Categorie archief Podcasts

doorEduard

Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 17 (23-03-2013)De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.

De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.

Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.

Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.

Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.

Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.

En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.

BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!

Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.

Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!

Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.

Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.

Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:

Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.

Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.

Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.

Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.

Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.

Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.

Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.

Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.

Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.

Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.

Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!

Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.

Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.

Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.

Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!

Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.

Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:

 

  1. Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-

  2. Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google

  3. De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.

Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.

En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.

Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.

Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?

Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.

Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.

Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.

Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.

Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.

De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:

Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.

Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.

Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.

Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.

In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.

In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:

  1. Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)

  2. Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)

  3. Geen URL naar de website opgegeven (19%)

  4. Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)

  5. Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)

Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.

Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!

Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.

En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.

Enkele markante statistieken uit dit artikel:

  • 80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht

  • 45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen

  • 1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen

  • 1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht

Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:

  1. Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden

  2. Het inzetten van lokale zoekmachine marketing

Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:

Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.

Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.

Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.

Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.

Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.

Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.

Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.

YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.

Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.

Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.

DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.

Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!

Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.

Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:

  1. Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.

  2. Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.

  3. Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.

  4. Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.

  5. Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.

Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.

Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.

Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).

Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

 

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 16 (18-03-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 16!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 16 (18-03-2013)Hallo en welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Afgelopen week heb ik zoals altijd nieuws, roddels en tips verzameld uit de wereld van zoekmachine optimalisatie, social media en reputatiemanagement. Vandaag zal ik de belangrijkste items weer met je delen, zoals elke week. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.

Als eerste heb ik een belangrijke mededeling voor je over het verschijnen van de ReputatieCoaching Podcast. Daarna ga ik meteen over op het bericht dat voor honderdduizenden Internetgebruikers kwam als een donderslag bij heldere hemel en waardoor hele volksstammen van kenniswerkers in paniek raakten.

En afgelopen week kreeg ik een vraag over het toevoegen van een blog aan een bestaande website. Ook heb ik een tip voor schoonheidsspecialistes, tandartsen en autoreparateurs.

Vandaag heb ik een lijstje van de top 8 redenen om Google+ te gaan gebruiken, mocht je het nog niet gebruiken en 7 tips voor het maximaliseren van je Google+ Authorship.

Tenslotte web spam, ik heb het al een aantal keren in diverse podcasts genoemd. Maar wat is nu web spam, volgens Google?

Ik ben bezig met het uitnodigen van sprekers voor interviews, maar voor vandaag heb ik nog niemand kunnen regelen. Ik heb al wel een aantal ijzers in het vuur, dus nog eventjes geduld voor wat betreft de beloofde interviews.

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: de podcast verdwijnt! Dat wil zeggen: van de maandagavond. De afgelopen maanden kwam het voor mij goed uit, om de podcast op maandagavond te lanceren. Maar door diverse omstandigheden, ben ik genoodzaakt de podcast te verplaatsen. In plaats van de maandagavond, zal hij nu op zaterdag uitkomen.

Een tweetal redenen hiervoor wil ik met je delen. Als eerste had ik soms het gevoel dat ik aan het begin van de week oud nieuws vertelde, omdat het vaak alweer een week oud was of soms nog iets ouder. Het hing er maar net vanaf, wanneer ik het nieuwsitem in Google Reader tegenkwam. Door de podcast uit te brengen op zaterdag, heb ik in ieder geval zelf meer het gevoel dat het een soort afronding is van de week die achter ons ligt.

De tweede reden is, dat ik door deze planning mijzelf iets meer ruimte heb gegeven om gedurende de week de content voor jullie te verzamelen en dan op vrijdag en zaterdag uit te kunnen werken tot een podcast.

Oh, laatst vroeg iemand mij hoeveel tijd ik er nu elke keer mee bezig ben, met het maken van een podcast. Schrik niet van het antwoord. Om te beginnen lees ik de hele week honderden artikelen (of ik scan de titels), op zoek naar topics, waarvan ik denk dat ze leuk zijn om in de podcast te delen.

Als ik gedurende de week tijd heb, schrijf ik ook alvast stukjes tekst voor de podcast. Maar vaak kom ik daar niet aan toe. Dus moet het schrijven van de teksten voor de podcasts gebeuren op de avond dat ik ook de podcast uitbreng.

Zoals je misschien is opgevallen, worden de podcasts ook elke keer iets langer. Maar geen zorg, ik wil ze niet langer maken dan 30 minuten, voor de uitzendingen, waarin ik alleen aan het woord ben. Het kan zijn dat in de toekomst –als ik mensen in de show heb, die ik interview– de podcasts iets langer worden.

Op dit moment zijn de podcasts al meer dan 4.000 woorden per keer, ofwel zo’n 9 A4-tjes. Die typ je ook niet 1-2-3 vol. Dat kost een paar uur. Dan moet ik de podcast inspreken, waarna ik ‘m kan oppoetsen. Daarbij luister ik ‘m af, knip versprekingen eruit enz. Als dat is gebeurd, voeg ik meta data toe, zodat de podcast ook naar iTunes en Stitcher kan worden gestuurd en kan ik ‘m uploaden. Dan maak ik het artikel met de transcriptie en de link naar de podcast. Als de podcast online staat, promote ik ‘m nog links en rechts op diverse sites en pas dan kan ik zeggen dat ik ermee klaar ben.

Al met al kost me dit zo’n vier tot vijf uur. Tot zover wat achtergrond over de podcast. Mocht je meer willen weten over hoe ik het allemaal technisch precies doe, laat het me dan weten en post een reactie onderaan de show notes van deze podcast. Die kun je vinden op: https://www.reputatiecoaching.nl/podcast-16/.

En volgens honderdduizenden kenniswerkers, bloggers en andersoortige Internet fanatici is het einde der tijden nabij: Google stopt op 1 juli met Google Reader. Google Reader is de gratis online RSS-reader, die razend populair is bij iedereen die veel nieuwsbronnen volgt en artikelen leest. Als je nu inlogt op Google Reader krijg je een popup, waarin Google dit meldt.

Ik schrok er zelf ook wel even van, want zoals ik al eens eerder vertelde, maak ik ook ontzettend intensief gebruik van Google Reader. Gelukkig heb ik nog even tijd om een alternatief te zoeken. Op lifehacker.com werd ook al druk geblogd en gepost over mogelijke alternatieve RSS-readers. Eentje die al getipt werd was Feedly, die je kunt vinden op www.feedly.com.

En misschien ken je de service “Digg” nog wel, met dubbel “g”. Deze service heeft enige tijd geleden een totale makeover doorgemaakt, omdat de database van Digg was vergeven van spam. Dat is inmiddels allemaal achter de rug en Digg schrijft op haar website, dat ze al van plan waren om een online RSS-reader te maken, maar dat ze dat nu topprioriteit hebben gegeven. Digg streeft ernaar om voor 1 juli een perfecte Google Reader kloon te hebben met tenminste dezelfde mogelijkheden.

Zodra ik meer goede alternatieven tegenkom, zal ik ze op het weblog of in de podcast met je delen.

Vorige week vroeg iemand mij naar aanleiding van de presentatie die ik had gegeven voor Ordina, hoe je het beste een blog kunt toevoegen aan een reeds bestaande website, die op dit moment vrijwel geheel statisch is. Er wordt op dit moment ook geen CMS (dat staat voor Content Management Systeem) gebruikt.

Die persoon had de vraag “Moet ik eigenlijk wel gaan bloggen?” dus al positief beantwoord. Zij was er ook van overtuigd dat het hebben van een weblog, waarop je regelmatig nieuwe content post, tegenwoordig noodzakelijk is, als je een zekere mate van autoriteit wilt opbouwen.

Ik heb haar aangeraden de bestaande statische website eerst naar haar eigen PC te downloaden en vervolgens WordPress te installeren. Het bleek dat dat bij haar hosting provider slechts een stuk of 8 muisklikken was; een werkje van nog geen minuut.

Natuurlijk moest ze een theme uitkiezen dat paste bij het beeld wat zij wilde uitstralen. Ze koos op mijn aanraden op Themeforest een commercieel theme van US$35, omdat dat haar veel meer mogelijkheden leek te bieden, dan de gratis themes die WordPress biedt.

In een paar dagen had ze de originele pagina’s overgezet in de nieuwe opmaak en kon ze gaan bloggen. Achteraf zei ze, dat het haar ongelofelijk was meegevallen. Ze had verwacht dat alles veel complexer zou zijn. Inmiddels heeft ze al een drietal artikelen gepost op haar kersverse blog. Op haar verzoek, noem ik haar weblog nog even niet.

En dan een klein raadsel: wat is de overeenkomst tussen schoonheidsspecialistes, tandartsen en autoreparateurs? Ze zijn allemaal afhankelijk van afspraken en vooral dat die afspraken op tijd zijn. Als bijvoorbeeld een tandarts gierend uit de bocht gaat, waardoor de patiënten in de wachtkamer lang moeten wachten, heeft dit een negatief effect op zijn of haar reputatie. En dit zul je binnen no-time als klacht op review sites zien verschijnen.

“no-shows”, dat zijn mensen die niet komen opdagen, omdat ze bijvoorbeeld de afspraak zijn vergeten, kosten ook geld. Beter gezegd: leveren geen inkomsten op. We kennen allemaal het kaartje dat we bij de tandarts meekrijgen, waarop de volgende afspraak is geschreven. En sommige tandartsen gaan een stap verder en sturen je een uitnodiging per post, of zelfs per e-mail.

Maar wat tegenwoordig steeds meer toeneemt, is het gebruik van SMS om de klant of patiënt aan de afspraak te herinneren. Hiervoor zijn een paar redenen:

  1. SMS kan niet in een spam box belanden
  2. SMS wordt vrijwel ALTIJD afgeleverd
  3. SMS wordt door veel meer mensen METEEN gelezen, dan een e-mail (om precies te zijn: 90% van de SMS-berichten wordt binnen 3 minuten van ontvangst gelezen)

Een SMS kost minder dan een kaartje per post versturen, maar is natuurlijk wel iets duurder dan een e-mail. Ik las in een artikel op expand2web.com dat een kliniek de no-shows met 75% kon terugbrengen, door herinneringen per SMS te versturen.

Om je een idee te geven qua prijzen: ik heb even op Internet zitten zoeken en ik kwam diverse SMS-providers tegen, waarbij de prijzen variëren, afhankelijk van het aantal SMS-jes wat je inkoopt.

Zelfs als je 100 prepaid SMS-berichtjes inkoopt, zijn de kosten zo’n 10 tot 15 eurocent per stuk. Bij grotere pakketten worden ze alleen nog maar goedkoper. Je kunt zelf natuurlijk het beste bepalen wat het jou kost, per “no-show” en of het voor jou uit kan, voor wat betreft de kosten.

Ik heb het je al eens vaker gevraagd, maar gebruik jij nu ook al Google+? Of behoor je nog tot die categorie mensen die de kat nog steeds uit de Google+ boom kijken? Heb je je nog niet aangemeld op Google+, dan heb ik hier een achttal redenen voor je, om het dan nu toch echt te doen.

  1. Google+ gaat niet weg – Google heeft Google+ nodig voor Authorship en ranking. Hoewel de voorgangers Google Buzz en Google Wave geen succes zijn geworden, heeft Google daar natuurlijk wel van geleerd.
  2. De +1 knop geeft je “SEO-punten” – Die +1 knop die je overal ziet op websites, voeren de algoritmes van Google. Een groter aantal +1’s kan dus een positief effect hebben op jouw positie in de zoekresultaten. Dus ook reden voor je, om op jouw site nu eindelijk eens die social buttons, waaronder ook de +1 knop, te plaatsen!
  3. Deel via Google+ en kom vrijwel direct in Google – Als je een blogpost deelt via Google+, dan komt meteen de Googlebot langs om je artikel te inspecteren en op te halen. Vanaf dat moment is je artikel dan ook beschikbaar in de zoekresultaten.
  4. Betere titels van je blogposts scoren ook hoog in Google+ – Content die je deelt op Google+ kan ook scoren in de organische zoekresultaten van Google. Dus als je goede titels hebt voor je blogposts en deze in Google+ deelt, kun je mogelijk dubbel scoren met je artikel.
  5. Interactie met andere gebruikers – Je kunt niet alleen op Facebook interactie hebben met andere gebruikers. Google+ ondersteunt ook talloze manieren om interactie te hebben met andere mensen op Google+, die veel minder “spammerig” overkomen dan bij Facebook.
  6. Google Authorship – Ik heb het hier al veel vaker over gehad. Essentieel als je wilt dat jouw content in de toekomst nog gevonden wordt.
  7. Je kringenteller komt op Google – Door je interactie met andere mensen op Google+, zullen zij jou ook in hun kringen opnemen. Hierdoor neemt je “kringenteller” toe. Naarmate je deel uitmaakt van meer kringen, neemt ook je autoriteit toe.
  8. Je kunt dan eindelijk Hangouts organiseren – Google Hangouts zijn echt fantastisch. Het is ongelofelijk dat Google die dienst gratis heeft gemaakt, want daarmee zijn ze opeens een concurrent voor bijvoorbeeld de Citrix diensten “gotowebinar” en “gotomeeting”.

Samenvattend: je kunt er gewoon niet meer omheen. Dus ik hoop je met deze 8 redenen dan eindelijk over de streep te hebben getrokken, zodat jij je ook aanmeldt. Als je je dan toch hebt aangemeld, volg dan meteen ook de ReputatieCoaching. Je kunt mij gemakkelijk vinden door in Google+ naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).

Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Je kunt me ook helpen met het verder vergroten van de populariteit door vrienden, vriendinnen of collega’s over deze podcast te vertellen. Of ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-16/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Ik ga er nu van uit dat je je op Google+ hebt aangemeld en dat je inmiddels ook Google Authorship hebt ingesteld. Op SearchEnginePeople kwam ik een leuk lijstje tegen met 7 tips hoe het maximale kunt halen uit je Google+ Authorship. Zij hebben het over AuthorRank, maar de discussie over het verschil met Authorship voer ik graag een andere keer. Eerst de 7 tips:

  1. Produceer goede content – Content is king. Dat staat al tijden als een paal boven water. Datzelfde geldt dus ook voor de content, waar jij door middel van Google+ Authorship jouw naam aan verbindt.
  2. Houd focus – Het is essentieel dat je je focus behoudt en je niet teveel laat afleiden en artikelen over allemaal andere onderwerpen gaat schrijven. Zo laat je zien aan Google, dat je een populaire bijdrager bent aan jouw aandachtsgebied, waardoor Google je mogelijk op termijn als een soort van specialist gaat beschouwen.
  3. Wees in alle sociale media – Beperk je niet tot Google+, maar wees in alle sociale media vertegenwoordigd. Google kijkt heus wel buiten haar eigen grenzen om te zien hoe je elders te boek staat!
  4. Reageer op reacties – Zo laat je zien dat je betrokken bent. Veel bloggers weten het niet, maar het is recentelijk bekend geworden dat Google voor het bepalen van je positie in de zoekresultaten ook meeweegt, of jij reageert op reacties die bezoekers van je website bij je artikelen achterlaten.
  5. Kom in contact met andere populaire auteurs – Zowel in de social media, als door middel van guest blogging enz.
  6. Post je extreem goede artikelen op bekende blogs – Als je af en toe een extreem goed artikel hebt geschreven, kan het ook in je voordeel werken dit eens niet op je eigen site te publiceren, maar als gastblogger op een andere site met een grote mate van autoriteit. Veel van dit soort sites eisen dan wel, dat je het artikel niet ergens anders publiceert.
  7. Deel je content continu – Kennis vermeerder je door het te delen. Zo denkt Google er ook over. Door je content te delen over meerdere sociale media en andere kanalen, trek je meer bezoekers naar je site, en verhoog je dus je status als autoriteit nog verder. Heb je een podcast, promoot die dan ook. Voor de verschillende soorten van content, zijn er ook verschillende manieren of websites om die te delen. Zoek dus ook eens naar andere directories of promotiemogelijkheden voor specifieke soorten content, zoals bijvoorbeeld podcasts.

En dan tenslotte web spam. Wat is web spam? Hoe herken je web spam? Wat ziet Google nu als web spam?

Om te beginnen met de eerste vraag: “Wat is web spam?”, kijk ik simpelweg naar wat Google definieert als web spam. Volgens Google zijn dit webpagina’s, die zijn gemaakt om op onnatuurlijke wijze bezoekers naar een site te trekken en dus zo de zoekmachines voor de gek te houden.

Google kijkt op verschillende manieren naar webpagina’s, om te bepalen of het web spam is. Allereerst kijken ze naar technische signalen of er zogenaamde “black hat” technieken worden gebruikt, om de pagina’s onnatuurlijk hoog te laten scoren op bepaalde termen. Ook kijken ze naar spam pagina’s die eigenlijk geen of weinig zinnige content bevatten, alsmede naar pagina’s die alleen maar commercieel bedoeld zijn. Daarnaast geeft Google in haar webmaster guidelines ook steeds aan wat zij beschouwt als goede content en goede websites. Ik raad je dus eens aan om die ook eens door te lezen.
Maar laat ik eens een paar technische signalen geven, wat bij Google de spamtrigger kan laten afgaan.

Als eerste: verborgen tekst en links. Je kunt teksten op meerdere manieren verbergen. Zo kun je de tekstkleur gelijk maken aan de achtergrondkleur. Mensen zien de tekst dan niet, maar zoekmachines zien die tekst wel. Ook kun je teksten door middel van trucs buiten het zichtbare deel van het scherm plaatsen met hetzelfde effect. Dit gaat dan vaak gepaard met “keyword stuffing”.

“Keyword stuffing” is een andere foute manier om proberen te scoren in de zoekmachines. Het komt erop neer dat je extreem veel zoekwoorden en zoektermen op je pagina’s plaatst. Dit soort technieken werkten een aantal jaren geleden nog, maar zijn tegenwoordig echt kansloos en hebben een averechts effect op je ranking in de zoekmachines.

Het geautomatiseerd doorsturen van bezoekers naar andere pagina’s is ook niet toegestaan. Misschien heb je het vroeger wel eens meegemaakt. Je hoorde dan (als je het geluid aan had staan) een paar keer het geluid wat je ook hoorde als je op een link klikte. Tegelijkertijd zag je dan een paar pagina’s voorbij flitsen.

Een andere foute praktijk is het zogenaamde “cloaking”. Daarbij wordt er aan zoekmachines heel andere content aangeboden, dan aan de bezoekers van webpagina’s. Zo kan het zijn dat de zoekmachine heel mooie tekst ziet, terwijl de menselijke bezoeker van de pagina een Viagra advertentie te zien krijgt.
Spam pagina’s zijn pagina’s die vaak vol staan met onzinnige tekst, waartussen dan advertenties zijn opgenomen. De makers van die pagina’s hopen dan dat bezoekers op die advertenties klikken, waardoor zij een paar cent per klik verdienen.

Of wat ook gebeurde is dat men content eindeloos door software haalde die het een beetje anders maakte, waarbij de aangepaste teksten dan op andere sites, zoals wikis, blogs, fora etc. werden gepost met links terug naar de eigen site.

Het foute type commerciële webpagina, is de webpagina die vol staat met affiliate links, of alleen maar Pay-Per-Click (PPC) advertenties etc. Ook werden verlopen domeinen vaak gebruikt om spammy content op te zetten.

Al dit soort pagina’s zijn dankzij de Panda en Penguin updates van Google verdwenen uit de zoekresultaten die je als gebruiker te zien krijgt. Gelukkig zie je nu veelal de relevante content als eerste, waardoor je minder tijd verliest met het zoeken naar de door jou gewenste informatie.

at komt doordat er ook heel veel goede pagina’s zijn. Op de keeper beschouwd, zijn er meer mensen met de intentie om goede pagina’s te produceren, dan dat er mensen zijn die spammy pagina’s willen publiceren. Alleen hebben die foute figuren in het verleden vaak geautomatiseerde oplossingen gebruikt, waardoor ze in weinig tijd heel veel waardeloze content konden produceren.

Ik kan me voorstellen dat je je dan afvraagt wat “goede pagina’s” zijn in de ogen van Google. Als je eerlijk bent, dan heb je zelf heus wel een idee wat goede pagina’s zijn en wat goede content is. Maar laat ik het iets concreter maken. Google hanteert de volgende criteria om te bepalen of iets spam is of niet. Als je op onderstaande vragen volmondig en met droge ogen “Ja” kunt antwoorden, dan is je content hoogstwaarschijnlijk geen spam. Hier komen de vragen:

  1. Geeft de pagina een goede “vind”-ervaring aan de gebruiker. Dus denk je dat de content datgene is, waar de gebruiker naar op zoek is?
  2. Bevat de pagina originele en unieke content die anderen iets kan leren of wat hen kan helpen?
  3. Vind je zelf dat de pagina in de zoekresultaten moet worden vertoond?
  4. Is de pagina ontworpen voor gebruikers? Zitten er menselijke aspecten aan?
  5. Als je eventuele advertenties eraf haalt, zit er dan meer dan voldoende nuttige, relevante en originele content in voor een gebruiker?

Toegegeven, het beoordelingsproces van Google is niet openbaar. Dat is tenslotte hun sterke kant en ze zullen er alles aan doen om dat geheim te houden. Maar dit soort richtlijnen geven bedrijven waardevolle informatie, om zich ervan te verzekeren dat hun website overeenstemt met wat Google verwacht en graag ziet!

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 15 (11-03-2013)

ReputatieCoaching Podcast aflevering 15! Ja, je hoort het goed: sinds de eerste podcast van 3 december heb ik alweer 15 afleveringen gemaakt van de ReputatieCoaching Podcast. Wat gaat de tijd toch snel!

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 14 (11-03-2013)Inmiddels is het rond kwart voor twaalf ‘s avonds. Ik heb zopas de hond uitgelaten en omdat het buiten een gevoelstemperatuur is van om en nabij de min tien graden Celsius ben ik weer helemaal fris en monter.

Mensen vragen mij wel eens hoe ik dat allemaal volhoud: zo laat nog aan de podcast werken, artikelen schrijven en dan ook nog eens bedrijven helpen met hun online reputatie. De eerste reden is dat ik het ongelofelijk leuk vind en ik krijg gewoon energie als ik dit soort content en de kennis die ik ook telkens op doe, alsmede mijn ervaringen met anderen kan delen.

Bovendien heb ik weinig slaap nodig. Gemiddeld slaap ik zo’n vijf uur per nacht. En soms knap ik dan tussendoor een uiltje van een uurtje. Dan kan ik er weer uren tegenaan. Eerder op de avond heb ik ook even een uurtje een tukje gedaan, zodat ik nu lekker aan de podcast kan werken.

De reden dat ik de podcast ‘s avonds inspreek is dat we hier om het huis een haantje hebben, die er lustig de hele dag op los kraait. Met een kraaiende haan op de achtergrond is het niet echt gemakkelijk om de podcast in te spreken. En we hebben een Berner Sennen hond hier op het erf rondlopen, die ook nog wel eens wil blaffen. Om deze tijd ligt die lekker in huis en kan ik hier op kantoor ongestoord de voorbereidingen doen aan de podcast, om daarna de podcast in te spreken en alles online te zetten.

Als eerste topic heb ik vandaag: bedrijven in Amerika verliezen jaarlijks zo’n slordige 10 miljard dollar of meer aan omzet. En vorige week kreeg ik de vraag of je Google Authorship moet verwijderen bij artikelen die zijn geschreven door mensen die inmiddels het bedrijf hebben verlaten.
Ook heb ik een paar updates over de nieuwe versie van Google Maps voor de iPhone. En vorige week donderdag heb ik een presentatie gegeven voor ICT-architecten binnen Ordina. De titel van de presentatie was: “Verbeter je online reputatie en daarmee het imago van Ordina”. Daar heb ik wat leuke dingen over te melden.

En ik vertel je iets wat niet zoveel mensen weten, namelijk over het effect dat geotaggen van foto’s kan hebben, op je lokale vindbaarheid.
Als afsluiting heb ik weer een lijst van 20 punten, maar dan onderverdeeld in twee lijsten van 10 punten. De eerste lijst is 10 mythen over WordPress en beveiliging en het kopje van de tweede lijst is 10 manieren om consistent bloggen of podcasten vol te houden. En als allerlaatste heb ik nog een nieuwsupdate voor je ten aanzien van de podcast !

Wist je dat bedrijven in de Verenigde Staten jaarlijks meer dan 10 miljard Amerikaanse dollar mislopen doordat ze geen of onjuiste bedrijfsvermeldingen hebben? Het Amerikaanse bedrijf Yext heeft laten onderzoeken wat sommige bedrijven mislopen aan omzet als gevolg van onjuiste of onvolledige contactgegevens. Op Screenwerk.com las ik dit allemaal in een artikel. En dit bedrag kwam niet zomaar uit de lucht vallen.

De schrijvers van het artikel hebben hun bevindingen op verschillende andere manieren getoetst en steeds bleek dat ze er met die 10 miljard dollar toch redelijk in de buurt zaten.

Natuurlijk is het niet zo dat die 10 miljard niet wordt uitgegeven. Nee, die 10 miljard dollar gaat naar de bedrijven waarvan de gegevens wél overal op Internet goed en consistent staan vermeld. Echter, de bedrijven van wie de gegevens dus niet kloppen lopen deze omzet mis. Ofwel kortgezegd: “Een gemiste kans!”. En wat voor eentje!

Laat dit korte nieuwsbericht voor jou een trigger zijn om wat vaker je online citations, ofwel bedrijfsvermeldingen te controleren en te actualiseren. Hou een lijst bij met sites en de bijbehorende inloggegevens, waar je zelf je bedrijfsgegevens ooit hebt aangemeld, zodat je ze later weer kunt aanpassen. Zo bespaar je tijd.

Steeds meer mensen die content produceren op Internet activeren Google Authorship. Ik heb ooit al eens een aparte instructievideo gemaakt over hoe je zelf Google Authorship voor jouw blog kunt activeren. Dus dat ga ik vandaag niet nog eens overdoen.

Inmiddels gaat het fenomeen van Authorship weer een stapje verder en komen de eerste “problemen” naar boven. Zoals je weet is Google Authoship iets wat gekoppeld is aan een persoon, een individu. Medewerkers van bedrijven produceren content onder hun naam en dus met hun Authorship vermelding. In de zoekresultaten verschijnt dan ook hun foto bij de zoekresultaten.

Maar wat moet een bedrijf nu doen, als zo’n medewerker een andere baan bij een ander bedrijf krijgt? Moeten ze dan alle Authorship vermeldingen bij alle artikelen weghalen? In veel gevallen kan dit flink veel extra werk opleveren.

Maar het bedrijf dat met de content achterblijft kan ook het gevoel hebben dat de medewerker vertrekt, terwijl hij of zij de AuthorRank als het ware meeneemt.

Op Search Engine Journal vond ik vier redenen om de verwijzingen naar de Authorship van de vertrokken medewerker NIET te verwijderen. Met andere woorden: vier redenen om de vermelding naar de originele auteur dus te laten staan, inclusief de bijbehorende Authorship.

Ten eerste loop je het risico dat je autoriteit verliest. In het ideale scenario gaat het als volgt: de medewerker die talloze artikelen heeft gepubliceerd vertrekt en het bedrijf laat alle verwijzingen (inclusief de Authorship vermelding) naar hem of haar staan. Alleen wordt in de biografie van de auteur op de site vermeld dat deze inmiddels is vertrokken.

De voordelen hiervan zijn:

  1. De vertrokken medewerker kan nog steeds verwijzen naar zijn of haar content
  2. Het bedrijf waar de medewerker is vertrokken kan nog steeds verkeer genereren met de content
  3. Doordat de foto bij de artikelen vertoond blijft worden, blijft de click through rate hoog
  4. Er gaat geen AuthorRank verloren, waardoor posities in de zoekmachines niet in gevaar komen

Maar het kan ook anders. Stel je voor dat na het vertrek van de medewerker, de biografie wordt vervangen door die van een nieuwe medewerker en de Google Authorship wordt aan hem of haar toegekend, of zelfs helemaal verwijderd. Of in nog extremere gevallen wordt alle content van de inmiddels vertrokken medewerker helemaal verwijderd!

Dit scenario is helemaal ongewenst, vanwege meerdere redenen:

  1. De vorige medewerker is verontwaardigd omdat zijn of haar content nu wordt toegekend aan iemand anders. Dit kan reputatieschade met zich meebrengen, alsmede een hetze op de sociale media. Als bedrijf zit je hier niet op te wachten.
  2. Het bedrijf waar de medewerker eerst werkte kan niet meer profiteren van de kwaliteit van de content van de vertrokken collega. Stel dat deze persoon een soort van beroemdheid wordt, of een thoughtleader… Dan heb je mooi pech dat de content op jouw site niet meer verwijst naar deze autoriteit!
  3. Als de Authorship relatie wordt verwijderd, verdwijnen ook de foto’s uit de zoekresultaten en dus neemt de click through rate af, doordat mensen minder snel erop zullen klikken.
  4. Als de artikelen helemaal van de site worden verwijderd, verliest het bedrijf waardevolle content die eerst nog verkeer naar de site trok.
  5. Het is niet mogelijk om AuthorRank te bouwen met een “Ghost writer”

Dit alles gaat volledig in tegen het principe wat Google probeert te promoten: fantastische, unieke en originele content, geschreven door echte mensen. En we weten wat er kan misgaan, als je probeert Google voor de gek te houden… De voorbeelden daarvan zijn legio!

De tweede reden om de Authorship te laten, zoals die is, is dat het onethisch is. Het copyright van de content die iemand produceert ligt bij de schrijver, niet bij zijn of haar werkgever. Als je de Authorship overzet op iemand anders is dat op z’n minst onethisch.

Ook zullen lezers van waardevolle content willen weten wie de echte auteur ervan is, ongeacht waar die persoon op dit moment werkt.

En ten derde: hoe denk je nog nieuwe thought leaders en experts aan te kunnen trekken als eenmaal bekend wordt dat jij als bedrijf waardevolle content zomaar aan anderen kunt toebedelen? Deze zullen zich wel een paar keer bedenken om voor jou als werkgever te kiezen, als dit eenmaal in de markt bekend is geworden!

Ook zullen je huidige medewerkers steeds minder trek hebben in het produceren van content waarvan het auteurschap later toch aan anderen kan worden toegekend.

Samenvattend is de laatste reden eigenlijk: je schiet er niets mee op, om de Authorship te verwijderen, als een medewerker naar een andere werkgever gaat.

Als je het heel extreem bekijkt zou je één reden kunnen verzinnen om je bedrijf te ontkoppelen van het auteurschap van een individu. Dat is als die persoon betrokken blijkt te zijn bij illegale praktijken, waarbij jij als bedrijf totaal niet geassocieerd wilt worden. Voor de rest is het advies: laat die auteurschap staan, goed beschouwd kun je er alleen maar voordeel bij hebben!

Dan Google Maps voor de iPhone. De app is een tijdje terug al helemaal vernieuwd, maar Google zit beslist niet stil en gaat door met de ontwikkelingen aan deze app die bij de laatste update meer dan 10 miljoen keer is gedownload in twee dagen.

Vorige week is de nieuwe versie gekomen. In deze nieuwe Google Maps worden de adressen van je contacten getoond, als je zoekt op hun naam. Ook kun je gemakkelijker lokale bedrijven zoeken door te kiezen uit de bekende categorieën die je ook in Google Maps op de desktop versie van Google Maps kunt vinden, zoals: restaurants, benzinepompen, banken enzovoorts.

Een andere vernieuwing is dat je ook “in de buurt” kunt zoeken, analoog aan Facebook “Nearby”. Dit helpt je als je iets zoekt in een omgeving waar je niet bekend bent.

Je kunt de nieuwste versie sinds vorige week downloaden op je iPhone of in iTunes. Helaas is er nog geen versie die is geoptimaliseerd voor de iPad.

Ook grotere bedrijven kunnen ervan profiteren als de reputatie van de medewerkers toeneemt. Zo heb ik afgelopen donderdag een presentatie mogen geven voor een aantal consultants en architecten van Ordina in Nieuwegein. De titel van de presentatie was “Verbeter je online reputatie en daarmee het imago van Ordina”. Mijn tijdslot was maximaal 45 minuten, maar ik redde het niet om alle slides in die tijd te behandelen. Doordat ik zoveel te vertellen had, moest ik de laatste paar dia’s er zogezegd “doorheen jagen”.

Ik had een goede 35 tot 40 toehoorders die allemaal aandachtig luisterden. Ook kreeg ik interessante vragen uit het publiek. Zo was er een Ordinees die een blog bijhield over een verbouwing van een tweede huis in Frankrijk. Hij vertelde dat hij steeds meer vragen kreeg op zijn website, over verbouwingen en gerelateerde vergunningen etc. in Frankrijk. Hij werd door dit blog dus gevonden en ook gezien als autoriteit voor verbouwen in Frankrijk.

De aanwezigen heb ik natuurlijk om recensies gevraagd. Tot op heden zijn er twee gepost op mijn LinkedIn profiel. Van de organisatoren kreeg ik vandaag feedback van de luisteraars. Op een schaal van 1 tot 5 scoorde mijn presentatie exact 4 punten. Daarmee ben ik dik tevreden.

De recensies liegen er ook niet om. Die waren eigenlijk allemaal positief! Ik zal ze van de week in een apart artikel op de site publiceren. En wat ik het leukste vond is dat Ordina dankzij mijn presentatie weer een nieuwe enthousiaste blogger heeft. Op www.martinjesterhoudt.nl (met ‘dt’) vind je het weblog dat deze kersverse blogger afgelopen weekend met mijn adviezen heeft opgezet. Chapeau, Martin!

Als jij ook wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.

Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of één of andere Twitter-app geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/15. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast. Ook kun je natuurlijk een recensie posten op LinkedIn. Je vindt mijn profiel op LinkedIn, via: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.

Vergeet niet om een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl als je ergens een recensie hebt gepost.

Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Van de week heb ik een artikel gepubliceerd met een instructievideo, hoe je foto’s kunt voorzien van een zogenaamd “geotag” met behulp van het gratis programma “Picasa” van Google. Dit betekent dat je de GPS-coördinaten waar de foto is gemaakt, onzichtbaar in de foto’s opslaat. Hierdoor kunnen je foto’s op sommige sites beter scoren in de lokale zoekresultaten. De komende paar dagen publiceer ik nog een paar artikelen en instructievideo’s over hoe je deze foto’s vervolgens goed kunt gebruiken op sites als Panoramio en Flickr. Dus hou de site of de RSS-feed in de gaten!

WordPress is één van de meestgebruikte platformen voor het opzetten van blogs en websites. Dat staat buiten kijf! Het wordt letterlijk tientallen miljoenen keren overal ter wereld gebruikt. Ook ik raad het aan, aan eenieder die zijn eigen weblog of website wil beginnen. OK, het is open source en dus zou iedereen manieren kunnen vinden om het te hacken. Daarmee kom ik dan meteen op de eerste mythe uit het lijstje van 10 mythen van WordPress en haar beveiliging, namelijk:

  1. WordPress is niet veilig – Ja en nee. WordPress is één van de meestgebruikte platformen voor weblogs en daarmee ook door de meeste mensen getest. Sommige van de slimste koppen van deze planeet helpen bij de ontwikkeling ervan. Tuurlijk zijn er wel eens potentiële veiligheidsproblemen, maar deze worden altijd binnen no-time gefixed, waarna er een nieuwe versie beschikbaar komt.
    De laatste paar versies bevatten opvallend weinig beveiligingsproblemen. Loop jij nog achter met je WordPress, dan is nu het moment om jouw WordPress bij te werken naar de meest recente versie! Tip: maak wel eerst een backup!
  2. Plugins zijn altijd veilig – Nou nee. Je mag er niet vanuit gaan dat plugins per definitie veilig zijn. De meeste WordPress hacks zijn ook vaak dankzij problemen in plugins. Als je een plugin zoekt en wilt installeren, kies dan eentje die goede beoordelingen heeft, actief wordt onderhouden en recentelijk nog ooit eens is aangepast. Let wel: hoe meer plugins je gebruikt, des te meer risico loop je ten aanzien van je beveiliging!
  3. Mijn site is te klein om te worden gehacked – Absoluut niet! Ik heb een klant die begon met een WordPress site met slechts één pagina, waarop het bedrijfslogo stond  en de contactgegevens. Ook die site is gehackt, doordat een slecht onderhouden plugin werd gebruikt als achterdeurtje. Hierdoor werd de webpagina om zeep geholpen! De meeste hacks gebeuren toch geautomatiseerd, dus dan maakt de omvang van jouw site echt niet uit!
  4. Je hoeft geen backups te maken – Ook dit is een vitale misvatting! Ga er nooit van uit dat je hosting provider backups maakt en dat die je wel redt, als er problemen komen met je site. Ik heb in Podcast 4 en Podcast 9 al de gratis plugin BackWPup genoemd. Deze gebruik ik ook op alle WordPress sites die ik onderhoud en naar volle tevredenheid. Iedere nacht laat ik die sites een backup maken naar Dropbox, waarbij ik de laatste twintig backups bewaar.
  5. Passwords en gebruikersnamen maken niet uit – FOUT! De meeste gebruikers kiezen standaard “admin” als administrator gebruikersnaam en vaak een simpel wachtwoord. Je kunt beter een gebruikersnaam kiezen als “xyz-admin” voor het administrator account en bloggen onder een ander account, dat minder rechten heeft. Het andere account kun je dan goed op je eigen naam zetten en koppelen aan je Google+ profiel voor Google Authorship. Het “xyz-admin” account (waarbij je “xyz” door een voor jou gemakkelijk te onthouden afkorting vervangt), gebruik je alleen voor het installeren van nieuwe plugins of het regelmatig bijwerken van de software.
    Wellicht ten overvloede: kies ook voor je blog een ander wachtwoord, dan voor je andere accounts op Internet.
  6. Je kunt gewoon een beveiligingsplugin gebruiken – Vertrouw niet blind op mooie omschrijvingen van plugins. Nieuwe plugins kunnen nieuwe beveiligingslekken hebben. Ze helpen je bijvoorbeeld ook niet, als een hacker kan inbreken op de server waar je website staat.
  7. De site staat niet “live”, dus ik loop geen risico – Zolang je site op Internet op enigerlei wijze te benaderen is, loop je het risico dat je site kan worden gehacked. Neem voorzorgsmaatregelen, zeker als je de site gebruikt om te ontwikkelen of te testen.
  8. Je moet systeembeheerder zijn om je site veilig te houden – Nee hoor, dat hoeft echt niet. Als je de tien tips uit dit lijstje opvolgt, dan loop je al minder risico dan -ik denk 70%- van de WordPress gebruikers. Beperk je plugins tot het absolute minimum, gebruik geen publieke WiFi in Internet café’s en blog niet onder een “admin”-account en je komt al in de topregionen van veilige WordPress sites.
  9. Je ziet of merkt het meteen als een site gehackt is – Weer FOUT! Een site hoeft lang niet altijd om zeep te zijn geholpen of een andere voorpagina te hebben, als die is gehackt. Soms installeren hackers software om foute dingen te doen vanaf de server waar jouw site op draait. Ze zijn er dan bij gebaat dat hun ontdekking zo lang mogelijk wordt uitgesteld.
    Ik raad altijd mensen aan om hun site aan te melden bij Google Webmaster Tools. Google waarschuwt je daar, als je WordPress software te ver achter gaat lopen qua versie, of als je site zogenaamde “malware” bevat enz.
  10. M’n site wordt zo WEER gehackt! – Als je al deze tips opvolgt en je ook nog eens iets meer inleest in de beveiliging van WordPress sites, hoef je hier echt niet bang voor te zijn. Je site is nooit 100% veilig, maar door alle tips hoor je echt bij de top van de veilige WordPress sites.

Voor het op peil houden van de beveiliging van jouw WordPress site, is het dus essentieel dat je geregeld backups maakt en de WordPress software of de plugins bijwerkt, vlak nadat een nieuwe versie beschikbaar is. Reden om het niet meteen te doen, is dat je beter even de kat uit de boom kunt kijken of er met een nieuwe versie geen nieuwe problemen worden geïntroduceerd.

Ik ga snel door met het volgende lijstje dat ik voor je heb gevonden: 10 manieren om het bloggen of podcasten vol te kunnen houden. Deze vond ik op de site van Search Engine People. De link naar dit artikel en naar andere artikelen die ik graag met je deel, vind je in de transcriptie van deze podcast. Detranscriptie is te vinden op: www.reputatiecoaching.nl/15.

1. Gebruik één centrale ideeënbus
Sla je ideeën en links etc. op, op één centraal punt. Het is essentieel dat je snel en eenvoudig links, ideeën en andere content hierin kunt opslaan, als je surft op Internet. Ik ga binnenkort uit de doeken doen, hoe ik honderden RSS-feeds volg en aan mijn onderwerpen kom.

2. Lees gepubliceerde content nog eens over, lees reacties van lezers enz.
Soms kan het zijn dat je inzicht verandert, of dat de wereld om je heen verandert. Als je dan nog eens naar reeds gepubliceerde content kijkt, kan dit je op nieuwe ideeën brengen voor nieuwe artikelen. Of lees nog eens de reacties van mensen die je site bezochten of kijk in je mail naar vragen die mensen aan je hebben gesteld in het verleden. Sla elk idee op, in je ideeënbus!

3. Gebruik een publicatiekalender
Vakanties, beurzen, seizoenen, feestdagen kunnen allemaal ideeën opleveren voor content. Tegelijkertijd zit er dan vaak een deadline aan vast. Je kunt bijvoorbeeld een aparte kalender maken in Google, waarin je de onderwerpen voor je weblog plant. Ook kun je eventueel de kalender delen met anderen, zodat die je kunnen helpen.

4. Nodig gastbloggers uit
Als je zelf even geen inspiratie hebt, kun je natuurlijk ook anderen vragen of ze een artikel op jouw site willen publiceren. Zorg er dan wel voor, dat het unieke content is, anders werkt het in je nadeel, omdat je geen duplicate content wilt publiceren. Vraag al je contacten of iemand iets wil schrijven. Het komt maar zelden voor dat iemand NIET meer bekendheid wil verwerven!

5. Schrijf als co-writer
Cowriting van artikelen is ideaal voor mensen die goede ideeën hebben, maar hulp nodig hebben met opleveren van een publiceerbare versie ervan. Door met iemand samen te werken krijg je in minder tijd betere content.

6. Huur een schrijver of content producent
Vooral als jouw tijd te kostbaar is om content te produceren kun je het overwegen om dit uit te besteden aan iemand of een partij die daar goed in is. In eerste instantie is het vaak een uitdaging om een goede schrijver of content producent te vinden, maar als je die eenmaal hebt gevonden, kan het je veel tijd besparen, terwijl je toch waardevolle content op je site krijgt!

Trap niet in de val om content van een laag niveau in het buitenland te laten vervaardigen. Ga voor kwaliteit, niet kwantiteit!
Zelf produceer en publiceer ik ook voor diverse bedrijven content op hun sites. Ik heb met hen procedures opgezet, zodat zij snel en efficiënt mij van de relevante details kunnen voorzien, waarna ik het content item maak. De ene keer is dit een weblog artikel, de andere keer een screencast en weer een andere keer een PowerPoint presentatie. Vanzelfsprekend zet ik niets online, zonder de toestemming van de opdrachtgever.

7. Focus op starten!
Als je eenmaal in een schrijf-stemming zit, start dan een aantal artikelen. Zo heb je altijd een aantal gedeeltelijke artikelen en kun je kiezen wat je op dat moment wilt afmaken. Als je dan geen inspiratie hebt voor een nieuw artikel, kun je toch iets publiceren.

8. Plan je blog focus tijd vroeg en vaak
Veel mensen kunnen vroeg in de ochtend het beste presteren en schrijven dan in no-time een stuk tekst. Het maakt niet uit, als je liever ‘s avonds werkt. Maar wat je ook doet: plan je tijden en hou je eraan. Stem deze tijden ook af met je partner en/of huisgenoten etc. Zet op die momenten alle afleidingen, zoals Skype, mail, Messenger enz. uit, zodat je je volledig kunt concentreren.

9. Creëer 3- of 4-luiken
Door je artikel te splitsen in drie of vier delen zorg je ervoor dat je lezers je blog blijven volgen, omdat ze graag terug willen komen voor het volgende stuk. Ook kun je een wekelijks item met een opvallende naam laten terugkomen.

10. Gebruik een anti-afleidings applicatie
Sommige mensen hebben moeite zich te concentreren op de content, als ze een volwaardige tekstverwerker onder hun vingers hebben. Ze kunnen dan niet in een rap tempo doortypen, omdat ze steeds bezig zijn met de opmaak.

Doe net als de professionals: zorg voor je ideeënbus, zodat je altijd inspiratie hebt voor onderwerpen. Typ dan eerst je content en ga pas daarna opmaken.
Er zijn applicaties die je alleen een zwart scherm met groene letters geven, waarop je kunt typen, zonder verdere opmaak. Ik ken mensen die daar baat bij hebben.

Zelf schrijf ik altijd alle content eerst ruw in Google Docs (dat tegenwoordig “Google Drive” heet). Tijdens het typen van de content doe ik mijn best zo min mogelijk formatting te gebruiken. Pas als ik de content kopieer naar WordPress, ga ik mij om de opmaak bekommeren. Dit werkt voor mij perfect! Bovendien heb ik zo altijd overal toegang tot mijn content en kan ik overal waar ik ben, verder werken aan de artikelen. Ook zorgt Google voor automatische backups en is die zorg ook weer uit mijn hoofd.

Al deze tips volg ik zelf voor de diverse websites, waar ik content voor produceer. Ook leer ik de mensen die ik coach, ze toe te passen. Vaak help ik ze in het begin op weg met hun kalender en zit ik hen achter de broek om tijdig een volwaardig artikel of ruwe content te produceren.

Dit is dan alweer de vijftiende ReputatieCoaching Podcast. Met het voorbereiden, samenstellen en online brengen van de afgelopen vijftien afleveringen heb ik zelf ook ontzettend veel geleerd. En natuurlijk hoop ik dat jullie als luisteraars iedere keer weer met plezier naar de podcast luisteren en er iets van opsteken.

Zoals je hebt kunnen merken heb ik gaandeweg een specifiek format voor de show ontwikkeld. Eerst begin ik nu met nieuws updates en vervolgens een onderwerp wat ik iets meer uitdiep om jou van meer context en achtergrondinformatie te voorzien.

Op verzoek van een paar vaste luisteraars ga ik vanaf nu dit format iets aanpassen… Of beter gezegd: uitbreiden. Via diverse mailtjes heb ik namelijk vernomen dat dit format mensen op zich aanspreekt, maar ze willen ook graag af en toe een andere visie uit de markt, die dan wordt vertegenwoordigd door een andere “stem”.

Ik pak dit zowel letterlijk als figuurlijk op. Ik ga mijn best doen mensen van bedrijven te interviewen, die werkzaam zijn in gebieden waar ik in deze podcast ook aandacht aan schenk, dus web design, SEO, reputatiemanagement, coaching, internet marketing enzovoorts.
Natuurlijk kan ik niet garanderen dat ik elke week een interview zal hebben, maar ik ga er achteraan!

Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

 

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)

Je luistert naar alweer de veertiende aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!

Hallo en welkom. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!
Steeds meer bronnen bevestigen het: 2013 wordt het jaar van mobiele websites. Dat is het eerste onderwerp van vandaag. Daaraan gerelateerd geef ik je drie redenen om je site in 2013 een responsive design te geven.

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)Als tweede onderwerp heb ik nieuws over Firefox die een nekslag geeft aan online adverteerders. Over nekslag gesproken: enige tijd geleden heeft Google Image Search, ofwel het zoeken naar afbeeldingen aangepast. Veel fotografen zijn hier helemaal niet blij mee! Evernote kreeg een acuut reputatieprobleem en pakte het voortvarend op. Als vijfde onderwerp voor vandaag vertel ik iets over QR-codes en waar je ze zoal voor kunt gebruiken. Het is al eens eerder aan bod gekomen: verhuizen. De procedure om dit te doen in Google+ Local is veranderd. Ook kun je nu in Google+ Local op één adres meerdere specialisten of afdelingen virtueel huisvesten. Daarover later in deze aflevering meer.

Op YouTube kun je sinds kort professionele vertalingen verkrijgen in maar liefst 36 talen!

Tenslotte, “Content is king”, dat weten we allemaal. Daarom heb ik vandaag als afsluiting een aantal tips om nóg betere content  te schrijven.

Veel marketeers doen nog steeds lacherig over mobiele sites, responsive webdesign en de noodzaak om überhaupt aandacht te geven aan mobiele presence. Inmiddels is gebleken dat gemiddeld bijna 40% van de tijd die mensen online doorbrengen, op mobiele apparaten wordt gespendeerd!

Jongeren communiceren via SMS, WhatsApp en Twitter. E-mail vinden ze maar onhandig, omslachtig en ouderwets. Hetzelfde lot lijkt dus de PC te wachten: een apparaat met “beperkte” toepassingsmogelijkheden (je moet er tenslotte naartoe, in plaats van dat het altijd bij je in de buurt is) en het is bedoeld voor “oude mensen”.

In de transcriptie van deze podcast, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/14/ heb ik een grafiek van comScore opgenomen. Hierin is de verdeling te zien wat mensen doen op Internet, onderverdeeld in “vaste PC” en mobiele apparaten.
Twee markante statistieken van deze grafiek wil ik toch even benadrukken: als eerste de mate waarin kaarten worden geraadpleegd en als tweede het koopgedrag of koopintentie. Het blijkt namelijk uit deze gegevens dat kaarten voor 84% op mobiele apparaten worden bekeken (en dus slechts 16% vanaf vaste PC’s). Maar wat hoopgevend is voor bedrijven die hun mobiele website goed op orde hebben, is dat 38% van de mensen die een koopintentie hebben, of daadwerkelijk iets kopen, dit al via hun mobiele apparaat doen.

Het zal dus niet zo lang meer duren, todat de PC als belangrijkste interface voor het Internet van zijn troon wordt verstoten.

Als je nog niet overtuigd was, dat 2013 waarschijnlijk het omslagpunt wordt, waarin mensen meer op Internet doorbrengen op hun mobiel, dan vanaf hun vaste PC, dan zouden deze getallen je toch wakker moeten schudden. Zeker als jouw site nog niet goed te bekijken is op mobiele apparaten, moet je je maar eens achter te oren krabben, als je het nog langer wilt uitstellen.

Op 28 november heb ik in het artikel “Mobiele website? Hoezo?” al gerept over responsive web design. Ook hierin geef ik een aantal getallen ten aanzien van de ontwikkelingen op mobiel gebied, evenals in mijn “7 online marketing trends voor 2013”. Ik zal je nu nog eens drie redenen geven, om je te motiveren het design van je site in 2013 om te zetten (of om te laten zetten) naar een responsive web design en waarom dit beter is dan een aparte mobiele website maken.

Ten eerste is een responsive thema of template beter voor de SEO, de zoekmachineoptimalisatie. Het helpt je ook met het verkrijgen van links naar je site. Als je twee verschillende sites hebt, moet je links naar beide verwerven. Met één en dezelfde site en dus ook dezelfde URL’s voor zowel de mobiele content, als de content die bestemd is voor grote schermen van bijvoorbeeld desktops, werken backlinks altijd in je voordeel.

Google wil duidelijkheid en vooral eenduidigheid om gebruikers naar jouw content te leiden. Google zegt hierover het volgende:

“Eén enkele URL naar bepaalde content helpt Googles algoritmes om de inhoud beter te kunnen indexeren”.

Maar al te vaak zie je dat mensen vanaf hun mobiele telefoon een link delen op Twitter of Facebook en als je dan op een desktop PC op deze link klikt, blijkt het een link naar een mobiele site te zijn, die dan op een desktop PC er totaal niet uitziet. Dit veroorzaakt dan een bounce, waardoor de bounce rate stijgt. En met de toenemende groei van mobiel Internet neemt dan de bounce rate nog verder toe. Hierdoor zakt de site dan in de zoekresultaten.

Als de desbetreffende site een responsive theme of template zou hebben gehad, zou de pagina op het grote scherm automatisch goed zijn weergegeven en zou de kans op een bounce veel kleiner zijn geweest.

Voor WordPress is er een plugin met de naam “WPTouch”. Hiermee kun je je site op een mobiel automatisch goed laten vertonen. Deze plugin stamt vanuit de tijd vér vóór responsive web design en ik geef toe dat ik ‘m ook wel heb gebruikt. Maar die tijd is dus echt voorbij. Wat tegenwoordig namelijk ook steeds meer meetelt, is “user experience”, ofwel “gebruikerservaring”. Als gebruikers een mobiele site krijgen voorgeschoteld, dan willen ze ook een mooi mobiel design zien en niet een saaie eenheidsworst, zoals alle WordPress sites die deze plugin nog gebruiken.

Een extra nadeel van een aparte mobiele site is bovendien ook dat de laadtijd van elke mobiele pagina wordt vergroot, vanwege het feit dat de originele desktop-pagina wordt omgeleid naar de mobiele pagina. Dit heeft ook een negatief effect op je rankings in de zoekmachines

De tweede reden om responsive web design te verkiezen boven een aparte mobiele site is de eenvoud van beheer. Kijk, een simpele website met vijf pagina’s zou je nog best gemakkelijk apart voor zowel een desktop PC, als voor mobiele browsers kunnen maken en onderhouden.

Maar als je tegenwoordig nog op de voorpagina van de zoekmachines wilt blijven verschijnen, zul je meer content moeten produceren en dan ook nog eens liefst met een zekere regelmaat. En zeker als je site verder groeit, wordt het dan steeds lastiger om twee soorten pagina’s apart te maken en te onderhouden.

Door je site een responsive design makeover te geven, zorg je er ook voor dat je site berekend is op de toekomst. Veel mobiele sites moeten continu worden aangepast, na het verschijnen van nieuwe mobiele apparaten. Dit brengt ook nog eens extra kosten met zich mee. Dankzij een responsive design is je site altijd geoptimaliseerd voor de maximale gebruikerservaring, ongeacht het apparaat of de resolutie.

Ten derde leveren responsive web sites een betere gebruikerservaring of leeservaring. Sommige producenten van content denken nog steeds dat je mobiele en vaste PC gebruikers aparte content moet aanbieden, waarbij jij dus al de keuze maakt wie wat te zien krijgt. Dit is een cruciale fout!
Brad Frost, een bekende in de wereld van responsive web design, zegt hierover:

“Mobiele gebruikers zullen alles doen, wat desktopgebruikers doen, aangenomen dat de content in een bruikbare vorm wordt aanboden. Als je aanneemt dat mobiele gebruikers “dat niet zullen doen”, heb je op voorhand al een groot deel van je potentiële klanten verloren. Straf de bezoekers van je site niet af, door content of mogelijkheden achterwege te laten, omdat ze op je site komen vanaf een mobiel apparaat.”

Tot zover over responsive web design. Dan nu over Firefox: de makers van deze populaire browser hebben aangekondigd dat zij vanaf versie 22 zogenaamde “third party” cookies automatisch gaan blokkeren. Ter informatie: op dit moment is Firefox op versie 19, dus het duurt nog eventjes.
Maar als versie 22 van Firefox verschijnt, is dit dan een nekslag voor adverteerders? Wat zijn hiervan de consequenties voor marketeers?

Daarvoor zal ik eerst de vraag beantwoorden: “Wat zijn third-party cookies?”. Cookies worden gebruikt om informatie op je computer op te slaan. Daarmee kan bijvoorbeeld worden gezorgd dat je niet elke keer je wachtwoord hoeft op te geven bij het inloggen op een afgeschermde site. De cookies die de websites die JIJ bezoekt naar je sturen, zijn de zogenaamde “first party cookies”.

De “third party cookies” komen dus van sites die jij niet bezoekt. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van je surfgedrag, het bijhouden van je klikgedrag bij advertenties en ook voor het bijhouden van uitbetalingsmogelijkheden voor affiliate programma’s.

Ooit begon Safari, de webbrowser van Apple, al met het blokkeren van deze cookies. Maar volgens de statistieken had Safari in januari 2013 wereldwijd een marktaandeel van zo’n 5%. Het marktaandeel van Firefox is een stuk groter, dat lag in januari wereldwijd namelijk zo rond de 20%.

De impact van het blokkeren van dit type cookies is dan ook een stuk groter. Om je een idee te geven wat dit betekent voor de Nederlandse markt, heb ik een grafiek van StatCounter in de transcriptie opgenomen van de verdeling van het gebruik van de diverse browsers in Nederland in de eerste twee maanden van dit jaar.

StatCounter-browser-NL-monthly-201301-201302-barBron: StatCounter Global Stats – Browser Market Share

 In Nederland heeft Firefox een marktaandeel van zo’n 16%, een paar procent meer dan Safari. Firefox is ook beslist niet de laatste browser, die deze beperking implementeert. De koers van andere browsers lijkt ook deze richting op te gaan.

Toch is de impact van deze toekomstige wijziging gigantisch. Want niet alleen reguliere adverteerders hebben hier last van, ook affiliate programma’s zullen dus minder goed in staat zijn om verkopen terug te leiden op bepaalde affiliates.

Sinds enige tijd heeft Google Image Search een nieuwe interface. Die ziet er op zich mooi uit en ik vind ‘m zelfs mooier dan de vorige versie. Maar niet iedereen is blij met deze verandering. Vooral fotografen ergeren zich groen en geel aan de nieuwe versie van Google Image Search. Wat is er aan de hand en waarom maken vooral fotografen zich zo druk om de aanpassingen?

Als je voorheen naar foto’s zocht, toonde Google de webpagina waar de foto op stond, met daarop een donkere, enigszins doorschijnende laag, waarop dan vervolgens de foto werd getoond. Deze manier van weergeven leverde de fotosite een extra pageview op, per bekeken foto.

Sinds de nieuwe versie gebeurt dit niet meer. De website wordt pas getoond als iemand daadwerkelijk doorklikt. Veel websurfers doen dit natuurlijk niet en daardoor keldert het aantal pageviews van veel fotografen. Er zijn gevallen bekend waarbij het aantal gemeten bezoekers met 80% is gedaald.

Ook hieruit blijkt eens te meer dat je nooit het bestaan of de vindbaarheid van je site en daarmee jouw business aan één medium of mechanisme moet hangen. Alle fotografen die veel verkeer genereerden met hun foto’s en verder niet echt in de zoekmachines te vinden waren hebben nu dus een potentieel probleem.

Afgelopen zaterdag maakte Evernote bekend dat een paar van hun systemen waren gehackt en dat mogelijk gebruikersgegevens waren gestolen. Volgens hun zeggen hebben de hackers nooit toegang gehad tot de daadwerkelijke opgeslagen bestanden en data van de gebruikers.

Evernote deed daarbij datgene wat het beste was: meteen alle gebruikersaccounts blokkeren, vervolgens alle gebruikers forceren hun wachtwoord te wijzigen en iedereen meteen te informeren. Ze hebben hiermee niet gewacht tot ze alle informatie boven water hadden en daarmee hebben ze een potentieel reputatieprobleem kunnen voorkomen.

Evernote mag dan geen potentieel reputatieprobleem hebben, maar vandaag las ik in de Telegraaf dat uit het Nationaal Klantbelevingsonderzoek van 2012 is gebleken dat 42% van de ondervraagden zich niet gewaardeerd voelt als klant bij diverse bedrijven. 42%, dat is nogal wat! Dat is bijna de helft!
Bovendien zegt 55% in datzelfde artikel dat organisaties niet altijd hun uiterste best doen om klanten te helpen.

Vaak is prijs een reden om naar een andere partij te gaan voor het afnemen van een product of dienst. Maar heel vaak leidt een negatieve klantervaring ook tot een zogenaamde “churn”. Voor dit woord is geen echte Nederlandse vertaling. Op Internet kwam ik de volgende verklaring tegen voor het woord “churn”:

“churn” is een marketingterm die in het Nederlands als substantief onvertaald blijft.

Het betekent dat klanten weglopen van de ene leverancier of dienstverlener naar de andere. Het is ongeveer het tegengestelde van klantentrouw dus.

Ik blijf het bijzonder vinden dat veel bedrijven vermogens investeren in het werven van nieuwe klanten, terwijl bestaande klanten tegen minder kosten trouw zouden zijn gebleven, als zij beter zouden zijn behandeld. Denk er eens over na: waar kun je meer aan verdienen op zowel korte als lange termijn? Aan nieuwe klanten of mensen die net klant bij je zijn? Of aan klanten die al jaren een loyale klant zijn en supertevreden zijn met jouw dienstverlening?
Dit pleit dus voor een extreem goede gebruikerservaring of klantervaring. En als je klanten tevreden over je zijn, verzamel dan op diverse plaatsen op Internet hun recensies, waarin ze ook naar de buitenwereld laten zien hóe tevreden ze over jouw bedrijf en je dienstverlening zijn!

QR-codes… Je ziet ze steeds meer. Als je het de ene expert vraagt is het helemaal hot, en als je de andere marketingexpert vraagt, zijn QR-codes gedoemd te falen. Ik weet bijna zeker dat jij ook wel eens QR-codes hebt gezien, ook al wist je mogelijk niet dat ze zo heten.

QR-codes zijn die vierkante figuurtjes die uit allemaal kleine witte en zwarte vierkantjes bestaan. Hierbij staan de letters “Q” en “R” voor “Quick Response”, ofwel: snelle reactie.

Ze zijn ooit ontwikkeld door Toyota om efficiënt onderdelen in automagazijnen te kunnen labelen, omdat je meer informatie erin kwijt kunt, dan in een simpele streepjescode.

Hoewel dus niet initieel ervoor ontwikkeld, worden ze tegenwoordig gebruikt op reclameborden, in bushokjes, in kranten etc. Je kunt die codes met een app op je smartphone scannen en dan kun je zien wat voor data erin schuil gaat. Zo kun je een URL, ofwel een link naar een website erin opnemen, een gewoon stuk tekst, een agenda-afspraak en wat dies meer zij.

Je ziet ook dat sommige mensen een QR-code op hun visitekaartje hebben staan. Als je deze dan scant met zo’n QR-scanner app, dan heb je meteen het hele visitekaartje in je smartphone.

Er zijn zelfs al QR-code shops en het aantal QR-shops groeit wereldwijd erg hard. Dat zijn winkels die geen producten op voorraad hebben, maar gewoon een groot aantal productfoto’s hebben hangen, met QR-codes ernaast. Op zich kun je zo’n shop natuurlijk ontzettend laagdrempelig starten.

Bezoekers van de shop kunnen dan de QR-code scannen om er meer over te lezen en als ze willen kunnen ze het meteen online kopen en afrekenen. Als iemand de QR-shop verlaat, is het product dan al vaak onderweg naar het adres van de koper.

Ook bedrijven die veel met klanten van doen hebben op hun bedrijfslocatie hebben op menukaarten of andere kaarten op de tafels vaak een QR-code staan. Veelal verwijst de QR-code naar een Facebook-pagina, of een pagina op Foursquare of Yelp.

Terwijl ik diverse interessante artikelen op Internet zat te lezen, belandde ik bij een artikel waarin vijf handige toepassingen voor QR-codes werden gegeven, die niet echt voor de hand lagen. In het kort zijn deze toepassingen:

  • Het insluiten van een link naar een felicitatievideo in een gedrukte verjaardagskaart
  • Het bekendmaken van “in geval van nood te waarschuwen” gegevens
  • Een periodiek systeem van QR-codes met links naar video’s over alle elementen van het periodiek systeem
  • Het labelen van alle dozen met je spullen, als je gaat verhuizen
  • Het handig labelen van je bagage

In de transcriptie heb ik een link naar het Engelstalige artikel opgenomen. Daar wil ik verder niet echt op ingaan. Als je meer wilt lezen over bovenstaande toepassingen, verwijs ik je graag naar het artikel.

Maar toen ik een paar maanden geleden me al eens begon in te lezen over QR-codes kwam ik een hele interessante toepassing tegen, namelijk de zogenaamde “groene QR-codes”. En hierbij slaat het woord “groen” niet op de kleur van de QR-code maar op het milieuvriendelijke aspect: “groene” QR-codes zijn namelijk herbruikbaar!

Een groot nadeel voor veel ondernemers is namelijk dat ze drukwerk laten maken, waarop een QR-code staat die naar één bepaalde, vaste pagina op Internet verwijst. Dat kan dus een pagina op de eigen site zijn met bijvoorbeeld het “menu van de maand”, of een externe pagina waar je bijvoorbeeld een review kunt posten.

Als een restauranthouder de QR-code gebruikt voor het “menu van de maand”, kan hij logischerwijs het menu aanpassen op zijn of haar eigen site. Maar als de QR-code een link bevat naar een vaste pagina die buiten de invloedssfeer van de ondernemer valt, heeft deze laatste dus een probleem als hij bijvoorbeeld tijdelijk reviews op een andere site wil verzamelen. Dan moet alle drukwerk dus opnieuw worden vervaardigd.

Op basis van deze ervaringen kan ik me goed voorstellen dat mensen het concept van QR-codes verguisen en afdoen als onzinnig, onhandig, kostbaar etc.
Maar als ik je nu vertel dat ik laatst een heel goedkope manier heb bedacht, hoe je zelf dynamische QR-codes kunt maken en gebruiken in al je drukwerk, dus zonder dat je bij een nieuw idee of initiatief je drukwerk opnieuw moet laten drukken? Stel je dus eens voor, dat je zelfs gedurende een avond de ene gast een review kan vragen op Yelp, de andere op Google+ Local en een derde op Foursquare? En zelfs zonder dat je er iets voor hoeft te doen op dat moment? En dat allemaal dus met één QR-code!!

Ben je dan geïnteresseerd?

Ik ben dit idee verder aan het uitwerken en binnenkort kom ik met meer informatie. Mocht je in de tussentijd meer hierover willen hebben, voel je dan niet geremd en neem gewoon contact op, of laat onderaan de transcriptie een berichtje achter.

Als je een andere vraag of een ander probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.

Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/14. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

En er is nieuws over Google+ Local. Als eerste over het verhuizen in Google+. In een bericht op de Google productforums werd ik hierover getipt. Voorheen moest je namelijk een nieuwe locatie aanmaken en de oude verwijderen met als reden “gesloten”.

Volgens de nieuwe methode moet je een geverifieerde vermelding hebben in Google+ Local. Dan kun je het adres aanpassen, waarna je opnieuw door het verificatieproces gaat. Na zo’n één tot twee weken is je bedrijf dan als het goed gaat ook digitaal verhuisd binnen Google+ Local.

Mocht je op een gegeven moment toch twee vermeldingen zien, dan moet je een probleem aanmelden met zoveel mogelijk gegevens (dus de URL van je oude vermelding, je nieuwe enz.). Hou tijdens het proces voor jezelf een goed logboek bij, zodat je in geval van een probleem ook weet wanneer je bepaalde acties hebt gedaan. Als je ergens op wacht, duurt het voor je gevoel soms veel langer, tot je een reactie krijgt, dan dat het in werkelijkheid duurt.

En er is meer nieuws over Google+ Local. Voorheen mocht je niet meerdere specialisten of afdelingen met meerdere vermeldingen binnen Google+ Local op één fysiek adres huisvesten. Maar sinds mag kan dat wel, want Google heeft haar bepalingen aangepast. Dit biedt dus weer nieuwe kansen voor maatschappen, ziekenhuizen, bedrijven en andere samenwerkingsvormen. Ook kan een kledingzaak bijvoorbeeld afzonderlijk de afdeling voor dameskleding vermelden, evenals de herenkledingsafdeling en die voor de kinderkleding.

De hoofdvoorwaarde is echter wel dat voor elke vermelding een apart telefoonnummer wordt gecommuniceerd. En natuurlijk mogen mensen dit niet gebruiken voor het promoten van verschillende specialismen door één en dezelfde persoon.

Wat ook belangrijk is voor ambulante mensen, is dat de openingstijden op Google+ Local correct zijn. Google eist dat het bedrijf of de ondernemer gedurende de vermelde openingstijden op de desbetreffende locatie bereikbaar is.

De overige bepalingen zijn als volgt:

  • Creëer niet meer dan één vermelding per business locatie in een enkel account, noch in meerdere accounts
  • Individueel opererende “specialisten” mogen afzonderlijk vermeld worden, zolang de specialisten daadwerkelijk diensten verlenen aan een breed publiek vanuit hun moederorganisatie. Voorbeelden hiervan zijn: maatschappen van specialisten in een ziekenhuis, tandartspraktijken, advocatenkantoren, makelaardijen etc. De ondernemer moet direct te bereiken zijn (of via een telefoniste) op het opgegeven nummer binnen de aangegeven openingstijden. Het is niet toegestaan meerdere vermeldingen te hebben om verschillende specialisaties te promoten.
  • Afdelingen binnen bedrijven, universiteiten, ziekenhuizen en overheidsgebouwen mogen afzonderlijk worden vermeld. Deze afdelingen moeten publiekelijk gescheiden entiteiten of groepen zijn binnen hun moederorganisatie en bij voorkeur een apart telefoonnummer en/of aparte ingang hebben.

Voordat ik overga op de twintig tips voor het schrijven van nóg betere content, heb ik nog één klein nieuwtje voor je. Je kunt de ondertitelingen in Engelstalige YouTube video’s laten vertalen in 36 talen! Dus mocht jouw bedrijf een aantal Engelstalige video’s op YouTube hebben staan en zie je het niet zitten om zelf alles te gaan vertalen, dan kun je dat uitbesteden. Google biedt je de keuze tussen twee bedrijven die je teksten kunnen vertalen naar een ondertiteling in één of meer van die 36 talen. En het leuke is dat de kosten nog best meevallen. Dikwijls is het slechts een paar Euro, voor een niet al te lange film. Daar kun je het zelf niet voor doen!

Daarmee kom ik dan na alle nieuwsberichten op het laatste onderwerp van deze podcast: 20 tips voor het schrijven c.q. produceren van betere content.

Vanaf de begindagen van de zoekmachines in het algemeen en zo ook bij Google was het mogelijk het beoordelingssysteem voor de gek te houden en zo onzinnige content hoog te laten scoren op de gewenste zoektermen. Met duizenden of miljoenen links naar een waardeloos artikel was het omstreeks 2004 zelfs mogelijk om op zoekterm “raar kapsel” bijvoorbeeld het CV van Balkende als eerste resultaat op Google te laten verschijnen. Een paar links hierover vind je in de link box onderaan de transcriptie van deze podcast.

Deze achterdeurtjes werden dan ook ontzettend misbruikt, waardoor waardeloze content aan de top verscheen en waardevolle content zo goed als niet te vinden was.

Wie hiervan dus vooral te lijden hadden, waren de mensen die goede content produceerden. Want opeens lag de nadruk op kwantiteit en niet meer op kwaliteit van de content. “Hoe meer content met links naar eigen websites of andere eigen content, hoe beter”, was jarenlang het motto.

Dankzij de Panda updates van Google is er grotendeels een einde gekomen aan deze waardeloze race om maar zoveel mogelijk irrelevante, onjuiste en van typefouten doorspekte artikelen online te plempen. Misschien worden ze nog wel geproduceerd door mensen die de illusie hebben dat dit nog steeds bijdraagt aan betere rankings, maar gelukkig zijn de algoritmes van Google slim genoeg om die content niet meer bovenaan in de zoekresultaten te laten landen, evenals de content waar die waardeloze artikelen naar linken.

Het adagium “Content is King” staat inmiddels weer volop in de schijnwerpers. Maar dan wel zinnige content, die wordt geproduceerd door “niet-anonieme” bronnen.

Ik zeg bewust “niet-anoniem”. Dit betekent dus dat de bronnen die de content produceren bekend zijn en dat zoekmachines content van “bekende” bronnen hoger beoordelen, zeker als die bron veel meer originele (lees: unieke) content over dezelfde materie heeft geproduceerd.

Hier komt dus ook het relatief recent geïntroduceerde principe van Google+ Authorship om de hoek kijken. Door uit de anonimiteit te komen, je bekend te maken bij Google+ en content die jij produceert ook herleidbaar op jouw identiteit te produceren, gaat Google jou zien als autoriteit. Naarmate de tijd voortschrijdt en je content blijft produceren, zal jouw autoriteit (en daarmee jouw online reputatie) groeien en je content dus hoogstwaarschijnlijk ook hoger gaan ranken.

Als je gaat zoeken wat Google als goede content beschouwt, dan kom je onder andere terecht op de “Google richtlijnen voor het maken van waardevolle sites”. Deze richtlijnen zijn samen te vatten in de volgende 20 tips:

  1. Schenk aandacht, veel aandacht, aan de kwaliteit van wat je schrijft én aan je lezerspubliek
  2. Ga tot het uiterste met eventuele research om je content te onderbouwen.
  3. Deel interviews die nog nooit eerder zijn gepubliceerd.
  4. Vermijd bestaande, dubbele of gestolen content.
  5. Bouw een dusdanige vertrouwensband met je publiek op, dat die mensen je zonder te knipperen met hun ogen, hun credit card zouden geven als je daarom zou vragen.
  6. Werk aan je eigen autoriteit en aan de autoriteit van je site.
  7. Gebruik de juiste spelling.
  8. Schrijf geen onwaarheden.
  9. Vermijd grammaticale fouten.
  10. Schrijf voor mensen, niet voor zoekmachines.
  11. Creëer iets wat niemand nog heeft gezien.
  12. Belicht onderwerpen van meerdere kanten en behoud het vertrouwen van je publiek.
  13. Behandel onderwerpen met zoveel diepgang en omvang als jij nodig acht (heb niet als doel een bepaald minimaal aantal woorden te moeten opleveren en stop wanneer jij vindt dat je artikel compleet is).
  14. Vermijd open deuren. Als dertig mensen al hebben geschreven over een bepaald onderwerp, verzin dan een ander onderwerp of een originele invalshoek.
  15. Creëer content die vreemden zouden willen delen en bookmarken.
  16. Overdrijf niet met promoties, calls-to-action en advertenties.
  17. Schrijf content die een goed tijdschrift of magazine zo zou willen publiceren.
  18. Vermijd extreem korte en/of zinloze content.
  19. Spendeer een idiote hoeveelheid tijd aan de details.
  20. Produceer iets waar mensen over zouden willen praten (bij voorkeur positief).

Als jij ook je content naar een hoger plan wilt tillen, volg dan de voornoemde tips als leidraad of checklist, voordat je je artikelen online zet. Check de punten van deze lijst bij elk artikel wat je online wilt zetten. Beter nog: druk de lijst af en hang ‘m onder, naast of boven je monitor of werkplek!

Hiermee ben ik dan aan het einde van deze veertiende podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

Vergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Je mag natuurlijk ook op Google+ of Facebook respectievelijk een +1 aan de podcast geven of deze beoordelen met een “Like” .

Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

doorEduard

Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)

ReputatieCoaching Podcast nummer dertien!

De ReputatieCoaching Podcast is voor iedereen die wil werken aan zijn of haar online reputatie, zodat ze hun reputatie voor hen kunnen laten werken! In andere woorden: ik help zowel kleine zelfstandigen als grote bedrijven hun reputatie te verbeteren, de omzet en daarmee de winst te vergroten door hun vindbaarheid op Internet te verbeteren.

Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 13 (25-02-2013)Je bent natuurlijk weer nieuwsgierig naar de onderwerpen die ik vandaag voor je klaar heb staan om te behandelen. Hier komen ze dan! Als eerste heb ik diverse nieuwsberichten met om te beginnen nieuws over Posterous, gevolgd door nieuws over American Express die je laat betalen met een Twitter hashtag. En ben je je reputatie zat, dan heb ik negen manieren voor je, hoe je je reputatie snel ten gronde kunt helpen.

Dan kreeg ik de vraag of het slim is om twee of meer domeinnamen allemaal naar dezelfde website te laten verwijzen. Het uitgebreide artikel van deze week gaat over de top-20 factoren die een rol spelen bij het hoger scoren in de lokale zoekresultaten op Google+ Local.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je moet ervoor zorgen dat je baas bent over je eigen weblog en website. Wees hierin niet afhankelijk van andere partijen, anders dan voor de hosting. En zorg ervoor dat je met regelmaat backups maakt van je data en de content van je website. Nogmaals: plaats je belangrijkste weblog of website niet bij één of andere dienst.

Op 21 januari bleek namelijk dat Posterous, een blogging site die sinds maart 2012 eigendom is van Twitter, stopt. Vanaf die datum was het al niet meer mogelijk om je in te schrijven als nieuwe gebruiker. En vorige week is bekend geworden dat Posterous per 30 april definitief stopt. Vanaf die datum kunnen gebruikers geen blogposts meer aanpassen en zijn de blogs ook niet meer te bekijken…

Dat is nogal een teleurstelling voor de letterlijk miljoenen gebruikers. Gelukkig biedt Posterous wel de mogelijkheid om blogs in de vorm van een zip-file te downloaden. Op Internet zijn voldoende beschrijvingen te vinden van hoe je de data van Posterous kunt migreren naar bijvoorbeeld Blogspot van Google, WordPress of Tumblr. Er is zelfs een website die de migratie voor je kan doen, namelijk www.justmigrate.com. Logischerwijs draait deze site nu overuren en kunnen ze niet alle migraties meteen uitvoeren. Maar ze doen hun best om de hausse aan migratieverzoeken zo snel mogelijk te verwerken.

In de intro zei ik het al: American Express laat je betalen met een Twitter hashtag. Deze actie is alleen nog maar beschikbaar op de Amerikaanse site van American Express, maar ik vond het toch leuk om er hier iets over te vertellen. Het is weliswaar gebruik maken van social media, maar dan eens op een heel andere manier!

Deze tryout heet “AmEx Sync!” en in de show notes heb ik een video opgenomen en een link naar de desbetreffende pagina op de site van American Express. Wow, dat is grappig! Toen ik voor het eerst keek naar deze mogelijkheid, was er alleen “Sync with Twitter”, maar ik zit nu net eventjes de pagina op te zoeken en nu zie ik dat er ook al “Sync with Facebook” is en “Sync with Foursquare”. Hieruit blijkt dat American Express hier snel verder in gaat!

Bekijk eerst eens de onderstaande video:

Terugkomend op betalen per Twitter. Je kunt tweets versturen met bepaalde hashtags. Hiermee spaar je dan punten voor bijvoorbeeld een kop koffie. Later kun je die punten dan inwisselen voor een daadwerkelijke kop koffie.

Stel je bent het hele reputatiegedoe zat en je wilt af van je opgebouwde, goede reputatie. Hoe doe je dat dan? Hiervoor heb ik maar liefst negen tips voor je, waarmee je je reputatie in korte tijd ten gronde kunt helpen.

Op de eerste plaats: geen interactie met je lezers, luisteraars of volgers toestaan. Als je een statische website hebt, zonder bijvoorbeeld de mogelijkheid om reacties te posten, is dit het begin van het einde.

Ten tweede: wees anti-sociaal. Tja, iedereen zegt geen tijd te hebben voor social media. En als je dan toch een maand of zo alleen maar je aanbiedingen gaat Tweeten, zie je dat niemand nog iets bij je heeft gekocht of besteld en dus schuif je dan Twitter aan de kant. Op Facebook hoef je ook niet te zitten, want je vrienden kopen niet bij je, zeg je nog. En Google+ is voor nerds, want daar snap je al helemaal niets van.

Geeft niets: zo kom je snel van je schaarse volgers af… die zoeken namelijk hun sociale contacten dan wel bij je concurrent!

Als derde tip om snel je reputatie kwijt te raken: ga blogberichten schrijven voor de zoekmachines. Doorspek ze met vrijwel onleesbare zinnen, waarin je al je trefwoorden inclusief twaalf varianten per trefwoord om de regel laat voorkomen. Je site mag dan misschien wel tijdelijk hoger in de zoekresultaten verschijnen, maar niemand zal iets bij je bestellen en op den duur je site dus ook links laten liggen. Gegarandeerd succes, als je snel van je website bezoekers af wilt!

En niet behulpzaam zijn is de vierde tip om snel je reputatie te laten dippen.

Als vijfde: haal alle contactmogelijkheden van je site. Dus verwijder je adres, telefoonnummer, twitter account etc. Geef de indruk dat de site totaal inactief is en dat je niet meer te vinden bent. Zo heb je het snel erg rustig!

Als je dan ook nog eens eigenwijs bent en vindt en ook communiceert dat jij altijd gelijk hebt, jaag je de mensen nog sneller van je site. Als je bij commentaar meteen agressief wordt en je middelvinger al of niet letterlijk opsteekt, versnel je dit proces nog meer.

De zevende katalysator voor het snel kwijtraken van bezoekers is om een rommeltje te maken van je website. Zet hem vol met affiliate banners en maak de navigatie totaal onduidelijk. Haal ook eventuele zoekmogelijkheid van je site af.

En het gebruiken van schuttingtaal op je site draagt ook meestal bij tot het snel verjagen van de mensen die zich door de vorige zeven tips nog niet hebben laten intimideren.

En de negende tip is het toepassen van smerige tactieken: foute kleine lettertjes, fake testimonials, spammen van mensen of moeilijke uitschrijfmogelijkheden voor je mailinglist introduceren.

Als het echter te doel is om je klanten te behouden, doe dit alles dan vooral niet, Nee, dan moet je je klanten pamperen, koesteren, in de watten te leggen en je sociaal opstellen. Ofwel: wees een goed, gul, eerlijk en ethisch persoon! Als je dat combineert met goede content en je zorgt er ook voor dat je die content goed onder de aandacht brengt van de juiste doelgroep, dan positioneer je jezelf maximaal voor succes!

Ik had het zojuist over sociale betrokkenheid bij je lezers en luisteraars. Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s).

Ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/13. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

Heb je een vraag of probleem met betrekking tot je online reputatie: stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Van de week vroeg iemand mij terloops of het verstandig was om twee of meer domeinnamen naar dezelfde website te laten verwijzen. Nou euhhh… Deze persoon had maar liefst negen domeinnamen naar dezelfde website wijzen. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit beslist geen positief effect heeft op je scoring in de zoekmachines. Die zullen jouw content snel aanzien voor spam. Voorheen duikelden al je sites snel de vergetelheid in, maar tegenwoordig stuurt Google een nette mail naar de webmaster, als die bij hen bekend is, waarin ze het probleem signaleren.

Ik ben eens gaan zoeken en natuurlijk heeft Matt Cutts, hoofd van de webspam afdeling van Google, hiervan een korte film gemaakt, die ik in de show notes heb ingevoegd.

Hij vertelt in deze video, dat Google veelal slechts één site zal nemen en zal ranken. Ook al heb je een klein aantal verschillende top-level domeinen met dezelfde content, dus bijvoorbeeld bedrijf.nl, bedrijf.com en bedrijf.fr enzovoorts, dan zal Google dit over het algemeen niet zo snel als spam bestempelen. Want Google weet dat spammers over het algemeen heel andere tatieken gebruiken om zoveel mogelijk backlinks te creëren etc. Een kenmerk van spammers is bijvoorbeeld dat zij niet vaak de moeite nemen om verschillende top-level domeinen te gebruiken, zoals .fr, .co.uk., .de en dergelijke.

Ik kan je overigens ook van harte aanraden je te abonneren op de RSS-feed van het Google Webmaster Central weblog, als je in deze materie bent geïnteresseerd. Daar kun je wekelijks een aantal leerzame artikelen van Google lezen, waar je je voordeel mee kunt doen. De link hier naartoe vind je terug in de infobox, onderaan de show notes van deze podcast.

Als laatste topic van deze podcast vandaag: Google+ Local. Ik heb het er al eens eerder over gehad, maar het wordt inmiddels duidelijker dat Google steeds meer waarde hecht aan lokale zoekresultaten. Zoek maar eens op bijvoorbeeld “bakkerij Apeldoorn” op Google en je ziet dat meer dan de helft van de bovenkant van de pagina wordt ingenomen door lokale zoekresultaten. Pas daarna volgen de organische zoekresultaten.

Soms heeft Google het ook wel eens fout, of beter gezegd: iets minder goed. Ik heb je in diverse voorgaande podcasts en artikelen verteld dat ik trouwambtenaar Hetty Wennekendonk uit Apeldoorn help om met haar website hoger in de zoekresultaten te komen. Zij heeft recentelijk de PIN-code van Google ontvangen en dus hebben we haar lokale Google+ pagina kunnen verifiëren. Tot dusver ging alles voorspoedig.

Maar afgelopen week was ik in Google aan het zoeken op de zoekterm “trouwlocatie Apeldoorn” en ik was hogelijk verbaasd dat ik de Google+ Local pagina van Hetty op de tweede positie zag staan. In de show notes zie je een screendump staan. Bij deze zoekpoging ben ik niet ingelogd en toch zie je hierop duidelijk dat zij als trouwambtenaar op de “B”-positie staat.

Op de website “www.search-motive.com” las ik een leuk artikel over de 20 belangrijkste factoren die een rol spelen bij het scoren in de Google+ Local zoekresultaten. Deze wil ik dan ook hier met je delen. Als eerste de top-5 factoren ten aanzien van je Google+ Local pagina, ook wel bekend als de oude “Google Places pagina”:

  1. Claim je Google+ vermelding – op zich klinkt dit logisch, maar zoals ik ook al in een vorige podcast vertelde heeft de meerderheid van de ondernemingen hun Google+ Local pagina nog niet geclaimd. Dus waarschijnlijk hebben je concurrenten dit ook nog niet gedaan en kun jij er voorlopig je voordeel mee doen.
  2. Stel de juiste categorieën in – je kunt maximaal vijf categorieën instellen om je bedrijf onder te vermelden. Gebruik die ook, als dat nodig is. Maar draaf hier niet te ver in door. Ten aanzien van die trouwambtenaar had ik een uitdaging: de enige categorie die enigszins in de buurt kwam was: “evenementenbureau”. Deze vlag dekt niet de lading, dat weet ik, maar iets beters kon ik niet kiezen, want je bent -tot grote ergernis van veel ondernemers- nog steeds overgeleverd aan de beperkte set categorieën, waar Google je uit laat kiezen.
  3. Je product of dienst in je bedrijfsnaam – Ga dit niet forceren bij het aanmaken van je bedrijfsvermelding op Google+ Local. Maar als je bedrijfsnaam -zoals die bij de Kamer van Koophandel is vastgelegd- je product of dienst bevat, dan helpt dit om te scoren in de lokale zoekresultaten.
  4. Voeg foto’s toe – Je kunt maximaal 10 foto’s bij je vermelding toevoegen, maar Google ziet er graag tenminste vijf. Deze dienen ervoor om je business te promoten, dus kies daarvoor dan ook mooie en kwalitatief goede foto’s!
  5. Je product of dienst in je bedrijfsomschrijving – het vermelden van je producten en diensten in je bedrijfsomschrijving helpt ook. En bedenk dat je tegenwoordig ook vanuit je bedrijfsomschrijving kunt linken naar bepaalde pagina’s op je website. Maak daar gebruik van, maar net als met alle andere acties: doe het met mate en draaf dus niet te ver door.

Ten aanzien van je website en domeinnaam beschrijft dit artikel de volgende top-5 punten:

  1. Autoriteit van je website – Deze wordt traditioneel bepaald door (1) je website zo in te richten dat Google alle content goed kan vinden en (2) externe links naar je bedrijf en vermeldingen van je bedrijf.
  2. Plaats, regio of provincie in de titel van de webpagina waar je Google+ Local vermelding naar verwijst – Als je slechts één bedrijfslocatie hebt, laat je je Google+ Local pagina hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar je home pagina. Als je meerdere locaties hebt, dan moet je een aparte pagina op je website hebben, per locatie. En elke Google+ Local vermelding moet dan verwijzen naar de desbetreffende individuele pagina op je website. Vergeet dan ook niet de plaats, provincie en eventueel het adres en/of telefoonnummer van elke locatie in de paginatitel van elke pagina te zetten.
  3. NAPT op website stemt overeen met NAPT op Google+ Local – Google houdt van consistentie. Dus zorg ervoor dat al je bedrijfsvermeldingen (Naam, Adres, Postcode/Paats en Telefoonnumer) overal hetzelfde is. Gebruik ook indien mogelijk zoveel mogelijk dezelfde formatting en schrijfwijze. Dus schrijf telefoonnummers overal hetzelfde en gebruik altijd “ … en …” of “… & …”, maar gebruik het consistent. Overweeg ook of je je bedrijfsvermelding (Naam, Adres, Postcode/Plaats en Telefoonnummer) bijvoorbeeld overal in de zijbalk of in de footer van elke pagina plaatst. Dit kan helpen.
  4. Product of dienst en locatie in de URL van de webpagina – Als je Google+ Local pagina naar de homepagina van je website verwijst, kan dit niet, maar als je meerdere locaties hebt en je hebt op je website ook een individuele pagina per locatie, dan zou je de product/dienst en/of locatie ook in je URL kunnen gebruiken.
  5. NAPT in schema.org opmaak – Ik heb in podcast 3 en podcast 5 al verteld over schema.org. Als je je adres op je website vermeldt, zorg er dan voor dat je web designer deze zogezegd “onderwater” correct markeert door middel van schema.org tags. Dit is niet zichtbaar voor de mensen die je webpagina’s bezoeken, maar het helpt zoekmachines om dat stukje tekst te identificeren als het adres van je bedrijf.

Ook vermeldingen op andere sites spelen een rol bij de positie van jouw bedrijf in de lokale zoekresultaten. Waar vroeger het aantal links naar je site ongeveer de enige factor was die je positie bepaalde, spelen tegenwoordig “citations” een heel belangrijke rol. Citations zijn bedrijfsvermeldingen, waarin de NAPT gegevens worden getoond. Het artikel beschrijft de volgende top-5 zogenaamde “offsite” aspecten:

  1. Hoeveelheid gestructureerde citations – Een gestructureerde citation is een vermelding van de NAPT-gegevens van jouw bedrijf op een andere site. Hier geldt simpelweg als een belangrijke factor: hoeveelheid. Dus over het algemeen: hoe meer, hoe beter!
  2. Kwaliteit / autoriteit van je citations – Het spreekt voor zich dat een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op bijvoorbeeld je Facebook bedrijfspagina of op TomTom Places meer waarde heeft, dan een vermelding van jouw bedrijfsgegevens op het persoonlijke weblog van je nichtje. Hier geldt dus dat kwaliteit wel boven kwantiteit (hoeveelheid) gaat. Maar het blijft altijd een mix van beide factoren.
  3. Consistentie van de bedrijfsgegevens – Dit betekent dat je bedrijfsgegevens overal zoveel mogelijk hetzelfde moeten zijn. Onjuiste of inconsistente bedrijfsgegevens hebben een negatief effect op je positie in de lokale zoekresultaten. Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld je adres of telefoonnummer, maar ook voor je openingstijden. Zorg er dus voor dat ook overal bijvoorbeeld je openingstijden hetzelfde zijn: niet alleen op je website en op Google+ Local, maar ook bijvoorbeeld op www.openingstijden.nl.
  4. Kwaliteit / autoriteit van ongestructureerde of onvolledige citations – Dit zijn vermeldingen van je bedrijf in een blog of andersoortig webartikel, waarbij bijvoorbeeld alleen je bedrijfsnaam en je diensten wordt genoemd, maar niet je telefoonnummer.
  5. Kwaliteit / autoriteit van de sites die naar jouw site linken – Simpelweg links van “jan en alleman” vragen naar je site (of nog slechter: linkruil doen met elke site die maar naar je wil linken) is heel tijdrovend en voegt tegenwoordig niet veel meer toe. Je kunt beter die tijd besteden aan het maken van kwalitatief goede content of een link van een site met een zekere mate van autoriteit te krijgen.

De laatste top-5 gaat over reviews. Het begon voornamelijk in de hotel- en reisbranche met sites, zoals Zoover, TripAdvisor en dergelijke. Maar tegenwoordig is het voor elk bedrijf belangrijk om reviews te verzamelen. Je kunt reviews verzamelen op diverse sites, zoals Google+ Local, Facebook, Yelp en natuurlijk ook gewoon op je eigen site door middel van een invulformulier. Ga beslist geen reviews faken of mensen overal dezelfde reviews laten posten, dat werkt averechts!

Het artikel noemt de volgende top-5 ten aanzien van reviews:

  1. Aantal reviews op Google+ Local – Hoewel niet geheel zaligmakend, draagt een groot aantal reviews op Google+ Local zeker bij tot een hogere vermelding in de lokale zoekresultaten. Als je tien of meer reviews hebt, wordt de zogenaamde Zagat-rating op Google vermeld. Dat is een score van je bedrijf op een schaal van maximaal 30 punten.
  2. Product / dienst in de review tekst – Dit heb je natuurlijk niet onder controle, omdat anderen de reviews over jouw bedrijf, product of dienst posten. Maar een vermelding van het product of de dienst in een review helpt.
  3. Hoeveelheid van reviews op “andere” review sites – Er is meer in de wereld dan de reviews op Google+ Local. Ook Google houdt rekening met reviews die ze op andere sites met een grote mate van autoriteit kunnen vinden. Dit zijn bijvoorbeeld sites als Yelp, Tupalo, TripAdvisor, Qype enzovoorts.
  4. Locatie in de review tekst – Net als met nummer 2 in deze top-5 geldt ook hiervoor dat je er geen of weinig controle over hebt. Maar het vermelden van de plaatsnaam waar je bedrijf is gevestigd, helpt.
  5. Snelheid waarmee je Google+ Local reviews verwerft – Als je de podcasts volgt en je leest de diverse andere artikelen die ik zoal post, is het verleidelijk zo snel mogelijk en zoveel mogelijk recensies of reviews op Google+ Local te verwerven. Google ziet dit als spam en dit heeft een ongewenst effect, namelijk dat je site lager gaat scoren. Het is beter om rustig reviews te verzamelen over de tijd, zodat Google een constante stroom van recensies ziet. En denk erom: het is voor veel bedrijven niet geloofwaardig om maandelijks tientallen recensies te krijgen. Een stuk of 2-3 per maand is al gigantisch mooi en als je dit kunt volhouden, zal je bedrijfsvermelding echt in de lokale zoekresultaten stijgen.

Samenvattend: lokale SEO kost tijd… Veel tijd. Je moet dus geen magische resultaten verwachten als je ergens een review krijgt of je bedrijf weer ergens in een site hebt aangemeld. Nogmaals: het kost tijd! Soms echt weken of zelfs maanden. Geef het dan ook die tijd en ga niet proberen slimmer te zijn dan “het systeem”. Dat werkt misschien eventjes, maar zal je op den duur echt lager in de resultaten brengen.

Hiermee kom ik dan langzaamaan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

ergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Ook kun je naar dit e-mailadres je vragen sturen of een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: