Abonneer via: Google Podcasts | RSS
WordPress 3.9 komt als het goed is overmorgen uit en vanaf vandaag heb je als bedrijf niet meer de mogelijkheid om op LinkedIn je eigen Producten- en Dienstenpagina’s te maken. Facebook schrapt de messaging mogelijkheid uit de Facebook app en volgens Forrester moeten marketeers nu toch echt op Google+. Over Google gesproken: zij heeft schema.org afgelopen week uitgebreid voor diverse telefoonnummers. Oh, wil je overigens nog 10 TB aan GRATIS opslagcapaciteit in de cloud? Blijf luisteren, dan vertel ik je straks hoe je dat kunt krijgen! Vandaag krijg je ook nog eens een on-page SEO checklist en een WordPress Plugin tip!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als balletdanser, autospuiter, magazijnbediende, reisleider, verwarmingsmonteur of wat dan ook te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/72. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Voordat ik terugblik naar de podcast van vorige week, eerst een update… Zoals je waarschijnlijk hebt gezien is er gisteren geen blogpost verschenen van Arend Landman met spreuken, oneliners, quotes en aforismen. Dat komt, doordat die serie tijdelijk is gestopt. Arend heeft vier weken achtereen op zondag mooie puntige uitspraken gepubliceerd. Bedankt Arend, zowel namens de luisteraars als namens mijzelf!
Eens even nadenken… Als ik moet kiezen welk topic van vorige week ik nog even extra wil benadrukken of bestempelen als leermoment, dan is het wel het gebruik van de plugin “P3 Profiler” voor WordPress. Deze plugin geeft je inzicht in de performance van alle plugins die je in je WordPress website gebruikt.
Aan de hand van grafieken wordt snel inzichtelijk gemaakt welke plugin of plugins de meeste tijd kosten. Als je dit weet, kun je gaan werken aan de laadsnelheid van de pagina’s, om zo de tijd die nodig is totdat de pagina is geladen, verder omlaag te brengen.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Overmorgen, op 16 april komt WordPress 3.9 uit. En die nieuwe versie belooft weer een groot aantal veranderingen en verbeteringen! Als wat ik erover heb gelezen klopt, kun je het volgende verwachten:
Per vandaag schrapt LinkedIn de “Producten en Service”-pagina’s van alle bedrijfsvermeldingen op de site. Dit heeft het bedrijf een maand geleden al aangekondigd. LinkedIn meldt dat je twee alternatieven hebt, om informatie over je producten en diensten te delen:
Heb je eigenlijk al wel een bedrijfspagina voor je bedrijf op LinkedIn? Ongeveer een half jaar geleden vertelde ik in podcast 47 al over hoe je LinkedIn kunt gebruiken op conferenties en congressen en toen vroeg ik je ook al of je met je bedrijf al vermeld stond op LinkedIn. Ik zou je bedrijf toch maar eens gaan aanmelden, als je dat nog steeds niet hebt gedaan.
Zelfs al heb je een groentezaak of ben je banketbakker, dan nog heeft het maken van een bedrijfspagina op LinkedIn ook voor jou zin! Reden is, dat je ook op je bedrijfspagina weer… raad eens… Een citation ofwel bedrijfsvermelding kunt plaatsen, die je helpt om hogerop te komen in de lokale zoekresultaten!
Dus al zou je de pagina verder nergens voor gebruiken, dan nog raad ik je ten zeerste aan om je bedrijf ook op LinkedIn te vermelden. Want volgens de Moz Open Site Explorer heeft LinkedIn een zogenaamde “Domain Authority” van 99 op een schaal van 100!
Let wel dat je niet zomaar een bedrijfspagina voor elk bedrijf kunt aanmaken. Je moet een geldig profiel hebben, met enkele connecties. Bovendien moet je in je profiel een mailadres hebben staan van hetzelfde domein, als het bedrijf waarvoor je de bedrijfspagina wilt maken. Een pagina aanmaken met alleen een @gmail.com, @hotmail.com of @outlook.com adres gaat dus niet werken. Daarnaast moet je in je profiel hebben staan dat je op dit moment voor het bedrijf werkt.
En er wordt meer geschrapt… TechCrunch maakte afgelopen week melding van een nogal grote verandering van Facebook: het bedrijf haalt binnenkort de mogelijkheid om berichten te sturen uit alle Facebook apps. Messaging is dan dus niet meer mogelijk in de apps voor iOS en Android.
In plaats daarvan kun je binnenkort alleen nog maar berichten sturen en lezen vanuit de Facebook Messenger app. Het sturen en lezen van berichten in de browser blijft natuurlijk wel mogelijk! Zou dit dan toch een voorbode zijn voor een toekomst waarin Messenger geïntegreerd gaat worden met WhatsApp? We zullen het zien…
“Tegenwoordig kunnen bedrijven amper meer om Google+ heen”, zegt Nate Elliot van Forrester Research, “Sterker nog: bedrijven moeten wel iets gaan doen met Google+!”.
Want hoewel vaak wordt geroepen dat Google+ een “lege spookstad” is, wordt het maandelijks meer gebruikt dan Twitter, Instagram en Pinterest bij elkaar! En uit een enquête onder 60.000 Internettende Amerikanen zei 22% maandelijks Google+ te bezoeken. Evenveel zeggen Twitter te gebruiken.
Google+ is echter niet de “Facebook killer” gebleken, wat velen ooit dachten. Toch zie je dat merken op Google+ vrijwel net zoveel interactie krijgen op hun berichten, als op Facebook. De onderzochte topbedrijven hadden op Google+ zo’n 90% van het aantal volgers, dat ze op Twitter hadden. Grappig genoeg was dat meer dan de volgers op YouTube, Pinterest en Instagram bij elkaar geteld.
Ik begin het nu ook in mijn omgeving meer te zien, dat mensen ook Google+ gaan omarmen. Zo had ik afgelopen vrijdag nog een gesprek met een recruiter die actief is geworden op Google+, nadat hij door een link naar mijn Google+ profiel onderaan een e-mail, weer eens op Google+ werd geattendeerd. Hij vertelde mij, dat hij voor zijn werk nu ook op Google+ de sociale interactie aan zal gaan.
Tjonge, waar Google je op dit moment standaard 25 Gigabyte aan opslagruimte in de cloud geeft, kun je elders maar liefst 10 Terabyte krijgen! 10 Terabyte! Dat is een enorme hoeveelheid ruimte, zelfs groter dan de grootste harde schrijf die je op dit moment kunt kopen!
Er is echter één maar… Je moet het niet erg vinden, dat je data in China komt te staan…
Grappig: volgens mij is dit een openlijke uitnodiging van de Chinezen om hen te laten grasduinen door jouw data! Waar de NSA in de VS het allemaal nog stiekem doet, zeggen de Chinezen gewoon: “Zet al je data maar bij ons neer en wij zullen er goed op passen!”.
Ik zou er dus bijvoorbeeld geen persoonlijke of gevoelige data plaatsen. Maar het is wel een ideale plek om bijvoorbeeld al je video’s, foto’s of muziekbestanden te plaatsen.
Helaas heb ik er nog niet mee kunnen experimenteren. Ik probeerde de instructies op te volgen en me aan te melden op de site. Hoewel ik toch elke keer zeker was dat ik de juiste captcha intypte, meldde de site mij keer op keer dat ik een verkeerde captcha had ingevuld. Dus heb ik het even opgegeven.
Mocht jij het willen proberen en je Chinese 10 Terabyte cloudspace te claimen, dan kun je de link naar het artikel op CloudDock volgen, die ik in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/72 heb vermeld.
Ik heb je al vaker verteld over schema.org. Hiermee is het mogelijk om aan de zoekmachines aan te geven wat voor soort data je op een webpagina vertoont: zo is er bijvoorbeeld aparte schema.org markup voor evenementen, recepten, producten, boeken, menu’s, enzovoorts.
Daarnaast is er ook een markup voor bedrijven. Om je een idee te geven, hoe dit er dan uitziet, heb ik in de transcriptie van de podcast de markup beschreven, zoals ik die op de website van Allround Fotografie heb staan:
<span itemscope="" itemtype="schema.org/LocalBusiness">
<a href="https://plus.google.com/+AllroundFotografie" rel="publisher"><span itemprop="name">Allround Fotografie</span></a></span>
<span itemprop=”address” itemscope=”” itemtype=”http://schema.org/PostalAddress”><span itemprop=”streetAddress”>Ketelboetershoek 14</span>
<span itemprop=”postalCode”>7328 JE</span> <span itemprop=”addressLocality”>Apeldoorn</span> (<span itemprop=”addressRegion”>Gelderland</span>)</span>
<span itemprop=”telephone”>
<h3><a title=”telefoonnummer” href=”tel:+31877841336″>087–7841336</a></h3></span>
Zoals je daar ziet moet je er nogal wat extra markup omheen plaatsen. Nu heb ik nog wel een tweetal additionele dingen gedaan. Ten eerste heb ik de bedrijfsnaam gelinkt naar de Google+ pagina en ten tweede heb ik het telefoonnummer clickable gemaakt. Wellicht kende je deze truc nog niet… Specificeer het telefoonnummer op je site als “tel:+31” en je nummer (zonder de 0), dan is het opeens clickable op smartphones, tablets enzovoorts. En als het goed is, wordt dan automatisch gevraagd of het telefoonnummer moet worden gebeld.
Maar goed, Google heeft inmiddels een kleine uitbreiding aangebracht, om bedrijven in staat te stellen onderscheid te maken tussen telefoonnummers van verschillende bedrijfsonderelen, te weten:
Voor elk soort telefoonnummer kun je ook nog eens aangeven, of het gratis is, geschikt voor doven en of het nummer wereldwijd aankiesbaar is, of slechts in bepaalde landen.
Als je zelf aan de slag wilt met schema.org, dan kun je op de gelijknamige website alle details lezen, of in de Webmaster Support hoek van Google een aantal schema.org voorbeelden bekijken. De links vind je in de show notes van deze podcast.
Vorige week had ik het ook al over lokale landingpagina’s, maar nu heeft Google recent ook een stuk nuttige content gepubliceerd over het maken van locatiepagina’s voor lokale bedrijven en organisaties.
Als ik het over SEO (ofwel: “Search Engine Optimisation”) heb, heb ik het vrijwel altijd over lokale SEO. Dat is wat je moet doen, om hoger te scoren in de lokale zoekresultaten op Google, je weet wel: die posities “A” tot en met “G” als je naar een product, dienst of specialist in de buurt zoekt.
Dan ga ik er al stilzwijgend van uit dat je je site al goed op orde hebt en dat je er alles aan hebt gedaan om jouw site goed naar voren te laten komen. Maar wat nu, als je geen idee hebt, wat bijdraagt om je site goed te laten scoren? Waar moet je dan beginnen en wat moet je wèl doen en wat juist níet?
Ik zal je aan de hand meenemen langs de belangrijkste zaken en je krijgt van mij een checklist die je op je gemak ook nog eens kunt nalezen op www.reputatiecoaching.nl/72:
Zojuist had ik het over het optimaliseren van afbeeldingen. Daar wil ik nog even verder op in gaan, en dan voornamelijk op een heel nuttige plugin, genaamd “WP Smush.it”. In podcast 24 heb ik ooit in één zin deze plugin een keertje genoemd. Maar evenals P3 Profiler is dit ook zo’n plugin die ik je echt kan aanraden!
Waarom? Nou, natuurlijk kun je zelf in je favoriete foto-editor proberen de bestandsgroote van al je afbeeldingen zo ver mogelijk te verkleinen. Maar dat is erg tijdrovend. Een alternatief is om elke afbeelding te uploaden naar www.smushit.com. Dat is een website van Yahoo! die je afbeeldingen zonder kwaliteitsverlies zo ver mogelijk in grootte reduceert. Ook dat kost je veel tijd!
Als je de plugin “WP Smush.it” installeert en activeert in je WordPress blog, dan hoef je je nergens om te bekommeren, want dan wordt dit automatisch voor je gedaan! De plugin stuurt elke afbeelding die je uploadt naar www.smushit.com en bewaart de geoptimaliseerde versie voor je, zonder dat dit een negatief effect heeft op de kwaliteit van je image. Ook reeds geüploade afbeeldingen kun je alsnog door smush.it laten verkleinen.
Let op! www.smushit.com verwijdert ook eventuele metadata van je foto’s!! Dus als het jouw doel is om in de toekomst je foto’s wellicht beter vindbaar te maken door elke foto vóór het uploaden te voorzien van metadata, dan moet je deze plugin niet gebruiken! In elk geval niet automatisch in de achtergrond!
Een korte bonustip die voor elke website en voor elk CMS geldt. Ik zie maar al te vaak dat mensen veel te grote afbeeldingen uploaden en die dan verkleind laten weergeven in de browser. De browser moet dan dus eerst de onnodig grote afbeelding downloaden, waarna de afbeelding dan ook nog eens kleiner moet worden weergegeven. Zowel het downloaden van al die overtollige bytes, als het verkleind weergeven van de foto kost onnodig tijd… Tijd die een gebruiker dus niet zou hoeven te wachten, als je het goed zou hebben gedaan.
Upload foto’s in precies de juiste afmetingen voor je artikel of pagina, nadat je ze ook nog eens zo ver mogelijk verkleind hebt, qua bestandsgrootte. Ook dit resulteert in een betere gebruikerservaring en wellicht in betere rankings. In elk geval zal de laadsnelheid van je pagina toenemen, of beter gezegd: de laadtijd van de pagina zal afnemen.
Met deze on-page SEO checklist en de twee tips voor het optimaliseren van je afbeeldingen kom ik dan weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 72 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
We zitten alweer iets meer dan een week op de zomertijd en meteen merk je dat de avonden langer worden… Gecombineerd met het mooie weer geeft dat direct zo’n zomergevoel. Maar bij mij ging er iets fout in WordPress met de ingang van de zomertijd. Wat er fout ging, vertel ik je zometeen. Een tijdje geleden had ik een probleem met de performance van een WordPress blog. Om dat te tacklen heb ik een hele nuttige plugin gevonden, die ik graag met je wil delen.
Op Google+ kun je nu het aantal views zien en op Google Maps kun je nu weer in de buurt zoeken. Bovendien kun je nu Tweeps taggen in foto’s op Twitter. Verder komen vandaag ook nog allerlei tips voor je zakelijke Google+ pagina aan bod, vertel ik je wat je zoal op lokale landingpagina’s moet zetten en ik heb twee video’s van Matt Cutts (waarvan eentje van 1 april).
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als cameraman, filiaalmanager, audicien, glasblazer, bloembinder, orthopedisch chirurg of wat dan ook te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/71. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Oh, voordat ik begin met de topics van vandaag. Ik las van de week een aardig artikel over hoe Internetters voornamelijk naar muziek luisteren. Ik dacht altijd dat dat vanaf diensten als Spotify, Pandora, iHeartRadio, iTunes of andere streaming services was. Maar ik had dat fout. Het artikel dat ik las ging echter wel over de Amerikaanse markt. Het blijkt dat in de Verenigde Staten veruit de meeste mensen voornamelijk muziek beluisteren… via… jawel: YouTube!
Ook op het gebied van muziek luisteren steekt YouTube met kop en schouders boven de rest uit. In de show notes heb ik een staafgrafiek opgenomen, waarin je kunt zien hoe het Amerikaanse publiek naar muziek luistert:
Uit de grafiek kun je ook afleiden dat 83% van het Amerikaanse publiek tussen de 12 en 24 jaar muziek luistert via YouTube, gevold door Pandora en de radio. Facebook komt grappig genoeg op de 5e plaats: dat had ik niet verwacht. Ik heb zelf in elk geval nog nooit muziek zitten luisteren op Facebook, maar dat zegt wellicht meer over mij, dan over muziek op Facebook…
Dan ga ik nu wel door met de onderwerpen van vandaag…
Alle jaren dat ik WordPress gebruik heb ik me er eigenlijk nooit zo in verdiept: de tijdinstelling. Ik dacht altijd: “We zitten 1 tijdzone rechts van Greenwich, dus moet ik UTC+1 instellen…”. Maar elk jaar ging dit bij de overgang van winter- naar zomertijd en andersom dus fout en dus zat ik elke keer te goochelen met de tijdzone UTC+1 en UTC+2.
Tja, ik weet dat dat niet de bedoeling is, maar zoals ik al zei: ik had het gewoon niet in de gaten dat het ook anders kon… en eigenlijk anders moest.
Afgelopen week ging het dus ook weer fout. Ik constateerde dat de podcast van vorige week inderdaad een uur later dan anders online kwam, namelijk om halftien in plaats van om halfnegen. Op zich was dat geen halszaak, maar ik vind halfnegen nu eenmaal een mooiere tijd, dan halftien. Bovendien heb ik me gecommit om de podcast altijd om halfnegen te publiceren en dus wil ik me daar aan houden.
Bij nadere controle zag ik wel dat de tijd van de server juist was, want ik dacht eerst dat het daar fout was gegaan. Dus dook ik weer in de tijdinstellingen van WordPress en bladerde iets verder dan de UTC–12 tot en met de UTC+14 mogelijkheden.
En opeens zag ik Europa » Amsterdam staan. Na die keuze te hebben aangeklikt, de wijzigingen te hebben opgeslagen, stond de tijd voor WordPress meteen goed! In de show notes, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/71, zie je een screenshot hoe dit eruit ziet. Je komt daar door in WordPress te surfen naar Instellingen » Algemeen.
Grappig genoeg heb ik in het verleden een aantal WordPress sites ooit wel op Amsterdam gezet, maar bij nadere controle vond ik een zestal sites die altijd verkeerd hebben gestaan. Die heb ik dan ook maar meteen goed gezet.
Ach, een mens is nooit te oud om te leren… En nu hoef ik me tenminste in het laatste weekend van oktober ook geen zorgen te maken over de instelling van de tijd: dat gaat dan ook automatisch weer goed. Nou, dat scheelt me weer wat werk!
Een aantal weken geleden had ik de idee dat één van mijn WordPress sites om welke reden dan ook langzamer leek te werken. De site voelde niet zo “snappy”, als dat die voorheen werkte. Dus ging ik op zoek naar de oorzaak.
De andere WordPress sites leken niet langzamer, dus het kon op zich niet aan de server liggen. Bovendien was de server gemiddeld slechts voor zo’n 5–10% belast.
De WordPress-installatie was up-to-date en gebruikte ook het Genesis framework, dus had ik het vermoeden dat ik de oorzaak in een plugin moest zoeken. Na wat rondzoeken op Internet kwam ik terecht bij de WordPress plugin: “P3 Profiler”. De link hier naartoe vind je in de show notes van deze podcast, op: www.reputatiecoaching.nl/71.
Ik had op die site ooit de plugin “JetPack” geïnstalleerd, omdat ik graag een paar functies wilde hebben die je standaard op WordPress.com krijgt. Het bleek dat JetPack verantwoordelijk was voor meer dan 60% van de totale laadtijd van alle plugins. Na het uitschakelen van JetPack laadden de pagina’s opeens weer supersnel. Na enig zoeken bleek dat de website ook prima zonder de functies van JetPack kon.
Maar terugkomend op de plugin “P3 Profiler”… Als jij een WordPress blog hebt, adviseer ik je eens het volgende te doen:
Als dat het geval is en je ziet dat je site een stuk sneller laadt als je bepaalde plugins uitschakelt, ga dan eens op zoek naar een alternatief, die wellicht wel sneller werkt. Maar blijf elke keer testen om te proberen de laadtijd van de voorpagina van je site onder de één seconde te houden en de laadtijd van andere pagina’s toch ergens tussen de twee à drie seconden. Vergeet niet, dat Internetters tegenwoordig steeds minder lang willen wachten op de content. Dus als jouw pagina’s langzaam laden, dan is de kans groot dat mensen al op de “Back”-knop klikken, voordat je pagina is geladen.
In de show notes heb ik een paar grafieken opgenomen van de analyse van de plugins die ik op www.reputatiecoaching.nl gebruik. Daaruit blijkt dat de meest tijdrovende plugin voor mijn site de “WordPress SEO”-plugin van Joost de Valk is.
Heb jij het idee hebben dat jouw site niet snel genoeg is, of dat het laden sneller kan? Probeer dan eens wat ik je hiervoor heb verteld. En als je er niet uitkomt, neem dan gerust contact met me op, of laat een bericht achter onderaan de show notes, op: www.reputatiecoaching.nl/71
Tot zover over WordPress…
Google+ heeft omstreeks 1 april (en dat was geen grap!) een nieuwtje geïntroduceerd. Op de Google+ pagina’s voor individuen, bedrijven, brands en communities zie je nu het aantal keren dat de pagina is bekeken. Het vertoonde getal is niet geheel real-time: ik heb namelijk even geprobeerd een pagina vanaf diverse plaatsen in Nederland te laden en het aantal bleef gelijk.
Nu is de vraag of je hier blij mee bent… Als jouw pagina niet zo populair is, dan is het aantal laag en voor je gevoel geeft dit een negatief beeld aan de bezoekers. Ik denk dat je je daar geen zorgen om hoeft te maken… Blijf gewoon goede content produceren en blijf je content promoten via alle kanalen die tot je beschikking staan. Het aantal weergaven zal heus toenemen!
Ik kan je vertellen dat de profielpagina van ReputatieCoaching op dit moment pas iets meer dan 15.000 keer is bekeken. Mijn persoonlijke pagina zit op iets meer dan 228.000 weergaven, en de Google+ pagina van Allround Fotografie op een goede 138.000 weergaven.
En niet alleen Google+ heeft een nieuwtje… Ook de nieuwe (of beter gezegd: de huidige) versie van Google Maps heeft een feature, die bij de overgang van de klassieke Google Maps naar de huidige versie was verdwenen:
En dan heb ik het over de “In de buurt” zoekfunctie. Hiermee kun je in een aantal gevallen soortgelijke bedrijven als je al zocht, in de buurt zoeken.
Stel je hebt voor je bedrijf meerdere vestigingen of locaties. Dan heb je als het goed is voor elke locatie een zakelijke Google+ pagina, waar je content op hebt staan. Op z’n minst hoor je je bedrijfsprofiel netjes voor 100% gevuld te hebben. Daar horen dus bijvoorbeeld ook foto’s, de openingstijden en de bedrijfsomschrijving bij.
Wat essentieel is voor de verschillende zakelijke Google+ pagina’s, is dat ze elk naar een eigen lokale landing page op je site verwijzen. Dus, stel je hebt drie locaties: eentje in Amsterdam, eentje in Rotterdam en één in Maastricht. Voor elke locatie maak je dan dus een zakelijke Google+ pagina aan, als die niet al bestaan. Je claimt en verifieert de pagina’s en laat elke Google+ pagina naar een eigen lokale landing pagina wijzen, dus bijvoorbeeld:
Het spreek voor zich dat de gegevens op de lokale landing pagina’s op je website www.mijnbedrijf.nl exact overeen moeten komen, met die op de zakelijke Google+ pagina. Maar wat kun je of beter gezegd: “moet je” er dan nog meer op zetten om de pagina’s uniek te maken, en ze voor Google duidelijk te markeren als lokale landing pagina’s??
In de show notes heb ik een afbeelding opgenomen, waarin je kunt zien wat bedrijven zoal op hun lokale landingpagina’s zetten en welk percentage van de bedrijven dat er op zet:
Maar laat ik ze nog een langslopen. Wat er sowieso op moet staan, is:
Verder kun je ook nog denken aan:
Waarschijnlijk ben jij allang op de hoogte van het taggen van mensen op foto’s. Vorige week had ik het nog over het taggen van mensen in foto’s op Facebook: ik vertelde je toen dat ik dat op Facebook uit heb staan.
Zo’n anderhalve week geleden verscheen er in het weblog van Twitter het bericht met de titel “Photos just got more social”.
Hierin is te lezen dat je nu tot 10 mensen kunt taggen in een foto en dat je nu ook tot 4 foto’s in één enkele tweet kunt versturen. Dit zou nu al beschikbaar moeten zijn in de officiële Twitter-app voor de iPhone, terwijl de Android-app binnenkort deze feature krijgt.
Maar deze nieuwe feature brengt dan dus ook gelijk weer een privacy-aspect met zich mee, waar ik je voor wil waarschuwen. Als je namelijk inlogt op Twitter en dan via “Instellingen” » “Beveiliging en privacy” gaat kijken wat de standaardinstelling is, dan zie je tot je verbazing dat deze automatisch staat ingesteld op “Iedereen mag mij taggen in foto’s”:
In de show notes heb ik hier een screenshot van opgenomen. En ik adviseer je om dit in zo snel mogelijk in te stellen op de keuze “Alleen mensen die ik volg mogen me taggen in foto’s”, of zelfs op “Niemand mag me taggen in foto’s”. Welke je van die twee kiest laat ik aan jezelf over.
Ik wilde je hier zo snel mogelijk van bewust maken, zodat je kunt voorkomen dat je ten onrechte in foto’s getagd kunt worden, waardoor jij in verlegenheid of diskrediet gebracht kunt worden.
Even tussendoor… Je weet natuurlijk dat je voor je mobiele bezoekers het beste een responsive website kunt hebben. Dat is een website die zichzelf aanpast aan het device, waarop je hem bekijkt. En dit is vaak ook gemakkelijker te onderhouden dan een aparte mobiele website.
Ik las op MarketingLand een artikel waarin wordt vermeld dat slechts 9% van de top 100 commerciële sites gebruik maken van responsive webdesign. 59% van de bedrijven gebruikt en onderhoudt nog steeds een dedicated mobiele site en 32% van de sites heeft nog steeds alleen maar een desktop versie van de website!
Afgelopen week was het 1 april en mogelijk ben jij ook in het ootje genomen. Matt Cutts van Google had ook een leuke actie. Bekijk de video die ik in de show notes heb opgenomen en let in eerste instantie op het shirt van Matt:
Ook als mensen meer gesproken zoekopdrachten gaan geven, moet Google zich daarop aanpassen en uitvogelen hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan.
Ondanks dat het een grap over verandering is, is het wel een aardig verhaaltje.
Een dag later publiceerde Matt een interessantere video. In deze video beantwoordt hij de vraag hoe Google onderscheid maakt tussen eenvoudige populariteit en ware autoriteit:
Populariteit geeft dus aan waar mensen graag naartoe gaan, terwijl PageRank meer een indicator van “reputatie” is, waar mensen naartoe linken.
Google kijkt ook steeds meer naar het onderwerp en de inhoud van webpagina’s om te zien of ze een mate van autoriteit hebben in een bepaalde context, bijvoorbeeld de reisbranche. En dit is een gebied waarop Google haar best doet het algoritme steeds verder te verbeteren.
Het laatste topic voor vandaag dat ik met je wil delen gaat over mooie cover foto’s voor je zakelijke Google+ pagina. Je weet wel, die grote foto bovenaan je profiel. Ik las hierover een artikel op Local Visibility System, met de titel “10 Classy Google+ Local Cover Photos – and How to Make Yours Better”. Ik kan je echt aanraden de link in de show notes te klikken en de 10 foto’s eens goed te bekijken. Wellicht geeft dit jou ook weer inspiratie om je eigen coverfoto aan te passen.
Het artikel sluit af met een vijftal leerpunten:
Ik ga de komende tijd eens nadenken hoe ik de coverfoto van diverse Google+ pagina’s beter en mooier kan maken. Jij ook? Met deze tips over het verbeteren van de coverfoto van je Google+ pagina kom ik dan vandaag weer aan het einde van de podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek. Je vindt de links naar iTunes en Stitcher onderaan de show notes.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 71 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
In de podcast van vorige week kwam ik niet meer toe aan het nieuws dat het Google Webspam team onder leiding van Matt Cutts weer een spam netwerk de virtuele nek heeft omgedraaid, dus dat komt vandaag eerst aan bod. En vorige week heb ik een presentatie mogen geven aan een groep van tandheelkundigen over social media, privacy en gerelateerde onderwerpen. Tijdens die presentatie kwam voornamelijk de zorg naar voren over de privacyinstellingen van Facebook, dus later in deze podcast daarover meer. Ik sluit de podcast van vandaag af met informatie over een online reputatieverzekering in België.
Hallo en hartelijk welkom bij deze 70e aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om je eigen online reputatie te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/70. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Als ik nog even kort terugblik naar podcast 69, dan is de belangrijkste tip die ik daaruit kan distilleren, de tip over het “Claimen en verifiëren van je zakelijke Google+ pagina”. Want als je dat niet doet, bestaat het risico dat Google op termijn de Google+ pagina van je bedrijf gewoon verwijdert, inclusief alle content die je mogelijk de afgelopen jaren erop hebt verzameld.
Dus: claim en verifieer je zakelijke Google+ pagina, voor het te laat is!
Oh, en voordat ik doorga met de onderwerpen van vandaag… Een paar weken geleden in podcast 64 beloofde ik je te melden als ik nieuws had over hoelang het duurt, voordat je bedrijf wordt vertoond in Apple Kaarten, nadat je het hebt aangemeld op Yelp en TomTom Places.
Ik vertelde je toen dat ik op 3 december 2013 een bedrijf had aangemeld op Yelp en TomTom Places en dat die toen nog niet zichtbaar was. Ik controleer niet dagelijks of de vermelding in Apple Kaarten is te vinden, maar ik zag 18 maart wel, dat het bedrijf te vinden was op Apple Kaarten. En het wordt nota bene ook nog als eerste keus vertoond. Grappig genoeg wordt de recensie die de tandarts in Culemborg heeft, nog niet vertoond. Ook dat zal ik in de gaten blijven houden:
Maar wat je dus hieruit kunt leren, is dat je geduld moet hebben en niet meteen wonderen moet verwachten, zodra je begint met het beter op de kaart zetten van je bedrijf. Deze vermelding op Apple Kaarten duurde dus zo’n drieeneenhalve maand voor die online stond.
Dan nu over op de onderwerpen voor vandaag…
Vorige week kwam ik er niet meer aan toe, maar toen werden de gemoederen op Internet behoorlijk beziggehouden door een penalty die Google had opgelegd aan de service “MyBlogGuest.com”. Dit is een site, waar bloggers aan de ene kant en weblogeigenaren die behoefte hebben aan originele content aan de andere kant, elkaar kunnen vinden. De site wordt gerund door de in de Blogosphere bekende “Ann Smarty”.
Ik vertelde al eerder dat Google bezig is met een soort queeste of strijd tegen windmolens, in de vorm van linknetwerken en blognetwerken met foute bedoelingen, die daarbij de kwaliteitsrichtlijnen van Google overtreden.
19 maart tweette Matt Cutts de volgende tekst:
De eigenares van het weblog, Ann Smarty, tweette een paar uur later:
Vanaf dat moment was de site dus ook nog maar amper te vinden, zelfs niet op de trefwoorden “my blog guest”. Ondanks dat de site zegt sterk tegen illegale linkbuildingpraktijken te zijn, heeft het dus toch een penalty gekregen. Het vermoeden is, dat dit komt door de tekst die op de website stond. In de show notes heb ik een screenshot opgenomen van hoe de site haar benefits eerst onder de aandacht bracht:
Hierin is de tekst te lezen: “Build links to your site”. Velen denken dat dit de almachtige Google heeft wakker geschud en ertoe heeft bewogen om de site een penalty op te leggen.
Inmiddels is deze tekst veranderd in: “Earn links to your site”. Ook hiervan heb ik een screenshot in de show notes opgenomen:
Verder waren alle externe links ook niet als “NOFOLLOW” gemarkeerd, waardoor die dus konden worden gezien als spam links. En als je dat combineert met het feit dat er per dag zo’n 250 artikelen werden gepost, dan kun je je voorstellen dat Google hier haar vraagtekens bij had.
Verder lijkt het er ook op, alsof Google op dit moment ontzettend fel is in het aan de virtuele schandpaal nagelen van bekende figuren uit de wereld van Internet, blogging en contentmarketing.
Een andere bekende die een penalty aan zijn broek kreeg, was Doc Sheldon. Hij ontving het volgende bericht van Google:
Doc Sheldon kreeg een site wide penalty en stuurde een open mail aan Matt Cutts, waarop Matt Cutts antwoordde:
Hieruit bleek dat de hele site een penalty kreeg van Google, op basis van één link ergens in een blogbericht, die als anchor tekst “Hispanic data” had en linkte naar een bepaalde externe webpagina over “Big Data”, zonder deze link “NOFOLLOW” te maken.
Dit is natuurlijk ridicuul, dat je hele site compleet door Google kan worden afgestraft, omdat je slechts één –in de ogen van Google– verkeerde outbound link hebt.
Ik ben benieuwd hoelang deze hetze nog aanhoudt. Het spreekt voor zich dat ik ook tegen spam ben en dat ik het goed vind dat Google optreedt tegen spammers.
Zelf rapporteer ik ook wel eens partijen die op niet toegestane wijze proberen links naar hun sites te krijgen. Afgelopen week kreeg ik er nog eentje van een niet nader te noemen bedrijf. Als ik links naar vier van hun webshops zou opnemen, dan kreeg ik een waardecoupon ter waarde van EUR 40,- om te besteden in één van die vier webwinkels.
Met andere woorden: het bedrijf erachter was dus bereid om EUR 10,- per link te betalen. Ik heb dat bedrijf een antwoord gestuurd, dat ze dit niet moeten doen, omdat dit indruist tegen de geldende kwaliteitsrichtlijnen van onder andere Google. Dus ging de mail met alle vier de sites richting Google om te rapporteren dat het moederbedrijf trachtte links te kopen.
Ook hiervoor geldt: ik hou je op de hoogte. Als ik zie dat er iets verandert in de zoekresultaten ten aanzien van de ranking van deze sites, dan krijg je het meteen van me te horen.
Afgelopen week had ik het genoegen om een presentatie te mogen geven over social media aan het personeel van twee tandartspraktijken. In die presentatie vertelde ik over de diverse sociale media en de mogelijkheden ervan. Ook belichtte ik de risico’s van het gebruik ervan. Ik had van tevoren ook de social media profielen van alle genodigden opgezocht en geanalyseerd. Dus als klap op de vuurpijl volgde er ook nog een Online Reputatie Scan, die de aanwezigen niet zagen aankomen.
Er kwamen leuke vragen uit het publiek. Wat me opviel was dat toch privacy de belangrijkste zorg was van de groep. Deze zorg werd nog eens extra onderstreept, doordat ik een aantal Facebook profielen had gevonden die geheel open stonden voor de hele wereld, terwijl de eigenaresses dachten dat ze hun profiel dicht hadden staan. Bij de uitleg over hoe je je Facebook profiel moet dichtzetten hing het publiek dan ook aan mijn lippen.
Het viel me op dat het gemiddeld relatief jonge publiek eigenlijk alleen Facebook gebruikte en verder nagenoeg geen andere sociale media. Zelfs LinkedIn was amper gebruikt.
Net als een paar maanden geleden voor een groep ICT’ers heb ik ook uit de doeken gedaan, waarom het zo belangrijk is om een goede profielfoto te hebben en deze te gebruiken over alle sociale media. Niemand kwam op het idee dat een profiel zonder profielfoto van iemand met dezelfde naam als jij, door potentiële recruiters (of andere mensen) wellicht ten onrechte kan worden aangezien voor jouw profiel.
De meeste Facebook gebruikers vinden het niet wenselijk dat de hele wereld hun tijdlijn, foto’s en overige informatie kan inzien, omwille van privacy-overwegingen. Daarom is het goed te controleren hoe de instellingen van je Facebook profiel staan en deze naar je eigen wensen aan te passen.
Je kunt je instellingen snel en gemakkelijk aanpassen door in een browser op een desktop te surfen naar:
https://www.facebook.com/settings.
Vervolgens klik je links op “Privacy”. Daarmee kom je dan in het scherm “Privacyinstellingen en -functies”.
Daar kun je alle instellingen aanpassen, zoals je dat zelf wilt.
Het overzicht van de privacyinstellingen vind je ook in de show notes:
Soms post ik bewust bepaalde berichten openbaar, maar dan vergeet ik dikwijls om meteen bij de volgende statusupdate de doelgroep terug te zetten naar vrienden. Daarom ga ik een paar keer per jaar naar de privacy settings van Facebook en zet ik alle berichten en foto’s die ik tot dan toe heb gepost, weer naar vrienden om te voorkomen dat de hele wereld ze kan zien.
Daarnaast kan het in sommige gevallen vervelend voor je uitpakken, als je anderen automatisch toestaat om jou te taggen in foto’s. Ik zag dat ik dit ook aan had staan. Dat heb ik dus meteen uitgeschakeld.
Zoals je mogelijk weet, is ontvangst van GPS signalen in gebouwen vrijwel onmogelijk. Dit komt door een aantal factoren, waarvan ik je er hier twee geef.
Om te beginnen is het signaal dat afkomstig is van GPS satellieten ontzettend zwak. Het ontvangen van een GPS signaal kun je vergelijken met het spotten van een 25 Watt peertje op een afstand van meer dan 15.000 kilometer. Verder houden beton en staalconstructies van gebouwen de signalen tegen.
Dus kun je geen smartphone apps maken die gemakkelijk kunnen detecteren, dat je bijvoorbeeld een bepaalde winkel inloopt. Als je daar in die winkel dan iets koopt, op basis van een online zoekactie, kan de winkelier nooit achterhalen of jij daar kwam, via bijvoorbeeld een advertentie op Internet, tenzij dit expliciet wordt gevraagd.
Dat is dan ook de reden dat je dikwijls wordt gevraagd, hoe je bij een bepaalde winkel terecht bent gekomen. Zo kan een ondernemer achterhalen of zijn of haar Internet marketingactiviteiten zin hebben. Want als veel mensen zeggen dat ze via Internet naar de winkel zijn gekomen, dan kan het interessant zijn om nog meer te investeren in Internet marketing.
Er is echter tot voor kort geen echte koppeling geweest tussen de (virtuele) online wereld van Internet en de offline wereld van de zogenaamde “brick and mortar” bedrijven.
Let wel, ik zeg bewust “tot voor kort”. Want sinds enige tijd zijn er bepaalde apparaatjes, genaamd “Beacons” of “iBeacons” die een signaaltje uitzenden, dat kan worden opgepikt door smartphones die in de buurt zijn. Zo kun je dus in een app detecteren of iemand in je winkel is. En als je alles goed instelt, kun je dus ook herleiden of dit het resultaat is van een online marketingcampagne.
Maar het gaat verder… Je krijgt ook steeds minder privacy, doordat bedrijven het zogenaamde MAC-adres van je telefoon via WiFi in de winkel ontvangen en opslaan. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien hoevaak je in de winkel komt, welke paden je allemaal doorloopt en zelfs hoelang je bij bepaalde aanbiedingen blijft staan kijken. Vaak wordt door bedrijven dan het mobiele 3G-signaal verstoord en bieden zij als alternatief een eigen WiFi-netwerk aan. Ze kunnen dan namelijk ook nog detecteren of jij op Internet op zoek gaat naar informatie over het apparaat waar je net stil voor staat.
Je ziet het: de technologie ontwikkelt zich heel snel en je hebt steeds minder privacy. Dus denk erom als je de volgende keer bijvoorbeeld een MediaMarkt of andere megastore binnenloopt. De kans is groot dat je virtueel in de gaten wordt gehouden vanaf dat je binnenloopt, of sterker nog, vanaf het moment dat je op Internet op zoek gaat naar iets en je het product vervolgens in de winkel waar je net bent binnengelopen, afrekent…
Maar wat in combinatie met het indoor tracken van de positie van mensen belangrijk is, is de indoor mapping, ofwel de beschikbaarheid van dititale, inpandige kaarten. Als die kunnen worden gekoppeld aan navigatiesoftware of andere apps, heb je ook op dat front een koppeling van de online wereld, naar de fysieke wereld.
Indoor mapping is een relatief nieuw speelveld met diverse grote spelers, die je waarschijnlijk zo kunt raden. Hieronder vallen TomTom, Bing Local, Yahoo en Google. Maar op Google na, werken alle partijen met partners. Zo heeft TomTom op 5 maart 2014 een partnership met het bedrijf Micello aangekondigd. De focus van Micello is gericht op indoor mapping.
Bing werkt samen met Nokia. Ondanks dat Nokia grotendeels is overgenomen door Microsoft, blijft Here.com, de cartografie-afdeling van Nokia, zelfstandig. Verder werkt ook Yahoo samen met Nokia op het gebied van kaarten en indoor plattegronden. Sindskort is Yahoo ook een partnership met Yelp aangegaan en zo zie je dat data over lokale bedrijven en hun locatie steeds belangrijker wordt.
Sinds 12 december 2013 is Google in Nederland ook begonnen met “Indoor Google Maps”. Je kunt hier meer over lezen op de site van Google Indoormaps. De titel van deze pagina is “Binnen een kijkje nemen met plattegronden”.
Deze nieuwe dienst van Google is eind vorig jaar langs mij heen gegaan, zonder dat ik het dus in de gaten had. Ik kwam het afgelopen week tegen, toen ik mij verder ging verdiepen in indoor mapping en indoor locatiebepaling van mensen en objecten.
Je kunt zelf ook een inpandige plattegrond uploaden naar Google Maps, volgens de informatie op de site. Dus heb ik de proef op de som genomen en heb ik inderdaad een officiële plattegrond van een pand, die echt getekend is door een architect, naar Google Maps geüpload in het speciale gedeelde dat daarvoor bestemd is. In de show notes heb ik een screenshot opgenomen van Google Maps floor plans, waarop je dit kunt zien:
Volgens Google kost het minder dan 24 uur om de geüploade plattegrond te beoordelen. Dat heb ik ook zo ervaren, want binnen 24 uur veranderde de status van “nieuwe upload” of iets dergelijks, in “beoordeeld”.
De kaart wordt echter niet zo snel online vertoond. Hij is nog niet online. Ik las ergens op Internet dat iemand anders vorig jaar de plattegrond van een winkelcentrum in de Verenigde Staten had geüpload en dat het bij hem vier maanden duurde, voor de plattegrond online stond. Dus ik heb geduld.
Maar waarom is dit nu belangrijk, dat ik het in deze podcast behandel? Nou, als jij een winkel hebt in een winkelcentrum, dus met meerdere winkels onder hetzelfde dak, dan kun je jouw bedrijf nóg beter op de online kaart plaatsen, door een plattegrond van het hele winkelcentrum te uploaden. En je weet dat de zoekmachines en in het bijzonder Google grote waarde hechten aan betrouwbare informatie over de exacte locatie van bedrijven.
Ik verwacht dus dat Google Maps steeds meer indoor kaarten zal krijgen, waardoor je straks dankzij de routebeschrijving op je smartphone vanaf jouw voordeur de kortste weg naar jouw favoriete televisie bij de BCC, Mediamarkt of Saturn wordt geleid… All sponsored by Google technology…
Zoals met alle nieuwe dingen die ik uitprobeer, houd ik je op de hoogte van de voortgang en maak ik meteen melding van eventuele nieuwtjes hierover.
Dagelijks spit ik tientallen RSS feeds door op zoek naar leuke, interessante en educatieve content om met jou te delen; ofwel op de site, of in de podcast. Dit houdt in dat ik honderden artikelkoppen snel scan om zo een eerste grove selectie te maken van mogelijk interessante artikelen en blogposts.
Natuurlijk is het onmogelijk om alle publicaties te vinden en bij te houden en dus gaat er ook wel eens iets langs mij heen. Daarom zoek ik ook af en toe nog eens gewoon ouderwets handmatig op een aantal relevante zoektermen, om te zien wat er dan aan zoekresultaten naar boven komt. Want ook Google Alerts en TalkWalker Alerts missen nog wel eens nieuws…
Zo kwam ik een leuk artikel tegen op de site van… jawel… RTL Nieuws! Dit artikel van 10 januari dit jaar gaat over de zogenaamde “online reputatieverzekering”. Hoewel ik dacht aardig goed op de hoogte te zijn van de diverse ontwikkelingen op het gebied van reputatie, reputatiemonitoring en reputatiemanagement, had ik nog nooit van een “online reputatieverzekering” gehoord.
Natuurlijk kende ik wel de real life reputatieverzekering voor bedrijven die te maken krijgen met alle problemen die komen kijken bij het noodgedwongen uit de markt moeten halen van een product of levensmiddelen die door welke oorzaak dan ook in een kwaad daglicht komen te staan of tenminste verdacht lijken.
Want in die gevallen heeft een bedrijf acuut professionele bijstand nodig voor de communicatie, het plaatsen van advertenties, inregelen 06-informatielijnen, organiseren van persconferenties en wat dies meer zij. Dat is een expertise die je als bedrijf niet standaard inhouse opbouwt, omdat je hoopt dat het nooit voorkomt. Dus huur je daarvoor professionals in en daarvoor is een algemene “Reputatieverzekering” dan ook bedoeld.
Volgens het artikel op RTL Nieuws met de titel “Met je zatte kop op Google? Verzeker je tegen een slechte reputatie” kun je je bij verzekeraars als Axa, MMa en SwissLife in België en Frankrijk al voor een tientje per maand verzekeren van een goede naam op Internet.
Op de site van AXA België kun je sinds maart 2013 onder andere het volgende lezen over “d@ylife protect”, de eerste bescherming tegen ongevallen in het werkelijke en het virtuele leven op de Belgische markt:
Met de opkomst van internet krijgen we te maken met een nieuw soort criminaliteit en misbruik: misbruik van identiteit, problemen bij een online aankoop, kortom je e-reputatie. 98 % van de burgers vindt dat internet deel uitmaakt van hun dagelijks leven maar 90 % voelt zich niet veilig wanneer ze surfen: voor deze steeds nadrukkelijker aanwezige behoefte biedt d@ylife protect een uniek antwoord op de Belgische markt.
E-Protection biedt immers bescherming tegen de gevaren van sociale netwerken en online aankopen. Wanneer meer dan driekwart van de Belgen zich zorgen maakt over hun virtuele leven, stelt AXA een aangepast product voor. Meer dan 90 % van onze landgenoten voelt zich bedreigd door het misbruik van identiteit, 42 % vreest onaangename verrassingen bij online-aankopen en 7 op de 10 maken zich ook zorgen over de aantasting van hun e-reputatie. Deze ongerustheid is meer dan terecht: in 2012 waren er meer dan 1.000 gevallen van fraude, tien keer meer dan in 2011.
De dekking e-protection biedt een concrete oplossing in geval van aantasting van de reputatie op het net, misbruik van identiteit, frauduleus gebruik van betaalmiddelen, of nog, een geschil als gevolg van een online-aankoop. AXA heeft een net van juristen die expert zijn in het domein van geschillen op internet. Eerst trachten ze via mediatie/bemiddeling een oplossing te bereiken, wat efficiënter is voor geschillen op internet. Indien nodig volgt begeleiding in gerechtelijke stappen en vergoeding. Indien de reputatie wordt aangetast, is AXA zich ervan bewust klanten niet alleen een financiële vergoeding willen maar vooral dat hun reputatie en die van hun gezin niet langer aangetast is. Daarvoor heeft AXA zich verbonden met firma’s gespecialiseerd in het opkuisen en verdringen van informatie die de reputatie schenden. De klanten van d@ylife protect worden begeleid tot het geschil is opgelost.
(Bron: AXA d@ylife protect)
Op YouTube dacht ik er ook filmpje over ontdekt te hebben, maar die was helaas weer offline gehaald.
Om je een idee te geven van wat er wordt gedekt door de E-protection optie van de “d@ylife protect” polis van AXA, heb ik de opsomming van AXA overgenomen van hun website:
- aantasting e-reputatie: verspreiding van schadelijke informatie op het internet, in de zin van inbreuk op uw privéleven en uw persoonlijke gegevens, zonder uw toestemming.
- identiteitsdiefstal: niet-toegestaan gebruik van uw identificatiegegevens
- frauduleus gebruik van betaalmiddelen: een derde gebruikt uw bankgegevens en verwerft ermee goederen en/of diensten in uw naam
- geschil met een e-handelaar over de aankoop van een roerend lichamelijk goed: onvolledige of gebrekkige levering, levering niet conform het effectief gekochte roerende lichamelijke goed
- geschil met een e-handelaar over de aankoop van een dienst: de uitgevoerde prestatie komt niet overeen met de aanbieding online.
(Bron: AXA d@ylife protect)
Wat opvalt is de tekst die gaat over de kosten die worden vergoed. Daar vind je onder andere de omschrijving:
de betaling van de onkosten van een specialist voor het opruimen of verdringen van informatie op het internet bij aantasting van uw e-reputatie
Op “vief.be” las ik hierover ook nog een citaat van een woordvoerder van AXA:
“De beledigingen of andere schadelijke boodschappen echt verwijderen van het internet kan niet”, zegt Korneel Warlop, woordvoerder van Axa in Het Nieuwsblad. “Maar wij werken wel samen met gespecialiseerde bedrijven die ervoor kunnen zorgen dat de bewuste gegevens bij zoekopdrachten automatisch naar achter worden geduwd zodat bijna niemand nog die berichten leest”.
Dit houdt dus in dat als het AXA niet lukt om de bron van de kwade online berichtgeving te overtuigen om de inhoud te verwijderen, zij een specialist zal inhuren om positieve content over de desbetreffende persoon te publiceren en deze content hoger te laten scoren om zo de negatieve content naar de achtergrond te dringen.
Ik ben geen doemdenker, maar in de show notes heb ik een YouTube video van afgelopen week opgenomen, waarin een Amerikaanse dame in het nieuws komt, nadat ze ontdekte dat haar foto online werd gebruikt in advertenties voor prostitutie. In zo’n geval ben je dan volgens mij heel blij als je wél een dergelijke verzekeringspolis hebt afgesloten:
Maar goed… Iedereen weet dat Google het (overigens terecht) steeds moeilijker maakt om de zoekresultaten te manipuleren en je eigenlijk alleen nog maar met unieke, relevante en interessante content kunt scoren, vermits deze ook nog eens daadwerkelijk wordt gelezen.
Vanuit mijn ervaring met contentmarketing en de tijd die het kost om relevante, unieke en goede content te produceren, vraag ik me af hoe AXA dit denkt te doen en hoeveel werk ze voor iemand kunnen doen, voor zo’n EUR 10 per maand, om de getroffen persoon weer in een positief daglicht te plaatsen…
Ik heb begrepen dat Nederlandse verzekeraars hier wel over hebben nagedacht, maar dat ze nog niet overwegen om überhaupt een dergelijke verzekering in het leven te roepen.
En jij? Wat vind jij? Hoe denk jij hierover? Zou jij een online reputatieverzekering afsluiten of ben je inmiddels zeker genoeg van jouw contentmarketing kwaliteiten en neem je in zo’n geval liever zelf het heft in eigen handen? Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/70.
Met dit topic over de online reputatieverzekering kom ik dan vandaag weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je er weer iets van hebt opgestoken en dat je ook deze keer weer tot het eind hebt geluisterd.
Wil je nog beter op de hooge blijven van alle posts, of met me in contact komen? Tweet dan naar @reputatiecoach1. Natuurlijk stel ik een tweet met daarin kort wat je van de podcast vindt, ook enorm op prijs.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of erover te tweeten op Twitter, de site of de podcast te like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om jou te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 70 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag begin ik met een praktische tip over het backuppen van je mail, gevolgd door een korte terugblik naar een leerpunt in de vorige podcast. Dan een belangrijke update over mobiel Internetgebruik en signalen van Google dat bedrijven en organisaties nu ècht hun zakelijke Google+ pagina moeten claimen en verifiëren. Hoe je dat moet doen, vertel ik je ook meteen. Tenslotte beantwoordt Matt Cutts de vraag of je als eerlijk bedrijf nog wel kunt scoren in de zoekresultaten, zonder te spammen…
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als uitvaartondernemer, anesthesiemedewerker, combinatiefunctionaris, verzekeringsagent, zadelmaker, pluimveehouder of wat dan ook te verbeteren.
De volledige transcriptie (dat is gewoon een ander woord voor “tekst”) van deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/69. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
De volgende tip is voortgekomen uit een vraag die Lotte mij van de week in de wandelgangen stelde. Zij vroeg: “Jij hebt toch aardig wat mail accounts… Hoe ga je om met alle mail die je ontvangt? En maak je eigenlijk een backup van je mailarchief?”
Per dag ontvang ik enkele tientallen e-mails in mijn inbox. Dan praat ik niet over de spam. Spam wordt ontzettend goed afgevangen, dankzij Google. Ik gebruik namelijk Gmail voor het ophalen van mijn meeste mailboxen. Zo houd ik alles bij elkaar, kan ik het via één interface benaderen en geniet ik van de vrijwel perfecte spamdetectie van Google.
En ja, ik ben me ervan bewust dat Google op de achtergrond mijn mail analyseert om te zien of ze me betere advertenties kan bieden enzovoorts, enzovoorts. De illusie dat ik een grote mate van privacy in het algemeen of online privacy in het bijzonder geniet, heb ik al lang geleden opgegeven. Dus daar maak ik me niet zo’n zorgen om.
Voor een groot deel wordt alle mail in Gmail automatisch met behulp van filters naar bepaalde folders gerouteerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld de mailnotificaties die ik van diverse social netwerken ontvang, wanneer iemand bijvoorbeeld een foto leuk vindt etc. Die wil ik absoluut niet in mijn inbox zien, dus al dat soort mails stuur ik linea recta naar een folder met de welluidende naam “Social Media”. Daarin komen ook de mails van Pinterest, YouTube, Tumblr, LinkedIn, Twitter, Foursquare en andere sociale netwerken.
Elke keer als ik zie dat er bepaalde social media mails toch in mijn inbox landen, maak ik zo snel mogelijk een nieuw filter aan om ook die mail door te sturen naar de “Social Media”-folder en uit mijn inbox te verwijderen. De mail laat ik natuurlijk wel ongelezen, zodat ik kan zien hoeveel mailtjes ik in de “Socal Media”-folder heb staan.
Gemiddeld scan ik die folder eenmaal per dag, maar soms gaat er ook wel eens een dagje voorbij dat ik die folder scan helemaal niet scan. Op deze manier kan ik echter heel snel een scan doen over de diverse sociale netwerken. Dat scheelt mij gewoon tijd.
Een paar keer per jaar ga ik er eens een uur of twee voor zitten… Voor een massale ‘Unsubscribe’-sessie. Dan kijk ik de afgelopen paar maanden terug en ga ik op zoek naar mails die ik niet meer wil ontvangen. Onderaan de meeste mails staat wel de mogelijkheid om je uit te schrijven en daar maak ik dan dankbaar gebruik van. Binnen no-time is mijn inbox dan dagelijks weer een stuk compacter.
Dan over een backup van mijn mail. Tja, ik bewaar eigenlijk heel veel mail. Google biedt nu eenmaal standaard 25 GB en ik heb ook nog eens een Google Drive van 100 GB erbij, dus ik heb bij Google een totale opslagcapaciteit van 125 GB.
Prijsverlaging van Google Drive
En nu ik toch over de opslagmogelijkheden van Google Drive heb: Google heeft onlangs de prijs van de online opslag verlaagd. Voorheen betaalde ik voor die extra 100 GB US$4,99 per maand, maar vanaf volgende maand ga ik hiervoor slechts US$ 1,99 per maand betalen. Dat is natuurlijk super en deze prijsverlaging zal ook wel invloed hebben op de kosten van online storage providers, zoals Dropbox, Box, MEGA, LiveDrive, OneDrive van Microsoft en anderen. Om je een idee te geven: een hele TeraByte kost nu nog maar US$ 9,99 per maand!
Voor dat geld hoef je het dus ook niet meer te laten en is het argument van crashende harde schijven, waardoor je je data kwijt bent, ook niet meer echt valide. Zeker als je een ondernemer bent. Een bijkomend voordeel –wat wellicht niet op iedereen van toepassing is– is dat je overal bij je data kunt, als je bestanden eenmaal in de cloud staan.
Anyway, terug naar de backup van mijn mail. Een hele tijd geleden heb ik ooit al eens een outlook.com mailadres aangemaakt. Zoals je hoogstwaarschijnlijk wel weet, is outlook.com de opvolger van hotmail.com van Microsoft. Toen heb ik ook alle mail die ik op dat moment bij Gmail had staan, gekopieerd naar outlook.com en vanaf dat moment heb ik ook een filter ingesteld om alle binnenkomende mail door te sturen naar mijn outlook.com-mailadres.
Afgelopen weekend was ik blij dat ik dit ooit had ingesteld. Ik moest een bepaalde mail van 10 februari dit jaar terug hebben, vanwege een bepaald attachment dat erin stond, die ik nodig had. Maar die mail had ik verwijderd (helaas ten onrechte, moet ik toegeven). En ik had inmiddels ook meer dan eens de Prullenmand van Gmail geleegd. Die mail was dus echt weg!
Eerlijk gezegd dacht er even niet zo snel aan, dat ik een permanente actuele backup van mijn mail heb op outlook.com. Dus ik zag als enige oplossing te gaan grasduinen in de TimeMachine backup die elk uur van mijn iMac wordt gemaakt. Dat zou redelijk wat tijd kosten.
Natuurlijk had ik de afzender kunnen vragen de mail en het attachment nogmaals te versturen, maar de kans dat die persoon zijn mail in het weekend leest is nul, dat weet ik uit ervaring. Dus zou ik tenminste twee dagen vertraging oplopen.
Toen ik me realiseerde dat ik de mail ook gewoon via outlook.com kon terugzoeken was het probleem binnen een minuut opgelost en had ik alsnog mijn attachment en kon ik verder met datgene waar ik mee bezig was.
Zo zie je maar weer eens hoe prettig het is om een keertje wat tijd te reserveren om je backups goed in te stellen. Wat doe jij overigens ten aanzien van backups in het algemeen en het veiligstellen van je mail in het bijzonder? Heb je überhaupt wel een mechanisme ingericht om te voorkomen dat je je documenten, afbeeldingen, spreadsheets, presentaties, mail en andere data kwijtraakt?
Ik heb het er al vaker over gehad, over het maken van backups… In de show notes, die je overigens terugvindt op www.reputatiecoaching.nl/69 heb ik links opgenomen naar meer informatie over het maken van backups van:
Je mag me ook gerust een berichtje sturen, als je vindt dat ik het te vaak over backups heb. Wellicht behoor jij tot de kleine groep mensen die meerdere automatische backupmechanismes heeft ingesteld voor het veiligstellen van de data. Maar uit ervaring weet ik dat de meeste ondernemers en particulieren helaas toch nog een ontoereikende backupstrategie hebben. En dan druk ik het zachtjes uit…
Als ik de transcriptie van de podcast van vorige week nog eens nalees, dan denk ik dat de belangrijkste les uit die aflevering was, dat je ontzettend moet oppassen voor phishing aanvallen, waarbij kwaadwillende figuren hun best doen met legitiem uitziende websites jouw data te ontfutselen. Deze kunnen ze dan verkopen of gebruiken om in andere accounts van jou in te breken met alle gevolgen van dien.
Let dus altijd op, als je ergens opeens moet inloggen, of de URL van de pagina wel van de site komt, waar je verwacht dat die hoort te staan. En pas helemaal op op mobiele apparaten, omdat je daar vaak de URL standaard helemaal niet ziet.
Dan over op de onderwerpen voor vandaag.
Het is dan eindelijk zover: Matt Cutts van Google vertelde vorige week op de SMX West conferentie in San Jose (Californië), dat waarschijnlijk eind dit jaar het mobiel Internetverkeer dat van desktops zal overtreffen. Deze uitspraak is gebaseerd op verkeersvolumes die Google intern op haar systemen ziet.
En het is belangrijk om te beseffen dat het hier niet gaat over het verkeer in Noord-Amerika of de USA, maar over de hele wereld! Interessant genoeg ligt in de Verenigde Staten de verhouding vast / mobiel nog rond de 70% / 30%. Dus de Amerikanen surfen toch nog meer vanaf hun desktops.
Wat heeft dit voor consequenties voor lokale SEO, ofwel het nut van het verbeteren van je lokale vindbaarheid? Veel, kan ik je vertellen. Tot een paar jaar geleden schatte Google dat zo’n 20% van alle zoekopdrachten van vaste apparaten lokaal georiënteerd was. Google en Bing hebben later ook nog eens gesteld dat zo’n 40% tot 50% van alle mobiele zoekopdrachten een lokale intentie heeft.
De vraag is nu alleen wat de oorzaak is van wat. Zoeken mensen nu meer lokaal, nu ze smartphones hebben, waarmee ze altijd en overal op Internet kunnen, of is het gewoon een groei die al die tijd al gaande was? De waarheid zal wel ergens tussenin liggen. Het voorhanden hebben van een mobiel apparaat waarmee je altijd online bent, nodigt natuurlijk uit om snel even iets in de buurt op te zoeken, maar voorheen zochten mensen natuurlijk ook al wel naar producten of diensten in de buurt vanaf hun vaste desktop. Alleen zagen marketeers het toen niet zo duidelijk, omdat al het verkeer vanaf desktops kwam.
Het begrip “locatie” wordt natuurlijk steeds belangrijker. Dit blijkt niet alleen uit de groei van Google+ en de lokale Google+ pagina’s, maar ook in de diverse overnames die er worden gedaan, zoals de overname van Waze door Google en allerhande samenwerkingen die tot standkomen, zoals Foursquare die data verkoopt aan Microsofts Bing en Yelp die data aanbiedt aan Yahoo.
Een trend die op dit moment plaatsvindt in Amerika, is dat zelfs multinationals zich ook gaan richten op lokale marketing. Zij beseffen dat hun business niet ligt in hun landelijke vindbaarheid of wereldwijde vindbaarheid, maar dat hun business juist wordt gedaan vanuit de buurt, oftewel: lokaal!
Dus bekende bedrijven als bijvoorbeeld FedEx, Intercontinentel Hotels Group en RE/MAX spenderen miljoenen dollars in het verbeteren van hun lokale vindbaarheid. Die bedrijven zien die bedragen echter niet als kostenpost, maar als investering.
Zo rapporteerde FedEx bijvoorbeeld een toename van 50% in organisch zoekverkeer, 26% toename in conversies voor hun online printing services en een sterk verbeterde zichtbaarheid en vertoningen van hun lokale bedrijfsvermeldingen.
De InterContinental Hotels Group ontdekte en corrigeerde meer dan 1.000 foute lokale bedrijfsvermeldingen op Google+ en zag een enorme groei van organische zoekresultaten voor lokale zoekopdrachten naar hotels.
En dan Re/Max… Dit bedrijf zag een 1.100% toename in geïndexeerde pagina’s in Google: in totaal meer dan 4 miljoen! Daarnaast nam het verkeer op basis van organische zoekresultaten met zo’n 1.000% toe, en staat Re/Max op de eerste plaats in meer dan 500 steden van de westkust van Amerika tot de oostkust, voor onroerend goed.
Daarom raad ik je ook altijd aan om eerst te werken aan het verbeteren van je lokale vindbaarheid… Althans, als je redelijk lokaal opereert. Als je alleen een webshop hebt, dan heb je niet veel aan dit soort nieuws en mijn tips over het verbeteren van je lokale vindbaarheid.
Maar al te vaak zie ik echter ook een sterke verbetering van de posities in de organische resultaten, als ik een bedrijf help met het verbeteren van de lokale vindbaarheid. Vrijwel al die opdrachten begin ik met datgene wat ik je begin dit jaar uitvoerig uit de doeken deed, te weten het “Opschonen van je citations”.
Op dit moment ben ik hiermee bezig voor een tandartspraktijk met twee vestigingen in Gelderland en de resultaten die we daar zien nadat ik een paar weken bezig ben met het opschonen en consistent maken van alle bedrijfsvermeldingen zijn ook verbluffend. Zo staat de ene praktijk al op de eerste plaats in de lokale resultaten, op de zoekterm “tandarts” en de andere is inmiddels al van de zesde plaats naar de tweede gestegen! Daarnaast zijn ook de bijbehorende organische vermeldingen al sterk verbeterd en is mijn verwachting dat die binnenkort nog verder zullen verbeteren.
Enfin, ik zei het al: lokale of zakelijke Google+ pagina’s zijn belangrijk. En ze zijn zelfs noodzakelijk om te kunnen scoren in de lokale zoekresultaten, want zonder pagina heb je daar geen vermelding!
Maar Google gaat nu een stap verder: in steeds meer landen krijgen mensen een mail van Google dat ze hun lokale zakelijke Google+ pagina moeten claimen en verifiëren, omdat ze anders het risico lopen dat Google de pagina verwijdert, ongeacht eventuele berichten, foto’s, video’s, bedrijfspanorama’s en andere data die er op staat.
In het verleden zijn namelijk veel pagina’s aangemaakt door spammers: zij wilden de lokale zoekresultaten beïnvloeden voor hun eigen gewin. Google heeft dit ook ontdekt en gaat nu actie ondernemen.
Hoewel er voor zover ik weet nog geen dergelijke mails in Nederland zijn gesignaleerd, raad ik eenieder aan dit voor te zijn en nu toch echt de zakelijke Google+ pagina te claimen en te verifiëren. Het kost je echt nog geen drie minuten! En wat zou het sneu zijn als jouw bedrijf helemaal niet meer wordt vertoond in de lokale zoekresultaten. Of nog erger: stel dat je een bedrijfspanorama hebt laten maken, dan is dat geld dan ook in één keer weggegooid, als je pagina wordt verwijderd!
Geloof me: je bent heus niet de enige die zijn zakelijke Google+ pagina niet heeft geclaimd… Sterker nog: ik denk dat er meer bedrijven en organisaties zijn die hun zakelijke Google+ pagina niet hebben geclaimd en geverifieerd, dan die dat wel hebben gedaan. Zelfs grote bedrijven, paleizen en organisaties blijken deze kansen gewoon links te laten liggen. Ik geef je een paar voorbeelden:
De links naar de bijbehorende Google+ pagina’s vind je in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/69. Maar goed, dit is dus zomaar een negental bedrijven en organisaties die geen van allen hun zakelijke Google+ pagina hebben geclaimd, noch geverifieerd, geen vanity URL hebben en niets of nauwelijks iets hebben gedaan om hun Google+ pagina van content te voorzien. Het is ongelofelijk, maar waar!
Ik vind dit een interessant topic, dus ik ga binnenkort hier nog eens dieper in duiken.
Dus: CLAIM EN VERIFIEER JE LOKALE ZAKELIJKE GOOGLE+ PAGINA!
Hoe je dat doet? Heel simpel:
In sommige gevallen heb je daarna alleen de mogelijkheid om te verifiëren per briefkaart en soms kan het ook per telefoon. Je kunt zelf kiezen wat jou het beste uitkomt. Als je kunt verifiëren per telefoon zou ik dat zeker doen, omdat dat het snelste gaat: binnen een minuut of twee is je vermelding dan geverifieerd.
Mocht je die mogelijkheid niet geboden krijgen, dan ben je genoodzaakt om de verificatie per briefkaart uit te voeren. Een paar weken geleden heeft men dit bij Ordina in Utrecht uitgevoerd en toen duurde het zo’n anderhalve week voor de briefkaart met de PIN binnen was. Een tip: zorg dat je de naam van de persoon vermeldt, voor wie de kaart bestemd is. Anders kan het gebeuren dat de kaart gaat zwerven binnen het bedrijf. Je moet de PIN namelijk binnen zes weken invoeren, om je bedrijf te claimen en te verifiëren.
Als je dat eenmaal hebt gedaan, dan verschijnt er een vinkje achter je bedrijfsnaam in Google+. Zo kun je ook gemakkelijk controleren of jouw bedrijf al geclaimd en geverifieerd is: staat er geen sterretje dan moet je het nog doen; staat er wel een sterretje, dan betekent dit dat je bedrijf wel geclaimd en geverifieerd is. In de show notes heb ik een afbeelding van de vermelding van het Okura Hotel in Amsterdam opgenomen:
Dat is nu een schoolvoorbeeld van een nette zakelijke Google+ pagina, want alle belangrijke zaken zijn in orde:
Er zijn zo te zien voor het Okura Hotel nog een paar verbeteringen:
Let op: als je een kleine ondernemer bent en er staat wel een vinkje achter je bedrijfsnaam op Google+, terwijl jij nooit je bedrijf hebt geverifieerd, dan bestaat de kans dat iemand anders dat al heeft gedaan. Dan zou ik helemaal snel je bedrijf terugclaimen!
Nu ik vandaag toch diep inga op het hele fenomeen Google+, wil ik ook een leuke infographic die ik onlangs tegenkwam, met je delen:
Je moet de infographic maar eens op je gemak bekijken. Wat ik wel leuk vind, is een paar aspecten van de infographic er uit te lichten. Zo heb je als luisteraar van de podcast ook een idee, wat er zoal in de infographic staat:
Ook vond ik een interessante, wat oudere infographic over Google+, toen ik even ging zoeken. Het is wel leuk om deze te vergelijken met de vorige, want deze infographic stamt volgens mij uit 2012. Toen had Google+ nog naar 90 miljoen actieve gebruikers, terwijl dat nu toch al meer dan 360 miljoen is:
Dit is een grote infographic, daarom raad ik je aan die eens op je gemak op de site te bekijken. In deze infographic is te lezen dat de inhoud van Google+ ook door Google wordt geïndexeerd. Dat vond ik wel grappig om te lezen… Want hoewel ik dit wel wist, was ik tot afgelopen week nog nooit Google+ posts van mijzelf in de organische zoekresultaten tegengekomen. Maar inderdaad zag ik afgelopen week een paar verschillende Google+ posts vertoond worden, tussen alle andere zoekresultaten.
We zullen nooit precies weten wat de oorzaak daarvan was. Het kan zijn dat die berichten door aardig wat mensen zijn gelezen, of dat Google haar algoritmes iets aan het aanpassen is ten aanzien van het ranken van Google+ content… Ik weet het ook niet. Feit blijft, dat ik nu inderdaad diverse Google+ berichten zie verschijnen. Daar kun je dus ook je voordeel mee doen, als je actief wordt of bent op Google+.
De video van Matt Cutts die ik vandaag met je deel gaat in op de vraag: “Kan je site nog wel goed in de zoekresultaten scoren, zonder gebruik te maken van allerhande spammy technieken?”.
De vraagsteller is iemand uit Miami, Florida. Hij zegt dat zijn kleine bedrijfje in het verleden een SEO-firma heeft ingehuurd, die op het eerste gezicht een net en legitiem bedrijf leek. Echter, het heeft de rankings om zeep geholpen als gevolg van spammy backlinks. Ze hebben alles al geprobeerd, maar niets lijkt te helpen. En de vraag is nu dus eigenlijk “Wat kun je als bedrijf met goede bedoelingen nu nog hier aan doen?”:
Google doet juist haar best om de eerlijke bedrijven de kans te geven goed te scoren en daarom geeft het bedrijf onder andere met de Google Webmasters video’s en in diverse fora, discussiegroepen en Hangouts zoveel mogelijk bruikbare informatie. Dus de eerlijke bedrijven hebben juist een kans, als ze niet spammen.
Als je afgestraft wordt, zul je dus eerst al je foute links moeten opruimen enzovoorts. Maar feit is dat Google steeds beter wordt in het ontdekken van spam. Het aloude adagium van “goede content” en “goede gebruikerservaring” blijft ècht geldig!
Google blijft continu haar best doen om de beste pagina’s met de beste content te presenteren. Dus als jij met je site in staat bent om dit te produceren, dan vertoont Google jouw pagina’s graag aan de Internetter die er naar op zoek is.
Google blijft spam bestrijden, dus laat je niet verleiden om in allerhande black hat fora duistere technieken of tools op te snorren om die te gebruiken om je rankings te beïnvloeden.
Eigenlijk had ik nog een leuk bericht over een opgerold blognetwerk, maar dat moet wachten tot volgende week, want ik zit inmiddels alweer over de 20 minuten. Ik doe namelijk altijd mijn best hier niet te ver overheen te gaan, omdat ik bang ben dat het anders te langdradig voor je wordt.
Dus voor vandaag laat ik het hierbij. En dus kom ik met deze grappige vraag aan het einde van deze podcast. In elk geval heb ik vandaag wederom mijn best gedaan een hopelijk leuke en interessante podcast voor jou samen te stellen. Daarom hoop ik ook dat je er weer wat van hebt opgestoken.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 69 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vorige week beloofde ik je nog een video van Matt Cutts over het effect van EXIF-data in foto’s, dus die krijg je deze week echt van me; dan heb ik die belofte tenminste ingelost. Verder heb ik het volgende voor je… Een nieuwtje: Arend Landman gaat in de komende tijd op zondag een gastblog schrijven met aardige, nuttige, relevante en interessante spreuken, citaten en oneliners over topics die in meer of mindere mate met reputatie en reputatiemanagement te maken hebben. Ook in de show vandaag: Google verandert weergave van de zoekresultaten, het meten van passenger satisfaction bij de Chinese douane, het einde van Facebook mail, een Twitterhack door phishing in mijn directe omgeving en het optimaliseren van de metadata van je foto’s.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als paardrij-instructeur, voedingsmiddelentechnoloog, videogame designer, geluidstechnicus, databaseontwerper of wat dan ook te verbeteren.
De volledige transcriptie (dat is gewoon een ander woord voor “tekst”) van deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/68. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
Oh, voordat ik begin met de terugblik op de vorige aflevering van de ReputatieCoaching podcast nog even kort over de Ordina Glass Contest die afgelopen donderdagavond plaatsvond in Nieuwegein. Daar waren maar liefst twee Google Glass Explorers, te weten Tjeerd-Jan van der Molen van Ordina en Brechtje van der Leij, die aan het hoofd staat van de productontwikkeling van de afdeling “Nieuws” van NU.NL. Laatst had ik al de twee promotievideo’s die ik hiervoor had gemaakt, met je gedeeld, maar nu wil ik de openingsvideo met je delen. Die heb ik dan ook opgenomen in de show notes:
Zo zie je maar dat je helemaal geen torenhoge kosten hoeft te maken, om een aardige video te (laten) maken. Wil je weten hoe ik precies een dergelijke video maak, welke diensten ik er allemaal voor gebruik en wat er verder nog bij komt kijken? Laat dan een bericht achter in de show notes en als er voldoende animo is, dan ga ik binnenkort een instructievideo hiervoor maken.
In de podcast van vorige week vertelde ik je onder andere over hoe je je bedrijf van Internet kunt verwijderen. Dat blijkt behoorlijk lastig, want als zoekmachines een associatie blijven vinden tussen jouw adres en een bepaalde bedrijfsactiviteit, dan willen ze dit graag aan andere mensen die daarnaar op zoek zijn, vertellen. En dat is helemaal het geval, als er ook nog eens een telefoonnummer bij staat.
Een belangrijk advies uit de vorige podcast is dan ook om voor je bedrijfsactiviteiten eigenlijk altijd een ander telefoonnummer te nemen, dan je eigen mobiele nummer, of het nummer van je vaste telefoonaansluiting. Koop gewoon voor twee tientjes een simpele, traditionele mobiele telefoon met een prepaid kaart en communiceer dat nummer in de markt.
Of maak gebruik van persoonlijke 084- of 087-nummers die je bijvoorbeeld bij XOIP gratis kunt aanvragen. Een dergelijk nummer kun je dan doorschakelen naar je mobiel, je thuisnummer of je Skype-account. Hierdoor voorkom je dat je op je privénummer wordt gebeld, als je dat niet uitkomt, of nadat je je bedrijf hebt opgeheven. Ook kun je een dergelijk nummer alleen op bepaalde tijden doorschakelen naar de voicemail of naar een live telefoniste, zodat je gemakkelijk je totale telefonische bereikbaarheid aanzienlijk kunt verbeteren en een professionelere look kunt geven.
Tot zover de les van de vorige podcast. Dan nu over op het eerste onderwerp van vandaag: spreuken, citaten, aforismen en andere puntige uitspraken.
Arend Landman is al vaker in de show geweest. Zo had ik een interview met hem in aflevering 42 over contentmarketing. Op zijn eigen weblog trekt hij altijd veel bezoekers met zijn wijze woorden in de vorm van spreuken, uitspraken, aforismen, citaten en andere one-liners over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Hij heeft mij aangeboden om de komende paar weken ter opluistering van het weblog elke zondag een aantal van dergelijke puntige, korte teksten te zullen publiceren en gisteren heeft hij de eerste verzameling al gepubliceerd. Vanzelfsprekend is het thema van deze eerste citatenverzameling “Reputatie”.
Ik wil een paar leuke citaten met je delen…
De eerste is van Frank Peters, auteur van het boek “Reputatie onder druk”:
Een sterke reputatie is van strategische waarde voor een organisatie, want die werkt als een magneet en maakt het gemakkelijker om medewerkers, financiers en klanten aan te trekken.
En een leuke van George Bernard Shaw:
Mijn reputatie neemt toe bij elke mislukking.
En zo heeft Abraham Lincoln ooit eens gezegd:
Karakter is als een boom en reputatie als zijn schaduw. De schaduw is dat wat we erover denken, maar de boom is de werkelijkheid.
De laatste die ik met je wil delen is van Benjamin Franklin:
Er zijn vele goede daden nodig om een reputatie op te bouwen en slechts één slechte om deze te verliezen.
Ik zie de komende zondagen de andere uitspraken, citaten en aforismen met belangstelling tegemoet!
Vooral die laatste uitspraak van Benjamin Franklin: “Er zijn vele goede daden nodig om een reputatie op te bouwen en slechts één slechte om deze te verliezen.” is van toepassing op een bedrijf dat ik verder niet bij naam zal noemen.
Maar zij ontvingen van een bevriende relatie afgelopen zaterdagavond een tweet met daarin een link. Ze klikten op die link, moesten inloggen op Twitter en vervolgens… Was hun Twitter account gehackt. Zelf had het bedrijf dit afgelopen zondagmorgen al in de gaten en ik ontdekte het begin van gistermiddag. Dus stuurde ik meteen een berichtje met de vraag of ze hiervan op de hoogte waren.
Ze zeiden er al mee bezig te zijn. Achteraf hoorde ik dat ze natuurlijk meteen het wachtwoord hadden veranderd en vervolgens de foute tweets hebben verwijderd.
Hieruit blijkt maar eens te meer hoe je moet oppassen met het klikken op links die je van anderen krijgt toegestuurd, zelfs als je denkt dat je de afzender kunt vertrouwen.
De reden dat ik het hier vertel is natuurlijk om je nogmaals te waarschuwen voor het klakkeloos op allerhande links klikken, zeker als je daarna opeens ergens moet inloggen. En let ook altijd op de pagina waar je uiteindelijk op moet inloggen. Kijk of die wel de originele URL bevat.
Ik wilde de proef eens op de som nemen en vergewiste me ervan dat ik niet was ingelogd op Twitter en ik ook geen autologin voor Twitter ergens had aan staan. Dus klikte ik op de link. Om veiligheidsredenen publiceer ik die link natuurlijk niet in de show notes, want stel dat jij er per ongeluk op klikt…
Op mijn desktop kreeg ik wel een waarschuwing die mij vertelde dat ik mogelijk een foute site ging bezoeken. Deze melding heb ik weergegeven in de shownotes:
Maar het scherm dat ik vervolgens kreeg toen ik doorklikte zag er wel heel keurig uit. Ik heb een screenshot opgenomen in de show notes. Op deze screenshot kun je zien dat alleen de URL geen “twitter.com” bevat, maar een obscuur IP-adres:
En daar zit ’m de crux: het is dus geen site van Twitter. Als je op deze site je Twittergegevens invult, dan zijn ze vanaf dat moment ook in het bezit van een hacker of malafide software die dan meteen lustig erop los gaat Twitteren onder jouw naam, naar jouw volgers om zo hun wachtwoorden te “oogsten”.
Op deze manier achterhalen foute figuren dus bergen wachtwoorden. En omdat je tegenwoordig op veel sites kunt inloggen met je Twitter account, kunnen ze die wachtwoorden dan ook nog eens voor al die andere sites gebruiken, waar je met Twitter inlogt.
Bovendien kiezen veel mensen vaak hetzelfde wachtwoord voor bijna al hun accounts en dus is de kans groot dat de hackers ook nog eens op een grote hoeveelheid additionele accounts kunnen inloggen met het bij Twitter geregistreerde e-mailadres en het wachtwoord dat jij ze hebt gegeven, als je op zo’n site inlogt.
Maar terugkomend naar het topic van deze podcast: reputatiemanagement… Het bedrijf in kwestie tweette meteen toen ze erachter waren gekomen, dat hun account gehackt was en dat mensen niet op links moesten klikken die waren verstuurd in de Tweets. Vervolgens hebben ze alle foute tweets verwijderd en getweet dat de schade beperkt was en alle foute tweets waren opgeschoond. Nogmaals benadrukten ze dat de volgers niet per ongeluk op de links in de tweets van de voorafgaande nacht moesten klikken.
Dat is een schoolvoorbeeld hoe je met met zo’n situatie om moet gaan. In het kort moet je de volgende stappen nemen:
Doe hier je voordeel mee, als jou eens zoiets overkomt:
Een extra tip: gebruik andere DNS-servers, bijvoorbeeld die van Google of van OpenDNS. Deze DNS-servers verbeteren vaak niet alleen je surfperformance, maar ze kunnen je ook helpen te voorkomen dat je door een foute site geïnfecteerd raakt, of dat je in je ontwetendheid wachtwoorden op phishing sites invult. Hoe je dit kunt doen, zal ik binnenkort uitleggen in een instructievideo. Ik denk namelijk dat er veel mensen zijn die hier (graag) hun voordeel mee doen!
Google experimenteert continu met kleine en grote veranderingen; niet alleen om de zoekresultaten steeds verder te verbeteren, maar ook om te zien wat gebruikters prettiger vinden. Zo is er afgelopen week een grote reeks veranderingen in de weergave van de zoekresultaten doorgevoerd.
Het belangrijkste en meest opvallende is wel, dat Google een stuk historie van HTML overboord heeft gegooid in een soort van moderniseringsslag… Sinds de opkomst van HTML waren links van origine blauw en onderstreept. Natuurlijk kon je al die jaren met HTML en/of CSS de links andere kleuren geven en de onderstreping verwijderen. Maar Google vertoonde altijd blauwe, onderstreepte links in de zoekresultaten…
Tot afgelopen week… Ik weet niet of het jou al wel is opgevallen, maar er is een boel veranderd! De onderstrepingen zijn weg in de links in de zoekresultaten, die overigens nog wel blauw zijn.
Er is ook overal iets meer witruimte tussen de regels tekst enzovoorts. Verder zijn de zogenaamde site links wat ruimer van opzet en worden (voor zover ik heb begrepen) advertenties wereldwijd nu hetzelfde vertoond: met de afkorting “Adv.” ervoor in het wit op een knalgele achtergrond.
In de show notes heb ik twee pagina’s voor dezelfde zoektermen opgenomen, zodat je het zelf kunt vergelijken. De zoekterm is “tandarts Beuningen”. Links zie je dan de oude weergave en de rechter screenshot bevat de nieuwe weergave:
Reviews verzamelen en gebruikers, klanten, gasten of patiënten vragen naar hun mening is voor alle ondernemers inmiddels een standaard werkwijze. Als een gebruiker, klant, gast of patiënt zijn of haar mening geeft, helpt dit met het verbeteren van je dienstverlening of je producten.
In China wil de douane ook graag haar dienstverlening verbeteren. Zo ontving ik eerder deze week van Paul Kooistra de foto die ik in de show notes heb opgenomen:
Reviewmanagement bij Chinese douane (foto: Paul Kooistra)
Op deze foto is te zien dat er bij de Chinese douane een apparaatje staat, waarop je je mening kunt geven over de behandeling die jij van de douane hebt ontvangen. Je kunt kiezen uit twee soorten groene smileys en twee soorten rode, chagrijnig kijkende kopjes. Tja, die kan ik tenslotte volgens mij geen smiley noemen, met hun omgekeerde (en dus: chagrijnige) glimlach.
Dan is er een klein nieuwsberichtje van Facebook. Facebook maakte recentelijk bekend dat zij stopt met de Facebook mail service. Misschien wist je het niet, maar je hebt ook een eigen facebook.com e-mailadres. Dat adres is precies je gebruikersnaam. Dus als de URL van jouw Facebook profiel facebook.com/pietjepuk is, dan is je e-mailadres bij Facebook: pietjepuk@facebook.com.
Deze dienst gaat Facebook binnenkort uitschakelen. Wat er dan zal gebeuren, is dat als iemand mail stuurt naar pietjepuk@facebook.com, deze mail wordt doorgestuurd naar het primaire e-mailadres, dat Pietje Puk bij Facebook heeft ingesteld. Als Pietje dus inlogt met Pietje.Puk@gmail.com, dan wordt de mail naar pietjepuk@facebook.com binnenkort dus alleen nog maar doorgestuurd naar Pietje.Puk@gmail.com en is die mail dus niet meer als een bericht in Facebook te lezen.
Reden hiervoor is dat deze dienst amper wordt gebruikt door iedereen die op Facebook zit; dus het kost Facebook waarschijnlijk teveel geld om deze feature actief te houden.
Hè Hè, daar is ’ie dan eindelijk: de beloofde video van Matt Cutts van Google over het effect van EXIF-data in foto’s. Maar laat ik eerst beginnen met uit te leggen wat EXIF-data is. EXIF staat voor “Exchangeable Image File Format”. Wikipedia schrijft het volgende over EXIF:
Exchangeable Image File Format (EXIF) is een metadata specificatie voor afbeeldingsbestanden uit onder andere digitale camera’s. Het wordt gebruikt in bestandsformaten zoals JPG en TIFF. Het is ontworpen door de Japan Electronic Industry Development Association.
De EXIF-metadata kan uit de volgende gegevens bestaan:
- Datum en tijd van de opname en van de laatste bestandswijziging.
- Merk en model van de camera.
- Naam van de eigenaar van de camera.
- Camera-instellingen zoals belichtingstijd, diafragmagetal (F-getal), diafragma, brandpuntsafstand.
- GPS-gegevens zoals de breedtegraad en lengtegraad.
EXIF-data is dus een vorm van metadata die bij digitale foto’s wordt opgeslagen. Op het Google Webmasters kanaal op YouTube behandelt Matt Cutts in een recente video de vraag of Google EXIF-data in foto’s gebruikt om foto’s in de zoekresultaten te ranken:
Als je goed luistert naar het verhaal van Matt op de video die ik in de show notes heb opgenomen, dan hoor je dat hij eigenlijk geen direct antwoord geeft. Het is geen duidelijke “Ja”, maar ook geen duidelijke “Nee”.
Aan de andere kant is het de vraag hoeveel Google kan met de EXIF-data van de foto’s, anders dan inderdaad het merk, de belichtingsduur, de diafragmainstelling en andere specifieke fotogerelateerde zaken indexeren en die gebruiken voor de ranking?
Toegegeven, als Google de GPS-coördinaten van een foto koppelt aan GPS-data die het heeft van bedrijven, bijvoorbeeld in de directe nabijheid van een locatie met een Google+ pagina (die dus ook op Google Maps staat), dan kan het foto’s associëren met een bepaalde fysieke locatie, die op of dichtbij de gelogde GPS-coördinaten ligt. Dat kan natuurlijk de ranking aanzienlijk beïnvloeden, als deze koppeling wordt meegenomen.
Om hier alvast maximaal op voor te sorteren met alle foto’s die ik maak, geotag ik alle foto’s die ik overhoud na een fotoshoot en die ik aan een opdrachtgever overhandig, of die ik ergens publiceer. Reden hiervoor is dat mijn digitale spiegelreflexcamera’s dit (nog) niet zelf doen.
Ik gebruik simpelweg het programma Picasa van Google voor het geotaggen van foto’s. Mocht Google dan ooit in de toekomst foto’s echt gaan koppelen aan bepaalde locaties, zoals bijvoorbeeld trouwlocaties, dan weet ik tenminste zeker dat mijn foto’s daar gereed voor zijn. En het is altijd beter om dat vooraf te doen, terwijl je toch bezig bent met de workflow van je fotoshoot, dan dat je dat achteraf moet doen voor al je foto’s.
Daarom raad ik ook jou aan om je foto’s vanaf nu te gaan geotaggen. Al doe je het niet voor Google, dan kan het altijd leuk zijn voor je nageslacht, als ze kunnen zien waar je de foto’s precies hebt gemaakt.
Maar er is nog andere metadata die onzichtbaar in fotobestanden kan worden opgenomen en dan heb ik het over data die volgens mij niet per se nu, maar vast wel in de toekomst gebruikt wordt of kan worden om foto’s te ranken.
Naast dat ik al mijn foto’s van geografische (GPS-)coördinaten voorzie, vul ik bij de foto’s die ik oplever of die ik voor een bepaald project bewaar de metadatavelden ook met relevante gegevens. Dus bijvoorbeeld de naam, straat, postcode en plaats van de locatie, evenals allerlei trefwoorden, categorieën enzovoorts.
“Baat het niet, dan schaadt het niet”, is mijn motto wat dat betreft. Je kunt die gegevens er maar beter wel in hebben, vind ik. Natuurlijk is het dan gemakkelijker om foto’s te zoeken en bovenal te vinden en het kan je helpen in de toekomst.
Want stel dat ze in de toekomst worden gebruikt en je hebt voor de foto’s van een shoot niet die extra paar minuten genomen om de gegevens erin te zetten, dan kun je de zoekmachines op dat moment ook niet zo 1–2–3 van aangepaste foto’s voorzien, waar de gegevens dus wel in zitten. En dan sla je jezelf voor je hoofd.
Dus: zet zowel de GPS-coördinaten in al je foto’s en voorzie ze van zoveel mogelijk metadata, voordat je ze aan je opdrachtgever geeft, of voordat je ze uploadt naar een site of service op Internet. “Better safe than sorry…”.
Voor vandaag laat ik het hierbij. En dus kom ik met deze tip over het gebruik van IPTC en XMP metadata in foto’s weer aan het einde van deze podcast. In elk geval heb ik vandaag wederom mijn best gedaan een hopelijk leuke en interessante podcast voor jou samen te stellen. Daarom hoop ik ook dat je er weer wat van hebt opgestoken.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 68 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt: