Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo, hallo!! Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik heet je van harte welkom bij deze 37e ReputatieCoaching Podcast.
In deze podcast geef ik je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor zowel gebruikers, als voor de zoekmachines.
Het was een drukke week in meerdere opzichten… Daarover straks meer. Vandaag breng ik je ook weer een aantal nieuwsberichten en tips, waarmee jij jezelf kunt onderscheiden van je concurrenten.
Wat echter ook belangrijk is: de publicatie van de podcast wordt verplaatst naar maandagmorgen half negen. Ik zal je straks vertellen waarom. Als eerste behandel ik twee vragen van luisteraars van de podcast: eentje die via de site binnen kwam en eentje die ik ontving via de ReputatieCoaching Hotline. Vooral die laatste vraag is ook interessant voor artiesten, kunstenaars en andere visueel georiënteerde creatievelingen, die graag extra exposure willen op Internet.
Het tweede topic waar ik vorige week geen ruimte meer voor had, is WordPress 3.6. Verder vertel ik je waarom je nu toch echt je Google Authorship moet gaan claimen, waarna ik nog wat updates van Google heb.
Nu het stof rond “Corpus Justitia” is neergedwarreld, wil ik je tenslotte daar ook nog één en ander over vertellen…
Maar allereerst kort over de nieuwe dag/tijd, waarop ik de podcast online publiceer…
Ik weet het, het is niet altijd even handig om een regelmatig terugkerend item te verplaatsen naar een andere dag/tijd. In het begin bracht ik de podcast uit op maandagavond. Die heb ik op een zeker moment verplaatst naar de zaterdag, omdat ik het gevoel had dat ik betrekkelijk “oud” nieuws bracht, van ongeveer een week oud.
Voor iemand als ik, die bovenop het nieuws zit, lijkt dit inderdaad erg oud en dus minder actueel. Echter, voor de luisteraars voor wie mijn nieuws bedoeld is om hun voordeel mee te doen voor hun bedrijf, zowel online als offline, is het altijd interessant en is nieuws van een week oud ook nog steeds erg actueel. Zij hebben tenslotte niet de tijd en/of gelegenheid om Internet af te struinen naar deze kennis en informatie en daarom consumeren zij de podcast.
De afgelopen tijd heb ik van meerdere luisteraars te horen gekregen dat ze de podcast pas op maandag downloaden en ergens gedurende de week beluisteren. Dat zag ik bovendien ook terug in de downloadstatistieken van de podcastafleveringen: de meeste downloads zijn op maandag en op dinsdag.
Ik geef toe: zaterdagavond is natuurlijk niet echt “prime time” voor het releasen van een podcast! De meeste podcasts die ik maak zijn meer dan 4.000 woorden en duren door de bank genomen ongeveer zo’n 20 minuten.
Een podcast maken van deze omvang, waarbij ik ook nog eens de volledige transcriptie online zet, kost mij zo’n acht tot negen uur. Soms lukt het me om gedurende de week al stukken te schrijven op basis van wat ik lees, maar vaak merk ik dat het leeuwendeel van het werk toch op vrijdag en/of de zaterdag komt. Nu wil het geval dat die dagen ook de kinderen geen school hebben en we dus dikwijls sociale activiteiten plannen. Dat botst dan vervolgens weer met de podcast, want “papa moet aan het werk voor de podcast”, is dan een veelgehoord excuus.
Dit alles in beschouwing nemende, heeft mij doen besluiten de podcast te verhuizen naar maandagmorgen 08:30. Vanaf dat moment kun je ‘m vanaf nu dus downloaden en beluisteren. Mocht je dus eergisteren al geprobeerd hebben de nieuwste podcast te downloaden: dat is dus ook de reden dat die toen nog niet online stond.
Op deze manier blijf ik in staat om jullie als luisteraars de podcast te brengen, zonder dat dit mijn privéleven en sociale leven volledig overhoop gooit en alles er maar voor moet wijken.
Dan ga ik nu snel over op de daadwerkelijke topics voor vandaag. De eerste vraag is van Frank van elektronicazaak Grootaarts uit Nijmegen. Hij vroeg het volgende:
Dag Eduard,
Ik heb gisteren uw site ontdekt, boordevol interessante info over SEO en zo. Ik heb zelf mijn website gemaakt voor mijn bedrijf, maar ik ben geen professionele website-bouwer. Daarom is de info met name in uw blog zo interessant voor mij.
Ik kwam op uw site omdat ik aan het googelen was waarom mijn bedrijf en die van mijn concurrenten niet in Apple maps werden getoond. Ik begrijp nu dat dat te maken heeft met het niet aanwezig zijn op Yelp en Tom Tom places. Ik heb mij dan ook direct aangemeld.
Ik dacht dat bloggen “uit” was. Want er is toch Twitter en Facebook was mijn redenatie. Is het dan nog wel verstandig om te gaan bloggen? En zo ja is er een manier om te twitteren/facebooken en bloggen waarbij je dan een en dezelfde boodschap verspreid? Met een keer het maken van de boodschap?
Ik heb nog lang niet alle blogs gelezen, maar de info is zo interessant dat ik dat nog zeker ga doen!
Bedankt voor uw duidelijke uitleg over hoe het een en ander werkt.
Groetjes,
Frank
Mijn antwoord aan Frank luidde als volgt:
Beste Frank,
Bedankt voor je positieve feedback en leuk om te lezen dat je de site en podcast interessant vindt. Het klopt: om in Apple Maps te worden vertoond, moet je inderdaad je bedrijf aanmelden op Yelp en TomTom Places. Daarna duurt het zo’n 2-3 maand, totdat je bedrijf te vinden is.
Wat ook helpt om lokaal te worden vertoond op Apple Maps, Google en Yelp, is het verzamelen van authentieke reviews van tevreden klanten. TIP: ga ze beslist niet faken, want dat wordt inmiddels genadeloos afgestraft.
Mooie site heb je overigens!
Bloggen is beslist niet uit! Dat lees je nog wel, naarmate je meer content op de site consumeert.
Mocht je daarna nog vragen hebben, neem gerust vrijblijvend contact op!
Mvg, Eduard.
En Frank, bloggen (en overigens ook podcasten) is zeker niet achterhaald. Wat veel mensen niet weten, is dat Google bijvoorbeeld maar een heel klein stukje van Facebook kan zien, terwijl het grootste gedeelte dus helemaal niet zichtbaar is.
Bovendien zoeken ook niet veel mensen naar consumentenelektronica op Facebook… Nee, mensen zoeken die toch echt in Bing, DuckDuckGo of Google. Daar kijken mensen naar reviews, unboxing video’s etc. Hoewel je die vraag niet stelde, is mijn advies dat je ook eens kijkt naar andersoortige vormen van content, om je elektronica onder de aandacht van mensen te brengen.
En in antwoord op je vraag: surf maar naar www.ifttt.com. “IFTTT” staat voor “If This Then That”. Dat is een site, waarop je alle social media en meer aan elkaar kunt koppelen en zaken zo kunt automatiseren, dat als je bijvoorbeeld nieuwe content op je website plaatst, je dit ook promoot op Twitter, Facebook, Google+ en andere sites. Neem gerust contact op, als je nog meer vragen hebt, of er niet uitkomt op “ifttt.com”.
De tweede vraag is van Brechtje Hendriks uit Duitsland. Brechtje, steek maar van wal:
Hallo, ik ben Brechtje Hendriks.
Ik ben kunstenares. En ik vroeg me af waar ik het beste foto’s van mijn schilderijen kan neerzetten: op Pinterest, of op Instagram…
Dankjewel. Doei!
Nou Brechtje, leuk dat je die vraag stelt. Ik heb als eerste je site eens even opgezocht, om een indruk te krijgen van je schilderijen. Ik moet zeggen dat je schilderijen op www.brechtjehendriks.com er mooi uitzien!
Maar toen ik verder ging zoeken zag ik dat je ook de domeinnaam brechtje.de gebruikt voor het tonen van dezelfde inhoud. Nu wil het geval dat Google daar niet blij van wordt. Dit kan een negatief effect hebben op je positie in de zoekresultaten. Er zijn wel methoden om de ene website als hoofdsite aan te wijzen, maar daar wil ik nu even niet op ingaan. Als je daar meer over wilt weten, dan weid ik daar een andere keer over uit.
Ik wil nu eerst je vraag beantwoorden of je foto’s van je schilderijen beter op Pinterest, of op Instagram kunt plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je zeker als kunstenaar die scheppend bezig is, zoals jij als schilderes of anderen als bijvoorbeeld een beeldhouwer zoveel mogelijk exposure moet creëren.
Daarom zou ik mezelf zeker niet beperken tot alleen Instagram, of alleen Pinterest. Ik zou de foto’s van mijn kunstwerken ook plaatsen op algemene social media sites, zoals Facebook en Google+. Daarnaast zou ik op het adres van je atelier een Yelp-locatie aanmaken, en op het adres waar je workshops geeft ook. En je moet die locaties natuurlijk ook aanmelden op Foursquare. Vervolgens ga je daar ook foto’s posten van je schilderijen.
En dan zou ik zeker nog een paar volgende stappen doen, namelijk ook de foto’s posten op Flickr, Panoramio en Photobucket. Zorg ervoor dat je bij alle foto’s wel goede teksten plaatst (en natuurlijk ook je eigen naam), want anders zijn ze alsnog niet te vinden in de zoekmachines. Die kunnen namelijk nog geen verklaringen of emoties weergeven bij alleen een foto van een schilderij.
Zoals ik kunstenaars ken, hoort er bij elk schilderij of kunstwerk een verhaal. Waarom spreek je dit verhaal niet in en mix je die audio met de foto van het schilderij en maak je er dus een soort video van, die je dan kunt uploaden op YouTube? Dat maakt jouw schilderijen volgens mij nóg interessanter en dus mogelijk ook gewilder. Ik zag dat je al een videokanaal hebt op YouTube onder de naam “BrechtjeKunst”. Ik zou dat dus verder uitbouwen met aparte video’s met het verhaal achter elk schilderij.
Ik ben benieuwd of ik je hiermee een stukje verder heb geholpen. Laat het me gerust weten, als iets niet duidelijk is, of als je wilt dat ik ergens dieper op in ga.
Afgelopen week kwam ik overigens wel een leuk artikel tegen over Pinterest, wat vanuit dit perspectief interessant is om te delen. De titel van het artikel is: “21% Of Pinterest Users Bought Pinned Products In Stores” en ik las het op SweetIQ.
Dat artikel was gebaseerd op een rapport van de Harvard Business School. De schrijvers van dit rapport hebben onderzocht of de angst voor “showrooming” terecht is. “Showrooming” is een verschijnsel waarbij mensen eerst in de winkel een product bekijken en het dan vervolgens online kopen (en dus niet in de winkel).
Uit het onderzoek bleek dat die angst eigenlijk ongegrond is, want slechts 26% van de 3.000 geïnterviewde mensen bleek af en toe wel eens aan “showrooming” te doen. Maar wat interessanter is, is dat maar liefst 41% ervan vaak aan “reverse showrooming” doet. Dat wil zeggen dat ze eerst een product online opzoeken en onderzoeken op basis van reviews, waarna ze het bij een fysieke winkel kopen.
Pinterest viel bij dit onderzoek echt op. Namelijk het bleek dat 21% van alle geïnterviewde Pinterest-gebruikers een product in de winkel hebben gekocht, na het te hebben gepind, gerepind of ge-liked. En maar liefst 36% van de gebruikers onder de 35 jaar had dit gedaan.
Hieruit blijkt dat winkeliers zich niet echt zorgen hoeven te maken over die trend van “in het echt kijken, kijken maar dan online kopen”. Zij kunnen hun energie beter steken in activiteiten om hun producten via Pinterest onder de aandacht van een breed publiek te krijgen.
Dus Brechtje, als je nog niet zoveel met Pinterest doet, dan raad ik je ook aan om zeker al je schilderijen met een kort verhaaltje erbij (en ook je naam) op Pinterest te zetten. En als je voor een schilderij een bepaalde prijs vraagt, zet die er dan ook bij.
Houd ook rekening met je markt. Richt je je alleen op de Duitse markt, dan kun je prima alleen de teksten in het Duits erbij plaatsen. Maar als je je ook richt op andere landen, dan zou je de foto’s kunnen repinnen met elke keer een titel en beschrijving in een andere taal.
Pinterest is een prachtig medium om visuele producten, zoals in dit geval schilderijen te promoten. Maar zoals ik hiervoor al zei, is het belangrijk er een tekstueel verhaal bij te geven, zodat je content kan worden gevonden door de zoekmachines.
Wat tevens zo belangrijk is voor de zoekmachines, als je je foto’s überhaupt ergens op Internet uploadt, is ze te voorzien van de juiste IPTC metadata. Dat klinkt als een hele mond vol, maar kort gezegd komt het erop neer dat je als het ware “onderwater”, of onzichtbaar tags aan de foto’s toevoegt. Als je hier de juiste trefwoorden in zet, dan maximaliseer je je kansen dat zoekmachines jouw foto’s tonen op basis van die trefwoorden.
Afgelopen week heb ik voor Ordina medewerkers in Eindhoven een training gegeven over hoe zij zich beter kunnen onderscheiden in de sociale media. Eén van de onderwerpen die daarin aan bod kwam, was “bloggen”. Mensen die een blog willen starten, adviseer ik altijd direct om “WordPress” te gaan gebruiken. Ik ken geen ander blogplatform dat zo snel en eenvoudig is te installeren en te gebruiken, als dit pakket.
1 augustus is er een nieuwe versie van WordPress uitgekomen, te weten versie 3.6, met als codenaam “Oscar”. Deze versie is vernoemd naar de jazz pianist “Oscar Peterson”, waarschijnlijk vanwege de multimediale verbeteringen.
De belangrijkste veranderingen in WordPress 3.6 zijn: een nieuw theme, met de naam “Twenty Thirteen” (2013) en een nieuwe revisiecontrole met betere autosave. Ook worden berichten nu gelocked, als iemand ze aan het bewerken is. Dit is vooral handig voor sites met meerdere auteurs. Tevens heeft WordPress 3.6 een ingebouwde HTML5 media player, waardoor je niet meer afhankelijk bent van additionele plugins etc.
Je kunt nu dus ook gemakkelijk audio en video embedden in je site en Spotify, Rdio en SoundClound integreren.
Ook is de menu editor aangepast, waardoor het gebruik ervan is vereenvoudigd.
Op technisch gebied is er een nieuwe audio/video API gekomen, die je toegang geeft tot ID3 tags en ook kun je nu HTML5 markup gebruiken voor zaken als reacties en zoekformulieren. Daarnaast zijn een goede 700 open tickets opgelost.
Google Authorship stelt je in staat om content die je publiceert te relateren aan jou, als originele auteur. Ik heb er al vaker op gehamerd, dat er meerdere redenen zijn om dit te doen. Naast dat dit het aantal clicks op de getoonde zoekresultaten verhoogt, heb ik ooit al eens meer redenen gegeven om Google Authorship in te stellen. Afgelopen week las ik een artikel, waarin ik nóg een reden tegenkwam voor jou om zo snel mogelijk Google Authorship voor jouw content te activeren.
In het artikel wordt namelijk beschreven dat een site-eigenaar zijn content op andere sites tegenkwam, die niet van hemzelf waren. Met andere woorden: er werd dus plagiaat gepleegd met zijn content! Terwijl de originele auteur geen Google Authorship had ingesteld, hadden de fraudeurs dat wel gedaan op de gekopieerde content.
Het resultaat was dat de originele content uit de zoekresultaten verdween door de gekopieerde content en deze laatste dus alleen nog maar kon worden gevonden. Toen de orginele auteur ook Google Authorship had ingesteld, kwam zijn content pas weer terug in de zoekresultaten.
Hoewel niemand buiten Google kan zeggen of op dit moment Google Authorship al als serieuze ranking factor wordt meegenomen, kunnen we hieruit afleiden dat je maar beter –al is het maar uit voorzorg– je eigen content kunt claimen door middel van Google Authorship.
En nu we het toch over Google hebben. In podcasts 14 en 32 had ik het onder andere over mobiele websites en responsive webdesign. Toen vertelde ik dat het steeds belangrijker wordt om je website ook op mobiele apparaten goed te tonen voor een betere gebruikerservaring en daarmee mogelijk ook een hogere positie in de zoekresultaten. En in podcast 31 vertelde ik dat ook laadsnelheid van je pagina’s een factor is, die steeds meer in waarde toeneemt.
Afgelopen week heeft Google ook haar richtlijnen ten aanzien van mobiele sites aangepast. Hierbij wordt de laadsnelheid en alle daaraan gerelateerde vereisten heel duidelijk beschreven. In de show notes heb ik de link opgenomen naar de pagina “Mobile Analysis in PageSpeed Insights” op de Google PageSpeed site.
En toen viel afgelopen donderdag opeens een brief in de brievenbus van Corpus Justitia uit Amsterdam. De brief was gericht aan Suzanne, mijn vrouw. Zij werd gesommeerd om binnen vijf dagen een bedrag van EUR 129,80 te betalen. Als ze dat niet zou doen, zou de aarde nog net niet vergaan, maar dreigde dit incassobureau het haar toch echt wel lastig te maken met deurwaarders, rechtzaken en wat dies meer zij.
Nu weten wij redelijk goed wat wij aan openstaande rekeningen hebben en deze herkende ik niet als zodanig. Dus ging ik op zoek naar meer informatie. In de brief werd verwezen naar de bedrijfswebsite: www.corpusjustitia.com.
Daarop presenteerde het in 1968 opgerichte bedrijf zich als een grote internationale onderneming met 1.370 medewerkers, verdeeld over kantoren in 12 landen. Ondanks dat werd aangeraden dat je schriftelijk moest reageren om bezwaar aan te tekenen, stond er ook een telefoonnummer op de site (en op de brief): 0900-2020794. Hoewel ik al het gevoel had dat het om fraude ging, heb ik toch kort het nummer gebeld. Het was mij al snel duidelijk dat het de fraudeurs te doen was om mensen zo lang mogelijk aan de lijn te houden. Het nummer kostte namelijk EUR 0,45 per minuut met een maximum van EUR 22,50 per gesprek.
Na kort overleg met een bevriende Corporate Information Security Officer van een grote ICT-onderneming besloot ik er dieper in te duiken. Ik was er inmiddels namelijk al achter gekomen dat de domeinnaam corpusjustitia.com pas op 17 april van dit jaar geclaimd was. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd “opmerkelijk” voor een van origine Amerikaans bedrijf dat claimde te zijn opgericht in 1968.
Bij de Kamer van Koophandel vond ik alleen een verwijzing naar het bedrijf, maar dan in Eindhoven. En op het adres dat ik van het bedrijf kon vinden in Amsterdam, kon ik geen enkele verwijzing terugvinden naar Corpus Justitia.
Ook leverde het zoeken naar de letterlijke string “corpus justitia” (met aanhalingstekens) in Google toen slechts zeven resultaten op. Maar daar zat geen enkele verwijzing naar het bedrijf zelf tussen…
Het leek mij voor de hand te liggen dat het bedrijf op z’n minst ook de domeinnaam in elk land zou vastleggen. Maar eigenlijk kwam het niet eens meer als een verrassing, dat de domeinnaam “corpusjustitia.nl” helemaal niet geclaimd bleek.
Dus besloot ik die meteen te claimen en een waarschuwingspagina op “www.corpusjustitia.nl” te zetten. Toen ik daarmee klaar was, was de site nog niet op Internet te vinden. Dus ik heb een aantal vrienden en bekenden benaderd om me te helpen zo snel mogelijk deze site te te promoten, zodra die online kwam. Vanaf ongeveer dire uur werd het feest!
Eerst druppelde het verkeer langzaam binnen: allemaal mensen die op (voornamelijk) Google zochten op: Corpus Justitia. Dat werd al maar meer. De eerste piek was omstreeks 9 uur op donderdagavond 8 augustus: toen had ik 149 bezoekers binnen een uur. Het volgende hoogtepunt was vrijdag omstreeks 9 uur ‘s ochtends. Toen had ik continu meer dan 40 bezoekers gelijktijdig op de site en kreeg ik per uur meer dan 200 bezoekers. Ik was blij dat ik een statische site had gemaakt…
Vrijdagmiddag kreeg ik vanwege mijn initiatieven een voicemail van EditieNL, maar helaas was ik toen even te druk met een paar andere zaken en was ik niet in staat hen van meer informatie te voorzien. Ik had op zich ook niet meer informatie dan de .nl-site en het artikel op m’n weblog.
In die paar dagen heb ik meer dan 3.000 mensen op de site ‘www.corpusjustitia.nl’ gehad en meer dan 1.000 mensen op m’n weblog op basis van deze kleine actie.
Hieruit kun je een paar conclusies trekken:
Als afsluiting over Corpus Justitia… Zoals ik al zei, kon ik zeven pagina’s in Google vinden, toen ik begon met mijn onderzoekje en de domeinnaam registreerde. Helaas heb ik daar toen geen screenshot van gemaakt. Op dit moment levert de letterlijke zoekterm “Corpus Justitia” (dus met aanhalingstekens) al 40.500 resultaten op:
Zoals ik aan het begin van de podcast al zei: het was een drukke week, waarin leuke dingen zijn gebeurd en ik ook weer een boel heb geleerd.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 37 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in deze podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 36!
Hallo en hartelijk welkom bij dé Nederlandstalige podcast die je helpt om jezelf en/of je bedrijf prominent op de kaart te zetten. Ik geef je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor gebruikers en zoekmachines.
Vanwege het mooie weer zou je verwachten dat het nu een rustige periode is, zonder veel toevoer van interessant of relevant nieuws. Echter, zo weinig nieuws als ik vorige week had, zoveel heb ik nu. Het was gewoon lastig om te kiezen!
Google gaat in een rap tempo door met vernieuwingen en uitbreidingen. Afgelopen week is er veel nieuws verschenen over onder andere Google City Experts, de Google reviews, Google Helpouts (ja, je hoort het goed: geen Hangouts, maar “Helpouts”) en gratis Google Internet in Starbucks. Als tweede bedrijf op de lijst, volgt Yelp. Ook daarover las ik een paar interessante artikelen, die ik graag met je wil delen.
Nog meer potentiële spraakverwarringen: als derde heb ik afgelopen week over een nieuwe vorm van marketing gelezen, namelijk “comment marketing”. Tenslotte heb ik nog een paar handige video marketing tips.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Voordat ik overga op de onderwerpen van vandaag even twee dingen. Als eerste: de vorige podcast bevatte allemaal klikjes en tikjes. Er stond blijkbaar iets verkeerd ingesteld op m’n audioapparatuur. Maar vandaag krijg je weer een klikloze opname, zoals je die van mij gewend bent. En als tweede: eerder deze week zijn de ReputatieCoaching Podcast video’s van juli 2013 online gekomen. Deze kun je ook bekijken in het YouTube-kanaal, dat je kunt vinden op: www.youtube.com/reputatiecoaching.
Yelp heeft de Yelp Elite, een groep speciale Yelpies die uiterst frequent reviews posten van gelegenheden die zij bezoeken. Het lijkt er nu op alsof Google Yelp gaat nadoen. Een paar dagen geleden heeft Google in New York het Google City Experts programma gelanceerd. Dit is bestemd voor mensen die tenminste 50 reviews hebben gepost, waarvan maar liefst 5 in één maand.
Net als de Yelp Elite krijgen de Google City Experts ook bepaalde privileges en uitnodigingen voor bijzondere gelegenheden en evenementen. Ik heb nog geen Nederlandstalige content hierover kunnen vinden, maar in de show notes vind je de link naar de Engelstalige pagina’s. En de show notes kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/36.
Op dit moment is het programma actief in de volgende steden: Austin (USA), Birmingham (UK), Chicago, Edinburgh, Londen, New York, Portland (OR), Phoenix, Raleigh-Durham, San Francisco en Sydney. Google zegt dat ze hoopt dat ze binnenkort meer steden kan toevoegen.
Mogelijk is dit één van de acties van Google om het aantal reviews voor bedrijven op Google+ Lokaal op te krikken, want dat lijkt nog niet zo’n vlucht te nemen, als op Yelp of Foursquare. Zodra er nieuws bekend wordt gemaakt over het resultaat van dit programma, zal ik het zeker laten weten.
Toevallig liep ik er dit weekend tegenaan: ik kwam erachter dat de Google+ Lokaal pagina van Wijsman en Koster Tandartsen in Apeldoorn nog niet was geverifieerd. Dus ging ik naar de desbetreffende pagina en klikte op “Deze pagina beheren”.
Lang geleden kon je ook pagina’s per telefoon verifiëren, maar dat is op een gegeven moment door Google uitgeschakeld. Ik denk dat er teveel misbruik van werd gemaakt. Vanaf dat moment kon je pagina’s alleen nog maar per briefkaart verifiëren. Dat duurde soms weken. Daar heb ik diverse bedrijven soms wel mee geholpen.
Maar nu zag ik dat je je bedrijf weer kunt claimen via de telefoon:
In podcast 34 vertelde ik je dat de vijf sterren reviews terug zijn in Google. Dat is een hele vooruitgang. Als je links en rechts op Internet onderzoek doet, dan lopen de meningen over het effect van de review sterretjes behoorlijk uiteen.
Aan de ene kant staan mensen die verwachten dat het niet veel effect zal hebben op de CTR, ofwel de Click-Through-Rate, terwijl anderen er wel een hoge verwachting van hebben. Ik behoor bij de tweede groep, want ik heb het sterke vermoeden dat het visuele aspect van de review sterretjes echt leidt tot een hogere CTR.
Maar Google is nu weer een stapje verder gegaan. In plaats van dat je naar de Google+ Lokaal bedrijfspagina gaat, als je op het aantal reviews klikt, komt er nu een soort van overlay over het scherm, waarin de reviews worden getoond.
Hieruit blijkt dat Google er op uit is om de gebruiker echt binnen de zoekmachine te houden. Want als je op het sluit-kruisje klikt, dan zie je de originele pagina met de lokale resultaten weer.
In de show notes heb ik een voorbeeld van deze overlay opgenomen.
Eerder dit jaar heeft Google het review filter ook al iets minder strak afgesteld, waardoor minder reviews worden afgekeurd en dus meer reviews worden gepubliceerd.
Als je dit combineert met het nieuws over de Google City Experts en de verandering van het tonen van de review sterretjes, lijkt alles erop te wijzen dat Google nu echt vaart wil gaan maken met het verzamelen van reviews.
Dit moet jou als het goed is er nu helemaal toe bewegen om echte reviews op Google+ Lokaal te gaan verzamelen. Want als Google er zo’n waarde aan gaat hechten, dan kun jij als ondernemer dat beter ook maar doen. Want voordat je het weet gaan je concurrenten harder dan jij en begin je met een achterstand, die je niet meer 1-2-3 kunt inlopen.
Google wil liefst van alle Internetters weten, waar zij heen surfen, hoelang zij welke content consumeren etc. Dat is natuurlijk ook de hoofdreden, dat Google in een aantal Amerikaanse steden druk bezig is met het uitrollen van supersnel Internet. Zo wordt in een aantal steden al Gigabit Ethernet aangeboden voor US$120 per maand. Deze dienst hoeven we volgens mij voorlopig nog niet in Nederland te verwachten.
Maar doordat Google aansluitingen op deze supersnelle netwerken biedt voor op zich een schappelijke prijs, kunnen zij precies het surfgedrag van alle aangesloten Internetters volgen. En op basis van die gegevens kunnen zij dan de zoekresultaten nog verder verbeteren, want zij zien tenslotte al het Internetverkeer!
Welnu, inmiddels gaat Google weer een stuk verder. Met Google Fiber heeft Google voornamelijk alleen inzicht in het verkeer van Amerikaanse Internetters. Maar eerder deze week maakte Google bekend dat ze gratis WiFi gaat bieden in alle 7.000 Starbucks vestigingen in de Verenigde Staten. Als je het artikel op het weblog van Google leest, dan zegt het bedrijf dat ze het Internet sterker, groter en sneller wil maken, evenals overal en universeel toegankelijk.
Het geval wil dat Starbucks ook een favoriete plek is voor veel buitenlanders die in de USA zijn, om een kop koffie te drinken, terwijl ze hun e-mail scannen of Facebook updaten etc. Ook dit verkeer krijgt Google dan te zien en zo kunnen ze hun zicht op het surfgedrag van niet-Amerikanen ook vergroten.
Natuurlijk verhoogt Google dan ook meteen de snelheid. Die zal factor tien tot honderd hoger liggen dan nu.
Ter informatie, voor het geval je binnenkort naar de VS gaat: het SSID van het WiFi netwerk is al bekend, namelijk: “Google Starbucks”.
En wederom is Matt Cutts van Google voor de camera gaan zitten om een verhaal te vertellen. Dit keer gaat het over het gebruik van TLD’s, ofwel “Top Level Domains”. Dat is het laatste stukje van een domeinnaam, dus bijvoorbeeld .nl, .com, .org, .net, .eu, .tv, .cc, .cn enzovoorts.
Heel lang geleden hadden deze TLD’s bepaalde betekenissen. Zo was toen “.com” bestemd voor commerciële bedrijven, “.org” voor non-profit organisaties, “.net” voor netwerkproviders en natuurlijk “.nl” voor websites van Nederlandse origine. Inmiddels is dat allemaal een beetje vervaagd.
https://www.youtube.com/watch?v=yJqZIH_0Ars
De vraag in de video komt voort uit het feit dat gemakkelijk te onthouden domeinnamen, eindigend op “.com” steeds schaarser en duurder worden. De vraag is of je bijvoorbeeld .cn, .cc of .io domeinnamen mag gebruiken, die –op de keeper beschouwd– zijn bestemd voor andere landen of gebieden.
Matt Cutts zegt hierover dat deze domeinnamen eigenlijk bestemd zijn voor het betreffende land en als je content aanbiedt die niet voor het desbetreffende land bestemd is, je dus dat TLD misbruikt.
Er zijn wel algemene TLD’s, die je volgens Google mag gebruiken, zoals .io (wat eigenlijk voor de Indische Oceaan bestemd is). Dus als je een Nederlandstalige site op een domeinnaam, eindigend op .io aanbiedt, is dat geen probleem.
Als je meer wilt lezen en precies wilt weten welke top level domeinen je wel algemeen mag gebruiken, dan verwijs ik je naar de link naar Googles “Domeinen voor geotargeting”, die je ook in de show notes kunt vinden.
Ik heb het natuurlijk al een paar keer gehad over Google Hangouts. Dat is de gratis dienst van Google, waarmee ze eigenlijk voor een deel concurreren met Skype, GotoWebinar, GotoMeeting en andere online telefonie- en vergaderdiensten. Dus daar wil ik het nu even niet verder over hebben.
Maar de geruchten gaan, dat Google bezig is met een betaalde variant hierop te ontwikkelen, met de naam “Google Helpouts”. Dit kwam ik op het spoor via een artikel op TechCrunch, waarvan je de link kunt vinden in de show notes.
Het zou op dit moment intern in Google worden getest en als het live gaat biedt het een soort van marktplaats, waarmee bedrijven en individuen hun kennis en diensten commercieel kunnen aanbieden via video. Zo zou je dan bijvoorbeeld een betaalde taalcursus, kookles of reputatiecoaching consult kunnen afnemen. Ook op dit moment zie je op Google Hangouts al mensen gratis talencursussen geven.
Volgens de bron zal het platform een goede zoekfunctie bevatten, zodat mensen snel en eenvoudig voor hen relevante Hangouts of Helpouts kunnen vinden. En Google zou Google ook niet zijn, als ze hier ook meteen een reviewsysteem aan koppelen.
Het lijkt mogelijk dat je als aanbieder van online videodiensten een agenda kunt bijhouden, waarin je kunt aangeven wanneer je beschikbaar bent voor een sessie.
Wie weet wordt dit het eerste product of de eerste dienst die bedrijven straks via hun Google+ Lokaal pagina kunnen aanbieden. Want je kunt erop wachten dat Google haar Google+ Lokaal platform voor bedrijven commercieel wil gaan maken. Het is en blijft tenslotte een bedrijf dat ook voor de aandeelhouders liefst steeds meer winst maakt.
Het is nog niet bekend wanneer het live gaat en of het dan ook meteen in Nederland beschikbaar zal zijn. Dat zal de toekomst ons leren.
Het was eventjes stil rond Yelp. Maar inmiddels heeft Yelp bekendgemaakt dat het bedrijf over het tweede kwartaal een klein verlies heeft geleden van net iets minder dan één miljoen Amerikaanse dollars. Het positieve was wel dat de financiële resultaten maar liefst 69% waren gegroeid ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar.
Nog wat statistieken van Yelp:
In deze statistieken die eerder deze week werden vrijgegeven, vielen me twee zaken op: allereerst het aantal “actieve lokale business accounts”. Ik heb gven gezocht wat dat was, maar kon er verder niet echt wat over vinden. Wellicht is dit het aantal bedrijven dat op Yelp adverteert. Ik weet het echter niet zeker.
Maar wat opvallender is, is het aantal zoekpogingen dat vanaf een mobiel apparaat komt. Dat is inmiddels gestegen tot 59%! Ook hier zie je weer een teken dat mobiel al maar belangrijker wordt en echt de toekomst heeft.
Als laatste nieuwtje over Yelp, werd gemeld dat de integratie met Qype voorspoedig verloopt. Qype was tot oktober 2012 een serieuze concurrent van Yelp. Op dat moment heeft Yelp het bedrijf Qype overgenomen en is het op dit moment bezig om de gegevens van Qype te integreren. Volgens Yelp heeft het inmiddels de Qype-gegevens van Ierland, Italië en Spanje geïntegreerd en staat Frankrijk als volgende land gepland om te integreren.
Verder kwam ik een leuk rapport van de Harvard Business School tegen, getiteld “Fake It Till You Make It: Reputation, Competition, and Yelp Review Fraud”. Het rapport is geschreven door Michael Luca en Georgios Zervas. In de show notes heb ik een link naar het rapport voor je opgenomen.
Zoals je van een wetenschappelijk rapport mag verwachten is het niet gemakkelijk te lezen. Wel zijn er een paar interessante conclusies in het document te lezen ten aanzien van reviews:
Tot zover over Yelp. Dan over op een ander interessant onderwerp, waar ik afgelopen week het één en ander over las wat ik graag met je wil delen, namelijk “Comment Marketing”. En nee, ik bedoelde niet “Content Marketing”.
Maar wat is dan “comment marketing”, hoor ik je vragen? Nou, dat is simpelweg het reageren op blogberichten, ofwel: reacties posten. In principe kan iedereen het, maar dat wil nog niet zeggen dat het eenvoudig is.
De meeste bloggers en Internet marketeers zien het posten van reacties als een tactiek om extra links naar hun eigen site te krijgen, maar maken er niet ten volle gebruik van als echte marketing techniek.
Echte comment marketing is het delen van waardevolle meningen en gedachten om zo de discussie aan te zwengelen, of gaande te houden, of juist een andere wending te geven. Het reageren op blogberichten geeft mensen niet alleen een indruk van jou en waar je voor staat, maar stelt je ook in staat om jezelf echt te profileren en te onderscheiden van de meute om zo maanden of zelfs jaren mensen te prikkelen meer van jouw content te lezen.
Goede strategie
Net als zoveel andere vormen van marketing, helpt het ook bij comment marketing als je een goede strategie hebt. En een strategie begint met het vaststellen van je doelen en bepalen op welke blogs je wilt reageren.
Bepaal doelen en websites
Wil je je profileren als thoughtleader, of ben je bijvoorbeeld meer geïnteresseerd in verkeer naar je eigen site? En het ideale blog om op te posten, is eentje waar frequent nieuwe, verse content wordt gepubliceerd. Zoek eens op Google, Bing of de social media naar blogs waar jij zou kunnen reageren.
Als je verkeer naar je site wilt, is het belangrijk dat je sites zoekt, waar je een rechtstreekse link naar jouw site krijgt. Als je via een profiel op die site gaat, is het aantal kliks naar jouw site veel lager.
Vergeet niet: als je eenmaal begint met comment marketing, dan moet je de sites geregeld en regelmatig bezoeken om te zien of er nieuws is. Eventueel kun je je ook abonneren op de RSS-feeds van de desbetreffende sites, zodat je automatisch nieuwe content te lezen krijgt, zodra het is gepubliceerd.
Organiseer je inspanningen
Het ordentelijk reageren op weblogs is een activiteit die zeker vruchten af kan werpen, maar ook eentje die extra tijd van je gaat vergen. Organiseer je werk daarom. Zoals ik al zei: als je nog geen RSS reader hebt, waarin je RSS-feeds van diverse sites volgt, registreer je dan bijvoorbeeld bij Feedly. Dat is in ieder geval de RSS-reader die ik gebruik. En meld daar alle RSS-feeds aan, die je netjes in folders indeelt, bijvoorbeeld per topic.
Idealiter plan je ook elke dag een stukje tijd in je agenda om op je favoriete blogs te reageren. Voor goede comment marketing is het essentieel dat je snel reageert, nadat nieuwe content is gepubliceerd.
Meld je aan bij Gravatar
Maak ook een account aan bij Gravatar.com en upload daar een goede, recente foto van jezelf. Registreer bij Gravatar ook al je andere social media accounts en e-mailadressen. Maar denk erom dat je voor comment marketing één en hetzelfde e-mailadres gebruikt.
Het voordeel van je registreren bij Gravatar, is dat veel weblogs automatisch de foto’s van mensen die reageren, ophalen van Gravatar. Zo creëer je een stuk personal branding.
Begin daarna met reacties posten.
Wat niet doen?
Wat dan wel doen?
Meten = weten
Al het voornoemde heeft niet echt veel nut, als je niet meet of je inspanningen zin hebben. Ik snap ook dat het puur meten van je reputatievergroting op basis van jouw comment marketing niet goed mogelijk is, maar je kunt via Google Analytics wel controleren of je door je reacties op de diverse blogs verkeer naar jouw site krijgt.
Zo kun je ook zien of het zin heeft om ermee door te gaan. Besef dat mensen in eerste instantie niet zo snel naar je site zullen doorklikken. Pas als ze je vaker gaan tegenkomen, zijn ze eerder geneigd om (vaak uit nieuwsgierigheid) toch eens een kijkje op jouw site te nemen.
Blijf jezelf verbeteren
Blijf jezelf en je proces verbeteren. Besef dat “Eén zwaluw nog geen zomer maakt” en je dus niet te snel moet denken dat je acties geen effect ressorteren. Een reputatie opbouwen kost echt tijd.
Ga op basis van je meetresultaten steeds je proces en je reacties verder verbeteren. Leer van je fouten, kijk wat werkt en wat niet werkt. Bekijk tevens eens de blogs van de mensen die ook reageren en zie of je daar weer nieuwe sites kunt vinden, waar je verder kunt met je comment marketing. Mocht je na een aantal reacties nog steeds geen resultaat zien van je inspanningen op een bepaalde site, wees dan ook niet bang om die site te schrappen en je te richten op sites die wel het gewenste resultaat opleveren.
Zo kom ik van de comment marketing op een andere vorm van marketing terecht, waar ik zelf al wel veel mee bezig ben, namelijk videomarketing.
Soms kom ik wel eens handige tips tegen en die sla ik dan op om op een later moment eens te noemen. Zo kom ik ook op de volgende paar tips voor videomarketing.
De eerste tip helpt je om te voorkomen dat anderen gaan denken dat je zit te spammen, als je een aantal video’s hebt gemaakt en deze in één keer uploadt. Soms heb ik een enorme inspiratie en maak ik op één dag wel eens 4 of meer instructievideo’s. Als ik die allemaal achter elkaar uploadt naar YouTube, dan verschijnen ze in no-time achter elkaar op YouTube, Google+ etc. Dat kan snel worden beschouwd als spammen.
Om dat te voorkomen heb ik mijn standaardinstellingen op YouTube aangepast, dat alle video’s die ik upload, initieel als “privé” worden aangemerkt. Dat geeft mij twee voordelen. Als eerste worden de video’s niet meteen gezien door de abonnees van mijn YouTube channel en de mensen in wiens cirkels ik zit op Google+, omdat ze onzichtbaar blijven. Ik kan ze dan zelf handmatig online zetten als het mij uitkomt, qua planning van mijn contentmarketing.
Een tweede voordeel is dat je ze dan ook gepland online kunt laten verschijnen. Dat heb ik bijvoorbeeld met de laatste paar ReputatieCoaching podcast video’s gedaan. Die heb ik iets meer dan een week geleden geüpload, maar die verschenen gepland online, op verschillende dagen.
Zo lijkt het voor de zoekmachines er ook meer op, alsof je geregeld en regelmatig nieuwe content publiceert, hetgeen altijd beter is dan in één keer een bulk online te zetten. In de show notes heb ik een video hierover opgenomen, die ik heb gevonden op www.RealSEO.com.
En dan de tweede en tevens laatste tip voor vandaag. Dit is een gouden tip, als je je video’s echt wilt laten scoren in YouTube. Dit is ook het “geheime” recept van de hoge scores van mijn video’s in zowel de zoekresultaten op YouTube, als algemeen op Google.
YouTube doet namelijk wel een poging om jouw spraak te herkennen, maar dat gaat vaker fout dan goed. En omdat dat dat het enige is, wat Google of YouTube hebben om met jouw video in verband te brengen, krijg je bij een belabberde ondertiteling ook een belabberde positie in de zoekresultaten.
Als je een video uploadt of al online hebt staan waarin wordt gesproken, upload dan ook een correcte transcriptie ten behoeve van de ondertiteling.
Om dit bij een video te doen, klik je in het menu “Videobeheer” onder de video op “Bewerken”. Klik dan boven in het scherm op “Ondertiteling” en kies “+ Een nieuwe track toevoegen”. Kies “Ondertitelingsbestand of transcriptie uploaden”. Daarna krijg je de mogelijkheid om een simpele copy/paste uit bijvoorbeeld een Word document te doen.
Daarna gaat YouTube aan de slag met het plaatsen van jouw ondertiteling op de juiste plaatsen in de video. Dat hoef jij dus niet eens te doen. Geef je ondertiteling een goede naam (bij voorkeur met één of twee zoekwoorden erin) en markeer de andere ondertiteling als “inactief”. Zo voorkom je dat de verkeerde ondertiteling wordt gebruikt om gebruikers naar jouw video te leiden.
Mocht je een video ook op anderstalige delen van je site willen gebruiken en is de audio niet in de desbetreffende taal, voeg dan ook een ondertiteling in die taal toe. Dat helpt je dan ook bij het extra ranken met die video in de zoekresultaten voor de gewenste taal.
Ik ben me ervan bewust dat dit bij een langere video een flinke belasting is op je tijd, want je moet de hele video aflopen en alles intypen. Maar geloof me, het is echt de moeite waard. Doe maar eens een experiment en laat mij de resultaten weten.
Met deze videomarketing tips kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Ik had eigenlijk nog veel meer topics voor je gepland, maar die bewaar ik voor een apart artikel of een volgende podcast. Anders wordt deze podcast wel heel erg lang.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 36 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 35!
Hallo en hartelijk welkom bij dé Nederlandstalige podcast die je helpt om jezelf en/of je bedrijf prominent op de kaart te zetten. Ik geef je tips en adviezen waarmee je meer business kunt doen door op de juiste manier aan je reputatie te werken, je online vindbaarheid te verbeteren en het optimaliseren van je website voor gebruikers en zoekmachines.
Je kunt merken dat de zomer echt is begonnen, in ieder geval op het Noordelijk Halfrond. In Nederland zitten we op dit moment sinds 2006 weer eens in een heuse hittegolf. Ik adviseer je om het hoofd koel te houden, terwijl je naar deze podcast luistert.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Vanwege de zomerperiode is er ook wat minder nieuws te melden. Ik heb ook afgelopen week wel weer veel gelezen, maar vond er niet bijster veel relevante artikelen tussen zitten. Dus ben ik in mijn archief met leuke en veelal tijdloze topics gedoken, die ik ooit al eens heb verzameld. Daaruit komt het meerendeel van de onderwerpen van vandaag.
Afgelopen week heb ik van een aantal mensen van Ordina hun LinkedIn profiel kritisch bekeken, om hen op basis van mijn bevindingen een aantal tips te geven. De presentatie die ik hiervan heb gemaakt wordt eerst intern binnen Ordina gepubliceerd. Zodra die verspreid is, zal ik die presentatie ook op www.reputatiecoaching.nl posten.
Als eerste nieuws over Facebook: het aantal bedrijfspagina’s groeit nu heel hard. Als tweede topic: het mogelijke effect van een Google bedrijfspanorama op je positie in de zoekresultaten. Het derde onderwerp: Twitter heeft een tijdje geleden haar lijsten uitgebreid.
Iedereen weet inmiddels dat zogenaamde duplicate content door Google wordt afgestraft. Tot eenieders grote verbazing weerlegde Matt Cutts dit punt eerder deze week.
En durf eens NIET “Just another WordPress site” te zijn! Wat ik daarmee bedoel, hoor je later. Ga je verhuizen met je bedrijf? Let dan op, want de procedure om binnen Google+ te verhuizen is aangepast. “Waarkom kost SEO zoveel tijd?”, vroeg Tim laatst aan me. Waar dat zoal door komt, leg ik je daarna uit.
Als laatste onderwerp heb ik tips voor je voor het schrijven van content die anno 2013 scoort in de zoekmachines en suggesties voor allerhande soorten content als je even te maken hebt met een writer’s block, ofwel een schrijversblokkade.
In podcast 23 van 5 mei 2013 berichtte ik dat Facebook op dat moment zo’n slordige 15 miljoen bedrijfspagina’s, of beter gezegd: “Fanpages” had. Nu zijn we alweer 2 maanden verder en eerder deze week meldde Facebook dat er al 18 miljoen fanpages waren aangemaakt. Het blijft natuurlijk een strijd tussen Facebook en Google+, maar Facebook zegt dat er op dit moment zo’n 1 miljoen fanpages per maand bijkomen.
Wat Google+ nu aan bedrijfspagina’s heeft, is niet duidelijk. Ik denk dat Google hier pas weer een uitspraak over doet, als ze vrijwel zeker weten dat ze voor liggen op Facebook, of ze Facebook het vuur aan de schenen kunnen leggen.
Enige tijd geleden heb ik een bedrijfspanorama gemaakt bij Wijnhandel B.J. de Logie in Amsterdam. Ik ben daar terechtgekomen, nadat ik april daar op een Yelp-party een wijnproeverij heb mogen bijwonen, waar ik toen ook foto’s heb gemaakt. Deze authentieke wijnhandel in Amsterdam is een kleine, maar sfeervolle zaak. Op zich was ik mede door de geringe grootte ook relatief snel klaar met de bedrijfspanorama.
De bedrijfspanorama kwam online, evenals een goede 20 foto’s die ik er ook nog had geknipt. Toevallig had ik de positie in de lokale zoekresultaten eind maart nog bekeken en een screenshot ervan vastgelegd. Deze vind je terug in de show notes:
Daarin is te zien dat “de Logie” toen op de “G”-positie in de lokale zoekresultaten stond. En op het moment dat ik de bedrijfspanorama maakte, stond het bedrijf op de vijfde positie, naast de “E”. Helaas heb ik daar geen screenshot van.
En hoewel ik niet direct wil spreken van een causaal verband, lijkt het er echter op, alsof de Google+ listing is gaan stijgen, sinds de bedrijfspanorama en de bedrijfsfoto’s online kwamen. Inmiddels staat die namelijk al op de tweede plaats, op de “B”-positie, als je zoekt op “wijnhandel amsterdam”. Daarvan heb ik wel weer een screenshot gemaakt:
Ik wil nogmaals benadrukken dat een bedrijfspanorama echt niet per definitie leidt tot een hogere positie in de lokale resultaten. Het kan heel goed zijn dat er andere factoren in het spel zijn.
De website zelf heb ik niet in de gaten gehouden, maar als het bedrijf continu nieuwe content publiceert en daarmee bezoekers naar de site trekt die de content dan ook nog eens links en rechts delen op de sociale media, kan dat natuurlijk een verklaring zijn.
Ik vond het in elk geval leuk om met je te delen en ik hou de online rankings van de bedrijven waarvoor ik een bedrijfspanorama maak, redelijk goed in de gaten.
In podcast 3 en podcast 12 heb ik je verteld over Twitter lists. Daarmee kun je je Tweeps opnemen in lijsten, waardoor hun berichten niet jouw timeline “vervuilen”. Het voordeel van lists is dus dat je ze zelf kunt bekijken, wanneer het jou uitkomt.
Toen ik er vorige keren over berichtte, ondersteunde Twitter maximaal 20 lijsten met maximaal 500 gebruikers per lijst. Sinds enige tijd is deze beperking opgeheven. Er is nog wel sprake van een vorm van beperking, maar ik verwacht dat je daar niet zo snel tegenaan loopt.
Je hebt nu namelijk maximaal 1.000 lists van 5.000 accounts per list. Ervan uitgaande dat je iedereen slechts in één list zult opnemen, kun je nu 5 miljoen mensen volgen. Dat moet zelfs voor de meesten onder ons voorlopig voldoende zijn…
Google waarschuwt ons er al tijden voor: vermijd duplicate content, want als je dezelfde content op meerdere plaatsen publiceert, word je afgestraft. Dan scoort geen van je content in deze machtige zoekmachine en worden jouw artikelen dus niet gevonden…
Als rechtgeaarde content marketeers doen we dus onze uiterste best om dubbele content te vermijden. Maar afgelopen week kwam er een video van Matt Cutts online, waarin hij vertelt dat duplicate content wat Google betreft geen probleem is.
Deze video heeft veel online discussies opgeroepen. Veel bloggers en andere mensen die zich bezighouden met digital marketing zijn nu op z’n zachtst gezegd een beetje het spoor bijster. Want eerst zegt Google dat ze duplicate content aanpakken en afstraffen en nu –een aantal maanden later– vertelt hetzelfde bedrijf dat duplicate content geen probleem is en je je dus geen zorgen hoeft te maken, als je content meermalen publiceert.
In de show notes zie je de video waarin Matt Cutts dit zelf toelicht:
Matt zegt dat je je daarover geen zorgen hoeft te maken, tenzij je spammy content probeert te posten of bezig bent met keyword stuffing. Hij laat ook weten dat Google ervan op de hoogte is dat je soms verplicht bent om bepaalde disclaimers op meerdere plaatsen te tonen.
Als je WordPress vers installeert, moet je nog tenminste een paar dingen doen, voordat je blog echt goed “up and running” is. Ik adviseer altijd eerst aan te vinken dat zoekmachines tijdelijk je site nog niet mogen indexeren. Zo voorkom je, dat jouw geklungel tijdens het opstarten van je blog een verkeerde indruk wekt in de zoekresultaten. Pas als je alles op de rit hebt en je vindt dat je live mag gaan, kun je deze beperking uitschakelen.
Naast dat je je permalinks goed moet instellen, moet je ook je “ondertitel” aanpassen. Deze tagline staat standaard op “Just another WordPress site”. Als je dit niet verandert, dan staan jouw webpagina’s –net als een slordige 274 miljoen andere pagina’s– online gemarkeerd met de tekst “Just another WordPress site”. Dit staat wel erg slordig! Maar echt: je bent niet de enige!
Zorg er dus voor, dat je dit zo snel mogelijk aanpast, als je een nieuwe WordPress installatie uitvoert. Je doet dit, door in te loggen op je WordPress Dashboard en dan door te gaan naar “Instellingen” → “Algemeen” → “Ondertitel”. Je kunt ‘m dus beter nog leeg maken, dan de ondertitel op de standaardtekst te laten staan.
Op 4 maart van dit jaar liet ik je in podcast 14 weten over de veranderde richtlijnen van Google ten aanzien van het verhuizen van een bedrijf in Google+. Eerder deze week verschenen er berichten dat de richtlijnen met betrekking tot verhuizen in Google+ wederom zouden zijn aangepast. Dit is de lezen in een bericht van Jade Wang van Google, in de Google product forums.
Maar als je er eenmaal induikt, dan blijkt dat het dat het slechts een copy/paste is van haar post, die ze op 19 februari van dit jaar al had geplaatst. Voor de volledigheid haal ik de essentie ervan hier nog even aan:
Luisteraar Tim vroeg me onlangs hoe het komt dat SEO zoveel tijd kost… Hij was bezig zijn eigen website hoger te laten scoren in de zoekresultaten, maar kon maar geen significante verbetering bespeuren.
Ik moest hem enigszins teleurstellen en hem melden dat je frequent nieuwe (verse) content moet produceren, als je wil dat je totale website met alle artikelen beter gevonden kan worden in de zoekmachines.
Zijn meest recente blogbericht was anderhalve maand oud. En het op één na laatste bericht was ongeveer een maand voor die tijd gepost. Tja, dat werkt niet. Als je wilt dat jouw site echt naar voren komt in de zoekresultaten, moet je niet alleen opvallen met goede content voor je gebruikers, maar moeten de zoekmachines dit ook in de gaten krijgen. En daar zit ‘m nu net de kneep…
Afgezien daarvan kost het tijd om te onderzoeken wat de status is van de content van je concurrenten, of beter gezegd: de sites waar je boven probeert te scoren. Als die sites een paar nieuwe, unieke en originele artikelen per week publiceren, dan wordt het lastig om er op in te lopen.
Daarnaast helpen links van andere sites met een zekere autoriteit ook nog steeds met het hoger laten scoren van jouw content. Maar die krijg je ook niet zomaar. Daarvoor moet je ook steeds met goede, waardevolle content komen, anders krijg je geen kwalitatief goede links.
Google wantrouwt snelheid. Dus als jij in heel korte tijd een gigantisch aantal links naar jouw content realiseert, gaan er hoogstwaarschijnlijk bij Google allerlei alarmbellen af, met alle gevolgen vandien. Je kunt beter rustig groeien en regelmatig goede content produceren, dan dat je dit in de hoogste versnelling doet. Het alom bekende gezegde “Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet”, is ook hierop van toepassing.
En natuurlijk schrijf je content die inspeelt op de juiste zoektermen. Om die te vinden, moet je veel onderzoek doen. Ook dat kost tijd. Want simpelweg artikelen produceren en content online pletteren over de meest uiteenlopende onderwerpen die mogelijk zijdelings enigszins met jouw website te maken hebben, is veel minder effectief dan artikelen te schrijven over specifieke en relevante zogenaamde “long-tail” zoektermen.
En als ik het dan toch heb over het schrijven van goede content, wil ik je nog eens een aantal aandachtspunten en tips geven, waarmee jij je voordeel kunt doen, als je bezig gaat met het produceren van content. Want vergeet niet: technieken die in 2012 of daarvoor nog werkten, werken nu waarschijnlijk niet meer.
Dit zet je hopelijk op het juiste spoor om de juiste content te produceren. Maar ik kan me goed voorstellen dat je soms geen idee hebt, waar je over kunt gaan schrijven, bloggen of podcasten. Daarvoor heb ik dan nog als bonus een aantal suggesties voor je. Mocht je verlegen zitten om een andere format voor een blogartikel, doe dan je voordeel met deze handreikingen.
Als je nu nog geen inspiratie hebt voor een stuk content, dan weet ik het ook niet meer. En als je nog originele ideeën hebt voor andere content, dan dat ik hierboven heb vermeld, laat dan een reactie achter, onderaan de transcriptie.
Ik noemde zojuist als twaalfde punt het maken van een podcast. Mocht jij interesse hebben in hoe je zelf een podcast opzet en online publiceert en promote, laat het me dan weten. Reageer onder de transcriptie van deze podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/35 of stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl. Bij voldoende animo, zal ik een special hierover maken, of een webinar of iets dergelijks organiseren.
Met deze grote hoeveelheid tips kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Op zich had ik niet bijster veel nieuws, maar ik hoop dat ik je toch weer van nuttige en bruikbare informatie heb kunnen voorzien.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 35 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 34!
Hallo en hartelijk welkom bij dé bekendste Nederlandstalige podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines.
Ik begin de podcast van vandaag met het nieuwe ReputatieCoaching Podcast Boek. Dan heb ik nieuws over social logins en via de social logins kom ik op Google. Ik kan er niets aan doen, maar er is weer aardig wat nieuws op het Google-front wat ik met je wil delen. Bijvoorbeeld: de 5 review sterren zijn weer terug! En iedereen kan nu de nieuwe Google Maps bekijken en uitproberen. Maar hoe bereid je je nu voor om met je bedrijf goed op de nieuwe Google Maps te komen?
Verder vertelt Matt Cutts dat je beter niet teveel sites of domeinnamen onderling moet linken en heb ik een nieuwtje over Yelp. Dit alles en meer hoor je in deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Het heeft weer even tijd gekost, maar het ReputatieCoaching Podcast Boek 2013 nummer 2 is uit. In dit boek zijn de transcripties van alle podcasts van het tweede kwartaal van 2013 opgenomen, samen met de afbeeldingen, screenshots, links naar alle externe sites en de podcast video’s.
Het boek kun je als PDF downloaden vanaf de website. Bovendien heb ik het ook geüpload naar Scribd, Issuu, Docstoc en Slideshare. Binnen een dag was het boek meer dan 100 keer bekeken in de diverse sites; dat was erg leuk om te zien.
Dit is het laatste boek wat ik op deze manier ter beschikking stel. Het ReputatieCoaching Podcast boek nummer 3 van 2013 komt niet meer als download beschikbaar. Je kunt het dan nog wel lezen via bijvoorbeeld Scribd of Slideshare, maar niet meer downloaden. Als je het als PDF wilt ontvangen, verzoek ik je om je aan te melden voor de nieuwsbrief.
De abonnees van de nieuwsbrief krijgen automatisch een mail, als het eBook als PDF beschikbaar is om te downloaden om te lezen op je smartphone of tablet. Daarnaast komt het in een andere vorm beschikbaar, die ik nog even als verrassing houd.
Surf nu naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in. Je kunt je inschrijven door je naam en e-mailadres in te voeren, of door op de grote “Like”-button te klikken, als je al bent ingelogd op Facebook.
En nu ik het toch over Facebook heb… Je ziet het op steeds meer sites… Je kunt je aanmelden met een aparte gebruikersnaam en wachtwoord, of je credentials van Google of Facebook gebruiken en daarmee inloggen. Dat voorkomt dat je nog meer usernames en passwords hoeft te onthouden.
Ik ben misschien een vreemde eend in de bijt, want ik gebruik dat nooit. Ik wil als het enigszins mogelijk is, een aparte gebruikersnaam-/wachtwoordcombinatie aanmaken. Daarmee verlaag ik het risico dat al mijn accounts worden gehacked, mocht er een wachtwoord ergens op een site in de handen van hackers komen.
Als gevolg hiervan heb ik letterlijk honderden sites, waarop ik inderdaad aparte gebruikersnamen en wachtwoorden heb. En de wachtwoorden zijn allemaal minstens 16 karakters, waarbij ik niet alleen hoofd- en kleine letters gebruik, maar ook allerlei symbolen en cijfers. Met andere woorden: het zijn extreem moeilijke wachtwoorden. En zoals ik al zei: als iemand achter het wachtwoord voor één site komt, kan hij of zij hooguit op die site een zekere schade aanrichten. Maar verder dus niet.
Ik gebruik de tool LastPass om al deze wachtwoorden te registreren, maar dat is stof voor een andere podcast. Op dit moment wil ik het even hebben over de social logins, dus op basis van je Google of Facebook login en wachtwoord.
Het bedrijf Gygia is een social login provider en houdt allerhande social media gegevens bij. Zij rapporteerden dat in het tweede kwartaal van 2013 Facebook in 52% van alle gevallen werd gebruikt. Google was tweede met 25% en Yahoo! kwam op de derde plaats met een respectabele 17%.
In de show notes heb ik een taartdiagram opgenomen, waarin je de verdeling kunt zien van de diverse social logins die worden gebruikt:
Hoewel dus 24% van de social logins via Google gebruikersgegevens loopt, wordt Google+ toch belabberd weinig gebruikt voor social sharing van updates. Om je een idee te geven: 50% van de social shares was in het tweede kwartaal van 2013 op Facebook, 24% op Twitter, 16% op Pinterest, 3% op LinkedIn en slechts 2% op Google+.
Google heeft dus een grote achterstand op de concurrenten, zowel qua social logins, als qua aantal social shares. Google heeft natuurlijk al eerder achterstanden ingelopen, dus ik acht het zeker mogelijk dat Google ook deze achterstanden de komende maanden zal gaan inlopen.
Maar zoals ik al in podcast 32 zei, is de prognose dat Google+ omstreeks januari 2016 Facebook zal inhalen, op het gebied van aantal social shares.
En zo kom ik op de reviews in Googles lokale zoekresultaten. Vóór 31 mei 2012 vertoonde Google sterretjes bij bedrijven, op basis van beoordelingen van gebruikers. Je kon toen als bedrijf maximaal 5 gele sterretjes krijgen.
Vanaf 31 mei 2012 gooide Google het roer volledig om. Ze hadden een aantal maanden daarvoor het bedrijf Zagat gekocht, een bedrijf dat zich bezighield met het bijhouden van beoordelingen van restaurants en andere bedrijven. Zagat had een apart scoringsmechanisme.
Als bedrijf kon je maximaal 30 punten scoren en de score van je bedrijf werd dan ook weergegeven op een schaal van 30 punten. In de show notes heb ik een voorbeeld van 21 augustus 2012 opgenomen voor de zoekterm “restaurant Apeldoorn”, waarin je duidelijk deze Zagat-score kunt zien:
Zoals je kunt zien, zijn de getoonde resultaten niet echt bijster duidelijk. Ik vond het al aardig onduidelijk, dus ik ben ervan overtuigd dat het voor veel meer mensen niet echt overtuigend was om de kwaliteit van bedrijven in te schatten. Alle andere sites in de wereld gebruiken zo ongeveer sterretjes, dus Internetgebruikers zijn gewend aan sterretjes.
In podcast 25 meldde ik al dat de sterretjes terug leken te komen. Toen kon je via een kleine truc de sterretjes terugkrijgen in de zoekresultaten. Dat leek erop te wijzen dat de sterretjes langzaamaan terug zouden komen.
En in podcast 33 kon ik je vertellen dat de sterretjes inmiddels al zichtbaar waren in Google+ Lokaal. Nou, afgelopen donderdag zag ik in de zoekresultaten nog steeds de Zagat score op basis van die 30-punten schaal, maar vanaf vrijdag zag ik ook weer sterretjes in de zoekresultaten op de Nederlandse Google.
De dag daarvoor bleken ze ook al gespot in de Verenigde Staten en in Canada. Maar ze zijn weer nu dus ook weer terug in de Nederlandstalige zoekresultaten. Ik ben ervan overtuigd dat dit een verhoging van de CTR (dat is de “Click Through Rate”) zal opleveren voor bedrijven waarvoor de sterretjes worden vertoond. Alleen zijn de sterretjes nu niet geel, ze zijn oranje.
Mochten de sterretjes nog niet bij jouw bedrijfsvermelding op Google+ Lokaal worden vertoond, dan heb je waarschijnlijk nog geen vijf reviews. Want als je minstens vijf reviews hebt, worden de sterretjes getoond. In de show notes heb ik ook een screenshot opgenomen van de zoekterm “restaurant Apeldoorn” die ik meteen vrijdagmorgen heb gemaakt:
Nu vraag ik jou om te laten weten wat jij het duidelijkste vindt. Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast. Post je reactie op www.reputatiecoaching.nl/34/. Ik ben benieuwd naar jouw mening. Laat het me weten.
Verder over Google: er zijn sites op Internet die de “Back”-knop, oftewel je zoekgeschiedenis misbruiken om jou een pagina met reclameresultaten te tonen, als je een pagina terug klikt. Matt Cutts heeft aangekondigd dat deze sites nu zullen worden aangepakt.
Ik vind het leuk om te zien dat steeds meer illegale sites klappen krijgen en dat je langzaamaan echt alleen nog maar met waardevolle en unieke content in combinatie met Google Authorship jouw pagina’s en artikelen vertoond kunt krijgen in de zoekresultaten.
Google Authorship is iets wat de black hat zoekmachine spammers niet echt prettig vinden. Zij willen namelijk graag anoniem blijven met hun content en vooral met hun acties. Maar Google heeft ook aangekondigd dat anonieme content in de toekomst niet echt meer in de zoekresultaten zal worden vertoond.
Je kon je al een aantal weken inschrijven voor de bètaversie van de nieuwe Google Maps. Maar vanaf nu kan iedereen er gebruik van maken. Als je naar maps.google.nl gaat krijg je de mogelijkheid om door te klikken naar de nieuwe maps:
Als je op “Nu proberen” klikt, kom je op een soort van “tussenscherm” met nog wat toelichtende tekst, uitleg en de mogelijkheid om een video te bekijken. Daarna kun je verder zonder wachttijden meteen de nieuwe Google Maps proberen.
De aankondiging hiervan kwam in één van de Google groepen op 16 juli. Daar werd het volgende geschreven:
En die melding kwam op dezelfde dag, dat er ook een nieuwe Google Maps voor de iPhone en iPad werd gelanceerd. De vernieuwingen in deze Google Maps zijn:
Maar goed, je hebt de nieuwe Google Maps inmiddels dus bekeken en vind het er mooi uitzien, neem ik aan. De vraag is dan natuurlijk: hoe bereid je jouw site nu voor op de nieuwe Google Maps, zodat jouw bedrijf er echt tussen uitspringt? Dat is de vraag!
Laten we beginnen met e.e.a. te analyseren. Allereerst het hoofdscherm. Daarin zit niet meer die grote witte balk aan de linkerkant, maar het hele venster wordt ingenomen door de kaart, eventueel met uitzondering van de foto’s onderaan. Ik heb een screenshot ervan in de show notes opgenomen.
Als je je zoekterm hebt ingevoerd, verschijnen de gewenste resultaten op de kaart. En wanneer je geen plaatsnaam invoert, worden sowieso lokale resultaten getoond in de buurt waar jij je bevindt.
Er zijn ook meerdere iconen voor verschillende soorten bedrijven. Zo worden restaurants bijvoorbeeld getoond in een rondje met een vork en een mes.
Elke locatie heeft zijn of haar eigen infokaart, die wordt getoond als je op een bedrijf klikt. Op deze infokaart staan de volgende gegevens:
Net als de landkaart is de infokaart nu ook erg visueel gemaakt. En zoals ik al vaak heb gezegd: je moet er dus voor zorgen dat al jouw informatie correct is. Als je hoger in de lokale resultaten getoond wilt worden, moet je er voor zorgen dat je gegevens over alle websites ook consistent zijn. Maar laten we terug gaan naar de infokaart.
Doordat de review sterren terug zijn van weggeweest is het belangrijk dat je nu dus minstens 5 reviews verzamelt voor jouw bedrijf. En natuurlijk graag positieve reviews. Wat namelijk in de nieuwe Google Maps ook kan, is zoeken op basis van beoordelingen. Hiervan heb ik ook een screen capture opgenomen:
Je kunt op twee manieren zoeken naar bijvoorbeeld restaurants. Als eerste kun je zoeken op basis van recensies van toprecensenten en als tweede op basis van reviews door mensen uit je kringen. Dus naast het verzamelen van reviews op Google+ Lokaal kan het ook helpen om de klanten van je bedrijf te vragen je bedrijf op te nemen in hun Google+ kringen.
Foto’s worden –zoals je ziet– ook steeds belangrijker en dan vooral professionele en vooral mooie foto’s van je bedrijf, evenals het hebben van een bedrijfspanorama, waarbij gebruikers op basis van de Streetview-technologie virtueel door je bedrijf kunnen wandelen.
Dat deze virtuele bedrijfsrondleidingen steeds belangrijker worden, blijkt wel uit het artikel dat ik las op WebProNews over de nieuwe New York Restaurant Week, die komende week plaatsvindt. In dat artikel wordt een post op het Google Maps blog geciteerd, waarin Google meldt dat je in meer dan 50% van de deelnemende restaurants ook daadwerkelijk binnen kunt kijken, vooraleer je er gaat boeken.
Dit wordt ook nog eens geïllustreerd door de website van het evenement. Deze kun je vinden op www.nycgo.com/restaurantweek. Op deze site worden de deelnemende restaurants vertoond en je kunt er ook meteen een tafel boeken. Maar om het punt van het toenemend belang van de Google Bedrijfspanoramas te onderstrepen, heb ik een screenshot van een restaurant op die site opgenomen in de show notes:
In deze screenshot is duidelijk de button te zien waarop je kunt klikken om de binnenkant van het betreffende restaurant te verkennen. Dit geeft al een extra impressie van het restaurant, maar dat zegt natuurlijk nog niets over de kwaliteit van het eten dat er wordt geserveerd.
Met andere woorden: als websites van bijvoorbeeld vergaderlocaties of trouwlocaties in Nederland ook deze virtuele rondleidingen gaan tonen voor bedrijven die er eentje hebben laten maken, onderscheiden de vertoonde bedrijven zich op die sites opeens ontzettend van hun concurrenten, waarvan geen bedrijfspanorama voorhanden is.
En dit geldt niet alleen voor restaurants en vergader- of trouwlocaties, ook kinderdagverblijven, kapperszaken, kledingzaken, supermarkten of beter gezegd: alle bedrijven waar mensen fysiek naartoe komen kunnen zichzelf dus beter onderscheiden door midden van een Google bedrijfspanorama.
Na de zomervakantie ga ik een webinar organiseren voor een bepaalde branche, waarin ik dieper in zal gaan op hoe deze bedrijven zich beter kunnen presenteren en profileren om zo meer business te doen in deze wat mindere tijden.
Het op één na laatste onderwerp voor vandaag gaat over een video van Matt Cutts die afgelopen week is gepubliceerd. In deze video wordt de vraag gesteld en beantwoord of het verstandig is om als je bijvoorbeeld 20 domeinnamen hebt, deze allemaal onderling naar elkaar te linken.
Matt Cutts zegt hierover dat hij het zich amper kan voorstellen dat je 20 domeinnamen hebt, als je een legitiem bedrijf hebt. 20 domeinnamen riekt namelijk al snel naar spammy praktijken. De enige situatie die hij zich kan voorstellen, is dat je een aantal domeinnamen hebt, waarbij elke domeinnaam staat voor je bedrijfswebsite in een ander land, dus met een ander TLD of Top Level Domain, zoals .nl, .be of .de.
New webmaster video: "If I have 20 domains, should I link them all together?" http://t.co/kUSnsPGkwC
— Matt Cutts (@mattcutts) July 17, 2013
Het advies is om in zo’n geval niet links naar alle domeinnamen in de footer van je site op te nemen, maar gebruikers de juiste landensite laten kiezen vanaf één selectiescherm.
Als laatste onderwerp heb ik nieuws over Yelp. Yelp is continu bezig om haar positie in de lokale markt verder te verstevigen. Zo las ik afgelopen week op PR Newswire, dat Yelp het bedrijf SeatMe heeft overgenomen voor US$2,2 miljoen in cash en zo’n US$12,7 miljoen in aandelen.
Yelp wil SeatMe gaan inzetten om bedrijven die nu nog geen online reserveringssysteem hebben een laagdrempelige mogelijkheid hiervoor te bieden. SeatMe is een directe concurrent van OpenTable.
De kosten van OpenTable zijn dermate hoog, dat ze niet voor elk bedrijf zijn weggelegd. De setup-fee bedraagt US$650, de maandelijkse abonnementskosten US$199 en daar komt dan nog eens een goede US$2 per reservering bij op.
Maar in tegenstelling tot de hoge kosten van OpenTable en haar kosten per reservering, hanteert SeatMe een simpeler model: gewoon een flat fee van US$99 per maand om met je bedrijf online reserveringen te kunnen aanbieden aan je klanten.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 34 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 33!
Hallo en hartelijk welkom bij dé bekendste Nederlandstalige podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines.
Ik waarschuw je alvast op voorhand: vandaag heb ik een boel topics die zijn gerelateerd aan Google. Als eerste onderwerp in deze podcast heb ik iets anders: een recent voorbeeld uit de praktijk, dat bedrijven nog aan foute linkbuilding doen. Dan is een logisch vervolg wat Matt Cutts onlangs over linkbuilding heeft gezegd. Via linkbuilding kom ik daarna op guest blogging en hoe je dat het beste kunt doen. En na Google Reader is het nu einde Google Latitude. Ook zijn de 5-sterren reviews terug in Google en ik heb een leuk stuk als het verhaal achter Google. Als laatste sluit ik af met een paar Google grappen en Easter eggs.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Linkbuilding… Je zou denken dat de meeste mensen nu toch wel weten dat je niet overal maar links moet vragen en dan zeker niet meteen teruglinken naar alle sites, die naar jouw site linken.
Daarom was ik afgelopen week ook erg verbaasd, toen ik op mijn Allround Fotografie mailaccount een mailtje kreeg van een niet nader te noemen trouwsite met de volgende inhoud (ik citeer):
Beste Trouw Ondernemer,
We willen u graag op de hoogte brengen van een wijziging in de bedrijvengids van puntje-puntje-puntje…
U heeft uw bedrijf ingeschreven in onze bedrijvengids en presenteert uw bedrijf hierin. Naast deze bedrijvengids op onze website heeft elke trouwwebsite van onze bruidsparen ook een kopje met Trouwgids en hierin is de bedrijvengids nogmaals opgenomen. Uw website staat dus gelinkt op honderden actieve websites!
Ondanks dat de kosten voor onze trouwwebsite stijgen, willen we de bedrijvengids graag gratis houden. We willen alleen graag op uw steun rekenen in de vorm van een linkje terug naar onze website. Natuurlijk vinden we het ook leuk als u onze website onder de aandacht brengt in een nieuwsbericht of een linkje op de homepage van uw website.
Binnen 2 maanden controleren wij opnieuw alle inschrijvingen in onze bedrijvengids. Bedrijven die geen retourlink op hun site hebben geplaatst, moeten wij helaas uit onze bedrijvengids verwijderen. Mocht u al een linkje geplaatst hebben dan zijn we daar uiteraard erg blij mee en hoeft u geen verdere acties te ondernemen.
Wij rekenen op uw begrip en hopen dat nog veel potentiële klanten uw bedrijf via onze website mogen vinden!
Met vriendelijke groet,
bla bla bla…
Ik heb hierop een reactie gestuurd, waarin ik schreef dat het vandaag de dag niet erg handig is om op deze manier backlinks te verzamelen, met nog wat meer achtergrondinformatie, toelichting enzovoorts. Daarop kreeg ik als antwoord terug:
Vriendelijk dank voor de mail. Maar wat ons betreft is een linkje terug nog altijd beter dan geen link terug.
Wij zijn niet alleen afhankelijk van onze positie in Google, maar vooral ook van mensen die via andere websites binnen komen. Zonder linkje op andere websites hebben we dus minder bezoekers.
Tja, deze opvatting zag ik niet aankomen… Zelf heb ik nog linkpagina’s op enkele sites. Die zijn organisch gegroeid en deels historisch inderdaad ook als gevolg van zogenaamde “reciprocal links”. Op de meeste sites heb ik vanwege alle negatieve berichtgeving over wederzijdse links, deze ook al een tijd geleden verwijderd. Op een aantal andere sites heb ik ze “nofollow” gemaakt.
Maar wat ik wel altijd deed, was meten hoevaak er op bepaalde links werd geklikt. Nu was dat op alle sites niet bijzonder vaak. Een paar losse kliks per maand en meer was het niet.
Wat ik me afvraag: natuurlijk heb jij Google Analytics draaien en kun jij in je statistieken ook zien vanaf welke sites je verkeer krijgt. Dat doe je onder “Verkeersbronnen” → “Bronnen” → “Verwijzingen”.
Waar ik erg benieuwd naar ben, hoe mensen tegenwoordig omgaan met links-pagina’s en het klikken daarop. Daarvoor heb ik in de show notes een kleine enquête met drie vragen opgenomen. Je doet me een plezier, door binnen 10 seconden deze drie vragen te beantwoorden:
Nadat je de vragen hebt beantwoord, kun je ook meteen zien wat andere lezers en luisteraars van de ReputatieCoaching website en podcast op deze vragen hebben geantwoord.
Je vindt de show notes met deze bliksemenquête op www.reputatiecoaching.nl/33.
Hier verder op voortbordurend: als jij meer dan 5.000 bedrijven op je site hebt staan en elk bedrijf heeft een backlink naar jouw site en je krijgt gemiddeld 1-2 unieke bezoekers per maand vanaf één website, dan krijg je dus wel zo’n 10.000 extra unieke bezoekers. Deze getallen zijn gewoon geëxtrapoleerd, maar laat het eens 8.000 zijn, dan zijn het er nog veel!
Dus, als je een groot aantal bedrijven op je site hebt staan en je door bijvoorbeeld moordende concurrentie of illegale linkbuilding door je concurrenten niet goed scoort in de organische resultaten, dan is dit mogelijk een aardige manier om links te krijgen.
Ik zou dan alleen wel vragen of de webmasters in kwestie naar jouw site willen linken met een “nofollow” tag, om het risico op penalties door Google te minimaliseren. Want stel dat om welke reden dan ook anderen stoppen met het linken naar je site en je helemaal niet meer in de organische resultaten van Google bent te vinden, dan heb je alsnog een probleem.
Als je dan nog meer verkeer van andere sites naar jouw site wilt trekken, dan zou ik ook een affiliate programma beginnen. Zeker als je dat ordentelijk opzet, dan denk ik dat je in elk geval nóg meer verkeer naar je site trekt, en dat je geen negatieve aandacht trekt van de zoekmachines.
Maar wat vinden de zoekmachines dan van linkbuilding? Dat is een vraag die veel mensen bezighoudt. En door de nevelen die het fenomeen “linkbuilding” op dit moment omhullen, durft bijna niemand meer te linken, laat staan nog guest-posts te schrijven voor andere sites…
Eric Enge van Stone Temple Consulting heeft Matt Cutts van Google kunnen interviewen over links, linkbuilding en wat nu wel en niet mag. In de blauwe infobox onderaan de show notes vind je de link naar dit artikel. Het is erg lang, dus ik ga het hier niet helemaal herhalen of vertalen. Wel wil ik een paar antwoorden en reacties van Matt Cutts uit dit interview aanhalen:
Verder las ik ook een artikel over Guest Blogging op Search Engine Land. In het artikel wordt verwezen naar twee video’s van John Mueller van Google, waarin hij zegt dat je het beste links in artikelen kun opnemen met een “nofollow”-tag, zeker als deze artikelen worden gebruikt als guest posts voor link building.
Dat is ook het algemene advies van Google: als je naar een artikel linkt met linkbuilding in het achterhoofd, dan moet je de link als “nofollow” definiëren. Maar als je een artikel schrijft zonder deze intentie, dan is het helemaal geen probleem om rechtstreeks en zonder de “nofollow” tag te linken.
In de show notes op www.reputatiecoaching.nl/33 heb ik een video van Matt Cutts opgenomen uit oktober 2012, waarin hij ook hierop in gaat.
Ik ben er nog niet met Google. Matt Cutts zei recentelijk in een andere video dat Google je niet meteen uit de zoekresultaten verwijdert, in het geval je site tijdelijk (bijvoorbeeld een dag) even niet kan worden gevonden. Ook zul je niet meteen in de zoekresultaten kelderen.
Aan de andere kant, als je site langere tijd niet benaderbaar is, dan kan het voorkomen dat je site uit de zoekresultaten verdwijnt. Want Google wil bezoekers tenslotte niet naar sites sturen die al langere tijd niet meer te vinden zijn.
En podcast 31 schreef ik al dat Google haar Google Reader service had beëindigd. Inmiddels is bekend geworden dat Google 9 augustus stopt met haar dienst “Latitude”. Dit was te lezen op het blog van Google Maps. De aankondiging hiervan werd terloops vermeld op een enkel regeltje in een artikel over de nieuwe Google Maps app voor smartphones en tablets.
Ik acht overigens de kans groot dat je nog nooit van Google Latitude hebt gehoord. Dit was een dienst van Google waarmee je kon bijhouden waar je allemaal was geweest. Ik heb het zelf niet intensief gebruikt, maar heb er wel eens mee geëxperimenteerd.
Op dit moment is de dienst nog operationeel. Omdat ik dit weekend weg ben, heb ik de content voor deze podcast al op vrijdag samengesteld. Vrijdagochtend heb ik eerst onze dochter naar school gebracht, waarna ik met onze nieuwe pup “Bram” naar Dierenartspraktijk “De Driehoek” in Klarenbeek ben geweest voor controle en om hem een prik te laten geven. Dit kun je nazien in de screenshot van Google Latitude van die dag, die ik in de show notes heb opgenomen, om je een idee te geven.
De reden dat Google stopt met “Latitude” is dat het bedrijf wil dat je incheckt bij bedrijven of op bepaalde locaties met behulp van de Google+ app.
In diezelfde blogpost meldt Google ook dat de 5-sterren reviews weer terug zijn, om te beginnen in Google+ Lokaal. Als je daar zoekt naar bedrijven, dan worden de sterren weer vertoond, in plaats van de Zagat-score, waarin je maximaal 30 punten kunt halen.
De verwachting dat ze zouden terugkomen noemde ik al in podcast 25, naar aanleiding van bekendmakingen over onder andere Google Maps, op de Google I/O 2013. De nieuwe Google Maps, die op dit moment nog in bèta is, heeft ze al, evenals nu dus Google+ Lokaal. Nu is het wachten nog op de vermeldingen in de lokale zoekresultaten.
In de herfst van 2011 is Google begonnen met de Zagat-score. Ik denk dat Google sinds die tijd ander klikgedrag heeft waargenomen dan daarvoor, omdat de meeste mensen niet echt leken te reageren op puntenvermelding. Mensen zien overal sterretjes als grafische indicatie voor reviews. Dus verwacht men die ook bij Google.
Google doet dit echt niet voor niets! Mijn voorspelling is dat bedrijven waarbij de sterretjes worden vertoond, vanaf nu langzaamaan ook weer meer bezoekers zullen trekken. En het zal helemaal duidelijk worden, zodra de sterretjes ook zijn teruggekeerd in de lokale zoekresultaten tussen de organische resultaten, als mensen gewoon op Google.nl zoeken.
Ik raad je daarom ook aan om meer aandacht te schenken aan het verwerven van meer reviews op Google+ Lokaal. Want als je er minstens vijf hebt, worden bij jouw bedrijfsvermelding ook de review sterretjes vertoond.
Ga ze niet te snel proberen te werven, maar doe het over de komende paar maanden. Als je 1-2 reviews per maand of zo krijgt, valt het niet op. En wees je ervan bewust dat het zo goed als geen zin heeft om reviews te krijgen van mensen die zich even snel aanmelden voor Google+ en daar vervolgens niets meer mee doen. Die reviews ben je zo weer kwijt, omdat ze worden onderschept door het Google review filter.
Google is natuurlijk een bedrijf met daarachter een gigantisch complexe infrastructuur met een enorme processing- en opslagcapaciteit. Om je een idee te geven: het web bestaat uit meer dan 30 triljoen pagina’s. De database waarin Google al deze pagina’s in heeft geïndexeerd en dus in begint te zoeken, zodra jij begint met het intypen van je zoekterm, beslaat meer dan 100 miljoen gigabyte. Stel als je dit omrekent naar harddisks van 1 terabyte, dan heb je dus alleen al 100.000 harddisks nodig. Nou, als je dan beseft dat alle data minstens drie keer is opgeslagen en Google natuurlijk nog veel meer gegevens opslaat…
Heb je dit wel eens in je achterhoofd, als je iets op Google opzoekt en je krijgt meteen de resultaten? En je bent heus niet de enige die op dat moment ergens op de wereld iets opzoekt… Google verwerkte in 2012 per dag meer dan 5 miljard zoekpogingen!
Pfff… de omvang en de complexiteit is in ieder geval groter dan dat ik me kan voorstellen. In mijn zoektocht naar interessant nieuws en leuke weetjes kwam ik ook de animatie van Google tegen, waarvan ik de link in de show notes heb opgenomen. Deze animatie laat heel leuk zien hoe Google werkt en wat er allemaal bij komt kijken om jou per direct de gewenste resultaten te tonen, die je zoekt.
http://www.google.com/intl/en/insidesearch/howsearchworks/thestory/
Ik kan je echt aanraden die animatie eens te bekijken. Hoewel ik best één en ander weet van het mechanisme achter Google, vond ik het ook heel leuk om zo eens te zien.
Daarin kwam ik ook een grafiek tegen, waarin Google laat zien hoeveel sites zij elke maand handmatig als spam beoordeelt. Ook deze grafiek vind je terug in de transcriptie van deze podcast. In de grafiek zie je een blauw gedeelde dat enorm groot is. Dat is de pure spam. De andere kleurtjes zijn andere redenen, waarom content handmatig uit de index is verwijderd. Mogelijke redenen kunnen zijn:
Sinds een tijdje toont Google wanneer je een website dreigt te benaderen die zij als onveilig beschouwt. Misschien heb je het zelf ook wel eens gezien. In de show notes heb ik ook een grafiek opgenomen van het aantal onveilige websites, dat Google per maand vindt:
Toen ik iets meer achtergrondinformatie hierover ging opzoeken kwam ik een artikel tegen, waarin wordt vermeld dat Google op dit moment elke dag zo’n 10.000 onveilige websites vindt. Dit zijn dus sites die proberen de computer van de gebruiker te infecteren met virussen, malware of gewoon proberen je op te lichten.
En hiervoor geeft Google dus waarschuwingen af. Maar liefst 100 miljoen per week!
Je zou denken dat er voor Google niets nieuws meer onder de zon is, met zo ontzettend veel webpagina’s in de database en zulke immense hoeveelheden processing power en opgebouwde historie…
Nou… Dat valt nog wel tegen. Toen ik verder in Google dook voor deze podcast, las ik op C|Net ook een leuk artikel waarin werd geschreven dat Google 15% van alle zoekpogingen per dag nog nooit eerder heeft verwerkt… Dag in… Dag uit… Dat zijn dus 500 miljoen zoekpogingen per dag, waarbij Google in eerste instantie geen idee heeft waar het over gaat.
In de 15 jaar van haar bestaan is dat dus elke dag zo: 15% van de queries aan Google zijn gewoon nieuw! Dat is ook iets om over na te denken als je iets zoekt. En het bedrijf werkt er dus continu aan om de kennis te vergroten en jou die resultaten te tonen, waarvan het denkt dat je naar op zoek bent. En dat alles binnen een paar microseconden!
Soms kan dit raden door Google ook leiden tot komische resultaten die je niet meteen verwacht, maar vaak na wat meer onderzoek toch gewoon zijn te verklaren.. Als je surft naar www.google.nl en begint met typen, zie je terwijl je typt al resultaten, waarvan Google denkt dat jij naar op zoek bent. Dit zijn de zogenaamde “instant resultaten”.
Deze “instant resultaten” zijn feitelijk op basis van actuele zoektrends, dus recentelijk uitgevoerde zoekpoginen en zoektermen.
Een paar grappige resultaten heb ik met je gedeeld in de show notes… Bijvoorbeeld als je intypt: “Paul de Leeuw”, dan krijg je de als mogelijke resultaten:
Als je het nieuws niet hebt gevolgd, dan heb je mogelijk geen idee hoe de mogelijke zoekterm “paul de leeuw moedermelk” hiertussen kan verschijnen. Dan ben je waarschijnlijk niet de enige. Want veel mensen waren de afgelopen anderhalve maand op zoek naar video’s van de tv-uitzending waarin Paul de Leeuw moedermelk uit een borst dronk.
Of als je op zoek bent naar meer religieuze diepgang en achtergrondinformatie over het geloof… En je typt op Google in: “God is een “ (gevolgd door een spatie)… Dan krijg je te zien:
Die derde mogelijke zoekterm komt waarschijnlijk van mensen die een teleurstelling in het leven te verwerken hebben gekregen en het geloof in God in twijfel trekken en dit delen met Google…
Maar hoe komt het nu dat mensen God associëren met een konijn? Iets verder doorzoeken leidt tot een boek op bol.com met als titel: “Toen Goed Een Konijn Was”. Ik denk dus dat mensen die op zoek zijn naar het boek vooral twee zelfstandige naamwoorden hebben onthouden: “god” en “konijn”.
Wanneer je gaat zoeken naar het denkbeeld van Nederlanders over bepaalde nationaliteiten, dan heb ik er nog een paar voor je… Wil je weten hoe de Nederlanders over de Amerikanen, Belgen en Polen denken? Kijk dan maar eens naar de screenshots in de transcriptie, die je kunt vinden op: www.reputatiecoaching.nl/33.
Als je intypt: “polen zijn”, dan kom je uiterst discriminerende zoektermen tegen. Ook bij andere nationaliteiten zie je zulke extreme of nog ergere uitingen.
Als laatste een paar verborgen grapjes in Google… Wat zogenaamde “Google Easter Eggs”. Soms lijkt het erop als Google programmeurs gewoon even iets anders wilden doen, dan zich bezighouden met zoektechnologie. Ik geef je hieronder een paar grapjes uit Google en haar sites:
Met deze grapjes kom ik vandaag aan het einde van deze Googlecast. Want zo kan ik ‘m toch wel noemen. Ik hoop dat je er wat van hebt opgestoken over de zoekmachine die in velerlei opzichten het leven van een groot deel van de mensheid inhoud geeft. Oeps, ik word te filosofisch! Terug naar de podcast!
Ga zelf ook eens op zoek en laat het me weten als je ook tegen vreemde, verontrustende of bij voorkeur komische zoektermen of Google-grapjes tegenkomt. Je kunt deze achterlaten als een reactie onderaan de show notes.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 33 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: