodat Google een constante stroom van recensies ziet. En denk erom: het is voor veel bedrijven niet geloofwaardig om maandelijks tientallen recensies te krijgen. Een stuk of 2-3 per maand is al gigantisch mooi en als je dit kunt volhouden, zal je bedrijfsvermelding echt in de lokale zoekresultaten stijgen.

Samenvattend: lokale SEO kost tijd… Veel tijd. Je moet dus geen magische resultaten verwachten als je ergens een review krijgt of je bedrijf weer ergens in een site hebt aangemeld. Nogmaals: het kost tijd! Soms echt weken of zelfs maanden. Geef het dan ook die tijd en ga niet proberen slimmer te zijn dan “het systeem”. Dat werkt misschien eventjes, maar zal je op den duur echt lager in de resultaten brengen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

ergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Ook kun je naar dit e-mailadres je vragen sturen of een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 8 (21-01-2013)

Hallo en welkom bij alweer de achtste ReputatieCoaching Podcast. Vandaag stond Nederland aardig stil in een groot aantal files en ik kon gelukkig vanuit huis werken. Met uitzicht op de neerdwarrelende sneeuwvlokjes kreeg ik weer een boel inspiratie voor deze podcast. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 8 (21-01-2013)In deze podcast heb ik de volgende onderwerpen voor je: Yelp gaat niet alleen voor recensies, maar nu ook voor schoonheid en netheid. Ook behandel ik je reputatie op basis van je Klout score, wat tips over bloggen en SEO, een alternatieve manier om citations te verwerven, het aanmelden van je bedrijf op Foursquare en tenslotte weer nieuws over Facebook.

Meer eerst: je kunt helpen met het promoten van de ReputatieCoaching Podcast. Als je wat hebt aan de informatie en je vindt het leuk om naar de podcast te luisteren, laat dan bijvoorbeeld een recensie achter in iTunes, of op Google+. Je kunt onze Google+ pagina vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat mag zowel g-p-l-u-s zijn als de letter “g” met een plustekentje). Ook kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, die je kunt vinden op: www.reputatiecoaching.nl/facebook.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat dan op de website onderaan de transcriptie je reactie of opmerkingen achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/8.

Ten eerste: Yelp. Een tijdje geleden heb ik een instructievideo online gezet waarin ik uitleg hoe je je bedrijf kunt aanmelden bij Yelp. Als je daar eenmaal staat vermeld, word je een twee tot drie maanden later ook zichtbaar in Apple Maps. En natuurlijk kun je vanaf dat je vermeld staat, beginnen met het verzamelen van recensies op Yelp.

Maar in San Francisco is gaat Yelp nu een stap verder, dan het vertonen van de recensies van de gebruikers. Daar is Yelp bij wijze van experiment begonnen met het vertonen van de de mate waarin (vooral restaurants) schoon en netjes zijn bevonden! Dus alleen je reputatie op basis van klantrecensies is daar in “Frisco” niet meer voldoende! Ik ben benieuwd hoelang het duurt, voordat Yelp.nl de bevindingen van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit bij de resultaten gaat vertonen…

Eens iets heel anders: weet jij hoe hoog jouw Klout score is? Weet je überhaupt wat Klout is? Ik doel dan niet op allerlei diensten die je vanuit de figuurlijke “cloud” op het Internet kunt afnemen… Nee, ik heb het over “Klout”, beginnend met een hoofdletter “K” en eindigend op een “t”…

Volgens Wikipedia is Klout een bedrijf dat is opgericht in september 2009. Het opereert vanuit San Francisco en analyseert de sociale media van gebruikers om de invloed van de gebruiker op zijn of haar sociale netwerken te bepalen. Deze score wordt uitgedrukt in een getal tussen de 1 en de 100. Een hogere score betekent dat je een grotere invloed hebt op je sociale netwerken, dan iemand met een lagere score. Zo kijkt Klout bijvoorbeeld naar je tweets op Twitter en het aantal keren dat jouw tweets bijvoorbeeld worden geretweet. Ook kijkt het naar het deel- en “Like”-gedrag van je vrienden op Facebook, je tips op Foursquare, je berichten en +1’s op Google+, de “Likes” en abonnementen op je youTube films enzovoorts, enzovoorts.

Om je een voorbeeld te geven, als je je net bij Klout aanmeldt, begin je met een Klout score van 10. Afhankelijk van je gedrag op sociale netwerken en het gedrag van je sociale netwerk op jouw acties, neemt je score toe. Ik zat na een paar dagen op een score van 52 en ben inmiddels teruggezakt naar 51. Als ik net zo populair wil worden als Justin Bieber heb ik nog wel even te gaan. Want hij heeft een Klout score van 100. En om je nog wat meer voorbeelden te geven: Tiesto zit op dit moment op een score van 88, André Rieu op 81, Peter R. de Vries op 67, Wibi Soerjadi 61 en Rowwen Hèze 58.

De Amerikanen lopen natuurlijk vaak voorop met ontwikkelingen. Daar is je reputatie dus ook echt al gekoppeld aan je Klout score. Ik las laatst dat een bedrijf in de advertentie voor een vacature een minimale Klout score van 30 vereiste voor een bepaalde marketing functie. Iemand met een sterk CV maar een Klout score van 35 werd overschaduwd door iemand met een zwakker CV, maar wel met een Klout score van 61.

Het is natuurlijk niet gezegd dat dit ook zo zal worden in Nederland, maar misschien is het ook voor jou een idee, om eens te kijken hoe hoog jouw Klout score is en wat je eraan kunt doen om ‘m misschien iets op te krikken.

Laat hieronder anders eens weten wat jouw Klout score is!

Dan over bloggen. Zoals ik al eerder een paar keer heb benadrukt is bloggen, ofwel het online publiceren van content cruciaal voor je reputatie en om jezelf te positioneren als autoriteit. Als je niet blogt, dan zal je website, hoe mooi die ook mag zijn, langzaamaan wegzakken in de digitale vergetelheid.

Als je dan gaat bloggen zijn er grofweg twee mogelijkheden: de eerste mogelijkheid is gebruik te maken van een online dienst, zoals wordpress.com, webs.com, Google Sites, Tumblr, Blogspot, LiveJournal et cetera.  De tweede mogelijkheid is om zelf een pakket als WordPress, Expression Engine, Drupal of Joomla te installeren of laten installeren onder je eigen domeinnaam bij een hosting provider.

Veel mensen die net beginnen, kiezen voor de eerste optie en maken gebruik van een standaard online dienst. Daaraan zit natuurlijk een risico: je verbindt je online content wel helemaal aan de desbetreffende dienst en het achterliggende bedrijf. Dus alle content staat echt op hun servers. Het bedrijf achter de dienst kan failliet gaan, of om andere redenen besluiten plotseling je account te sluiten. Dan kan het heel lastig zijn om je met bloed, zweet en tranen gecreëerde content eraf te halen en elders onder te brengen.

Het grote voordeel van alles in eigen hand houden met je eigen domeinnaam, je eigen stukje op een webserver bij een hosting provider en je eigen favoriete Content Management Systeem of blogging-software is dat je alles onder controle hebt. En zeker als je een algemeen softwarepakket gebruikt, kun je met een backup van je website en een backup van je database altijd verhuizen tussen hosting providers.

Zelf ga ik dan altijd nog een stapje verder. Ik ontkoppel ook de mail van mijn hosting provider. Dus de mail komt dan niet meer op de systemen van de hosting provider terecht, maar op een door mij gekozen omgeving. Voorheen gebruikte ik daar Google Apps for Business voor, maar sinds dat niet meer gratis is, adviseer ik mensen gebruik te maken van outlook.com, de opvolger van Microsoft Hotmail.

En zo heeft ieder nadeel ook weer z’n voordeel. Want waar Google Apps je maximaal 10 gratis accounts gaf, kun je nu bij outlook.com maximaal 500 gebruikers aanmaken met elk hun eigen mailadres. Hoe je dit doet, leg ik binnenkort in een aparte instructievideo uit.
Een dergelijke setup is wel iets complexer, maar het grote voordeel hiervan vind ik dat je je mail ergens laat terechtkomen, waarvan de kans groot is dat je er altijd bij kunt. Misschien zie ik spoken of ben ik paranoïde, maar ik schat de uptime van de mail van Microsoft hoger in dan die van een lokale hosting provider. En vaak heb je bij een lokale hosting provider substantieel minder opslagcapaciteit per mail account. In het verleden bij Google Apps en nu bij Microsofts outlook.com hoef ik me nooit meer zorgen te maken over de ruimte die ik nog beschikbaar heb voor mijn e-mail: of het nu 7 gigabyte is, of 10, het is gewoon “immens veel”!

OK, je bent begonnen met bloggen onder je eigen domeinnaam op een eigen stukje webruimte. Dan wil je een stukje verder en je wil de adviezen van anderen opvolgen en je vindt dat je het aantal bezoekers op je site moet vergroten met behulp van SEO. Je gaat hier en daar wat lezen en je leest op meerdere plekken dat je je artikelen moet doorspekken met de door jou gewenste zoektermen.

Dus ga je op een site, zoals de Google AdWords Keyword Tool, op zoek naar voor jouw site of jouw business gerelateerde zoektermen. Je gaat vol overgave je reeds gepubliceerde artikelen aanpassen en nieuwe artikelen druipen van de teksten die lijken op die van WC-Eend, met als motto: “Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend”. Ofwel, je zogenaamde trefwoorddichtheid (Engels: “keyword density”) is minstens een paar procent en je HTML anchorteksten bevatten al je zoektermen. Je vermijdt ook steevast de “klik hier” als gelinkte anchortekst, evenals een gelinkt “lees meer” of “www.jouwsite.nl”.

Hierdoor worden jouw artikelen voor mensen zo goed als onleesbaar, omdat de zoektermen eraf druipen. Maar als je dan wat geluk hebt, zie je de pagina’s van je site inderdaad (tijdelijk) omhoog komen in de zoekresultaten. “Dat belooft wat te worden!”, denk je dan nog…

Je bent ook zo verstandig geweest om Google Analytics in te stellen en je ziet het aantal bezoekers op je site flink toenemen tot niveaus waar je eerst alleen maar van kon dromen! Je ziet inmiddels de gouden bergen die ontstaan dankzij alle opdrachten die gaan binnenkomen van al die bezoekers, al in gedachten voor je…

Maar de opdrachten blijven uit! Je ziet dat de bounce rate op je site toeneemt naar meer dan 70% en de gemiddelde tijd die mensen op je site verblijven is slechts een magere paar seconden… En hierdoor zinken ook je pagina’s als een baksteen in de zoekresultaten naar pagina 10, 20 of nog dieper…

Je grote mailbox had gerust kleiner mogen zijn, want er komt zo goed als geen aanvraag, opdracht of bestelling binnen…

Waar is dit nu fout gegaan??? Op zich ligt het voor de hand: je hebt content geschreven voor de zoekmachines en niet voor de bezoekers. Maar ik heb een zoekmachine nog nooit bij mij een bestelling zien doen. Tot op heden heb ik alleen maar opdrachten gekregen van mensen van vlees en bloed.

Moraal van dit verhaal: ga niet te ver in het overoptimaliseren van je site met zoektermen, trefwoorden enzovoorts. Tuurlijk is het goed om de juiste termen op je site te gebruiken, maar hou het leesbaar voor mensen! Dus kort gezegd: schrijf niet voor de zoekmachines, maar voor de lezers van je blog!

Want de zoekmachines meten hoelang iemand op je site is en als vrijwel elke bezoeker dankzij je overoptimalisatie op jouw vrijwel onleesbare pagina’s terechtkomt, maar daar niet vindt wat hij of zij zoekt, dan is die bezoeker meteen weer weg. Dit is voor de zoekmachines een signaal dat jouw site wel bezoekers trekt, maar eigenlijk geen goede content bevat. En dus zakt je site dan in de zoekresultaten.

En let dan ook op je spelling! Zoekmachines letten er ook op! Zij willen graag goede content aanbieden, om zo hun eigen reputatie te verbeteren. Een enkel typefoutje is heus geen probleem, maar als je site vergeven is van de type-, spel- en stijlfouten, dan loop je kans dat als gevolg hiervan zowel zoekmachines je content lager gaan scoren, als dat bezoekers binnen no-time de “back”-knop klikken, omdat ze zich ergeren aan de fouten op jouw site.

Een paar podcasts geleden heb ik al eens verteld dat vermeldingen van jouw bedrijfsgegevens op Internet, de zogenaamde citations, erg belangrijk zijn om te scoren in de lokale zoekresultaten. Daarbij is het belangrijk dat de naam van je bedrijf staat vermeld, het  adres, postcode, plaats en telefoonnummer. Om in de lokale zoekresultaten te scoren is het niet eens belangrijk dat er een link naar je site bij staat.

Dat is ook de reden dat ik al die instructievideos maak en online zet: om jullie te laten zien hoe je je overal kunt aanmelden. Ik hoop alleen dat je zelf ook verder gaat met aanmelden, bijvoorbeeld op zogenaamde hyperlokale sites of gespecialiseerde sites. Een hyperlokale site is een site met bijvoorbeeld bedrijven in de plaats waar jij gevestigd bent. Een voorbeeld voor Apeldoorn is: www.allebedrijveninapeldoorn.nl. En een voorbeeld van een gespecialiseerde site voor tandartsen is bijvoorbeeld: www.tandarts-spot.nl.

Zo zijn er voor elke bedrijfstak tientallen, zo niet honderden sites waar je je kunt aanmelden, om ofwel lokaal bekend te worden, of met het type van je bedrijf gelist te worden.

Maar een heel ander type sites dat vaak flink zwaar meetelt in de lokale ranking, zijn de zogenaamde document sharing sites. Dit zijn sites waar je een PDF bestand, Word document of Powerpoint presentatie naar kunt uploaden, die je dan vervolgens deelt met de wereld. Een paar bekende document sharing sites zijn: scribd.com, issuu.com, docstoc.com en slideshare.com. De links hier naartoe vind je in de show notes.

Registreer je op deze sites en zorg ook hier dat je alle gegevens invult. Als je nergens je volledige bedrijfsgegevens kwijt kunt, plaats ze dan in het “bio”-, of “over mij”-veld. Maak van je white papers, documenten of PowerPoint presentaties een PDF (zorg wel dat in het document ook je bedrijfsgegevens correct staan vermeld!) en upload deze documenten naar alle document sharing sites, waar je je hebt aangemeld.

Schrijf ook een passende omschrijving bij elk geüploade document en zet daar eventueel ook weer je volledige (en correcte!) bedrijfsgegevens in.

Als je dit doet, kun je in relatief korte tijd met niet al teveel inspanning weer een flink aantal sterke citations erbij krijgen.
Maar mocht je het niet zien zitten om dit zelf uit te vogelen, dan kun je ook gewoon wachten tot ik er een instructievideo van heb gemaakt. Je kunt die dan stap voor stap volgen. Of als je niet wilt wachten en een groot aantal citations wilt, om hogerop te komen in de lokale zoekresultaten, dan kun je een specialist inhuren die dit voor je realiseert. Ik bied dit als dienst aan. Neem contact met me op via het contactformulier, als je meer informatie hierover wilt.

Nu ik het toch over de instructievideos heb: er komen gestaag meer videos online, die je helpen om je bedrijf aan te melden bij de vele relevante sites op Internet. Ik kies ze bewust in een volgorde, waarmee je als je even doorzet, je bedrijf vaak snel boven de concurrenten kunt laten scoren. Zo heb ik afgelopen week een video online gezet, waarin ik uitleg hoe je controleert of je bedrijf op Foursquare staat. En mocht dit niet het geval zijn, dan kun je met die video je voordeel doen, want ik leg ook uit hoe je je bedrijf zelf kunt aanmelden op Foursquare.

En dan ben ik alweer toegekomen aan het laatste onderwerp van deze week: Facebook. De laatste paar podcasts had ik het ook al over Facebook en de meest recente ontwikkeling, Facebook “In de buurt” wordt nu alweer opgevolgd door een nieuwe zoekoplossing, met de naam “Facebook Graph Search”. Deze dienst werd vorige week dinsdag -net na de podcast- door Facebook aangekondigd. Nog niet iedereen heeft er toegang toe. Je moet je ervoor inschrijven en Facebook gaat eerst mondjesmaat ermee experimenteren.

Wat is nu weer Facebook Graph Search? Op de Facebook pagina van Graph Search staat de tekst: “Vind via je vrienden en connecties meer items die vergelijkbaar zijn met de items die je aan het zoeken bent.”. Zo kun je bijvoorbeeld zoeken op “foto’s die mijn vrienden vorig jaar hebben gemaakt in New York”.

Voor meer informatie raad ik je aan de pagina op Facebook erop na te slaan. Je kunt deze vinden op: http://www.facebook.com/about/graphsearch of je kunt de video bekijken die ik in de transcriptie van deze podcast heb toegevoegd:

En in de transcriptie heb ik ook de video opgenomen van de aankondiging van Facebook Graph Search, deels gepresenteerd door Mark Zuckerberg zelf:

Let wel: deze keynote video duurt 45 minuten, dus je moet er wel even voor gaan zitten!

Dat was het dan weer voor deze week! Ik wens je de komende week ook weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je later je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: