Gisteren heb ik je de werkinstructie gegeven voor het opschonen van de citations, of wel bedrijfsvermeldingen. Dit is het begin van het project, waarin je je bedrijf beter wilt laten scoren in de lokale zoekresultaten.
Het is namelijk beter om eerst je “rotzooi” op te ruimen, om pas daarna voort te borduren op een partij consistente data.
Laat je dus niet in de verleiding brengen om toch maar snel je bedrijf aan te melden op een aantal nieuwe sites. Geloof me, dat werkt in je nadeel als je niet oppast!
Want hoe sneller je inconsistente c.q. foutieve gegevens aanpast, des te sneller ziet Google deze veranderingen. Vergeet niet: vaak staan die vermeldingen al op sites met een hoge mate van autoriteit en wordt die content vaak door Googlebot bezocht en de index derhalve ook vaak bijgewerkt!
Ergo, eerst moet je schoon schip maken. Dan kun je van wal steken en beginnen met het aanmelden van je bedrijf op andere sites, om zo meer degelijke en betrouwbare citations of bedrijfsvermeldingen te verzamelen om daarmee je ranking in de lokale zoekresultaten te verstevigen en hopelijk te verbeteren.
Als jij klaar bent met het opschonen, is het tijd voor de volgende stap. Daarom heb ik een nieuwe serie instructievideo’s gemaakt, met als naam, de “Winter Winkeldata Workshop”. Ik verwacht dat er geen winter meer komt, maar ik vond het gewoon leuk klinken.
De komende twee weken krijg je van mij elke werkdag een instructievideo die je kunt nadoen om zo een nieuwe citation of bedrijfsvermelding te maken. Dus: elke maandag tot en met vrijdag publiceer ik om 09:30 uur een instructievideo, waarmee jij je positie in de lokale zoekresultaten kunt verbeteren, twee weken lang! Dus in totaal tien instructievideo’s!
OK, het is niet zo heel erg, als je nog niet al je gegevens hebt opgeschoond en je wilt toch ook snel beginnen met het aanmaken van nieuwe citations. Maar je moet me twee dingen beloven:
Ik leid je weer langs een aantal sites met autoriteit. Als uitbreiding op de “Summer Seven”, die ik afgelopen zomer heb gepubliceerd, laat ik je nu niet alleen algemene, geografische of sociale sites zien, maar ook een paar branche-specifieke sites. In de komende tien video’s heb ik er drie opgenomen, waarin ik laat zien hoe je een tandartsenpraktijk aanmeldt op drie medische c.q. branche-specifieke sites.
De kans is groot, dat je daar niet meteen iets mee kunt, omdat je geen tandarts bent. Toch kun je er wellicht iets van opsteken. Een volgende keer zal ik ook eens een paar sites pakken uit andere branches.
Dus, houd vanaf komende maandag de site in de gaten en begin met het creëren van extra citations in de nieuwe sites. Laat het me weten, als je tegen problemen aanloopt. Ik ben op dit moment beperkt in staat om mijn mail te lezen, dus het kan soms even duren voordat ik reageer.
Succes!
Heb je moeite met het instellen van Google Authorship voor je WordPress blog? Of verwar je het met Google Publishership? Is het niet duidelijk wat het verschil is tussen Google Publishership en Google Authorship? Wil jij je content koppelen aan je persoonlijke Google+ profiel? Dat kan! En wel met de plugin “WordPress SEO by Yoast”!
In de onderstaande video laat ik je zien hoe je met behulp van de plugin “WordPress SEO by Yoast” in binnen een paar minuten zowel Google Publishership als Google Authorship voor je weblog activeert.
Even voor de volledigheid: Google Publishership koppel je aan een hele website. Daarmee geef je aan dat de gespecificeerde Google+ pagina de uitgever is voor de hele website. Daarom kun je daar dus geen persoonlijk Google+ profiel aan koppelen! Je koppelt je Google+ profiel aan je gebruikersprofiel in WordPress. Dat is de korte versie.
De te nemen stappen zijn:
Tenslotte kun je met de Google “Tool voor gestructureerde gegevenstests” controleren of je de instellingen goed hebt gedaan.
Mocht je er niet uitkomen, post je reactie of vraag dan hieronder.
Voor het scoren in de lokale zoekresultaten is het niet zozeer van belang hoeveel links je naar je site hebt, maar hoeveel consistente bedrijfsvermeldingen over je bedrijf online staan. Een bedrijfsvermelding –ook wel “citatation” genoemd– bestaat tenminste uit de naam van je bedrijf. Dat is de meest minimale citation. Hoe completer de citation, dus hoe meer informatie over je bedrijf is vermeld, des te meer waarde hechten de zoekmachines eraan.
Dus als een bedrijfsvermelding bestaat uit:
dan heb je in essentie een volledige citation. Natuurlijk zouden bijvoorbeeld ook de geografische coördinaten van je bedrijfslocatie erbij kunnen staan om het nog preciezer aan te duiden, of een faxnummer, of de bedrijfsactiviteiten, openingstijden enzovoorts. Een link naar je site is mooi en maakt je citation compleet, maar dit is niet per se nodig voor een waardevolle citation.
Wat wel belangrijk is, is de consistentie van alle vermeldingen. Hiermee bedoel ik dat alle vermeldingen van je bedrijf hetzelfde zijn, tenminste de NAPT (Naam, Adres, Postcode + Plaats en Telefoonnummer).
In vrijwel alle gevallen zul je niet aan de vooravond van de lancering van een nieuw bedrijf staan en zit je dus met een bedrijf dat al enige tijd bestaat (kort of lang, dat maakt niet uit). Als gevolg hiervan staan er dus bedrijfsvermeldingen online, al of niet met een link naar je site.
Als het bedrijf is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel kun je er bijvoorbeeld van uitgaan dat je bedrijfsgegevens al ettelijke keren zijn verkocht voor gebruik in diverse online directory-sites. Maar het kan ook zijn dat jij als bedrijfseigenaar of een enthousiaste marketeer of verkoper het bedrijf met de beste wil van de wereld op zoveel mogelijk sites heeft aangemeld.
De kans is dan ook erg groot dat je online bedrijfsvermeldingen niet consistent zijn, dus dat er verschillen zitten tussen de diverse vermeldingen.
Welnu, dat is in figuurlijke zin dodelijk voor je positie in de lokale zoekresultaten. Maar voordat je nu enthousiast aan de slag gaat om zoveel mogelijk nieuwe NAPT’s of citations te verwerven, is het echter daarom van cruciaal belang dat je eerst zoveel mogelijk van je oude bedrijfsvermeldingen opspoort, controleert en waar nodig aanpast of wellicht verwijdert. Zelf heb ik nog nooit een bedrijfsvermelding willen verwijderen, maar ik kan situaties bedenken dat je liever niet een vermelding van je bedrijf ergens hebt staan, bijvoorbeeld als je bedrijfsactiviteiten volledig zijn veranderd door de loop van de tijd.
Dus om je lokale online presence te verbeteren, moet je beginnen met alle bestaande citations op te sporen, te registreren en waar nodig aan te passen.
Ga er maar vanuit dat dit –zeker als je bedrijf al een aantal jaren bestaat– niet zo 1–2–3 is gebeurd. Reserveer hier voor jezelf gerust drie tot vier weken voor. Wellicht kun je het in minder tijd, maar voor je planning en je eigen verwachtingen is het beter iets meer tijd te plannen. Bovendien heb je ook een bedrijf te runnen en kun je niet fulltime je citations opschonen…
Verwacht ook niet dat alle wijzigingen per direct live staan, nadat jij ze hebt aangebracht en heb al helemaal niet de illusie dat al je moeite per direct een effect heeft op je positie in de lokale zoekresultaten. Ooit heb ik eens een locatie binnen 24 uur vanuit het niets naar de “A”-positie aan de top zien schieten op basis van één bepaald trefwoord, maar dat was dan ook de enige keer. Vaak moet je rekenen dat je binnen een week of zes de eerste effecten kunt zien, als je goed je best doet.
En wat ook belangrijk is om te weten, is dat het dikwijls steeds moeilijker wordt, naarmate je hoger komt in de lokale zoekresultaten.
Laat je dus niet ontmoedigen en ga gewoon stug door! Je weet in elk geval dat je het niet voor niets doet!
Proces
Het proces is opgesplitst in 4 deelprocessen:
Elk van deze fasen bestaat uit een aantal activiteiten of stappen. Hoe dit in zijn werk gaat, leg ik in de volgende hoofdstukken uit.
Een goede voorbereiding is het halve werk! Dat geldt ook hiervoor. Omdat het cruciaal is dat de gegevens consistent zijn en om je werk en het bijhouden van je voortgang te vergemakkelijken, heb ik een Google spreadsheet voor je gemaakt, die ik via Google Drive met je kan delen. Je kunt mijn spreadsheet niet wijzigen, maar je kunt er een kopie van maken, waarna je er mee aan de slag kunt.
Om toegang te krijgen tot deze spreadsheet moet je eerst zelf een Gmailadres hebben. Dus mocht je die nog niet hebben, dan moet je er eentje aanmaken.
Begin zo snel mogelijk met het claimen van je bedrijfsvermelding in Google+. Reden hiervoor is, dat het vaak twee tot drie weken duurt, tot je de postkaart met de PIN ontvangt, waarmee je je vermelding echt je eigendom kunt maken. Soms is het mogelijk per direct via de telefoon te verifiëren, maar dit werkt lang niet altijd.
Je claimt je pagina, door hem op te zoeken in Google+, op plus.google.com/local. Daar zoek je je bedrijf op en dan klik je op de knop “Deze pagina beheren” en doorloop je alle stappen. Om een bedrijfsvermelding te claimen, moet je wel een Gmailadres hebben.
Als je je Gmailadres hebt, moet je je wellicht nog aanmelden voor Google+, op plus.google.com. Daarna voeg je mij (Eduard de Boer) toe aan je kringen, zodat ik ook gemakkelijk informatie met je kan delen op Google+. Als je de lokale SEO spreadsheet wilt hebben, moet je je aanmelden voor de nieuwsbrief, op www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief. Ik stuur je dan zo snel mogelijk een mailtje met de link naar de spreadsheet op Google Drive.
Deze spreadsheet heeft een aantal tabbladen, die ik verderop allemaal zal toelichten. Open de spreadsheet en bewaar een kopie ervan. Vervolgens kun je met de kopie aan het werk.
Voor de rest heb je bij voorkeur een mailadres nodig op het domein van de website die je lokaal wilt laten scoren. Dus als je domeinnaam “bedrijf.nl” is, heb je een mailadres in de trant van “marketing@bedrijf.nl” nodig. Dit adres gebruik je tijdens het opschonen van je citations en later als je nieuwe citations gaat aanmaken.
Reden dat je hiervoor liefst geen Hotmail.com, Outlook.com of Gmailadres gebruikt, maar een mailadres op het betreffende domein, is dat dit veel geloofwaardiger overkomt, zeker in emailcorrespondentie met sites waar je wijzigingen in de citations doorgevoerd wilt hebben. Je kunt tenslotte niet zomaar een mailadres op het bedrijfsdomein krijgen, terwijl iedereen binnen een paar minuten een algemeen mailadres op bijvoorbeeld Yahoo! of Gmail kan aanmaken.
Als je dat allemaal hebt gedaan, begin je met het vullen van het eerste tabblad van de spreadsheet (“Basisdata”). Je begint met het administreren van de belangrijkste gegevens van je bedrijf, de NAP. Die bestaat uit:
Daarnaast moet je nog een paar extra gegevens opnemen in je spreadsheet, die ook dikwijls worden gevraagd:
Voor medici heb je dan mogelijk nog een BIG-nummer (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) en voor zorgverleners moet je voor een aantal sites een AGB-code hebben. Als dit niet van toepassing is, kun je die nummers gewoon achterwege laten. In de spreadsheet is er ruimte voor 4 BIG-nummers.
Zelf registreer ik altijd de startdatum van het project en het standaard signup- of marketing mailadres. Hoewel ik weet dat het eigenlijk niet moet, gebruik ik voor het inschrijven waar mogelijk hetzelfde, extreem complexe wachtwoord dat bestaat uit tenminste 14 letters, cijfers en symbolen. Sommige sites staan je echter niet toe om een dergelijk wachtwoord te gebruiken, dus ik heb dan ook nog altijd eentje achter de hand die bestaat uit 8 letters en cijfers, waarbij ik hoofd- en kleine letters laat voorkomen.
Je kunt het hele proces van het opschonen (en later ook het aanmaken van nieuwe citations) aanzienlijk versnellen door vooraf ook goed na te denken over je relevante trefwoorden c.q. zoektermen en bedrijfsomschrijvingen van diverse lengtes (150, 200, 250, 450 en 1.000 karakters). Mijn advies is om de ruimte die je hebt, maximaal te gebruiken. Laat geen karakterpositie onbenut. De eerste vier omschrijvingen zijn het belangrijkst en zul je het meeste tegenkomen. Die van 1.000 karakters zie je slechts een enkele keer, dus je zou die eventueel leeg kunnen laten. Rechts van het omschrijving-veld zie je de actuele lengte. Mocht die over de maximaal toegestane lengte gaan, dan kleurt de lengte rood om je hierop te attenderen.
Spendeer hier echt voldoende tijd aan, want je omschrijvingen zijn ook minstens zo belangrijk. Dikwijls helpen ze niet om beter te scoren in de zoekmachines, maar wel om beter te worden vertoond op de desbetreffende sites.
Na de omschrijvingen is er ruimte voor de openingstijden. Ik zou die ook zeker invullen, dan kun je daarmee geen fouten maken.
Het laatste veld op het tabblad “Basisdata” is voor de GPS-coördinaten: lengte- en breedtegraad (“longitude” / “latitude” in het Engels).
Als je dit allemaal naar beste kunnen hebt ingevuld, kun je gaan beginnen met het monnikenwerk: het opzoeken van zoveel mogelijk vermeldingen van jouw bedrijf op Internet.
Het opzoeken van jouw citations is helaas veel werk. Er zijn wel commerciële tools, zoals bijvoorbeeld de Local Citation Finder van Whitespark (affiliate link). Deze service gebruik ik zelf naar volle tevredenheid, maar die kost dus wel maandelijks geld als je ’m gebruikt. Je kunt de service wel gratis maar met enige beperingen een tijdje proberen, om te zien of het iets is, wat je kunt gebruiken.
Maar goed, als je geen commerciële tooling gebruikt, raad ik je aan je bedrijf te zoeken op basis van:
De clou is gewoon om zoveel mogelijk citations of bedrijfsvermeldingen van je eigen bedrijf te vinden, die allemaal te controleren en waar nodig aan te passen. Daarom zou ik het ook niet laten bij het zoeken van bovenstaande gegevens op alleen Google, maar ook gebruik maken van Bing, DuckDuckGo en eventuele andere zoekmachines die je gebruikt.
Ga niet meteen aan het werk om je elke citation die je vindt te controleren en / of aan te passen; houd je in. Het werkt het beste als je eerst alle citations opspoort, ze registreert om ze pas daarna te gaan controleren en opschonen.
Het registreren doe je in het tabblad “Citations”. Daar vul je als eerste de URL waar je de bedrijfsvermelding hebt gevonden. In het veld daarachter (“Datum opvoer”) vul je de datum in, waarop je hem hebt gevonden.
Let erop, dat je probeert díe pagina’s te vinden, waar jouw bedrijf staat vermeld en registreer de desbetreffende URL. Dus probeer altijd zover mogelijk door te klikken, zodat je geen verzamelpagina’s gaat opslaan als citation.
Probeer op deze manier zoveel mogelijk citations te vinden… Meer is in dit geval echt beter!
Geef niet te snel op. Als je bedrijf een aantal jaren bestaat, dan weet ik zeker dat je zo tientallen, zoniet honderden bedrijfsvermeldingen kunt vinden, als je even doorzet. En registreer ook de vermeldingen, waarvan je in één oogopslag ziet, dat ze wel compleet en correct zijn. Want daar gaan we in een later stadium ook nog leuke dingen mee doen.
Gefeliciteerd! De eerste fase van monnikenwerk zit erop! Ik ga ervan uit dat je echt je uiterste best hebt gedaan om zoveel mogelijk bedrijfsvermeldingen te vinden van je bedrijf. Let wel: je doet het niet voor mij, voor voor je eigen bedrijf en dus je eigen portemonnee!!
Nadat je alle URLs hebt geregistreerd, ga je ze één voor één controleren. Registreer in de spreadsheet in de kolom “Datum check” de datum dat je de vermelding controleert. Als de vermelding correct is, vul je de actuele datum in de kolom “Datum correct”. In de spreadsheet zijn verder nog kolommen opgenomen voor de “Username”, het “Mailadres”, het “Password” en eventuele “Opmerkingen”.
Controleer ook, of je wellicht meer gegevens op de desbetreffende site kwijt kunt, dan de gegevens die er al staan vermeld. Dikwijls zul je namelijk sites tegenkomen, waar al wel je NAP-gegevens staan, maar waar je bijvoorbeeld ook nog openingstijden, een bedrijfsomschrijving of trefwoorden kunt invullen. Soms kun je ook foto’s van je bedrijf uploaden. Lees ook beslist de volgende paragraaf voor het gebruik van foto’s, vóórdat je iets met foto’s gaat doen!
Vul echt zoveel mogelijk gegevens in.
Als je precies al je activiteiten wilt loggen in de tijd, kun je dat op het derde tabblad (“Logboek”) doen. Dit vereist wel enige discipline om vol te houden…
Voor foto’s geldt: gebruik zo groot mogelijke foto’s van de beste kwaliteit die je kunt krijgen! Dus: huur een professionele fotograaf in voor het maken van je foto’s. Uploadt de foto’s dus ook in een zo hoog mogelijke resolutie. Op sommige sites gelden beperkingen ten aanzien van de foto’s. Zo mogen ze op Yelp niet groter zijn dan 10MB en op andere sites bijvoorbeeld maar 4MB of zelfs een paar honderd kilobyte. Maak diverse versies aan, om zo snel overal de foto’s te kunnen uploaden.
Hetzelfde geldt ook voor je logo: zorg ervoor dat je ook daarvoor een zo hoog mogelijke kwaliteit klaar hebt. Ook die moet je voor verschillende sites in verschillende resoluties aanbieden, maar dat kun je wel doen, als het zover is.
Vergeet niet vooraf alle foto’s te geotaggen met Picasa, voordat je begint met uploaden. Hoe je dat doet, kun je bekijken in de instructievideo “Geotag je bedrijfsfoto’s met Picasa voor betere lokale vindbaarheid”.
Zelf gebruik ik het programma “Iview Media Pro” om in de IPTC-metadata velden van de foto’s ook nog een aantal trefwoorden etc. te plaatsen. Hoewel ik nog niet echt heb kunnen zien dat dat helpt, kan het in elk geval nooit kwaad om de zoekmachines die ook foto’s indexeren, zoveel mogelijk gegevens over de foto te geven.
Als het goed is, heb je nu alle bedrijfsvermeldingen die je van je bedrijf hebt kunnen vinden, waar mogelijk consistent gemaakt. Dus overal heb je exact dezelfde bedrijfsnaam, hetzelfde adres, dezelfde postcode en plaats en vooral ook hetzelfde telefoonnummer. Klasse gedaan!
Wat nu nog rest om de match met Google+ compleet te maken, is alle gegevens in Google+ te controleren, aan te passen en waar nodig uit te breiden.
Dit is echter een te uitgebreid verhaal om in deze instructie te vermelden. Die kun je dus binnenkort tegemoet zien, want daarvoor komt een aparte werkinstructie.
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
De kop is er vanaf. Vorige week maandag presenteerde ik de eerste ReputatieCoaching Podcast van 2014 en nu zijn we alweer bij de tweede uitzending van dit nieuwe jaar. Vandaag heb ik de volgende onderwerpen voor je… Als eerste een leuke ervaring van Robert-Jan, een trouwe luisteraar van de podcast uit Zwolle. Hij vertelde hoe zijn autistische trekjes hem hielpen om op het juiste pad te blijven voor het optimaliseren van de site van een rijschoolhouder. Als tweede is er een probleem met het gebruik van de naam “Pinterest” in Europa.
Heb je ooit een e-mail willen sturen naar iemand die je kent, maar waarvan je het e-mailadres niet hebt? Vanaf deze week worden je Google+ contacten bij het opstellen van een nieuwe e-mail in Gmail voorgesteld als mogelijke ontvangers, zelfs als jullie nog geen e-mailadressen hebben uitgewisseld. Daarover zometeen meer.
Ook heb ik een video van Matt Cutts die ons vertelt over een andere website van Google, waarin wordt uitgelegd hoe zoekmachines werken, en dan met name hoe Google werkt. Dat is ooit in podcast 33 ook al eens aan bod gekomen, maar nu geeft Matt Cutts een grote hoeveelheid extra achtergrondinformatie over de organisatie, haar processen, statistieken et cetera. Ook lijkt het erop, alsof Google weer experimenteert met de weergave van bedrijven in de zoekresultaten.
De zoekmachine met het leuke eendje, ook wel bekend als DuckDuckgo is in 2013 ontzettend gegroeid en heeft dit jaar al weer een record verbroken.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als waterbouwer, mediatechnoloog, video-editor, leidinggevende of wat dan ook te verbeteren.
Afgelopen week sprak ik met Robert-Jan uit Zwolle. Hij is een trouwe luisteraar van de podcast. Hij vertelde me vol trots, dat hij een nieuwe website had gemaakt voor een rijschool in Assen en daarbij al mijn adviezen en tips had opgevolgd. Dat begon ermee dat hij de site heeft ontwikkeld in WordPress. Dit was nota bene zijn eerste WordPress site. Daarvoor werkte hij eigenlijk altijd met Joomla.
Ik heb de site bekeken en ik vond ’m er echt heel mooi uitzien! Het is een responsive ontwerp, dus de site is niet alleen goed leesbaar op grote schermen, maar ook op smartphones en tablets. Alle content was goed leesbaar, ik vond de kleurcombinaties goed gekozen en de layout maakte het tot een compleet geheel.
Verder had hij de rijschoolhouder de Google+ pagina van de rijschool laten claimen, Google publishership geactiveerd op de homepagina van site en Google Authorship op diverse artikelen. Ook had hij met behulp van schema.org de adresgegevens in de site opgenomen en heeft hij de website-eigenaar op het hart gedrukt om recensies te gaan verzamelen.
Bovendien had Robert-Jan de SEO plugin van Joost de Valk geïnstalleerd. Die hielp hem met het schrijven van de teksten. Pas als de plugin groen licht gaf, nam hij genoegen de content. Het kostte wel moeite, maar volgens hemzelf waren het zijn “autistische trekjes” die hem hier doorheen hebben geholpen.
De pagina was kort na het live gaan amper te vinden in de zoekresultaten. Natuurlijk hield Robert-Jan de site goed in de gaten en dan vooral de statistieken. Op het moment dat de autorijschool haar eerste review op Google+ kreeg, schoot de site omhoog in de organische resultaten. Inmiddels scoort de site op enkele relevante zoektermen al de eerste en tweede plaats in de organische listings op Google!
De rijschoolhouder is helemaal blij, want dankzij het feit dat zijn website zo goed scoort krijgt hij nu direct veel meer bezoekers op zijn nieuwe site dan voorheen op zijn oude site. Daar houdt het nog niet mee op, want de website converteert nu ook opeens heel goed: de eerste nieuwe leerlingen hebben zich al via de site aangemeld! En dat zijn er beduidend meer dan voorheen.
Voorafgaand aan en tijdens het herontwerp van de site heeft Robert-Jan mij een paar keer enkele uren geconsulteerd voor een crashcourse reputatieverbetering en de nodige dosis aan kennis over lokale zoekmachineoptimalisatie.
Verder hadden we het in het begin over de keuze van een framework voor de WordPress site. Zoals je weet gebruik ik zelf “Genesis” voor de www.reputatiecoaching.nl, maar er zijn ook andere frameworks, waaronder bijvoorbeeld het gratis “Thematic”, “Thesis” die circa US$ 80 kost en “PageLines” die je pas in je bezit krijgt als je tenminste US$ 197 schokt.
Robert-Jan maakte mij attent op een ander framework, waar hij tegenaan was gelopen , waarvan hij vond dat het er goed uitzag. Dit is het “Cherry” framework. Ik ben natuurlijk geen webdesigner, maar ik dacht dat ik toch wel aardig wat wist van WordPress frameworks; van het “Cherry” framework, had ik echter nog nooit gehoord.
Dus hebben we er ook samen nog eens naar gekeken en we kwamen tot de conclusie dat de keuze voor dit gratis framework, een goede leek. Ook later ben ik nog eens verder in het Cherry framework gedoken en ik ben tot de conclusie gekomen, dat ik binnenkort ook eens een WordPress site ga inrichten met het “Cherry” framework. Mocht jij de prijs van Genesis of Thesis te hoog vinden, dan is dit wellicht een mooi en bovenal gratis alternatief voor je. Het aardige is ook, dat er al veel responsive child templates zijn voor dit framework, waardoor je zelf niet veel ontwerp- of programmeerwerk hoeft te doen. Een snelle zoekopdracht op templatemonster.com toonde op het moment toen ik deze podcast maakte, al 507 templates.
Ik zeg heus niet dat ik alle wijsheid in pacht heb, maar het is een feit dat ik mijn uiterste best doe om vooraan te blijven lopen in alle ontwikkelingen op dit gebied. En deze kennis deel ik dan vervolgens met jullie: de luisteraars van de podcast en de lezers van de ReputatieCoaching website. Daarbij vermijd ik taktieken of trucjes die ook maar enigszins rieken naar black hat en meld ik je ook meestal alleen zaken die ik eerst zelf heb uitgeprobeerd of nog aan het uitproberen ben.
Het leuke is echter wel, dat dit een praktijkvoorbeeld is van wat je kunt bereiken als je een dergelijk project vanaf de tekentafel tot en met de livegang gedegen en volgens de regels uitvoert. Chapeau, Robert-Jan en bedankt dat je dit hebt teruggekoppeld!
Pinterest heeft een probleem… Volgens mij een aardig groot probleem. Deze rijzende ster aan het firnament van de social media mag zich namelijk in Europa niet de eigenaar noemen van de merknaam “Pinterest”. Afgelopen heeft de rechtbank in Spanje hierover beslist.
Volgens advocatenkantoor Mishcon de Reya bestond het Londense bedrijf “Premium Interest” al, toen Pinterest de naam deponeerde. Aan de andere kant zegt Pinterest dat het al actief was, toen Premium Interest in januari 2012 de naam vastlegde. Volgens Pinterest is er een administratieve fout gemaakt, waardoor zij de naam niet eerder hebben kunnen registreren.
Dit komt niet goed uit voor Pinterest, want het bedrijf heeft recentelijk US$ 225 miljoen opgehaald om internationaal uit te breiden. Pinterest gaat in hoger beroep en moet nu aantonen dat het al actief was in Europa, voordat Premium Interest de naam vastlegde.
Je kunt de juridische documentatie ook nalezen op Scribd. Ik heb het document in de show notes opgenomen:
Ik ben benieuwd hoe dit verhaal zich verder ontwikkelt. Als Pinterest via het hoger beroep niet de rechten op de naam kan verkrijgen, dan zal het er wel op neerkomen dat deze voor heel veel geld van Premium Interest wordt gekocht.
Zodra ik er meer over lees, deel ik het natuurlijk meteen met je.
Zojuist had ik het over de show notes. Hierin vind je een letterlijke transcriptie van deze podcast, alsmede afbeeldingen, video’s en links naar andere relevante sites op Internet. Je kunt de transcriptie van deze podcast vinden op: www.reputatiecoaching.nl/59.
Het klinkt als een paradox: e-mail sturen naar iemand van wie je het e-mailadres niet hebt. Dat lijkt hetzelfde als iemand bellen, van wie je het telefoonnummer niet hebt.
Toch kan het sinds deze week en je hebt er geen telepathie of andere esotherische kwaliteiten voor nodig. Wat echter wel nodig is, is dat jij een Google+ account hebt, evenals de persoon aan wie je de mail wilt sturen.
Afgelopen vrijdag ontving ik een mail van Google die ik in de show notes heb opgenomen, met daarin de volgende tekst:
Het is logisch dat je op één of andere manier verbonden moet zijn met degene aan wie je de mail wilt versturen. Je kunt dus één mail aan iemand sturen, als je deze methode volgt. En pas als die persoon heeft gereageerd, krijg je zijn of haar e-mail adres te zien.
Voorheen kon je met behulp van hangouts al privéberichten op Google+ uitwisselen met mensen in je kringen, maar met e-mail krijg het toch een wat professionelere uitstraling. De vraag is alleen of er niet te snel misbruik van wordt gemaakt.
In de show notes heb ik een link opgenomen naar een artikel op het Google Helpcentrum, waarin je meer kunt lezen over het mailen van je vrienden via Google+. Daar is ook te lezen hoe je kunt bepalen wie jou mag e-mailen. In de instellingen in Gmail kun je kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Kies deze laatste optie, als je werkelijk van niemand op Google+ op deze wijze e-mails wenst te ontvangen.
Het lijkt erop, alsof Matt Cutts van het Google webspam team ook een eindejaarsreces heeft gehouden, want er verschenen eventjes geen nieuwe video’s van hem. Maar inmiddels zijn er alweer een paar video’s uitgekomen met Matt in de hoofdrol. In één van de video’s legt hij uit hoe zoekmachines werken in het algemeen en hoe Google werkt in het bijzonder.
In 2012 heeft Matt ook al eens uitgelegd hoe Google werkte op dat moment. Die video heb ik ook in de show notes opgenomen:
Hij legt uit hoe het crawlen vroeger werkte en hoe het in 2012 werkt. Eerst werden de meeste sites slechts eenmaal in de 30 dagen door Googlebot bezocht, of “ge-crawled”. Google begon dan bij de sites met de hoogste PageRank en ging dan steeds verder richting sites met de laagste PageRank en nieuwe sites.
Later, omstreeks 2003, bezocht Google elke site met autoriteit gemiddeld eenmaal per dag. Naast de index met de “normale” resultaten, had Google toen ook een index van de zogenaamde “supplemental results”. De sites die daarin waren opgenomen, werden veel minder vaak bezocht, dan de sites die in de reguliere index stonden.
Het indexeren en ranken van de zoekresultaten is een apart verhaal. Eerst werd daar alleen PageRank voor gebruikt. Toen Google deze video in 2012 produceerde, waren er al meer dan 200 additionele factoren die meetelden bij het bepalen van de ranking van pagina’s in de zoekresultaten en tegenwoordig schijnen het er al meer dan 500 te zijn heb ik in de wandelgangen vernomen.
In deze nieuwe video verwijst hij ook naar een website die ik al eens in podcast 33 heb aangehaald. Die website heet “How Search Works”. In de show notes heb ik toch weer een keer een link er naartoe opgenomen, voor het geval je de site nog nooit hebt gezien, omdat je bijvoorbeeld podcast 33 niet hebt beluisterd of de transcriptie niet hebt gelezen.
Over de nieuwe video… Dit is de langste video die Matt Cutts ooit heeft gemaakt voor het WebmasterHelp YouTube-kanaal: bijna tieneneenhalve minuut!
Op basis daarvan kan Google haar algoritmes aanpassen, maar dat is nooit direct op basis van de feedback van deze beoordelaars. Als het erop lijkt of een bepaalde verandering echt tot betere resultaten kan leiden, dan wordt het experiment beperkt live uitgevoerd en wordt gemeten hoevaak mensen op bepaalde zoekresultaten klikken, om zo te zien of de resultaten ècht beter worden.
Netto heeft Google in 2012 in totaal 665 wijzigingen in het algoritme doorgevoerd. Dat is dus gemiddeld bijna twee per dag.
Dit soort tests zie je volgens mij niet vaak als eindgebruiker. Want met de miljarden zoekpogingen die worden uitgevoerd, is de kans erg klein dat net jouw zoekpoging in zo’n experiment valt.
Matt gaat door en vertelt dat hij het SPAM-gedeelde op de site “How Search Works” het leukste vindt. Op de site kun je echt veel leuke content over het fenomeen “spam” vinden. Zo kun je er bijvoorbeeld een actuele “spam carrousel” bekijken, die regelmatig wordt ververst. Je ziet dus echt sites die heel recent (soms een paar uur geleden) als spam zijn gemarkeerd en dus uit de index zijn verwijderd.
Verder vertelt Matt het één en ander over de verschillende soorten spam, waar zij zoal mee te maken krijgen. Deze heb ik ook al eens beschreven in podcast 33. De meeste sites die als spam worden gemarkeerd en uit de index worden verwijderd, zijn sites die echt onzin zijn; sites waarvan iedereen die ze bekijkt, meteen zegt: “Ahhh.. dat is klinklare onzin, oftewel: SPAM!”.
Maar waar Google de laatste jaren steeds meer mee te maken krijgt en wat langzaamaan op de tweede plaats staat, zijn gehackte sites. Sommige specialisten hadden in 2010 het idee dat Google niet echt hard bezig was om de zoekresultaten te verbeteren, maar Matt vertelt dat Google juist in die tijd achter de schermen ontzettend druk bezig was met het detecteren en verwijderen van spam uit de zoekresultaten. En het was voornamelijk het type spam, dat de meeste mensen nog niet hadden gezien.
Wat ook interessant is, is dat Google in een doorsnee maand in 2013 zo’n 430.000 berichten naar webmasters heeft gestuurd, dat hun site aandacht nodig heeft, omdat Google spam vermoedt of dat de Google richtlijnen voor websites met de voeten zijn getreden. Maar slechts zo’n 20.000 webmasters sturen per maand het verzoek aan Google om de site nogmaals te beoordelen, nadat ze naar beste kunnnen hun rotzooi hebben opgeruimd, de site hebben opgeschoond en foute links hebben verwijderd of laten verwijderen. De overige circa 410.000 webmasters halen hun schouders op, berusten in hun lot van de manual penalty en gaan proberen op de volgende site de illegale activiteiten uit te voeren in de illusie dat Google die site niet te pakken zal krijgen.
Ik zei het zojuist al: Google experimenteert doorlopend om zo continu te werken aan een betere gebruikerservaring. We hebben jarenlang tegen een lijstje van tien zoekresultaten aangekeken, als we op Google een bepaalde zoekterm intypten. Maar afgelopen vrijdag liep ik ook weer tegen een experiment van Google aan.
Althans, ik denk dat het een experiment is. Want op het moment dat ik de tekst voor deze 59e podcast schrijf, zie ik het resultaat dat je in de show notes zelf kunt bekijken:
In deze screenshot zoek ik op de naam van een lokaal bedrijf, in dit geval “Allround Fotografie”. In plaats van dat de eerste pagina de bekende tien resultaten toont, worden er nu maar zeven weergegeven. Als je dan doorklikt naar de tweede pagina met zoekresultaten, dan zie je dat er wel weer tien worden vertoond.
Daarmee bedoel ik niet het lijstje van de 7 lokale resultaten, ook wel bekend als het “local 7-pack”, dat je ziet als je een generieke zoekopdracht lokaal uitvoert, zoals bijvoorbeeld “herenkapper apeldoorn”. Nee, het gaat dus echt over de organische resultaten.
Ik heb dit ook op een paar andere exacte bedrijfsnamen uitgeprobeerd en die vertonen allemaal zeven resultaten. Maar toch niet alle exacte bedrijfsnamen volgen dit principe. Als je zoekt op “schiphol”, dan worden er acht resultaten vertoond: direct onder de website schiphol.nl (die op de eerste plaats staat), staat een extra stukje met “Nieuws over schiphol”. Deze extra vermelding kun je ook zien in de show notes:
Toen ik hier verder in dook, vond ik een artikel van Danny Goodwin, dat dateert van 21 augustus 2012. Dat is dus een goede 16 maanden oud. In het artikel “Why 7 Search Results in Google Should be Your Brand New Lucky Number” schrijft Danny dat het erop lijkt, alsof deze pagina met zeven resultaten alleen wordt vertoond, als de site door Google wordt vertoond met sitelinks.
Wat zijn nu weer sitelinks? Dat zijn extra stukjes tekst die onder een vermelding staan, met een link dieper in de website. Die worden inderdaad normaliter voornamelijk getoond, bij zogenaamde “branded searches”, dus bij het zoeken op een bedrijfsnaam.
Maar ook bij andere sites, zoals IMDB of Wikipedia komen sitelinks vaak voor. In de show notes heb ik een paar screenshots opgenomen van een tweetal lokale bedrijven, waarvan slechts de zeven resultaten worden getoond en waarvan de site inderdaad wordt vertoond met sitelinks:
In die afbeeldingen heb ik de sitelinks rood omrand. Dat is dus hoe op dit moment de resultaten worden vertoond als je zoekt op de bedrijfsnaam. Sitelinks kunnen ook anders worden weergegeven, als een vermelding nog steeds in een pagina met tien resultaten wordt getoond. Dan staan in de sitelinks slechts enkele woorden (dus zonder de toelichtende tekst) erbij vermeld. Ook daarvan heb ik een screenshot opgenomen in de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/59:
OK, het lijkt er nu op dat we weten wanneer er zeven resultaten worden vertoond. In 2012 meldde Google hier al het volgende over:
We’re continuing to work out the best ways to show multiple results from a single site when it’s clear users are interested in that site. Separately, we’re also experimenting with varying the number of results per page, as we do periodically. Overall our goal is to provide the most relevant results for a given query as quickly as possible, whether it’s a wide variety of sources or navigation deep into a particular source. There’s always room for improvement, so we’re going to keep working on getting the mix right.
Voor bedrijven is dit volgens mij een zegening. Want doordat de bedrijfswebsite als eerste wordt vertoond met daarnaast ook nog eens een aantal extra gegevens aan de rechterkant, krijgt jouw vermelding wel heel veel aandacht. Ook worden de reviewsterren weergegeven, hetgeen je kan helpen met meer clicks naar jouw site.
En doordat er nu zo’n 18% minder vermeldingen staan, is het ook gemakkelijker de voorpagina van Google op jouw bedrijfsnaam te domineren. Want kijk nog maar eens naar de vermelding van Allround Fotografie. Pas op de 7e plaats zie je nog de fotograaf “Leo Huijssoon” staan die de domeinnaam “allroundfotograaf.nl” heeft. Dat valt al amper meer op door alle relevante vermeldingen die daarboven staan.
Wat ook opvalt is dat de getoonde resultaten allemaal sites met een grote mate van autoriteit zijn. In het geval van Allround Fotografie zijn dat:
Als ik zoek op “bennie koopman kapper”, dan zie ik de volgende zeven vermeldingen
Op al die sites zie je dus de bedrijfsvermelding van Herenkapsalon Bennie Koopman staan. Ook als je doorklikt naar de tweede pagina, zie je allemaal sites met (blijkbaar) een grote mate van autoriteit, waardoor die allemaal zo hoog in de zoekresultaten worden vertoond.
Zoek eens je eigen bedrijfsnaam op en bekijk hoe jouw bedrijf verschijnt. Mocht je niet meteen op een pagina met zeven resultaten worden vertoond, dan kan het wellicht helpen om de plaatsnaam waar je bedrijf is gevestigd, erbij te typen. Probeer het maar eens!
En door op deze manier je concurrenten op te zoeken, vind je tientallen (zo niet honderden) kansen en sites waar jij ook jouw bedrijfsvermelding kunt plaatsen. Beperk je bij je zoektocht niet tot één concurrent, maar zoek gewoon de eerste tien, die je bijvoorbeeld op Google Maps tegenkomt. Let op: hier liggen echt kansen!
Ik heb al enige tijd geen nieuws meer gebracht over DuckDuckGo, ook wel bekend als de anti-NSA of anonieme zoekmachine met het leuke eendekopje. Want DuckDuckGo houdt volgens hun eigen zeggen geen statistieken bij, die kunnen worden herleid op een individu.
Als je dus zaken opzoekt op DuckDuckGo, dan loop je niet het risico dat dit bekend raakt in China, bij de NSA of waar dan ook. Alhoewel, als de NSA inderdaad Google en Yahoo Internetverkeer op grote knooppunten op Internet afluistert, dan kan zij dat ook doen met alle zoekpogingen op DuckDuckGo. Maar goed, laten we het beste ervan denken en er gewoon van uitgaan dat de NSA dit niet doet.
Bovendien: als je niets te verbergen hebt, wat maakt het dan uit dat grote partijen je zoekverkeer in de gaten houden? Als ze zo in staat zijn een berg terrorisme te bestrijden mogen ze wat mij betreft best inzage hebben in waar ik zoal naar op zoek ben op Internet.
Maar goed, nadat Edward Snowden uit de doeken heeft gedaan in welke mate de Amerikaanse overheid het hele Internetverkeer in de gaten houdt, is de populariteit en het gebruik van DuckDuckGo enorm gegroeid. Want waar DuckDuckGo in juli 2013 drie miljoen zoekpogingen per dag uitvoerde, krijgt zij nu al rond de vier miljoen zoekpogingen per dag voor de kiezen. En ook dat gaat allemaal prima.
Het gaat zo goed, dat DuckDuckGo vorig jaar in totaal al meer dan 1 miljard zoekopdrachten heeft uitgevoerd. Toegegeven, Google doet dat zo’n beetje in één dag, maar toch… Het geeft wel aan dat DuckDuckGo flink aan het groeien is.
Zelf betrap ik me erop dat ik steeds vaker ook snel even iets zoek op DuckDuckGo, of dat ik DuckDuckGo gebruik voor een soort van second opinion of om snel meer informatie te vinden. Want in sommige gevallen heb ik gezien dat DuckDuckGo vrijwel dezelfde resultaten aanbiedt als Google, maar soms komt dit eendje ook met totaal andere sites op de proppen.
Zeker als je lokale SEO bedrijft en je bent op zoek naar meer sites om citations of bedrijfsvermeldingen achter te laten, dan kan ik je zeker adviseren om op DuckDuckGo eens te zoeken op:
enzovoorts.
Ik acht de kans groot dat je beslist andere resultaten zult zien, dan dat je op Google te zien krijgt… Zeker als je wat dieper de lijst met zoekresultaten induikt.
Dit kan je dus helpen om nog meer waardevolle sites te vinden, waar je bedrijfsvermeldingen bestaande uit de bedrijfsnaam, het adres, de postcode en plaats en het telefoonnummer, kunt achterlaten.
Dit brengt me op de Grote Citations Voorjaarsschoonmaak, die ik vorige week aangekondigde. Ben jij al begonnen met het onderzoeken van al je citations? Heb je jezelf (of je praktijk of bedrijf) daar wel eens opgezocht? En heb je wel eens gezocht op je bedrijfsnaam in combinatie met het woord “reviews” of “beoordelingen”, “recensies” of “trevredenheid”?
Wees eens eerlijk: hoe werd je beoordeeld? Wellicht kun je daar iets uit leren. Vraag altijd zoveel mogelijk om een beoordeling, zodat je je online reputatie kunt verstevigen.
Terugkomend op de werkinstructie over het opschonen van je citations. Helaas is het me nog niet gelukt afgelopen week het artikel over de Grote Citations Voorjaarsschoonmaak af te krijgen, want ik had de omvang van het beschrijven ervan iets onderschat. Dus ik heb het nu gepland voor deze week. Geloof me, het artikel is voor zo’n 75% gereed, dus je kunt bijna aan de slag!
Wil je meteen geïnformeerd worden als het artikel online komt, volg dan @reputatiecoach1 op Twitter, klik op “Vind ik leuk” op de Facebook pagina of voeg ReputatieCoaching toe aan je kringen op Google+. Als alternatief kun je natuurlijk je abonneren op de RSS-feed van de site. Zo weet je zeker dat je meteen een signaaltje krijgt, zodra ik het heb gepubliceerd.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 59 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar informatie die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Allereerst nog de beste wensen voor 2014! Ik wens je een fantastisch jaar met een immer toenemende positieve reputatie!
Waar ik benieuwd naar ben is of je de jaarwisseling goed bent doorgekomen en ook ben ik nieuwsgierig of jij nog goede voornemens hebt. Zelf heb ik niets met het bepalen van goede voornemens op 1 januari. Ik vind namelijk dat je continu bezig moet zijn met jezelf te verbeteren; volgens mij zou dat een ongoing proces moeten zijn.
Ik heb de afgelopen dagen niet bijster veel gedaan qua werk, want ik heb die tijd lekker en vooral ontspannen doorgebracht met familie en vrienden. OK, ik heb nog best een aantal kleine dingetjes gedaan, zoals wat bedrijven helpen met adviezen en het oppoetsen van hun citations of bedrijfsvermeldingen, het maken van een bedrijfspanorama van een vuurwerkwinkel hier in Apeldoorn en natuurlijk probeerde ik op de zijlijn ook nog op de hoogte te blijven van het nieuws dat in mijn vakgebied werd gepubliceerd.
Laat ik dan maar overgaan op de onderwerpen voor vandaag. Ik begin vandaag met te vertellen hoe Google Publishership je kan helpen met extra exposure. Dan heb ik informatie over de “robots.txt” file, over hoe het kan gebeuren dat Google je site helemaal niet indexeert en vertel ik je hoe je interviews kunt gebruiken om relatief gemakkelijk goede, interessante en unieke blog posts te maken.
Tenslotte leg ik je uit waarom het verstandig is om alvast te beginnen met een citations voorjaarsschoonmaak, zodat je met je website hoger kunt scoren in de lokale zoekresultaten en ook in de organische zoekresultaten.
Hartelijk welkom bij deze eerste aflevering van de ReputatieCoaching Podcast van 2014. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als waarzegger, toneelschrijver, ornitoloog, geodeet, horlogemaker of wat dan ook te verbeteren.
Ik heb ook jouw hulp en feedback nodig, zodat ik precies díe inhoud kan brengen, waar jij behoefte aan hebt en wat jou kan helpen om jouw bedrijf in 2014 naar “the next level” te brengen. Als je vragen hebt naar aanleiding van deze podcast kun je achterlaten onderaan de show notes, die je kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/58.
Wat ik ook enorm zou waarderen, is als je een beoordeling of review achterlaat, op iTunes door te surfen naar www.reputatiecoaching.nl/review of een recensie te schrijven op LinkedIn.
Ik zei het al: het eerste onderwerp voor vandaag is Google Publishership. Google Publishership is beslist NIET hetzelfde als Google Authorship en het dient daarom ook op een andere manier behandeld en ingesteld te worden.
Laat ik eerst het verschil uitleggen tussen deze twee termen. Google Authorship is een mechanisme dat is bedoeld voor individuele auteurs c.q. bloggers of schrijvers, om aan Google kenbaar te maken dat je de auteur van een bepaalde blogpost bent. Het is dan ook echt bedoeld voor blog posts en artikelen, beslist niet voor de homepagina van je site, de contactpagina of productpagina’s.
Nee, het mag volgens de richtlijnen van Google alleen worden gebruikt voor artikel-achtige content. In het verleden heb ik het al vaker gehad over Google Authorship. Het enige wat ik nog wel even extra wil benadrukken, is dat je Google Authorship per artikel of blogpost moet aangeven. Mocht je meer willen weten over Google Authorship, dan is de instructievideo “Google Authorship instellen” een goed startpunt. Verder wil ik er in deze podcast niet induiken.
Google Publishership daarentegen is bedoeld voor bedrijven, om aan te geven dat zij de uitgever zijn van een bepaalde website. Daarom hoef je Google Publishership ook maar alleen op de voorpagina of hoofdpagina van je website aan te geven. Sterker nog: je mag van Google niet eens Publishership claimen op onderliggende pagina’s! Ik weet niet of je ervoor gestraft wordt, maar het is in elk geval niet de bedoeling.
Een ander groot verschil is: waar je bij Google Authorship linkt naar een profielpagina op Google+, link je voor Google Publishership naar een zakelijke bedrijfspagina op Google+. En vanaf de zakelijke bedrijfspagina link je dan ook naar je website.
Op die manier leg je voor Google dus de onbetwistbare verbinding tussen je website enerzijds en je zakelijke Google+ pagina anderzijds.
De reden dat ik je dit allemaal vertel is, dat ik je hierbij adviseer om ook Google+ Publishership voor je website te activeren. Als je WordPress gebruikt, is dit (evenals Authorship) gemakkelijk te realiseren met behulp de SEO plugin van Joost de Valk. Deze plugin kun je gratis downloaden, als je bent ingelogd op WordPress en je gaat naar het gedeelte over plugins.
Binnenkort maak ik op verzoek van een aantal bloggers op 42bis.nl een instructievideo waarin ik dit precies zal uitleggen aan de hand van een screencast. Tot die tijd zul je het eventjes zelf moeten proberen voor elkaar te krijgen.
Want waar ik naartoe wil, is wat dit Publishership je kan brengen. Want als je het namelijk hebt ingesteld voor je website, dan krijgt iemand die op Google naar je bedrijfsnaam zoekt een flink stuk extra informatie over jouw bedrijf te zien. In de show notes heb ik een voorbeeld opgenomen, hoe dit er uitziet, als je zoekt op “Allround Fotografie”:
Over de show notes… Je kunt de volledige transcriptie van deze podcast vinden op www.reputatiecoaching.nl/58. Daar vind je bovendien ook afbeeldingen, video’s en links naar achterliggende artikelen waar ik het in deze podcast over heb.
Terugkomend op Publishership: als je dit werkend hebt, dan krijg je aan de rechterkant van de zoekresultaten dus een blok dat lijkt op wat ik in de show notes heb opgenomen. Hierin staat de profielfoto met een link naar andere foto’s die je op je Google+ pagina hebt gepost, evenals een kleine versie van de kaart die je bedrijfslocatie aangeeft en mogelijk ook de “Streetview”-link, of een link om dankzij een bedrijfspanorama bij een bedrijf binnen te kijken.
Tevens staan de contactgegevens vermeld, de eventuele recensies en bronnen naar andere recensiesites. Maar wat helemaal leuk is, is dat ook het meest recente bericht van Google+ erin wordt vertoond. Zo zie je een foto en een korte introductie van een bedrijfspanorama die ik 30 december had gemaakt, in de screenshot die ik in deze transcriptie heb opgenomen.
Nu gaat het even niet over hoe Allround Fotografie wordt vertoond of het aantal recensies. Maar wat ik maar wil aangeven is dat je bedrijfsvermelding in Google, dankzij Google+ Publishership erg prominent naar voren kan komen.
En wat je dan erg helpt, zijn de volgende zaken:
Wat interessant is, is wat je te zien krijgt als je je pagina daarna verifieert in de “Structured Data Testing Tool” van Google (die overigens in het Nederlands “Tool voor gestructureerde gegevenstests” heet). Dan zie je namelijk een vermelding die heel erg lijkt op een vermelding waaraan Google Authorship is gekoppeld, maar dan zie je dus de afbeelding van de Google+ bedrijfspagina. In de show notes zie je ook een screenshot van hoe de Structured Data Testing Tool dat weergeeft:
Grappig genoeg zie je de pagina’s zo nog niet in de zoekresultaten. Maar ik denk dat het slechts een kwestie van tijd is, tot die ook worden vertoond voor pagina’s die het volgens de maatstaven van Google verdienen.
Dus als je verstandig bent, en dat ben je volgens mij, dan moet je als goed voornemen nu maar eens besluiten dat voor jou het jaar 2014 het jaar wordt, waarin je ook actief wordt op Google+.
Het komt nog wel eens voor dat ik iemand uit de brand moet helpen, omdat hun site niet in de zoekresultaten naar voren komt. Het eerste wat ik dan doe, is de site op Google opzoeken, door als zoekterm op te geven:
site:www.bedrijf.nl
Als Google de website van het bedrijf heeft bezocht, dan worden er resultaten vertoond van die site. Wat dan nog wel eens gebeurt, is dat mensen per ongeluk Google en andere zoekmachines buitensluiten, doordat ze nadat ze een nieuw gemaakte site af hebben, vergeten de zoekmachines toegang te geven.
Die toegang regel je via het bestand ‘robots.txt’. Dit bestand moet in de hoofddirectory van je website staan. In dat bestand geef je aan welke pagina’s wel en welke pagina’s of directories niet mogen worden bekeken door de zoekmachines:
Voor het geval je nog nooit van dit mechanisme hebt gehoord, wil ik je meteen duidelijk maken dat hiermee de inhoud van je site beslist niet is afgeschermd tegen het bekijken door ongewenste personen. De inhoud is gewoon benaderbaar via Internet, maar de zoekmachines gaan geen poging doen de content te lezen en te indexeren.
Wel nu, soms gaat er ook wel eens iets fout met een webserver. Stel nu dat Googlebot (je weet wel: de tool van Google die het Internet afschuimt op zoek naar content) de file ‘robots.txt’ niet kan benaderen, dan is er dus sprake van een potentieel risico.
Het zou dan namelijk kunnen gebeuren dat Google pagina’s die jij juist niet in de zoekmachines wilt hebben, wel indexeert om ze te vertonen in de zoekresultaten. En dat is totaal ongewenst!
Om dat te voorkomen heeft Eric Kuan van Google een paar dagen geleden in de productfora van Google verteld dat Google helemaal stopt met crawlen van de site, totdat het probleem met robots.txt is verholpen.
Oh, nu ik het toch over Google heb: ik las ook in de “Webmaster Central groep” op Google dat een webmaster klaagde dat zijn grote foto’s niet werden geïndexeerd door Google en dus ook niet werden vertoond op Google Images. Soms wordt namelijk Javascript gebruikt voor het vertonen van een grote foto, als iemand op een kleine foto klikt.
Op zich wordt Google steeds beter in het verwerken van Javascript, maar het is nog lang niet foutloos. Dus daardoor kan het gebeuren dat Google dus niet de URL kan openen, die naar de grote foto verwijst.
John Mueller van Google adviseert daarom rechtstreeks te linken naar de grote foto’s of afbeeldingen, al of niet in een apart venster door middel van het specificeren van “target=_blank”.
En vanzelfsprekend moeten de images niet zijn afgeschermd door de ‘robots.txt’-file, waar ik het net over had.
Voor de ReputatieCoaching Podcast heb ik het eigenlijk nooit moeilijk om nieuws te vinden, dat ik met je kan delen, of zelf onderwerpen te bedenken waar ik dieper op in kan gaan. Zoals je merkt probeer ik altijd een beetje een mix te maken: deels nieuws, deels praktijkervaringen of praktische tips uit eigen hand.
Op dit moment ben ik nogal druk met wat zaken uitwerken die je vanaf ongeveer de helft van deze maand duidelijk gaan worden, dus met alle andere werkzaamheden die ik doe, heb ik even niet zoveel tijd om door de week ook nog eens artikelen te schrijven. Nogmaals: dat wordt je de tweede helft van de maand duidelijk… Nog een ogenblikje geduld a.u.b.
Stel dat jij een blog hebt en je hebt af en toe wel eens moeite om onderwerpen te bedenken, waarover je kunt bloggen, overweeg dan toch eens serieus om mensen te gaan interviewen. Want met een interview bereik je direct een aantal belangrijke doelen:
Zelf heb ik vorig jaar ook een paar keer mensen geïnterviewd en zoals ik me in de laatste podcast van 2013 heb voorgenomen, ga ik dit jaar meer mensen interviewen. Voor mij is dat dus niet omdat ik te weinig stof heb voor het weblog of de podcast, maar omdat het mij interessant lijkt om nóg meer gezichtspunten, inzichten, meningen en kennis met je te kunnen delen. Bovendien vind ik het zelf ook interessant.
De interviews die ik tot nu toe heb afgenomen, heb ik via Skype gedaan. Aan mijn kant loopt de audio dan via een mengpaneel naar de digitale audiorecorder zodat ik meteen een goede audio-opname heb van het interview. Maar dat hoeft natuurlijk niet per se.
Je zou ook een programmaatje kunnen installeren, zodat je het Skype gesprek direct op de computer kunt opnemen. Daarvoor is er voor Skype op de Mac het programma “Call Recorder” van ecamm en voor Windows is er het programma Pamela. Beide programma’s doen in essentie hetzelfde: ze nemen de audio van beide partijen op, zodat je het audiobestand later kunt bewerken door het te knippen en te plakken. Die programma’s kosten ergens tussen de € 20 en € 30.
Maar het kan ook zelfs gratis, door gebruik te maken van Google+ Hangout on Air. Als je een private Google+ Hangout on Air opstart met de persoon die je wilt interviewen, wordt de hele conference automatisch opgenomen en op YouTube opgeslagen. Dat is dan natuurlijk een video, maar je kunt naderhand eventueel de video downloaden, de video en audio splitsen om dan het afgesplitste audiobestand verder te bewerken.
Deze oplossing kost je dus helemaal niets. Daarvoor moet de andere partij echter wel over een Google+ account beschikken en de audio/video-software van Google eenmalig hebben geïnstalleerd. Dat hoeft allemaal geen probleem te zijn, maar ik zou tijdig de wijze van interviewen kiezen en die ook communiceren naar de persoon die je gaat interviewen.
Wat ik altijd doe, omdat ik het netjes vind en de persoon niet wil verrassen, stuur ik van te voren een lijstje met de vragen op, die ik wil stellen. Hoewel veel mensen dit op prijs stellen, zijn er ook mensen die helemaal niet voorafgaand aan het interview een voorgekookt lijstje met de vragen willen. Zij willen er blank in gaan om zo originele antwoorden te kunnen geven, zonder dat ze het gevoel hebben dat hen beperkingen zijn opgelegd.
Wat helpt als je op zoek gaat naar mensen om te interviewen, is bijvoorbeeld te zeggen dat het in je podcast wordt uitgezonden, dat je het ook aan de persoon aanlevert in MP3 om rechtenvrij te gebruiken en dat je het interview flink zult promoten in je social media.
Natuurlijk hoef je het niet per se via audio te doen: als je niets met audio hebt, kun je natuurlijk iemand ook de vragen laten beantwoorden per mail. Ik kan je echter vertellen dat audio een interview toch wel heel veel extra sjeu geeft, omdat je de ander daadwerkelijk hoort spreken. Vaak zijn de mensen die je interviewt enthousiast en gedreven en nemen ze jou en de luisteraars gemakkelijk mee in hun enthousiasme.
Zoals ik al zei kun je na afloop het interview als audiofragment posten, of als blogpost, waarin je de vragen en antwoorden tekstueel beschrijft, of als presentatie die je op Slideshare post enzovoorts. Ook zou je er een “Top–5 tips om….” of andersoortig lijstje uit kunnen distilleren. Laat je creativiteit de vrije loop en voordat je het weet heb je een paar leuke en unieke brokken content, om onder de aandacht van je publiek te brengen.
Goed scoren in de organische zoekresultaten begint met het goed scoren in de lokale zoekresultaten. Natuurlijk kun je soms geluk hebben en kan een blogpost van jou tijdelijk de voorpagina van Google halen op bepaalde zoektermen. Maar meestal is dit niet blijvend. En het liefst heb je als ondernemer een steeds groter wordende stroom bezoekers naar je site.
Want als je site dan goed is opgezet om bezoekers via een goed uitgedacht proces om te zetten in ambassadeurs van je bedrijf of jouw product of dienst, dan ga je op die manier meer business doen.
Veel teveel mensen richten zich alleen maar op de organische resultaten en verlagen zich dan tot bepaalde acties, waar ze later mogelijk spijt van krijgen.
Ik ben de afgelopen weken bezig geweest met het omhoog helpen van een bedrijf in de lokale zoekresultaten en tot nu toe zijn de resultaten extreem goed. Dit hele proces heb ik vanaf het begin volledig gedocumenteerd: elke stap is beschreven. Zonder teveel te verklappen wil ik je alvast het volgende vertellen…
3 december 2013 ben ik ermee begonnen, dat is nu dus een maand en drie dagen geleden. Toen was er alleen de bewuste bedrijfswebsite die nog helemaal nergens te vinden was.
Op dit moment scoort die site in de lokale resultaten respectievelijk de “B” en “C” positie voor twee belangrijke lokale zoektermen en scoort het met diezelfde zoektermen ergens de tweede en derde positie in de organische zoekresultaten.
Binnenkort zal ik het hele proces en alle stappen tot in detail uit de doeken doen. Ik denk dat dat omstreeks half februari zal worden. Tot die tijd ga ik gewoon nog even door met alles te doen wat ik al meer dan een jaar op de site en in de podcast verkondig, onder het motto “Walk your talk”, om zo de site nog beter te positioneren.
In dit geval betrof het een hagelnieuwe website van een nieuwe onderneming. Ik begon dus in een greenfield situatie. Op zich is dat ideaal, omdat je dan nog geen inconsistente bedrijfsgegevens op Internet hebt zwerven. Alhoewel, zelfs bij deze nieuwe site kwam ik al wat automatisch gegenereerde en inconsistente data tegen.
Moet je nagaan wat je kunt vinden, als je website al een aantal jaren bestaat en je al een aantal jaren online je bedrijf runt! Ik weet zeker dat je, als je goed gaat zoeken, zeker inconsistente gegevens over je bedrijf tegenkomt.
En het zijn nu juist díe vermeldingen, die je de das omdoen bij ranking van je website in de lokale zoekresultaten. Google wil nu eenmaal consistente gegevens, dus overal:
Ten aanzien van dat laatste punt kun je je twijfels hebben en je terecht afvragen of Google de vermelding van bedrijfsactiviteiten die je simpelweg kopieert en plakt bij alle bedrijfsvermeldingen, mogelijk als duplicate content ziet.
Nou, daarvoor kan ik je gerust stellen, omdat een aantal experts op het gebied van lokale SEO dit ontkrachten. Je geeft tenslotte met dezelfde bedrijfsomschrijving ook een consistent signaal af. Aan de andere kant kan het schrijven van verschillende stukken tekst als bedrijfsomschrijving je mogelijk meer brengen vanuit SEO perspectief.
In alle gevallen is het natuurlijk wel van belang dat je geen spammy content produceert, dus dat je de beschrijvingen niet doorspekt met dezelfde zoektermen. Het moet goed leesbare tekst blijven! Je schrijft tenslotte voor mensen, niet voor zoekmachines!
Het lijkt erop, alsof we geen winter meer zullen krijgen en we meteen van de herfst doorgaan naar het voorjaar. Begin daarom eens met een vroege soort van voorjaarsschoonmaak van je citations! Stel jezelf ten doel om de komende 30 dagen zoveel mogelijk bedrijfsvermeldingen van je bedrijf op te sporen, ze te controleren en waar nodig op te schonen en aan te passen. Maak alle informatie consistent!
Wees wel zo handig om vooraf je rankings in de lokale zoekresultaten op de voor jou relevante lokale zoektermen te controleren, zodat je naderhand kunt zien of je inspanningen resultaat hebben gehad. Maar ik hoor je al denken: “Die Eduard heeft gemakkelijk praten: alles opschonen… Hoe doe ik dat in vredesnaam?”. Wees gerust, ik laat je niet aan je lot over, hoor!
Maar denk jij alvast eens na over hoe jij dit zou aanpakken. Ga maar eens op zoek naar zoveel mogelijk bedrijfsvermeldingen en zie wat je zoal tegenkomt. Mocht je geen idee hebben hoe je dit goed aanpakt, heb dan nog even een paar dagen geduld.
Later deze week kom ik met een artikel dat expliciet hierover gaat. Ook heb ik dan een stappenplan dat je kunt volgen en een spreadsheet die je kunt gebruiken om dit proces te vereenvoudigen.
Met dit onderwerp kom ik dan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat jij er ook weer iets uit hebt kunnen halen, waarmee jij je voordeel hebt kunnen doen. Wanneer jij nu dit doet ter voorbereiding op de onthullingen die ik voor half februari op stapel heb staan over hoe ik die nieuwe site zo snel in de zoekresultaten heb gekregen, dan kun je op dat moment vanaf daar meteen doorpakken.
Want het is niet verstandig om flink veel citations te genereren, als je nog zit met een grote partij inconsistente data. Die moet eerst echt zijn opgeschoond, anders doe je straks al het werk vrijwel voor niets.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 58 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar onderwerpen die in deze podcast aan bod komen: