Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 19!
Vorige week had ik een leuk interview met Gé Bouma van Bouma Webteksten. Zij heeft veel waardevolle informatie met ons gedeeld over reputatiemanagement: hoe je je online en offline reputatie moet bewaken en wat je kunt doen in het geval van reputatieschade. Zij heeft me afgelopen week een aantal leuke reputatiegerelateerde zaken toegestuurd, waarover ik komende week een blogbericht ga schrijven.
In deze podcast heb ik geen interview, maar wel weer een aantal wetenswaardige tips en nieuwsberichten uit de wereld van online marketing, reputatiemanagement en zoek machine optimalisatie.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Het eerste onderwerp gaat grotendeels over offline reputatie, in relatie tot de vakantietijd die er voor veel mensen de komende maanden weer aan zit te komen. Maar het kan ook gevolgen hebben voor je online reputatie. Als tweede onderwerp heb ik vandaag nieuws over Facebook. En grappig genoeg kan Google+ niet achterblijven, dus heb ik Google+ als derde onderwerp van gesprek met nieuws over Google Places for Business.
Vandaag las ik overigens een leuk artikel op FrankWatching van social media expert en internationaal spreker Jeanet Bathoorn over de 5 A’s voor werkzoekenden. Deze A’s zijn ook voor een groot deel van toepassing voor het verbeteren van je online reputatie, dus daar ga ik ook iets verder op in.
Nu de winter die maar niet op lijkt te willen houden kijken veel mensen reikhalzend uit naar de zomer, lange zwoele avonden en gezellig buiten BBQ’en met vrienden en familie, maar natuurlijk vooral naar de vitamine “V” van “Vakantie”! Het eerste onderwerp voor vandaag gaat over vakantie, reizen, zakenreizen en over legitimatie, met name over het voorkomen van fraude met een kopie van je identiteitsbewijs.
Laat ik voorop stellen: ik ben geen jurist en de juridische zaken die ik hier toelicht hebben betrekking op Nederland en het Nederlandse rechtssysteem. Het is dus niet één op één van toepassing in het buitenland. Maar met de tips die ik je ga geven kun je sowieso je voordeel doen.
Op dit moment zijn websites als hotelkamerveiling.nl erg in trek om goedkope hotelovernachtingen te scoren. Veel mensen maken hier dankbaar gebruik van en kunnen zo voor geringe kosten lekker een weekendje weg naar een hotel.
Maar al te vaak als we ergens in een hotel inchecken, wordt ons gevraagd naar een paspoort of identiteitsbewijs, waar de recepetionist of receptioniste dan even een “kopietje” van wil maken. En naast hotels hebben ook telefoonshops of sportclubs er vaak een handje van om een kopie te willen maken van paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs of bankpas.
Zodra er een kopie is gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort heb je geen controle meer over wat ermee kan worden gedaan. Het kan worden gebruikt voor frauduleuze doeleinden, waardoor jouw reputatie ernstige schade kan oplopen. Op die mogelijke schade van identiteitsfraude wil ik nu niet ingaan, maar wel op jouw rechten: wat mag er wel volgens de wet en wat mag er niet?
De korte en iets versimpelde versie van wat er wel en niet mag, luidt: bijna geen enkel commercieel bedrijf met uitzondering van je werkgever, banken en officiële autoverhuurbedrijven die zijn aangesloten bij de BOVAG, mag een kopie maken van jouw paspoort of ander identiteitsbewijs.
Ik hoop dat deze korte samenvatting van wat ik afgelopen week op de website van de Rijksoverheid heb zitten nalezen, jou aan het denken zet… Waarschijnlijk kun je je nog zo een stuk of twee à drie bedrijven herinneren die relatief recentelijk een kopie hebben gemaakt van een identiteitsbewijs van je, of je bankpas etc. Dat mag dus niet en is zelfs bij de wet verboden!
Maar dan eerst: wat is identiteitsfraude? Identiteitsfraude is wanneer iemand anders dan jijzelf gebruik maakt van jouw identiteitsgegevens. Soms is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld een lening aan te vragen of een telefoonabonnement af te sluiten. Daardoor ontvang jij dan dus rekeningen voor dingen die je niet hebt aangeschaft. En als je weigert die rekeningen te betalen krijg jij alle ellende en dus niet de fraudeur.
Wist je trouwens dat jaarlijks een paar honderdduizend Nederlanders op één of andere manier te maken krijgen met identiteitsfraude? In 2011 betrof het maar liefst 5% van alle Nederlanders!
Hoe kun je dit voorkomen? Allereerst raad ik je aan om de links die ik onderaan de show notes van deze podcast heb opgenomen toch eens aandachtig te lezen. Die webpagina’s zijn van de Rijksoverheid en die wil ik hier niet gaan citeren. Maar het is natuurlijk goed om te weten wat jouw rechten zijn en wat er wel en niet mag volgens de wet.
Als iemand je vraagt naar je identiteitsbewijs voor het maken van een kopie, moet je als eerste vragen waarom het nodig is. In een hotel is het bijvoorbeeld niet nodig om al je paspoortgegevens te registreren. Hotels moeten het type identiteitsdocument vastleggen, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, de woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. Meer hoeft een hotel volgens de wet niet te registreren. In andere gevallen (bij andere bedrijven) kan het ook volstaan het type en het nummer van het identiteitsbewijs te registreren, zonder er een kopie of scan van te maken.
Een telefoonshop kan volstaan met het afschrijven van 1 eurocent van je bankrekening die je met je PIN-pas betaalt. Zo toon jij aan de telefoonshop dat jij de eigenaar bent van de bankrekening en dat de bankrekening niet geblokkeerd is of iets dergelijks.
Als er ergens dan toch een kopie wordt gemaakt van bijvoorbeeld je paspoort, vraag dan de kopie en doe het volgende:
Schrijf door de kopie dat het een kopie is, en voor wie of welk bedrijf de kopie bestemd is. Schrijf ook de datum dat de kopie is gemaakt, erbij.
Streep je BSN (Burger Service Nummer) door, ook in de strook onderaan je paspoort. Vrijwel geen enkel bedrijf of organisatie mag je BSN gebruiken, laat staan vastleggen. Voorbeelden van uitzonderingen zijn: zorgverleners, zoals huisarts, apotheek, en zorgverzekering.
Samenvattend: ik raad je aan om eens de links onderaan de show notes te volgen en iets meer te lezen over wie er wel een kopie mag maken van je identiteitsbewijs. Zo sta je sterker in je schoenen als je een discussie hierover aangaat en kun je mogelijk reputatieschade voorkomen.
Je kunt de transcriptie met de show notes van deze podcast vinden, door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19. Daar vind je dus zowel de tekst van de podcast als nog wat afbeeldingen, foto’s en de diverse links die in deze podcast aan bod komen.
Nu ik het toch even over deze podcast heb: als je de podcast leuk vindt, laat het me dan weten. Vertel erover aan je vrienden of collega’s of laat een review achter op iTunes. Ook stel ik het op prijs als je een bericht achterlaat op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Of geef een “+1” op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).
Je kunt ook een leuke recensie achterlaten op op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Natuurlijk kun je ook simpelweg een reactie posten, onderaan de transcriptie van deze podcast.
Dan kom ik op het tweede onderwerp van deze podcast: Facebook. In de Engelse taal heeft Facebook haar dienst “Facebook Nearby” een andere naam gegeven. De nieuwe naam is nu “Facebook Local Search”. Dit geeft maar eens te meer aan dat Facebook zich echt wil gaan profileren als zoekmachine, toegespitst op de grootste zoekmarkt: de lokale zoekmarkt.
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de meeste mensen zoeken een lokale onderneming als ze een bepaalde koopintentie hebben. De simpelste onderbouwing hiervan is: als je in Eindhoven woont en een pizza wilt eten, dan wil je in de meeste gevallen niet een pizzeria in Groningen voorgeschoteld krijgen. Als je dat combineert met de sociale signalen die Facebook kan halen uit alle Like’s en checkin’s bij bedrijven die de meer dan 1 miljard Facebook-gebruikers in hun app aangeven, dan kun je je voorstellen dat hier een enorme commerciële kans ligt. En die wil Facebook dan ook in de toekomst gaan benutten, is mijn idee.
Hoewel ik afgelopen week een update van de Facebook app kreeg op mijn iPhone, heb ik zojuist gecontroleerd: deze zoekmogelijkheid heet op dit moment nog steeds “In de buurt”.
Over de Facebook app gesproken: wist je dat de Facebook app meer op de iPhone wordt gebruikt om lokaal te zoeken, dan Apple Maps? Logischerwijs staat Google Maps aan kop. Dat komt natuurlijk mede doordat lokale resultaten ook worden getoond in de gewone zoekresultaten op Google. Dus als iemand op Google zoekt naar een kapper in de buurt, dan worden veelal maximaal 7 lokale resultaten getoond, gelabeld “A” tot en met “G”. Als er minder zijn, dan worden er logischerwijs minder getoond.
In 35% van de zoekpogingen wordt op een mobiele telefoon inderdaad Google Maps gebruikt. Facebook komt daar meteen achteraan met 24%. Apple Maps wordt echter maar in 16% van de gevallen gebruikt.
Waarschijnlijk komt dit mede doordat Apple Maps nog niet echt supervolledig is, qua bedrijven die erin te vinden zijn. Ik ben echt benieuwd wanneer Apple hier nu eens iets aan gaat doen, en wat ze er überhaupt aan gaan doen. Ik wacht wel af.
Dit brengt me nog eventjes op de twee instructievideo’s die ik ooit heb gemaakt, die je kunnen helpen om je bedrijf op Apple Maps te krijgen, als je daar nog niet staat vermeld. Controleer dus eerst of jouw bedrijf op Apple Maps is te vinden. Zo niet, meld dan als eerste je bedrijf aan op Yelp. Ga daarna naar TomTom Places, om je bedrijf op TomTom aan te melden. Dan is de kans groot, dat je bedrijf binnen een paar weken vindbaar is in Apple Maps. In de show notes heb ik nog een keertje gelinkt naar die instructievideo’s.
Het laatste nieuwtje over Facebook is dat Facebook binnenkort net als Twitter, Google+, Pinterest en nog een paar social media sites ook de zogenaamde hashtags gaat ondersteunen. Zo kunnen mensen Facebook berichten van tags voorzien, waardoor de berichten later gemakkelijker zijn te vinden. Ook kan dit Facebook helpen trends te herkennen, net als de trending topics op Twitter. En zo kan Facebook langzaamaan de “gepersonaliseerde krant” voor iedere gebruiker worden, een lang gekoesterde droom van Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook.
Na al dit nieuws over Facebook kan ik Google natuurlijk niet negeren. Ik heb inderdaad ook weer een en ander te melden over Google. Voor de lokale bedrijfsvermeldingen hadden we eerst Google Places. Dit is 31 mei 2012 omgedoopt tot Google+ Local. Maar om aanpassingen door te voeren in je lokale bedrijfsvermeldingen moest je dikwijls nog gebruik maken van de oude Google Places interface.
Het is pas sinds kort dat je Google+ bedrijfspagina’s kunt maken, die je dan ook kunt samenvoegen met de Google+ Local bedrijfsvermelding. Met al die benamingen merk je overigens al dat het er niet duidelijker op wordt. En sterker nog, het introduceert ook problemen.
Ik meldde je een paar weken geleden dat ik de lokale bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie wilde samenvoegen met de Google+ Local pagina. Dus heb ik de procedure opgestart. Op dit moment zit ik met een probleem, want nu heb ik twee bedrijfsvermeldingen in Google. Om het helemaal ondoorzichtig te maken: die kun je alleen maar weer snel en eenvoudig vinden, als je gaat zoeken in Google Maps.
Nu hadden we dus eerst Google Places. Dat zou per mei 2012 zijn veranderd in Google+ Local, waarbij Google Places afgebouwd zou worden.
Ik noemde net ook al de bedrijfsvermeldingen in Google Maps, die feitelijk ook los staan van de andere vermeldingen. OK, Google doet wel moeite al die vermeldingen in sync te houden, maar er gaat dus nog wel eens iets fout. En als je gaat zoeken op Internet, dan vind je veel meer gevallen van waar het fout is gegaan.
Maar goed, ik laat me niet kennen en ik vind dat ik moet weten WAT er precies fout kan gaan, dus ik ben met de bedrijfsvermelding voor Allround Fotografie dan ook echt het diepe in gedoken…
Om het hele verhaal nog onduidelijker te maken voor de wereld, heeft Google nu weer een nieuwe gebruikersinterface in het leven geroepen voor een dienst die ze “Google Places for Business” noemen. Dit zou een samensmelting moeten zijn van de oude Google Places en de opvolger, Google+ Local. Dat heb ik allemaal pas net vanmiddag gelezen en dit nieuws is ook uiterst recent, namelijk van 2 april. Ook wordt het gradueel uitgerold, waarbij Google begint in de VS. Pas daarna komen andere landen aan bod. Ik kan er dus ook nog niet zelf een kijkje in nemen.
Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik nog niet alle ins en outs en de verschillen etc. kan benoemen. Ook hier ga ik in duiken en ik kom er zeker op terug, zodra het voor mij allemaal weer duidelijk is.
Ik gebruik nog steeds Google Reader, voor het lezen van de RSS-feeds. Maar zoals ik in podcast 16 al vertelde, stopt Google op 1 juli met Google Reader. Inmiddels ben ik ook al met diverse andere RSS-readers aan het experimenteren. Ik had ooit lang geleden al eens beloofd een video te maken over hoe ik Google Reader gebruikte voor het scannen en lezen van al het nieuws, maar daar is nu natuurlijk een beetje de klad in gekomen. Zodra ik mijn keuze heb gemaakt, zal in een instructievideo mijn werkwijze op dat moment laen zien, met de RSS-reader die ik dan gebruik.
Maar al lezend liep ik vanmiddag tegen een leuk artikel aan op FrankWatching.nl. De titel van het artikel is: “De 5 A’s voor werkzoekenden: word een online persoonlijkheid” en het is geschreven door Jeanet Bathoorn. Jeanet is een social media expert, auteur, trainer en internationaal spreker. Ze is in januari met haar boek “Get social in business” ook genomineerd voor Managementboek van het jaar.
De 5 A’s die Jeanet in het artikel beschrijft, zijn:
In het artikel spitst ze deze 5 A’s toe op werkzoekenden. In deze moderne tijd is het schrijven van een sollicitatiebrief niet meer voldoende, zegt Jeanet. Je moet je echt profileren en zorgen dat je je onderscheidt van de grijze massa, door jezelf te positioneren als een online persoonlijkheid met een sterke online presence, ofwel een sterke online reputatie… Een autoriteit dus.
Door veel Actie erin te pompen (de eerste “A”), kun je jezelf op de figuurlijke kaart zetten en werken aan je online presence. Zo adviseert Jeanet ook om jezelf op te nemen op video en die online te promoten. Ook kan een blog dan natuurlijk niet ontbreken en moet je een volledig ingevuld LinkedIn profiel hebben.
De tweede “A” –die staat voor “Alert”– geeft aan dat je op de hoogte moet blijven van alle ontwikkelingen op jouw vakgebied, maar ook van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Verrijk je kennis en verbreed je horizon!
Dan als je hiermee bezig bent, creëer je ook vanzelf “Ambassadeurs”, de derde “A”. De ambassadeurs zijn de mensen die jou respecteren om wie en hoe je bent en wat je doet, weet en allemaal kunt. Deze mensen kun je ook gerust vragen een compliment (recensie) op je LinkedIn profiel te plaatsen. Let wel, een compliment is iets anders dan de op dit moment zo populaire “endorsements”, of “aanbevelingen”, waarbij je simpelweg bijvoorbeeld kunt aangeven dat Jantje of Marietje goed kan omgaan met MS Office. Nee, een compliment is echt een stukje tekst, wat over jou gaat en over jouw kunnen en kunde.
Ook moet je zorgen dat je veel onder de “Aandacht” komt, de vierde “A”. Hieronder valt ook voor een deel de “social engagement”. Toon oprecht aandacht en interesse voor mensen en zorg ervoor dat je ook dingen onthoudt, die mensen je vertellen. Zo kun je er later nog eens naar vragen.
Op deze manier werk je dus aan je “Aantrekkelijkheid” en dat is dan de vijfde “A”.
Grappig genoeg draagt dit allemaal bij aan je online reputatie en vind je deze informatie ook tussen de regels door in de verschillende blogartikelen en in de podcast. Dus omgekeerd kun je de meeste van mijn reputatie tips ook gebruiken, als je werkzoekend bent en je aan je online reputatie wilt werken.
Jeanet Bathoorn sluit het artikel ook af met de opmerking dat dit eigenlijk open deuren zijn, die ze in het artikel intrapt. En ze verbaast zich er ook over, dat veel mensen niet inzien, of willen inzien, dat we in een andere tijd leven, dan vijf jaar of langer geleden. De tijden zijn veranderd en je moet met je tijd mee, wil je inderdaad nog “aantrekkelijk” worden gevonden door potentiële werkgevers. Als jij maar aantrekkelijk genoeg bent, wordt jij gevonden, in plaats van dat jij een potentiële werkgever moet zoeken!
Volgens Jeanet ben je dan geen “werkzoeker” meer, maar word je “werkvinder”!
En laten we eerlijk zijn, als je werkzoekend bent, is het heel gemakkelijk om je te verschuilen achter heel druk zijn met het schrijven van sollicitatie e-mails en dergelijke. Maar daar vul je echt je hele dag niet mee. Dus blijft er ook tijd over, om aan je online reputatie te werken, om daarmee je kansen op een nieuwe baan extra te vergroten.
Het argument dat je er geen tijd voor hebt, is dus niet echt valide. Je moet er gewoon tijd voor maken! Het is een kwestie van “prioriteit”!
In het artikel stond de tweede “A” voor “Alert”. Hier heb ik nog een leuke tip over. Die heet ook letterlijk “Google Alerts”. Je kunt deze dienst vinden op www.google.nl/alerts. Met deze dienst kun je heel goed op de hoogte blijven wat er wereldwijd speelt ten aanzien van bepaalde onderwerpen die voor jou van belang zijn.
Zo kan ik me goed voorstellen, dat je als bedrijf in het kader van reputatiemanagement precies wilt weten, wat er waar over jouw bedrijf wordt geschreven. Zodra jouw bedrijfsnaam ergens op Internet opduikt, wil je graag een signaaltje krijgen, zodat je kunt nalezen wat er over je bedrijf wordt gezegd, waarna je er op kunt reageren. Zoals Gé Bouma ook in de vorige podcast vertelde, kun je op deze manier veel reputatieschade in de kiem smoren, nog voordat het escaleert.
Als je naar de URL www.google.nl/alerts gaat, zie je het scherm, zoals ik dat in de show notes heb opgenomen.
In het eerste veld kun je de zoekterm opgeven, bijvoorbeeld je bedrijfsnaam.
Daarna moet je kiezen, of je alles van Google wilt doorzoeken, of dat je alleen specifiek bijvoorbeeld wilt zoeken in: nieuws, blogs, video, discussies of boeken. Ik raad je aan om te beginnen met alles te doorzoeken.
De volgende keuze die je moet maken, is hoevaak je een alertsignaal van Google wilt ontvangen. Je kunt daarbij kiezen uit onmiddellijk, één keer per dag of één keer per week.
Daarna moet je aangeven of je alle resultaten wilt zien, of alleen de beste resultaten.
En tenslotte kun je aan Google melden of je de resultaten per mail wilt ontvangen, of in de vorm van een RSS-feed, die je leest in een RSS-reader. Als je op dit moment nog helemaal niets doet met een RSS-reader, raad ik je aan gewoon te kiezen voor e-mail.
Je ontvangt dan met het door jou gekozen interval updates die Google op Internet voor je heeft gevonden, over de door jou opgegeven zoektermen.
Het spreekt voor zich dat je een Google account nodig hebt, om deze dienst te kunnen gebruiken. Maar je kunt Google Alerts natuurlijk voor de meest uiteenlopende zaken gebruiken, om op de hoogte te blijven. Het voordeel is dat het nieuws naar jou komt, in plaats van dat jij elke keer op zoek moet naar het nieuws.
In plaats van alleen maar in de gaten te houden wat er over jouw bedrijf wordt geschreven, kun je natuurlijk ook alerts instellen op de namen van je concurrenten, of de twitternamen van je kinderen. Of als je wilt weten wat er bijvoorbeeld wordt geschreven over “schilders in Arnhem”, dan kun je ook daar een alert voor instellen. Als er geen nieuws is, dan ontvang je ook geen mail.
Dus als jij je alerts goed hebt ingesteld, komt al het voor jou relevante nieuws naar je toe.
Deze gratis dienst van Google kan je dus ook helpen met het bewaken van je eigen online reputatie en mijn advies is: kijk er eens naar en zie of je er iets zinnigs mee kunt. Ik vind de service erg handig en ik maak er dan ook dankbaar gebruik van.
Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/19/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 18!
In de ReputatieCoaching Podcast heb ik tot en met vorige week altijd nieuws uit de wereld van SEO, reputatiemanagement en contentmarketing gebracht en dat blijf ik ook doen. Maar een paar weken geleden had ik al aangekondigd dat ik ook mensen zou gaan interviewen. En vandaag is het dan zover: zometeen hoor je het eerste interview dat ik als ReputatieCoach heb afgenomen van een bijzondere gast. Maar ik begin zo eerst met wat actueel nieuws en bruikbare tips uit de diverse bronnen op Internet!
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Voordat ik met het nieuws van de afgelopen week begin: heb je inmiddels al foto’s gemaakt van je bedrijfslocatie, deze voorzien van geotags en de foto’s online gezet op Flickr, Panoramio en andere sites? Hmmm… Waarom niet? Neem gerust contact op, mocht er iets niet duidelijk zijn in de instructievideo’s, de berichten et cetera.
Het eerste nieuws vandaag is over Google, daar heb ik maar liefst drie nieuwtjes over. En nog net voor ik overga op het eerste interview in de geschiedenis van de ReputatieCoaching Podcast, heb ik tips en instructies voor je, voor het kiezen van een SEO-vriendelijke URL-structuur voor je website. Dat is een hele mond vol en als je nog geen idee hebt, wat dat betekent, dan begrijp je dat straks wel na mijn uitleg.
Steeds vaker hoor je dat sites worden gehackt. Als het niet de webmaster zelf is, dan is het vaak wel Google die dit als eerste partij door heeft. Dit komt natuurlijk ook, doordat Google een extreem grote database heeft van alle content op Internet, waardoor zij ook snel bepaalde afwijkingen kunnen constateren.
Een goede twee weken geleden verscheen op het Google Webmaster Central Blog een bericht dat Google een aparte website had ingericht met informatie voor gehackte sites. Deze kun je vinden op: www.google.com/webmasters/hacked . Deze exacte URL kun je vinden in de show notes van deze podcast. Google meldt terecht als afsluiting van het blogbericht, dat ze hopen dat ze je daar nooit zullen zien.
In de show notes heb ik ook een introvideo van Google hierover opgenomen.
In deze introvideo wordt verteld, dat Google jou kan waarschuwen, als ze constateren dat je site is gehackt en hoe ze je kunnen helpen. Maar daarvoor moet je toch echt je site aanmelden in Google Webmaster Tools. Reden temeer, om dat nu toch echt eens te doen, als je dat nog niet hebt gedaan.
Panda gaat zich verstoppen…
Dan kwam er vorige week een bericht van Google, dat de Panda zich terugtrekt in de bamboebossen… In andere woorden: Google zal in het vervolg geen aankondigingen meer doen over eventuele Panda-updates, die mogelijk website-eigenaren weer in de stress kunnen helpen en dergelijke. Het wordt een stuk eenvoudiger: Google brengt wijzigingen aan in hun software en die hebben gewoon een bepaald resultaat. De ene keer kan je site hoger scoren en de andere keer iets lager.
Dit past ook veel beter bij de visie, dat je je niet daarom zou moeten bekommeren en dat je veel beter je tijd en energie kunt spenderen aan het creëren van goede, unieke en waardevolle content voor je lezers of luisteraars. Dit is tenslotte de essentie van contentmarketing: het begint met goede content voor je lezers, niet voor de zoekmachines.
Hmmm… Is de digitale panda zelfs nog sneller uitgestorven, dan de echte panda die in het wild leeft…
En sinds een goede week is het niet meer toegestaan om op Google AdWords je telefoonnummer te vermelden. Voorheen kon dit en werd het wel toegestaan, maar ik denk dat Google heeft ingezien dat het een negatief effect heeft op hun inkomsten. Want als mensen al een telefoonnummer zien staan in een advertentie, is de kans dat ze meteen gaan bellen toch echt groter, dan dat ze doorklikken.
Het komende stukje gaat merendeels over WordPress, maar in essentie geldt het voor elke website. Het gaat over SEO-vriendelijke URLs voor je website.
Wat zijn SEO-vriendelijke URLs? De URL, is datgene wat er boven in je browser staat, ofwel het webadres van de pagina, waar je je op bevindt. Voor het geval je het (nog) niet wist: URL staat voor Uniform Resource Locator. Wikipedia schrijft hierover:
“Een Uniform Resource Locator (afgekort URL) is een gestructureerde naam die verwijst naar een stuk data. Voorbeelden zijn het unieke adres waarmee de locatie van een webpagina op internet wordt aangegeven of een e-mailadres. In de naam is alle informatie opgenomen over de benodigde techniek om de betreffende gegevens te bereiken.”
Als je een CMS –dat staat voor Content Management Systeem– gebruikt, dan worden vaak standaard lelijk uitziende en moeilijk te onthouden URLs gegenereerd. Zo zie je bijvoorbeeld vaak bij WordPress, dat een pagina wordt aangeduid met:
http://www.mijnwebhoekje.nl/?p=1234
Dit geeft aan dat WordPress de pagina met ID “1234” moet tonen. Maar voor zoekmachines helpt dit niet echt. Natuurlijk kijken die ook wel in de inhoud van de desbetreffende pagina, maar als je ervoor zorgt dat in je URL ook nog eens belangrijke trefwoorden opneemt, die betrekking hebben op je pagina, dan maak je het voor zoekmachines extra duidelijk waar die pagina over gaat en dus vergroot je daarmee de relevantie ten aanzien van het onderwerp. Dus is de kans dat de pagina hoger scoort in de zoekmachines, groter.
Als je dit wilt veranderen in WordPress, ga je naar je dashboard en dan naar “Instellingen → Permalinks”. Dan krijg je onderstaande afbeelding te zien:
Ik heb voor deze site niet de standaard ingesteld, die dus zoekmachine-onvriendelijk is, maar zelf een aangepaste structuur gemaakt. Ik gebruik na de domeinnaam alleen maar de titel van het blogbericht als standaard URL. Die keuze heb ik zelf gemaakt, mede omdat ik weet dat ik geen twee berichten met exact dezelfde titel zal publiceren. Mocht dit alsnog het geval zijn, dan plaatst WordPress er trouwens zelf een “-2” achter, om misvertanden te voorkomen. Je kunt er ook voor kiezen om het jaar, de maand, de dag en/of bijvoorbeeld de categorie van je blogbericht erin op te nemen. Die keus is aan jou.
Op de pagina over de “Permalinks op WordPress” (waarvan de link in de show notes staat) vind je alle mogelijke variabelen die je kunt gebruiken op je site.
Het kan geen kwaad, als je op je website tot op heden alleen maar de pagina’s aanduidde met “?p=” gevolgd door een nummer. Die URLs blijven bestaan als je nieuwe permalinks invoert.
Maar als je ooit al eens Permalinks hebt ingesteld, dan moet je niet zonder meer wijzigingen hierin gaan doorvoeren. Dat kan een averechts effect hebben op de vindbaarheid van je site op Internet en je ranking in de zoekmachines. Als je dat ooit van plan bent, neem dan contact met me op, zodat ik je specifiek advies kan geven, toegespitst op jouw site en instellingen!
Dan het interview. Het heeft me even tijd gekost om alles op de rit te krijgen, zowel technisch, als qua sprekers. Daar heb ik ook weer van geleerd. Het heeft me ook doen inzien dat het met al mijn werkzaamheden lastig is om elke week een gast te hebben, die ik kan interviewen. Bovendien kan ik dan ook niet meer zoveel nieuws melden, of kennis en ervaringen delen en dat zou ik ook jammer vinden. Dus ik heb besloten dat ik een mix ga brengen: de ene keer heb ik een uitzending met alleen nieuws en tips, terwijl ik in een andere uitzending een interview zal publiceren.
De gast van vandaag is Gé Bouma, van Bouma Webteksten uit Oosterwolde in Friesland. Ik ben Gé op figuurlijke wijze tegen het lijf gelopen, toen ik zag dat ze me op Twitter ging volgen. Ik begroet zoveel mogelijk alle nieuwe volgers persoonlijk, omdat ik niet houd van geautomatiseerde tweets. Het risico daarmee is dat je de controle verliest of mogelijk de verkeerde dingen zegt.
En ik nam natuurlijk ook een kijkje op de website van Gé. Zij is gespecialiseerd in het het schrijven van pakkende webteksten en het bewaken van de goede naam van bedrijven op Internet. Zij doet dit laatste door het Internet af te schuimen tot de verste uithoeken, om te zien wat er over haar opdrachtgevers wordt geschreven, zowel positief als negatief. Dit rapporteert ze vervolgens terug aan haar klanten.
Gé heeft ook een aantal eBooks gepubliceerd over hoe je tegenwoordig moet zakendoen via de moderne social media en over online reputatiemanagement.
Omdat onze aandachtsgebieden elkaar volgens mij heel mooi aanvullen en het me leuk leek om jullie als luisteraars hier meer over te laten horen, ben ik de dialoog met Gé aangegaan en heb ik haar vandaag voor een interview in de uitzending.
Ik heb Gé de volgende vragen gesteld. Ben je benieuwd naar de antwoorden, dan raad ik je aan de podcast te beluisteren.
1. Gé, allereerst bedankt dat je je medewerking wilt verlenen aan dit interview. Ik hoop dat ik je correct heb aangekondigd. Ongetwijfeld heb ik je tekort gedaan en zeker heb ik niet alles verteld over je bedrijfsactiviteiten. Daarom aan jou de vraag of je jezelf voor de luisteraars wilt voorstellen.
2. Onder andere schrijf je pakkende teksten voor (zoals ik begrijp) publicatie op Internet en je helpt daarmee met het vergroten van de vindbaarheid van de content van de opdrachtgevers, waardoor je dus bijdraagt aan hun online reputatie.
Om een goed stuk te schrijven voor een opdrachtgever, moet je je volgens mij behoorlijk inlezen of inleven in het bedrijf, haar producten en/of diensten, cultuur enz. Hoe gaat dat in zijn werk? En ben je daar lang mee bezig?
3. Eén artikel op zich draagt vaak niet echt bij tot online bekendheid voor een bedrijf. Help jij bedrijven ook met het opstellen van een volwaardige multichannel en multimedia content management strategie, of laat je dat aan andere partijen over?
4. En dan het fenomeen “online reputatiemanagement”. Dat is op zich iets wat relatief nieuw is in Nederland. Kun jij de luisteraars vertellen, wat online reputatiemanagement eigenlijk inhoudt? Hoe en waar is het ontstaan? En welke bedrijven waren de pioniers in Nederland? Vertel er eens iets meer over, als je wilt.
5. Dat lijkt me nogal veel werk, om alle uitlatingen over je opdrachtgevers in de gaten te houden. Of gebruik je daar tooling voor, zoals RSS-feeds van Google News, weblogs, Storify etc. En hoe kun je alle review sites bijhouden? Er zijn er zoveel!!
6. Waarom doen veel bedrijven zelf niet hun online reputatiemanagement en besteden ze het liever uit? Kost het ze verhoudingsgewijs teveel om daar iemand voor aan te nemen, omdat het op zich vaak geen fulltime job zal zijn? Of komt het door gebrek aan kennis en ervaring, omdat ze niet weten waar en hoe ze moeten zoeken?
7. Heb je bepaalde SLA’s (Service Level Agreements) afgesproken met je opdrachtgevers over bijvoorbeeld de maximale reactietijd? Wat doe je nu precies als je een alarmerende uitlating over een opdrachtgever tegenkomt? Heb je bepaalde escalatieniveaus? En reageert jouw opdrachtgever dan zelf in de sociale media, of doe jij dat uit naam van je opdrachtgever, waarbij je jouw opdrachtgever aanstuurt of adviseert?
8. Ik zag ook op je website dat je maandelijks een rapportage aan je opdrachtgevers verstrekt. Meld je ze dan hoevaak en waar er over hen is geschreven? En de algehele toonaard van de uitlatingen? Of is geen bericht, goed bericht?
9. Vind je dat bedrijven in Nederland over het algemeen voldoende werken aan hun online reputatie? Waar zie je nog ruimte voor verbeteringen?
10. Op je website zie ik een indrukwekkende lijst staan met alle opdrachtgevers. Ik heb ze niet allemaal gecontroleerd qua locatie, maar voor zover ik kan zien zijn ze voornamelijk gelokaliseerd in het noorden des lands. Is dat toeval, of adverteer jij je diensten vooral in Drenthe, Groningen en Friesland? Sta je op beurzen? Of wordt jouw website zo goed gevonden door mensen die op zoek zijn naar een online reputatiemanager?
We lopen langzaam richting het einde van het interview. Zoals ik begrijp ben jij deels proactief bezig met reputaties van je opdrachtgevers door middel van het schrijven van de teksten en deels reactief met het monitoren van de uitlatingen over je opdrachtgevers online.
Wat me leuk lijkt voor de luisteraars: heb je –nu we zo richting het einde van het interview lopen– nog één of twee tips voor de luisteraars, waarmee zij hun voordeel kunnen doen als het gaat om reactief reputatiemanagement?
Vond je deze podcast leuk, laat het me dan weten. Je kunt een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op Google+. De Google+ pagina kun je vinden op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is “g-p-l-u-s”).
Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-18/. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
SEO lijkt vaak iets magisch te hebben. Dat komt ten dele doordat in het verleden er veel zogenaamde illegale of “black hat” trucs waren, om websites zonder zinnige of relevante content, bovenaan in de zoekresultaten te krijgen. Tegenwoordig is het een stuk moeilijker om met onzinnige content in de topposities te scoren. Dat is maar goed ook, want zo wordt goede content eindelijk beloond met haar verdiende positie.
WordPress SEO is ook niets magisch. Het is gewoon zaak om je blog de beste startpositie te geven in de zoekmachines. Daarna is het “slechts” een kwestie van goede content produceren. Dat is dan ook inderdaad stap 5: “Prepare user centric quality content”.
Een paar stappen uit de infographic wil ik even iets dieper op ingaan:
Alles wat je online zegt en doet, heeft impact op jouw reputatie. Pas daarom op met wat je deelt en met wie. En spreek ook af met bijvoorbeeld vrienden en kennissen, dat zij niet zomaar foto’s van jou publiekelijk online zetten. Zelfs zonder de intentie om iets publiekelijk te maken, kan er ook nog wel eens iets fout gaan…
Heb je wel een idee wat voor digitaal spoor van informatie jij online genereert? Heb je wel eens op je eigen naam gezocht in de diverse zoekmachines? Wees je ervan bewust dat zo’n 78% van alle werving- en selectiebureaus en personeelsfunctionarissen jou op diverse sites zullen opzoeken? En dat 63% van hen ook de sociale media sites bekijkt op zoek naar meer informatie over jou?
Op Internet vond ik onderstaande infographic, die dit alles leuk illustreert. De infographic is al een paar jaar oud, dus inmiddels zullen de getallen waarschijnlijk nóg hoger liggen. Maar doe er in ieder geval je voordeel mee!
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
ReputatieCoaching Podcast aflevering 17!
De lente is begonnen en buiten giert nog steeds een ijzige wind om het kantoor. Ik ben weliswaar ook enigszins geveld door de griep, maar ik zit hier in ieder geval warm. Mocht dit de eerste keer zijn dat je naar de podcast luistert, dan laat ik je bij deze weten dat mijn stem normaal echt anders klinkt. Hoe mijn stem nu klinkt is het gevolg van het feit dat ik me niet optimaal voel.
De ReputatieCoaching Podcast brengt je het het nieuws uit de media van afgelopen week over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Mijn doel is je te laten inzien dat in deze tijd een combinatie moet hebben van aan de ene kant contentmarketing, terwijl je aan de andere kant werkt aan je online reputatie. Hiermee onderscheid je je van je omgeving, waardoor je meer verkeer naar je website trekt, meer prospects converteert naar klanten en klanten naar ambassadeurs. En zo realiseer je meer omzet en dus meer winst.
Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag.
Ten eerste ben ik nog bezig met sprekers zoeken en benaderen, dus ook deze week heb ik nog geen interview voor je. Echter, het aantal mensen dat het leuk vindt om te worden geïnterviewd neemt toe. Nog een ogenblik geduld ten aanzien van de interviews, dus.
Tijdens mijn speurtochten, waarbij ik het Internet tot de grenzen afschuim op zoek naar leuk nieuws en leerzame blogposts ben ik weer op een groot aantal leuke topics gestuit.
Voordat ik doorga even een advies tussendoor. De kans is groot dat jij Google gebruikt voor zo goed als al je zoekpogingen op Internet. Maar controleer je wel eens of je website ook op de juiste zoektermen goed scoort in Bing, de zoekmachine van Microsoft? Reden dat ik je dit vraag is dat Facebook een partnership heeft met Microsoft. En ik heb al eens verteld over de nieuwe zoekmogelijkheden die binnenkort in Facebook zullen verschijnen, ook voor de Nederlandse markt. Het betreft hier de Facebook Graph Search. De URL hier naartoe kun je vinden in de show notes op: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17.
Maar goed, het partnership met Microsoft houdt in, dat als Facebook je straks geen resultaten kan geven, zij de zoekresultaten van Bing zullen tonen. Begrijp je waar ik heen wil? Als jij met je website ook goed scoort in de zoekresultaten op Bing word je dan mogelijk ook getoond in Facebook. Hiermee is het dus opeens een stuk belangrijker geworden, dat jij met je website ook goed vindbaar bent in Bing.
Terug naar het nieuws en de berichten van vandaag. Vandaag begin ik met iets meer achtergrondinformatie over het geotaggen van foto’s: wat is het, hoe doe je het en waarom moet je het doen? Hiermee borduur ik voort op de paar berichten van afgelopen twee weken.
En afgelopen week heb ik een volwaardige website opgezet, die maar liefst € 9 per jaar kost, inclusief een eigen domeinnaam en maximaal 50 e-mailadressen! Daar wil ik je ook iets meer over vertellen.
BBC en Digg zijn tijdelijk uit de gratie gevallen bij Google, waarbij Digg tijdelijk helemaal niet meer was te vinden in de zoekresultaten!
Google Maps heeft haar voorwaarden weer iets aangescherpt. En als we het dan toch over lokale bedrijfsvermeldingen hebben, vertel ik je meteen iets over de meest voorkomende problemen met bedrijfsvermeldingen op Internet.
Heb je overigens al de laatste roddels gehoord over YahTube? Nee, geen YouTube, maar YahTube!
Als laatste onderwerp van deze podcast heb ik 5 manieren voor je om bestaande content nieuw leven in te blazen.
Geotaggen? Wat is geotaggen? Als je m’n weblog de laatste twee weken even niet hebt bezocht, is dit waarschijnlijk nog aan je voorbij gegaan. Dus daarom wil ik er hier in de podcast iets dieper op ingaan.
Op Wikipedia vind je de volgende betekenis voor het woord “geotagging”:
Geotagging (ook wel geschreven als GeoTagging) is het proces om media te voorzien van GPS-coördinaten. Onder media kan worden verstaan een foto, video, website, SMS of RSS feeds. Meestal wordt geotagging gebruikt voor foto’s. De GPS-coördinaten die worden toegevoegd bestaan meestal uit een lengte- en breedtegraad, maar ook hoogte, richting, nauwkeurigheid van de GPS-meting kan via deze techniek vastgelegd worden.
Dus je kunt foto’s voorzien van GPS-coördinaten. Maar waarom is dit nu zo belangrijk en wat kan het je opleveren als je beter wilt scoren in de lokale zoekresultaten? Eigenlijk is het heel logisch: als de foto door een zoekmachine wordt gevonden, met op dezelfde pagina de bedrijfsgegevens van een bedrijf (dus: naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer), terwijl de foto ook nog eens voorzien is van GPS-coördinaten die corresponderen met het adres in de bedrijsvermelding, dan wordt dit gezien als een extra sterk signaal dat het vermelde bedrijf daadwerkelijk op de aangegeven locatie gevestigd is.
Er zijn diverse fotocamera’s op de markt die een ingebouwde GPS-ontvanger hebben en deze camera’s voorzien foto’s dus al van de GPS-coördinaten waar de foto is genomen. En ook de meeste moderne smartphones voorzien foto’s van de coördinaten waar op aarde de foto is genomen.
Maar stel dat je geen fotocamera met ingebouwde GPS-ontvanger hebt en je wilt iets betere kwaliteit foto’s dan dat je met je smartphone kunt maken: Wat moet je dan doen? Er zijn verschillende mogelijkheden.
Zo kun je bijvoorbeeld tijdens een fotoreportage een zogenaamd track bijhouden op een smartphone app of met een GPS-tagger. Met specifieke software kun je dan later de gelogde coördinaten koppelen aan de foto’s. Dat is mogelijk nogal omslachtig, zeker als je gewoon een set foto’s wil koppelen aan je eigen bedrijfslocatie.
Hiervoor heb ik anderhalve week geleden een instructievideo gemaakt, hoe je dit kunt doen met het gratis programma “Picasa” van Google. Dan is het opeens ontzettend eenvoudig. Ook heb ik inmiddels twee instructievideo’s online geplaatst. In de eerste leg ik uit hoe je de geotagged foto’s kunt uploaden naar Panoramio en in de tweede video laat ik zien hoe je de geotagged foto’s upload naar Flickr. Ik raad je ook aan deze foto’s zoveel mogelijk op alle andere sites te plaatsen, waar je foto’s kunt uploaden. Het kan alleen maar in je voordeel werken, om zo je lokale vindbaarheid te vergroten.
Een tip ten aanzien van Google+ Local: er wordt ook gezegd dat het extra helpt als je de geotagged foto’s upload in de Google+ Local, als bedrijfsafbeeldingen. Nou ja, zoals ik al zei: het kan nooit kwaad om al je bedrijfsfoto’s te geotaggen, voordat je ze upload.
Professionele fotografen en videografen kunnen hier ook hun voordeel mee doen: door de foto’s te voorzien van de coördinaten waar ze zijn genomen, kunnen ze mogelijk beter ranken in de zoekmachines op de desbetreffende locatie. Een goed voorbeeld is het geotaggen van trouwfoto’s op diverse trouwlocaties. Als aanstaande bruidsparen dan zoeken op een trouwlocatie, vergroot je als trouwfotograaf de kans dat jouw foto’s dan ook worden getoond.
Let wel: ik hou hier overal een slag om de arm. Zoekmachines zijn continu aan veranderingen onderhevig en alles wat ik met je deel is absoluut GEEN garantie, dat het je positie in de zoekresultaten verbetert. Het enige is, dat je als je mijn tips opvolgt, je in ieder geval meer kans hebt om hoger in de zoekresultaten te verschijnen.
Iemand die jou de garantie geeft dat hij of zij jouw website naar de toppositie in Bing, DuckDuckGo of Google kan helpen op alle gewenste zoektermen is een potentiële oplichter, bedrieger, of iemand die niet weet waar hij of zij het over heeft.
Er is namelijk geen vaste methode om nummer 1 te scoren. Als dat zo zou zijn, dan zou iedereen die methode gebruiken, waardoor iedereen op nummer 1 zou staan en dat kan natuurlijk niet. Mijn advies is dat je bij mensen die je deze gouden bergen beloven, ver uit de buurt moet blijven!
Een website met professionele hosting, een eigen domeinnaam en 50 mailadressen voor slechts € 9 per jaar? Kan dat? Ja, dat kan. Afgelopen week kreeg ik het verzoek een weblog in te richten op een externe hosting omgeving, voor zo laag mogelijke kosten. Dus ik ben verschillende manieren gaan onderzoeken.
Op zich ben ik een enthousiaste fan van WordPress, zoals je weet. WordPress is niet alleen een Open Source software omgeving die je op een eigen server kunt installeren, maar op de site wordpress.com kun je ook een gratis WordPress blog aanmaken dat dan een adres krijgt in de trant van: mijnwebhoekje.wordpress.com . (Dit is natuurlijk een fictieve website). Zo’n weblog kost je dus niets en je hebt dan een fantastische weblog-omgeving met een wordpress.com hostnaam.
Als je meer wilt, dan moet je gaan betalen. Zo kost het bijvoorbeeld US$ 13 per jaar als je een eigen domainnaam aan je WordPress.com weblog wilt koppelen. Ook kun je meer opslagcapaciteit kopen, evenals commerciële themes om je weblog er nog mooier uit te laten zien.
Ook biedt WordPress.com een Pro-bundel, met een waarde van US$ 166, voor een jaarlijks bedrag van US$ 99. Je krijgt dan je eigen domeinnaam (dus zonder de wordpress.com extensie) en je kunt HD video’s direct uploaden naar je eigen website. Ook is je weblog dan vrij van advertenties, kun je het design aanpassen en krijg je 10 GB extra opslagcapaciteit voor afbeeldingen, audio en video. Maar je hebt dan dus nog geen e-mail onder je eigen domeinnaam!
Ik wilde dus een weblog met zoveel mogelijk functionaliteit voor zo min mogelijk geld op een zo betrouwbaar mogelijke webhosting omgeving. Als je me dit zo hoort zeggen, lijkt het alsof ik iets van een gratis schaap met vijf poten zoek, of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.
Kort gezegd heb ik de volgende stappen ondernomen:
Domeinnaam geregistreerd bij www.mijndomein.nl . Dit kostte € 9,-
Onder mijn Google account een gratis weblog aangemaakt op www.blogspot.com van Google
De domeinnaam gekoppeld aan het gratis weblog, waardoor de weblog dus niet meer door het leven gaat als mijnwebhoekje.blogspot.nl, maar onder de eigen domeinnaam.
Google geeft je goede aanwijzingen hoe je Blogspot met je eigen domeinnaam kunt gebruiken. De daadwerkelijke instellingen doorvoeren kostte me nog geen vijf minuten. Toen was het wachten, tot de zogenaamde DNS-instellingen ook in de rest van de wereld bekend waren en ik door kon.
En dan de mail, dat was eventjes tricky. Tot december 2012 bracht ik de e-mailhosting altijd graag onder bij Google Apps voor business. Daar had ik dan 10 gratis accounts met 10 e-mailadressen. Maar sinds eind vorig jaar is die dienst niet meer gratis. Dus moest ik daar iets anders op verzinnen.
Nou, een tijdje geleden had ik je ook eens verteld over de nieuwe dienst van Microsoft, die de opvolger wordt van Hotmail. Die nieuwe mailomgeving heet outlook.com. In podcast 8 vertelde ik je toen dat je daar onder je eigen domein maar liefst 500 mailaccounts kon krijgen. Dus ik dacht: “OK, ik trek de stoute schoenen aan en ik ga uitzoeken hoe dat werkt!”.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik kwam er al snel achter dat je standaard 50 mailaccounts bij outlook.com krijgt en als je meer gratis accounts nodig hebt, je contact met Microsoft moet opnemen. Maar voor mijn doeleinden was 50 mailaccounts meer dan voldoende en bovendien komt elk account ook met een SkyDrive van 7 GB waarop je gratis gebruik kunt maken van Word, Excel, Powerpoint, het OneNote notitieblok en Excel enquête. Dus eigenlijk heb je daar ook de meestgebruikte applicaties, die je voorheen bij Google Apps voor business had.
Om de mail voor jouw eigen domeinnaam onder te brengen bij Microsoft, moet je tenminste 1 hotmail.com of outlook.com mailadres hebben. Maar goed, wie heeft dat nu niet?
Via de site domains.live.com kun je dan inloggen en je domeinnaam aanmelden, waardoor je je mail op de infrastructuur van Microsoft kunt laten binnenkomen. Ook Microsoft geeft je duidelijke instructies wat je wanneer moet doen. En in combinatie met de gebruiksvriendelijke interface van mijndomein.nl was het technisch gezien een fluitje van een cent.
Mogelijk is deze beschrijving van hoe ik dit heb gerealiseerd iets te technisch voor je. Daarom zal ik binnenkort hier één of enkele instructievideo’s van maken en die online zetten voor je. Mocht je zelf nog behoefte hebben aan een extra weblog onder je eigen domainnaam met e-mailhosting voor slechts € 9 per jaar, dan kun je gewoon die instructievideo’s volgen.
Tot zover de spotgoedkope en betrouwbare weblog en mailoplossing.
Google zit niet alleen achter de illegale blognetwerken aan, maar ze houden ook echt grote bedrijven in de gaten of die niet –al of niet opzettelijk– illegale dingen doen op hun websites. Zo was vlak na Valentijnsdag het Britse Interflora (ofwel: Fleurop) tijdelijk totaal niet meer vindbaar in Google en in de afgelopen paar weken was het een beetje raak voor de Engelse BBC.
Zoals je wellicht weet heeft de BBC werkelijk honderden verschillende websites onder vele domeinnamen. Eerst werd het verhaal heel erg opgeblazen op Internet, maar later bleek dat de BBC een mailtje had gekregen van Google, dat een pagina, of beter gezegd: één pagina, illegale backlinks had. Dat heeft de BBC in goed overleg met Google gefixed en dus was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht.
De social bookmarking site “Digg” was er iets erger aan toe. Op Search Engine Journal was te zien dat Digg omstreeks 20 maart tijdelijk ècht niet meer in Google was te vinden. Als je intypte: site:digg.com kreeg je te zien dat Google hier geen overeenkomstige inhoud voor had:
Uiteindelijk bleek dit het gevolg te zijn van een “foutje” bij Google. Google wilde slechts één pagina op Digg markeren als zoekmachine spam, maar markeerde per ongeluk het hele domein “digg.com” als spam, met als gevolg dat er geen enkele letter op de site van digg.com meer vindbaar was op Google.
Google heeft haar fout toegegeven, excuses aangeboden en beloofd te zullen onderzoeken hoe ze dit soort fouten in de toekomst kunnen voorkomen.
Inmiddels is de inhoud van digg.com weer vindbaar in Google.
Zoals ik al zei tijdens de opening: Google Maps heeft haar voorwaarden aangepast. Volgens de nieuwe voorwaarden mag je geen redirect gebruiken in de URL die je vermeldt in Google Maps. Dat houdt dus in dat de URL die je daar opgeeft, direct en zonder omwegen naar jouw website moet verwijzen. Nu doen de meeste bedrijven dit ook gewoon en voor hen is er dus niets aan hand, maar ik vond toch dat ik dit eventjes moest melden.
In ReputatieCoaching Podcast nummer 15 liet ik je weten dat Amerikaanse bedrijven zo’n slordige 10 miljard dollar aan omzet gratis maar onbedoeld weggeven aan concurrenten, als gevolg van verkeerde bedrijfsvermeldingen. De onderzoekers die dit toen meldden hebben nu op de site Search Engine Land ook een artikel gepost met de meest voorkomende fouten in de bedrijfsvermeldingen.
In de show notes heb ik een grafiek opgenomen, waarin de meest voorkomende fouten staan vermeld. Ik zal ze je opnoemen, waarbij ik met de meest voorkomende begin:
Onjuist adres, of geen adresvermelding (43%)
Bedrijfsnaam onjuist of niet vermeld (37%)
Geen URL naar de website opgegeven (19%)
Onjuist telefoonnummer of telefoonnummer niet vermeld (18%)
Helemaal geen bedrijfsvermelding (15%)
Dit onderzoek is gedaan onder 40.000 bedrijfsvermeldingen. Als je verder in het artikel duikt, dan kun je nalezen dat verzekeringsagenten en makelaars met respectievelijk 30% en 22% en autobedrijven en financieel adviseurs en banken met 16% de bedrijven zijn, die geen bedrijfsvermelding hebben.
Heb jij al gecontroleerd of jouw bedrijfsgevens op zoveel mogelijk plaatsen kloppen? Zo niet, dan raad ik je aan dat toch echt eens te doen, want mogelijk laat je veel business liggen, wat dan dus logischerwijs naar je concurrenten gaat!
Een andere bedrijfstak die erg kan profiteren van lokale SEO, zijn hotels. Ik had eerder deze week een gesprek met een eigenaar van een hotel die zelf niet veel heil zag in lokale zoekmachine marketing. Om hem te citeren: “Ons hotel is al voor zo’n 70% bezet, dankzij de diverse bookingsites”. Mijn idee dat er dan nog ruimte was om de omzet met de resterende 30% te laten groeien werd van tafel geveegd: zo werkte dat niet.
En terwijl ik gisteren mij weer aan het voorbereiden was voor de podcast van vandaag, stuitte ik op een artikel dat precies hierover ging: de effecten van Internet branding van hotels in de hedendaagse economie. De link naar dit artikel vind je natuurlijk ook weer in de info box van de show notes.
Enkele markante statistieken uit dit artikel:
80% van alle reisproducten in het Verenigd Koninkrijk worden online gezocht en gekocht
45% van alle reizigers gebruiken reviews om hun eigen reisplannen op te stellen
1 op de 4 reizigers gebruikt sociale media om zijn of haar reis te plannen
1 op de 3 zakelijke reizigers post reviews van de plekken waar hij/zij heeft overnacht
Het artikel geeft twee belangrijke adviezen:
Het consolideren van reviews in één of enkele plaatsen, zodat ze gemakkelijk zijn te vinden
Het inzetten van lokale zoekmachine marketing
Vooral dat tweede advies ligt eigenlijk heel erg voor de hand. Want als iemand bijvoorbeeld een hotel in Praag zoekt, is de kans groot, dat deze persoon dan op Google zoekt op de zoekterm: hotel Praag. Google toont dan natuurlijk als eerste eventuele advertenties in het bekende gele blok, waarna al snel de lokale resultaten volgen, gelabeld van “A” tot en met “G”. In de show notes heb ik de eerste paar resultaten van deze zoekpoging getoond:
Als een hotel NIET in de resultaten “A” tot en met “G” wordt getoond, verliezen ze gegarandeerd business. En uit onderzoek is gebleken dat van alle kliks op de eerste pagina, maar liefst 54% van alle kliks naar het bedrijf op de “A”-positie gaat, ongeacht de branche van het bedrijf.
Het is dus logisch, dat een bedrijf dat op deze felbegeerde positie staat, automatisch meer business doet vanuit Google, dan de bedrijven die hier niet worden getoond. En het mooie is ook nog eens dat je als bedrijf op die “A”-positie niet eens hoeft te betalen voor alle kliks, ongeacht hoeveel bezoekers je ermee naar je site trekt.
Het andere advies snijdt mijns inziens ook hout: al je reviews moeten zo gemakkelijk mogelijk te vinden zijn voor potentiële hotelgasten.
Een voor de hand liggende locatie is natuurlijk in Google+ Local, zeker als je bedrijf in de “A” tot en met “G” staat. Dan vallen recensies goed op, helemaal als je er meer tien of meer hebt. Dan wordt namelijk de zogenaamde Zagat-rating getoond, zoals je in de screendump in de show notes kunt zien bij “Hotel Evropa” op de “G”-positie.
Mochten er onder de luisteraars eigenaars zitten van hotels, laat het dan weten in de reacties onder de transcriptie op de website. Post een reactie en dan zal ik eens op zoek gaan naar wat de beste sites zijn om recensies op te verzamelen. De eerste die sowieso meteen bij me opkomen zijn: Yelp, Tripadvisor, Booking.com en Zoover.
Over recensies gesproken: vind je de informatie in deze podcast nuttig of leerzaam? Help mij met het verder vergroten van het luisterpubliek en beveel deze podcast aan bij collega’s en/of vrienden.
Nog beter: zoek de ReputatieCoaching Podcast op in iTunes en laat daar een recensie achter! Zo help je er aan mee dat de podcast beter kan worden gevonden. Heb je een recensie gepost, stuur dan een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven.
YahTube?! Eduard, bedoel je niet per ongeluk YouTube? Nee nee, YahTube! Het gerucht gaat dat Marisa Mayer, de relatief versie CEO van Yahoo!, in overleg is met DailyMotion met als doel dit bedrijf over te nemen. DailyMotion is nu nog eigenaar van telecombedrijf Orange en heeft een beurswaarde van zo’n 300 miljoen dollar. Na YouTube is DailyMotion de grootste videosite op Internet.
Grappig genoeg heeft Yahoo! in 2011 de video-activiteiten gestaakt en alle gebruikersvideo’s toen verwijderd. Maar nu lijkt het er dus op, dat Yahoo! mogelijk een groot aandeel gaat nemen in DailyMotion, of het zelfs helemaal overneemt.
Het is een gerucht, maar dikwijls zitten in geruchten toch ook wel waarheden. Het geeft in ieder geval wel aan, dat ook Yahoo! ziet dat video de toekomst is.
DailyMotion heeft per maand gemiddeld 109 miljoen bezoekers. Hoewel het de op één na grootste videosite is, is het nog de vraag in hoeverre DailyMotion serieuze concurrentie voor YouTube is.
Want YouTube heeft vorige maand een nieuw record behaald: zij hebben in één maand 1 miljard unieke bezoekers gehad! Dat is dus grofweg zo’n 15% van de wereldbevolking! Of anders gezegd: de helft van de mensen in de wereld die toegang hebben tot Internet. Ook hieruit blijkt: video heeft toekomst!
Ik kan je alleen maar aanraden om eens na te denken of jij ook video kunt gebruiken in je online bedrijfsstrategie, want vergeet niet: na Google is YouTube de grootste zoekmachine qua aantal zoekpogingen. Dus als je niet alleen te vinden bent op Google, maar ook nog eens op YouTube en mogelijk op andere videosites, dan kun je ook een graantje meepikken van deze trend.
Stel je hebt al langere tijd een weblog, waar je regelmatig en geregeld nieuwe en verse content post. Dan verdwijnen oudere artikelen langzaam in de zoekresultaten. Maar er zijn mogelijkheden om deze artikelen nieuw leven in te blazen. Ik heb hiervoor ooit eens een vijftal tips gevonden. Deze tips wil ik hier graag met je delen:
Link vaak naar reeds gepubliceerde (oudere) artikelen – dit is de gemakkelijkste manier om meer aandacht te creëren voor die artikelen, zodat ze weer vaker worden gelezen. Bovendien helpt het met je SEO. Zelf heb ik op het weblog van ReputatieCoaching een WordPress plugin geïnstalleerd, met de naam “YARPP”. “YARPP” staat voor “Yet Another Related Posts Plugin”. Deze plugin kun je zo instellen dat hij automatisch onder aan elk artikel een door jou gespecificeerd aantal gerelateerde artikelen toont. Naarmate je meer content post, verandert die lijst ook. Het mooie hieraan is, dat je er niets speciaals voor hoeft te doen, omdat de plugin geheel op de achtergrond zijn werk doet.
Promote hele artikelen in je RSS-feed – zo kan jouw werk nog beter worden gevonden, waardoor het ook weer meer wordt gelezen.
Indien toegestaan, gebruik elders gepubliceerde artikelen – als je als gastblogger artikelen post op andere sites, kun je toestemming vragen om die artikelen na een zekere tijd op je eigen site te mogen posten met een link naar het originele artikel. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: het kan zijn dat lezers van jouw blog je artikel niet op ander site hebben gevonden en de andere site kan mogelijk ook interessant zijn voor de lezers van jouw weblog.
Hergebruik je content in een ander medium – Zo kun je van een artikel een slideshow maken met een voiceover, of muziek eronder, of van foto’s een diashow met muziek. En als je artistiek bent aangelegd kun je infographics maken en die publiceren.
Gebruik je bestaande content om een boek te schrijven of een app te maken – Dit borduurt een beetje voort op de vierde tip, maar wordt vaak door bloggers over het hoofd gezien als mogelijkheid om de content op andere manieren te verspreiden. Bovendien draagt het schrijven, publiceren en verkopen van een boek substantieel bij aan je autoriteit.
Heb jij nog andere ideeën om oude content nieuw leven in te blazen, post deze dan in de reacties, onder de transcriptie van deze podcast.
Hiermee kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week, die nu voor het eerst op zaterdag. Nogmaals mijn excuses voor mijn stem, maar ondanks mijn griep vond ik dat ik het niet kon maken om de podcast op een later tijdstip uit te brengen.
Je kunt al het nieuws van ReputatieCoaching ook gemakkelijk vinden in Google+ door daar naar “ReputatieCoaching” te zoeken. Als alternatief kun je naar de pagina www.reputatiecoaching.nl/gplus gaan (dat is “g-p-l-u-s”).
Nu ik het toch hierover heb: als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je ook een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook. Geef een “Like” of “+1” op Google+, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt. Of laat een leuke recensie achter op mijn LinkedIn-profiel, op: www.reputatiecoaching.nl/linkedin.
Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/podcast-17. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
“Google Penalized One Article On BBC’s Web Site” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Digg Banned From SERPs” (Search Engine Journal, 20 maart 2013)
“No Redirect URLs Allowed In Google Maps Business Listings” (Search Engine Round Table, 13 maart 2013)
“The Most Common Problems With Local Business Listings” (Search Engine Land, 18 maart 2013)
“Internet Marketing for Hotels in the New Travel Economy” (Powered by Search, 14 maart 2013)
“YahTube? Yahoo Wants Video Back – Looks to Purchase Dailymotion” (ReelSEO, 20 maart 2013)[/info_box]