Abonneer via: Google Podcasts | RSS
DuckDuckGo goes more local; daar begin ik zo mee. Ook heb ik een bijzonder nieuwtje van het Yelp-front voor je. Instagram is inmiddels trouwens groter dan Twitter en wist je dat zowel Bing als Google content ook echt beoordelen op kwaliteit?
Ik heb nieuws over “betrouwbare” SEO services uit India en ik vertel je waarom continu onderhoud aan je citations nodig is.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit alles helpt je om je bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/107. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen, wandelen of trainen in de sportschool.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
DuckDuckGo Local. Local? Gaat DuckDuckGo nu ook lokaal? Ja, in zekere zin wel. Voordat ik hierin duik, geef ik je eerst wat meer context. Om een beter gevoel te krijgen van wat de andere zoekmachines naast Google aan resultaten tonen, heb ik mezelf voorgenomen om in Safari op mijn iPhone elke maand de ingestelde zoekmachine te wijzigen. En deze maand gebruik ik DuckDuckGo. Dan switch ik volgende maand eens een maand naar Bing.
Het was natuurlijk al bekend dat DuckDuckGo lokale resultaten vertoont, als je zoekt met de extra zoekterm “nearby” gevolgd door de plaatsnaam. Dat vertelde ik je reeds in podcast 76 in mei van dit jaar. Maar ook DuckDuckGo zit niet stil en is continu bezig de zoekresultaten en de gebruikerservaring te verbeteren.
Zo ontdekte ik afgelopen zondagavond een tweetal vernieuwingen, die me nog niet eerder waren opgevallen.
Het eerste dat ik ontdekte was, als je een bedrijfsnaam intoetste om daar gegevens van op te zoeken, dat DuckDuckGo de bedrijfsvermelding van Yelp haalt en die bovenaan de zoekresultaten vertoont. Het spreekt voor zich dat het bedrijf in kwestie dan natuurlijk wel in Yelp vermeld moet staan.
Tip voor ondernemers: naast alle andere redenen die ik je kan geven om je bedrijf aan te melden op Yelp, heb je hiermee nog weer een extra reden om dit nu snel te doen. En tip 2 is dan om zo snel mogelijk van een actieve Yelpie een review te krijgen voor je bedrijf. Want als jouw bedrijf de meeste reviews heeft in de plaats, dan wordt jouw vermelding als eerste vertoond. Dat is vanuit commercieel oogpunt natuurlijk wel zo leuk!
En dan het tweede aspect dat ik ontdekte… Die is eigenlijk nog veel leuker! Als je nu zoekt met een zogenaamde geo-modifier en het woord “nearby”, dan zie je afbeeldingen, in plaats van de lokale vermeldingen, zoals ik je die in mei liet zien:
Dat is tenminste als je het regiofilter, dat rechts in het scherm staat, uit hebt staan. Zodra je dat inschakelt, verandert alles. Dan wordt opeens de Yelp-vermelding met de meeste reviews vertoond onder het kopje “Places”. Daarna wordt als eerste “organische resultaat” de bedrijfsvermelding op Wikimapia.org vertoond, gevolgd door die op Yelp.
Ook de derde vermelding komt van Wikimapia… Zoals je kunt zien in de screenshot in de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/107 komt de bedrijfsvermelding dus van Yelp. Eerst vroeg ik me af of DuckDuckGo mogelijk ook Wikimapia gebruikt voor haar zoekresultaten en dat zou mij op zich helemaal niet verbazen.
Maar toen ik eens beter ging kijken naar de twee Wikimapia vermeldingen, zag ik dat daar ook het woord “nearby” in voorkwam, dus ik denk dat dit de reden is dat die twee vermeldingen zo hoog staan vermeld.
Daarentegen triggert het woord “nearby” geen lokale resultaten voor restaurants, ook niet met het regiofilter ingeschakeld. Maar als je met het regiofilter uitgeschakeld zoekt met het woordje “in”, dus bijvoorbeeld “restaurant in apeldoorn”, dan worden de lokale resultaten wel vertoond:
Daarentegen wordt met het regiofilter ingeschakeld een kaart van de gemeente Apeldoorn bovenin de zoekresultaten vertoond, als je zoekt op “restaurant in apeldoorn”:
Met het regiofilter ingeschakeld zoeken op “fotograaf in apeldoorn” levert geen kaart op en ook geen lokale resultaten. Ook met het regiofilter uit resulteert de zoekterm “fotograaf in apeldoorn” niet in het vertonen van lokale resultaten.
Als je grappig genoeg met het regiofilter uitgeschakeld zoekt op “fotografen in apeldoorn” (dus het meervoud, in plaats van het enkelvoud), dan wordt alleen weer de bedrijfsvermelding van Allround Fotografie uit Yelp vertoond:
Dus: de zoekterm in enkelvoud levert geen lokale resultaten, terwijl de zoekterm in het meervoud slechts één resultaat vertoont.
Er is eigenlijk geen pijl op te trekken, wat je te zien krijgt, als je varieert met het enkelvoud en meervoud en de extra woorden “nearby” en “in”, gevolgd door een plaatsnaam. Soms krijg je lokale resultaten, andere keren krijg je foto’s te zien.
Hoewel de resultaten vooralsnog niet consistent lijken, is het wel duidelijk dat DuckDuckGo zich ook meer en meer gaat richten op het bieden van lokale zoekresultaten.
Nog eenmaal benadruk ik dat het je bedrijf dus kan helpen om het aan te melden op Yelp. Als je wilt weten hoe je dat moet doen, verwijs ik je naar mijn instructievideo die ik heb opgenomen in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/107:
Vandaag heb ik Philippine Wouters, de Senior Community Manager voor Yelp weer eens in de show. Zij heeft namelijk een bijzondere nieuwsupdate vanuit Yelp. Daarom wil ik niet wachten en meteen overschakelen naar Philippine.
Hoi Philippine, leuk om je weer eens in de uitzending te hebben! Het is een hele tijd geleden, want volgens mij was het iets van april 2013, dat je ons in de show vertelde over Yelp.
In de tussentijd is er volgens mij veel gebeurd aan het Yelp front. Jullie beste verbetering vind ik overigens, dat je video’s en video reviews kunt uploaden bij een lokaal bedrijf. Als je namelijk vanuit reputatieperspectief kijkt, is een video review natuurlijk wel een heel sterk social proof signaal!
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik daar tot nu toe slechts eenmaal gebruik van heb gemaakt, maar desalniettemin vind ik het een ijzersterke move!
Oh, een andere goede actie vind ik dat jullie de samenwerking zijn aangegaan met DuckDuckGo voor het tonen van lokale bedrijven en reviews van lokale bedrijven die bij Yelp staan aangemeld. Dat is ook een argument dat ik steeds gebruik als ik bedrijven aanraadt zich aan te melden bij Yelp. En mocht dat niet voldoende argumentatie zijn, dan is het wel, dat Yelp vermeldingen en reviews in Apple Kaarten worden vertoond. Als je daarin vindbaar bent, dan kan je dat beduidend meer verkeer naar je lokale bedrijf opleveren.
Q: Voordat we overgaan op het nieuwtje: hoe gaat het nu met de video’s? Neemt het aantal video’s flink toe? Of uploaden de meeste Yelpies toch nog liefst foto’s?
En zoals ik de luisteraars zojuist meldde, is er nieuws voor lokale ondernemers, vanuit het Yelp-headquarter. Want ik las vandaag op het Yelp weblog dat Yelp sinds gisteren de app “Yelp voor Zakelijke Accounts” online heeft, zowel voor iPhones als voor Android smartphones.
Q: Kun je mij iets meer over vertellen over de app? Waarom raad je ondernemers aan om die app te installeren. Ik hoor ze namelijk al verzuchten: “Ik heb al zoveel apps…”.
Ik snap dat het wat prematuur is, omdat dit interview wordt opgenomen terwijl gisteren de app pas online is gekomen…
Q: Maar is er al nieuws ten aanzien van het aantal downloads binnen de eerste 24 uur, of zijn die getallen vertrouwelijk?
Q: Ik weet dat je onder grote tijdsdruk zit, dus ontzettend bedankt dat je even tijd wilde vrijmaken om in de show te komen. Heb je nog een leuke tip, uitsmijter of cliffhanger voor de luisteraars?
Philippine, nogmaals dank en tot de volgende keer!
Aan het begin van deze week lanceerde Yelp dus de app “Yelp voor Zakelijke Accounts”, kortweg Yelp Pro genaamd. Dat is tenminste de naam die je ziet als je de app hebt geïnstalleerd op je iPhone. De app is overigens niet alleen voor de iPhone beschikbaar, maar je vind de app ook in de Google Play Store voor Android apparaten.
Zelf schrijf Yelp onder andere het volgende over de app:
De Yelp app voor Zakelijke Accounts zal je inzicht geven in belangrijke statistieken en je laten communiceren met klanten, inclusief klanten die voor je bedrijf een review hebben geschreven. Miljoenen mensen raadplegen elke dag Yelp om te beslissen waar ze hun geld zullen uitgeven. Met deze app heb je de krachtige Yelp hulpmiddelen altijd op zak!
LET OP: Deze app is voor bedrijfseigenaars om hen erbij te helpen hun bedrijfspagina te beheren op Yelp. Indien je op zoek bent naar de Yelp app die je kan helpen bij het ontdekken van geweldige locale bedrijven, ga dan alsjeblieft naar https://itunes.apple.com/nl/app/yelp/id284910350
Gebruik Yelp voor Zakelijke Accounts om:
- De activiteiten en prospects van klanten op je Yelp bedrijfspagina bij te houden.
- Op reviews te antwoorden met een privé bericht of openbare reactie.
- Te reageren op vragen en berichten van klanten.
- Rapporten te bekijken over advertentie klikken van Yelp gebruikers (enkel voor adverteerders).
Om van start te gaan, download de app en log in met je aanmeldingsgegevens voor je Zakelijk Account. Indien jij je bedrijfspagina op Yelp nog niet hebt geclaimd, ga dan alsjeblieft naar biz.yelp.nl en volg de nodige stappen om je bedrijfspagina te vinden en je aan te melden voor een Zakelijk Account on Yelp.
Tot zover Yelp Pro. Ik moet er nog even bij vermelden dat de app beschikbaar is in de volgende talen: Nederlands, Bokmål, Noors, Chinees, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Italiaans, Japans, Pools, Portugees, Spaans, Trad. Chinees, Tsjechisch, Turks, Zweeds
Ik las op TechCrunch het bericht dat Instagram in november meer dan 300 miljoen actieve gebruikers had. Moet je nagaan dat het aantal actieve gebruikers in 9 maanden met 50% is gegroeid! En 70% van die actieve gebruikers komen niet uit de Verenigde Staten.
Met deze gegevens is het duidelijk dat Instagram het sociale media kanaal Twitter heeft ingehaald. Want zes weken geleden maakte Twitter bekend dat zij wereldwijd 248 miljoen actieve gebruikers heeft.
Eventjes een korte tijdlijn over Instagram, die op dit moment nog maar iets meer dan vier jaar bestaat:
En nu in december 2014 heeft Instagram dus al meer dan 300 miljoen gebruikers. Als je beseft dat Twitter in de laatste negen maanden met slechts 38 miljoen gebruikers is gegroeid, kun je je voorstellen dat de achterstand van Twitter ras groter zal worden.
Instagram heeft nog een paar vernieuwingen aangekondigd. Als eerste is het druk bezig om fake spammer accounts op te heffen. Hierdoor kan het dus voorkomen dat je aantal volgers afneemt. Ook het aantal accounts dat je volgt kan afnemen, mocht je dus zogenaamde ‘bots’ volgen. Oh, terloops meldde Instagram dat van die 300 miljoen gebruikers de spammer-accounts zijn afgetrokken.
Verder wil Instagram binnenkort zogenaamde badges introduceren om de authenticiteit van accounts te tonen. Dit is speciaal bestemd voor merken, beroemdheden en atleten om zo te voorkomen dat gebruikers abusievelijk fake accounts en andere grapjassen gaan volgen.
Zoals je waarschijnlijk wel wist, gebruikte Facebook jarenlang Bing als reservezoekmachine, als het zelf geen resultaten kon vinden. Maar daar is nu verandering in gekomen, want Facebook stopt met Bing. De enige data die nu nog wordt vertoond, is die van Facebook zelf.
Daarmee geeft Facebook aan dat het over voldoende relevante data beschikt om zichzelf als zoekmachine te positioneren.
Het is al wel eens ter sprake gekomen: de zoekmachines gaan meer waarde hechten aan kwalitatief goede content. Dus: content met een zekere mate van kwaliteit. Eerder deze maand verscheen er een artikel op het Bing weblog, met als titel “The Role of Content Quality in Bing Ranking”.
Voor het beoordelen van de kwaliteit kun je in dat artikel lezen, dat Bing naar drie facetten kijkt om de kwaliteit van de content te beoordelen:
Bing meldt dus heel expliciet dat het veel waarde hecht aan de kwaliteit van de content. Ook Google beoordeelt webcontent op basis van kwaliteit. Daarvoor heeft Google de zogenaamde “Quality Ratings Guideline”. Dit document is niet openbaar, maar is volgens welingelichte bronnen afgelopen zomer nog drastisch aangepast.
Voor haar kwaliteitsbeoordeling legt Google grote nadruk op de knowledge graph resultaten. Google kijkt naar de volgende drie facetten:
Eigenlijk kun je deze drie facetten samenvatten in één woord: “Reputatie”… Want als je een expert bent, met een hoge mate van autoriteit en je content blijkt te vertrouwen, dan heb jij als auteur in de ogen van Google een goede reputatie. Dit valt mogelijk ook terug te herleiden naar het fenomeen AuthorRank. Maar daar wil ik nu even niet verder op ingaan.
Terug naar de drie beoordelingscriteria voor kwaliteit van content. Volgens Google worden webpagina’s die op alle drie de onderdelen laag scoren, dan ook niet hoog vertoond in de zoekresultaten. Om haar algoritmes te leren content beter te beoordelen gebruikt Google de zogenaamde content raters, ofwel “content beoordelaars”. Die krijgen willekeurige pagina’s voorgeschoteld, die ze vervolgens op deze onderdelen moeten beoordelen. Hierdoor worden de algoritmes van Google steeds beter om ook andere content te beoordelen.
In het artikel “Google Rewrites Quality Rating Guide – What SEOs Need to Know” kun je hier veel meer over lezen, als je dit interessant vindt. Ik gebruik het mogelijk een andere keer om er verder op in te gaan. De link naar dat artikel vind je, evenals alle andere links in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/107.
Dan eens iets anders… Ik heb het al wel eens vaker gezegd, maar val niet voor die mailtjes die je gouden bergen beloven voor het ranken van je website in de zoekresultaten. Ik kreeg van de week ook weer zo’n mailtje, die ik nu toch eens met je wil delen. Dit mailtje is afkomstig van het welluidende bedrijfsmatig klinkende e-mailadres ‘bharatjoshiseoservices108@hotmail.com’. Een Hotmail-account… Klinkt vertrouwenwekkend…
Maar goed, de mail gaat als volgt:
Hi
I am Bharat Joshi seo Consultant.
Advertising in the online world is one of the most inexpensive and highly effective methods of promoting a business.
I was surfing through your website and analyzed that despite having a great design;
it was not ranking on any of the search engines (Google Yahoo and Bing) for most of the keywords relating to your business.
I am affiliated with an SEO company based in India that has helped over 200 businesses rank on the 1st Page of GOOGLE for even the most competitive Industries.
We assure you that our SEO prices will give you good amount of margin in your pocket. Also, Your Company and your customer information will be confidential.
Let me know if you are interested and I will send you our company details or create a proposal so you can see exactly where you rank compared to your competitors.
I look forward to your mail.
Warm Regards
Bharat Joshi
SEO Consultant.
Ik vind dat toch zo knap: mensen uit India, die mij in het Engels een mail sturen en zeggen dat ze aan het surfen waren op mijn Nederlandstalige website. Bovendien hebben ze zomaar heel voortvarend een aantal relevante zoektermen opgezocht en gezien dat de site helemaal niet te vinden is in Google, Yahoo en Bing.
Sorry, maar ik moest dit gewoon even met je delen. Beste luisteraars, trap hier niet in! De kans dat medewerkers van een Indiaas bedrijf goede content in het Nederlands kunnen produceren, is minimaal en ik denk dat die richting de nul gaat, ondanks dat er meer dan een miljard mensen in India wonen!
Dus wat zal er gebeuren als je met een dergelijk bedrijf in zee gaat? Ze gaan te pas en vooral te onpas spammy links naar je website plaatsen. De kans bestaat dat dit uitermate kortstondig een positief effect heeft op je rankings, maar ik kan je verzekeren dat je daarna nog sneller uit de zoekresultaten tuimelt, dan dat je met je ogen kunt knipperen!
Ergo: blijf verre van dit soort mails, negeer en verwijder ze.
Je weet dat citations ofwel bedrijfsvermeldingen nodig zijn voor de ranking van je bedrijfsvermelding in de lokale resultaten op Google. Dat is dat rijtje van “A” tot en met “G” dat je te zien krijgt, als je een bedrijf, organisatie, restaurant, hotel, zorgverlener of wat dan ook in de buurt of in een specifieke plaats of stad zoekt.
Hoewel signalen voor ranking in de lokale zoekresultaten steeds meer gelijk worden getrokken met de signalen voor de gewone zoekresultaten, blijven citations belangrijk. Want citations zijn een signaal voor de fysieke locatie van een bedrijf, dat is dus het adres.
Het belang van citations is enigszins afgenomen, maar dat ze nog steeds belangrijk zijn, blijkt wel uit mijn ervaring van afgelopen week. Er waren twee opdrachtgevers die maanden lang ongenaakbaar op de “A”-positie stonden. Maar sinds een week of drie tot vier zijn zij beide van de “A”-positie naar de “B”-positie gezakt.
Zelf zagen ze het als een degradatie en wilden hun “A”-positie terug. De belangrijkste reden was dat ze een duidelijk verband leken te zien tussen het terugzakken in de lokale ranking en het aantal nieuwe klanten.
Voor beide bedrijven heb ik na een kortstondig onderzoek naar nieuwe citationmogelijkheden een handjevol citations aangemaakt en binnen drie dagen stonden de zakelijke Google+ Mijn Bedrijf-pagina’s van de opdrachtgevers weer op “A”.
Daarmee kun je zien hoe belangrijk regelmatig onderzoek naar nieuwe citationmogelijkheden en het publiceren van nieuwe citations is, om hoog te blijven scoren in de lokale zoekresultaten! Je kunt dat zelf doen, of je kunt dat uitbesteden aan iemand die daar goed in is.
Eerder deze week vertelde ik in de tweede webinar over “Internet Marketing voor Fotografen” over citations en het belang ervan. In de derde webinar die komende dinsdag plaatsvindt, ga ik nog veel dieper in op citations. Ik leer je dan hoe je geautomatiseerd nieuwe kansen voor citations kunt vinden, en hoe je goede citations plaatst. Volg de website voor meer informatie, als je hierin geïnteresseerd bent…
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van deze podcast. Volgende week donderdag is het eerste Kerstdag, maar dan komt er toch gewoon een podcast uit. De kans bestaat wel, dat die wat korter is, dan je gewend bent.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 107 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Gisteravond presenteerde ik deel 1 van een een serie van twee webinars met als titel “Internetmarketing voor Fotografen”. Daar begin ik zometeen mee. Maar dat is tegelijkertijd ook de reden dat deze podcast iets later uit is gekomen, dan dat je gewend bent. Door enorme drukte had ik eerder deze week ook niet de gelegenheid om al veel voor te bereiden voor deze podcast, omdat ik druk was met het webinar.
Maar goed, ook podcast 106 is dus weer uit! Ik heb vandaag aardig wat nieuws voor je, over Google. Om te beginnen: Google vermeld nu daadwerkelijk óók in de Nederlandstalige zoekresultaten op mobiele apparaten of een site geschikt is voor een mobiel apparaat! Dat zal webmasters van wie de site nog niet geschikt is voor mobiel flink hoofdpijn bezorgen. Zo meer daarover!
Ook worden Penguin updates nu doorlopend doorgevoerd. En Google is op zoek naar nieuwe zogenaamde Top Contributors. Ik vertel je zometeen wat dat zijn en wat ik daarmee te maken heb. En dan iets luchtigs: Yelp is net zo betrouwbaar als Michelin, met haar sterrenbeoordeling. Oh ja, Google News stopt trouwens in Spanje, als gevolg van veranderde wet- en regelgeving.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit alles helpt jou om jouw bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/106. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, hardlopen, fietsen of trainen in de sportschool.
Herinner je je Jerry nog, die in podcast 105 vroeg hoe je een webshop kon optimaliseren? Hij heeft afgelopen week ook geluisterd naar mijn tips en heeft er meteen een aantal ter harte genomen en de spreekwoordelijke koe bij de horens gevat.
Ik ontving vorige week vrijdag al meteen het mailtje, waarin Jerry onder andere schreef:
Eduard,
Je hebt er deze avond voor gezorgd dat ik een uur lang met een rode kop door Arnhem heb gereden… 🙂
Ik heb naast de webshop Low-Budgets.nl een fulltime job als buschauffeur en luister altijd naar jouw podcasts.
Ik was op de radio, jeuhhhh.Leuk dat je mijn verzoek hebt ingewilligd.
Buiten het feit dat er een hoop nog niet in orde is met de webshop toch bedankt voor de bruikbare tips.
Nu is het zo dat ik het finetune’n nooit echt belangrijk heb gevonden, maar ik moet daar toch na een paar jaar op terugkomen.Zeker nu er steeds meer webshops bij komen.
Ik heb er dan ook niet veel kaas van gegeten en heb eigenlijk alles in en rondom de shop zelf gedaan mede om de prijs laag te houden, om zo toch met de grote jongens mee te kunnen doen als je begrijpt wat ik bedoel.
Maar dat heeft dus ook zijn nadelen, zoals je in de podcast hebt omschreven.
Om een lang verhaal kort te maken, want ik moet weer wat passagiers ophalen en wegbrengen…
Heb je zin/tijd/interesse om mij te helpen de spreekwoordelijke puntjes op de ‘i’ te zetten?
Tot zover een stuk uit de mail van Jerry. Naar aanleiding van mijn beperkte analyse heeft hij wel meteen de volgende zaken op orde gebracht:
Hij beseft ook dat je tegenwoordig er niet meer onderuit komt, om je website te voorzien van goede, relevante, unieke en interessante content die mensen graag lezen, beluisteren of bekijken.
Jerry, ik ben op dit moment druk met een aantal activiteiten en mijn agenda zit tot het eind van het jaar zo goed als vol. Ik heb wel een leuk idee, maar dat wil ik eerst tegen jou aanhouden. Stuur me een mailtje, wanneer we dit liefst op korte termijn kunnen bespreken. Meld gelijk ook een paar momenten dat jij kunt, want volgens mij heb jij onregelmatiger werktijden dan ik.
Hopelijk kunnen we vanaf begin 2015 een start maken met het optimaliseren van je site en je content.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Ik heb je al eens verteld dat ik in oktober heb gefotografeerd voor de stichting “Against Cancer”. Tijdens die vier dagen in Duitsland heb ik een andere fotograaf leren kennen, te weten Martin Stevens uit Rotterdam. Hij vond het zo interessant wat ik allemaal kon vertellen over scoren in de zoekmachines op verschillende manieren, het belang van citations en reviews en ga maar door.
Daarom vroeg hij mij recentelijk om hem en een paar van zijn companen uit het Westen eens iets meer hierover te vertellen. Dat hebben we gepland en gisteravond vond het eerste webinar plaats. In iets meer dan 42 minuten heb ik verteld over verschillende vormen van vindbaarheid.
Deze webinar ging voornamelijk over het “Wat?”, het “Waarom?” en “Waar?”. Het “Hoe?”-deel heb ik er nog bewust buiten gelaten, omdat ik eerst een gemeenschappelijke basis voor de kennis wilde creëren. Want als die er niet is, heeft volgens mij alle overige informatie en kennisdeling weinig zin.
Ik had in eerste instante gepland om volgende week dan in te gaan op het “Hoe?”. Maar gaande het eerste webinar bekroop mij al het gevoel dat er nog wel eens wat meer webinars in combinatie met actielijsten, flowcharts en instructievideo’s nodig zijn om de materie uit te leggen en deze fotografen maximaal te positioneren voor online succes.
Dit webinar over “Internetmarketing voor Fotografen” was voor mij het eerste live webinar voor een groep onbekenden en dat vond ik wel enigszins spannend. Grappig genoeg verdween mijn spanning op het moment dat ik op de knop drukte om live te gaan. Toen kwam ik op mijn praatstoel en kon ik dus over mijn passie vertellen.
Na afloop kreeg ik veel positieve feedback van de mensen die het webinar hadden bijgewoond. En niet alleen bij hen smaakte het naar meer omdat ze de materie interessant vonden, ook ik vond het zo leuk dat ik heb besloten veel meer webinars te gaan organiseren. Die zal ik dan wel iets langer vooraf aankondigen, zodat meer mensen de webinars tijdig in hun agenda’s kunnen plannen.
Om je een idee te geven van het webinar, heb ik de opname die automatisch is gemaakt op YouTube, opgenomen in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/106:
In het webinar vertelde ik een stuk over het fundament van je succes op Internet. Dat bestaat uit vier onderdelen:
In de podcast heb ik een stukje hierover uit het webinar opgenomen. Let op dat de geluidskwaliteit even iets slechter wordt, omdat ik de audio uit de videoopname van de Google+ Hangout heb gehaald.
Het zal jou ook wel duidelijk zijn dat ik het “Hoe?” van deze vier onderdelen echt niet volgende week in een uurtje of zo kan uitleggen. Dus er zullen nog meer webinars volgen. Actieve participatie aan de webinars is alleen op basis van uitnodiging. Wel wordt elke webinar tegelijkertijd uitgezonden op Google+ en op YouTube, dus je kunt gewoon met een wijntje of biertje in de hand, lekker onderuit gezakt op de bank meeluisteren en er je voordeel mee doen.
Elk webinar blijft na afloop 24 uur online staan op YouTube om nog eens te bekijken. Daarna neem ik de content –in elk geval voorlopig– offline.
Ik kan me goed voorstellen dat jij ook dolgraag wil dat ik bepaalde onderwerpen behandel met screenshots, en andere voorbeelden. Dus: heb jij bepaalde onderwerpen, waarvan je graag wil dat ik er eens in een webinar op in ga, laat het me dan weten. Dan ga ik kijken wat ik ten aanzien van jouw verzoek kan realiseren.
Een paar weken geleden meldde ik je het al: Google begon in de Engelstalige zoekresultaten op mobiele apparaten duidelijk te maken of een bepaalde webpagina wèl geschikt was voor het mobiele apparaat, of dat het níet specifiek geschikt was voor mobiele apparaten, zoals een smartphone of iPod en dergelijke.
Waar het voorheen vaak maanden duurde, voordat Google bepaalde veranderingen in de Engelstalige sites ook toonde in andere talen, duurt het nu maar een paar weken. Want eerder deze week is voor het eerst de tekst “Voor mobiel” gespot in de Nederlandstalige mobiele zoekresultaten.
In de transcriptie van deze podcast op www.reputatiecoaching.nl/106 heb ik een screenshot van mijn iPhone opgenomen, die je te zien krijgt als je zoekt op “reputatiecoaching”. Daarbij is duidelijk te zien dat de omschrijving bij het zoekresultaat wordt voorafgegaan door de grijze tekst “Voor mobiel”.
Vanaf nu vrees ik echt dat een groot aantal webmasters van wie de site nog niet mobielvriendelijk is, het verkeer naar hun site aanzienlijk zullen zien dalen. Dat komt doordat zo’n 54% van alle zoekpogingen wordt gedaan vanaf een mobiel apparaat. En nu zullen Internetters sneller een site aanklikken die wel geschikt is voor mobiele apparaten, dan sites die er niet speciaal voor zijn gemaakt.
Als je als ondernemer al dat verkeer kwijtraakt? Ouch! Dat kan pijn doen in je portemonnee! Ik ben benieuwd of het de soort genadeslag wordt die ik denk dat het kan betekenen, of niet.
Maar wanneer jouw site nog niet mobielvriendelijk is en je wilt dat je bedrijf blijft voortbestaan, is het nú het moment om je site geschikt te maken voor mobiele apparaten. Nou, eerlijk gezegd ben je te laat! Als jouw site nu –met de Kerstdagen voor de deur– nog niet mobielvriendelijk is en je had hoge verwachtingen van je online business, dan adviseer ik je om je verwachtingen maar iets te temperen… Met zo’n 54%…
Een klein lichtpuntje … Dat hoop ik althans… Google heeft gezegd dat het op dit moment websites die wel geschikt zijn voor mobiele apparaten niet hoger laat scoren dan vergelijkbare sites die nog niet mobielvriendelijk zijn.
Dus de mobielvriendelijkheid wordt volgens Google nog niet meegenomen als ranking factor. Ergens in september was dit namelijk te lezen op Internet. Echter, inmiddels heeft Zineb Ait Bahajji van Google deze uitspraak iets genuanceerd… In een Google Webmaster Help thread schrijft hij dat Google responsive websites niet hoger laat scoren, dan andere mobiele sites. Hiermee ontkent hij dus niet, dat mobielvriendelijkheid van sites al in het algoritme wordt meegenomen.
Mijn gevoel is dat het er al wel inzit, maar dat de waarde ervan nog niet erg hoog is ingesteld, evenals dat voorbeeld van HTTPS, waar ik het een paar weken geleden over had. Maar ik verwacht wel, dat de kans groot is dat in de nabije toekomst de weging van deze rankingfactor wordt verhoogd.
Er heerste al een tijdje veel onrust in de diverse SEO-gerelateerde online discussiegroepen, als gevolg van de veranderingen die veel webmasters bespeurden in de zoekresultaten. Ze zagen veel fluctuaties en met de feestdagen voor de deur werden de meesten daar niet vrolijk van.
Eerst werd gedacht dat dit een soort van naijl-effect was van Penguin 3.0, die een aantal weken geleden live ging. In het verleden waren er maar heel zelden updates. Maar Google heeft bekendgemaakt dat zij tegenwoordig continu kleine veranderingen of updates doorvoert, om zo de zoekresultaten steeds verder te verbeteren.
Dus in het verleden bepaalde Google een groot deel van de ranking eerst offline, waarna de resultaten online werden gepushed. Maar de algoritmische veranderingen die nu plaatsvinden, worden dus op direct in de online omgeving doorgevoerd.
Dit kan in je voordeel werken, maar ook in je nadeel. Want je site kan dus opeens hogerop komen, of plotsklaps verzinken in het moeras van resultaten vanaf pagina 5 en verder… Een uithoek die de meeste Internetters niet eens willen of durven te bezoeken…
Google zoekt nieuwe zogenaamde Top Contributors. Dat zijn mensen met veel kennis van een bepaald product van Google, die actief participeren in de productforums of -fora en daarmee andere gebruikers helpen. Dit neemt Google veel werk uit handen. In de show notes heb ik een video van Google opgenomen, waarin precies wordt uitgelegd wat Top Contributors zijn:
Ik heb mij gedurende zo’n 30 minuten met mijn Chromebook tijdelijk afgezonderd om de eerste (algemene) Google Hangout erover bij te wonen. Eerder deze week heb ik vanuit mijn interesse voor Google Maps de Maps-specifieke Hangout bijgewoond en ook de Hangout over Google+ Hangouts.
Graag zou ik ook willen participeren in het Google Search productforum om daar mogelijk een Top Contributor te worden, maar helaas heb ik door alle drukte dat webinar gemist.
Het valt überhaupt nog te bezien of ik zoveel tijd ervoor kan vrijmaken om actief in die twee fora deel te nemen, maar ik ga mijn best doen. In een ander Google forum, dat weliswaar afgesloten is, ben ik al wel een Top Contributor. Dat is het forum dat gaat over “Google Maps Business View”.
Er wordt altijd heel bijzonder gedaan over Michelin sterren. Maar wist je dat de Yelp sterren net zo betrouwbaar zijn als de veel prestigieuzere Michelin sterren? In New York althans. Dat las ik in een leuk artikel op Lifehacker, met als titel “Yelp Is Just as Good As Michelin at Rating Expensive Restaurants”.
De scores komen aardig overeen, althans voor de duurdere restaurants. Lees ook eens het artikel, dat hieraan ten grondslag ligt. Dat is al iets ouder: het stamt van 2 oktober dit jaar. De titel van dat artikel is “Yelp And Michelin Have The Same Taste In New York Restaurants”.
Oh, voordat ik aan het einde kom van deze podcast nog even terug naar Google… Dit nieuwtje is heet van de naald: ik las het zojuist en het is eerder vandaag gepubliceerd.
In Spanje is namelijk een nieuwe regelgeving van kracht gegaan. Die bepaalt dat uitgevers en nieuwsdiensten geld moeten vragen voor diensten als Google Nieuws. En omdat Google niet wil betalen, trekt Google op 16 december de stekker uit news.google.es, de Spaanse nieuwsdienst.
Dit was afgelopen week te lezen op Emerce.
En met dit nieuwtje over Google News kom ik dan weer aan het einde van de podcast van vandaag. Het is een iets kortere podcast dan je normaal van me gewend bent, maar ik verwacht dat er de komende paar weken als gevolg van de feestdagen niet zoveel nieuws zal zijn. Dus ik wil graag nog het één en ander voor je bewaren voor de laatste paar podcasts van dit jaar. Mocht er wel veel nieuws verschijnen, dan ga ik daar natuurlijk weer in grasduinen om jou bij te praten. Maar voor vandaag houd ik het dus even hierbij.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 106 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
De onderwerpen voor vandaag, de dag voor Sinterklaas. Dus daar begin ik vandaag mee… althans met online business. Afgelopen week ontving ik een voicemail van Jerry over het optimaliseren van een webshop. Daarover zometeen meer. Google heeft haar kwaliteitsrichtlijnen voor Google+ Mijn Bedrijf aangepast. De grote verschillen deel ik straks met je. En hoe scoort jouw site op Bing? Of op DuckDuckGo? Waarom dat belangrijk kan worden, hoor je ook in deze podcast. En als je wilt scoren in Bing, heb ik 10 tips voor je, om je daarbij te helpen.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit alles helpt je om je bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/105. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Voordat ik begin met de onderwerpen voor vandaag, eerst even een #FAIL. Deze week is de #FAIL voor @Vitens. Ik zal je kort uitleggen waarom…
Gisteren hadden we hier opeens geen water meer, als we de kraan opendraaiden. Even zoekend op Google leerde ik het mooie woord “waterstoring”. Vervolgens zocht ik de website van Vitens op, om de waterstoring te melden.
Op hun contactpagina staat dat je storingen via Twitter kunt melden aan @vitens. Dat heb ik dan dus ook gedaan. Mijn eerste tweet was om 14:59 en circa een kwartier daarna heb ik er nog een gestuurd. Tot op heden moet ik nog steeds een reply krijgen. Dat vind ik echt een ondermaatse prestatie van Vitens en dus een #FAIL waard!
In de show notes heb ik een lijstje van recente tweets aan Vitens staan en het blijkt dat mijn ervaring niet uniek was. Bovendien lijkt het erop alsof Vitens niet alleen slecht communiceert via Twitter, maar ook lijken contactformulieren op de site niet te werken:
Foei, Vitens! Je kunt dan weliswaar waterleverancier zijn voor 5,5 miljoen huishoudens, maar dit kan echt niet!
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Morgen is het Sinterklaas en volgens mij hebben de goedheiligman evenals alle multicolor pieten en hulpklazen dit jaar massaal online ingekocht. De verkoopcijfres en statistieken over online versus offline business zullen we de komende dagen wel horen en lezen.
De afgelopen jaren zie je een sterke groei in de online aankopen rond de feestdagen. Als hulpsinterklaas heb ik alle cadeaus voor onze dochter online gekocht, om zo tijd te besparen, doordat ik niet in lange rijen voor kassa’s hoef te wachten. Vanuit mijn bureaustoel heb ik binnen één uur een selectie van de verlanglijstjes online besteld. En volgens de bevestigingsmails wordt alles vandaag bezorgd, inclusief pakpapier. Keurig op tijd, dus. Ik hoef het dan alleen nog maar in te pakken.
Voor mij is het heel simpel: de producten op de verlanglijst waren helder gespecificeerd; er kan eigenlijk geen misverstand over ontstaan. Dus dan hoef ik niet naar de lokale winkel om de objecten in de handen te nemen en daarmee vervolgens naar de kassa te lopen, af te rekenen om zo met afgeladen tassen de auto in een overvolle parkeergarage op te moeten zoeken.
Een deel van de inkopen heb ik gedaan bij Intertoys, omdat één van de verlanglijstjes daarop was afgestemd, inclusief verwijzing naar de bladzijden in het grote speelboek. Dat maakte het voor mij gemakkelijk, want sommige artikelen die niet bij Intertoys verkrijgbaar waren, kon ik zo snel en gemakkelijk bij bol.com bestellen.
Hoe wrang het ook moge zijn voor de detailhandel: ik denk dat er steeds meer online besteld zal worden en dat deze stijging ten koste zal gaan van de lokale speelgoedwinkeliers in dit geval. Maar hetzelfde geldt straks voor Kerstmis en de Kerstinkopen. Ook daar zal de lokale detailhandel een knauw voelen, vrees ik.
Hoe zit het met jou? Of als je een lokale winkelier bent: heb jij dit jaar iets gemerkt van een daling van verkopen in je winkel? En voor alle hulpklazen en hulppieten: heb jij inkopen gedaan bij lokale winkels, of ook al meer online? Wat was daarvoor je beweegreden? Daar ben ik heel benieuwd naar. Geef eens je reactie onderaan de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/105.
Eerder deze week ontving ik een vraag van Jerry. Hij sprak het volgende in op de ReputatieCoaching voicemail:
Goedenavond Eduard. Met Jerry, eigenaar van webshop low-budgets.nl.
Ik luister met veel aandacht naar je podcasts en ik vraag me af of het interessant en leuk is om een keer een artikel te wijden aan webshops.
Ik heb de afleveringen gehoord over tandartsen en restaurants en daar kun je gericht op adverteren, laat ik maar zeggen, om je vindbaarheid groter te maken.
Maar wat als je meerdere artikelen hebt, bijvoorbeeld een webshop met 200 artikelen.
Ik zou het wel interessant vinden om eens te horen wat daar de mogelijkheden voor zijn.
Misschien vind je het leuk om daar eens wat aandacht aan te besteden.
Alvast bedankt!
Nou Jerry, leuk dat je contact opneemt. Inderdaad, een webshop is heel anders dan een restaurant, tandartspraktijk of kapper en wat dies meer zij. Want met een webshop krijg je alleen bestellingen online, die je dan moet versturen naar de koper; je klanten komen niet naar een lokale vestiging.
Om te beginnen heb ik natuurlijk eens gekeken naar je website, een mooie en overzichtelijke website, kan ik wel zeggen. Maar wat mij als eerste opviel, was de lange laadtijd van de pagina’s. Het was dat je mij had benaderd om eens wat tips te geven, anders was ik al naar een volgende site gegaan in de hoop daar te kunnen vinden, waar ik naar op zoek was.
Ik begon namelijk je site te bekijken, terwijl ik ’s avonds op de bank zat. En toen had ik alleen mijn iPhone in de buurt. Mijn indruk op mobiel was dat het heel lang leek te duren, voor er maar iets gebeurde als ik van pagina naar pagina ging.
Ik heb op de desktop met de Pingdom Website Speed Test eens getest hoelang het duurde om sommige pagina’s te laden en ik kwam meestal tussen de 2 en 5 seconden uit:
In de show notes heb ik een screenshot opgenomen, waarin ik meet hoelang het duurt om de pagina voor “electrisch gereedschap” te laden. Zoals je kunt zien duurt dat 2,1 seconde, dat is nog acceptabel. Maar wat daaronder opvalt is de lange wachttijd voordat de data wordt ontvangen! Je ziet dat het 1,45 seconde duurt, tot jouw webserver begint met het versturen van gegevens, nadat de URL is opgevraagd. Dat is extreem lang, vind ik. Die bijna anderhalve seconde zit iemand naar zijn of haar scherm te staren, terwijl er niets lijkt te gebeuren. Moet je je voorstellen: als je die kunt reduceren tot 200 milliseconden, dan worden je pagina’s opeens binnen een seconde geladen en vertoond!
Waar precies die vertraging in zit, is niet 1–2–3 te zeggen. Mijn gevoel zegt dat het de onderliggende database is, die de bottleneck is. Daar zou ik als eerste gaan zoeken. Verder kan het tijdelijk cachen van content ook een substantiële versnelling opleveren.
De laadtijd is in elk geval een belangrijke factor voor de gebruikerservaring, evenals natuurlijk de mobielvriendelijkheid. Die is bij jouw site bijna goed. Het enige minpuntje vind ik, dat de afbeeldingen verkeerd schalen: die worden op mijn iPhone horizontaal teveel verkleind en niet in proportie met de verticale verkleining.
Wat ik ook eens heb gedaan, is testen wat Google vindt van de snelheid van je site, zowel op desktops, als op mobiele apparaten. De resultaten daarvan vind je terug in de show notes:
Op de desktop geeft Google Pagespeed jouw site op snelheid 69 punten van de 100. Dat is laag. Je moet zien dat je de adviezen van Google opvolgt, om toch echt boven de 85 te komen, als je je wilt onderscheiden van collega’s, denk ik.
Ook vindt Google de snelheid van mobiel te traag: die staat met 55 van de 100 punten zelfs in het rood. Daar moet je dus echt aan werken! Google zegt verder dat de reactietijd van je server 2,4 seconden is, wat ik hiervoor ook al constateerde. Als je doorklikt op de Pagespeed tool, dan kun je lezen dat deze trage reactietijd kan komen door tientallen verschillende factoren, waarbij je kunt denken aan:
Nu terug naar je vraag, want jij wilt weten hoe je nu jouw producten beter vindbaar kunt maken, dan die van andere webshops. Dat is en blijft een lastige klus. Want waarschijnlijk is elke webshop-eigenaar daar op uit en dus daarmee bezig.
Laat ik eens een paar zaken langslopen, waar je optimalisatie kunt behalen:
Feitelijk zijn al deze maatregelen goed webmasterschap. Laten we nu eens kijken hoe je je zou kunnen onderscheiden van andere sites, waar bijvoorbeeld dezelfde lintzaag wordt aangeboden. Ik heb er een aantal bekeken en ik zag dat ze allemaal vrijwel dezelfde tekst hebben, namelijk alle technische specificaties.
Nu ontkom je er niet aan om die te noemen, maar het is de kunst om een beter pakkende omschrijving bij elk product te plaatsen, waarin je over het product of artikel schrijft.
Verder zou je video’s bij elk product kunnen plaatsen, die je host op YouTube. Dan kun je denken aan:
Wist je trouwens dat de links naar je social media niet werken? Ik zie als URL alleen het hekje (“#”).
Over social media gesproken: je zou ook foto’s van je producten met links naar de productpagina op je website kunnen pinnen op Pinterest. Want als ik daar bijvoorbeeld zoek op lintzaag, vind ik maar een stuk of 16 pins. Daar liggen dus kansen. Kansen die overigens andere webshops al wel mondjesmaat benutten… Want zoek op Pinterest maar eens naar “accuboormachine”, dan zie je wat ik bedoel.
Als je dan toch bezig bent met foto’s, ga dan ook op Instagram je producten promoten met mooie foto’s. En gebruik eventueel ook Facebook om je producten onder de aandacht te brengen.
Zoals ik altijd zeg: ga content produceren over je producten. Breng die content onder de aandacht van je potentiële publiek.
Tja en tenslotte voor de lokale vindbaarheid, zou ik toch ook een zakelijke Google+ Mijn Bedrijf pagina maken, waar je foto’s van je producten uploadt. Ook zou ik je producten promoten op Google+. Want vergeet niet, dat die content op Google+ vaak heel goed scoort in de zoekresultaten!
Tot zover mijn adviezen in een notendop. Jerry, ik hoop dat je er iets aan hebt. Mocht je meer advies of concrete hulp willen, neem dan gerust contact op.
20 februari van dit jaar meldde Google dat je in de bedrijfsnaam van een vermelding op Google+ Mijn Bedrijf toevoegingen mocht doen, binnen bepaalde voorwaarden. Vanaf deze week is dat weer helemaal teruggedraaid. Het enige wat er mag staan in de zakelijke bedrijfsvermelding op Google+ is de bedrijfsnaam. Punt! Niets meer dus!
Naast dat je geen toevoegingen meer mag hebben in de bedrijfsnaam zijn er nog meer wijzigingen:
Tja, zoals je ziet worden ook de richtlijnen voor lokale bedrijfsvermeldingen steeds verder aangescherpt. Gelukkig wordt hiermee de kans op misbruik ook verder verkleind. Dat kan ook voor veel ondernemers weer een verademing betekenen, omdat ze dan mogelijk hoger in de lokale resultaten kunnen scoren.
Ik heb het overigens nagekeken en de Nederlandse kwaliteitsrichtlijnen zijn nog niet bijgewerkt, analoog aan de Engelstalige.
Er zijn nog steeds sites die bepaalde content pas vertonen, als een gebruiker bijvoorbeeld naar beneden of naar rechts scrollt, als die op een “Lees meer” link klikt of naar een ander tabblad gaat. Dat zijn sites die de komende tijd mogelijk lager kunnen gaan scoren in Google.
Dat komt doordat Google webcontent die initieel wordt verborgen tijdens het “onLoad” event in de browser, niet meer indexeert. Als een pagina als gevolg hiervan dus weinig content bevat, neemt voor Google de relevantie van die pagina af en kan die dus lager gaan scoren.
De reden die John Mueller van Google hiervoor geeft, is dat als je initieel tekst verbergt, Google dit niet als de meest relevante content beschouwt. Ik laat je eventjes het stukje horen, waarin John er op in gaat…
Dus: maak je content zo min mogelijk verborgen en laat in elk geval je meest relevante content direct zien bij het laden van je pagina’s.
Vorige week vertelde ik je dat Google in de VS juist een rechtzaak heeft gewonnen, waarbij is uitgesproken dat Google zo’n beetje alles kan en mag doen met haar zoekresultaten. Dat was een forse overwinning.
Aan de andere kant wordt Google in Europa impliciet gedwongen om het bedrijf dusdanig op te splitsen, dat de zoekmachine los wordt gemaakt van de overige Google diensten. Dit is vorige week besloten in het Europese parlement, niet alleen voor Google, maar ook voor andere zoekmachinegiganten.
In een artikel op Computable stond onder andere het volgende te lezen:
De stemming, waarin ruim tweederde van het parlement voor de motie stemde, is vooral van symbolische waarde. In de aangenomen tekst staat: ‘Het Europees Parlement vraagt de Commissie om wetsvoorstellen in overweging te nemen voor de ontvlechting van zoekmachines van andere commerciële diensten.’ Ook wordt de Commissie opgeroepen om ‘misbruik met de marketing van vervlochten diensten door uitbaters van zoekmachines te voorkomen’. Het gaat dus niet specifiek om het bedrijf Google. Maar zou er wetgeving komen, dan heeft dit gevolgen voor een bedrijf als Google.
(Bron: Computable, 28–11–2014)
Hoewel het Europees Parlement geen opsplitsing bij Google kan afdwingen, heeft het via de Europese Commissie wel de mogelijkheid om nieuwe wetgeving in te voeren die mogelijk invloed heeft op de werkzaamheden en rechten van de zoekgigant.
Deze actie heeft niet alleen in Europa, maar vooral in de Venigde Staten gezorgd voor veel rumoer. Hoe dit alles verder verloopt, moeten we nog zien. Ik houd een vinger aan de pols!
Dat was over Google en ik weet bijna zeker dat alle luisteraars het meest geïnteresseerd zijn om te weten, hoe zij hoger kunnen scoren in Google. Sites als Bing en DuckDuckGo interesseren ze niet. En hoe zit jij daarin? Kijk jij wel eens hoe jouw site scoort in Bing? Nee? Dan zou ik dat toch maar eens gaan doen!
Ik hoor je denken: “Hoezo moet ik mij verdiepen in hoe ik rank op Bing? Daar komt toch vrijwel geen enkele bezoeker vandaan?”. Dat klopt… Inderdaad… Nog wel!
Let op… Ik zeg bewust: “Nog wel!”. Want inderdaad komt meer dan 90% van al het zoekverkeer van Google. Echter, per 2015 loopt er een contract tussen Google en Apple af. Apple verdiende de afgelopen jaren namelijk zo’n slordige 1 miljard dollar aan Google, doordat het Google als standaard zoekmachine in Safari aanbood. Daardoor maakt 45% van de mobiele markt wereldwijd gebruik van Google als standaard zoekmachine vanaf alle iOS apparaten, zoals iPhones, iPads en iPods.
Maar als dat contract afloopt, kunnen zaken wel eens veranderen. Dan zou het zomaar kunnen zijn dat Apple verder gaat met Bing… Of met DuckDuckGo… Ook gaan er geruchten dan Apple zelf een zoekmachine aan het optuigen is. Wat het ook moge worden: het kan dus geen kwaad om eens te controleren, of jouw site ook goed te vinden is op Bing en DuckDuckGo.
Apple is niet de enige organisatie die banden heeft met bepaalde zoekmachines die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn. Vorige maand nog werd bekendgemaakt dat Firefox in de Verenigde Staten niet meer standaard Google instelt als zoekmachine, maar Yahoo!
Deze instelling is operationeel sinds Firefox 34, de meest recente versie die onlangs uitkwam. Hoewel Firefox 34 nog niet wijd verbreid is, krijgt Yahoo! al driemaal meer zoekverkeer door Firefox 34, dan door versie 33.
Volgens StatCounter is het zoekaandeel van Yahoo! in slechts twee weken gestegen van 9,6% naar maar liefst 29,4%! Daarentegen is het gebruik van Google in Firefox 34 gedaald van net iets meer dan 82% naar zo’n 63,5%! Dat is een forse daling!
Nog steeds blijft Google ook in de USA oppermachtig, maar er wordt overduidelijk wel aan haar virtuele stoelpoten gezaagd…
Dus, nog even terugkomend op de mogelijke verandering van de standaard zoekmachine in Safari op mobiele apparaten van Apple… Hmmm… Gezien de penetratie van iOS-devices kan dat muisje ook nog wel eens een staartje krijgen… Ik ben heel benieuwd!
Stel nu eens dat Apple voor Safari op iOS niet meer kiest voor Google, als standaard zoekmachine… En omdat Firefox al Yahoo! gebruikt neem ik aan dat Apple daar ook niet voor zal kiezen. Dit is mede ingegeven door het feit dat Yahoo! in lang niet zoveel landen operationeel is.
Dan blijven er feitelijk nog twee zoekmachines over: Bing en DuckDuckGo. Dat is ook de reden dat ik zopas vroeg of je wel eens kijkt hoe je site op die twee zoekmachines scoort.
Hoewel DuckDuckGo sinds een tijdje wel als mogelijkheid is ingebouwd in Safari, staat die nog wel onderaan het rijtje. Ik heb geen idee of dat ook de visie van Apple op het belang weergeeft. Het kan ook een onderbewuste misleiding zijn, dat weet je nooit.
Maar stel nu eens dat Apple kiest voor Bing, in plaats van Google, als standaard zoekmachine in Safari op mobiele apparaten: waar moet je dan zoal rekening mee houden, om je site te laten scoren in Bing?
Tja, originele, unieke, relevante en interessante content spreekt natuurlijk voor zich! Ook Bing is heel goed geworden in het detecteren van webspam. Nee, wat zijn factoren die helpen bij het ranken van jouw site in Bing? Ik noem je er een aantal.
Want op dit moment is Bing Local alleen nog maar actief in de volgende landen:
Gezien de aanwezigheid van andere Europese landen, verwacht ik dat het ook niet zo lang zal duren, tot Nederland aan dit rijtje wordt toegevoegd.
Oh ja, nog een paar tips, wat je beslist niet moet doen op Bing. De meeste ken je natuurlijk al, maar ik wil het voor de volledigheid toch nog even duidelijk maken, waar Bing beslist een hekel aan heeft:
Nu ik zoveeel heb verteld over Bing en je mogelijke kansen… Heb je op basis hiervan al eens gekeken hoe jouw site scoort op Bing? Verschilt het erg met Google en DuckDuckGo? Vertel het me, onderaan de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/105. Ik ben benieuwd naar je bevindingen!
Met deze “koffiedikkijkerij” over de toekomstige standaard zoekmachine in 45% van alle mobiele apparaten in de wereld, kom ik aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, net als Jerry afgelopen week deed met zijn vraag over de optimalisatie van een webshop. Wil jij ook een voicemail inspreken, klik dan op de tab aan de rechterkant van elke pagina en spreek je bericht in.
Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 105 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Laatst vond ik de honderdste podcast een mijlpaal en ook deze aflevering is best een mijlpaaltje. Want met 52 weken in een jaar, betekent dit dat ik nu precies twee jaar de ReputatieCoaching Podcast uitbreng! Zometeen even kort wat statistieken… En eerder deze week meldde ik je dat www.reputatiecoaching.nl nu officieel volgens Google “mobile-friendly” is. Een paar weken geleden heb ik wat adviezen gegeven voor het beter positioneren van een babywinkel in Noord-Holland… De adviezen werpen nu al vruchten af!
Vanaf de zomer 2015 kun je gratis een SSL/TLS-certificaat voor je website krijgen. Waar en hoe? Dat vertel ik je zometeen! Verder adviseert Forrester om niets zakelijks meer te doen met Facebook en Twitter en ik sluit de podcast van vandaag af met 14 tips om je mailinglist te laten groeien.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit helpt je om je bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/104. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen, wandelen of trainen in de sportschool.
Vorige week vertelde ik je dat ik de Sitelinks Search Box in elk geval technisch had gerealiseerd. Dat klopte. Wat echter niet klopte, was de verwachting die ik uitsprak dat het gemiddeld zo’n 48 uur duurt, voordat de search box zichtbaar wordt. Want inmiddels ben ik ruim een week verder en is de search box nog steeds niet zichtbaar in de zoekresultaten, niet voor Allround Fotografie en ook niet voor ReputatieCoaching.nl.
Ik ben eens verder gaan lezen en kwam op Google+ een citaat tegen van Pierre Far, een Google Webmaster Trends Analyst. Hem werd gevraagd of je gegarandeerd de sitelinks search box te zien krijgt, als je alles implementeert, zoals Google dat eist.
Pierre antwoordde met als korte versie voor een antwoord: “Nee”. Maar het ligt iets genuanceerder en intelligenter dan dat.
Hij zegt ook dat veel webmasters een zoekmogelijkheid op hun site implementeren, naarmate de site groeit doordat er meer en meer content wordt gepubliceerd. Dat probeert Google na te bootsen in haar algoritmes. Die kijken dus naar veel signalen, die zowel gerelateerd zijn aan de site en aan de specifieke zoekopdrachten waarvoor de site wordt vertoond. Op basis daarvan wordt bepaald of de search box zichtbaar wordt of niet.
Dit betekent dus dat je de markup moet toevoegen als je een site-specifieke zoekmogelijkheid hebt. Op die manier stel je de zoekmachines in staat om naar de zoekfunctie te wijzen, als er voldoende reden is om die te vertonen.
OK, dus op basis hiervan kan ik me voorstellen dat er sowieso geen search box wordt vertoond voor Allround Fotografie. Want hoewel daar een flink aantal fotoreportages worden vertoond, is de content op zich vrij dun.
Aan de andere kant acht ik de kans dat de search box wordt vertoond voor www.reputatiecoaching.nl dan ook een stuk groter. Daar heb ik meer dan 200 posts en in totaal meer dan 400.000 woorden. Om je een idee te geven: het aantal woorden in het Oude Testament in de Bijbel bedraagt 592.419. Daarmee vergeleken zit ik dus al over de 80%.
Ik heb voor de site geen Concordantie nodig om alle content te ontsluiten, maar een sitelinks search box zou wel handig zijn…
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Ik zei het al in de intro: de ReputatieCoaching Podcast bestaat twee jaar. En zojuist vergeleek ik de omvang van de content met die van het Oude Testament. De plugin “Word Stats” vertelde mij, dat ik voor het live gaan van deze 104e podcast in totaal 408.987 woorden heb gepubliceerd op de site.
Ook vertelt de plugin iets over de leesbaarheid van de berichten. Daarvoor worden verschillende algoritmes gebruikt. Het blijkt dat 96% van mijn berichten qua leesbaarheid “intermediate”, ofwel gemiddeld, scoort.
Mijn piekmaand qua tekstproductie is februari 2014, toen heb ik 22.347 woorden gepubliceerd. Op het moment zit ik gemiddeld zo rond de 16.000 woorden per maand.
Het aantal unieke bezoekers neemt ook fors toe. Het groeit nu al maandenlang met gemiddeld 9% per maand. Natuurlijk zou iedereen zijn of haar content het liefst altijd meteen viraal willen zien gaan. Maar dat is gewoon een utopie. Jezelf op de kaart zetten met goede content om zo een groep trouwe lezers op te bouwen kost tijd en energie.
Hetzelfde geldt voor de podcast. Ook daar zie ik een gestage groei, waar ik tevreden over ben.
Ik heb de indruk dat lezers van Nederlandstalige weblogs veel minder de interactie opzoeken met de blogger, dan Engelstalige lezers. Op Engelstalige sites zie je veel meer reacties op blogposts. Ik heb geen idee of dat te maken heeft met onze cultuur of met onze manier van contentconsumptie.
Heb jij een weblog? En heb jij veel interactie met je doelgroep? Wat doe jij om interactie met je doelgroep op je blogartikelen te realiseren? Vertel het onderaan de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/104.
Vorige week vertelde ik ook over de nieuwe rankingsignalen van Google en dan met name met betrekking tot de mobielvriendelijkheid van je site. Het blijkt dat Google de mobielvriendelijkheid van je site dus gaat meewegen in haar algoritmes die de positie van je webpagina’s in de zoekresultaten bepalen.
Vorige week vertelde ik je ook al dat www.reputatiecoaching.nl door de “Mobile Friendly Test” van Google kwam. En eerder deze week ben ik eens gaan experimenteren met de instellingen op mijn iPhone. Ik heb de taalinstellingen voor Google gewijzigd in Engels. Daarna ging ik op zoek naar “ReputatieCoach” en zag dat in de Engelstalige resultaten de site ook al daadwerkelijk wordt aangemerkt als “Mobile-friendly”.
Twee dagen geleden heb ik hier een kort artikeltje over gepubliceerd: “ReputatieCoaching.nl is ‘Mobile-Friendly’ volgens Google!”.
Gisteren kreeg ik een vraag van Dennis, de tandarts uit Culemborg. Hij schreef mij het volgende:
Hoi Eduard,
Gaat er hier iets mis? Zie de verschillende tekst onder tpculemborg.nl op de iphone en op de pc/ie9
Zie screenshot.De tekst hoort toch uniform weergegeven te worden op alle apparaten?
Met vriendelijke groet, Dennis
Mogelijk is het jou ook wel eens opgevallen, dat je met dezelfde zoektermen op verschillende apparaten of zelfs in verschillende browsers op dezelfde computer, verschillende toelichtende teksten ziet onder de URL in de zoekresultaten.
In de prehistorie van de zoekmachines werd daar de META-tag “description” vertoond, maar dat is al lang niet meer het geval.
De tekst die Google bij je paginavermelding vertoont is van veel factoren afhankelijk, waaronder: je zoekgeschiedenis, het feit of je bent ingelogd op Google+ of niet, het apparaat waar je op zoekt, de browser waar je mee zoekt enzovoorts.
Wat je namelijk ook al helemaal niet weet, is waar je zoekopdracht precies wordt uitgevoerd, in welk land, in welk datacenter, in welk cluster van computers en op welke CPU. Ook dat varieert continu. Daarnaast spelen ook continu het zoek- en klikgedrag van andere Internetters, alsmede signalen uit de social media en weet ik wat welke andere factoren een rol.
Dus je moet niet raar opkijken dat je dus verschillende resultaten te zien krijgt voor dezelfde zoektermen op verschillende apparaten.
Dennis, ik hoop dat ik je vraag hiermee voldoende hebt beantwoord.
Brenda Kok ken je nog wel: ik had haar een tijdje geleden in de podcast, waarin ik haar onder andere interviewde over videomarketing. In het gesprek voorafgaand aan dat interview hebben Brenda en ik gezellig gekletst over lokale SEO. Daarbij werd haar nieuwsgierigheid geprikkeld.
Een goede vriendin van haar heeft namelijk een babywinkel in Noord-Holland en ze helpt haar vriendin af en toe met het beter laten scoren van die babywinkel in de zoekresultaten. Om organisch goed te scoren met een lokale winkel adviseer ik ondernemers zich altijd eerst te focussen op lokale SEO, dus het goed scoren in de lokale zoekresultaten. Want vaak gaat een significante stijging in de lokale resultaten gepaard met een stijging in de organische zoekresultaten.
Zo ook hier. Brenda en ik hebben na het interview af en toe nog overleg over de acties. En ook doe ik soms nog wat onderzoek hier en daar en dan meld ik dat in bestanden die staan in een gedeelde folder op Google Drive. Ook geef ik wel eens concrete adviezen over het aanpassen van een HTML title et cetera.
Het gemakkelijke van die werkwijze vind ik namelijk dat je zelfs tegelijkertijd in documenten en spreadsheets kunt werken en ze ook niet steeds via mail of een ander mechanisme hoeft te delen. Elke wijziging die wordt aangebracht kan zelfs iemand aan de andere kant van de wereld in real-time volgen!
Helaas heb ik geen screenshot van de tijd voordat Brenda met mijn adviezen aan de slag is gegaan. Maar inmiddels staat de babywinkel op de relevante zoektermen al op de “B”-positie in de lokale resultaten en scoort de website zelfs de tweede plaats in de organische resultaten op Google!
Nu zegt een positie natuurlijk niet bijster veel voor een ondernemer. Wat wel een rol speelt is het aantal bezoekers dat op een website komt en natuurlijk wat onder de streep aan omzet en winst wordt gegenereerd. In de korte tijd dat er aan deze site wordt gewerkt ziet de vriendin van Brenda al daadwerkelijk een stijging in webverkeer en omzet. Dus dat is een positief teken!
Hieruit blijkt wederom dat je vaak met een aantal relatief simpele acties een significant resultaat kunt bewerkstelligen. En ja, de winkel staat nu op “B”, maar doel is natuurlijk om die op de “A”-positie te laten landen. Keep you posted!
Een tijdje geleden vertelde John Mueller van Google dat het bieden van een beveiligde SSL-verbinding met je site een ranking factor is die meespeelt in het bepalen van de positie in de zoekresultaten. Tegelijkertijd deelde hij ook mee dat het effect ervan minimaal is en waarschijnlijk voor niemand echt zichtbaar.
Maar om op je website HTTPS te bieden heb je een zogenaamd SSL-certificaat nodig. Die kun je zelf uitgeven, maar als je dat doet, dan krijgen bezoekers vaak een waarschuwing dat het geen officieel erkend certificaat is, die is uitgegeven door een officieel erkende instantie. En het nadeel van officiëel erkende SSL-certificaten is dat ze geld kosten. Vaak € 100 of meer per jaar.
Daar komt nu verandering in. Want de EFF (dat staat voor “Electronic Frontier Foundation”) heeft een nieuwe organisatie opgericht, met de naam “Let’s Encrypt”. In het artikel “New, Free Certificate Authority to Dramatically Increase Encrypted Internet Traffic” kun je lezen dat deze nieuwe organisatie vanaf de zomer 2015 gratis certificaten gaat uitgeven voor webservers om beveiligde verbindingen mogelijk te maken.
Let’s Encrypt wordt gecontroleerd door de ‘Internet Security Research Group’ en werkt samen met onder andere Mozilla, Cisco Systems Inc., Akamai, EFF en andere bedrijven en organisaties.
De basisprincipes van Let’s Encrypt zijn:
Het is dus nog even wachten, maar over een paar maanden kun jij dus ook gratis een officieel certificaat voor je website aanvragen om daarmee alle verkeer van en naar je website te kunnen versleutelen, zodat in principe “niemand” je meer kan afluisteren.
Je kunt het niet zien, maar tijdens het inspreken van deze podcast maakte ik zojuist in de lucht van die aanhalingstekentjes bij het woord “niemand”. Want ik heb natuurlijk geen idee waar organisaties als de NSA en andere veiligheidsorganen allemaal toe in staat zijn. In elk geval wordt het voor bijvoorbeeld mensen in een Internetcafé heel moeilijk om jouw verkeer te onderscheppen en de decoderen.
Nog steeds zijn er ondernemers bij wie het bedrijfsresultaat geheel afhankelijk is van de toppositie in de zoekresultaten. Zodra resultaten wijzigen stappen met name Amerikaanse bedrijven naar de rechter om bijvoorbeeld Google te beschuldigen van monopolistische praktijken en wat dies meer zij.
Waar we in Europa Google en andere zoekmachines aan banden leggen, is door de rechtbank in San Fransisco uitgesproken, dat Google met de zoekresultaten alles mag doen en ze op elke gewenste manier mag weergeven zoals het haar goeddunkt. Google heeft in de Verenigde Staten ook alle vrijheid van meningsuiting in de zoekresultaten.
Dit was vorige week te lezen in het artikel “Google has free speech right in search results, court confirms” op GigaOM. Vooral in de Verenigde Staten is dit een belangrijke uitspraak. Want bedrijven als Yelp en TripAdvisor beschuldigen Google van het boycotten van hun content in de zoekresultaten.
Volgens een onderzoek van de Global Web Index (afgekort “GWI”) is Tumblr in de afgelopen zes maanden het snelst groeiende sociale netwerk. Het aantal gebruikers groeide in die periode namelijk met 120%.
Het minst snel groeiende sociale netwerk is… Facebook! Dat is op zich wel logisch, want met meer dan een miljard gebruikers is er niet zo bijster veel ruimte om nog echt hard te groeien.
Pinterest staat op de tweede plaats, met een groei van 57%, gevolgd door Instagram, LinkedIn ,Twitter, YouTube en Google+.
En wat bij Tumblr het snelste groeit, is het aantal video posts. Dat groeit namelijk tweemaal zo hard, als berichten met foto’s. Als jij bezig bent met video, zou je dan ook eens serieus moeten overwegen om je video’s ook op Tumblr te posten, omdat een deel van je doelgroep zich best wel eens op Tumblr zou kunnen bevinden.
Nu ik het over Tumblr heb: heb jij een account op Tumblr? Ben je er actief? Of ben je er veel te vinden als informatieconsument? Vertel het me onderaan de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/104.
In het rapport van GWI waar ik het zojuist over had kun je ook lezen dat 64% van de internetters in de leeftijd van 16 tot en met 19 in het Verenigd Koninkrijk en de VS steeds minder Facebook gebruiken. De hoofdreden hiervoor is dat ze het “saai” vinden worden en dat het niet meer zo “cool” is, als het in het begin was.
Steeds meer mensen gebruiken Facebook passief; dat wil zeggen dat ze wel de updates lezen, maar minder foto’s posten en elkaar berichten sturen. Deze laatste twee activiteiten zijn zo’n 20% gedaald.
Desalniettemin heeft gemiddeld 80% van de Internetters buiten China een Facebook account en in Latijns Amerika is dit zelfs 93%!
Wat opmerkelijk is, is dat maar liefst 91% van de Internetters in de categorie van 16 tot 64 jaar vorige maand YouTube of Facebook of Twitter of Google+ bezocht. En maar liefst 19% bezocht alle vier de sociale mediaplatformen!
En we gaan nog even door met de social media. Nate Elliot van onderzoeksbureau Forrester publiceerde vorige week het rapport “Social Relationship Strategies That Work”. Het volledige rapport kost US$499, als je het helemaal wilt inzien. Maar je kunt er genoeg informatie over vinden op Internet.
De ondertitel van dit rapport is niet voor niets: “How To Succeed In Social As Organic Reach Falls Toward Zero”. Dat zegt genoeg, zeker als je dat combineert met de titels van hoofdstukken, als “Your Social Relationship Strategies Aren’t Working” en “Facebook And Twitter Are No Longer The Center Of The Social Universe”.
Nate Elliot beweert dat bedrijven veel teveel aandacht en budget spenderen aan het creëren van een following op Facebook en Twitter. Dit is nagenoeg zinloos, doordat updates op Facebook meestal minder dan 2% van alle fans bereiken. En dat getal was nota bene van februari 2014. Inmiddels ligt het percentage nog lager en per januari 2015 gaat het zelfs nog verder omlaag.
Dat is het gevolg van de maatregel die Facebook bijna twee weken geleden heeft aangekondigd. Dat kun je lezen in het artikel “News Feed FYI: Reducing Overly Promotional Page Posts in News Feed” op het Facebook blog.
En de betrokkenheid van de fans is extreem laag: op Facebook reageert 0.073% van de fans, terwijl dit op Twitter nog minder is, namelijk: 0.035%!
Als je deze getallen hoort of leest, dan geeft dat meer context aan de uitspraak van Forrester en snap je ook dat jij als ondernemer beter je pijlen kunt richten op andere kanalen dan Facebook en Twitter.
Welke dat zijn? Volgens hetzelfde rapport creëer je veel meer betrokkenheid op platformen als Instagram en Pinterest. Uit cijfers die in het rapport staan, blijkt dat de engagement per volger op Instagram 58 maal hoger ligt dan die op Facebook en zelfs 120x hoger dan die op Twitter.
Een ander advies uit het rapport is om je mailinglist verder uit te bouwen. Want het blijkt dat in de Verenigde Staten volwassenen tweemaal zo snel zich abonneren op een mailinglist, dan dat ze een fan worden van een bedrijf op Facebook. Als je daarbij optelt dat gemiddeld zo’n 90% van je e-mails worden bezorgd bij je abonnees, versus die magere 2% of minder op Facebook, moet de keus voor jou toch makkelijk worden. Dus als je moet kiezen voor een abonnee op je mailinglist of voor een fan op Facebook, kies dan elke keer voor een abonnee op je mailinglist!
Op de site van Wall Street Journal kun je een aantal leuke reacties lezen op deze berichtgeving dat Facebook en Twitter vrijwel zinloos worden voor bedrijven. Ik geef je er een paar:
Als je besluit aan het werk te gaan om je mailinglist verder uit te bouwen, dan heb ik 14 tips voor je, om je daarbij of daarmee te helpen:
Ik ben niets roomser dan de paus, trouwens! Ik heb op dit moment ook nog moeite met het onderhouden van mijn mailinglist. Er komen wel nieuwe abonnees bij, maar ik ben me ervan bewust dat hier nog ruimte is om te verbeteren, evenals op zoveel andere fronten. Maar goed, al doende leert men! En helaas gaan er nog maar steeds slechts 24 uur in een dag!
Hoedanook ga ik in elk geval met deze tips aan de slag voor mijn eigen mailinglist! En jij? Heb jij een actieve of inactieve mailinglist? Vertel er eens iets over!
Met deze 14 tips om je mailinglist te laten groeien, kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 104 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
In Winterberg (Duitsland) is men nog niet zichtbaar actief met reviews. Dat ervoer ik afgelopen weekend. En dan lijkt het erop, alsof we in Nederland binnenkort ook de carrousel voor lokale resultaten gaan krijgen, terwijl Google in de Verenigde Staten is begonnen de carrousel weer weg te halen. Het wordt er niet duidelijker op. Maar wat verandert er dan wellicht in de toekomst? Ik vertel het je zometeen!
Ik ben aan het experimenteren met de zogenaamde “sitelinks search box”; dat is het volgende onderwerp voor vandaag. Websites die mobielvriendelijk zijn, worden binnenkort mogelijk hoger vertoond in de zoekresultaten. Dat heeft Google eergisteren aangekondigd. Twitter heeft afgelopen week aangekondigd alle tweets ooit te ontsluiten met een nieuwe, eigengebouwde zoekmachine en ik sluit de podcast voor vandaag af met 23 minder bekende toepassingen voor Twitter lists.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Hierdoor zet je je bedrijf en jezelf beter op de online kaart.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/103. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio103. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen, wandelen of trainen in de sportschool.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Degenen die mij volgen op Instagram of Facebook hebben kunnen zien dat ik afgelopen weekend er even tussenuit was. Samen met mijn vrouw Suzanne ben ik naar Winterberg in Sauerland (Duitsland) afgereisd. Daar hebben we twee nachten overnacht in een hotel. Overdag hebben we veel gewandeld en veel in de omgeving bekeken. We hebben zelfs nog even in de sneeuw gestaan, ook al was dat kunstmatige sneeuw.
Tussendoor hebben we links en rechts gegeten en gedronken. Wat mij opviel was dat we eigenlijk nergens iets zagen wat riekte naar het opbouwen van een reputatie of het onderhouden van contacten via de social media. Bij geen enkele winkel in de hoofdstraat van Winterberg zag ik een Foursquare of Yelp sticker, noch enige andere associatie met een review site.
Geen enkel restaurant waar we zijn geweest communiceerde actief de Facebookpagina of probeerde fans te werven. Ook zagen we nergens QR-codes of URLs waar we reviews konden achterlaten.
In deze tijd kun je je dat toch niet meer voorstellen! Ik zou denken dat alle etablissementen in een populair dorp als Winterberg juist elkaar in figuurlijke zin zouden “doodconcurreren” op dit gebied.
Het kan natuurlijk zijn dat mij iets is ontgaan, maar ik ben in elk geval geen enkele poging om een review te verkrijgen of om een fan te werven, tegengekomen.
Van ons weekendje weg naar Winterberg kom ik op een andersoortige reissite: een site met tips en aanbiedingen uit een bepaalde regio in een land. De details doen op dit moment even niet terzake.
Ik werd benaderd om adviezen te geven over hoe deze site, die eigenlijk enig in zijn soort is, beter gevonden kan worden, zonder een complete linkwervingscampagne op te hoeven starten etc.
Tja, mijn mantra om jezelf op Internet te onderscheiden is nog steeds “Content is king”. Dus in essentie was mijn advies ook om meer relevante, interessante, unieke en geografisch georiënteerde content te publiceren. Ik ben ervan overtuigd dat je uiteindelijk links naar je site gaat verdienen, als je publiek vindt dat je goede content produceert.
En zeker als je een site uit de reisbranche wilt laten scoren, dan volstaat het niet als je eens per twee weken of zo eens een nieuw berichtje post. Zoekmachines zien jouw site dan meer als een soort semi-inactief persoonlijk weblog.
Ik heb de beller om te beginnen verteld over de essentie van goede, unieke, relevante en interessante content. Vervolgens ben ik wat meer de diepte in gegaan. Zo heb ik onder andere de volgende adviezen gegeven die mijns inziens snel tot enig resultaat kunnen leiden, maar waar veel mensen niet zo gemakkelijk op komen:
De beller verkeerde ook nog in de veronderstelling dat zij massaal links moest gaan verzamelen. Dat heb ik gelukkig uit haar hoofd kunnen praten met het argument dat je tegenwoordig links moet verdienen op basis van de kwaliteit van de content die je aanbiedt.
Het viel haar aardig rauw op het dak dat ze wekelijks toch wel een paar nieuwe artikelen zou moeten publiceren, wil ze de site de aandacht laten krijgen die hij volgens haar verdient.
Ze gaat nu brainstormen wat ze van mijn adviezen zoal kan realiseren en wie ze daarvoor kan inschakelen. Want zelf is ze druk bezig met diverse andere zakelijke activiteiten. We hebben afgesproken om binnen nu en ongeveer een week weer contact te hebben. Dan zou ze met een aantal concrete uitwerkingen komen op basis van mijn suggesties en ik hoop dat ik haar dan verder op weg kan helpen.
Tot zover over de promotie van een reis-informatie-site.
Laatst had ik de lokale Google carrousel voor het eerst in de Nederlandstalige zoekresultaten op google.nl gespot. Daar heb ik toen ook meteen een video van gemaakt. Lange tijd heb ik geroepen dat de carrousel ook naar Nederland zou komen. En ja, in zekere zin heb ik daar dus gelijk in gekregen.
Maar inmiddels is de carrousel in de Verenigde Staten alweer op zijn retour! De markt was er niet blij mee en ook Google wilde naar een andere weergave van lokale bedrijven. Daar is het nu mee begonnen, lijkt het.
Want in een aantal marktsegmenten zie je nu dus geen carrousel meer. Zo zie je voor restaurants bijvoorbeeld een afbeelding, zoals ik die in de show notes heb opgenomen:
Let wel, dat ook deze weergave vooralsnog niet in Nederland beschikbaar is.
Mede gelet op het feit dat de carrousel in de achtergrond in Nederland en ook in andere landen enigszins zichtbaar wordt, denk ik dat Google bezig is haar output in een groot aantal landen gelijk te trekken. Dus eerst wordt de carrousel ook hier zichtbaar, waarna bijvoorbeeld met CSS deze later anders weergegeven wordt, op de wijze, zoals je die in de afbeeldingen hiervoor hebt gezien.
Op die manier gaat Google meer eenduidigheid uitstralen en zo kan ze ook waarschijnlijk kosten besparen, omdat er minder verschillende versies van de software en/of stylesheets etc. onderhouden hoeven te worden.
Nu ik het toch over Google heb… Heb jij al een sitelinks search box in de zoekresultaten? Nou, ik had er al wel over gelezen, maar ik had hem nog niet. En ik heb de sitelinks search box ook nog niet. Maar ik heb eerder deze week wel de vereiste actie ondernomen, om mijn kans dat die wordt vertoond, te vergroten.
Om te beginnen: wat is de sitelinks search box? Dit is een extra zoekveld, dat je krijgt in de zoekresultaten, als er bij jouw website vermelding de zogenaamde sitelinks worden vertoond. In de show notes heb ik een afbeelding opgenomen, waarop je een voorbeeld van sitelinks kunt zien:
Begin september heb ik voor het eerst over de sitelinks search box gelezen. Op het Google Webmaster Central Blog werd toen op 5 september een artikel gepubliceerd, met de titel “An improved search box within the search results”. Daarin werden toen screenshots van een mobiele weergave vertoond. Later doken er ook screenshots van desktopversies op.
Het komt erop neer dat Google een tweede zoekveld vertoont in de zoekresultaten, als er bij jouw site de zogenaamde sitelinks worden vertoond. Dat is het gemakkelijkste te testen door je bedrijfsnaam in te toetsen, zoals ik in de afbeelding van de sitelinks voor Allround Fotografie heb gedaan.
In dit zoekveld kun je dan een zoekterm ingeven voor de desbetreffende site. Als je dan op ENTER klikt, wordt de zoekpoging op die site uitgevoerd en worden de relevante resultaten vertoond.
Om dit in te stellen moet je een paar zaken regelen op je site. Zo moet je een site-eigen zoekmogelijkheid hebben op de homepagina van je site. Vervolgens moet je wat extra code in het header-deel van je site opnemen.
Op diverse sites las ik dat het daarna gemiddeld tot zo’n 48 uur kan duren, tot de sitelinks search box verschijnt. Nu heb ik zo’n 36 uur geleden de vereiste code op de site gezet en tot net vóór het inspreken van de podcast was die nog niet te zien. Ik wacht dus geduldig. Het is volgens mij in dit geval niet zo dat het alleen voor Engelstalige sites beschikbaar is. Want als je in Google “zalando” invoert, zie je precies wat ik bedoel:
Dus het is ook beschikbaar voor Nederlandstalige sites. Zoals elke keer als ik een experiment uitvoer, zeg ik ook nu weer: “Zodra ik nieuws erover heb, laat ik je het weten!”…
Ik vertelde je al in podcast 65 dat ik Google+ voor mijn site www.reputatiecoaching.nl gebruik als een Content Delivery Network, afgekort “CDN”, voor vrijwel al mijn afbeeldingen. Hoe ik dat doe, wil ik je in deze podcast kort uitleggen. En ik zal er binnenkort ook een instructievideo over maken.
Maar waarom zou je überhaupt de afbeeldingen in jouw berichten, op jouw website, vanaf een andere website willen laten vertonen?
Om te beginnen scheelt dat bandbreedte op de server, waar jouw website op staat. Daardoor kan de webserver meer gelijktijdige bezoekers bedienen. En natuurlijk kost het je minder opslag op je webserver. Een bijkomend voordeel is, vooral als je een beperkte bandbreedte hebt bij je hosting provider, dat deze zo minder snel opgesoupeerd wordt. Want bijna altijd is de grafische content veel groter, dan de tekstuele content van een webpagina.
Bovendien hebben Content Delivery Networks meestal servers in diverse werelddelen staan, waardoor de bestanden over het algemeen sneller geladen zijn door gebruikers uit de buurt. Ook zijn CDN’s geoptimaliseerd voor snelheid en om dat te doen, waar ze voor staan: content zo snel mogelijk sturen naar degene die erom vraagt.
Webpagina’s waarin afbeeldingen zijn opgenomen, die fysiek op een CDN staan, laden dus veelal sneller. Dat komt ook, doordat de meeste webbrowsers slechts een beperkt aantal simultane verbindingen naar één en dezelfde webserver kunnen openen, om te voorkomen dat de desbetreffende webserver overladen wordt.
Een heel bekend CDN is Akamai, dat was ook één van de eerste bedrijven die pionierde met Content Delivery in de hele wereld. Bedrijven als Apple, Adobe, Microsoft, BBC, Honda, Sony, Fiat, Rabobank en andere grote namen hebben hier jarenlang gebruik van gemaakt. Sommige gebruiken het nog steeds, terwijl ik het gerucht heb gelezen dat Apple bezig is met een eigen Content Delivery Network op te bouwen.
Een paar andere bekende CDN’s zijn:
En als je gaat zoeken, kun je er zo nog tientallen vinden. Maar eigenlijk hebben al die diensten één ding gemeen… Dat is dat ze geld kosten! Vaak veel geld!
Stel nu eens dat je helemaal GRATIS een supersnel en wereldomvattend CDN kunt gebruiken? Een CDN dat laagdrempelig is, gemakkelijk in gebruik en binnen het bereik van vrijwel elke webmaster ligt?
Welkom in de mooie wereld van Google+! Ik gebruik Google+ inmiddels al ongeveer een jaar voor het hosten van alle afbeeldingen die ik in mijn weblogartikelen en podcasttranscripties plaats. En tot mijn volle tevredenheid! Webpagina’s laden snel, evenals de afbeeldingen.
Om te beginnen moet je een Google+ account hebben, ofwel een persoonlijk Google+ profiel, of een Google+ pagina. Zo heb ik voor ReputatieCoaching een aparte Google+ pagina, die je trouwens kunt vinden op: plus.google.com/+ReputatieCoachingNL. Daar sla ik de afbeeldingen op, die ik in de artikelen gebruik. Natuurlijk zorg ik ervoor dat afbeeldingen welluidende bestandsnamen hebben, die bij voorkeur wat relevante zoektermen bevatten.
Maar voordat ik de afbeeldingen upload, optimaliseer ik ze eerst met compressor.io. De instructievideo hiervoor heb ik nogmaals opgenomen in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/103:
Ik vind overigens het verkleinen van de resolutie en de bestandsgrootte van een afbeelding normaliter een goede gewoonte, om zo de bandbreedte te beperken, de laadtijd van pagina’s te verkorten en dus de gebruikerservaring te verhogen. Maar… Op Google+ upload ik bij voorkeur afbeeldingen met een zo hoog mogelijke resolutie. Waarom? Dat leg ik je zometeen uit.
Laat ik beginnen met het uploaden:
Eenmaal opgeslagen in een map open ik de gewenste afbeelding door erop te klikken:
Daarna open ik de afbeelding met een rechter muisklik in een nieuw tabblad. In dat tabblad zie je in de adresbalk de URL van de afbeelding:
Die selecteer je en kopieer je naar het klembord met CTRL-C (Windows) of CMD-C (Apple). In WordPress kies je op de gewenste plek “Media toevoegen”, waarna je links klikt op “Invoegen via URL”:
Dan plak je met CTRL-V of CMD-V de URL in het veld en eventueel vul je de overige velden van de afbeelding in. Als je dan je pagina bekijkt, zie je dat de afbeelding is opgenomen in je blogbericht, terwijl die jou geen opslagcapaciteit kost en ook geen bandbreedte van je server. Zo simpel is het!
Maar ik had je beloofd uit te leggen waarom ik afbeeldingen eerst met compressor.io in bestandsgrootte verklein en dan in een zo hoog mogelijke resolutie naar Google+ upload. Dat komt, doordat Google zelf afbeeldingen kan verkleinen en de afbeelding in precies de juiste resolutie naar de eindgebruiker kan sturen.
Dat doe je door in de URL iets te veranderen:
Op de afbeelding die je kunt vinden in de show notes van deze podcast op www.reputatiecoaching.nl/103 zie je staan “W” of “S” en dan nog wat getallen en letters. Verander dat in bijvoorbeeld W200 om een afbeelding te krijgen die slechts 200 pixels breed is. Daarmee kun je dus de grootte van de afbeelding aanpassen.
Zo voorkom je dat een te grote afbeelding naar de browser wordt gestuurd, die dan vervolgens daar softwarematig wordt verkleind. Dat is iets wat je koste wat het kost wilt voorkomen.
Mocht je er niet uitkomen, schroom dan niet en post je vraag onderaan de show notes van deze podcast.
Tja, het zat er al een tijdje aan te komen en nu heeft Google het ook daadwerkelijk zelf min of meer bevestigd: mobielvriendelijke sites kunnen hoger gaan scoren in de zoekmachines dan sites die minder goed worden weergegeven op mobiele apparaten… Echt waar!
Google is namelijk begonnen om op mobiele apparaten in de zoekresultaten te laten zien of een site mobielvriendelijk is. Dit heeft Google 18 november jongstleden bekendgemaakt. Je kunt dit nalezen in het artikel “Helping users find mobile-friendly pages” op het Google Webmaster Central Blog.
In de show notes heb ik een screenshot opgenomen, waarin je kunt zien hoe dit er uit komt te zien:
Het komt erop neer dat voor het stukje introtekst onder de URL in de vermelding in de zoekresultaten een grijze tekst wordt vertoond, die luidt: “Mobile-friendly”. Dat is in elk geval, wat Google zegt over de Engelse zoekresultaten.
En Google stelt jou ook in staat om nu meteen te testen of jouw site mobielvriendelijk is. Daarvoor heeft het bedrijf namelijk de “Mobile-Friendly Test” ontwikkeld. De link hier naartoe vind je natuurlijk in de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/103.
Ik heb direct een aantal sites getest, want ik wil natuurlijk wel dat mijn sites het label van mobielvriendelijk krijgen toebedeeld van Google. Gelukkig kwamen alle sites door de test:
Maar diverse andere sites kwamen niet door de test. Zo heb ik de site getest van een luchtballonbedrijf en daarop had Google toch wel wat opmerkingen. Zo meldde de tool onder andere het volgende:
Hoe dit wordt vertoond in de testtool, kun je zien in de show notes:
Maar de tool geeft niet alleen maar commentaar. Het kan je namelijk ook helpen met het mobielvriendelijk maken van je site. Als je advies wilt, kan de tool je op dit moment helpen met sites die zijn gemaakt in één van de volgende Content Management Systemen:
Dat is wel heel vriendelijk van Google. Het geeft maar aan dat het bedrijf je op elke manier wil helpen om ook jouw site mobielvriendelijk te maken. En ik denk dat ze dat alleen maar doet om geen negatieve feedback te krijgen op het moment dat mobielvriendelijkheid van sites gaat meewegen als ranking factor voor de positie in de zoekresultaten.
Want Google sluit het artikel waar ik zojuist naar verwees af met de volgende tekst:
We see these labels as a first step in helping mobile users to have a better mobile web experience. We are also experimenting with using the mobile-friendly criteria as a ranking signal.
Daar heb je het. Als Google zegt dat ze ermee experimenteert… Hmmm… Dan kun je er aardig zeker van zijn dat de testfase al in een vergevorderd stadium is en op het punt staat om live te gaan. Dus, wat ik al zovaak heb geroepen: “Maak je site mobielvriendelijk! Zo snel mogelijk!”.
In het verleden was er een verbinding tussen Google en Twitter, waardoor Google alle tweets van Twitter kon zien en indexeren. Op een bepaald moment in tijd zijn beide partijen uit elkaar gegaan en vanaf dat moment kon Twitter niet meer dan je een zoekmogelijkheid geven in de tweets die niet ouder waren dan een week.
Maar daar komt nu weer verandering in, want Twitter gaat zich opwerpen als een soort van zoekmachine, maar dan zonder hulp van Google: het gaat alle openbare en dus publiek toegankelijke tweets doorzoekbaar maken. Moet je je eens voorstellen wat dat voor schat aan informatie kan ontsluiten!
Yi Zhuang van Twitter (ik hoop dat ik de naam goed uitspreek!) publiceerde eerder deze week een artikel op het Twitter blog, met als titel “Building a complete Tweet index”. Hij schrijft hierin onder andere:
Since that first simple Tweet over eight years ago, hundreds of billions of Tweets have captured everyday human experiences and major historical events. Our search engine excelled at surfacing breaking news and events in real time, and our search index infrastructure reflected this strong emphasis on recency. But our long-standing goal has been to let people search through every Tweet ever published.
Hij schrijft verder dat Twitter erin is geslaagd om de meer dan een half triljoen tweets te doorzoeken met een gemiddelde zoektijd van minder dan 100 ms.
Onderschat het niet: er komen wekelijks een paar miljard tweets bij! Moet je je voorstellen wat dat aan processingkracht en opslag vereist! Ik moet er niet aan denken om een dergelijk systeem te moeten ontwerpen! Gelukkig hoef ik dat ook niet!
Als je werkzaam bent in het ontwikkelen van informatiesystemen, dan zul je smullen van het artikel, waar ik in de show notes naar link. Daarin wordt uit de doeken gedaan hoe het systeem is ontworpen en is opgebouwd.
Het laatste topic voor vandaag gaat ook over Twitter. Op de site van Buffer kwam ik een tijdje geleden een leuk artikel tegen over bijzondere toepassingen van Twitter lists. In podcasts 3, 12 en 35 vertelde ik je al eens over Twitter lists, maar dit artikel op het weblog van Buffer vond ik dermate leuk dat ik het graag met je wilde delen.
Dan nog een algemene tip: Houd de lijsten actueel… Werk ze steeds bij met nieuwe accounts die je tegenkomt of ontvolg accounts die je niet meer aanspreken. En als je merkt dat je een bepaalde lijst lange tijd niet meer raadpleegt, verwijder ’m dan gewoon.
En met deze 23 minder bekende toepassingen voor Twitter lists kom ik dan ook vandaag weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 103 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt: