Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vorige week maandagavond was ik in Apeldoorn bij de Social Media Club, ofwel #SMC055. Hoewel ik meteen maandagavond ook een Storify-bord ervan heb gepubliceerd, kom ik daar nog even kort op terug. Verder heb ik veel over lokale SEO. Zo heb ik vijf lokale SEO fabels voor je en een zevental psychische belemmeringen of excuses, waarom ondernemers niets met lokale SEO willen of doen. Verder heb ik nieuws van Foursquare, over Buenoo en over het hacken van WordPress sites.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als songwriter, seizoenarbeider, nasynchronisatie-regisseur, paleontoloog, meubelstoffeerder of wat dan ook te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/77. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook links waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. En mocht je een ander programma gebruiken om naar podcasts te luisteren, dan vind je in de show notes ook de URL van de RSS-feed van de podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, hardlopen, fietsen of actief zijn in de sportschool.
Vorige week vertelde ik je aan de hand van een paar knipsels uit een infographic over wat mensen lokaal zoeken vanaf een smartphone, dat 54% op zoek is naar de openingstijden, 53% naar de routebeschrijving en 50% naar het adres.
Heb je zelf al eens je bedrijfsnaam ingetypt? Dat doe je vast heel vaak, om te zien hoe je scoort en wat er over jouw bedrijf wordt geschreven… Maar controleer je wel eens je openingstijden op een aantal websites, zoals allebedrijvenin.nl, openingstijden.nl, openingstijden.com, Yelp enzovoorts?
Kloppen de openingstijden van jouw bedrijf op Google+ en Facebook? Zijn ze allemaal overal hetzelfde? Weet je het zeker? Reden dat ik het toch maar weer eens vraag, is dat Google van consistente gegevens houdt. Dat wil dus zeggen dat je bedrijfsgegevens overal hetzelfde moeten zijn. En dat geldt dan dus ook voor de openingstijden…
Begin dit jaar heb ik de werkinstructie “opschonen citations” gepubliceerd. Daarin beschrijf ik wat je moet doen om te controleren of je gegevens overal hetzelfde zijn. Ook bied ik je daar een spreadsheet, waarop je zelf je voortgang kunt bijhouden.
De les van vorige week: zorg dat niet alleen je bedrijfsnaam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer overal hetzelfde zijn in elke bedrijfsvermelding, maar ook je openingstijden!
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Vorige week maandagavond was het weer tijd voor de maandelijkse avond van de Social Media Club Apeldoorn, ook bekend onder #SMC055. Gastsprekers waren Brechtje de Leij van Samona, de club achter NU.nl en Jeroen Olthof van The WebMen. Zij presenteerden over het thema “Media en Social Media”.
Na afloop heb ik meteen een Storify-bord gepubliceerd met daarin de tweets tijdens het evenement.
Er zijn nog steeds bedrijven die hun geld verdienen met de traditionele SEO, zoals we die kennen van het verleden. Daarmee doel ik op linkbuilding, schrijven met optimale keyworddichtheid, reacties posten in blogberichten van anderen, reciprocal link aanvragen enzovoorts. Dit alles is tegenwoordig eigenlijk overbodig. De zoekmachines worden steeds slimmer en beter in het beoordelen van content op websites en het bepalen van de kwaliteit ervan.
Trucjes helpen je niet meer, of anders in elk geval niet lang meer, om aan de top te komen, laat staan om daar te blijven. Vele duizenden websites zijn verloren gegaan, omdat ze zich bezighielden met dit soort praktijken.
En omdat veel vermeende “SEO-experts” van “vroeger” niets anders deden dan trucjes uithalen en dupliceren, zonder al teveel kennis van zaken, zijn veel van hen hun werk kwijtgeraakt:
Zoals ik in de terugblik op vorige week al zei, is consistente informatie over je bedrijf cruciaal. En daarmee komen we op het gebied van lokale SEO. Maar lokale zoekmachineoptimalisatie is iets aparts… Bij lokale SEO zorg je er natuurlijk voor dat je bedrijf op zoveel mogelijk directory sites correct en bovenal consistent staat vermeld.
Maar je gaat verder. Je zorgt ervoor dat je site voorzien is van de juiste schema.org markup voor lokale bedrijven, je zet een Google Maps op je contactpagina, evenals je openingstijden (die je ook weer met schema.org markeert).
Verder stel je Google Publishership in, voorzie je je blogberichten van Google Authorship en verder richt je je erop om goede, interessante en lokaalgetinte content te publiceren. Dan heb ik het niet over content produceren om maar content te produceren. De content die je publiceert moet natuurlijk wel een doel hebben.
Vanaf dat ik ben begonnen met de site www.reputatiecoaching.nl, heb ik me naast het opbouwen en onderhouden van een goede reputatie online, gericht op lokale SEO. En natuurlijk lees ik nog steeds alle informatie en ontwikkelingen die ik maar kan vinden over lokale SEO. Zo kan ik zelf bijblijven en zie ik wat er in de wereld om ons heen hierover wordt gepubliceerd.
Maar wat is nu het doel van lokale SEO?
Het doel van lokale SEO is ervoor te zorgen dat jouw bedrijf goed wordt gevonden in de omgeving. Dat kan dus zijn dat mensen op een smartphone voorzien van een GPS-ontvanger een bedrijf in de buurt vinden, of dat mensen bijvoorbeeld intypen: “elektricien in Alpen aan den Rijn”. Dit laatste geeft dus aan, dat men zoekt naar een specifieke expertise in een bepaalde plaats.
Bij dit soort zoekpogingen kun je je namelijk op veel meer manieren dan alleen met je eigen website profileren en onderscheiden van je collega’s. Hoe? Door meer op te vallen. Het begint ermee, dat je bij voorkeur moet worden vertoond in de lokale zoekresultaten, dus de resultaten die Google toont in het rijtje van “A” t/m “G”. In de show notes heb ik een voorbeeld opgenomen voor de zoekterm “tandarts Beuningen”:
Wat valt je op in dit plaatje? Ik weet vrijwel zeker dat je aandacht niet werd getrokken door de nummer 1 in dat overzicht, maar de nummer 2. In de screenshot op de site kun je namelijk zien dat het bedrijf op de “B”-positie maar liefst 13 reviews of recensies heeft en een gemiddelde beoordeling van zo’n viereneenhalve ster uit vijf. Dat valt op! En dus klikken mensen daarop…
Al surfend op Internet en pratend met andere mensen hoor ik dikwijls bakerpraatjes, sprookjes of andere fabels over lokale SEO. Daarvan wil ik er een vijftal met je delen…
Fabel 1: Door je Google+ vermelding te claimen, kom je aan de top!
Helaas, er is niet “één weg naar de top” en je kunt de weg naar de top ook niet afsnijden. Dus door alleen je Google+ vermelding te claimen, vliegt je vermelding echt niet door het dak van de zoekresultaten. Goede SEO en ook lokale SEO is een heel spectrum aan acties die je doet en moet blijven doen. Maar het claimen van je vermelding kan wel het verschil bepalen tussen net wèl of net níet in de lokale resultaten worden vermeld.
Zo hebben we hier in Apeldoorn bij ons in de straat een kinderdagverblijf. Dit bedrijf werd niet gevonden, als je zocht op “kinderdagverblijf Apeldoorn”. Een paar weken geleden heb ik de eigenaresse een mailtje gestuurd, dat ze eens haar Google+ pagina moest claimen en verifiëren. En wat schetstst mijn verbazing? Toen dat was gebeurd, belandde haar bedrijf “Kinderdagverblijf de Vlindertuin” in elk geval op de “G”-positie op de zoekterm “kinderdagverblijf Apeldoorn”:
Daaruit lijkt te blijken dat het dus wel kán helpen, evenals honderden andere acties, overigens. Zo verwacht ik, dat als de eigenaresse nu doorgaat met het verzamelen van reviews en ze teminste vijf reviews heeft, waardoor de sterretjes worden vertoond, het bedrijf wel eens een plaatsje hoger zou kunnen stijgen in de lokale resultaten. Ze is ermee bezig, dus we zullen het zien.
Maar wat op je Google+ pagina minstens zo belangrijk is, is het instellen van de juiste categorie. Zo helpt het voor een tandarts om de vermelding aan te passen in “tandarts” en niet te laten staan op “lokale vestiging/interessante plaats”. Want deze laatste is wat Google vaak standaard aan bedrijven toekent. Heb jij al gecontroleerd, hoe jij te boek staat bij Google+? Staat voor jouw bedrijf de categorie wel goed? Hoelang geleden heb je het gecontroleerd? Want soms wil dit ook nog wel eens veranderen, doordat Google zelf tot ander inzicht komt op basis van informatie die het op Internet vindt. Controleer dus de categorie van je bedrijfspagina op Google+ eens per paar maanden.
Fabel 2: Links tellen niet meer mee, maar citations zijn de nieuwe links
Ik zeg wel eens gekscherend dat links niet meer relevant zijn en zeker niet voor lokale SEO. Dat bedoel ik niet letterlijk. Wat ik daar maar mee wil aangeven, is dat je als lokale ondernemer en eigenaar van een website zelf drukker moet maken om goede en consistente citations, dan om links naar je site. Want als jij je site op een aantal lokale directories en andere sites aanmeldt, krijg je al wat links naar je site.
En als je dan ook nog eens goede, interessante en educatieve content biedt, dan gaan andere websites ook automatisch naar jouw site of jouw blogberichten linken.
Nu ik het over blogberichten heb: het instellen van Google Authorship voor je blogberichten bezorgt je overigens ook geen betere positie in de zoekresultaten. Maar doordat je foto mogelijk vertoond wordt door Google, kan dit het aantal kliks naar je site verhogen, waardoor je dan uiteindelijk wellicht iets stijgt in de zoekresultaten.
Terug naar links en citations. Hiervoor geldt wel dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Dus zorg ervoor dat je ook citations krijgt op kwalitatief goede sites. Welke dat zijn? Er zijn tientallen sites, waar jouw bedrijfsvermelding eigenlijk niet mag ontbreken. Dit zijn over het algemeen de sites, die je in de zoekresultaten ziet, als je op bepaalde lokale bedrijven zoekt. Zo zul je zien dat bijvoorbeeld de volgende sites vaak de voorpagina of de tweede pagina in Google scoren, als je lokale bedrijven zoekt:
Zoek eens al je concurrenten op en zie op welke verzamelsites zij worden vermeld. Zo vind je snel en eenvoudig een overzicht van alle verzamelsites, waar jij ook jouw bedrijf moet aanmelden.
Fabel 3: Actie op sociale media heeft geen zin
Het posten van links op de sociale media heeft in elk geval geen zin, dan klopt. Dit komt doordat Google en andere zoekmachines links in de sociale media niet meetellen om de positie van jouw website in de zoekresultaten te bepalen. Dus vanuit dat oogpunt klopt deze fabel.
Echter, het delen en promoten van jouw content via de sociale media, draagt bij tot het onder de aandacht brengen bij een groter publiek. En naarmate je publiek groter is, neemt ook de kans toe, dat mensen op hun website(s) naar jouw content gaan linken. En dat soort links tellen vaak wel mee voor je rankings. Door goede content te produceren, trek je links aan… Dus dan doe je niet aan “linkbuilding”, maar is het resultaat van jouw inspanningen “linkearning”: je verdient ze!
Fabel 4: Hoe meer Google+ posts en volgers, hoe beter!
Toegegeven: actief zijn op Google+ kan helpen met je SEO-acties en kan een positief effect hebben. Al was het alleen maar, omdat Google+ natuurlijk ook een Google product is. Echter, Google ziet tegenwoordig echt wel het verschil tussen goede content en belabberde content.
Dus enkel maar content produceren, om content te produceren op Google+ heeft geen zijn, evenals het kopen van volgers op Google+ (of Twitter, Facebook enz.). Tuurlijk helpt het, als mensen op Google+ met duizenden volgers jou noemen of linken naar een post van jou. Is het niet nu, dan is het wel in de toekomst, als Google nog meer waarde gaat hechten aan autoriteit op Internet.
Fabel 5: Gebruikerservaring is niet relevant
Doordat tegenwoordig iedereen smartphones heeft en al meer zoekpogingen worden gedaan vanaf mobiele apparaten, dan vanaf desktops, telt de gebruikerservaring juist erg mee. Je website moet standaard op smartphones goed worden vertoond, dankzij responsive webdesign, als op desktops. Je moet goede kleuren gebruiken en de juiste CTA’s (ofwel: “Call To Actions”) plaatsen.
De klant moet centraal staan. Dus ook je content: die moet niet zijn geschreven voor zoekmachines, maar voor je klanten of prospects. Video is tegenwoordig erg hot, dus als jij video gaat inzetten kan dat ook ertoe bijdragen dat de gebruikerservaring van bezoekers van je website verder stijgt en de kans dat ze jou kiezen om business mee te doen, toeneemt.
Naast de fabels hoor ik ook allerlei excuses van ondernemers, waarom zij niets aan lokale SEO doen. Globaal gezien vallen ze eigenlijk altijd onder te verdelen in 7 categorieën:
En we blijven nog even bij lokale SEO. Je kent ongetwijfeld Foursquare en ik ga ervan uit dat je je bedrijf daar ook hebt aangemeld en je bedrijfsvermelding hebt geclaimd. Zo niet, doe dat dan snel. Want de waarde van Foursquare als provider van gegevens over lokale bedrijven, neemt hand over hand toe. Dus moet je met je bedrijf toch echt op Foursquare staan.
In elk geval kon je tot op heden altijd inchecken in de standaard Foursquare app. Dat was überhaupt één van de eerste activiteiten, die je in de app kon doen. Maar Foursquare heeft aangekondigd dit binnenkort uit de app te halen en onder te brengen in een aparte app, met de naam “Foursquare Swarm”.
Volgens Foursquare zijn er eigenlijk twee typen gebruikers van de app:
* de groep die het gebruikt voor lokaal zoeken en ontdekken
* de groep die het gebruikt om overal in te checken, vrienden te vinden als sociaal platform
Dus ligt het voor de hand de app ook op te splitsen voor deze twee doelgroepen, volgens Foursquare. En dat is nu precies wat ze gaan doen. Het bedrijf schrijft hierover:
In the near future, the Foursquare app is also going to go through a metamorphosis. Local search today is like the digital version of browsing through the Yellow Pages (remember those?). We believe local search should be personalized to your tastes and informed by the people you trust. The opinions of actual experts should matter, not just strangers. An app should be able to answer questions like ‘Give me a great date dinner spot’ and not just ‘Tell me the nearest gas station.’
We’re right now putting the final touches on this new, discovery-focused version of Foursquare. It’ll be polished and ready for you later this summer.
We zullen zien wat dit in de toekomst voor het bedrijf zal betekenen.
Vrijwel iedereen kent Zoover, veel mensen kennen iens.nl, sommigen hebben wel eens een recensie achtergelaten op TrustPilot en een tijdje geleden heb ik aandacht besteed aan MeetingRoomReview, een reviewsite speciaal bestemd voor vergaderlocaties.
Een tijdje geleden is er een nieuwe reviewsite bijgekomen, te weten: Buenoo, met dubbel ‘o’, om enige associatie met de bekende kinderchocolade te vermijden. En natuurlijk staat het ook voor “goed”, hetgeen een aardige binnenkomer is voor een reviewsite.
Op de site kun je het volgende erover lezen:
Buenoo staat voor een positief consumentenoordeel van uw bedrijf, instelling of vereniging. Wanneer de consument uw product of dienst met een voldoende beoordeelt, behaalt uw onderneming de “Buenoo” status. De consument kan daarnaast ook zijn of haar positieve ervaring delen via social media en hiermee uw onderneming aanbevelen. Mond-tot-mond reclame op grote schaal.
Indien de consument uw onderneming negatief beoordeelt, stelt Buenoo u in staat deze ervaring in te zien, zodat u als onderneming deze negatieve ervaring om kan zetten naar een positieve ervaring.
Het is een interessant concept, dat ook al wel door anderen wordt toegepast. Maar hoe werkt het precies?De site beschrijft dit als volgt:
Ondernemingen nodigen klanten uit hen online te beoordelen via de Buenoo ervaringsmeter. Via een tablet, online, per mail of unieke code, welke wordt meegeven op kassabon of flyer, kan de consument zijn ervaring online beoordelen via Buenoo.nl.
De ervaring kan beoordeeld worden met een cijfer tussen de 0 en 10. Hoe hoger het cijfer, hoe positiever de ervaring! Indien de consument ontevreden is en de ervaring beoordeelt met een score lager dan 6, wordt er gevraagd om een toelichting.Via de 24*7 beschikbare klanttevredenheidsmonitor kunnen ondernemingen hun beoordelingen inzien. Wanneer er een negatieve beoordeling wordt gegeven krijgt de onderneming hier automatisch een melding van. De onderneming heeft vervolgens 10 dagen de tijd hier op te reageren en de negatieve ervaring positief af te sluiten.
Op Buenoo.nl kan de consument de beste ondernemingen per rubriek en regio ontdekken. Komt een bedrijf gemiddeld onder de 6 dan valt deze van de website af en wordt dit bedrijf gestimuleerd om tevreden klanten te genereren.
Zo te zien is de service nog niet zo lang actief. Toch is er al een aantal bedrijven dat er gebruik van maakt. Op dit moment zijn de volgende branches vertegenwoordigd:
Ik vind het een mooie en rustig ogende site om te zien. Er is veel witruimte, hetgeen het lezen vergemakkelijkt. Wat me wel opvalt, is dat er bij elk bedrijf slechts één foto wordt vertoond. Als je met een dergelijke site aandacht wilt trekken, moet je dat volgens mij met meer visuals doen, zoals meer foto’s, video’s en waar mogelijk ook Google Bedrijfspanorama’s.
De komende week zal ik mijn best doen om in contact te komen met de personen achter Buenoo, om te zien of ik die volgende week in de show kan hebben voor een interview. Wordt vervolgd!
Omwille van de privacy van de ondernemer zal ik de naam niet bekend maken, maar ik kreeg laatst een mailtje met het verzoek of ik even in de WordPress installatie wilde kijken, omdat die was gehackt. Dat is altijd ellendig!
Uiteindelijk is alles opgeschoond en heeft deze ondernemer ook WordFence geïnstalleerd. “WordFence” is een beveiligingsplugin voor WordPress. Er is een gratis versie en een premium versie, die US$39 per jaar kost. In de show notes, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/77 heb ik ook een link naar deze plugin opgenomen, voor het geval je er meer over wilt weten. Binnenkort zal ik deze plugin eens onder de loep nemen en er een artikel over schrijven. ’k Heb het meteen even als een actie genoteerd, om te voorkomen dat ik het vergeet. Wat ik al wel heb gedaan, is de plugin geïnstalleerd op een tweetal sites, om te zien wat die zoal in de gaten heeft, om je dan binnenkort echte ervaringen uit de praktijk te kunnen geven.
Maar wat is nu hacking? Hoewel het vroeger een positieve betekenis had, is dat tegenwoordig wel anders. Hacking wordt geassocieerd met illegale, technische praktijken om ongeoorloofd toegang te krijgen tot computers, bestanden en informatiesystemen. In het geval van WordPress is het de hackers er vaak om te doen om onzichtbare of soms zichtbare content op je site te plaatsen, bijvoorbeeld om extra backlinks te creëren. Je ziet deze praktijken vaak voor websites die worden geassocieerd met gokken, Viagra-achtige pillen of porno.
Soms kan het ook voorkomen dat er pagina’s op je site worden geplaatst, waarmee hackers proberen te phishen naar loginnamen en wachtwoorden. En ook kan het voorkomen dat je site wordt omgeleid naar een heel andere, spammy site.
Wat je ook vaak ziet is dat zogenaamde malware wordt geïnstalleerd. Dit is kwaadwillige software die is bedoeld om een systeem te ontwrichten of om privé-informatie te achterhalen. Ook kan op die manier virussen, spyware, Trojaanse paarden en andere foute software worden verspreid.
Hoe kun je nu voorkomen dat je WordPress wordt gehackt? Natuurlijk doe je al je best om de meest recente versie van WordPress steeds te installeren, vlak nadat die is uitgekomen. Maar dan nog loop je risico. Zo kan het zijn dat je nog steeds als admin-user, de gebruiker met de naam “admin” hebt. Dat is je eerste verdedigingsmaatregel: het veranderen van de gebruikersnaam van de admin-user. Want vrijwel alle geautomatiseerde tools die met brute kracht proberen wachtwoorden te achterhalen, loggen in met de gebruiker “admin”.
Voor de rest loop je altijd een risico met plugins: die kunnen mogelijk foute code bevatten. Maar het kan ook buiten je eigen omgeving liggen, namelijk in de software die op de webserver draait, zoals Apache, nginx, PHP of MySQL. Ook deze pakketten bevatten fouten die soms kunnen worden misbruikt om illegaal toegang te krijgen.
Ik geef je vandaag een simpele en ook nog eens gratis tip, waarmee je een beetje in de gaten kunt houden of er foute content op je site staat, die je zelf niet erop hebt gezet. Surf naar Google Alerts en kies de volgende instellingen:
Reden dat je Engels instelt, is dat de meeste spam Engelstalig is. Vervolgens maak je op die manier verschillende zoekopdrachten aan met de foute trefwoorden, zoals ik die in de tabel op de site heb gezet:
In Google Alerts kun je kiezen of je de resultaten wilt zien als een RSS-feed, of dat je ze per e-mail wilt ontvangen. Kies wat jou het beste uitkomt. Ik zou e-mail kiezen, want dan wordt je wel het snelst geïnformeerd, verwacht ik.
In het plaatje dat ik in de show notes heb opgenomen heb ik gekozen voor “feed”, omdat ik zelf dagelijks RSS-feeds volg en ik zo mijn mailbox beperkt houd. Maar iedereen moet gewoon kiezen wat hem of haar het beste past. Mocht je er niet uitkomen, aarzel dan niet contact op te nemen, zodat ik je verder kan helpen.
En hiermee kom ik dan weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hooge blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
En als je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel hebt, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 77 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag kom ik nog even terug op podcast 75 van vorige week en dan met name op de Lidl. Verder heb ik twee vragen ontvangen van Frank uit Nijmegen, waarvan ik er eentje in deze podcast behandel. Ook laat ik je zien dat het mogelijk is om ergens je zakelijke profiel voor 101% te vullen.
DuckDuckGo werkt op dit moment aan vernieuwing en uitbreiding van de mogelijkheden met foto- en videosearch en lokale resultaten in een carrousel. Zometeen vertel ik je waar je de beta al kunt testen. Chrome is overigens inmiddels populairder dan Firefox en Akismet heeft mij al voor tienduizenden spamreacties behoed.
Matt Cutts zegt dat Google nog wel een tijdje zal blijven kijken naar backlinks en Google Now wordt nu wel ècht behoorlijk eng. En wil je weten waar mensen zoal lokaal naar op zoek zijn als ze iets op Internet opzoeken? Blijf dan luisteren!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als garnalenpeller, wachtcommandant, sigarenmaker, snackbarhouder, leeuwentemmer of wat dan ook te verbeteren.
Alles over deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/76. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren via iTunes en Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen of joggen…
Eerst even een leuk nieuwtje: ik heb een nieuw record gevestigd voor wat betreft het aantal downloads op één dag. Afgelopen dinsdag, 6 mei is het record van 27 november vorig jaar verbroken. Toen had ik op één dag 61 downloads. Maar vorige week dinsdag had ik er 83! Dat is dus op één dag een additionele stijging van maar liefst 22, ofwel 36%.
Normaal ben ik niet zo van de statistieken. Door de jaren heen heb ik losgelaten om er dagelijks naar te kijken. Het gaat mij erom dat er nog steeds mensen luisteren en dat er een groei in zit. Maar omdat ik best erg benieuwd was, waardoor deze piek in het aantal downloads was veroorzaakt, ben ik iets verder in de statistieken gedoken.
Het blijkt dat die dag vrijwel alle podcasts die ik ooit heb gemaakt, zijn beluisterd of gedownload. Ik zie namelijk geen verschil tussen mensen die podcasts online beluisteren of die een podcast eerst downloaden in een podcatcher en daarna pas beluisteren. Dit zou kunnen betekenen dat één nieuwe luisteraar zich gewoon heeft geabonneerd en zijn of haar computer de opdracht heeft gegeven ook alle eerdere podcasts te downloaden.
Vorige week vertelde ik in podcast 75 dat Lidl de populairste winkelketen op Facebook is. Het leuke was, dat ik meteen de volgende dag een tweet van Wiebe Govers kreeg; hij is een social media specialist bij Lidl Nederland. Ik weet niet of hij dé social media specialist is, maar dat maakt ook niet uit. Hij stuurde mij in elk geval de volgende tweet:
Goed om te zien dat Lidl dus op Internet monitort wat er wordt geschreven over het bedrijf en leuk dat men dan de moeite neemt even te reageren.
Echter, hoewel in de tweet wordt gezegd dat Google+ een onderdeel is van de social media presence van Lidl, liet ik je in de vorige podcast zien dat hier nog erg veel werkt te doen is, om dit goed op te poetsen, zodat het rendement maximaal is.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag… Oh nee, nog even kort een blunder die afgelopen week in diverse discussiefora en Google+ communities circuleerde… Het was een fout in IMDb, de Internet Movie Database. De pagina op IMDb over de film “This is the Spinal Tap” werd namelijk in de zoekresultaten vertoond met een score van 8 uit 11… Dat zie je niet vaak:
In de show notes heb ik een screenshot daarvan opgenomen. Als je in de onderliggende HTML-code gaat kijken, dan zie je dat bij de markup “bestRating” inderdaad 11 staat:
Natuurlijk staat het je vrij om in schema.org daar elke waarde in te vullen, maar over het algemeen zijn 5 of 10 wel het meest gangbaar. Hoelang zal het nog duren tot mensen dit gaan misbruiken en bijvoorbeeld 99999 uit een schaal van 100.000 gaan vertonen? Ik hoop dat Google daar vóór die tijd een stokje voor steekt.
En dan nu echt over op de onderwerpen voor vandaag.
IMDb is niet de enige site waar dit soort dingen gebeuren…
Afgelopen weken heb ik de Jeugdtandarts Waalsprong in Lent geholpen om zichzelf beter en vooral prominenter online te presenteren. Een actie daarbij was het vullen van het bedrijfsprofiel op de website allebedrijveninnijmegen.nl.
Dat heb ik blijkbaar boven de verwachting van Allebedrijvenin gedaan, want als je op dit moment gaat kijken, dan kun je zien dat het profiel voor 101% gevuld is. Ik vraag me af hoe een profiel verder gevuld kan zijn, dan dat het is. “Vol is vol”, zou je toch zeggen… Inmiddels heb ik allebedrijvenin er ook op attent gemaakt en ik denk dat dit binnenkort is verholpen:
Afgelopen week ontving ik twee vragen van Frank Grootaarts uit Nijmegen. De eerste vraag ging over hoe ik een webpagina had gemaakt, waarop ik bezoekers steeds op een andere website om reviews vraag, om zo de reviews te spreiden. Dit is nogal technisch, dus dat behandel ik liever niet in de podcast. Maar ik heb al in de planning staan, om hier binnenkort een aparte blogpost aan te wijden.
De tweede vraag van Frank was:
Dag Eduard,
Ik vroeg mij af of de door google voorgestelde “mooiere” URL is aan te passen.
Ikzelf heb deze URL nog steeds niet geclaimed omdat ik bang ben dat ik er dan aan vast zit en hem nooit meer kan wijzigen.
Of is deze nog te wijzigen op het moment dat je deze claimt?
Ik zie dezelfde vraag vaker op internet voorbijkomen maar schijnbaar weten weinigen hoe dat nu precies zit. Misschien een onderwerp voor in de blog?Groetjes,
Frank Grootaarts
Ja Frank, dankje voor je inzending en ik vind het inderdaad een goede topic voor de podcast. En natuurlijk komt de transcriptie hiervan weer op de site in de vorm van een blogartikel. De volledige tekst van deze podcast kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/76.
Hoe zit dat nu met vanity URLs op Google+? Allereerst vind ik het heel goed van Frank, dat hij niet koste wat het kost de vanity URL heeft geclaimd, op het moment dat Google die voorstelde. Want inderdaad, die kun je naderhand echt niet meer wijzigen!
Het lijkt niet allemaal duidelijk. Frank, als ik de Google+ pagina van je bedrijf opzoek, dan zie ik dat je URL www.grootaarts-nijmegen.nl is. Mijn verwachting is dat Google jou één van de volgende vanity URLs voorstelt:
plus.google.com/+GrootaartsEuronicsNL
plus.google.com/+GrootaartsEuronicsNijmegen
plus.google.com/+GrootaartsNijmegenNL
Ik kan me goed voorstellen dat je met geen van deze suggesties blij mee bent, want hoewel dit formeel “vanity” URLs zijn, zijn die niet echt gemakkelijk te communiceren over bijvoorbeeld de telefoon. En ik denk ook, dat Google je niet toestaat om ’m te wijzigen in bijvoorbeeld: +GrootaartsNijmegen of +Grootaarts. Wat zeker niet mag, is iets met Euronics erbij in de vanity URL.
Het enige wat je meestal kunt, als Google jou een voorstel doet voor een vanity URL, is de interpunctie aanpassen: dus dan mag je ergens een punt of een minteken tussen zetten. Ook mag je variëren met hoofd- en kleine letters voor het visuele aspect. Maar daar houdt het dan wel mee op.
Hoe komt dit allemaal en hoe bepaalt Google de vanity URL voor Nederlandse domeinnamen? Tja, ik weet het ook niet voor 100%, want ik liep laatst ook weer tegen een voorgestelde vanity URL aan, voor een Nederlandse website, die wèl heel mooi was en ik dus meteen heb geclaimd uit naam van de eigenaar.
In elk geval weet ik wel, dat Google voor Nederlandse domeinnamen (die dus eindigen op “.nl”) standaard in vrijwel alle gevallen eist dat de vanity URL eindigt op “NL”. Hoewel ik laatst dus een uitzondering had, waarbij dit niet vereist was, heb ik het voorheen altijd voor alle “.nl” domeinnamen als eis gezien. Meestal wordt de bedrijfsnaam als voorvoegsel gebruikt en soms komt de plaatsnaam er nog tussen.
In Frank zijn geval is de bedrijfsnaam “Grootaarts Euronics”. Op basis van wat ik nu net vertelde, snap je dan ook hoe ik tot de voorgestelde vanity URLs kwam. Hoe zou je dit alles nu mogelijk kunnen omzeilen en bijvoorbeeld +Grootaarts als vanity URL kunnen claimen? Ik denk dat ik daar een mogelijke oplossing voor heb. Ik moet je wel eerlijk vertellen, dat ik die nog nooit heb geprobeerd. Maar mijn vermoeden is gebaseerd op de wetenschap dat voor domeinnamen die eindigen op “.com” geen landtoevoeging door Google wordt vereist.
Stel dus dat Frank ooit in het verleden ook de domeinnaam grootaarts.com heeft geclaimd… Begint er dan een lampje te branden? Krijg je een idee over hoe je het dan wellicht kunt oplossen? Nee? Laat ik het uitleggen hoe ik het zou proberen…
Als Google je nog geen vanity URL heeft voorgesteld, komt je zakelijke Google+ pagina namelijk blijkbaar nog niet ervoor in aanmerking, omdat je niet aan alle voorwaarden voldoet. Die voorwaarden zijn:
Gemakshalve ga ik er nu vanuit dat Google je al een vanity URL heeft voorgesteld, maar dat je die niet wilt, omdat je de voorgestelde vanity URL niet mooi genoeg, te lang of te complex vindt. En natuurlijk moet je eigenaar zijn van de .com domeinnaam voor je bedrijf.
Dan zou ik om te beginnen op de .com site een soort van minisite zetten, eventueel slechts één statische HTML pagina, waar je ook de adres– en contactgegevens van je bedrijf op zet en wat relevante content. Want vergeet niet, dat mensen via de lokale resultaten op die site terecht kunnen komen. Ook kun je op de mini site een link plaatsen naar je andere site om bezoekers door te sturen. Pas echter geen 301 of 302 redirect toe om alle bezoekers automatisch door te sturen, want dan werkt het sowieso niet.
Ook moet je er zeker van zijn dat de pagina kan worden bezocht door Google en dus niet is geblokkeerd door middel van “robots.txt” of een NOINDEX in de header. Bovendien moet je .com site zijn geverifieerd in Google Webmaster Tools.
Wanneer je dat allemaal voor elkaar hebt, zou ik de website in je zakelijke Google+ pagina laten verwijzen naar de .com minisite. Stel dat Frank Grootaarts dus niet “+GrootaartsEuronics” maar “+Grootaarts” zou willen hebben, dan zou ik ook tijdelijk de bedrijfsnaam in Google+ wijzigen in “Grootaarts”. Die moet dan dus als primaire bedrijfsnaam worden aangemerkt.
Op dat moment kun je gaan kijken wat Google voorstelt als vanity URL. Nogmaals, ik heb het niet getest, en het voorgaande is dus puur gebaseerd op mijn ervaring en een aantal veronderstellingen. Maar ik denk dat Frank in zijn geval dan één van de volgende twee mogelijkheden krijgt:
Mocht jij deze exercitie in willen gaan, neem dan gerust contact op, als je er graag hulp bij hebt. Want ik ben hier om je te helpen en het zou tenslotte erg jammer zijn als je ergens in het proces een foutje maakt.
Zo, dat was een heel stuk over de vanity URLs in Google+. Als jij een vraag, tip of suggestie hebt ten aanzien van Google+, dan kun je die gerust stellen onderaan de show notes op www.reputatiecoaching.nl/76.
DuckDuckGo zal haar zoekmachine binnen nu en ongeveer een maand vernieuwen. Maar het nieuwe eendje is nu al voor iedereen toegankelijk om te testen. Als je surft naar next.duckduckgo.com kun je alvast een kijkje nemen om te zien hoe het gaat worden.
Zo kun je nu niet alleen zoeken op gewone trefwoorden op pagina’s van websites, maar je kunt ook zoeken naar afbeeldingen, video’s en plaatsen. In de show notes heb ik een tweetal screenshots opgenomen, om je te laten zien hoe dat er nu uitziet voor afbeeldingen:
en video’s:
En nu blijkt maar eens temeer hoe belangrijk het is, dat jij met je bedrijf ook in Yelp vermeld staat. Niet alleen omdat je dan daar ook reviews kunt verzamelen, maar helemaal omdat DuckDuckGo, evenals Apple Kaarten, de lokale plaatsen zoekt op Yelp…
En als je wel op Yelp vermeld staat, maar je pagina niet hebt geclaimd en er geen foto’s bij je bedrijfsvermelding op Yelp staan, dan zie je wat je zelf in de show notes kunt aanschouwen… Er worden zeven plaatsen vertoond voor de zoekterm “fotograaf nearby Apeldoorn”, waarvan slechts eentje wordt vertoond met een foto èn reviews! De rest zijn grijze vlakjes en 0 reviews:
Nu is DuckDuckGo natuurlijk maar een miniem kleine speler in het veld van de zoekmachines en al helemaal in de lokale zoekresultaten, maar je weet nooit hoe het in de toekomst zal gaan. Google kwam eigenlijk ook vrijwel opeens uit het niets opzetten en heeft zich weten te ontwikkelen tot een online supermacht.
Een andere uitbreiding van de nieuwe DuckDuckGo is overigens dat het nu ook suggesties geeft voor je zoektermen, net als Google doet, sinds de “Caffeine”-update.
Ik zal het je melden, zodra de nieuwe versie van DuckDuckGo live te zien is op de hoofdsite.
Waar Chrome toeneemt in populariteit, gaat dit ten koste van Firefox. Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse bedrijf “Net Applications” waarover ik las op CNET:
Het gebruik van Chrome groeide in van 17,5% in maart naar 17,9% in april. En in dezelfde periode daalde het gebruik van Firefox van 17,2% naar 17%. Microsoft Internet Explorer staat nog steeds bovenaan met maar liefst 57,88%. Safari wordt gebruikt door een schamele 5,66% van de surfende Amerikaanse populatie.
En dan eens wat anders… Ik vertelde je in podcast 74 dat ik een nieuw mengpaneel heb aangeschaft. Dus de afgelopen twee podcasts zijn uitgebracht met de nieuwe apparatuur. Waar ik nu benieuwd naar ben, is of jij vindt dat het geluid beter is geworden, of slechter.
Want ik kan natuurlijk wel iets vinden, maar het gaat om de luisteraars… Dus ook om jou! Dus om wat jij ervan vindt!
Laat het me weten en post een reactie onderaan de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/76. Heb je verder nog tips, vragen of ideëen, dan mag je die daar ook gerust posten. Jouw bericht zal ongetwijfeld door het spamfilter komen.
Want, om je een idee te geven: het Akismet spam filter heeft inmiddels sinds dat ik in december 2012 met de site ben begonnen, al 29.728 spamberichten geblokkeerd, waarvan 23.589 in de laatste zes maanden met een accuraatheid van 99,97%.
Dat houdt in dat in die bijna 30.000 berichten het filter per ongeluk één bericht ten onrechte als spam heeft gemarkeerd en slechts 7 spamberichten heeft doorgelaten:
Dus als jij WordPress gebruikt, maar Akismet nog niet hebt geactiveerd, dan ben ik benieuwd hoeveel spamreacties jij wekelijks krijgt en hoeveel tijd je ermee kwijt bent, om ze te screenen en dan handmatig te verwijderen.
Ik keek nog even terloops op de website van Akismet en schrok me een hoedje toen ik zag hoeveel spamberichten Akismet wereldwijd door de jaren heen al heeft gedetecteerd en verwijderd. Heb je een idee? In de show notes heb ik een screenshot opgenomen. Daarop kun je zien dat toen ik gisteravond keek, Akismet inmiddels al 139 miljard, 286 mijloen, 839 duizend 242 spamberichten heeft afgevangen. Ongelofelijk!
Maar wat doe jij eigenlijk op jouw site? Accepteer je gewoon geen reacties? Of gebruik je een captcha, of heb je ook één of ander spamfilter draaien, om te voorkomen dat jouw weblog vervuild wordt door spam? Deel het met de andere luisteraars van de podcast en post je reactie onderaan de show notes.
Zo rollen we van spamberichten op je weblog naar zoekmachine spam. Matt Cutts heeft ook deze week weer een video gepost. De vraag waar hij op ingaat in deze video, luidt:
Google heeft de search markt in de jaren ’90 een revolutie gebracht door backlinks naar sites en pagina’s te gebruiken als ranking factor, in plaats van alleen de content, zoals anderen toentertijd deden. Maar diverse updates van Panda en Penguin laten een overduidelijke verschuiving zien naar kwalitatief goede content. Gaan backlinks hierdoor inboeten aan relevantie?
Matt antwoordt hierop dat hij verwacht dat backlinks de komende jaren echt nog relevant blijven. Maar wat Google probeert te realiseren is het uitvogelen hoe een expertgebruiker zou kunnen zeggen dat een bepaalde webpagina de vraag van de Internetter echt beantwoordt.
In de toekomst zullen backlinks minder belangrijk worden, wanneer Google onomstotelijk kan vaststellen dat bepaalde artikelen van specifieke auteurs afkomstig zijn. Dit zou Google helpen om te zeggen: “Deze persoon is een expert in dit vakgebied en dus is dit goede content.”.
Maar nu Google nog steeds niet echt weet wie iets geschreven heeft, wordt Google beter en beter in het begrijpen van taal. De gebieden waar Google de komende paar maanden tijd en moeite in investeert, is te onderzoeken hoe zij meer kan functioneren als een soort van “Star Trek”-computer, dus: conversationeel zoeken. Dus het soort zoeken, waarbij je kunt praten tegen een machine, waarbij de machine jou begrijpt, zonder dat je echt trefwoorden hoeft te gebruiken.
En om te begrijpen wat iemand zegt, zoals bijvoorbeeld in de vraag: “Hoe groot is Justin Bieber en wanneer is hij geboren?”. Google wil in staat zijn om dan dus te interpreteren dat “hij” in het tweede deel van de vraag ook slaat op Justin Bieber. Maar daarvoor moeten de algoritmes beter in staat zijn om natuurlijke taal goed te begrijpen.
Dus wanneer Google beter in staat is te bepalen wie ècht een bepaald artikel heeft geschreven en wat de èchte betekenis van die content is, evenals de exacte vraag van de gebruiker, dan zal het belang van links afnemen.
Hij spreekt aan het einde van de video de verwachting uit dat Google de komende jaren nog steeds backlinks zal gebruiken om in de basis de reputatie en de relevantie van sites en pagina’s te bepalen.
Google haar hoogste doel is om je de voor jou relevante content aan te bieden, nog vóórdat je de vraag hebt uitgesproken. Dat roept het bedrijf al jaren. Sceptici onder ons dachten eerst dat dit moment nooit zou komen, omdat je geen telepatisch algoritme kunt ontwikkelen, dat in de hoofden van de mensen kruipt en zo de gedachten leest, voordat ze concreet worden gecommuniceerd.
Maar daar lijkt nu verandering in te komen. Ik heb het in het verleden ook al eens gehad over Google Now. Zo vertelde ik in podcast 23 op 5 mei 2013 dat Google Now al enigszins voorspellingen ging doen. Toen waren het nog relatief simpele adviezen, zoals bijvoorbeeld reistijd naar locaties waar je vaker bent geweest, het weer op de locatie waar je bent, de koersen van aandelen die ooit in je mail hebben gestaan enzovoorts.
Maar Google tilt het voorspellende karakter van de Google app op Android nu naar het volgende niveau. Als je ooit in het verleden naar een bepaald product hebt gezocht en je stapt een winkel binnen, waarvan Google weet dat het dat product verkoopt, dan krijg je automatisch een bericht in de vorm van een reminder, dat je daar ooit naar op zoek was.
Brrr… dat wordt nu echt aardig scary. Zeker als je in het verleden bepaalde expliciete zoektermen hebt ingetypt, bijvoorbeeld als je ooit in al je onschuld onderzoek hebt gedaan naar heroïne of andere zaken die niet legaal zijn. Stel je loopt langs een plek, waarvan Google weet dat het daar wordt verkocht en je krijgt een reminder, terwijl je partner nietsvermoedend even onschuldig meekijkt, wie je nu weer een WhatsAppje stuurt… Ik denk dat je dan iets hebt uit te leggen… En zo kan ik nog veel potentieel ergere situaties bedenken…
Het is belangrijk dat je goede en bovenal actuele informatie op je website toont, zoals je openingstijden, je adres enzovoorts. Want dat is toch echt het soort informatie, dat mensen online zoeken… Nog meer op hun smartphone, dan op een desktop of tablet.
Uit een onderzoek onder 4.500 mensen bleek dat mensen die op hun smartphone online op zoek waren naar informatie over lokale bedrijven, het volgende zochten:
Dit geldt voor mobiel. De getallen voor desktops en tablets liggen lager:
Uit het onderzoek bleek ook dat 88% van de smartphone gebruikers en 84% van de tabletgebruikers lokale bedrijven zochten.
Ook uit deze getallen blijkt eens temeer dat je altijd actuele informatie op je site moet tonen en dat je site ook voor mobiele gebruikers goed toegankelijk moet zijn.
Met deze conclusie kom ik dan weer aan het einde van deze podcast. Ik zou nog wel een uur door kunnen gaan met het delen van informatie en nieuws, maar hey, ik moet ook weer wat voor volgende week overhouden. Anders heb ik dan misschien niets te vertellen. Dus stop ik er nu mee voor vandaag.
Voordat ik overga op de afkondiging, wil ik nog even kwijt dat ik vanavond weer te vinden ben in het ACEC gebouw in Apeldoorn, op de avond van de Social Media Club Apeldoorn, ook bekend onder de hashtag SMC055 (#SMC055). Het onderwerp vanavond is “Media en Social Media”. Brechtje de Leij, hoofd productontwikkeling bij Sanoma (NU.nl) komt hier meer over vertellen, dus het belooft weer een interessante en leerzame avond te worden…
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hooge blijven, volg me dan op Twitter, via @reputatiecoach1. Ik reageer over het algemeen dezelfde dag op een tweet, dus schroom niet om ook zo contact met me op te nemen.
En help mij alsjeblieft met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Laten we zien of we het aantal downloads per dag naar de drie cijfers kunnen tillen.
Surf naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast namelijk onder de aandacht van een breder publiek.
Beveel de podcast aan bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 76 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Laatst werd mijn advies gevraagd bij een slechte review. Waarom? Dat hoor je zo! Weet je overigens wat de populairste winkelketen is op Facebook? Blijf luisteren, als je het nog niet weet. Verder heb ik nieuws over het voortbestaan van Google+ en nog meer nieuws van Google. Zo heb ik een paar screenshots van hoe de carousel er in Nederland uit kan komen te zien en hoe Google in de lokale resultaten op mobiele apparaten prijzen vertoont. En ik laat je ook zien dat het belabberd is gesteld met hoe Nederlandse supermarktketens zich presenteren op Google+. Als dit je aanspreekt, blijf dan luisteren!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen. Als persoon kun je met de diverse tips ook aan de slag om online reputatie te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/75. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Even een korte terugblik naar de podcast van vorige week. Wat vind ik het belangrijkste dat je daaruit kunt leren? Niet dat Facebook posts op fanpagina’s in de zoekresultaten kunnen worden gevonden en ook niet dat Google+ mogelijk op een lager pitje wordt gezet. Als ik zo de transcriptie nog eens nalees, dan vind ik het risico dat een aantal anonieme reviews (in dit geval die van Zagat gebruikers) zo maar van je zakelijke profiel kunnen verdwijnen, door een simpele actie van Google.
Vergeet niet, dat de week ervoor, ik vertelde dat de reviews op Yahoo! Local verdwijnen, zodra iemand een review heeft gepost op Yelp, omdat die twee partijen samenwerken.
Dus richt je erop om op zoveel mogelijk review sites beoordelingen te krijgen. Richt je eerst op de grote review sites die op de eerste twee resultaatpagina’s worden vertoond als je je type bedrijf zoekt in je woonplaats, dus bijvoorbeeld als je zoekt op “herenkapper arnhem”.
En binnen de review sites die daar worden vertoond, raad ik je aan het eerst reviews te krijgen op de sites die met sterretjes worden vertoond in de zoekresultaten op Google. Waarom? Nou, doordat die sterretjes in de resultaten worden vertoond, zijn mensen sneller geneigd erop te klikken. Dus als jouw pagina bovenaan staat in een reviewsite, die sterretjes vertoont in de zoekresultaten, dan kan je dit een leuke hoeveelheid extra verkeer opleveren.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Ook al doe je als bedrijf nog zo je best, je kunt heus wel eens een slechte review krijgen van een klant of een patiënt. In podcast 67 vertelde ik je dat negatieve reviews ook best positief kunnen zijn of kunnen uitpakken:
Echter, een tijdje geleden werd mijn hulp gevraagd bij een recensie op Google+, die ik hier met je wil delen.
Wat een rotstreek van jullie en verschrikkelijk oncollegiaal en asociaal om alle patiënten te pikken van een andere praktijk om zo zelf een praktijk te starten. In elk contract staat dat je dat niet mag doen, maar ***, *** en *** hebben afgelopen tijd wel degelijk rond verteld dat ze dat gingen doen. Ook mij is het verteld, maar ik trap er niet in. Het zegt iets over hoe en wat jullie zijn. Nu maar hopen dat de mensen het inzien.
Deze review werd met één ster gepost op de Google+ pagina van een tandarts en omwille van de privacy heb ik de namen die in de review werden genoemd, verwijderd. Het lijkt erop alsof het hier een soort van vete betreft. En dit kan jou ook overkomen! Wat moet je dan doen?
Je moet weten dat Google in principe niets doet aan de reviews: het is de mening van een klant of patiënt en die zegt (als het goed is) iets over jouw bedrijf, je dienstverlening of je producten…
En de enige die een review kan verwijderen, is degene die ’m ook heeft gepost. Dat kun je simpelweg doen, door in te loggen op Google+ en dan in het menu klikken op “Reviews”, de meest rechtse keuze.
Daar aangekomen zie je een overzicht van alle reviews die je aan bedrijven hebt gegeven op Google+. Je hebt daar de volgende vier mogelijkheden:
Ik moet je overigens eerlijk zeggen dat ik niet eens meer wist dat je een foto kon toevoegen bij een review, maar het bleek dat ik dat al een paar keer onbewust had gedaan en zelfs één keer ook een video bij een review van de Hertog-Jan Brouwerij in Arcen.
Maar terug naar deze extreem negatieve review. In een geval als deze ligt het er wel heel dik bovenop, dat dit niet een gewone review is, maar dat dit “bericht” meer uit haat lijkt te zijn gepost.
Dus wat je dan kunt doen, is op het vlaggetje onderaan de recensie klikken om de review te rapporteren. Dan verschijnt het scherm, dat je in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/75 kunt zien. Hierin is onder andere te lezen dat Google misbruik van haar services heel serieus neemt:
Je moet dan je e-mailadres geven en kiezen uit één van de volgende vier mogelijkheden om de schending van de Servicevoorwaarden te typeren:
Ik adviseer je in zo’n geval dus te kiezen voor het eerste: “Dit bericht bevat haatdragende, gewelddadige of ongepaste inhoud”. Dan moet je gewoon afwachten en zien waartoe deze actie leidt en of Google nog met een terugkoppeling komt.
Ik moet trouwens wel zeggen dat ik steeds vaker terugkoppelingen krijg van Google. Zo kreeg ik vorige week ook feedback op een wijziging die ik heb aangemeld in Google Map Maker. In de mail stond dat Google het verder ging onderzoeken en er nog op terugkomt.
Onthoud deze tip, voor het geval dit jou een keertje overkomt: zo’n haatreview. Bedenk wel, dat je een “normale” negatieve review op deze manier niet kunt aanvechten. Het omgaan met negatieve reviews is weer een heel ander verhaal.
Tot zover over het melden van haatreviews.
Uit een onderzoek van het social mediabureau Socialbakers is naar voren gekomen dat Lidl in Europa de populairste retailer is op Facebook. Het bedrijf heeft namelijk meer dan 10 miljoen volgers, waarvan maar liefst 360.000 uit Nederland!
Dit las ik in een artikel op Emerce.nl. In het artikel stond ook een leuke infographic met aantallen volgers of fans van andere grote Europese supermarktketens, evenals het aantal interacties en de activiteit in customer care. Deze infographic heb ik in de show notes opgenomen:
Wat ik dan weer grappig vind, is hoe een bedrijf als Lidl, dat prominent op de eerste plaats staat op Facebook, Google+ helemaal links laat liggen… Een korte zoektocht op Google+ naar Lidl als brand, oftewel “merk” leverde niets op. Ik typte de voor de hand liggende URL in, te weten:
https://plus.google.com/+lidl
En ik kreeg een 404-error pagina:
Dat wil dus zeggen dat Lidl haar merk helemaal niet op Google heeft geclaimd. Dus ging ik verder en ging uitzoeken hoe Lidl wellicht actief was met lokale pagina’s. Een eerste voor de hand liggende zoekopdracht was:
supermarkt Apeldoorn
Dat toonde een Lidl in Apeldoorn op de “D”-positie, de vierde plaats dus:
En de desbetreffende Google+ pagina bevatte totaal geen data, waaruit ik kon opmaken dat Lidl ook maar enigszins actief zou kunnen zijn op Google+:
De pagina was niet geclaimd, niet geverifieerd en ook niet aan een website gekoppeld. Bovendien doet Lidl ook niet aan reviewmanagement, want er waren nog 0 reviews. Hetzelfde gold voor de andere twee Lidl-vestigingen in Apeldoorn.
Maar gelukkig gold dit niet alleen voor Apeldoorn. Het blijkt dat Lidl Google+ totaal links laat liggen. Want ik heb even snel tientallen zakelijke Google+ pagina’s van de Lidl gescand op enige activiteit en wat denk je: NERGENS! Lidl doet echt helemaal niets met Google+! Ongelofelijk!
En als een bedrijf zo’n platform totaal negeert, dan kan datgene ontstaan, wat je kunt zien in de screenshot op www.reputatiecoaching.nl/75:
Daarop zie je een de zakelijke Google+ pagina van de Lidl in Wageningen. Op die pagina is het zelfs zo erg, dat de ronde “profielfoto”, waar je normaal bij een bedrijf het logo verwacht, een foto bevat van een paar voetballende kinderen.
Als je dit soort verwaarlozing aantreft, dan raakt iemand als ik toch wel erg gefascineerd en zoek ik verder. Lidl is van origine Duits, dus ging ik eens kijken hoe onze Oosterburen de Lidl presenteren op Google+. En daar werd ik aangenaam verrast, want die Google+ pagina is ontzettend actief! In de show notes heb ik ook een screenshot opgenomen van plus.google.com/+Lidl_DE:
Op de pagina zag ik ook dat daar de afgelopen week nog berichten waren gepost. Ik wil niet op alle slakken zout leggen, maar die pagina zou het nog beter kunnen doen, als men er foto’s en video’s zou posten. Maar goed, het feit dat de pagina een vanity URL heeft, en ook nog eens geclaimd en geverifieerd èn recente berichten bevat, wil wel wat zeggen!
Terug naar de Nederlandse Lidl… Op de website www.lidl.nl heeft Lidl –zoals vrijwel alle grote bedrijven– een “filiaalzoeker”. Daarmee kun je snel een filiaal bij jou in de buurt vinden, op basis van postcode, plaatsnaam enzovoorts. En de filiaalzoeker toont alle gegevens van het desbetreffende filiaal. Zo heb ik eventjes de dichtstbijzijnde Lidl vestiging bij mij in de buurt opgezocht. De details die erop worden vertoond, zijn heel volledig:
Zo staan er de adresgegevens en de openingstijden op, evenals de openingstijden op feestdagen en andere gegevens.
Zal ik je verklappen hoe Lidl opeens met alle vestigingen veel hoger in de lokale zoekresultaten zou kunnen scoren in heel Nederland (en de rest van Europa)? Wil je dat weten? Het is zo simpel, helemaal voor zo’n groot bedrijf als Lidl met zoveel vestigingen. Ik zal het voor je samenvatten voor de Nederlandse Lidl organisatie:
Laat ik eerlijk zijn: dit is toch niet complex? En dit klinkt toch ook niet als “onmogelijk om te doen”? Maar waarom doen bedrijven dit dan niet? Dat vraag ik me dan af. Want hoewel ik er nog niet ben ingedoken, zal ik je vertellen dat ik mijn schoenen opeet, als Albert Heijn, Dirk of C1000 het wèl goed voor elkaar zou hebben op Google+.
Dit alles overwegende is het hele lokale overzicht voor “supermarkt Apeldoorn” een bij elkaar geraapt zooitje, waarbij de posities niet echt worden bepaald door gedegen inzicht en gerichte actie voor het creëren van presence in de lokale zoekresultaten.
Als Albert Heijn, Dekamarkt, Coop, Lidl, C1000 of Dirk hulp willen voor het beter ranken in de lokale zoekresultaten, dan mogen ze me natuurlijk altijd vragen. Maar dan loop ik tegen een probleempje aan: er is slechts plaats voor één bedrijf aan de top. Dus wie wil?
In de USA is Google ook weer aan het experimenteren met het vertonen van de lokale zoekresultaten op mobiele apparaten. Bij zoekpogingen naar hotels, restaurants en andere entertainment locaties worden nu prijzen vertoond en kun je ook zoeken op basis van prijs, beoordeling, openingstijden enzovoorts.
In de show notes heb ik een voorbeeld opgenomen, hoe de mobiele pagina met de lokale resultaten er nu uitziet in Noord-Amerika:
De vertoning in de lokale resultaten lijkt nu iets meer op de carousel, zoals die in Noord-Amerika al geruime tijd wordt vertoond op desktops. Helaas is die carousel bij ons nog niet zichtbaar en ik ben benieuwd hoelang het nog zal duren, tot die hier in Nederland ook zichtbaar wordt.
Je kunt het verschijnen van de carousel echter wel “activeren”, door een paar extra argumenten aan je zoekpoging mee te geven in de URL. Door het toevoegen van de parameters:
gl=us&hl=en
Wordt de carousel wel vertoond. In de show notes heb ik een voorbeeld opgenomen hoe het er dan uit komt te zien, als je zoekt op “hotel in apeldoorn”:
In het voorbeeld dat ik heb opgenomen, kun je zien dat het visuele aspect een grotere rol gaat spelen, zodra de carousel ook naar Nederland komt. Alle hotels in Apeldoorn die in de lokale resultaten worden vertoond hebben dit aardig op orde: er worden tenminste foto’s vertoond. Dit is anders als je zoekt op “ijssalon in apeldoorn”:
Daar zie je dat in veel gevallen een armetierig stukje landkaart van Google Maps wordt vertoond. Dat nodigt volgens mij niet echt uit tot doorklikken. En ik durf te wedden dat veel meer bedrijfstakken zichzelf opeens zouden schamen, als de carousel live gaat in Nederland.
Ik had het zojuist over supermarkten… In de show notes heb ik ook een screenshot van de carousel opgenomen, als je zoek naar “supermarkt in apeldoorn”:
Dan zie je helemaal wat ik bedoel. In de bijbehorende carousel hebben de volgende supermarkten geen foto:
Alleen bij de Dirk staat wel een foto, maar dat is geen representatieve foto voor een supermarkt, vind ik. Er staat iemand op, die een boeket bloemen overhandigd heeft gekregen. En die foto blijkt uit Vlaardingen te komen, terwijl Google die geautomatiseerd heeft geassocieerd met de Dirk in Apeldoorn, terwijl de pagina waar die foto ooit heeft gestaan, niet eens meer online is, maar een error 404 geeft!
Oh-oh-oh-ohhh… Wat ligt daar toch nog een werk te doen voor al die bedrijven!
Nog even voor alle volledigheid: ook in de VS wordt de carousel niet bij alle zoekopdrachten of trefwoorden vertoond. Dus kijk niet raar op, als je de carousel niet elke keer ziet verschijnen als je zoekt met de extra parameters die ik je zojuist heb gegeven.
En we blijven nog even bij Google… Lang geleden, in 2008, schreef Google in haar Webmaster Guidelines, dat je niet meer dan 100 links per pagina moest of kon opnemen. De reden hiervoor was, dat Google in die tijd niet meer dan 100 links per pagina kon crawlen of processen.
Maar inmiddels zijn de tijden veranderd. In november vorig jaar beantwoordde Matt Cutts deze vraag in het Webmasters videokanaal op YouTube. De desbetreffende video heb ik opgenomen in de show notes:
…There’s no limit to the number of links on your pages, so that wouldn’t be affecting how your site shows up in search results…
Mocht je dus een soort van directory site hebben, dan hoef je je geen zorgen te maken en kun je gerust meer dan 100 links op een pagina opnemen en ervan uitgaan dat al die pagina’s kunnen worden gevonden en dat de dus links worden gevolgd.
Vorige week leek het er een beetje op, dat Google+ op een lager pitje zou komen, als gevolg van het vertrek van Vic Gundotra, het voormalig hoofd van Google+. Ik heb daar toen ook een Nieuwsflits video van gemaakt:
+Amanda Blain staat rond de 20e plaats op de lijst van meest gevolgde personen op Google+. Dus zij is zeker een persoon met enige mate van invloed op de media. Het feit dat zij een dergelijke blogpost schrijft, zet toch wel aan tot nadenken.
Amanda beschrijft het zo goed in haar artikel en ik wil dat niet verpesten door je een samenvatting te geven. Daarom raad ik je aan het artikel te lezen op haar eigen site. De link naar het artikel vind je natuurlijk terug in de transcriptie en show notes van deze podcast.
Wat ik mooi vond, was het slot van haar artikel. Dat wil ik hier wel even met je delen:
Google+ IS the next big thing. The rest of you non reporters, You have a choice You can embrace Google+, and spend time educating yourself on how its a different platform, different experience and have an amazing time connecting with others. Or you can look at these pointless media “ghost town” articles that are riddled with random sources, zero facts, and written by people who have never used Google+ themselves, and choose to ignore it. Choose wisely my friends.
Tenslotte nog over dit topic: +Moritz Tolxdorff, een hoge pief van Google Ierland, antwoordde het volgende in de discussie die hierover ontstond op Google+:
…no one is moving anywhere. Everything will stay as it is.
Nou, laten we het daar dan maar op houden!
Matt Cutts heeft een komische video gepost, waarin hij het belang van goede content in de body van een webpagina onderstreept.
Hij zegt dat het natuurlijk ook essentieel is, om unieke en relevante content in het head-gedeelte van een pagina te plaatsen. Echter, veel te vaak focussen mensen zich voornamelijk op de title tag en de metadata, zonder zich echt te bekommeren om de content in het body-deel.
“Wat is het komische aan de video?”, hoor ik vragen. Welnu, ik heb de video in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/75 opgenomen. Kijk zelf maar:
Met deze komische video van Matt Cutts wilde ik eigenlijk de podcast van deze week besluiten. Maar ik kan het toch niet laten nog een video van Matt Cutts met je te delen. Reden is dat het wel een heel interessante vraag is, die Matt beantwoordt. De vraag is namelijk:
Welke criteria gebruikt Google om de <title> in de zoekresultaten te veranderen op basis van de zoekopdracht? Heeft het gebruik van schema.org daar invloed op? Of hebben H1, H2 headings meer invloed?
En de tweede vraag die wordt behandeld luidt:
Hoe komt het dat in de Google zoekresultaten niet de huidige meta title van de webpagina wordt vertoond, maar de H1 title van de HTML pagina?
Als de voorhanden HTML titel aan deze criteria voldoet, dan wordt vaak standaard gewoon de HTML titel gebruikt. Maar indien het er voor Google op lijkt, alsof de titel níet aan de criteria voldoet, dan zou een gebruiker wellicht iets te zien krijgen, wat niet gerelateerd lijkt aan zijn of haar zoekopdracht. Het is ook mogelijk dat op die manier er geen goede indruk wordt gegeven van wat er aan content op die pagina te vinden is. Dus is de kans minder groot dat de gebruiker er dan op klikt.
In die gevallen kan de programmatuur iets dieper gaan graven en kan mogelijk andere content van de pagina gebruiken om een titel samen te stellen of kijken naar de links die naar die pagina wijzen om daar tekst uit te halen voor de titel. Het kan zelfs voorkomen dat Google de Open Directory raadpleegt om een titel te genereren.
In alle gevallen moet je beseffen dat Google haar uiterste best doet om een dusdanige titel te tonen, die de gebruiker in staat stelt te besluiten om erop te klikken of niet omdat het getoonde resultaat precies díe informatie geeft, die hij of zij zoekt.
Het is niet mogelijk om exact te bepalen hoe de titel van jouw pagina wordt vertoond. Wel kun je natuurlijk anticiperen op wat de gebruiker zal gaan typen en daar je titel op af te stemmen in relatie tot de rest van je content en de context van de site.
Hiermee kom ik dan wel bijna aan het einde van deze 75e podcast. Voordat ik overga op de afkondiging heb ik nog een praktische tip voor je, om je te helpen bij het samenstellen van titels voor je artikelen.
De tip bestaat uit twee delen. Als eerste kun je in het zoekveld van Google het eerste woord of de eerste paar woorden die je in de titel wilt gebruiken, intypen. Let dan op wat Google als potentieel gerelateerde zoekopdrachten toont. Zo kwam ik ooit op de titel voor de meest populaire blogpost van mijn site, die maandelijks meer dan 1000 keer wordt bekeken. Dat is het artikel “Foto uitsnijden en achtergrond verwijderen”:
Overigens is de dienst die ik daarin aanprijs inmiddels niet meer gratis. Dat is jammer.
Een andere manier om snel een inzicht te krijgen in alle suggesties van Google, is door gebruik te maken van de tool ubersuggest.org. Daar typ je de gewenste zoekterm in en kies je Nederlands. Daarna geeft Übersuggest je alle mogelijke autocomplete suggesties van Google. In de show notes heb ik een klein stukje daarvan opgenomen, omdat de complete pagina veel te lang is.
En met deze praktische tip voor het samenstellen van een titel voor je content kom ik dan nu toch echt aan het einde van deze podcast.
Ik hoop dat je de podcast leuk vindt en dat je wilt nog meer op de hooge blijven. Volg me daartoe op Twitter, op @reputatiecoach1. En als je inderdaad wat hebt aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 75 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vorige week beweerde ik dat Facebook posts niet door Google werden geïndexeerd. Dat moet ik vandaag rechtzetten. Ook heb ik deze week een vernieuwingsslag doorgevoerd in mijn “opnamestudio”. Google+ lijkt op een lager pitje gezet en bovendien heeft Google reviews van alle Zagat gebruikers verwijderd. Facebook neemt de app “Moves” over, terwijl Pinterest afgelopen week “begeleid zoeken” introduceerde. Wat dat is, vertel ik je zometeen. En Matt Cutts benadrukt nogmaals letterlijk dat goede content je helpt om hogerop te komen in de zoekresultaten… Zelfs als kleine site!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als instrumentmaker, jongleur, acrobaat, klompenmaker, hotelportier, literatuurcriticus of wat dan ook te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/74. Daar vind je niet alleen de volledige tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen maken daar dankbaar gebruik van en vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden of in de sportschool aan het trainen zijn.
Ik zei het al in de intro: ik moet iets rechtzetten. Vorige week vertelde ik in podcast 73 dat Google geen berichten van Facebook indexeerde. Dat was onjuist. Deze uitlating had ik gebaseerd op het feit dat ik al meer dan een jaar eigenlijk nooit Facebook posts tegenkwam in de zoekresulaten. Verder had ik daar nooit onderzoek naar gedaan.
Maar eerder deze week zocht ik op Google op het trefwoord “bedrijfspanorama” en viel bijna figuurlijk van mijn stoel, door wat ik zag:
Ik zag namelijk dat op de eerste pagina met zoekresultaten maar liefst 4 Facebook posts werden vertoond! Op basis waarvan de berichten door Google worden vertoond is niet duidelijk, want ik zag dat lang niet alle berichten waren geïndexeerd. Maar in elk geval blijkt dat Google statusupdates van Facebookpagina’s dus wel indexeert en dat die ook in de zoekresultaten kunnen scoren!
Tot zover de rectificatie ten aanzien van het ranken van Facebook posts in Google.
En over Facebook gesproken: ik hoop dat je het niet vervelend vond, dat ik je vorige week met zoveel nieuws over Facebook heb overladen. Deze week heb ik slechts één Facebook nieuwtje voor je, die ik zo met je deel. Het belangrijkste topic van vorige week is denk ik wel dat Facebook zich verder gaat richten op reviews van lokale bedrijven.
Hoewel ik zelf nog geen reviewsterretjes in de Facebook zoekresultaten op Google heb gezien van bedrijven uit mijn directe omgeving, heb ik ze al wel gezien bij andere bedrijven. Dus neem ik aan dat bij een bepaald minimum aantal reviews of een bepaalde hoeveelheid sociale interactie, Facebook de sterretjes wel met schema.org zal weergeven, waardoor ze in de zoekresultaten op Google zullen opduiken.
Ik ben eens gaan kijken en typte op Google in:
site:nl-nl.facebook.com restaurant
En meteen zag ik een aantal vermeldingen van pagina’s van restaurants, waarbij ook de reviewsterretjes in de zoekresultaten werden vertoond. Het viel me op dat alle Facebookpagina’s die met sterretjes werden vertoond op de eerste pagina op Google, flink wat beoordelingen hadden: 110, 75, 505 en zelfs 1.401. Dus dacht ik dat het aantal beoordelingen mogelijk de trigger was om reviewsterretjes te laten tonen in Google.
Vervolgens ging ik doorbladeren. Ik zag pagina’s met: 55 beoordelingen, 47 beoordelingen, 44, 32, 24, 16 en zelfs slechts 14 beoordelingen, die allemaal met sterretjes in de zoekresultaten stonden.
Maar ik zag ook de pagina van bijvoorbeeld “Restaurant De Brugwachter” hier in Apeldoorn, die 143 beoordelingen had en een gemiddelde score van 4,4 op een schaal van 5, terwijl bij die vermelding geen reviewsterretjes in Google stonden.
Aan de andere kant hadden pagina’s met sterretjes in Google soms een lagere score dan 4,4 dus het kon ook niet aan de score liggen. Ook enig zoekwerk op Google leverde niet echt zinnige informatie op. Dus het is mij in elk geval nog niet duidelijk waardoor je de reviewsterretjes van Facebook in de zoekresultaten op Google vertoond kunt krijgen.
Heb jij een idee? Laat het me weten onderaan de show notes op www.reputatiecoaching.nl/74.
Oh, voordat ik overga op de onderwerpen voor vandaag, eerst even een aardige update. Althans, ik vind het leuk. Deze week heb ik een nieuwe mixer binnengekregen om zo nog meer mogelijkheden te hebben voor audio-opnames enzovoorts.
De vorige setup voor mijn audio had ik alweer meer dan twee jaar geleden gekocht. Dat was toen een complete set van Behringer: een mixer/mengpaneel samen met een microfoon, specifiek gericht op het maken van eenvoudige podcasts. Ik zeg weliswaar “eenvoudig”, maar het was een prima 8-kanaals mixer, waarmee ik toch de audio voor 73 podcasts en tientallen instructievideo’s heb gemaakt.
Maar naast dat mengpaneel had ik ook een aparte microfoonvoorversterker in gebruik, tezamen met een limiter/gate/compressor. Wat dit laatste is, wil ik je nu even niet mee vermoeien, maar het dient ook ervoor om de kwaliteit van de audio te verbeteren bij de opname, om zo minder tijd nodig te hebben bij de nabewerking van de audio.
Inmiddels was de microfoonvoorversterker al een tijdje kapot… Hij deed het nog wel, maar hij had twee standen: niets of volledige voorversterking. Dus moest ik nogal erg met de andere instellingen rommelen om er toch nog audio van enige kwaliteit uit te krijgen. Dat ging goed, maar ik had er een beetje genoeg van.
Toen zag ik afgelopen week bij BAX-shop.nl een mooie mixer in de aanbieding en ik kon het niet laten om ’m te kopen. Het was zelfs mogelijk om hem dezelfde avond te laten bezorgen, waar ik natuurlijk gebruikt van maakte. ’s Avonds arriveerde het pakket omstreeks 20:00 uur en kon ik aan de slag. Op YouTube had ik ter voorbereiding al wat HOW-TO video’s bekeken, zodat ik tenminste een beetje thuis was met al die knoppen, want deze is namelijk wel iets groter dan mijn vorige mixer. In de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/74 heb ik zowel een plaatje opgenomen van de vorige mixer, als van de nieuwe mixer. Ik hoef je niet te vragen de verschillen te zoeken…
Dus ik hoop dat je ook als luisteraar nu merkt dat de kwaliteit van de audio is verbeterd. Laat het me weten en post een reactie onderaan de show notes van deze podcast.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Facebook is druk bezig met overnames. Laatst vertelde ik je in podcast 65 dat Facebook WhatsApp had gekocht en een paar weken geleden kocht Facebook het bedrijf “Oculus VR”. Afgelopen week kwam in het nieuws dat Facebook weer een mobiele app heeft gekocht en dit keer betreft het “Moves”.
“Moves” is een bewegingsapp, waarmee iPhone- en Androidgebruikers hun gangen kunnen bijhouden. Zo kan de app bijhouden hoeveel stappen je per dag doet, hoeveel je hardloopt, hoeveel kilometer je fietst of autorijdt, hoeveel calorieën je verbrandt enzovoorts.
Deze app valt in de categorie van Quantified Self apps. Quantified Self is een stroming die sinds een paar jaar bestaat, waarbij mensen bepaalde karakteristieken uit hun leven gaan meten. Sommigen gaan daar heel ver in. In deze podcast wil ik hier niet teveel op ingaan, maar als je er meer over wilt weten, dan moet je het trefwoord “quantified self” maar eens intypen op Google en zelf op ontdekkingsreis gaan in deze relatief nieuwe wereld.
Terugkomend op de app: die houdt dus niet alleen je lichaamsbeweging bij, maar ook de locaties waar je gedurende de dag bent geweest. Dit kan een partij als Facebook –die overduidelijk een belangrijke speler wil worden in het lokale landschap– een enorme hoeveelheid extra, relevante en bovenal commerciële informatie opleveren.
Als Facebook bijvoorbeeld precies weet waar jij zoal bent geweest, dan weet het bedrijf nóg beter wat jou allemaal aanspreekt, wat je hobby’s zijn enzovoorts. Op basis van die gegevens kan Facebook je dan extreem gepersonaliseerde advertenties voorschotelen, waarvan de kans dat jij er op klikt nog hoger is en Facebook dus weer betaald krijgt voor de klik.
Afgelopen donderdag publiceerde TechCrunch het bericht: “Google is walking dead”. In dit artikel wordt beschreven dat de topman van Google+, Vic Gundotra, het bedrijf na acht jaar verlaat. Volgens diverse bronnen zou het bedrijf het product Google+ minder zien als een product, maar meer als een platform en zouden investeringen en ontwikkelingen worden teruggeschroefd. Ook zou het bedrijf de 1.000 tot 1.200 mensen die aan Google+ werken, herindelen in de organisatie.
Maar het bedrijf zelf ontkent deze berichten. “Het nieuws van vandaag heeft geen invloed op onze Google+ strategie – we hebben een ontzettend getalenteerd team, dat door zal gaan met het maken van fantastische gebruikerservaringen op Google+, Hangouts en Photos”.
NU.nl nam dit verhaal snel over in het artikel “Google zet sociaal netwerk Google+ op laag pitje”.
Hoewel sommige uitlatingen van kopstukken van Google tijdens diverse shows en presentaties in de afgelopen maanden nu iets meer context en achtergrond krijgen, verwacht ik zelf niet dat Google het sociale netwerk helemaal de das om zal doen.
Tenzij het bedrijf inmiddels met behulp van telepathie in je hoofd kan kijken om te weten te komen wat je beweegt bij je zoekpogingen, heeft het een indruk nodig wat de mensen op Internet bezighoudt. En dat is meer dan alleen datgene waar men naar op zoek is in de zoekmachines. Dat is dus ook wat mensen delen op Google+ en waar ze over schrijven.
Gecombineerd met nieuwe diensten die Google recentelijk heeft geïntroduceerd op het lokale vlak, zoals bijvoorbeeld “Indoor Maps” en “Google Maps Views”, lijkt het voor de hand te liggen dat het bedrijf alleen maar nóg zwaarder wil inzetten op… Raad eens… Het lokale landschap!
Volgens mij is het reden temeer om je acties voor het verzamelen van reviews verder op te schalen: dus nóg actiever reviews gaan verzamelen. Wees creatief en proactief! Druk kaartjes die je mensen in je winkel of praktijk meegeeft, waarop een link staat naar een pagina op je site, waar je mensen de mogelijkheid biedt om rechtstreeks naar diverse reviewsites te gaan, waar ze dan een review kunnen posten voor jouw bedrijf!
Zoals altijd is mijn advies om niet op één paard te wedden, maar je reviews te spreiden over meerdere sites. Zo moet je dus niet alleen reviews verzamelen op Google+, maar ook op sites als:
Voor een opdrachtgever ben ik op dit moment bezig een verfrissende en vernieuwende reviewstrategie op te zetten, maar daar kan ik nu nog even niet verder over uitweiden. Zodra één en ander staat, zal ik de strategie met je delen.
Over reviews gesproken… In september 2011 kocht Google met veel tamtam het bedrijf Zagat, dat bekend stond om haar bijzondere reviewsysteem voor restaurants. De acquisitie van dat bedrijf kostte toentertijd US$125 miljoen.
Google heeft twee jaar lang geprobeerd dit complexe 30-punten systeem om te buigen en te implementeren voor alle lokale bedrijven, tot en met kappers, autohandelaren, advocaten en bloemisten aan toe. Als mensen vóór die tijd een review hadden achtergelaten op Zagat, verscheen op de zakelijke Google+ pagina van het desbetreffende bedrijf als schrijver van de review, de omschrijving “Een Zagat gebruiker”.
Dat werd geen succes en op 31 juli 2013 verdween de Zagat score van Google+ en kwam de oude, vertrouwde 5-sterren beoordeling weer terug. Bij alle bedrijven die toen vijf of meer reviews hadden, werden toen opeens weer de sterretjes vertoond, zowel in de lokale resultaten, als op de zakelijke Google+ pagina.
Afgelopen week postte Jade Wang van Google het volgende bericht in de Google Product Forums:
To show a consistent reviews experience to our users, reviews that are labeled by “A Zagat User” are being removed from Google products. Reviews from Google users will still appear as usual, and users can still contribute reviews. This may affect the overall rating for some businesses.
Remember, verified business owners can respond to reviews or report inappropriate reviews.
Dat is nu dus vijf dagen geleden… Ik heb nog gezocht, maar hoewel ik in de zoekresultaten nog wel pagina’s tegenkwam, waar in het verleden ooit “Een Zagat gebruiker” stond, was op geen enkele van die pagina’s meer een review van een vroegere Zagat gebruiker te vinden…
Met andere woorden: stel je had als restaurant voorheen zes reviews, waarvan twee op Zagat, dan werd jouw bedrijf in de lokale resultaten en op Google+ vertoond met sterretjes. En nu ben je dan opeens je sterrenvermelding kwijt! Dat is stevig balen! Want een verandering in reviews hoeft niet per se alleen maar het niet meer vertonen van de sterretjes tot gevolg te hebben, maar het kan –zoals Jade Wang al schrijft– ook gevolgen hebben voor je positie in de zoekresultaten!
Jade zegt ook dat andere reviews gewoon blijven staan. Maar let op: in het verleden was het ook mogelijk anoniem reviews te posten. Daar is toen ook veel misbruik van gemaakt: bedrijven kochten reviews op obscure sites en opeens leken ze het heel goed te doen. Soms zie je nog wel eens van die pagina’s: een typisch Nederlands bedrijfje of winkeltje ergens in een achteraf plaatsje, dat drie reviews heeft… Maar alledrie in het Engels en alledrie van simpelweg: “Een Google gebruiker”.
Nu zeg ik niet dat alle reviews van “Een Google gebruiker” gekocht of anderszins illegaal verkregen zijn. Dat absoluut niet! Sterker nog, ik denk dat het meerendeel wel legitiem is. Maar omdat er voorheen zoveel misbruik van is gemaakt en Google continu bezig is de gebruikerservaring te verbeteren, kan het zomaar zijn dat in de toekomst ook de anonieme reviews van “Een Google gebruiker” plotsklaps verdwijnen! En als jij voor jouw bedrijf nu vijf of zes reviews hebt, waarvan minstens twee van “Een Google gebruiker”, dan ben je op dat moment de pisang!
Dus zeker als dit het geval is en je dus één of meer van dit soort reviews bij je zakelijke Google+ vermelding hebt, dan adviseer ik je om zo snel mogelijk een aantal hedendaagse reviews te krijgen, van Google+ gebruikers met een naam en bij voorkeur ook een foto.
En dit soort berichten moet voor jou toch echt een signaal zijn om het verzamelen van je reviews te verspreiden over diverse sites, zoals ik al eerder zei.
En ik ga nog even door over reviews in relatie tot Google… In de USA is Google op dit moment aan het experimenteren met de vermelding van volledige reviews in het knowledge graph panel, die je vaak aan de zijkant van de zoekresultaten ziet.
In de show notes op www.reputatiecoaching.nl/74, zie je hier een voorbeeld van. Zoals ik al zei: het lijkt erop, alsof dit op dit moment alleen in de USA actief is, want in Nederland heb ik nog geen bedrijf kunnen vinden, waarbij ik een dergelijke vermelding met reviews heb kunnen vinden.
Heb jij er wel eentje gespot? Laat het me weten en post de URL onderaan de show notes!
En dan nu het laatste topic over reviews. Op het weblog van Mike Blumenthal is een artikel te lezen met als titel “Are Younger Consumers More Tolerant Of Bad Reviews? Or Do They Just Understand Them Better?”.
Dit is een interessant artikel, want het gaat over een onderzoek dat is gedaan naar de perceptie van negatieve reviews in verschillende leeftijdsgroepen:
Uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat bedrijven met drie sterren niet meteen werden verworpen en dat bedrijven met een 4-sterren beoordeling echt snel als positief werden gezien. Dat lijkt ook wel logisch.
Maar grappig genoeg legden mensen in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar de lat minder hoog, om een bedrijf te verwerpen op basis van slechte reviews. Deze groep was toleranter jegens bedrijven met een beoordeling van 2,5 tot 3 sterren dan de andere geïnterviewden. Verder bleek dat mensen boven de 55 jaar eerder een 4-sterren beoordeling eiste om überhaupt maar te overwegen zaken met het bedrijf te doen. Mensen lijken dus kritischer te worden, naarmate ze ouder worden.
Dan over op Pinterest, want dat bedrijf kwam ook afgelopen week in het nieuws met een nieuwtje, genaamd: “Begeleid zoeken”. Op dit moment is die nieuwe feature alleen in het Engels beschikbaar, maar Pinterest zegt dit te willen uitrollen voor alle talen die het op de site ondersteunt. In de show notes heb ik twee video’s van Pinterest over “Begeleid zoeken” opgenomen:
Aan het begin van een begeleide zoektocht kun je kiezen uit “pins”, “borden” en “pinners”. Na de initiële keuze wordt een scrollbalk getoond met additionele zoektermen, waar je dan op kunt klikken. Zo kan de zoekterm “planten” leiden tot de suggesties “in de schaduw”, “in potten” en “om muggen weg te houden”.
Een dergelijke feature is natuurlijk niet wereldschokkend, maar het kan Pinterest zo wel toegankelijker maken voor nieuwe gebruikers die op zoek zijn naar bepaalde foto’s.
Soms lijkt het er voor middelgrote bedrijven en helemaal voor kleine zelfstandigen op dat het onmogelijk is om op te boksen tegen de “grote jongens” en hoger te scoren met de content. Want grote bedrijven hebben vaak veel meer resources om online content te publiceren, waarmee de achterstand voor de kleintjes alleen maar groter dreigt te worden.
Dit is ook het onderwerp dat Matt Cutts in de video van deze week behandelt. De vraag die aan hem wordt gesteld, is:
Hoe kunnen kleinere sites met superieure content ooit hoger ranken dan sites met superieure aantallen bezoekers? Het lijkt een vicieuze cirkel: een regionaal of nationaal bedrijf of merk heeft meer verkeer, hetgeen leidt tot een hogere rank, wat dan weer leidt tot meer verkeer, enzovoorts…
En het is echt niet zo dat kleine bedrijven met superieure content niet boven de grote jongens kunnen scoren. Want dit is juist de wijze waarop veel kleine sites dikwijls grote sites werden. Ooit was Facebook klein, was AltaVista klein en was ook Google klein. Maar doordat deze bedrijven zich concentreerden op gebruikerservaring en meer waarde leverden dan de concurrenten, kregen ze meer aandacht en groeiden ze.
Ongeacht de branche waarin je operationeel bent, geldt dat als jij het met je bedrijf constant beter doet dan je concurrenten, je in de loop van de tijd kunt verwachten dat jouw site beter gaat presteren. Natuurlijk is het als eenpitter een stuk moeilijker om te concurreren tegen een bedrijf dat 200 mensen dienst heeft voor haar contentmarketing.
Dus concentreer je op een hele smalle niche en belicht deze extreem goed, vanuit alle perspectieven en invalshoeken. Dan kun je van die smalle niche verder uitbouwen en verbreden, waardoor je coverage groter wordt.
Op die manier kan het gebeuren dat je als kleine club hier druk mee aan het werk bent, en je dan opeens tot de conclusie komt dat jóuw site één van de grote jongens is geworden, waar iedereen naartoe komt. En dan zijn er ook weer kleine websites die gefrustreerd zijn, omdat zij moeten opboksen tegen de grote jongens, waaronder jouw bedrijf!
Matt sluit af met de conclusie dat het verleden keer op keer heeft laten zien dat kleine bedrijven groot kunnen worden, door zich te blijven concentreren op datgene waar ze voor staan. Dus: blijf doorgaan met het produceren van goede content.
Zijn laatste woorden in deze video zijn:
Don’t stop trying to produce superior content, because over time that is one of the best ways to rank high on the web.
Met deze wijze woorden sluit ik ook deze podcast dan weer af.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hooge blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Als je wat hebt aan alle informatie die ik met je deel, dan hoor of lees ik dat graag. Help mij met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast namelijk onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me ook verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 74 en mijn naam is Eduard de Boer.
Volg het advies van Matt Cutts waar ik het zojuist over had: blijf goede content produceren, want uiteindelijk is dat de beste manier om hogerop te komen in de zoekresultaten.
Ik wens je daarom de komende week weer succes met het produceren van content en het werken aan je reputatie, zodat je nu meteen en in de toekomst je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag is het tweede Paasdag en de podcast is vandaag bij wijze van uitzondering iets later online gekomen, dan anders. Hoe dat komt, vertel ik je zo. Afgelopen week is WordPress 3.9 uitgekomen en recentelijk is er heel wat gebeurd op het Facebook front, dus ik heb veel Facebook updates voor je. En zoals ik al heb geschreven was ik vorige week maandagavond op een leuke informatieavond over Facebook Marketing, die werd georganiseerd door de Social Media Club Apeldoorn (#SMC055).
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/73. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Voordat ik de onderwerpen van vandaag aansnijdt eerst even een korte toelichting, hoe het komt dat de podcast vandaag niet –zoals altijd– stipt om 08:30 ’s ochtends online is gekomen. De reden hiervoor is dat we gisteren een feestje hadden, maar niet zomaar een feestje. We vierden namelijk drie verjaardagen op één en dezelfde dag. Mijn vrouw Suzanne was eerder dit jaar namelijk jarig op 31 januari, ikzelf op 23 februari en gisteren op 20 april werd onze zoon Fonz 14.
Vanwege onze vakantie en de weersgesteldheid in de winter hadden we besloten de verjaardagen van Suzanne en mij dus later te vieren. We hebben onze vrienden- en familiekring tijdig een uitnodiging gestuurd, want vaak hebben mensen natuurlijk al wel afspraken op eerste Paasdag… En maar liefst 60 mensen zegden toe graag van de partij te zijn.
Dat vereist natuurlijk aardig wat voorbereiding, qua inkopen en voor de catering. Dus op vrijdag hebben we eerst boodschappen gedaan en we waren bijna de hele zaterdag bezig met bijvoorbeeld salades maken, 7 kilogram kipfilet snijden, marineren en aan stokjes rijgen, 8 liter satésaus maken, een grote hoeveelheid kroepoek frituren enzovoorts. En gisteren (op zondag) hadden we dus inderdaad zo’n 60 mensen in de tuin.
Het was een geslaagd feestje! Van de 170 satéstokjes, waren er nog maar een goede 20 over, dus dat betekent dat er zo’n 150 zijn opgegeten! Ook het bier en de wijn was redelijk opgegaan. Met andere woorden: we hadden dus goed ingekocht!
Anyway, door al deze drukte is de podcast vandaag dus iets later uitgekomen, dan anders. En ik denk dat de meeste luisteraars toch niet per se om 08:30 uur op tweede Paasdag direct de podcast willen beluisteren… Maar ik beloof je dat de podcast van volgende week weer gewoon op maandagmorgen 08:30 live komt.
En dan het laatste berichtje, voor ik doorga met de topics voor vandaag. Voor alle volledigheid en transparantie: in de show notes neem ik soms affiliate links op. Dit zijn links naar bijvoorbeeld boeken, trainingen of andersoortige content die je elders kunt kopen. Als je die links volgt, krijg ik een kleine commissie. Zo komt vandaag bijvoorbeeld een boek aan de orde, waarbij ik een affiliate link naar de pagina van het boek op bol.com heb opgenomen.
En laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
De avond over Facebook Marketing van de Social Media Club Apeldoorn trok afgelopen maandagavond een groot aantal bezoekers. Er werden twee presentaties gegeven: eentje door Bjorn van Ekeren (eigenaar van het Dorpshart in Twello) en eentje door Peter Minkjan, een zelfstandig Facebook adviseur.
Bjorn van Ekeren vertelde hoe hij zijn marketing doet via Facebook, door middel van een aantal leuke acties. Hij zei ook dat hij een lijst bijhoudt voor ideeën om content te verspreiden. Een op basis van deze ideeënlijst stelt hij maandelijks een soort van publicatiekalender op, waarin hij plant wanneer hij wat post.
Zo houdt hij er natuurlijk rekening mee, dat hij een leuke foto van een glas wijn niet op dinsdagochtend om 10:00 uur post enzovoorts. Als je het Storify-board van deze #SMC055 informatieavond nog eens naleest, krijg je een aardig beeld van wat Bjorn van Ekeren allemaal voor leuke dingen doet om zijn restaurant telkens weer op de kaart te zetten, te houden en om gasten naar zijn etablissement te trekken. Ik vond het geniaal om te horen wat hij allemaal doet.
De presentatie van Peter Minkjan over Facebook Marketing bestond uit 186 slides waar hij in een moordend tempo doorheen ging. Desalniettemin was zijn verhaal goed te volgen. Vooral statistieken over aantallen gebruikers, potentieel bereik en de advertentie- en targetingmogelijkheden binnen Facebook vielen volgens mij goed in de smaak bij het publiek. Het bleek ook dat nog niet zoveel mensen de Search Graph leken te kennen en dus ook nog nooit kennis hebben gemaakt met de mogelijkheden die dit biedt.
De presentatie die Peter Minkjan 14 april gaf in Apeldoorn heb ik in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/73 opgenomen. Hij heeft ’m namelijk gepost op Slideshare:
Vorige week kondigde ik het al aan: afgelopen week en om precies te zijn op 16 april zou WordPress 3.9 worden uitgebracht. Zoals bij elke update heb ik ook nu weer een paar dagen gewacht voor ik het installeerde op de diverse websites. Mijn reden hiervoor is, dat er altijd iets fout kan gaan bij het uitbrengen van een nieuwe versie van een programma of een softwarepakket. En als je dan als één van de eerste meteen de nieuwste versie installeert, kan het dus gebeuren dat je je website om zeep helpt met alle ellende van dien.
Dus dat wil ik voorkomen en voordat ik dan upgrade, kijk ik altijd eerst even op Internet of de afgelopen dagen mensen problemen met de update hebben gemeld. Zo ja, dan duik ik in de problemen en probeer in te schatten of ik die ook ga krijgen. Maar als niemand problemen meldt, dan maak ik eerst een extra backup, om vervolgens de update door te voeren.
Zo ook deze keer en inmiddels draait www.reputatiecoaching.nl dus zonder problemen op WordPress 3.9. Ik moet zeggen dat ik de nieuwe editor een stuk prettiger vind werken en dat inderdaad het opnemen van afbeeldingen in een blogbericht en het resizen van foto’s wel gemakkelijker en sneller werkt.
Dan heb ik nogal wat updates over Facebook…
Om te beginnen lijkt het erop, alsof tieners de interesse in Facebook verliezen. Dat was laatst te lezen in een artikel in de Telegraaf, met als titel “Tiener verliest interesse in Facebook”. In het artikel wordt een onderzoek van Internetanalysebureau “Piper Jaffray” aangehaald. In dit onderzoek kwam naar boven dat in de lente van 2013 Facebook nog het belangrijkste sociale netwerk was voor 33% van de ondervraagde tieners. In de herfst was dat percentage al gedaald naar 27%.
Grappig genoeg is Instagram in dezelfde periode enorm toegenomen in populariteit onder de jongeren, want het steeg van 17% naar 30%.
Verder is er eigenlijk geen concurrentie op social media gebied, want bijvoorbeeld Google+, Pinterest en Tumblr zijn niet boven de 5% uitgekomen.
Dit was een onderzoek dat is uitgevoerd onder Amerikaanse jongeren en dat zegt lang niet altijd iets over welke social media netwerken de Nederlandse jongeren het liefst gebruiken. Ik ben na het lezen van dit artikeltje nog eens een stukje verder gaan spitten en ik stuitte op een artikel op “GlobalWebIndex” van november 2013. Daarin kwam nog meer aan het licht…
Tijdens de Q3 earnings call van Facebook vorig jaar, werd nog gezegd dat de afname van het gebruik van Facebook onder jongeren “niet echt significant” was… Maar uit onderzoek van GlobalWebIndex is gebleken dat in Nederland de afname van het Facebook gebruik door jongeren maar liefst 52% bedroeg tussen het tweede kwartaal van 2012 en het derde kwartaal van 2013. 52%! Daarmee scoorde Nederland toen de eerste plaats, gevolgd door Maleisië (met 45%) en Frankrijk met een daling van 44%.
Het lijkt erop alsof de jongeren dus echt aan het ouderlijk toezicht willen ontsnappen, want vrijwel elke ouder die op Facebook zit, is natuurlijk bevriend met zijn of haar kind of kinderen en niet elke jongere is ervan gediend dat alle statusupdates en foto’s dus ook door de ouders gezien kunnen worden.
Waar ze dan heengaan? Het lijkt erop, dat ze voornamelijk met elkaar in contact blijven met diverse chatapplicaties, zoals “WhatsApp” en met “Instagram” en/of “Snapchat”.
Voor het geval je nog nooit van Snapchat hebt gehoord… Op Wikipedia lees je het volgende over “Snapchat”:
Snapchat is een toepassing voor het delen van foto’s en video’s die gebruikt kan worden op smartphones met iOS of Android. Ze werd ontwikkeld door studenten van de Stanford-universiteit in Californië.
Het bijzondere van de toepassing is dat de doorgezonden media slechts tijdelijk zichtbaar zijn bij de bestemmelingen, dit gaat van één tot tien seconden. Daarna verdwijnen de bestanden van de servers van Snapchat. Gebruikers kunnen echter gemakkelijk het beeld zelf opslaan.
Snapchat wordt veel gebruikt voor het maken van selfies.
Ik blijf nog even bij Facebook. Eerder deze maand verscheen een artikel op het weblog van Facebook, waarin werd uitgelegd dat Facebook nieuwe spamalgoritmes heeft geïmplementeerd om de kwaliteit van de content op de tijdlijn van iedereen te verbeteren.
Het doel van de vernieuwingen is om te beginnen een eind te maken aan al die “Like-baiting”: van die fotootjes of berichten die je maar moet Like’n enzovoorts. Als het goed is, verschijnen die nu niet meer op de tijdlijn en dus heeft voor bedrijven ook geen zin meer allemaal van dit soort “Like nu” en “Share nu” acties te posten.
Ik ergerde me hier ook eigenlijk altijd enorm aan en ik ben dus heel blij dat als het goed is, ik nu dus niet meer van dit soort zinloze posts te zien krijg. Bij mij ging de irritatie al zover, dat ik langzamerhand amper nog Facebook gebruikte: al die nutteloze Like-updates interesseerden me namelijk geen zier!
Verder moet de vernieuwing er ook voor zorgen dat spammy links niet meer verspreid kunnen worden.
Goed nieuws dus, voor de mensen die net als ik zich enorm ergerden aan de Like ’n share acties!
En Facebook gaat ook Google+ achterna… Althans, op het gebied van de reviews. Misschien wist je het nog niet, maar je kon al sinds november vorig jaar bedrijfspagina’s een beoordeling of review geven. Toen werd het gezien als een potentiële concurrent voor Yelp, Foursquare en Google+.
Tot vorige week werden alleen de sterretjes en het aantal beoordelingen bij een bedrijfspagina vertoond, maar nu staan er ook numerieke scores bij:
De beoordelingen verschijnen overigens alleen bij bedrijfspagina’s die een echt fysiek adres vermelden op hun pagina-instellingen.
Over Facebook beoordelingen gesproken: uit een Amerikaans onderzoek van de “Local Search Association” is naar voren gekomen dat de Facebook app verreweg de meest gebruikte app is voor het schrijven van lokale reviews op een smartphone of op een tablet.
Het onderzoek is gehouden onder 1000 smartphonegebruikers. Er is onderzocht hoeveel van hen reviews hebben geschreven en wat daarbij hun favoriete apparaat was. Van de mensen onder de 53 jaar zei 70% een online review te hebben geschreven.
Zo’n 15% gebruikte hiervoor de smartphone of tablet, terwijl 85% liever een PC gebruikte. Het meerdendeel van de mobiele reviewschrijvers zei het liefst Facebook te gebruiken voor lokale reviews, en dus geen gebruik te maken van Google+, Yelp, TripAdvisor, Foursquare, OpenTable en andere diensten.
Dit bewijst eens temeer dat Facebook toch een belangrijke speler begint te worden in het lokale speelveld.
Tjongejonge, nog meer Facebook content! Afgelopen week, op 15 april om precies te zijn, kwam het boek “Facebookmarketing in 60 minuten” (aff.) door Marcel van der Heijden uit. Op Frankwatching schreef Arend Landman een review van het boek, in het artikel “Facebookmarketing: zo krijg je het onder de knie”.
Arend Landman heeft, net als ikzelf, zich nooit erg verdiept in marketing met Facebook. Hij schrijft dat hij het een goed boek vindt en dat hij vooral het stuk over Edgerank bijzonder informatief vond. Ik kan me goed voorstellen dat je nog nooit van Edgerank hebt gehoord. Dit is het algoritme van Facebook dat bepaalt wie welke content te zien krijgt. Want de kans is groot dat een bedrijf of iemand uit je vriendenkring dikwijls iets post, maar dat jij het niet te zien krijgt. Vooral als je bijvoorbeeld updates of images van sommige vrienden nooit een like geeft of er nooit op reageert, dan is de kans groot dat de content van die persoon in de toekomst steeds minder vaak aan jou zal worden vertoond. Facebook krijgt dan namelijk de indruk dat jij die content toch niet interessant vindt.
Dit heeft ook tot gevolg dat statusupdates van bedrijven vaak maar door een klein deel van de fans worden gezien. Maar goed, terug naar de recensie van het boek.
Arend Landman vindt het boek een aanrader, maar zegt het jammer te vinden dat er niet wordt ingegaan op het genereren van leads voor e-mailmarketing met behulp van Facebook en over de mogelijke invloed van Facebook posts op je positie in de organische zoekresultaten op Google.
Dat laatste begrijp ik niet helemaal, want Facebook posts vind je eigenlijk nooit terug in de organische zoekresultaten op Google. Vroeger zag je nog wel eens video’s van Facebook vermeld, maar die zie je ook nooit meer terug. Reden hiervoor is, dat Google nagenoeg geen toegang heeft tot alle dieperliggende Facebook content. Wat je natuurlijk wel terugziet in de organische zoekresultaten, zijn de persoonlijke profielpagina’s en de bedrijfspagina’s.
Hoewel Facebook posts dus geen directe invloed hebben op de posities in de organische zoekresultaten kunnen ze wel indirect effect hebben. Als je namelijk via Facebook mensen naar je content weet te trekken en als deze mensen dan vervolgens de content ook via andere sociale netwerken extra onder de aandacht brengen, krijg je nog meer verkeer en zo zal jouw content dus nog meer worden bekeken en zal er ook naar worden gelinkt. En dat soort acties kunnen wèl bijdragen tot hogere rankings in de organische zoekresultaten.
Dat wilde ik bij die opmerking even als toelichting geven, zodat je niet gaat denken dat het enthousiast posten van content en links in Facebook per definitie leidt hogere scores in Google.
In elk geval zal ik het boek binnenkort ook eens lezen, want het lijkt mij (helemaal na de informatieavond over Facebook marketing van SMC055 van vorige week) erg interessant om hier ook eens iets verder in te duiken.
Wed nooit op één paard, zeker niet als je reviews verzamelt. Dat is een advies dat ik aan elke ondernemer geef. Je weet tenslotte nooit wat er in de toekomst kan gebeuren met het platform waar jij toevallig net je reviews aan het verzamelen bent. Als dat wordt opgeheven kan het zomaar zijn dat je dan je reviews kwijt bent.
Voor Nederlandse bedrijven en ondernemers is het niet relevant, maar herinner je je nog dat ik in podcast 64 vertelde dat Yahoo de reviews van Yelp zou gaan vertonen? Welnu, dat is al sinds enige tijd zo. Alleen heeft dit nu tot gevolg dat zodra iemand nu een nieuwe review post op Yelp, hierdoor ineens alle Yahoo reviews zijn verdwenen! Foetsie! Weg!
Weg is al je harde werk van een aantal jaren, waarin je met moeite een aantal reviews hebt verzameld… Stel je voor, als je als bedrijf al die jaren alleen op Yahoo reviews zou hebben verzameld. Dat is dan erg zuur!
Maak daarom ook altijd screenshots van de verschillende reviews die overal worden gepost en bewaar die. Bovendien kun je een afbeelding van een review moeiteloos en zonder risico delen op andere sociale media, zonder dat Google dit aanziet voor dubbele content: het is immers een plaatje van de tekst. Ik ga er natuurlijk vanuit, dat je niet de tekst letterlijk kopieert en plakt tussen de sociale kanalen en je websites etc, want dat wordt sterk afgeraden!
Mocht een site dan ooit verdwijnen, dan heb je de reviews tenminste nog en kun je ze hergebruiken.
Hoge bomen vangen veel wind en dus heb je ook kans dat er allerhande parodieën over of van je worden gemaakt. Hoewel hij tientallen, honderden of misschien zelfs duizenden mensen achter de schermen aan het werk heeft, staat Matt Cutts natuurlijk zelf altijd voor de camera te vertellen wat er volgens Google allemaal wel en niet mag en dat Google het zoveelste spamnetwerk heeft uitgeschakeld etc.
Dus dat er dan vaak ook grappen over Matt worden gemaakt, ligt dan voor de hand. Zo kwam ik afgelopen week een muziekvideo tegen, waarin Matt Cutts lijkt te rappen over “Spam Around The World”. Deze video heb ik opgenomen in de show notes:
Matt Cutts zet deze week in de rol van mytholoog. In een Google Webmasters video die een paar dagen geleden verscheen, ontkrachtte hij namelijk een aantal SEO mythen, naar aanleiding van een vraag van iemand uit Michigan.
Verder heerst er de mythe dat alle veranderingen van Google er op zijn gericht om bedrijven bijna te verplichten om advertenties te kopen. Matt zegt hierover dat het doel van Google is om elke bezoeker de beste resultaten te geven op basis van de ingevoerde zoektermen, zodat die gebruiker weer terugkomt voor een volgende zoekterm. Het kopen van AdWords advertenties heeft geen positief effect op je rankings, noch een negatief effect.
Verder waarschuwt hij voor “groupthink”. Dat is een fenomeen waarbij een paar mensen iets roepen over een bepaalde tactiek of werkwijze, waardoor een veel grotere populatie dit als waarheid gaat beschouwen. Een voorbeeld hiervan is de idee dat het posten in artikeldirectories leidt tot betere resultaten, waardoor vervolgens hele volksstammen niets anders meer gaan doen, dan posten in artikeldirectories.
Matt raadt aan om eens wat vaker je gezonde verstand te gebruiken. Want stel nu dat iemand wèl een fantastische tactiek zou hebben om keer op keer nummer één te scoren in de zoekresultaten, dan zou je toch redelijkerwijs kunnen verwachten dat die persoon dat voor zichzelf zou houden en maximaal commercieel zou uitbuiten? Daarentegen lees je dan weer van één of ander fantastisch programma dat je gegarandeerd binnen een paar dagen of weken etc. naar de top helpt. Als al die tools, programma’s en e-books echt zouden werken, dan zouden de producenten ze heus niet openbaar maken.
Houd dus het doel van Google voor ogen als je dit soort once-in-a-lifetime kansen voorbij ziet komen. Als dit kan betekenen dat je dingen doet die tegen het doel van Google indruisen, dan is de kans zelfs groot dat deze “Haarlemmer SEO-olie” een negatief effect op je site zal hebben.
Afgelopen week was ik te gast in de Hangout on Air, getiteld “Search Geeks Speak”. Hierin heb ik verteld over Google Maps Business View in relatie tot lokale SEO. Ik had je hierover in deze podcast ook nog uitvoerig willen vertellen, maar door al het andere nieuws kwam ik daar niet aan toe. Dat moet dus even wachten tot de volgende podcast, tenzij ik deze week tijd kan maken voor een leuk artikel. Hoedanook ga ik je hier echt nog meer over vertellen!
Zoals ik al zei: ik wil de podcast zo rond de 20 minuten houden en als ik nu op de klok kijk, dan zit ik er volgens mij al overheen. Dus kom ik aan het einde van deze aflevering.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hooge blijven, volg me dan ook op Twitter en ga me volgen via: @reputatiecoach1.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 73 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt: