Ik maak vaak screencasts, waarbij ik het programma “Camtasia” voor de Mac gebruik. De opnames maak ik in HD (720p), dus niet in Full HD. En ik wil natuurlijk de beschikbare ruimte optimaal benutten, terwijl ik toch het hele browservenster toon.
Tot voor kort was het altijd lastig om het browservenster precies de juiste afmeting te geven: dat kostte vaak wel een paar minuten om er zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. Dikwijls had ik dan nog niet precies 1.280×720.
Omdat ik ervan overtuigd was dat het anders (en gemakkelijker) moest kunnen, ging ik op zoek op Google om te zien wat ik erover kon vinden.
Ik verwachtte eigenlijk dat ik ergens settings voor MacOS X zou vinden, die ik zou moeten meegeven bij het opstarten van Safari of om het even welk venster.
Maar de oplossing kwam uit een onverwachte hoek, die ook meteen in zowel Safari als Firefox werkt: door middel van Javascript! (Ik had een probleem om dit voor elkaar te krijgen in Chrome, maar persoonlijk gebruik ik die niet vaak voor screencasts).
[note_box]
Kopieer en plak de volgende Javascipt regel in de adresbalk van Safari of Firefox om de dimensies van het browservenster aan te passen aan de door jou gewenste waarden:
javascript:self.resizeTo(1280,720)
Hiermee verander je de afmetingen bijvoorbeeld in 1.280 bij 720 pixels.[/note_box]
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo en hartelijk welkom bij de bekendste Nederlandstalige podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines.
De podcast van vandaag staat voor een groot deel in het teken van de Nederlandse taal. Maar eerst heb ik wat nieuws voor je uit de diverse media. Het al het nieuws heeft betrekking op foto’s en video.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Het eerste onderwerp vandaag gaat over Instagram en een paar tips voor Pinterest.
Zoals je wellicht weet is Instagram eigendom van Facebook. Instagram gaat sinds een paar dagen concurreren met het inmiddels uiterst populaire Vine van Twitter. Vrijwel iedereen kent Instagram van de vintage uitziende foto’s, die je overal op Internet tegenkomt. En er staan heel veel foto’s op Instagram. Eerder deze week maakte oprichter Kevin Systrom een paar statistieken bekend:
Maar terugkomend op de video. Je kunt nu dus met Instagram ook video opnemen en delen. Instagram laat je iets langere video’s maken dan Vine, namelijk maximaal 15 seconden, in plaats van 6 seconden.
Al met al kun je dus concluderen dat de markt voor video nog verder groeit, en video al maar in populariteit toeneemt. En het is overduidelijk dat Facebook dat met deze “move” ook nog eens extra benadrukt.
Dus zou dit voor jou ook een signaal moeten zijn, dat je iets met video moet gaan doen, als dat op dit moment nog niet doet. En je moet er niet te lang mee wachten. Want als je concurrenten al druk aan de gang gaan met video, loop je heel snel een achterstand op, die je niet snel meer kunt inhalen.
Hoewel YouTube video’s vergeven zijn van reclames, maakte Facebook bekend dat we voorlopig geen advertenties of andere commerciële uitingen op Instagram hoeven te vrezen.
Hoelang zou het nu nog duren, totdat Pinterest ook meer aandacht gaat geven aan video? Het is al wel mogelijk om YouTube video’s te pinnen, maar je kunt zelf nog geen video’s uploaden naar Pinterest, hetgeen wel kan met foto’s. We zullen het zien…
Over Pinterest gesproken: ik kwam op Search Engine People een paar goede tips tegen voor het gebruik van Pinterest om daarmee extra verkeer naar je eigen site te creëren.
De eerste tip: “Pin geregeld en regelmatig”. Als je regelmatig een foto pint, zien je volgers met dezelfde regelmaat deze pins op hun bord verschijnen. Door je pins te spreiden in de tijd, voorkom je dat je volgers worden gebombardeerd en vervolgens lange tijd geen nieuwe pins van je zien.
De tweede tip: “Pin je eigen afbeeldingen”. Maar liefst 80% van alle content op Pinterest zijn repins van bestaande afbeeldingen. Als je nu ook eens originele afbeeldingen van je eigen website gaat pinnen, onderscheid je je duidelijk van de rest enbied je goede content voor die 80% van de Pinterest community die zit te wachten om stuff te kunnen repinnen.
“Volg de trends met je pins” is de derde tip. Pin dus wat populair is. Zo lift je extra mee op de trends.
Als vierde: “Maak een business pagina op Pinterest”. Bedrijven die producten verkopen kunnen zo een virtuele etalage maken. Als je dan ook nog eens producten aanbiedt die veelal worden gekocht door vrouwen, ben je spekkoper. Want nog steeds is het grootste deel van de Pinterest-gebruikers van het vrouwelijke geslacht.
De vijfde tip luidt: “Geen link, geen verkeer”. Als je foto’s uploadt van je computer, komen deze rechtstreeks in Pinterest te staan. Men kan ze dan wel bekijken en repinnen, maar als een gebruiker vervolgens op de foto klikt, leidt die nergens naartoe. Voeg dus altijd een link naar iets van jezelf op Internet, waar je de gebruikers naartoe wilt leiden, als je foto’s op Pinterest uploadt. Dan heb ik nog een tip voor je: je kunt de link ook aanpassen, als je een bestaande foto repint. Dat kun je soms handig gebruiken om een beetje extra verkeer naar je site te krijgen.
Tip nummer zes: “Tweet je pins”. Zo laat je je Twitter volgers ook zien wat je pint en vergroot je daarmee je publiek. Ik denk zelf alleen, dat je dit niet te vaak moet doen. Reden is dat mensen je dan mogelijk zullen ontvolgen of je van hun lijsten verwijderen, omdat je kans loopt dat dit wordt gezien als spammen.
De laatste tip luidt: “Gebruik groepsborden”. Die worden al door veel mensen bekeken en zo kun je de populariteit van je eigen materiaal snel laten groeien, evenals je volgers en repins en uiteindelijk mogelijk het aantal bezoekers van je site.
Voordat ik in de Nederlandse taal duik, heb ik nog een lokale SEO tip voor je. Eerder deze week heb ik twee nieuwe instructievideo’s online gezet. In de eerste kun je zien hoe je je bedrijf kunt aanmelden op MisterWhat en de andere instructievideo laat je zien hoe je een bedrijfsvermelding aanmaakt op YelloYello.
Vermelding op beide sites worden door de zoekmachines beschouwd als waardevol en dat draagt dan dus bij aan de verbetering van je lokale vindbaarheid.
Beide video’s vind je op de site, maar heb ik voor de volledigheid ook opgenomen in de transcriptie van deze podcast, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/30.
Eerder deze maand verscheen er een artikel in de Telegraaf met als titel: “Het Nederlands gaat kapot”. Aanleiding hiervoor was het slechte niveau van het eindexamen Nederlands dit jaar. Het intro van het artikel was als volgt:
Het slechte niveau van het eindexamen Nederlands is volgens de deelnemers aan de Stelling van de Dag hét bewijs dat het niet best is gesteld met het onderwijs. Zelfs leerlingen protesteerden tegen het examen.
Hoogleraren Nederlands sloegen van de week alarm over het belabberde niveau van het eindexamen Nederlands. Het bestond uit multiplechoicevragen, die ook nog niet eens eenduidig waren te beantwoorden. De professoren kregen bijval van ouders, docenten en zelfs leerlingen.
Door het multiplechoiceexamen raken studenten heel bedreven in het beantwoorden van meerkeuzevragen, maar dat gaat ten koste van schrijfvaardigheid en de literatuur, zo vinden zij.
Hoewel leerlingen natuurlijk het liefst een zo makkelijk mogelijk examen willen, vonden ze het niveau van het examen ook zelf deze keer onder de maat. „Prijzenswaardig dat leerlingen zich zelf ook druk maken over het niveau van het examen”, zo vonden bijna alle stemmers.
De vraag is of je de oorzaak hiervan moet zoeken in het onderwijs, in de bezuinigingen van de regering of of in iets anders. Veel van de mensen die hebben gereageerd op het artikel denken in ieder geval dat het fout is gegaan bij de invoering van de Mammoetwet op 1 augustus 1968.
In 2006 schreef Trouw al dat zelfs leerkrachten in spé niet meer konden rekenen en een jaar later was in 2007 op nu.nl te lezen dat tweederde van de pabostudenten was gezakt voor de taaltoets. Overigens, de links naar deze artikelen vind je allemaal in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/30.
Taal is continu aan verandering onderhevig en soms moet je ook als blogger even in figuurlijke zin op je vingers worden getikt over de schrijfwijze van bepaalde woorden. Ik vind dat je als blogger je uiterste best moet doen, om zo foutloos mogelijk te schrijven. Natuurlijk kunnen er soms typefouten tussendoor glippen. Maar mijns inziens draagt een foutloze of vrijwel foutloze tekst bij aan een betere reputatie.
Toen ik verder ging zoeken naar een mogelijke relatie tussen correcte spelling of juist taalgebruik en reputatie stuitte ik op een artikel uit het Reformatorisch Dagblad van 17 oktober 2012. De titel van dit artikel luidde “Weren grove taal heeft positieve invloed op reputatie organisatie” en het artikel sluit af met de volgende tekst:
Met enige durf stellen we dat wanneer de kwaliteit van de communicatie verbetert (intern), dit de reputatie van de organisatie versterkt (extern). Medewerkers gedragen zich naar de cultuur en status van het bedrijf. Als een manager respectvol met zijn medewerkers omgaat, nemen zijn medewerkers dit over.
Een goede reputatie werkt als een magneet, goede woorden ook.
Tot zover de tekst uit het artikel.
Ik weet het: je ziet geen enkele rode Fiat 500 op straat, totdat je zelf een rode Fiat 500 hebt gekocht. Dan lijkt het er opeens op, of een groot deel van Nederland in een rode Fiat 500 rijdt.
Maar terwijl ik content voor deze podcast verzamelde kwam ik ook een leuk artikel van Jill Whalen tegen op highrankings.com. Dit artikel beschrijft 4 factoren die aan Google een negatief signaal geven over je website:
Deze vierde factor is in de context van correct taalgebruik interessant. Je artikel of erger nog, je website, geeft een negatief signaal aan Google, als die bol staat van de spel-, stijl- of grammaticale fouten.
Hoewel Google nooit echt openheid van zaken geeft ten aanzien van haar ranking-algoritme, schrijft ze wel op haar Webmaster Central Blog dat dit mogelijk wordt meegenomen in de beoordeling van content. In een artikel met tips voor het bouwen van kwalitatief goede sites kun je onder het kopje “What counts as a high-quality site?” de vraag lezen:
“Does this article have spelling, stylistic, or factual errors?”
Daarmee kom ik op het interview van deze week…
Opmerking voor de lezers van het artikel
Hieronder zie je alleen mijn vragen die ik tijdens het interview van bijna 20 minuten heb gesteld. Voor de antwoorden verwijs ik je graag naar de daadwerkelijke podcast (de audioversie).
Toeval bestaat niet. Vorig jaar was ik op het evenement “Golfen tegen Kanker” om foto’s te maken van de deelnemers die daarmee het evenement sponsorden. Aan het einde van de dag was er een verloting, waarbij één van de prijzen mij toen al erg opviel. Dat was namelijk een gratis scan van je website op taal-, spel- en stijlfouten. Die scan was gedoneerd door “Bea teksten en fotografie”.
Ik vernam toen dat Bea zelfs de uitdaging aandurft om je 100% korting te geven, als zij geen enkele fout in je website kan vinden. Dat vond ik toen al een leuke propositie die ook in mijn achterhoofd is blijven hangen.
Afgelopen week was ik bij een bijeenkomst van de BNI in Amersfoort, waar ik Bea wederom ontmoette. We hadden een leuk gesprek en we besloten samen een interview te doen, waarbij de focus ligt op “taal”.
Vandaag heb ik Bea in de show om ons meer te vertellen over het schrijven van teksten en de Nederlandse taal.
Dankje Bea, voor alle informatie die je de luisteraars en mij hebt gegeven. Dan stel ik je nu graag in de gelegenheid om jezelf te promoten op het virtuele podium. Vertel de luisteraars waar ze meer informatie over jou kunnen vinden, hoe ze met jou in contact kunnen komen en waarom ze jou moeten inhuren voor het redigeren en corrigeren van teksten. Ga je gang!
Bea, nogmaals dank voor dit interview en oh ja, zien we elkaar dit jaar weer op “Golfen tegen Kanker” op 29 augustus?
Tot zover het interview. Ik hoop dat je ook deze podcast weer wat hebt opgestoken. Ik heb van het interview met Bea veel geleerd ten aanzien van taal, waar ik vanaf nu mijn voordeel mee zal doen. In het verlengde van de stelling: “Schrijven is schrappen”, stop ik nu hier met de content voor de podcast van vandaag.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ons op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 30 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:
Deze week had ik iets meer tijd beschikbaar en dus heb ik nog een instructievideo gemaakt. Vandaag laat ik zien hoe je jouw bedrijfsvermelding toevoegt op YelloYello.nl.
Het toevoegen van je bedrijfsgegevens hoeft helemaal niet veel tijd te kosten. Ook deze video duurt slechts 02:23. Het daadwerkelijke uploaden van de foto’s heb ik eruit geknipt, dus in werkelijkheid kan het zijn dat je iets meer tijd kwijt bent.
Wat helpt voor het snel, efficiënt en bovenal correct invullen van alle bedrijfsgegevens, is een spreadsheet waar je alle gegevens in hebt staan. Als je het spreadsheet open hebt, terwijl je je bedrijf aanmeldt, hoef je alleen maar CTRL-C en CTRL-V te gebruiken. Dat scheelt een hoop tijd.
Volg de instructies van onderstaande video en binnen no-time staat jouw bedrijf ook op YelloYello te prijken. Op YelloYello.nl kun je bovendien reviews van klanten en opdrachtgevers verzamelen. Ik raad je ten zeerste aan om je reviews niet alleen op Yelp of alleen op Google+ te verzamelen. Stel dat er ooit een site uit de lucht gaat, dan ben je alles kwijt. Dus spreid je reviews!
Het is alleen wel jammer, dat YelloYello geen rich snippets gebruikt om je review score aan de hand van sterretjes in de zoekresultaten te vertonen.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn vorige instructievideo voor het verbeteren van je lokale SEO heb gepost. Dus vond ik het weer tijd worden voor een nieuwe instructievideo.
In de onderstaande video laat ik je zien hoe je binnen een paar minuten je bedrijfsgegevens kunt toevoegen op de bedrijvenwebsite www.misterwhat.nl. Dit is ook een erg grote en belangrijke site om vermeld te staan. Zo is Mister What niet alleen vertegenwoordigd in Nederland, maar ook in een aantal andere landen, te weten:
Om je bedrijf aan te melden, moet je eerst een account aanmaken met een e-mailadres en wachtwoord. Als je dat hebt gedaan, krijg je een e-mail met een link waarop je moet klikken ter bevestiging van het aanmaken van je account.
Met je accountgegevens kun je daarna inloggen en je bedrijfsvermelding invoeren. Het is zoals altijd belangrijk dat je de juiste gegevens gebruikt, die je ook op alle andere sites invult. Voor het gemak heb ik die gegevens in een spreadsheet, zodat ik ze telkens snel en foutloos kan kopiëren en plakken.
In Mister What kun je een groot aantal producten en diensten specificeren. Dus voor de bewuste bedrijfsvermelding die ik aanmaak in onderstaande video heb ik dan ook een flinke lijst die ik erin kopieer en plak.
Volg de instructies in de video en meld je eigen bedrijf vandaag nog aan op Mister What.
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Hallo en hartelijk welkom bij dé podcast over reputatiemanagement en reputatiecoaching, het verbeteren van je online vindbaarheid en optimalisatie van je website voor zoekmachines. Ook deze week breng ik je weer nieuws en tips, waarmee jij je significant kunt onderscheiden van je concurrenten, om zo meer business naar je toe te trekken.
Als eerste moet ik iets rechtzetten van vorige week. Vervolgens heb ik de vindbaarheid van de podcast in iTunes verbeterd. En ik heb nieuws over Waze, de sociale navigatie app. Als vierde topic heb ik een leuke alternatieve tip voor je om oude content opnieuw onder de aandacht te brengen.
Het eendje van DuckDuckGo groeit flink! Heb je nog geen mobiele site? Ga ‘m dan maar snel maken! Ik heb nieuws over Facebook en een aantal interessante feiten over responsive design voor e-mail. Als laatste heb ik een lijstje met 5 manieren om jouw blog of website onder de aandacht van anderen te brengen.
Mijn naam is Eduard de Boer –bekend als de ReputatieCoach– en ik ben je host voor vandaag!
Tja, vorige week is een beloofd onderwerp tussen wal en schip gevallen: ik zou namelijk leuke bevindingen delen over zoektermen. Excuses hiervoor. Dus begin ik vandaag met de zoektermen.
Ik heb je al eens verteld, dat ik Google Analytics gebruik voor het bijhouden van de statistieken van al mijn websites. Dus zo ook voor www.reputatiecoaching.nl. Hoewel Google steeds minder zoektermen toont, is het toch interessant om eens te kijken, waarop pagina’s in de site nu worden gevonden, terwijl ik de content daar niet specifiek op heb afgestemd of geoptimaliseerd.
De aanleiding dat ik je hierover wil vertellen is een voorval van twee weken geleden. Ik kreeg toen een voicemail op de ReputatieCoaching hotline, waar ik niet echt een touw aan kon vastknopen.
Zoals je in de voicemail kunt beluisteren, is er iets met een adres in Bergen, wat niet klopt in de TomTom. Er was geen nummerweegave, dus ik kon de beller in kwestie niet terugbellen. De volgende dag belde de dame weer. Zij was in de stellige overtuiging dat ze TomTom belde en dus vertelde ze mij nogmaals hetzelfde verhaal. Ik moest haar in zekere zin teleurstellen, omdat ik er niets aan kon doen en ik geen medewerker was van TomTom. Wel heb ik haar geholpen met het vinden van het gratis 0800-nummer van TomTom, zodat ze daar haar probleem kon neerleggen.
Het bleek dat de beller mijn artikel over het toevoegen van een bedrijf op TomTom Places had gevonden, waarna ze het daar vermelde telefoonnummer heeft gebeld. Nu is dit een grappig voorbeeld, maar zo zie je maar dat met het schrijven van teksten in de zoekmachines soms dingen anders kunnen lopen, dan je verwacht of wenst.
Op 3 december 2012 bracht ik de eerste podcast uit en vanaf dat begin meet Google Analytics ook al de bezoekersstatistieken van deze site. Ik geef je hier de 10 opmerkelijkste zoektermen, waarop de site inmiddels is gevonden met links naar de desbetreffende pagina’s:
Tot zover het beloofde stukje over zoektermen en hoe dat anders kan uitpakken voor je site, dan verwacht. Heb jij nog een leuk voorbeeld van een geheel onverwachte zoekterm, waarmee jouw site is gevonden? Laat het weten en reageer onder de show notes van deze podcast. Je kunt de transcriptie en links naar de diverse sites die ik in deze podcast noem, vinden op www.reputatiecoaching.nl/29.
Al doende leert men. Dat geldt ook voor mij. Ik zal nooit beweren dat ik alles weet en dus uitgeleerd ben. Zo zat ik deze week te lezen op de site van Pat Flynn en heb ik ook een paar video’s van hem bekeken over podcasting om te zien of ik er nog één of meer praktische tips uit kon halen. En inderdaad: ik heb weer iets nuttigs opgepikt. Laat ik je vertellen wat ik las en waar ik dan ook meteen iets mee heb gedaan.
Het ging over de gegevens die je bij je podcast laat verschijnen in iTunes. Deze gegevens kun je buiten iTunes of Apple aanpassen, als je alles goed hebt ingesteld. “HOE” dat in zijn werk gaat, wil ik even buiten beschouwing laten. Wat ik wel met je wil delen is “WAT” ik concreet heb aangepast om daarmee de vindbaarheid van de podcast te vergroten.
Als eerste: de naam van de auteur van de podcast. Daar had ik in iTunes eerst gewoon staan: “Eduard de Boer”. Het blijkt dat ik de auteur tekst kan aanpassen in de Blubrry PowerPress plugin en op advies van Pat heb ik dit veranderd in:
“Eduard de Boer: Online Reputatiecoach, Podcaster, Spreker, Auteur, Google Vertrouwde Fotograaf”
Dit bevat in ieder geval wat meer relevante zoektermen, dan mijn eigen naam. Ik verwacht namelijk niet, dat mensen specifiek op mijn naam gaan zoeken in iTunes.
Het andere wat ik heb aangepast zijn de titel en de omschrijving van de podcast. De titel luidde eerst alleen: “ReputatieCoaching”. Dat is ook niet echt sterk als zoekterm.
En dan de omschrijving. Ik wist niet dat de omschrijving maximaal maar liefst 4.000 karakters mocht bevatten.
De tekst die ik bij het initiële configureren van de podcast als omschrijving had ingesteld, was: “Nieuws, tips en trucs om jouw reputatie te meten, verbeteren en promoten.”.
Als ik dit nu teruglees had ik ook wel kunnen bedenken dat dit vrijwel geen relevante zoektermen bevat.
Ik heb al eens verteld dat ik de podcast laat lopen via Google Feedburner. Dit leverde me in podcast 26 nog het probleem van de stagnerende RSS-feed op. Maar in Feedburner kun je ook heel gemakkelijk de titel en omschrijving van je RSS-feed aanpassen.
Inmiddels heb ik de volgende wijzigingen doorgevoerd. De titel is veranderd in:
“ReputatieCoaching Podcast: Online Reputatiemanagement | Internet Marketing | Content Marketing en Lokale SEO”
en de omschrijving is nu geworden:
“Een online reputatie opbouwen kost jaren. Hoe promoot je nu jezelf op Internet als iemand met reputatie? Hoe laat je je reputatie blijken? Laat Eduard je coach zijn om je te helpen om te werken aan jouw (online) reputatie en het verbeteren van je imago!
Eduard de Boer (aka “de ReputatieCoach”) onthult alle strategieën, tips, ideeën waarmee jij je voordeel kunt doen voor het verbeteren van je online reputatie en online vindbaarheid.
Online reputatiemanagement wordt steeds belangrijker, evenals jezelf presenteren als een autoriteit.
Ontdek op het weblog en in combinatie met de ReputatieCoaching Podcast, hoe je jouw online reputatie op het volgende niveau kunt brengen.
Werk nu aan je reputatie om meteen je reputatie voor jou te laten werken!“
Ik ben benieuwd of deze aanpassingen verder bijdragen tot het vergroten van het publiek en of de podcast nu nog vaker zal worden gevonden in iTunes. Want laten we wel zijn: iTunes is net als YouTube een soort van zoekmachine. Mensen zijn in iTunes niet alleen op zoek naar muziek of films, maar ook naar boeken en andere multimediale content. Dus is het raadzaam om ook de content in iTunes zó te presenteren, dat de vindbaarheid ervan wordt gemaximaliseerd.
In podcast 26 heb ik je verteld over “Waze”, de sociale navigatie app uit Israël. Ik had toen binnen anderhalve week tweemaal gehoord over een potentiële overname van dit bedrijf. Mogelijk zouden zowel Facebook, als Google geïnteresseerd zijn om het bedrijf over te nemen en ook werden Apple en Foursquare toen in de media als potentiële kopers geopperd.
Het leek toen het minst aannemelijk dat Google het bedrijf Waze zou overnemen, temeer daar Google natuurlijk haar eigen navigatie app heeft.
Echter, eerder deze week las ik onder andere op IEX.nl, in de Wall Street Journal en op Search Engine Land dat Google inmiddels maar liefst US$ 1,3 miljard heeft betaald voor de overname van Waze. Dat is een gigantisch bedrag voor het bedrijf uit Israël, waar in totaal zo’n 100 mensen werken.
Het geeft maar eens temeer aan, dat geo-gerelateerde sociale netwerken en locatie steeds meer aandacht krijgen. “Locatie, locatie, locatie” is een veel gehoord credo in de markt in het algemeen en in de zoekmarkt in het bijzonder.
Volgens het bedrijf wordt de app in 190 landen gebruikt en heeft het een community van circa 70.000 actieve leden die helpen de kaarten te actualiseren, details zoals lokale benzineprijzen en locaties van flitspalen en -camera’s up-to-date te houden.
Het lijkt voor de hand te liggen dat Google de app als standalone app laat bestaan, vooral omdat er zo’n actieve en loyale groep van gebruikers achter zit, die continu de gegevens aanpassen en actualiseren. Op deze manier zou Google toch relatief goedkoop haar Google Maps actueel kunnen houden, door de belangrijkste gegevens uit Waze over te nemen.
Volgens de Wall Street Journal gebruikt Apple voor haar applicatie ook gegevens uit Waze voor de app Apple Kaarten.
Als Google nu Waze overneemt, kan zij Apple deze pas afsnijden, waardoor Apple nog meer moeite zal krijgen met het verder verbeteren van haar kaarten- en navigatieapp.
Daarnaast is Google nu enige tijd bezig om Google Maps socialer te maken. Daarover heb ik je al bericht in podcast 25 en podcast 26. Dat kan ook de reden zijn van de overname van Waze.
Enfin, we zullen het zien hoe dit zich verder ontwikkelt en wat Apple doet. Ik las eind 2012 trouwens dat de Rabobank mogelijk verwachtte dat Apple het bedrijf TomTom zou overnemen. De Rabobank achtte toen de kans hierop 30%. Dat zou natuurlijk dan Apple opeens weer letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten. Maar goed, voorlopig is TomTom nog niet overgenomen dus de laatste kaarten zijn nog niet uitgespeeld.
Opmerkelijk was het toen eerder deze week eenmaal bekend werd dat Google Waze wilde overnemen, de koers van TomTom aanzienlijk steeg. Volgens beleggingsanalisten maakt deze actie TomTom ook een gewilde overnamekandidaat.
Nog meer locatiegerelateerd nieuws. In plaats van dat je met een app in je omgeving op zoek kunt naar bijvoorbeeld leuke restaurants, of de meest dichtbij zijnde tandarts, kun je binnenkort ook op zoek naar iPhone apps die in je omgeving worden gebruikt.
Eerder deze week kondigde Apple aan dat je in iOS7 kunt zoeken welke iPhone apps er in je omgeving door anderen worden gebruikt. Tijdens de presentatie ging Eddie Cue van Apple niet diep in op de details, maar het vermoeden is dat gebruikers straks aangeven dat zij bereid zijn hun app-gegevens aan anderen in de omgeving bekend te maken. De release van iOS7 staat overigens voor de herfst van 2013 gepland.
Ik zie nog niet meteen het grote voordeel hiervan in, anders dan dat de iPhone je bijvoorbeeld op de hoogte kan brengen van een Formule-1 app, als jij op een Formule-1 wedstrijd rondloopt. Ongetwijfeld zijn er slimme figuren die uit deze nieuwe functionaliteit ook weer keiharde Euro’s weten te halen. Apple doet de meeste dingen tenslotte ook niet voor niets.
Vorige podcast heb ik je redelijk uitvoerig verteld over hoe ik op dit moment bezig ben met een contentmarketing project door bestaande content in andere vorm te hergebruiken en opnieuw te publiceren. Dat is iets wat ik de komende tijd gewoon blijf doen.
Maar afgelopen week hoorde ik in de “Content Warfare Podcast” van Ryan Hanley een leuke tip om relatief oude content nieuw leven in te blazen. Hij vertelde over de plugin “Tweet Old Post” voor WordPress. Zoals de naam van die plugin al suggereert, helpt die plugin jou om je oude blogberichten opnieuw te tweeten. De plugin kent ontzettend veel mogelijkheden om de configuratie aan te passen.
Ik heb de plugin “Tweet Old Post” eerder deze week op een bestaande site –maar niet op ReputatieCoaching.nl– geïnstalleerd en geactiveerd. De plugin is nu ingesteld om elke 8 uur een bericht te tweeten dat minstens 60 dagen oud is. En omdat de betreffende site meer dan 500 artikelen heeft, duurt het met zo’n 3 tweets per dag wel eventjes, totdat alle berichten een keertje opnieuw op de Twitter timeline zijn verschenen.
Die site waar de plugin op staat is gekoppeld aan een Twitter account met bijna 1.000 volgers, dus het is interessant om te zien wat voor effect deze plugin heeft. Om de meetresultaten niet te vertroebelen, vertel ik je nu nog niet op welke site de plugin draait.
Echter, het effect was maar kort meetbaar. Want anderhalve dag nadat ik de plugin had geïnstalleerd, stopte die met werken. Wat een grap! Ik dacht eerst nog even dat ik misschien zelf een fout had gemaakt, maar dat bleek niet zo te zijn. Dus heb ik via Twitter de programmeur van de plugin een tweet gestuurd. Een goede 10 uur later kwam er een algemene tweet van “Ajay Matharu”:
Dus moest ik even wachten, tot ik verder kon met het experiment. Maar inderdaad, de volgende dag logde ik in op het WordPress dashboard van de betreffende site en kon ik de update downloaden en bijwerken.
Een paar seconden later werkte de plugin weer als tevoren en ik hoop dat die nu voorlopig blijft werken. Dan kan ik tenminste kijken of het mogelijk bijdraagt tot meer bezoekers op de site. Over een tijdje zal ik mijn bevindingen met je delen.
De nieuwe zoekmachine DuckDuckGo met het vriendelijke eendje kwam in podcast 5 ook al eens aan bod. Maar het kleine eendje wordt groter en groter. Afgelopen maandag werden er op één dag maar liefst 2 miljoen zoekpogingen op de zoekmachine uitgevoerd. En dat betrof enkel en alleen de door mensen uitgevoerde zoekopdrachten.
Natuurlijk komt dit bij lange na nog niet in de buurt van Google, Bing en zelfs Yahoo!, maar ik vind het in ieder geval interessant om te zien hoe een nieuwkomer toch in staat is een beetje marktaandeel van de echte grootmachten in de zoekmarkt af te snoepen.
Heb jij DuckDuckGo al eens geprobeerd? Wat vond je van de resultaten en de manier waarop de resultaten worden vertoond? Geef je reactie onderaan de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/29. In de show notes vind je overigens ook een grafiek waarop je de groei van DuckDuckGo in de tijd kunt bekijken.
Nieuws over mobiele sites van Google. In 2009 introduceerde Google al het begrip “Site Speed”, maar toen werd het nog niet als factor meegenomen in de ranking van sites in de zoekresultaten. Dat kwam pas later. In de show notes heb ik een video opgenomen, waarin Matt Cutts wordt geïnterviewd. Vanaf 2m35s komt Site Speed aan bod.
Update (2 mei 2015): Helaas: de video is niet meer beschikbaar…
Deze feature is nog niet live, maar Google wil webmasters en webdesigners alvast hierop voorbereiden, zodat ze maatregelen kunnen treffen.
Ten aanzien van mobiele websites deed Google nog een paar aankondigingen. Ten eerste: als je website niet goed te bekijken is op mobiele devices, dan heeft dit een negatief effect op je rankings.
En ten tweede. Stel je gebruikt een aparte hostname voor je mobiele website, dus bijvoorbeeld m.mijnwebsite.nl. Als je alle URLs op je site alleen naar die URL doorstuurt (in plaats van naar de relevante pagina), wanneer de site vanaf een mobiel apparaat wordt benaderd, heeft dit ook een negatief effect op je ranking
Samenvattend: als je nog geen mobiele site hebt, of je mobiele site is belabberd opgezet of presteert ondermaats, dan ga je gewoon omlaag in de zoekresultaten.
Twitter heeft ze… Google+ heeft ze… Instagram heeft ze… En nu heeft Facebook ze ook! Het was al een tijdje geleden aangekondigd, maar vanaf deze week heeft Facebook dan ook de alom bekende hashtags om content te categoriseren. Voor de mensen die niet weten wat hashtags zijn, heb ik de definitie van het woord “hashtag” opgezocht op Wikipedia:
“Een hashtag is een woord of zin met als prefix het #-symbool, een woord dus inclusief het kardinaalteken oftewel hekje als voorvoegsel. Door deze combinatie wordt een bericht eenvoudig gevonden. Momenteel worden hashtags gebruikt bij verschillende populaire sociale media websites zoals Twitter en Google+. Hierbij wordt de hashtag vooral gebruikt als een tag-aanduiding. Deze aanduiding kan bestaan uit slechts één woord of meerdere woorden al dan niet gescheiden door een underscore in plaats van een spatie.”
Hoewel Twitter wel zogenaamde “trending topics” (of: populaire onderwerpen) heeft, zul je deze voorlopig tevergeefs zoeken op Facebook. Facebook heeft namelijk aangekondigd dat dit pas over een paar weken beschikbaar zal komen.
Maar als je nu op Facebook naar een onderwerp met een bepaalde hashtag zoekt, verschijnt er onder het zoekvenster een geel vlakje met een document en daarbij de hashtag waarop je zoekt en het woord “hashtag”. Zoals je in de screenshot in de show notes kunt zien.
Een ander interessant artikel kwam ik tegen op Frankwatching. Dit artikel is geschreven door Martijn Groeneweg en Mathijs Visser. Zij schrijven over het effect van responsive design voor e-mailberichten.
Even voor de volledigheid: “responsive design” is een manier om HTML in combinatie met CSS zó te maken dat bijvoorbeeld websites zowel op grote schermen, als op tablets en smartphones goed worden vertoond.
Dit artikel borduurt hierop voort en richt zich nu in het bijzonder op e-mail. Ik citeer een stukje uit het artikel:
“Er wordt veel over de voordelen van responsive design geschreven, maar belangrijker is de vraag: wat is de toegevoegde waarde van responsive design in het hele proces naar conversie? We hebben onderstaande test opgezet, waarbij we een responsive e-mailcampagne hebben vergeleken met een normale e-mailcampagne. Bij de responsive e-mailcampagne waren zowel de e-mail als de landingspagina responsive. Bij de normale e-mailcampagne waren de e-mail en de landingspagina niet responsive. De test is gedaan op een B2C-database die vaker commerciële e-mailcampagnes ontvangt. In deze test werd een energieleverancier gepromoot.”
De onderzoekers kwamen tot de volgende resultaten:
Maar het allerbelangrijkst is natuurlijk de conversie, ofwel het aantal mensen dat daadwerkelijk actie onderneemt. In de test werd het achterlaten van naam en contactgegevens door een bezoeker als een conversie beschouwd.
Het aantal conversies bij de responsive e-mailcampagne lag op 177 personen. Bij de normale e-mailgroep waren er 154 conversies. Dit is een verschil van 15%. Als alleen naar conversies op een mobiel apparaat wordt gekeken, liggen de getallen echter totaal anders.
Bij de responsive e-mailcampagne zijn er 31 conversies, tegen slechts 4 bij de normale e-mailcampagne. Dat is een verschil van 775%! Ook hierin onderscheidt de responsive e-mailcampagne zich van de normale e-mailcampagne.
De conclusies van de onderzoekers luiden:
“Is responsive design een techniek waardoor de conversie direct omhoog schiet? Nee, maar het levert absoluut een toegevoegde waarde in het proces naar conversie op de landingspagina. Het verhoogt niet alleen het gebruikersgemak voor lezers, maar het is voor marketeers een goede manier om conversie te verhogen. Mobiele ontvangers scannen de e-mail langer en er zijn meer kliks naar de landingspagina.
Maak een analyse van je database en bekijk hoe groot de groep is die profijt heeft van een responsive e-mailcampagne. Hoe groter deze groep is, des te meer toegevoegde waarde heeft responsive design bij het verhogen van conversie.”
Tot zover de statistieken van de vergelijking tussen normale e-mails en responsive e-mails.
Als laatste voor vandaag heb weer een lijstje met een paar tips. Deze keer zijn het vijf tips om gratis je blog onder de aandacht te brengen van anderen. Want alleen een website maken en publiceren brengt je nog niet echt business.
Als eerste tip: zoek soortgelijke sites en bied aan om een blogbericht als gast te schrijven en aldaar te publiceren. Veel sites hebben altijd behoefte aan verse, unieke en relevante content. Dus dan kan dit een welkom aanbod zijn. De meeste zullen wel eisen dat het artikel niet ergens anders is, of wordt gepubliceerd.
Als tweede tip, wellicht ten overvloede: deel je bericht op social media. Natuurlijk moet je een tweet versturen over je bericht, je bericht posten op Facebook en Google+. Maar als je er één of meer afbeeldingen in hebt, dan raad ik je ook zeker aan die te pinnen op Pinterest. Zo post ik af en toe een infographic die ik ergens vind en deel die vervolgens op bepaalde borden op Pinterest. Sommige van die pins worden een flink aantal keren gerepinned, hetgeen een positief effect heeft op het aantal links naar het bijbehorende artikel op de site. En omdat dit een social signal is, zal het door Google minder snel als linkspam worden gezien. Tja, of je moet natuurlijk tienduizenden repins in het zwarte circuit kopen: dat valt op.
Tip nummer drie: wees dáár, waar je markt of publiek ook is. Dus als jouw publiek veel op bepaalde fora of andere discussiesites of Google+ communities zit, ga daar dan ook elke dag naartoe. En ga dan niet meteen enthousiast je producten en/of diensten verkopen, maar bouw ook daar eerst aan je reputatie. Want je kunt ervan uitgaan dat de meesten je niet kennen en dus in eerste instantie je mogelijk argwanend in de gaten zullen houden.
Als vierde tip: gebruik ook eens andere gratis diensten om af en toe relevante en/of unieke content te publiceren, zoals wordpress.com, Tumblr of blogspot.com van Google.
En de laatste tip: bouw een band op met marktleiders of specialisten in jouw vakgebied. Neem ze een interview af en publiceer dat op je blog. Zo zie ik bij elk interview dat ik een hausse aan verkeer op de site en op de podcast krijg, als ik iemand interview. De verklaring daarvoor is heel simpel: een interview streelt het ego van de geïnterviewde en dus zal deze persoon het ook op zijn of haar eigen site bekend maken, dat hij/zij is geïnterviewd. Ik vraag altijd wel of men een link naar de site wil opnemen, om naar het interview te verwijzen.
En prompt zie ik dan dus opeens de dagen volgend op het interview een toename in de bezoekersaantallen.
Hiermee kom ik aan het einde van deze aflevering. Ik moet een beetje voortmaken, want zometeen heb ik op Skype een interview met een interessante gast… Dat interview komt volgende week in de uitzending. Oh, en als het jou leuk lijkt om door middel van een interview in de podcast te komen of heb je een leuk verhaal te vertellen, neem dan contact met me op en wie weet zit jij in een volgende podcast!
Ik hoop dat er in deze podcast voor jou weer interessante nieuwtjes en bruikbare tips tussen zitten.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ons op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief en schrijf je meteen in.
En je kunt rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podast aflevering 29 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen: