Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vorige week beloofde ik je nog een video van Matt Cutts over het effect van EXIF-data in foto’s, dus die krijg je deze week echt van me; dan heb ik die belofte tenminste ingelost. Verder heb ik het volgende voor je… Een nieuwtje: Arend Landman gaat in de komende tijd op zondag een gastblog schrijven met aardige, nuttige, relevante en interessante spreuken, citaten en oneliners over topics die in meer of mindere mate met reputatie en reputatiemanagement te maken hebben. Ook in de show vandaag: Google verandert weergave van de zoekresultaten, het meten van passenger satisfaction bij de Chinese douane, het einde van Facebook mail, een Twitterhack door phishing in mijn directe omgeving en het optimaliseren van de metadata van je foto’s.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als paardrij-instructeur, voedingsmiddelentechnoloog, videogame designer, geluidstechnicus, databaseontwerper of wat dan ook te verbeteren.
De volledige transcriptie (dat is gewoon een ander woord voor “tekst”) van deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/68. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
Oh, voordat ik begin met de terugblik op de vorige aflevering van de ReputatieCoaching podcast nog even kort over de Ordina Glass Contest die afgelopen donderdagavond plaatsvond in Nieuwegein. Daar waren maar liefst twee Google Glass Explorers, te weten Tjeerd-Jan van der Molen van Ordina en Brechtje van der Leij, die aan het hoofd staat van de productontwikkeling van de afdeling “Nieuws” van NU.NL. Laatst had ik al de twee promotievideo’s die ik hiervoor had gemaakt, met je gedeeld, maar nu wil ik de openingsvideo met je delen. Die heb ik dan ook opgenomen in de show notes:
Zo zie je maar dat je helemaal geen torenhoge kosten hoeft te maken, om een aardige video te (laten) maken. Wil je weten hoe ik precies een dergelijke video maak, welke diensten ik er allemaal voor gebruik en wat er verder nog bij komt kijken? Laat dan een bericht achter in de show notes en als er voldoende animo is, dan ga ik binnenkort een instructievideo hiervoor maken.
In de podcast van vorige week vertelde ik je onder andere over hoe je je bedrijf van Internet kunt verwijderen. Dat blijkt behoorlijk lastig, want als zoekmachines een associatie blijven vinden tussen jouw adres en een bepaalde bedrijfsactiviteit, dan willen ze dit graag aan andere mensen die daarnaar op zoek zijn, vertellen. En dat is helemaal het geval, als er ook nog eens een telefoonnummer bij staat.
Een belangrijk advies uit de vorige podcast is dan ook om voor je bedrijfsactiviteiten eigenlijk altijd een ander telefoonnummer te nemen, dan je eigen mobiele nummer, of het nummer van je vaste telefoonaansluiting. Koop gewoon voor twee tientjes een simpele, traditionele mobiele telefoon met een prepaid kaart en communiceer dat nummer in de markt.
Of maak gebruik van persoonlijke 084- of 087-nummers die je bijvoorbeeld bij XOIP gratis kunt aanvragen. Een dergelijk nummer kun je dan doorschakelen naar je mobiel, je thuisnummer of je Skype-account. Hierdoor voorkom je dat je op je privénummer wordt gebeld, als je dat niet uitkomt, of nadat je je bedrijf hebt opgeheven. Ook kun je een dergelijk nummer alleen op bepaalde tijden doorschakelen naar de voicemail of naar een live telefoniste, zodat je gemakkelijk je totale telefonische bereikbaarheid aanzienlijk kunt verbeteren en een professionelere look kunt geven.
Tot zover de les van de vorige podcast. Dan nu over op het eerste onderwerp van vandaag: spreuken, citaten, aforismen en andere puntige uitspraken.
Arend Landman is al vaker in de show geweest. Zo had ik een interview met hem in aflevering 42 over contentmarketing. Op zijn eigen weblog trekt hij altijd veel bezoekers met zijn wijze woorden in de vorm van spreuken, uitspraken, aforismen, citaten en andere one-liners over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Hij heeft mij aangeboden om de komende paar weken ter opluistering van het weblog elke zondag een aantal van dergelijke puntige, korte teksten te zullen publiceren en gisteren heeft hij de eerste verzameling al gepubliceerd. Vanzelfsprekend is het thema van deze eerste citatenverzameling “Reputatie”.
Ik wil een paar leuke citaten met je delen…
De eerste is van Frank Peters, auteur van het boek “Reputatie onder druk”:
Een sterke reputatie is van strategische waarde voor een organisatie, want die werkt als een magneet en maakt het gemakkelijker om medewerkers, financiers en klanten aan te trekken.
En een leuke van George Bernard Shaw:
Mijn reputatie neemt toe bij elke mislukking.
En zo heeft Abraham Lincoln ooit eens gezegd:
Karakter is als een boom en reputatie als zijn schaduw. De schaduw is dat wat we erover denken, maar de boom is de werkelijkheid.
De laatste die ik met je wil delen is van Benjamin Franklin:
Er zijn vele goede daden nodig om een reputatie op te bouwen en slechts één slechte om deze te verliezen.
Ik zie de komende zondagen de andere uitspraken, citaten en aforismen met belangstelling tegemoet!
Vooral die laatste uitspraak van Benjamin Franklin: “Er zijn vele goede daden nodig om een reputatie op te bouwen en slechts één slechte om deze te verliezen.” is van toepassing op een bedrijf dat ik verder niet bij naam zal noemen.
Maar zij ontvingen van een bevriende relatie afgelopen zaterdagavond een tweet met daarin een link. Ze klikten op die link, moesten inloggen op Twitter en vervolgens… Was hun Twitter account gehackt. Zelf had het bedrijf dit afgelopen zondagmorgen al in de gaten en ik ontdekte het begin van gistermiddag. Dus stuurde ik meteen een berichtje met de vraag of ze hiervan op de hoogte waren.
Ze zeiden er al mee bezig te zijn. Achteraf hoorde ik dat ze natuurlijk meteen het wachtwoord hadden veranderd en vervolgens de foute tweets hebben verwijderd.
Hieruit blijkt maar eens te meer hoe je moet oppassen met het klikken op links die je van anderen krijgt toegestuurd, zelfs als je denkt dat je de afzender kunt vertrouwen.
De reden dat ik het hier vertel is natuurlijk om je nogmaals te waarschuwen voor het klakkeloos op allerhande links klikken, zeker als je daarna opeens ergens moet inloggen. En let ook altijd op de pagina waar je uiteindelijk op moet inloggen. Kijk of die wel de originele URL bevat.
Ik wilde de proef eens op de som nemen en vergewiste me ervan dat ik niet was ingelogd op Twitter en ik ook geen autologin voor Twitter ergens had aan staan. Dus klikte ik op de link. Om veiligheidsredenen publiceer ik die link natuurlijk niet in de show notes, want stel dat jij er per ongeluk op klikt…
Op mijn desktop kreeg ik wel een waarschuwing die mij vertelde dat ik mogelijk een foute site ging bezoeken. Deze melding heb ik weergegeven in de shownotes:
Maar het scherm dat ik vervolgens kreeg toen ik doorklikte zag er wel heel keurig uit. Ik heb een screenshot opgenomen in de show notes. Op deze screenshot kun je zien dat alleen de URL geen “twitter.com” bevat, maar een obscuur IP-adres:
En daar zit ’m de crux: het is dus geen site van Twitter. Als je op deze site je Twittergegevens invult, dan zijn ze vanaf dat moment ook in het bezit van een hacker of malafide software die dan meteen lustig erop los gaat Twitteren onder jouw naam, naar jouw volgers om zo hun wachtwoorden te “oogsten”.
Op deze manier achterhalen foute figuren dus bergen wachtwoorden. En omdat je tegenwoordig op veel sites kunt inloggen met je Twitter account, kunnen ze die wachtwoorden dan ook nog eens voor al die andere sites gebruiken, waar je met Twitter inlogt.
Bovendien kiezen veel mensen vaak hetzelfde wachtwoord voor bijna al hun accounts en dus is de kans groot dat de hackers ook nog eens op een grote hoeveelheid additionele accounts kunnen inloggen met het bij Twitter geregistreerde e-mailadres en het wachtwoord dat jij ze hebt gegeven, als je op zo’n site inlogt.
Maar terugkomend naar het topic van deze podcast: reputatiemanagement… Het bedrijf in kwestie tweette meteen toen ze erachter waren gekomen, dat hun account gehackt was en dat mensen niet op links moesten klikken die waren verstuurd in de Tweets. Vervolgens hebben ze alle foute tweets verwijderd en getweet dat de schade beperkt was en alle foute tweets waren opgeschoond. Nogmaals benadrukten ze dat de volgers niet per ongeluk op de links in de tweets van de voorafgaande nacht moesten klikken.
Dat is een schoolvoorbeeld hoe je met met zo’n situatie om moet gaan. In het kort moet je de volgende stappen nemen:
Doe hier je voordeel mee, als jou eens zoiets overkomt:
Een extra tip: gebruik andere DNS-servers, bijvoorbeeld die van Google of van OpenDNS. Deze DNS-servers verbeteren vaak niet alleen je surfperformance, maar ze kunnen je ook helpen te voorkomen dat je door een foute site geïnfecteerd raakt, of dat je in je ontwetendheid wachtwoorden op phishing sites invult. Hoe je dit kunt doen, zal ik binnenkort uitleggen in een instructievideo. Ik denk namelijk dat er veel mensen zijn die hier (graag) hun voordeel mee doen!
Google experimenteert continu met kleine en grote veranderingen; niet alleen om de zoekresultaten steeds verder te verbeteren, maar ook om te zien wat gebruikters prettiger vinden. Zo is er afgelopen week een grote reeks veranderingen in de weergave van de zoekresultaten doorgevoerd.
Het belangrijkste en meest opvallende is wel, dat Google een stuk historie van HTML overboord heeft gegooid in een soort van moderniseringsslag… Sinds de opkomst van HTML waren links van origine blauw en onderstreept. Natuurlijk kon je al die jaren met HTML en/of CSS de links andere kleuren geven en de onderstreping verwijderen. Maar Google vertoonde altijd blauwe, onderstreepte links in de zoekresultaten…
Tot afgelopen week… Ik weet niet of het jou al wel is opgevallen, maar er is een boel veranderd! De onderstrepingen zijn weg in de links in de zoekresultaten, die overigens nog wel blauw zijn.
Er is ook overal iets meer witruimte tussen de regels tekst enzovoorts. Verder zijn de zogenaamde site links wat ruimer van opzet en worden (voor zover ik heb begrepen) advertenties wereldwijd nu hetzelfde vertoond: met de afkorting “Adv.” ervoor in het wit op een knalgele achtergrond.
In de show notes heb ik twee pagina’s voor dezelfde zoektermen opgenomen, zodat je het zelf kunt vergelijken. De zoekterm is “tandarts Beuningen”. Links zie je dan de oude weergave en de rechter screenshot bevat de nieuwe weergave:
Reviews verzamelen en gebruikers, klanten, gasten of patiënten vragen naar hun mening is voor alle ondernemers inmiddels een standaard werkwijze. Als een gebruiker, klant, gast of patiënt zijn of haar mening geeft, helpt dit met het verbeteren van je dienstverlening of je producten.
In China wil de douane ook graag haar dienstverlening verbeteren. Zo ontving ik eerder deze week van Paul Kooistra de foto die ik in de show notes heb opgenomen:
Reviewmanagement bij Chinese douane (foto: Paul Kooistra)
Op deze foto is te zien dat er bij de Chinese douane een apparaatje staat, waarop je je mening kunt geven over de behandeling die jij van de douane hebt ontvangen. Je kunt kiezen uit twee soorten groene smileys en twee soorten rode, chagrijnig kijkende kopjes. Tja, die kan ik tenslotte volgens mij geen smiley noemen, met hun omgekeerde (en dus: chagrijnige) glimlach.
Dan is er een klein nieuwsberichtje van Facebook. Facebook maakte recentelijk bekend dat zij stopt met de Facebook mail service. Misschien wist je het niet, maar je hebt ook een eigen facebook.com e-mailadres. Dat adres is precies je gebruikersnaam. Dus als de URL van jouw Facebook profiel facebook.com/pietjepuk is, dan is je e-mailadres bij Facebook: pietjepuk@facebook.com.
Deze dienst gaat Facebook binnenkort uitschakelen. Wat er dan zal gebeuren, is dat als iemand mail stuurt naar pietjepuk@facebook.com, deze mail wordt doorgestuurd naar het primaire e-mailadres, dat Pietje Puk bij Facebook heeft ingesteld. Als Pietje dus inlogt met Pietje.Puk@gmail.com, dan wordt de mail naar pietjepuk@facebook.com binnenkort dus alleen nog maar doorgestuurd naar Pietje.Puk@gmail.com en is die mail dus niet meer als een bericht in Facebook te lezen.
Reden hiervoor is dat deze dienst amper wordt gebruikt door iedereen die op Facebook zit; dus het kost Facebook waarschijnlijk teveel geld om deze feature actief te houden.
Hè Hè, daar is ’ie dan eindelijk: de beloofde video van Matt Cutts van Google over het effect van EXIF-data in foto’s. Maar laat ik eerst beginnen met uit te leggen wat EXIF-data is. EXIF staat voor “Exchangeable Image File Format”. Wikipedia schrijft het volgende over EXIF:
Exchangeable Image File Format (EXIF) is een metadata specificatie voor afbeeldingsbestanden uit onder andere digitale camera’s. Het wordt gebruikt in bestandsformaten zoals JPG en TIFF. Het is ontworpen door de Japan Electronic Industry Development Association.
De EXIF-metadata kan uit de volgende gegevens bestaan:
- Datum en tijd van de opname en van de laatste bestandswijziging.
- Merk en model van de camera.
- Naam van de eigenaar van de camera.
- Camera-instellingen zoals belichtingstijd, diafragmagetal (F-getal), diafragma, brandpuntsafstand.
- GPS-gegevens zoals de breedtegraad en lengtegraad.
EXIF-data is dus een vorm van metadata die bij digitale foto’s wordt opgeslagen. Op het Google Webmasters kanaal op YouTube behandelt Matt Cutts in een recente video de vraag of Google EXIF-data in foto’s gebruikt om foto’s in de zoekresultaten te ranken:
Als je goed luistert naar het verhaal van Matt op de video die ik in de show notes heb opgenomen, dan hoor je dat hij eigenlijk geen direct antwoord geeft. Het is geen duidelijke “Ja”, maar ook geen duidelijke “Nee”.
Aan de andere kant is het de vraag hoeveel Google kan met de EXIF-data van de foto’s, anders dan inderdaad het merk, de belichtingsduur, de diafragmainstelling en andere specifieke fotogerelateerde zaken indexeren en die gebruiken voor de ranking?
Toegegeven, als Google de GPS-coördinaten van een foto koppelt aan GPS-data die het heeft van bedrijven, bijvoorbeeld in de directe nabijheid van een locatie met een Google+ pagina (die dus ook op Google Maps staat), dan kan het foto’s associëren met een bepaalde fysieke locatie, die op of dichtbij de gelogde GPS-coördinaten ligt. Dat kan natuurlijk de ranking aanzienlijk beïnvloeden, als deze koppeling wordt meegenomen.
Om hier alvast maximaal op voor te sorteren met alle foto’s die ik maak, geotag ik alle foto’s die ik overhoud na een fotoshoot en die ik aan een opdrachtgever overhandig, of die ik ergens publiceer. Reden hiervoor is dat mijn digitale spiegelreflexcamera’s dit (nog) niet zelf doen.
Ik gebruik simpelweg het programma Picasa van Google voor het geotaggen van foto’s. Mocht Google dan ooit in de toekomst foto’s echt gaan koppelen aan bepaalde locaties, zoals bijvoorbeeld trouwlocaties, dan weet ik tenminste zeker dat mijn foto’s daar gereed voor zijn. En het is altijd beter om dat vooraf te doen, terwijl je toch bezig bent met de workflow van je fotoshoot, dan dat je dat achteraf moet doen voor al je foto’s.
Daarom raad ik ook jou aan om je foto’s vanaf nu te gaan geotaggen. Al doe je het niet voor Google, dan kan het altijd leuk zijn voor je nageslacht, als ze kunnen zien waar je de foto’s precies hebt gemaakt.
Maar er is nog andere metadata die onzichtbaar in fotobestanden kan worden opgenomen en dan heb ik het over data die volgens mij niet per se nu, maar vast wel in de toekomst gebruikt wordt of kan worden om foto’s te ranken.
Naast dat ik al mijn foto’s van geografische (GPS-)coördinaten voorzie, vul ik bij de foto’s die ik oplever of die ik voor een bepaald project bewaar de metadatavelden ook met relevante gegevens. Dus bijvoorbeeld de naam, straat, postcode en plaats van de locatie, evenals allerlei trefwoorden, categorieën enzovoorts.
“Baat het niet, dan schaadt het niet”, is mijn motto wat dat betreft. Je kunt die gegevens er maar beter wel in hebben, vind ik. Natuurlijk is het dan gemakkelijker om foto’s te zoeken en bovenal te vinden en het kan je helpen in de toekomst.
Want stel dat ze in de toekomst worden gebruikt en je hebt voor de foto’s van een shoot niet die extra paar minuten genomen om de gegevens erin te zetten, dan kun je de zoekmachines op dat moment ook niet zo 1–2–3 van aangepaste foto’s voorzien, waar de gegevens dus wel in zitten. En dan sla je jezelf voor je hoofd.
Dus: zet zowel de GPS-coördinaten in al je foto’s en voorzie ze van zoveel mogelijk metadata, voordat je ze aan je opdrachtgever geeft, of voordat je ze uploadt naar een site of service op Internet. “Better safe than sorry…”.
Voor vandaag laat ik het hierbij. En dus kom ik met deze tip over het gebruik van IPTC en XMP metadata in foto’s weer aan het einde van deze podcast. In elk geval heb ik vandaag wederom mijn best gedaan een hopelijk leuke en interessante podcast voor jou samen te stellen. Daarom hoop ik ook dat je er weer wat van hebt opgestoken.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 68 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Vandaag begin ik eerst even met een korte terugblik op de podcast van vorige week met nog wat additionele tips voor het produceren van content. Daarna behandel ik de vraag “Hoe kun je je bedrijf van Internet verwijderen?”. Deze vraag ontving ik afgelopen week als reactie op een bepaalde blogpost. Welke dat was, dat hoor je zometeen… En wist je dat negatieve reviews ook positief kunnen zijn?! Hoe dat kan, leg ik je uit na de gebruikersvraag. Als laatste heb ik groot nieuws van Getty Images, dat de wereld van fotografen en foto’s behoorlijk op z’n kop zet!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als woonbegeleider, ongediertebestrijder, faunabeheerder, justitieassistent, schadebeheerder of wat dan ook te verbeteren.
De volledige transcriptie (dat is gewoon een ander woord voor “tekst”) van deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/67. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
In de podcast van vorige week vertelde ik je, hoe je in één uur een blogpost kunt schrijven. Heb je het al geprobeerd? En is het je gelukt? Laat het me weten en reageer onderaan de show notes van deze podcast.
Ik heb een extra tip voor het schrijven van leesbare en begrijpbare teksten en het produceren van betere content in het algemeen: concentreer je op de 5 W’s en de H.
De 5 W’s en de H staan voor:
Dit is een algemeen bekend hulpmiddel voor het schrijven van teksten. Door één of meer van deze vragen te beantwoorden krijg je vaak een betere tekst, houd je gemakkelijker de structuur vast, of maak je het voor de lezer gewoon gemakkelijker om te volgen.
Maar je kunt de 5 W’s ook anders uitleggen… op een niveau hoger, als je nadenkt over je eigen contentmarketing. Ik zal proberen je het uit te leggen…
Dan nu over op de onderwerpen voor vandaag…
Afgelopen week had ik een bijzondere en leerzame ervaring, die maar eens te meer bewees hoe content soms onbedoeld goed kan scoren, hoe dit semi-ongewenste effecten kan hebben en ook hoe slecht sommige mensen lezen.
Tijdens mijn zomervakantie van vorig jaar heb ik in de “Summer seven” 7 instructievideo’s gepost, die je kunnen helpen bij het verbeteren van je lokale vindbaarheid. Eén van die video’s liet zien hoe je je bedrijf kon aanmelden op ‘opendi.nl’.
Op deze video ontving ik een paar dagen geleden de volgende reactie:
Schijnbaar sta ik bij jullie vermeld onder zonnebank. In Koudekerke.
Daar ik geen zonnebank heb, verzoek ik jullie dringend mij uit jullie bestand te schrappen. Ik krijg telefoontjes met verzoek voor zonnebank en dat wordt vervelend.
Groet, E. Zoontjens
Tja, ik vond het onbeleefd om hier niets mee te doen, maar ik had ook niet zo 1–2–3 een idee wat ik er dan wel mee moest doen. Dus heb ik gewoon de bedrijfsvermelding opgezocht op www.opendi.nl en het bijbehorende telefoonnummer maar eens gebeld.
Ik kreeg een mevrouw aan de lijn die nogmaals zei, dat ze graag wilde dat ik de vermelding verwijderde. Daarop legde ik haar uit dat ik niets te maken had met opendi.nl en dus begreep zij weer niet waarom mijn site dan bovenaan in de zoekresultaten stond, terwijl ik niet het bedrijf vertegenwoordigde.
Het bleek dat ze op Google had gezocht op “bedrijfsvermelding opendi” en inderdaad: daarbij scoort mijn artikel met instructievideo van 21 augustus 2013 de eerste plaats! Sterker nog: alle tien de resultaten op de eerste pagina zijn van www.reputatiecoaching.nl. In de show notes heb ik hiervan een screenshot opgenomen, zodat je dit kunt zien. Dus kan ik me goed voorstellen dat die mevrouw het idee had dat mijn site van opendi.nl was.
Ik zegde haar toe hier eens verder in te duiken, om te zien of ik haar wellicht kon uitleggen hoe ze haar bedrijfsvermelding van opendi.nl verwijderd kon krijgen.
Maar toen ging ik eens verder zoeken en ik begon met het intypen van het telefoonnummer op Google. Op basis van het telefoonnummer kreeg ik maar liefst 383 resultaten! Een simpele instructie om haar bedrijf van opendi.nl verwijderd te krijgen, zou er niet echt voor zorgen dat deze mevrouw minder telefoontjes zou krijgen over zonnebanken.
Dus ging ik verder en voegde het woord “zonnebank” als zoekterm toe, achter het telefoonnummer. Daarmee beperkte in het aantal zoekresultaten tot 17, hetgeen een stuk beter te doen leek. En na enig zoekwerk werd het lijstje dat de combinatie van het telefoonnummer van mevrouw Zoontjens met de term “zonnebank” associeert teruggebracht tot de volgende sites:
Wel vond ik het telefoonnummer ook nog gerelateerd aan alternatieve geneeskunde en een beautysalon, dus ik vermoed dat dit de huidige bedrijfsactiviteiten zijn.
Zoals je ziet is opendi.nl inderdaad de eerste site waar het telefoonnummer nog wordt vermeld. Ik heb bewust overal in mijn verhaal het telefoonnummer achterwege gelaten, om te voorkomen dat Google nu wellicht ook onterecht de transcriptie van deze podcast gaat associëren met zonnebanken en het telefoonnummer dat deze mevrouw juist uit de zoekresultaten verwijderd wil hebben.
Vervolgens zocht ik ook nog eens op de zoektermen “zonnebank” en “koudekerke”. Op basis van die zoektermen vond ik nog een paar sites:
En tenslotte heb ik nog gezocht op basis van de zoekterm “zonnebank” en de straatnaam en het huisnummer.
Uit dit voorval kunnen we een paar dingen leren…
Als eerste: neem altijd een apart telefoonnummer voor je bedrijf en communiceer dit in de markt. Als je één of twee euro per maand wilt besparen terwijl je je bedrijf opbouwt en je besluit daarom je eigen telefoonnummer te gebruiken, kan je dit later opbreken en veel ergernis geven. Neem nu deze mevrouw: vijftien jaar na dato wordt haar telefoonnummer nog steeds met zonnebanken geassocieerd! Je kunt bij de meeste telecomproviders letterlijk voor één of twee euro per maand een extra telefoonnummer aanvragen. En mocht dat niet mogelijk zijn, dan kun je bij XOIP gratis een 084- of 087-nummer reserveren, of voor zo’n EUR 90,- per jaar zelfs een lokaal telefoonnummer. Telefoonnummers die je claimt bij XOIP kun je niet alleen doorverbinden naar je eigen vaste of mobiele telefoon, maar ook nog eens naar Skype. In de show notes vind je de link naar XOIP. Zelf gebruik ik ook diverse nummers van XOIP voor het scheiden van mijn telefoonverkeer.
Ten tweede: het kan lastig zijn je NAPT (Naam, Adres, Postcode / Plaats en Telefoonnummer) ofwel bedrijfsvermelding van Internet te verwijderen en vaak weet je niet eens waar je bedrijf allemaal vermeld staat. Als je je bedrijf van Internet wilt verwijderen, zoek dan grondig op basis van je telefonnummer en beperk je niet tot alleen Google. Zoek ook eens in Bing en DuckDuckGo.
Ten derde: als je zelf aan de slag gaat met het opschonen van bestaande citations of het creëren van nieuwe bedrijfsvermeldingen is het verstandig om je vermelding op zoveel mogelijk sites echt te claimen en de site, samen met de bijbehorende gebruikersnaam en wachtwoord goed te bewaren. Zo kun je ooit in de toekomst, als dit nodig mocht zijn, relatief snel al de jou bekende bedrijfsvermeldingen langs, om ze te verwijderen. Als je dat zelf al hebt gedaan, zal het aantal sites dat daarna overblijft relatief beperkt zijn.
Wat ik dan wel weer interessant vind om te zien, is hoe krachtig bedrijfsvermeldingen zijn. Hoewel de dame die contact met mij zocht niet meer actief was in de zonnebankenbusiness in de regio, werd ze er nog wel steeds voor benaderd, doordat haar bedrijfsactiviteit met de bedrijfsgevens nog op een handjevol sites vermeld staan.
Oh ja, ik begon ermee dat ik deze mevrouw wilde helpen met het verminderen van het aantal telefoontjes over zonnebanken, dus ik heb haar nadat ik de transcriptie van deze podcast heb gepost, meteen eventjes een mailtje gestuurd. Daarin verwees ik naar deze transcriptie, met het advies om de bedrijfsgegevens van de sites die ik hiervoor heb genoemd, te verwijderen. Ik verwacht dat ze daarna niet meer lastig zal worden gevallen over zonnebanken.
Zoals je weet help ik bedrijven niet alleen met het verbeteren van hun online vindbaarheid, maar ook met hun online reputatie. Een vast onderdeel daarbij is het verzamelen van reviews. En steeds krijg ik de vraag: “Maar wat als ik nu een negatieve review krijg? Dan ligt mijn reputatie op straat!”.
Toegegeven, negatieve reviews wil niemand. Je kunt er nachten van wakker liggen, van de angst dat je een negatieve review ergens krijgt. Mijn advies is om dat niet te doen en gewoon reviews te gaan verzamelen op diverse sites. Als jij als bedrijf of ondernemer goed je best doet, is de kans relatief klein dat je een negatieve review krijgt.
En mócht je dan ooit een negatieve review krijgen, dan moet je proberen deze om te buigen naar iets positiefs. Zie het als een kans om meer klanten te krijgen!
Om te beginnen omvat het verzamelen van reviews meer dan alleen maar om reviews vragen of vertellen dat je bedrijf op bepaalde review sites vermeld staat. Je moet namelijk actief de diverse review sites in de gaten houden. Wat ook helpt, is wat ik in het verleden al eens heb verteld: het monitoren van wat er over je bedrijf wordt geschreven door bijvoorbeeld gebruik te maken van Google Alerts.
Maar goed, terug naar reviewmanagement. Ik raad je aan de grote review sites zo eens per één a twee weken te bekijken. Maak een aparte folder in je bookmarks, waarin je de links naar je bedrijfsvermeldingen op de diverse review sites opslaat. En reserveer bij voorkeur een vast moment in je agenda. Dan kun je alle bookmarks snel één voor één nalopen om te zien wat er wordt geschreven. Als je bent begonnen met het opschonen van je citations of bedrijfsvermeldingen, dan heb je deze lijst al en hoef je de desbetreffende sites alleen maar even te bookmarken.
Meld je ook als bedrijf aan op de sites, waar dat kan. Zo kun je dan netjes uit naam van je bedrijf of onderneming reageren. Reageer overigens niet alleen op negatieve reviews, maar ook op positieve! Dat laat zien dat je een betrokken ondernemer bent!
“Maar hoe kunnen negatieve reviews je bedrijf nu helpen?”, vraag je je af. Ik zie tenminste vier manieren:
Getty Images staat erom bekend, dat ze zelfs kleine bloggers dreigen met rechtzaken, als ze niet betalen voor een afbeelding die volgens hun zeggen, van één van de bij hen aangesloten fotografen afkomstig is. Als je hier naar gaat zoeken op Google, vind je zo honderden gevallen van deze moderne vorm van afpersing, met het auteursrecht als argument.
Getty Images is zelfs zo arrogant, dat ze beweert dat ze aan een afbeelding ter grootte van een enkele pixel al kunnen achterhalen dat de originele afbeelding van hun site afkomstig is. Die bewering zou ik wel eens willen ontkrachten…
Maar goed, jarenlang hebben ook veel Nederlandse bloggers honderden en zelfs duizenden euro’s betaald, als schikking voor het gebruik van een afbeelding van Getty Images. Op 3 oktober 2011 was er zelfs aandacht voor in een uitzending van TROS Radar. De link hier naartoe kun je vinden in de show notes, evenals de video zelf:
Maar nu lijkt Getty Images het roer volledig om te gooien. Want in plaats van bloggers of webmasters die hun foto’s gebruiken te vervolgen, biedt Getty Images de mogelijkheid om de foto’s gratis te embedden op je website.
Ik zal je uitleggen hoe dat werkt… Surf om te beginnen naar www.gettyimages.nl. De exacte link vind je in de transcriptie van deze podcast op www.reputatiecoaching.nl/67. Ga daar lekker op zoek in de miljoenen foto’s, naar díe foto, die jij graag op je website of in je artikel wilt embedden.
Beweeg je muis over de thumbnail en klik op de “embed”-knop. Welke dat is, kun je bekijken in de screenshot in de show notes:
Embedded Viewer
Waar mogelijk mag u Content van Getty Images opnemen in een website, blog of socialmediaplatform met behulp van de ingesloten viewer (de “Embedded Viewer”). Niet alle Content van Getty Images wordt beschikbaar gemaakt als embedded content en de beschikbaarheid kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Getty Images behoudt zich het recht voor om Content van Getty Images naar eigen goeddunken niet langer beschikbaar te stellen via de Embedded Viewer. U gaat ermee akkoord dat u, indien daartoe verzocht, het gebruik van de Embedded Viewer en/of Content van Getty Images onmiddellijk staakt. Het is u uitsluitend toegestaan om embedded Content van Getty Images te gebruiken voor redactionele doeleinden (dat wil zeggen in verband met gebeurtenissen die nieuwswaardig of in het openbaar belang zijn). Embedded Content van Getty Images mag niet worden gebruikt: (a) voor commerciële doeleinden (bijvoorbeeld in reclame, advertenties of merchandising) of om onderschreven sponsoring te suggereren; (b) in strijd met enige kenbaar gemaakte beperking; (c) op een lasterlijke, pornografische of anderszins onwettelijke manier; of (d) buiten het kader van de Embedded Viewer.Getty Images (of derden die optreden namens Getty Images) mag gegevens verzamelen over het gebruik van de Embedded Viewer en embedded Content van Getty Images, en behoudt zich het recht voor om advertenties in de Embedded Viewer te plaatsen of anderszins inkomsten uit het gebruik hiervan te genereren zonder compensatie aan u.
Op basis van deze voorwaarden stel ik hierbij dat de hierboven vertoonde afbeelding nieuwswaardig is, ten behoeve van het nieuwsfeit dat Getty Images deze mogelijkheid sinds een paar dagen biedt. Anders voldoe ik natuurlijk niet aan de gebruiksvoorwaarden…
Maar goed, dit heeft dus grote consequenties voor het gebruik van foto’s uit de databank van Getty Images. Als het jou als blogger of bedrijf niet uitmaakt dat er een visueel watermerk met een shortlink in de foto staat om aan te geven dat het een foto van Getty Images is, dan mag je dus (onder de vermelde voorwaarden) de foto gebruiken.
Een kleine disclaimer: controleer af en toe of je nog wel aan de gebruiksvoorwaarden voldoet, anders heb je zo alsnog een advocatenkantoor op je dak!
Maar wat is nu de reden dat Getty Images het roer zo drastisch omgooit? Ik denk dat ze meegaan met de tijd en dat ze nu willen stoppen, wat mensen al jarenlang doen: het stelen van copyrighted images van andere sites, zonder verwijzing naar de rechthebbende. Ze ontsluiten nu op een nette wijze, wat honderdduizenden bloggers dus al die tijd al deden. Alleen staat er nu een subtiel watermerk in de foto, om te laten zien dat die afkomstig is van Getty Images.
Je kunt overigens heel gemakkelijk de foto vertonen zonder het desbetreffende watermerk, door alleen de URL die in de embed-code zit als image op te nemen, maar ook dat raad ik je ten zeerste af, tenzij je de eerste wilt zijn die in het nieuws komt, die hiervoor wordt gedagvaard als gevolg van het lid (d) uit de voorwaarden die ik je zojuist voorlas …
De embedded foto linkt ook terug naar Getty Images. Dat is op dit moment het enige. Volgens Getty Images kan in de toekomst wellicht reclame of andere betaalde content worden toegevoegd. Maar dat is iets wat we te zijner tijd dan wel zullen zien.
Vooralsnog kunnen we dus de foto’s van Getty Images gebruiken voor niet-commerciële doeleinden, dus voor social media, weblogs enzovoorts. Het idee erachter is om Internetters zo subtiel op te voeden over copyrighted content en de mogelijkheden die Getty Images te bieden heeft.
Met dit nieuws van Getty Images kom ik weer aan het einde van deze podcast. Ik had voor vandaag eigenlijk ook nog een leuke video van Matt Cutts over het SEO-effect van EXIF-data in foto’s, maar die houd je te goed voor volgende week. In elk geval heb ik vandaag wederom mijn best gedaan een hopelijk leuke en interessante podcast voor jou samen te stellen. Daarom hoop ik ook dat je er weer wat van hebt opgestoken.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 67 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Laat ik het maar meteen zeggen: vorige podcast sprak ik wel heel snel! Ik had in recordtempo zo’n 4.400 woorden erdoor gejaagd. Wat daar de oorzaak van was, vertel ik je zo. Bing gaat belabberd taalgebruik afstraffen en Matt Cutts licht toe of je eenvoudig moet schrijven, of juist heel wetenschappelijk. En afgelopen week was ik te druk met al mijn activiteiten om daarnaast ook artikelen te schrijven en te publiceren… Zo heb ik voor Ordina twee video’s gemaakt voor de promotie van twee evenementen.
En ik heb vandaag de uitslag voor je van de prijsvraag voor de videomarketing tips. Die kan ik trouwens meteen wel geven: er waren geen inzendingen, dus ik hoef ook geen taart in een envelop te stoppen en op te sturen. De podcasts waarin ik dit aankondigde en de bijbehorende weblogartikelen hebben zeker voldoende publiek getrokken, dus dat kan niet de oorzaak zijn. Wellicht is iedereen te druk met zijn of haar eigen contentmarketing of oppoetsen van de citations.
Verder in de uitzending van vandaag: Google is sindskort het op één na rijkste bedrijf, Google is op zoek naar scraper sites en Google penalties volgen je ook naar een nieuw domein. Verder heb ik wat nieuwtjes over Google Maps. Vandaag sluit ik de podcast af met een uitleg over hoe je binnen één uur een blogpost kunt schrijven.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als dermatoloog, egyptoloog, horlogemaker, geschiedkundige of wat dan ook te verbeteren.
De volledige transcriptie (dat is een ander woord voor “tekst”) van deze podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/66. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts.
Ik begin even met mijn excuus aan te bieden voor de podcast van vorige week. Toen ik die terugluisterde, hoorde ik dat ik wel in een enorm hoog tempo alle onderwerpen behandelde. Mea culpa, deze hoge spreeksnelheid was niet goed en het kwam de hoorbaarheid van die uitzending dan ook niet ten goede.
Geef me even de ruimte en gelegenheid om de oorzaak hiervan toe te lichten. Zoals ik ook al zei in die podcast, was ik op zondag 23 februari jarig en had ik de zaterdag ervoor het grootste deel van alle onderwerpen al uitgezocht en uitgewerkt. Bij het inspreken ervan op mijn verjaardag ging er echter het één en ander fout, waardoor de kwaliteit heel belabberd was, toen ik de opname terugluisterde. En de tijd schreed voort… De genodigden konden elk moment arriveren, dus het was een race tegen de klok.
Zoals je wellicht kunt begrijpen verwachtte ik dat het ’s avonds ook vrij laat zou worden, dus dan zou ik er ook geen tijd meer voor hebben. En om alles maandagmorgen vroeg te doen… Dat zag ik ook niet zitten.
Dus onder deze tijdsdruk ben ik onbewust heel snel gaan spreken. Dat hoorde ik weer toen ik de tweede opname terugluisterde. Alleen had ik toen geen tijd meer om de podcast nog voor een derde keer op te nemen.
Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt, dat ik je voor het eerst sinds alle podcasts meer dan 4.400 woorden in minder dan 20 minuten heb gepresenteerd, ofwel circa 220 woorden per minuut! Sorry en ik zal mijn best doen in het vervolg weer iets langzamer te spreken.
Dan nu over op de onderwerpen voor vandaag…
Eerst een kort nieuwtje van Bing, ondanks dat deze zoekmachine volgens mij in Nederland amper wordt gebruikt. Duane Forrester, de Senior Product Manager van Bing, schrijft in het artikel “Quality: Do You Have It, or Just Think You Have It?” op het Bing Webmaster Blog dat de zoekmachine van Microsoft daadwerkelijk slechte grammatica, typfouten en belabberd taalgebruik meeneemt als rankingfactor in de zoekresultaten.
Als Bing de idee heeft dat het aantal fouten echt een negatief effect heeft op de gebruikerservaring tot een punt waarbij iemand hoogstwaarschijnlijk zal stoppen met lezen, dan is de kans groot dat dit een negatief effect heeft op de ranking.
Duane schrijft vrij vertaald:
Als jij [als mens] moeite hebt met alle fouten, waarom zou een zoekmachine een dergelijke pagina dan hoger in de zoekresultaten moeten vertonen, dan pagina’s die geen fouten bevatten?
Dit is in tegenstelling tot Google, althans volgens een uitleg van Matt Cutts in 2011 en ook volgens de video die ik in podcast 64 heb opgenomen, waarin hij zegt dat reacties op artikelen met fouten geen negatief effect hebben op de ranking van jouw pagina’s.
In de praktijk apen de zoekmachines elkaar redelijk na, dus ik acht het zeker mogelijk dat Google over enige tijd ook de kwaliteit zal gaan meewegen. Wie weet zal belabberd taalgebruik geen direct negatief effect hebben, maar krijgt (vrijwel) foutloze content extra pluspunten, waardoor het mogelijk hoger in de zoekresultaten vertoond zal worden.
Vorige week maandagmiddag kwam de eerste promotievideo voor Ordina live, die ik de week ervoor had gemaakt. Deze video hebben we met uiterst beperkte middelen gemaakt, om te laten zien dat video’s maken op zich niet complex en/of duur hoeft te zijn. We hebben met een iPhone het geluid opgenomen en met een paar simpele fotocamera’s de video opgenomen.
In de show notes kun je zien hoe deze video is geworden:
Dus als je benieuwd bent naar de mogelijkheden voor Glass, bekijk dan deze video’s en schrijf je snel in, voordat alle kaarten weg zijn.
Het moge duidelijk zijn: ik ben geen videograaf. Maar video’s scoren nu eenmaal goed in de zoekmachines, vaak sneller en beter dan gewone webpagina’s. En het is eens iets anders om zaken te presenteren.
Een andere video die ik afgelopen vrijdag nog snel in elkaar heb geknutseld, was ook voor Ordina. Deze video moest uitermate snel gemaakt worden om een kennissessie met als titel “Mastering the Cloud” extra te promoten. Bekijk ook deze video in de show notes van deze uitzending:
“Maar werken de video’s nu ook om meer bezoekers naar het evenement te trekken?”, hoor ik je dan vragen. Tja, het was te kort dag om de statistieken voor de end-to-end funnel van video naar artikel op de site naar inschrijving voor het evenement op 13 maart te meten. Sinds eerste video online staat en deze flink in de social media wordt gepromoot is echter wel een grotere toename in het aantal aanmeldingen te zien.
In de toekomst gaan we natuurlijk wel alles end-to-end meten om goed te kunnen zien of dergelijke inspanningen effect hebben.
De video die Matt Cutts deze week uitbracht geeft antwoord op de vraag of het beter is om gemakkelijk leesbare tekst te schrijven, of meer wetenschappelijk te schrijven en vakjargon te gebruiken.
Als je artikel alleen voor bijvoorbeeld wetenschappers bedoeld is, dan mag het natuurlijk zeker heel wetenschappelijk georiënteerd zijn, maar Matt adviseert toch om altijd zo duidelijk mogelijk te schrijven.
Hij adviseert tevens elk artikel hardop voor te lezen, om zo naar jezelf te luisteren om te horen waar je nog iets kunt verbeteren. Dit draagt allemaal bij tot een beter leesbare tekst.
Google is sinds deze week ook op zoek naar zogenaamde “scraper sites”. Voor het geval je nog nooit van deze term hebt gehoord, zal ik even kort vertellen wat “scraper sites” zijn. Scraper sites zijn websites die content zoals tekst, afbeeldingen, blogberichten, nieuws of wat dan ook van je site stelen om dan te hergebruiken op andere sites om daarmee geld te verdienen. Want vaak stonden die sites bol met advertenties of affiliate links.
In het verleden was dit een heel lucratieve activiteit en als je het goed deed, kon jouw site met content die je had gepikt van andere sites beter scoren in de zoekresultaten, dan de originele content. Maar als dit jou overkomt, kan dit erg frustrerend zijn.
Welnu, dat behoort al geruime tijd tot het verleden en over het algemeen scoort de originele content beter dan de gekopieerde content.
Toch verstuurde Matt Cutts afgelopen week een tweet met de tekst:
De link naar dit formulier vind je in de show notes op www.reputatiecoaching.nl/66.
Het is mij een paar jaar geleden overkomen dat een fotograaf uit Roermond alle content van mijn eigen site voor Allround Fotografie letterlijk had gekopieerd en geplakt, inclusief de prijzen. Het enige dat hij anders had, waren de foto’s en de bedrijfsnaam.
Toen ik dat ontdekte, bleek de desbetreffende site pas een goede anderhalve week live. Maar ik heb meteen de maker van de site en de eigenaar van de domeinnaam gemaild, met het verzoek om de content te verwijderen of te herschrijven. Binnen een week had deze fotograaf zijn eigen content online staan.
Maar als dit jou overkomt en je meldt het misbruik op de pagina die ik in de show notes heb vermeld, verwacht dan niet meteen een oplossing. Google belooft namelijk niets. Het kan zijn dat ze deze input van gebruikers op den duur weer gebruiken om het algoritme te verbeteren, zodat ze nóg beter gekopieerde content kunnen herkennen.
Google heeft ook al jaren de mogelijkheid om een DMCA klacht in te dienen. “DMCA” staat voor “Digital Millennium Copyright Act”. Wikipedia schrijft het volgende over “DMCA”:
De Digital Millennium Copyright Act (DMCA) is een Amerikaanse wet uit 1998 die de auteursrechtenwetgeving uitbreidt voor de technologie van het digitale millennium. De wet implementeert twee verdragen uit 1996 van de Wereldorganisatie voor Intellectueel Eigendom. Op 12 oktober 1998 werd de wet unaniem aangenomen door het Amerikaanse Congres. Op 28 oktober ondertekende toenmalig president Bill Clinton de wet.
De Digital Millennium Copyright Act stelt de productie en verspreiding van technologie of diensten strafbaar die bedoeld zijn om digitale beveiligingsmaatregelen te omzeilen die de toegang tot een auteursrechtelijk beschermd werk regelen. De wet verhoogt ook de strafmaat voor auteursrechtenschending op het internet, terwijl de aansprakelijkheid van providers wordt beperkt.
Op grond van de DMCA kan men de eigenaar van een website sommeren inbreukmakende inhoud te verwijderen, een zogenaamde takedown notice. Een van de kritiekpunten op de wet is dat het rechthebbenden erg gemakkelijk gemaakt wordt een takedown notice te versturen, zelfs als er in het geheel geen inbreuk gemaakt wordt. Als de eigenaar van een website een takedown notice ontvangt, is het in zijn belang het niet aan te vechten, want als het materiaal wordt verwijderd kan hij niet aansprakelijk gesteld worden. Uit een analyse van Google blijkt dat een takedown notice vaak op oneigenlijke gronden verstuurd wordt, bijvoorbeeld om een concurrent te hinderen.
Tot zover het citaat van Wikipedia.
En zal ik je eens iets leuks verklappen, hoe je met video’s je voordeel kunt doen van content scrapers die video’s van YouTube zoeken en die op hun eigen site(s) vertonen? Heel simpel: vaak zijn die scrapers niet bijster intelligent en wat ze doen is de links in gekopieerde content laten staan en vaak zelfs ook nog eens als zogenaamde “FOLLOW”-links opnemen.
Dus is het belangrijk dat je in de omschrijving bij elke YouTube video ook links opneemt naar je social media profielen, YouTube playlists en tenslotte ook een link terug naar de desbetreffende video.
Wat er dan gebeurt, is dat bij een vertoonde video ook de tekst van de omschrijving wordt getoond met backlinks naar jouw eigen content. Dat helpt dus ook weer met het ranken van jouw content. Zo heb je toch een klein voordeel van de content scrapers…
Toen ik hier nog iets meer in dook, vond ik ook nog een oude video van Matt Cutts uit 2009. Deze heb ik ook in de show notes opgenomen:
Stel je bent in het verleden ondeugend geweest en je hebt bijvoorbeeld op illegale wijze een groot aantal backlinks naar je site gekocht of “gerealiseerd” dan is de kans groot dat je van Google een penalty krijgt. Een Google penalty kan verschillende vormen aannemen. Eén van de ergste penalties is wel die, waarbij je site helemaal uit de zoekresultaten is verdwenen.
Een mogelijke oplossing die je op Internet kunt vinden, als je hierin duikt, is dat je een nieuwe site moet maken. En sommige vermeende specialisten adviseren je dan om je oude content via een zogenaamde “301-redirect” te verwijzen naar dezelfde content op je nieuwe domeinnaam. Echter, dat werkt niet, want Google volgt de doorverwijzing naar de nieuwe domeinnaam en zal die dus hoogstwaarschijnlijk ook niet in de zoekresultaten overnemen.
Maar wist je dat je Google penalty je zelfs kan achtervolgen als je geen redirect toepast? Dit vertelde John Mueller van Google eerder deze week in een Google Webmaster Hangout on Air. Google kan mogelijk ontdekken dat je gewoon de content hebt overgezet en dus krijgt de nieuwe site ook dezelfde penalty. De link naar de video heb ik opgenomen in de show notes: https://www.youtube.com/watch?v=ArBkHv4r4Yc&t=23m15s. Als je op die link klikt, kom je meteen op het stuk in de video (op 23 minuten en 15 seconden), waar John Mueller dit uitlegt.
Dus, mocht je site een penalty hebben en niet meer worden getoond in de zoekresultaten en werkt ook het zogenaamde “reconsideration request” niet, dan zit er niet veel anders op dan een totaal nieuwe site te maken met nieuwe, originele content, die je host onder een nieuwe domainnaam.
Tot vorige maad stond Exxon Mobile lange tijd op de tweede plaats van rijkste bedrijven in de wereld, achter Apple. Maar de tweede plaats is begin februari volgens Bloomberg heel even overgenomen door Google. Op 7 februari was Google namelijk gedurende de dag heel even meer waard dan Exxon Mobile. Aan het einde van die dag was Exxon echter zo’n US$300 miljoen meer waard dan Google.
We zullen zien hoe de komende tijd het aandeel van Google zich ontwikkelt. Afgelopen vrijdag was Exxon toch weer beduidend meer waard dan Google. De achterstand op Apple bedraagt echter nog zo’n slordige US$70 miljard.
Vorige week vertelde ik dat de nieuwe Google Maps nu officieel live is, maar dat nog niet alle features van de originele Google Maps erin waren verwerkt. Inmiddels is er alweer één “oude” feature (met drie onderliggende mogelijkheden) terug.
Het betreft de mogelijkheid om een rechterklik te doen op een kaart. Dit werkte tot vorige week niet, maar inmiddels werkt het wel weer. Op dit moment heb je de volgende drie mogelijkheden, als je in Google Maps op de rechterknop van je muis klikt:
De eerste twee spreken voor zichzelf. De derde optie “Wat is hier?” herken je misschien ook nog wel uit de originele Google Maps. Dit toont je namelijk de geografische coördinaten van het desbetreffende punt.
Helaas is de optie om de HTML-code voor het “Binnenkijken”, ofwel voor het embedden van een Bedrijfspanorama, nog niet beschikbaar. Maar dat zal binnenkort ook wel komen.
Misschien wist je het nog niet, maar Google Maps zit ook vol met spam. Het is namelijk niet moeilijk een nieuw bedrijf aan te maken. Een mogelijkheid waar ik hier niet verder op in wil gaan, is misbruik te maken van een achterdeurtje in Google Maps, door gebruik te maken van de categorie “sleutelmaker”, of “locksmith” op z’n Engels. Als je daar meer over wilt lezen, dan moet je daar zelf maar eens op Google’n.
Maar afgelopen week kwam ook aan het licht dat iemand valse vermeldingen had gemaakt voor de FBI en de Secret Service in Google Maps. Bij die vermeldingen stonden heel andere telefoonnummers, die eigendom waren van de crimineel. Gesprekken naar deze nummers werden keurig beantwoord door de desbetreffende diensten. Maar wat niemand in de gaten had, was dat ze eerst werden aangenomen door een opnameapparaat en pas vervolgens werden doorverbonden naar de FBI en Secret Service.
Zo konden dus alle gesprekken worden opgenomen! Hier kunnen we een les uit leren: vertrouw niet per definitie alle gegevens die je ziet, die Google je voorschotelt, want dit kan namelijk overal ter wereld in Google worden uitgehaald.
Google zegt echter inmiddels maatregelen te hebben genomen, waardoor dit soort “live” sites niet meer zo snel en eenvoudig kunnen worden aangemaakt. Maar volgens mij hebben ze dat nog niet in Nederland operationeel. Zo heb ik een aanvraag voor een bedrijfspanorama gekregen, van een bedrijf dat nog niet op Google Maps stond. Afgelopen zaterdag logde ik in op Google Mapmaker en kon echter probleemloos dit nieuwe bedrijf rechtstreeks op de kaart zetten.
Ik weet natuurlijk niet wat Google heeft gedaan om misbruik te voorkomen, maar gezien wat ik je zojuist vertelde, verbaast mij dit wel enigszins. Nu kan het zijn dat dit komt, doordat het een legitiem bedrijf is, met een officiële website en een stuk historie, die Google al kent. Ik weet het niet, maar ik hoop dat dit soort misbruik snel onmogelijk wordt.
Per podcast ben ik in totaal zo’n 8–9 uur bezig. Dat is dan inclusief alle research, het inspreken en oppoetsen van de audio, het schrijven van de show notes en de transcriptie, zoeken of maken van afbeeldingen en video’s en het publiceren van zowel de audio, als de bijbehorende transcriptie.
Nu is de ene blogpost de andere niet en voor sommige artikelen moet je eerst echt veel research doen, voor er een gedegen en goed onderbouwd stuk proza vanuit je vingers op je scherm komt. Maar soms moet je gewoon heel snel een artikel publiceren over één of ander topic, om zo actueel te blijven.
En het is een ware kunst om snel een artikel te kunnen schrijven. Ook jij kunt binnen één uur een blogpost schrijven. Wil je weten hoe?
Stap 1: Bereid je voor (5 minuten)
Beginnen is het allermoeilijkst. Begin met het verwijderen / stoppen van alle afleidingen. Dus sluit je mail, je Facebook, Twitter, Skype, zet je telefoon in airplane-mode en open alleen de programma’s die je nodig hebt. Ga nog naar het toilet voor een sanitaire stop en pak eventueel wat te drinken naast je werkplek.
Stap 2: Onderwerp en titel (5 minuten)
Als je schrijft over iets actueels, dan heb je het onderwerp dus al te pakken. Als je geen inspiratie hebt, pak dan je lijst met potentiële onderwerpen, die je als het goed is bijhoudt. Kies een onderwerp.
Mocht je echt niets kunnen verzinnen om over te schrijven, bedenk dan eventuele pijnpunten voor je lezers. Welke problemen ondervinden ze? Wat voor vragen heb jij onlangs beantwoord? Of probeer je te herinneren waar jij onlangs nog inspiratie uit hebt opgedaan…
Als je eenmaal je onderwerp hebt, verzin dan een simpele titel. Mensen willen tenslotte lezen op basis van de titel waar ze op klikken.
Stap 3: Takeaway message (5 minuten)
Als je het onderwerp en de titel hebt, denk dan kort na over de kernboodschap of “takeaway message” van je blogpost. Wat wil je dat mensen er van opsteken of leren?
Bedenk een goede introductie en een goede afsluiting om te zorgen dat je tijdens het schrijven niet afdwaalt.
Stap 4: 2–3 punten of argumenten voor je kernboodschap (10 minuten)
Voordat je daadwerkelijk je blogbericht gaat schrijven moet je 2 of 3 punten of argumenten verzinnen om je kernboodschap mee te ondersteunten. Dit zijn de redenen WAAROM je over het onderwerp schrijft.
Schrijf ze in een paar regels of in bullets, wat jij maar het prettigste vindt.
Stap 5: Vul de rest in (25 minuten)
Nu heb je 25 minuten voor de rest. Maar als het goed is heb je al:
Borduur voort op wat je al hebt, op je punten of argumenten etc. Laat je expertise zien! Blogberichten hoeven heus niet altijd heel lang te zijn: vaak volstaat een artikeltje van 400–500 woorden al!
Als je de voorbereiding goed hebt gedaan, lukt deze fase echt wel binnen 25 minuten. En dan ben je er bijna!
Stap 6: Edit, Publiceer en Promoot (10 minuten)
Ja, het uur zit er bijna op! Lees je blogpost nog eens goed door of lees hem eventueel hardop voor, om zo fouten in spelling eruit te halen en mogelijk de flow nog iets te verbeteren. Als je er niet helemaal zeker van bent, laat dan iemand anders het bericht lezen.
Voeg een foto of afbeelding toe en klik op “Publiceer!”. Vergeet daarna niet om je bericht te delen op de sociale media. Als de tijd niet erg handig is, kun je het bericht inplannen op een betere tijd, met behulp van Hootsuite of Buffer.
En dan zit het erop! Hoewel het heel veel voldoening kan geven om uren te werken aan de perfecte blogpost, heb je dikwijls momenten dat je snel iets moet produceren. Als je dit binnenkort gebeurt, schiet dan niet in paniek en denk terug aan deze podcast, nummer 66.
Heb jij nog bepaalde tips of trucs voor het schrijven van een blogbericht? Laat ze achter in een reactie onderaan de show notes op www.reputatiecoaching.nl/66.
Om je nog wat handvatten te geven heb ik in de show notes ook een infographic opgenomen over de “8 secrets to writing faster blog posts”:
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
Als laatste kun je je ook inschrijven voor de nieuwsbrief. Dan ontvang je altijd als eerste het laatste nieuws wat ik publiceer en automatisch elk kwartaal het ReputatieCoaching Podcast Boek van het afgelopen kwartaal. Surf daartoe naar www.reputatiecoaching.nl/nieuwsbrief/ en schrijf je meteen in.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 66 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Gisteren ben ik weer een jaar ouder geworden, dus ik heb deze podcast afgelopen zaterdag grotendeels samengesteld. Natuurlijk doet dat niets af aan de kwaliteit en het nieuwsgehalte, want ik breng je sowieso bijna altijd actueel nieuws, waar ik de afgelopen week tegenaan ben gelopen.
Een belangrijk nieuwsbericht uit de media van afgelopen week is natuurlijk wel dat het populaire WhatsApp is overgenomen door Facebook. Daarover zometeen meer. Het tweede onderwerp voor vandaag is over een video van Google Glass die ik afgelopen week heb gemaakt en die vandaag ‘live’ komt. Verder is de nieuwe Google Maps nu eindelijk uit de “Bèta”-fase en kun je 10 GB opslagruimte in de cloud van Microsoft krijgen. Ik heb weer een leuke video van Matt Cutts, waarin hij vertelt dat er zou gebeuren als Google helemaal geen gebruik meer zou maken van backlinks in het rankingalgoritme en ik sluit af met tips om te voorkomen dat je een “Glasshole” wordt.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om bijvoorbeeld je online reputatie als glaskunstenaar, edelsmid, dichter, milieuconsulent, voedingstechnoloog of wat dan ook te verbeteren.
In deze podcast noem ik een aantal sites, video’s en verwijs ik naar verschillende artikelen. De links naar al deze content èn de volledige transcriptie van de podcast vind je op www.reputatiecoaching.nl/65. Je kunt de podcast niet alleen rechtstreeks beluisteren op www.reputatiecoaching.nl, maar ook op zowel iTunes, als op Stitcher. Surf hiertoe respectievelijk naar www.reputatiecoaching.nl/itunes of naar www.reputatiecoaching.nl/stitcher.
Mocht je de podcast in een andere podcatcher of podcastplayer willen beluisteren, dan kun je je op de feed feeds.reputatiecoaching.nl/reputatiecoachingpodcast abonneren. Al deze links vind je ook in de show notes van deze podcast, alsmede op de website.
Dan nu over op de onderwerpen van vandaag…
Afgelopen maandag was ik op een avond van #SMC055, de social media club in Apeldoorn. Hierover heb ik snel ’s avonds na afloop een “Storify bord” gemaakt en je een artikel beloofd. Helaas ben ik nog niet aan dat artikel toegekomen, omdat ik erg druk was met een aantal mensen en bedrijven helpen met contentmarketing, verbeteren van de vindbaarheid en het verhogen hun online reputatie c.q. autoriteit.
Afgelopen week heb ik weer wat mensen en bedrijven kunnen helpen met hun online reputatie en vindbaarheid te verbeteren en stukken contentmarketing. Zo gaat de website van Pedicure “Passion4Feet Voetverzorging” uit Roozendaal op korte termijn live. Als gevolg van omstandigheden die niet relevant zijn voor deze podcast is de livegang hiervan vertraagd.
Maar zoals je wellicht weet heb ik in het verleden die site in een aantal instructievideo’s gebruikt om te laten zien hoe je een bedrijf aanmeldt in diverse social media sites en directories et cetera. Hierdoor zijn er al heel veel citations of bedrijfsvermeldingen voor deze site die nu uit de “Under construction” steigers komt.
Eén van de laatste aspecten die net voor het weekend nog zijn ingevuld waren Google Publishership en Authorship. Marco, de webmaster van Pasison4Feet, nam hierover contact met mij op, omdat hij het niet werkend kon krijgen in het WordPress template dat hij zelf heeft ontworpen. Hij stuurde mij de mail:
Hey Eduard,
Ik zit waarschijnlijk veel te moeilijk te zoeken, maar ik heb geen idee hoe ik het Google Authorship / Publishership moet claimen.
Kun je me op weg helpen? 😉Gr.
Marco
Dus verwees ik hem naar de instructievideo die ik een tijdje geleden heb gemaakt over het “Instellen van Google Publishership en Authorship in WordPress”. Daarmee is het Marco binnen no-time gelukt. Hij stuurde mij vrijdagavond een paar uur later een mailtje met de tekst:
Eduard,
Je bent geweldig, volgens mij heb ik het voor elkaar.
Grtz.
Marco
Nu gaat het mij niet om “geweldig zijn”, maar om mensen te helpen. Mijn motto is dan ook:
In het Nederlands hebben we het gezegde: “Wie goed doet, goed ontmoet”. Die komt wellicht het meeste in de buurt.
In de hedendaagse opvattingen over contentmarketing is het echter inmiddels een gevleugelde uitspraak. Het blijkt namelijk dat als je waardevolle content en kennis gratis en belangeloos weggeeft, mensen jou of je bedrijf snel gaan zien als een autoriteit.
De reden dat je het prima gratis kunt weggeven, is dat je vrijwel alle kennis die goeroes en coaches (inclusief ikzelf) verkondigen na enig zoekwerk gewoon op Internet kunt vinden. Zelf hecht ik ook waarde aan transparantie, daarom neem ik ook bijna altijd links naar de bronnen van mijn nieuws op in de show notes.
Die kennis vergaren is vaak niet het probleem. De reden dat er werk is voor de mensen die kennis delen, is dat zij deze kennis in de praktijk kunnen toepassen en daarbij bogen op ervaringen, waarmee ze jou dan nog specifieker en gerichter kunnen helpen.
ICT-dienstverlener Ordina organiseert op 13 maart in Nieuwegein het “Ordina Glass Contest”. Zoals de titel al suggereert, speelt de Google Glass hier de hoofdrol in. Als je meer wilt weten over Google Glass of als je een goed idee hebt voor toepassingen van Google Glass in de praktijk, dan moet je je hier zeker voor inschrijven.
In de show notes heb ik een link opgenomen naar de site van Ordina, waar je er meer over kunt lezen. Je vindt de show notes op www.reputatiecoaching.nl/65.
Mijn rol bij de totstandkoming van deze video was vooral om te laten zien dat je met geringe middelen, namelijk een paar fotocamera’s met videomogelijkheid en een iPhone met daaraan de standaard headset en microfoon, toch een aardige video kunt maken.
Natuurlijk hebben we de video van Google Glass er ook in verwerkt. Deze video komt (als alles goed gaat) later vandaag live op het YouTube kanaal van Ordina.
Verder was ik afgelopen week bezig met het geven van diverse adviezen en presentaties over contentmarketing en social media aan een drietal tandartsenpraktijken in Gelderland. Mijn taak daarbij is duidelijk maken hoe je je als tandartspraktijk beter op de kaart kunt zetten en vooral hoe je je kunt onderscheiden van de collega’s op alle social media en kanalen die voorhanden zijn.
Binnenkort heb ik hier meer nieuws over.
Dan werd afgelopen week bekend gemaakt dat Facebook voor het astronomische bedrag van US$16 miljard (omgerekend iets meer dan 12 miljard Euro) de immens populaire instant messaging app “WhatsApp” heeft overgenomen.
Facebook heeft in elk geval verkondigd dat er geen reclame in de app zal komen en zij ook gewoon door zal gaan met de ontwikkelingen aan de Facebook Messenger app. Het lijkt er dus niet op, alsof op korte termijn WhatsApp gekoppeld wordt aan Facebook.
De vraag is dan ook wat de achterliggende beweegredenen zijn om zoveel geld uit te geven aan een app, terwijl ze niet voornemens zijn om de gigantische gebruikersgroep van meer dan 500 miljoen aan hun eigen platform te koppelen.
Ik las ergens dat Facebook hiermee mogelijk wil voorkomen dat om het even welk ander social media netwerk ermee aan de haal gaat om zo haar community in één klap gigantisch uit te breiden.
FTC, de Amerikaanse waakhond voor het bedrijfsleven, moet nog wel goedkeuring geven aan deze megadeal.
Als gevolg van de overname van WhatsApp door Facebook krijgen veel mensen opeens de kriebels, nu ze beseffen dat Facebook op deze manier wel héél veel informatie (en dan vooral privé-informatie in de vorm van berichten en dialogen) over hen in haar bezit krijgt.
Dit stuit veel mensen tegen de borst en dus besloten de afgelopen dagen al enkele miljoenen mensen om WhatsApp te verruilen voor een andere instant messaging app.
Zelf behoor ik ook tot die groep van “WhatsApp-verlaters”. Ik heb in alle actieve chats aan mijn contacten gemeld dat ik overstap op de app “Telegram” en dat ik binnen afzienbare tijd WhatsApp van mijn iPhone 5 zal verwijderen.
Ook in de Telegraaf was hier afgelopen week een artikel over te lezen met de titel “Telegram lijkt opeens hét alternatief voor WhatsApp. Is de app echt veiliger?”. In dit artikel wordt ondermeer het volgende geschreven:
Telegram heeft geen verdienmodel. Eén van de medeoprichters, Pavel Durov, – die eerder Vkontakte, het Russische Facebook, begon – zorgt voor de financiën. Geld heeft hij door de verkoop van Vkontakte aan een Russische zakenman. Als het geld op is, dan wil Telegram aan zijn gebruikers vrijwillige donaties vragen.
De app “Telegram” kun je op de iPhone ook gratis downloaden vanuit de AppStore. Het voordeel van Telegram vind ik dat berichten volgens de makers end-to-end versleuteld zijn, als je een versleutelde chat opent. Dan kan niemand ze onderscheppen en afluisteren. In het artikel in de Telegraaf kun je zien dat dit nog bezien moet worden. Want de makers van “Telegram” hebben een eigen algoritme gebruikt, hetgeen volgens specialisten juist weer een gevaar is, omdat het mogelijk sneller te kraken is door inlichtingendiensten. Op de site “unhandledexpression.com” kun je een hele analyse lezen over de MTProto versleuteling van “Telegram”.
De toekomst zal het leren, of deze encrpytie binnen afzienbare tijd wordt gekraakt. In elk geval komt de inhoud van al mijn chats voorlopig niet bij Facebook.
Maar wat ik een verademing vind is dat “Telegram” flitsend werkt, veel sneller dan WhatsApp en kun je er ook nog eens grotere bestanden mee versturen. De maximale omvang van een te versturen bestand is 1 GB.
Een laatste gimmick van “Telegram” is dat je berichten die je in een versteutelde chat verstuurt, een maximale levensduur kunt geven. Als je dat doet, dan vernietigen ze zichzelf automatisch na de ingestelde tijd, nadat ze door de ontvanger zijn gelezen.
En wat ik prettig vind, is dat er ook desktopversies van Telegram zijn voor MacOS X, Windows en Linux. Daardoor kan ik langzamerhand terug naar één inbox voor al mijn instant messaging. Zo zal ik dus binnenkort WhatsApp verwijderen en ga ik proberen het instant messaging gebruik via Skype te minimaliseren. Natuurlijk blijf ik ook wel actief op Twitter, maar dat zie ik minder als instant messaging, dan WhatsApp, of nu dan “Telegram”.
Over Skype gesproken… Sinds je je desktop niet meer kunt delen met anderen, als je de gratis versie van Skype gebruikt, wil ik langzamerhand ook het gebruik van Skype afbouwen en mijn videoconferencing verschuiven naar Google+ Hangouts. Dat werkt ook probleemloos, niet alleen op mijn desktops, maar ook met de “Hangouts” apps voor iPad en iPhone. Een ander groot voordeel van de Hangouts vind ik, dat je gemakkelijk en snel en bovenal gratis met tot maximaal 9 andere mensen online kunt videovergaderen.
Het kost negen maanden, maar nu is de nieuwe Google Maps dus eindelijk uit het “Bèta”-stadium en de officiële Google Maps geworden. Je kunt nog wel terug naar de “oude” Google Maps, maar de nieuwe versie is de defacto standaard.
Met de nieuwe versie van Google Maps is wel een aantal functies verloren gegaan. Zo kun je in de nieuwe Google Maps nog steeds geen HTML-code krijgen voor het embedden van een kaart of een punt van Streetview of een Bedrijfspanorama in je website. Daarvoor moet je dan toch nog overschakelen naar de oude Maps.
Google heeft wel toegezegd een aantal functies alsnog in de nieuwe Google Maps te zullen inbouwen.
In het verleden was ik altijd erg Google-minded, maar ik moet zeggen dat Microsoft inmiddels ook haar spullen goed op orde krijgt. Dat begon een tijd geleden al, toen “Hotmail.com” werd omgedoopt in “Outlook.com”, een naam die ik overigens een stuk professioneler vind klinken.
Op het moment dat Google Apps voor bedrijven alleen nog maar beschikbaar was als betaalde service, ging Microsoft opeens een stuk sneller uitbreiden. Zo kon je de mail van je eigen domain via Outlook.com laten lopen als alternatief voor Google Apps en later bood Microsoft niet alleen POP3 aan om je mail te benaderen, maar ook IMAP. Daardoor kon je veel gemakkelijker de mailbox op al je apparaten actueel houden.
Inmiddels biedt Microsoft ook al langere tijd commercieel Office365 aan, een online Office suite met online versies van Word, Excel, PowerPoint enzovoorts. Maar nog steeds biedt ze ook de service gratis aan, onder Outlook.com.
Voor online opslag was daar altijd al SkyDrive en bij SkyDrive kreeg je 7 GB aan opslagcapaciteit. Inmiddels is die dienst vernieuwd en nu in de markt gezet als OneDrive. Daarbij krijg je ook nog steeds 7 GB aan online diskruimte. Maar als je de OneDrive app voor je smartphone of tablet downloadt en installeert en je automatische backup voor je foto’s instelt, krijg je nog eens 3 GB aan online opslag erbij. Dat maakt dan samen al 10 GB!
Het is een keuze, zeker als je al Google gebruikt. Toch kan het handig zijn: een extra virtuele online drive, waar je 15 GB aan data kunt parkeren. Al gebruik je het maar als tweede backup, naast bijvoorbeeld Flickr. Bij deze laatste krijg je nog steeds 1 TB aan capaciteit, daar kan geen andere service aan tippen. En mocht je nu ook je foto’s opslaan op Google Drive, dan kun je die dus weer vrijmaken voor andere doeleinden. Enfin, de mogelijkheden zijn legio!
Gebruik jij eigenlijk ook online opslagmogelijkheden, zoals Dropbox of SkyDrive of OneDrive? Of gebruik jij wellicht andere diensten? En hoe of waarvoor? Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/65.
Zelf vind ik het in elk geval wel prettig dat ik twee plaatsen heb, waar alle foto’s die ik met m’n iPhone maak, worden opgeslagen. Zo raak ik in elk geval niet snel iets kwijt en dankzij alle opslagcapaciteit kan ik nog lange tijd doorgaan met het gratis backuppen van foto’s in de cloud.
Nu ik het toch over backups heb…. Vorige week meldde ik je dat ik problemen had met de plugin BackWPup, die al geruime tijd geen backups meer maakte. Ik heb toen twee backupjobs handmatig opgestart en nu zag ik afgelopen weekend dat er inmiddels weer automatische databasebackups worden gemaakt.
Dat vond ik wel opmerkelijk, want toen ik op site van WordPress controleerde, wanneer de laatste versie was verschenen, toen bleek dat 23 december 2013 te zijn. Dus het is niet zo, dat er een programmeerfoutje in de plugin zat, die nu gefixed is… Maar goed, ik ben weer blij en bovenal gerustgesteld, dat de backups weer lopen. Nu nog even zien of de volledige backup ook vlekkeloos draait…
Voor het geval je benieuwd ben hoe ik online storage gebruik… Ik heb een aantal accounts, die ik allemaal voor verschillende doeleinden gebruik. Ik maak voor alle WordPress sites die ik beheer een apart Dropbox account aan. Daarop worden de backups van de desbetreffende site met behulp van BackWPup opgeslagen. Standaard biedt Dropbox 2GB, dus dat is voor veel sites wel voldoende. Ik stel de backups dan zo in, dat er 15 databasebackups bewaard blijven, dus van de laatste 15 dagen en 5 volledige site backups, dus van de laatste 5 weken. De databasebackup draait dus dagelijks en de volledige backup eenmaal per week.
Verder heb ik nog een privé Dropbox die inmiddels een goede 14 GB is, dankzij diverse acties van Dropbox, waarbij ik elke keer weer iets meer opslagcapaciteit kreeg. Deze Dropbox gebruik ik voor opslag van alle data, waar ik altijd overal bij wil en moet kunnen. Zo heb ik alle apps op de iPhone en iPad die in de cloud iets kunnen opslaan, zo ingesteld, dat zij dat op die Dropbox doen. Dit stelt mij in staat om overal waar ik ben, bijvoorbeeld met een actuele versie van blogposts of andere documenten te werken.
Ik maak ook voor diverse websites gebruik van Amazon S3 in combinatie met Cloudfront als Content Delivery Network en om backups van sommige websites op te slaan.
Daarnaast heb ik een Google Drive, van 125 GB. Ik gebruik Google Drive vaak voor de opslag van grote documenten, zoals manuals of e-books. Ook heb ik Google Drive nodig om alle foto’s van de Bedrijfspanorama’s te uploaden naar Google Maps.
En per Google+ pagina krijg je ook nog eens opslagruimte om foto’s te uploaden. Zal ik je eens iets verklappen? Ik gebruik de opslagruimte die ik krijg bij de Google+ pagina van ReputatieCoaching als gratis Content Delivery Network (CDN) voor vrijwel alle afbeeldingen die ik op de website vertoon. Zo ontlast ik de webserver en ik vind het ook een interessant experiment. Wil je daar meer over weten hoe ik dat doe et cetera, reageer dan onderaan de show notes van deze podcast op www.reputatiecoaching.nl/65.
Iedereen weet dat Google ooit is begonnen met het bepalen van de posities van webpagina’s in de zoekresultaten op basis van inkomende links naar de desbetreffende pagina, in relatie tot uitgaande links enzovoorts. Ik zal je niet vermoeien met het initiële algoritme.
Maar Google heeft door de jaren heen veelal op adequate wijze de kwaliteit van de zoekresultaten aanzienlijk verbeterd in de ogen van veel Internetters, maar minder in de ogen van de blackhat SEO-experts. Deze laatsten zagen hun pagina’s namelijk wegzakken naar de eeuwige magneetvelden, waardoor hun inkomsten tot om en nabij het nulpunt werden gereduceerd.
Matt Cutts bracht afgelopen week een video uit, waarin hij vertelt over een interessant experiment dat Google heeft uitgevoerd… De specialisten van de zoekgigant hebben onderzocht hoe de zoekresultaten eruit zouden zien, als Google het hele mechanisme van inkomende links naar content op het web overboord zou zetten. De video heb ik in de show notes opgenomen:
Ondanks de spam die er nog steeds is op Internet, zijn backlinks toch nog steeds een belangrijke maatstaf voor het bepalen van kwalitatief goede zoekresultaten. Dus de komende tijd zal Google niet zo 1–2–3 de ranking omgooien, waarbij backlinks totaal worden genegeerd.
Het verdienen van backlinks blijft dan ook nog steeds een belangrijke zaak. Dat houdt dus in dat je niet moet proberen zoveel mogelijk irrelevante links naar je content te creëren, maar dat je kwalitatief goede content moet blijven produceren, die door mensen wordt gewaardeerd en gedeeld. Partieel zal men de content dan delen op social media, en deels ook door middel van links naar je content. Zo verdien je je backlinks op een manier die Google graag ziet, het zogenaamde “link earning”…
Eerder deze podcast had ik het al over de Google Glass. Deze bril van Google is nog niet voor het grote publiek beschikbaar, maar alleen voor de zogenaamde Google Glass Explorers. De bril is sowieso nog niet in Nederland te koop in de winkels en ook niet online. Als je ’m online wilt kopen, dan moet je een Amerikaans adres hebben en aan nog een paar ander eisen voldoen.
Inmiddels is er al wel een nieuw woord ontstaan, dat van toepassing is op mensen die niet respectvol omgaan met Google Glass. Deze mensen worden toepasselijk “Glassholes” genoemd. Om niet te worden bestempeld als een “Glasshole” heeft Google een lijst van “Do’s & Don’t’s” gepubliceerd. Ik vond het wel leuk om die als laatste topic van deze podcast met je te delen, zodat je ze alvast kunt laten bezinken tot de Google Glass naar Nederland komt.
Wat je wel kunt doen (do’s)
Wat je niet moet doen (Don’t’s)
Met deze interessante video van Matt Cutts en de tips om te voorkomen dat mensen jou een “Glasshole” vinden, komen we dan weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Deel ‘m op Twitter, like ‘m op Facebook of geef een “+1” op Google+. Het zou helemaal super zijn, als je een bericht achterlaat op iTunes of LinkedIn.
Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je reageren onderaan de show notes op www.reputatiecoaching.nl/65 of je kunt een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 65 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Vandaag werd ik erop attent gemaakt dat een website niet zou zijn gelinkt aan een zakelijke Google+ pagina. Het fenomeen was mij ook wel eens terloops opgevallen, maar ik had er nooit aandacht aan besteed. Het bleek namelijk dat het woord “Website” wel clickable is in het 7-pack dat wordt getoond, maar niet als je de details bekijkt…
Dan is het woord “Website” grijs en niet clickable. Omdat ik dat vreemd vond, heb ik een goede twintig andere sites bekeken in de lokale zoekresultaten: verschillende soorten bedrijven en verschillende plaatsen. Maar voor alle gecontroleerde vermeldingen was het hetzelfde: op het hoofdscherm is het woord wel gelinkt, maar in het detailscherm niet (en dus niet klikbaar).
Vooralsnog heb ik hier geen verklaring voor. Ik heb alles gecontroleerd: of de sites geclaimd waren, gekoppeld aan de website, gekoppeld met Webmaster Tools etc. Maar met geen enkele mogelijkheid kreeg ik het woord “Website” als link in het detailscherm te zien.
Heb jij voorbeelden van sites die wel gelinkt zijn in het vervolgscherm? Laat het hieronder weten, dan gaan we uitzoeken wat het verschil is.