Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Laatst vond ik de honderdste podcast een mijlpaal en ook deze aflevering is best een mijlpaaltje. Want met 52 weken in een jaar, betekent dit dat ik nu precies twee jaar de ReputatieCoaching Podcast uitbreng! Zometeen even kort wat statistieken… En eerder deze week meldde ik je dat www.reputatiecoaching.nl nu officieel volgens Google “mobile-friendly” is. Een paar weken geleden heb ik wat adviezen gegeven voor het beter positioneren van een babywinkel in Noord-Holland… De adviezen werpen nu al vruchten af!
Vanaf de zomer 2015 kun je gratis een SSL/TLS-certificaat voor je website krijgen. Waar en hoe? Dat vertel ik je zometeen! Verder adviseert Forrester om niets zakelijks meer te doen met Facebook en Twitter en ik sluit de podcast van vandaag af met 14 tips om je mailinglist te laten groeien.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit helpt je om je bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/104. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen, wandelen of trainen in de sportschool.
Vorige week vertelde ik je dat ik de Sitelinks Search Box in elk geval technisch had gerealiseerd. Dat klopte. Wat echter niet klopte, was de verwachting die ik uitsprak dat het gemiddeld zo’n 48 uur duurt, voordat de search box zichtbaar wordt. Want inmiddels ben ik ruim een week verder en is de search box nog steeds niet zichtbaar in de zoekresultaten, niet voor Allround Fotografie en ook niet voor ReputatieCoaching.nl.
Ik ben eens verder gaan lezen en kwam op Google+ een citaat tegen van Pierre Far, een Google Webmaster Trends Analyst. Hem werd gevraagd of je gegarandeerd de sitelinks search box te zien krijgt, als je alles implementeert, zoals Google dat eist.
Pierre antwoordde met als korte versie voor een antwoord: “Nee”. Maar het ligt iets genuanceerder en intelligenter dan dat.
Hij zegt ook dat veel webmasters een zoekmogelijkheid op hun site implementeren, naarmate de site groeit doordat er meer en meer content wordt gepubliceerd. Dat probeert Google na te bootsen in haar algoritmes. Die kijken dus naar veel signalen, die zowel gerelateerd zijn aan de site en aan de specifieke zoekopdrachten waarvoor de site wordt vertoond. Op basis daarvan wordt bepaald of de search box zichtbaar wordt of niet.
Dit betekent dus dat je de markup moet toevoegen als je een site-specifieke zoekmogelijkheid hebt. Op die manier stel je de zoekmachines in staat om naar de zoekfunctie te wijzen, als er voldoende reden is om die te vertonen.
OK, dus op basis hiervan kan ik me voorstellen dat er sowieso geen search box wordt vertoond voor Allround Fotografie. Want hoewel daar een flink aantal fotoreportages worden vertoond, is de content op zich vrij dun.
Aan de andere kant acht ik de kans dat de search box wordt vertoond voor www.reputatiecoaching.nl dan ook een stuk groter. Daar heb ik meer dan 200 posts en in totaal meer dan 400.000 woorden. Om je een idee te geven: het aantal woorden in het Oude Testament in de Bijbel bedraagt 592.419. Daarmee vergeleken zit ik dus al over de 80%.
Ik heb voor de site geen Concordantie nodig om alle content te ontsluiten, maar een sitelinks search box zou wel handig zijn…
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Ik zei het al in de intro: de ReputatieCoaching Podcast bestaat twee jaar. En zojuist vergeleek ik de omvang van de content met die van het Oude Testament. De plugin “Word Stats” vertelde mij, dat ik voor het live gaan van deze 104e podcast in totaal 408.987 woorden heb gepubliceerd op de site.
Ook vertelt de plugin iets over de leesbaarheid van de berichten. Daarvoor worden verschillende algoritmes gebruikt. Het blijkt dat 96% van mijn berichten qua leesbaarheid “intermediate”, ofwel gemiddeld, scoort.
Mijn piekmaand qua tekstproductie is februari 2014, toen heb ik 22.347 woorden gepubliceerd. Op het moment zit ik gemiddeld zo rond de 16.000 woorden per maand.
Het aantal unieke bezoekers neemt ook fors toe. Het groeit nu al maandenlang met gemiddeld 9% per maand. Natuurlijk zou iedereen zijn of haar content het liefst altijd meteen viraal willen zien gaan. Maar dat is gewoon een utopie. Jezelf op de kaart zetten met goede content om zo een groep trouwe lezers op te bouwen kost tijd en energie.
Hetzelfde geldt voor de podcast. Ook daar zie ik een gestage groei, waar ik tevreden over ben.
Ik heb de indruk dat lezers van Nederlandstalige weblogs veel minder de interactie opzoeken met de blogger, dan Engelstalige lezers. Op Engelstalige sites zie je veel meer reacties op blogposts. Ik heb geen idee of dat te maken heeft met onze cultuur of met onze manier van contentconsumptie.
Heb jij een weblog? En heb jij veel interactie met je doelgroep? Wat doe jij om interactie met je doelgroep op je blogartikelen te realiseren? Vertel het onderaan de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/104.
Vorige week vertelde ik ook over de nieuwe rankingsignalen van Google en dan met name met betrekking tot de mobielvriendelijkheid van je site. Het blijkt dat Google de mobielvriendelijkheid van je site dus gaat meewegen in haar algoritmes die de positie van je webpagina’s in de zoekresultaten bepalen.
Vorige week vertelde ik je ook al dat www.reputatiecoaching.nl door de “Mobile Friendly Test” van Google kwam. En eerder deze week ben ik eens gaan experimenteren met de instellingen op mijn iPhone. Ik heb de taalinstellingen voor Google gewijzigd in Engels. Daarna ging ik op zoek naar “ReputatieCoach” en zag dat in de Engelstalige resultaten de site ook al daadwerkelijk wordt aangemerkt als “Mobile-friendly”.
Twee dagen geleden heb ik hier een kort artikeltje over gepubliceerd: “ReputatieCoaching.nl is ‘Mobile-Friendly’ volgens Google!”.
Gisteren kreeg ik een vraag van Dennis, de tandarts uit Culemborg. Hij schreef mij het volgende:
Hoi Eduard,
Gaat er hier iets mis? Zie de verschillende tekst onder tpculemborg.nl op de iphone en op de pc/ie9
Zie screenshot.De tekst hoort toch uniform weergegeven te worden op alle apparaten?
Met vriendelijke groet, Dennis
Mogelijk is het jou ook wel eens opgevallen, dat je met dezelfde zoektermen op verschillende apparaten of zelfs in verschillende browsers op dezelfde computer, verschillende toelichtende teksten ziet onder de URL in de zoekresultaten.
In de prehistorie van de zoekmachines werd daar de META-tag “description” vertoond, maar dat is al lang niet meer het geval.
De tekst die Google bij je paginavermelding vertoont is van veel factoren afhankelijk, waaronder: je zoekgeschiedenis, het feit of je bent ingelogd op Google+ of niet, het apparaat waar je op zoekt, de browser waar je mee zoekt enzovoorts.
Wat je namelijk ook al helemaal niet weet, is waar je zoekopdracht precies wordt uitgevoerd, in welk land, in welk datacenter, in welk cluster van computers en op welke CPU. Ook dat varieert continu. Daarnaast spelen ook continu het zoek- en klikgedrag van andere Internetters, alsmede signalen uit de social media en weet ik wat welke andere factoren een rol.
Dus je moet niet raar opkijken dat je dus verschillende resultaten te zien krijgt voor dezelfde zoektermen op verschillende apparaten.
Dennis, ik hoop dat ik je vraag hiermee voldoende hebt beantwoord.
Brenda Kok ken je nog wel: ik had haar een tijdje geleden in de podcast, waarin ik haar onder andere interviewde over videomarketing. In het gesprek voorafgaand aan dat interview hebben Brenda en ik gezellig gekletst over lokale SEO. Daarbij werd haar nieuwsgierigheid geprikkeld.
Een goede vriendin van haar heeft namelijk een babywinkel in Noord-Holland en ze helpt haar vriendin af en toe met het beter laten scoren van die babywinkel in de zoekresultaten. Om organisch goed te scoren met een lokale winkel adviseer ik ondernemers zich altijd eerst te focussen op lokale SEO, dus het goed scoren in de lokale zoekresultaten. Want vaak gaat een significante stijging in de lokale resultaten gepaard met een stijging in de organische zoekresultaten.
Zo ook hier. Brenda en ik hebben na het interview af en toe nog overleg over de acties. En ook doe ik soms nog wat onderzoek hier en daar en dan meld ik dat in bestanden die staan in een gedeelde folder op Google Drive. Ook geef ik wel eens concrete adviezen over het aanpassen van een HTML title et cetera.
Het gemakkelijke van die werkwijze vind ik namelijk dat je zelfs tegelijkertijd in documenten en spreadsheets kunt werken en ze ook niet steeds via mail of een ander mechanisme hoeft te delen. Elke wijziging die wordt aangebracht kan zelfs iemand aan de andere kant van de wereld in real-time volgen!
Helaas heb ik geen screenshot van de tijd voordat Brenda met mijn adviezen aan de slag is gegaan. Maar inmiddels staat de babywinkel op de relevante zoektermen al op de “B”-positie in de lokale resultaten en scoort de website zelfs de tweede plaats in de organische resultaten op Google!
Nu zegt een positie natuurlijk niet bijster veel voor een ondernemer. Wat wel een rol speelt is het aantal bezoekers dat op een website komt en natuurlijk wat onder de streep aan omzet en winst wordt gegenereerd. In de korte tijd dat er aan deze site wordt gewerkt ziet de vriendin van Brenda al daadwerkelijk een stijging in webverkeer en omzet. Dus dat is een positief teken!
Hieruit blijkt wederom dat je vaak met een aantal relatief simpele acties een significant resultaat kunt bewerkstelligen. En ja, de winkel staat nu op “B”, maar doel is natuurlijk om die op de “A”-positie te laten landen. Keep you posted!
Een tijdje geleden vertelde John Mueller van Google dat het bieden van een beveiligde SSL-verbinding met je site een ranking factor is die meespeelt in het bepalen van de positie in de zoekresultaten. Tegelijkertijd deelde hij ook mee dat het effect ervan minimaal is en waarschijnlijk voor niemand echt zichtbaar.
Maar om op je website HTTPS te bieden heb je een zogenaamd SSL-certificaat nodig. Die kun je zelf uitgeven, maar als je dat doet, dan krijgen bezoekers vaak een waarschuwing dat het geen officieel erkend certificaat is, die is uitgegeven door een officieel erkende instantie. En het nadeel van officiëel erkende SSL-certificaten is dat ze geld kosten. Vaak € 100 of meer per jaar.
Daar komt nu verandering in. Want de EFF (dat staat voor “Electronic Frontier Foundation”) heeft een nieuwe organisatie opgericht, met de naam “Let’s Encrypt”. In het artikel “New, Free Certificate Authority to Dramatically Increase Encrypted Internet Traffic” kun je lezen dat deze nieuwe organisatie vanaf de zomer 2015 gratis certificaten gaat uitgeven voor webservers om beveiligde verbindingen mogelijk te maken.
Let’s Encrypt wordt gecontroleerd door de ‘Internet Security Research Group’ en werkt samen met onder andere Mozilla, Cisco Systems Inc., Akamai, EFF en andere bedrijven en organisaties.
De basisprincipes van Let’s Encrypt zijn:
Het is dus nog even wachten, maar over een paar maanden kun jij dus ook gratis een officieel certificaat voor je website aanvragen om daarmee alle verkeer van en naar je website te kunnen versleutelen, zodat in principe “niemand” je meer kan afluisteren.
Je kunt het niet zien, maar tijdens het inspreken van deze podcast maakte ik zojuist in de lucht van die aanhalingstekentjes bij het woord “niemand”. Want ik heb natuurlijk geen idee waar organisaties als de NSA en andere veiligheidsorganen allemaal toe in staat zijn. In elk geval wordt het voor bijvoorbeeld mensen in een Internetcafé heel moeilijk om jouw verkeer te onderscheppen en de decoderen.
Nog steeds zijn er ondernemers bij wie het bedrijfsresultaat geheel afhankelijk is van de toppositie in de zoekresultaten. Zodra resultaten wijzigen stappen met name Amerikaanse bedrijven naar de rechter om bijvoorbeeld Google te beschuldigen van monopolistische praktijken en wat dies meer zij.
Waar we in Europa Google en andere zoekmachines aan banden leggen, is door de rechtbank in San Fransisco uitgesproken, dat Google met de zoekresultaten alles mag doen en ze op elke gewenste manier mag weergeven zoals het haar goeddunkt. Google heeft in de Verenigde Staten ook alle vrijheid van meningsuiting in de zoekresultaten.
Dit was vorige week te lezen in het artikel “Google has free speech right in search results, court confirms” op GigaOM. Vooral in de Verenigde Staten is dit een belangrijke uitspraak. Want bedrijven als Yelp en TripAdvisor beschuldigen Google van het boycotten van hun content in de zoekresultaten.
Volgens een onderzoek van de Global Web Index (afgekort “GWI”) is Tumblr in de afgelopen zes maanden het snelst groeiende sociale netwerk. Het aantal gebruikers groeide in die periode namelijk met 120%.
Het minst snel groeiende sociale netwerk is… Facebook! Dat is op zich wel logisch, want met meer dan een miljard gebruikers is er niet zo bijster veel ruimte om nog echt hard te groeien.
Pinterest staat op de tweede plaats, met een groei van 57%, gevolgd door Instagram, LinkedIn ,Twitter, YouTube en Google+.
En wat bij Tumblr het snelste groeit, is het aantal video posts. Dat groeit namelijk tweemaal zo hard, als berichten met foto’s. Als jij bezig bent met video, zou je dan ook eens serieus moeten overwegen om je video’s ook op Tumblr te posten, omdat een deel van je doelgroep zich best wel eens op Tumblr zou kunnen bevinden.
Nu ik het over Tumblr heb: heb jij een account op Tumblr? Ben je er actief? Of ben je er veel te vinden als informatieconsument? Vertel het me onderaan de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/104.
In het rapport van GWI waar ik het zojuist over had kun je ook lezen dat 64% van de internetters in de leeftijd van 16 tot en met 19 in het Verenigd Koninkrijk en de VS steeds minder Facebook gebruiken. De hoofdreden hiervoor is dat ze het “saai” vinden worden en dat het niet meer zo “cool” is, als het in het begin was.
Steeds meer mensen gebruiken Facebook passief; dat wil zeggen dat ze wel de updates lezen, maar minder foto’s posten en elkaar berichten sturen. Deze laatste twee activiteiten zijn zo’n 20% gedaald.
Desalniettemin heeft gemiddeld 80% van de Internetters buiten China een Facebook account en in Latijns Amerika is dit zelfs 93%!
Wat opmerkelijk is, is dat maar liefst 91% van de Internetters in de categorie van 16 tot 64 jaar vorige maand YouTube of Facebook of Twitter of Google+ bezocht. En maar liefst 19% bezocht alle vier de sociale mediaplatformen!
En we gaan nog even door met de social media. Nate Elliot van onderzoeksbureau Forrester publiceerde vorige week het rapport “Social Relationship Strategies That Work”. Het volledige rapport kost US$499, als je het helemaal wilt inzien. Maar je kunt er genoeg informatie over vinden op Internet.
De ondertitel van dit rapport is niet voor niets: “How To Succeed In Social As Organic Reach Falls Toward Zero”. Dat zegt genoeg, zeker als je dat combineert met de titels van hoofdstukken, als “Your Social Relationship Strategies Aren’t Working” en “Facebook And Twitter Are No Longer The Center Of The Social Universe”.
Nate Elliot beweert dat bedrijven veel teveel aandacht en budget spenderen aan het creëren van een following op Facebook en Twitter. Dit is nagenoeg zinloos, doordat updates op Facebook meestal minder dan 2% van alle fans bereiken. En dat getal was nota bene van februari 2014. Inmiddels ligt het percentage nog lager en per januari 2015 gaat het zelfs nog verder omlaag.
Dat is het gevolg van de maatregel die Facebook bijna twee weken geleden heeft aangekondigd. Dat kun je lezen in het artikel “News Feed FYI: Reducing Overly Promotional Page Posts in News Feed” op het Facebook blog.
En de betrokkenheid van de fans is extreem laag: op Facebook reageert 0.073% van de fans, terwijl dit op Twitter nog minder is, namelijk: 0.035%!
Als je deze getallen hoort of leest, dan geeft dat meer context aan de uitspraak van Forrester en snap je ook dat jij als ondernemer beter je pijlen kunt richten op andere kanalen dan Facebook en Twitter.
Welke dat zijn? Volgens hetzelfde rapport creëer je veel meer betrokkenheid op platformen als Instagram en Pinterest. Uit cijfers die in het rapport staan, blijkt dat de engagement per volger op Instagram 58 maal hoger ligt dan die op Facebook en zelfs 120x hoger dan die op Twitter.
Een ander advies uit het rapport is om je mailinglist verder uit te bouwen. Want het blijkt dat in de Verenigde Staten volwassenen tweemaal zo snel zich abonneren op een mailinglist, dan dat ze een fan worden van een bedrijf op Facebook. Als je daarbij optelt dat gemiddeld zo’n 90% van je e-mails worden bezorgd bij je abonnees, versus die magere 2% of minder op Facebook, moet de keus voor jou toch makkelijk worden. Dus als je moet kiezen voor een abonnee op je mailinglist of voor een fan op Facebook, kies dan elke keer voor een abonnee op je mailinglist!
Op de site van Wall Street Journal kun je een aantal leuke reacties lezen op deze berichtgeving dat Facebook en Twitter vrijwel zinloos worden voor bedrijven. Ik geef je er een paar:
Als je besluit aan het werk te gaan om je mailinglist verder uit te bouwen, dan heb ik 14 tips voor je, om je daarbij of daarmee te helpen:
Ik ben niets roomser dan de paus, trouwens! Ik heb op dit moment ook nog moeite met het onderhouden van mijn mailinglist. Er komen wel nieuwe abonnees bij, maar ik ben me ervan bewust dat hier nog ruimte is om te verbeteren, evenals op zoveel andere fronten. Maar goed, al doende leert men! En helaas gaan er nog maar steeds slechts 24 uur in een dag!
Hoedanook ga ik in elk geval met deze tips aan de slag voor mijn eigen mailinglist! En jij? Heb jij een actieve of inactieve mailinglist? Vertel er eens iets over!
Met deze 14 tips om je mailinglist te laten groeien, kom ik dan weer aan het einde van de podcast van deze week.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 104 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Vorige week vertelde ik je in podcast 103 over de “Mobile-Friendly Test” van Google: een tool waarmee je kunt testen of jouw website vriendelijk is voor mobiele apparaten.
Dat houdt dus in dat Google vindt dat de site goed weergegeven kan worden op mobile devices, zoals smartphones. Dat kun je dus realiseren door een aparte mobiele site te maken, hetgeen vaak veel extra onderhoud vergt, of gebruik te maken van responsive webdesign. Voor www.reputatiecoaching.nl gebruik ik een responsive theme van StudioPress.
De “Mobile Friendly Test” van Google vertelde mij vorige week al dat mijn site inderdaad mobile-friendly is. Helaas zie je in de Nederlandstalige zoekresultaten nog geen vermelding hiervan…
Maar, als je de taalvoorkeuren van de browser op je smartphone verandert in het Engels, dan zie je de tekst “Mobile Friendly” wel verschijnen, als je gaat zoeken! Kijk maar naar onderstaand screenshot:
Je weet dat Google dit als een ranking signaal gaat gebruiken, toch?
Dus komt jouw website nu ook als mobile-friendly in de zoekresultaten? Laat hieronder je reactie achter!
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
In Winterberg (Duitsland) is men nog niet zichtbaar actief met reviews. Dat ervoer ik afgelopen weekend. En dan lijkt het erop, alsof we in Nederland binnenkort ook de carrousel voor lokale resultaten gaan krijgen, terwijl Google in de Verenigde Staten is begonnen de carrousel weer weg te halen. Het wordt er niet duidelijker op. Maar wat verandert er dan wellicht in de toekomst? Ik vertel het je zometeen!
Ik ben aan het experimenteren met de zogenaamde “sitelinks search box”; dat is het volgende onderwerp voor vandaag. Websites die mobielvriendelijk zijn, worden binnenkort mogelijk hoger vertoond in de zoekresultaten. Dat heeft Google eergisteren aangekondigd. Twitter heeft afgelopen week aangekondigd alle tweets ooit te ontsluiten met een nieuwe, eigengebouwde zoekmachine en ik sluit de podcast voor vandaag af met 23 minder bekende toepassingen voor Twitter lists.
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Hierdoor zet je je bedrijf en jezelf beter op de online kaart.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/103. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio103. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen, wandelen of trainen in de sportschool.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Degenen die mij volgen op Instagram of Facebook hebben kunnen zien dat ik afgelopen weekend er even tussenuit was. Samen met mijn vrouw Suzanne ben ik naar Winterberg in Sauerland (Duitsland) afgereisd. Daar hebben we twee nachten overnacht in een hotel. Overdag hebben we veel gewandeld en veel in de omgeving bekeken. We hebben zelfs nog even in de sneeuw gestaan, ook al was dat kunstmatige sneeuw.
Tussendoor hebben we links en rechts gegeten en gedronken. Wat mij opviel was dat we eigenlijk nergens iets zagen wat riekte naar het opbouwen van een reputatie of het onderhouden van contacten via de social media. Bij geen enkele winkel in de hoofdstraat van Winterberg zag ik een Foursquare of Yelp sticker, noch enige andere associatie met een review site.
Geen enkel restaurant waar we zijn geweest communiceerde actief de Facebookpagina of probeerde fans te werven. Ook zagen we nergens QR-codes of URLs waar we reviews konden achterlaten.
In deze tijd kun je je dat toch niet meer voorstellen! Ik zou denken dat alle etablissementen in een populair dorp als Winterberg juist elkaar in figuurlijke zin zouden “doodconcurreren” op dit gebied.
Het kan natuurlijk zijn dat mij iets is ontgaan, maar ik ben in elk geval geen enkele poging om een review te verkrijgen of om een fan te werven, tegengekomen.
Van ons weekendje weg naar Winterberg kom ik op een andersoortige reissite: een site met tips en aanbiedingen uit een bepaalde regio in een land. De details doen op dit moment even niet terzake.
Ik werd benaderd om adviezen te geven over hoe deze site, die eigenlijk enig in zijn soort is, beter gevonden kan worden, zonder een complete linkwervingscampagne op te hoeven starten etc.
Tja, mijn mantra om jezelf op Internet te onderscheiden is nog steeds “Content is king”. Dus in essentie was mijn advies ook om meer relevante, interessante, unieke en geografisch georiënteerde content te publiceren. Ik ben ervan overtuigd dat je uiteindelijk links naar je site gaat verdienen, als je publiek vindt dat je goede content produceert.
En zeker als je een site uit de reisbranche wilt laten scoren, dan volstaat het niet als je eens per twee weken of zo eens een nieuw berichtje post. Zoekmachines zien jouw site dan meer als een soort semi-inactief persoonlijk weblog.
Ik heb de beller om te beginnen verteld over de essentie van goede, unieke, relevante en interessante content. Vervolgens ben ik wat meer de diepte in gegaan. Zo heb ik onder andere de volgende adviezen gegeven die mijns inziens snel tot enig resultaat kunnen leiden, maar waar veel mensen niet zo gemakkelijk op komen:
De beller verkeerde ook nog in de veronderstelling dat zij massaal links moest gaan verzamelen. Dat heb ik gelukkig uit haar hoofd kunnen praten met het argument dat je tegenwoordig links moet verdienen op basis van de kwaliteit van de content die je aanbiedt.
Het viel haar aardig rauw op het dak dat ze wekelijks toch wel een paar nieuwe artikelen zou moeten publiceren, wil ze de site de aandacht laten krijgen die hij volgens haar verdient.
Ze gaat nu brainstormen wat ze van mijn adviezen zoal kan realiseren en wie ze daarvoor kan inschakelen. Want zelf is ze druk bezig met diverse andere zakelijke activiteiten. We hebben afgesproken om binnen nu en ongeveer een week weer contact te hebben. Dan zou ze met een aantal concrete uitwerkingen komen op basis van mijn suggesties en ik hoop dat ik haar dan verder op weg kan helpen.
Tot zover over de promotie van een reis-informatie-site.
Laatst had ik de lokale Google carrousel voor het eerst in de Nederlandstalige zoekresultaten op google.nl gespot. Daar heb ik toen ook meteen een video van gemaakt. Lange tijd heb ik geroepen dat de carrousel ook naar Nederland zou komen. En ja, in zekere zin heb ik daar dus gelijk in gekregen.
Maar inmiddels is de carrousel in de Verenigde Staten alweer op zijn retour! De markt was er niet blij mee en ook Google wilde naar een andere weergave van lokale bedrijven. Daar is het nu mee begonnen, lijkt het.
Want in een aantal marktsegmenten zie je nu dus geen carrousel meer. Zo zie je voor restaurants bijvoorbeeld een afbeelding, zoals ik die in de show notes heb opgenomen:
Let wel, dat ook deze weergave vooralsnog niet in Nederland beschikbaar is.
Mede gelet op het feit dat de carrousel in de achtergrond in Nederland en ook in andere landen enigszins zichtbaar wordt, denk ik dat Google bezig is haar output in een groot aantal landen gelijk te trekken. Dus eerst wordt de carrousel ook hier zichtbaar, waarna bijvoorbeeld met CSS deze later anders weergegeven wordt, op de wijze, zoals je die in de afbeeldingen hiervoor hebt gezien.
Op die manier gaat Google meer eenduidigheid uitstralen en zo kan ze ook waarschijnlijk kosten besparen, omdat er minder verschillende versies van de software en/of stylesheets etc. onderhouden hoeven te worden.
Nu ik het toch over Google heb… Heb jij al een sitelinks search box in de zoekresultaten? Nou, ik had er al wel over gelezen, maar ik had hem nog niet. En ik heb de sitelinks search box ook nog niet. Maar ik heb eerder deze week wel de vereiste actie ondernomen, om mijn kans dat die wordt vertoond, te vergroten.
Om te beginnen: wat is de sitelinks search box? Dit is een extra zoekveld, dat je krijgt in de zoekresultaten, als er bij jouw website vermelding de zogenaamde sitelinks worden vertoond. In de show notes heb ik een afbeelding opgenomen, waarop je een voorbeeld van sitelinks kunt zien:
Begin september heb ik voor het eerst over de sitelinks search box gelezen. Op het Google Webmaster Central Blog werd toen op 5 september een artikel gepubliceerd, met de titel “An improved search box within the search results”. Daarin werden toen screenshots van een mobiele weergave vertoond. Later doken er ook screenshots van desktopversies op.
Het komt erop neer dat Google een tweede zoekveld vertoont in de zoekresultaten, als er bij jouw site de zogenaamde sitelinks worden vertoond. Dat is het gemakkelijkste te testen door je bedrijfsnaam in te toetsen, zoals ik in de afbeelding van de sitelinks voor Allround Fotografie heb gedaan.
In dit zoekveld kun je dan een zoekterm ingeven voor de desbetreffende site. Als je dan op ENTER klikt, wordt de zoekpoging op die site uitgevoerd en worden de relevante resultaten vertoond.
Om dit in te stellen moet je een paar zaken regelen op je site. Zo moet je een site-eigen zoekmogelijkheid hebben op de homepagina van je site. Vervolgens moet je wat extra code in het header-deel van je site opnemen.
Op diverse sites las ik dat het daarna gemiddeld tot zo’n 48 uur kan duren, tot de sitelinks search box verschijnt. Nu heb ik zo’n 36 uur geleden de vereiste code op de site gezet en tot net vóór het inspreken van de podcast was die nog niet te zien. Ik wacht dus geduldig. Het is volgens mij in dit geval niet zo dat het alleen voor Engelstalige sites beschikbaar is. Want als je in Google “zalando” invoert, zie je precies wat ik bedoel:
Dus het is ook beschikbaar voor Nederlandstalige sites. Zoals elke keer als ik een experiment uitvoer, zeg ik ook nu weer: “Zodra ik nieuws erover heb, laat ik je het weten!”…
Ik vertelde je al in podcast 65 dat ik Google+ voor mijn site www.reputatiecoaching.nl gebruik als een Content Delivery Network, afgekort “CDN”, voor vrijwel al mijn afbeeldingen. Hoe ik dat doe, wil ik je in deze podcast kort uitleggen. En ik zal er binnenkort ook een instructievideo over maken.
Maar waarom zou je überhaupt de afbeeldingen in jouw berichten, op jouw website, vanaf een andere website willen laten vertonen?
Om te beginnen scheelt dat bandbreedte op de server, waar jouw website op staat. Daardoor kan de webserver meer gelijktijdige bezoekers bedienen. En natuurlijk kost het je minder opslag op je webserver. Een bijkomend voordeel is, vooral als je een beperkte bandbreedte hebt bij je hosting provider, dat deze zo minder snel opgesoupeerd wordt. Want bijna altijd is de grafische content veel groter, dan de tekstuele content van een webpagina.
Bovendien hebben Content Delivery Networks meestal servers in diverse werelddelen staan, waardoor de bestanden over het algemeen sneller geladen zijn door gebruikers uit de buurt. Ook zijn CDN’s geoptimaliseerd voor snelheid en om dat te doen, waar ze voor staan: content zo snel mogelijk sturen naar degene die erom vraagt.
Webpagina’s waarin afbeeldingen zijn opgenomen, die fysiek op een CDN staan, laden dus veelal sneller. Dat komt ook, doordat de meeste webbrowsers slechts een beperkt aantal simultane verbindingen naar één en dezelfde webserver kunnen openen, om te voorkomen dat de desbetreffende webserver overladen wordt.
Een heel bekend CDN is Akamai, dat was ook één van de eerste bedrijven die pionierde met Content Delivery in de hele wereld. Bedrijven als Apple, Adobe, Microsoft, BBC, Honda, Sony, Fiat, Rabobank en andere grote namen hebben hier jarenlang gebruik van gemaakt. Sommige gebruiken het nog steeds, terwijl ik het gerucht heb gelezen dat Apple bezig is met een eigen Content Delivery Network op te bouwen.
Een paar andere bekende CDN’s zijn:
En als je gaat zoeken, kun je er zo nog tientallen vinden. Maar eigenlijk hebben al die diensten één ding gemeen… Dat is dat ze geld kosten! Vaak veel geld!
Stel nu eens dat je helemaal GRATIS een supersnel en wereldomvattend CDN kunt gebruiken? Een CDN dat laagdrempelig is, gemakkelijk in gebruik en binnen het bereik van vrijwel elke webmaster ligt?
Welkom in de mooie wereld van Google+! Ik gebruik Google+ inmiddels al ongeveer een jaar voor het hosten van alle afbeeldingen die ik in mijn weblogartikelen en podcasttranscripties plaats. En tot mijn volle tevredenheid! Webpagina’s laden snel, evenals de afbeeldingen.
Om te beginnen moet je een Google+ account hebben, ofwel een persoonlijk Google+ profiel, of een Google+ pagina. Zo heb ik voor ReputatieCoaching een aparte Google+ pagina, die je trouwens kunt vinden op: plus.google.com/+ReputatieCoachingNL. Daar sla ik de afbeeldingen op, die ik in de artikelen gebruik. Natuurlijk zorg ik ervoor dat afbeeldingen welluidende bestandsnamen hebben, die bij voorkeur wat relevante zoektermen bevatten.
Maar voordat ik de afbeeldingen upload, optimaliseer ik ze eerst met compressor.io. De instructievideo hiervoor heb ik nogmaals opgenomen in de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/103:
Ik vind overigens het verkleinen van de resolutie en de bestandsgrootte van een afbeelding normaliter een goede gewoonte, om zo de bandbreedte te beperken, de laadtijd van pagina’s te verkorten en dus de gebruikerservaring te verhogen. Maar… Op Google+ upload ik bij voorkeur afbeeldingen met een zo hoog mogelijke resolutie. Waarom? Dat leg ik je zometeen uit.
Laat ik beginnen met het uploaden:
Eenmaal opgeslagen in een map open ik de gewenste afbeelding door erop te klikken:
Daarna open ik de afbeelding met een rechter muisklik in een nieuw tabblad. In dat tabblad zie je in de adresbalk de URL van de afbeelding:
Die selecteer je en kopieer je naar het klembord met CTRL-C (Windows) of CMD-C (Apple). In WordPress kies je op de gewenste plek “Media toevoegen”, waarna je links klikt op “Invoegen via URL”:
Dan plak je met CTRL-V of CMD-V de URL in het veld en eventueel vul je de overige velden van de afbeelding in. Als je dan je pagina bekijkt, zie je dat de afbeelding is opgenomen in je blogbericht, terwijl die jou geen opslagcapaciteit kost en ook geen bandbreedte van je server. Zo simpel is het!
Maar ik had je beloofd uit te leggen waarom ik afbeeldingen eerst met compressor.io in bestandsgrootte verklein en dan in een zo hoog mogelijke resolutie naar Google+ upload. Dat komt, doordat Google zelf afbeeldingen kan verkleinen en de afbeelding in precies de juiste resolutie naar de eindgebruiker kan sturen.
Dat doe je door in de URL iets te veranderen:
Op de afbeelding die je kunt vinden in de show notes van deze podcast op www.reputatiecoaching.nl/103 zie je staan “W” of “S” en dan nog wat getallen en letters. Verander dat in bijvoorbeeld W200 om een afbeelding te krijgen die slechts 200 pixels breed is. Daarmee kun je dus de grootte van de afbeelding aanpassen.
Zo voorkom je dat een te grote afbeelding naar de browser wordt gestuurd, die dan vervolgens daar softwarematig wordt verkleind. Dat is iets wat je koste wat het kost wilt voorkomen.
Mocht je er niet uitkomen, schroom dan niet en post je vraag onderaan de show notes van deze podcast.
Tja, het zat er al een tijdje aan te komen en nu heeft Google het ook daadwerkelijk zelf min of meer bevestigd: mobielvriendelijke sites kunnen hoger gaan scoren in de zoekmachines dan sites die minder goed worden weergegeven op mobiele apparaten… Echt waar!
Google is namelijk begonnen om op mobiele apparaten in de zoekresultaten te laten zien of een site mobielvriendelijk is. Dit heeft Google 18 november jongstleden bekendgemaakt. Je kunt dit nalezen in het artikel “Helping users find mobile-friendly pages” op het Google Webmaster Central Blog.
In de show notes heb ik een screenshot opgenomen, waarin je kunt zien hoe dit er uit komt te zien:
Het komt erop neer dat voor het stukje introtekst onder de URL in de vermelding in de zoekresultaten een grijze tekst wordt vertoond, die luidt: “Mobile-friendly”. Dat is in elk geval, wat Google zegt over de Engelse zoekresultaten.
En Google stelt jou ook in staat om nu meteen te testen of jouw site mobielvriendelijk is. Daarvoor heeft het bedrijf namelijk de “Mobile-Friendly Test” ontwikkeld. De link hier naartoe vind je natuurlijk in de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/103.
Ik heb direct een aantal sites getest, want ik wil natuurlijk wel dat mijn sites het label van mobielvriendelijk krijgen toebedeeld van Google. Gelukkig kwamen alle sites door de test:
Maar diverse andere sites kwamen niet door de test. Zo heb ik de site getest van een luchtballonbedrijf en daarop had Google toch wel wat opmerkingen. Zo meldde de tool onder andere het volgende:
Hoe dit wordt vertoond in de testtool, kun je zien in de show notes:
Maar de tool geeft niet alleen maar commentaar. Het kan je namelijk ook helpen met het mobielvriendelijk maken van je site. Als je advies wilt, kan de tool je op dit moment helpen met sites die zijn gemaakt in één van de volgende Content Management Systemen:
Dat is wel heel vriendelijk van Google. Het geeft maar aan dat het bedrijf je op elke manier wil helpen om ook jouw site mobielvriendelijk te maken. En ik denk dat ze dat alleen maar doet om geen negatieve feedback te krijgen op het moment dat mobielvriendelijkheid van sites gaat meewegen als ranking factor voor de positie in de zoekresultaten.
Want Google sluit het artikel waar ik zojuist naar verwees af met de volgende tekst:
We see these labels as a first step in helping mobile users to have a better mobile web experience. We are also experimenting with using the mobile-friendly criteria as a ranking signal.
Daar heb je het. Als Google zegt dat ze ermee experimenteert… Hmmm… Dan kun je er aardig zeker van zijn dat de testfase al in een vergevorderd stadium is en op het punt staat om live te gaan. Dus, wat ik al zovaak heb geroepen: “Maak je site mobielvriendelijk! Zo snel mogelijk!”.
In het verleden was er een verbinding tussen Google en Twitter, waardoor Google alle tweets van Twitter kon zien en indexeren. Op een bepaald moment in tijd zijn beide partijen uit elkaar gegaan en vanaf dat moment kon Twitter niet meer dan je een zoekmogelijkheid geven in de tweets die niet ouder waren dan een week.
Maar daar komt nu weer verandering in, want Twitter gaat zich opwerpen als een soort van zoekmachine, maar dan zonder hulp van Google: het gaat alle openbare en dus publiek toegankelijke tweets doorzoekbaar maken. Moet je je eens voorstellen wat dat voor schat aan informatie kan ontsluiten!
Yi Zhuang van Twitter (ik hoop dat ik de naam goed uitspreek!) publiceerde eerder deze week een artikel op het Twitter blog, met als titel “Building a complete Tweet index”. Hij schrijft hierin onder andere:
Since that first simple Tweet over eight years ago, hundreds of billions of Tweets have captured everyday human experiences and major historical events. Our search engine excelled at surfacing breaking news and events in real time, and our search index infrastructure reflected this strong emphasis on recency. But our long-standing goal has been to let people search through every Tweet ever published.
Hij schrijft verder dat Twitter erin is geslaagd om de meer dan een half triljoen tweets te doorzoeken met een gemiddelde zoektijd van minder dan 100 ms.
Onderschat het niet: er komen wekelijks een paar miljard tweets bij! Moet je je voorstellen wat dat aan processingkracht en opslag vereist! Ik moet er niet aan denken om een dergelijk systeem te moeten ontwerpen! Gelukkig hoef ik dat ook niet!
Als je werkzaam bent in het ontwikkelen van informatiesystemen, dan zul je smullen van het artikel, waar ik in de show notes naar link. Daarin wordt uit de doeken gedaan hoe het systeem is ontworpen en is opgebouwd.
Het laatste topic voor vandaag gaat ook over Twitter. Op de site van Buffer kwam ik een tijdje geleden een leuk artikel tegen over bijzondere toepassingen van Twitter lists. In podcasts 3, 12 en 35 vertelde ik je al eens over Twitter lists, maar dit artikel op het weblog van Buffer vond ik dermate leuk dat ik het graag met je wilde delen.
Dan nog een algemene tip: Houd de lijsten actueel… Werk ze steeds bij met nieuwe accounts die je tegenkomt of ontvolg accounts die je niet meer aanspreken. En als je merkt dat je een bepaalde lijst lange tijd niet meer raadpleegt, verwijder ’m dan gewoon.
En met deze 23 minder bekende toepassingen voor Twitter lists kom ik dan ook vandaag weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 103 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
Eindelijk ben ik de zachte brom in audio kwijt; daarover zo meer. Google Apps voor Business is allang niet meer gratis en sinds enige tijd kun je mail voor je eigen domein ook niet meer gratis laten binnenkomen op outlook.com of het voormalige hotmail.com. Maar ik heb weer een gratis alternatief gevonden. Waarom zou je als bedrijf een bedrijfspanorama laten maken? Ik geef je 10 goede redenen. Verder adviseer ik je dezelfde profielfoto te gebruiken over alle social media sites voor een hogere AuthorRank. Wat dat is? Dat vertel ik je later in de podcast. De Instagram app laat je nu eindelijk teksten aanpassen en de komende weken worden het “mobielste” seizoen ooit!
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit alles helpt je jouw bedrijf en jezelf als persoon beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/102. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, reizen met het Openbaar Vervoer of terwijl ze trainen in de sportschool.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Misschien is het je in het verleden wel eens opgevallen dat mijn audio een heel zachte brom bevatte, die voornamelijk goed te horen was tijdens de stille passages in de podcast. Ik ergerde mij daar ook groen en geel aan en ik dacht dat ik toch echt alles eraan had gedaan, om de oorzaak van de brom te achterhalen.
Alles was echter tevergeefs. Wel had ik uitgevonden dat de brom er niet was, als de LED-verlichting hier op kantoor uit was. Nu moet je weten dat ik bewegingssensoren op kantoor heb, die het licht automatisch inschakelen als je binnenloopt. En dan blijft het licht aan, tenzij je echt doodstil zit. Dan gaat het na paar minuten uit. Bij het laten bouwen van het kantoor heb ik er niet aan gedacht de mogelijkheid om het licht met een schakelaar uit te kunnen doen, in te laten bouwen.
Wat deed ik bij het opnemen van alle vorige podcasts? Wachten tot het licht uit was, dan inspreken terwijl ik doodstil zat en hopen dat het niet aan ging doordat ik iets bewoog. Dat ging best goed, maar natuurlijk was het niet echt prettig.
Ik had inmiddels al diverse andere snoeren geprobeerd, andere microfoons, maar ook toen ik het nieuwe mengpaneel kreeg, was de brom nog steeds niet weg.
Ten einde raad ging ik naar een lokale elektronicazaak, van Essen Electronics. Daar kreeg ik het advies nog eens alle kabels langs te lopen, te onderzoeken of de brom er nog was als ik de microfoonkabel aan de kant van de microfoon loshaalde, en als ik die aan de kant van het mengpaneel ontkoppelde enzovoorts.
Ik ontdekte dat de brom weg was, als ik de kabel aan de kant van het mengpaneel loshaalde. Toen viel het kwartje en realiseerde ik me, dat het hoogstwaarschijnlijk iets met de kabel moest zijn. Maar die had ik in het verleden ook al eens vervangen… Toch?
Dat was wel zo, maar al speurend in mijn doos met audiokabels zag ik dat ik toentertijd andere kabels van dezelfde fabrikant en hetzelfde type had gebruikt om te testen. Inmiddels had ik ook een andere kabel van een ander merk en ik besloot die te gebruiken voor het verbinden van de microfoon aan het mengpaneel.
En wonder boven wonder: de brom was opeens weg! Al die tijd heb ik helaas nooit een kabel van een ander merk getest! Leermomentje!
Inmiddels heb ik die nieuwe kabel al twee podcasts in gebruik en ik ben echt dolblij dat het probleem nu is opgelost, zonder inzet van allerlei ontstoringsfilters, ruisonderdrukkers en wat dies meer zij. En het is een stuk relaxter inspreken van de podcast, zelfs met het licht aan! Wat een verademing!
Ik heb je al eens eerder verteld dat ik mijn domeinnamen registreer zonder website hosting en ook altijd loskoppel van de mailhosting. Daar heb ik zo mijn redenen voor. Ik heb een dedicated server voor de website hosting; daarom host ik mijn websites niet elders. Ik wil de webserver verschoond houden van al dat mailverkeer en de vereiste opslag. Dientengevolge moet ik voor alle domeinen die ik registreer de mail elders laten binnenkomen. En dan natuurlijk het liefst gratis!
Eerst gebruikte ik altijd Google Apps voor Business. Dat was jarenlang gratis, tot Google er een prijskaartje aan ging hangen. Vanaf dat moment ging ik outlook.com gebruiken, de e-maildienst van Microsoft.
Lang geleden heb ik dan ook een instructievideo gemaakt over het gratis onderbrengen van mail voor je eigen domein bij outlook.com. Maar helaas, inmiddels is dat ook niet meer gratis, evenals Google Apps voor Business.
Als je outlook.com ooit hebt ingesteld voor je eigen domein, dan kun je het gratis blijven gebruiken voor de aangemaakte mailadressen. Je kunt echter geen nieuwe e-mailadressen meer aanmaken, tenzij je betaalt voor de Office 365 dienst. Toegegeven, het kost slechts US$7 per gebruiker per maand, maar met een paar domeinen en diverse mailadressen gaat dat toch in de papieren lopen.
Ik had in het verleden de mail voor bedrijfspanoramas.nl ondergebracht bij outlook.com en toen slechts één mailadres aangemaakt: het info@ adres. Op dat moment had ik gewoon niet meer mailadressen nodig. Maar als gevolg van nieuwe ontwikkelingen had ik eerder deze week drie extra adressen met bijgehorende mailboxen nodig en dat kon ik niet meer instellen bij outlook.com. En opeens US$28 per maand te moeten gaan betalen voor vier Office 365 accounts zag ik ook niet zitten.
Ik ben daarom op zoek gegaan naar een ander gratis alternatief. Die heb ik wederom gevonden! En wel bij Zoho. Zoho is een gratis suite van online diensten, waaronder mail. Tot tien gebruikers is Zoho Mail gratis. Zoho is voornamelijk bekend om haar CRM. Daarnaast biedt het bedrijf nog een breed scala aan andere diensten. Kijk zelf maar eens op de website van Zoho.
OK, bij Office 365 krijg je weliswaar onbeperkte opslag in de cloud en bij Zoho “slechts” 5 GB. Maar voor mail is dat ruim voldoende. Je kunt bij Zoho niet alleen webmail gebruiken, maar je mailbox ook via IMAP en POP3 benaderen. Ook kun je online adresboeken voor alle gebruikers instellen. Ik kan je Zoho Mail echt aanbevelen. Een bijkomend voordeel is dat Zoho je garandeert dat het zowel nu, als in de toekomst geen advertenties zal vertonen. Je blijft dus verschoond van advertenties, ook een welkome bijkomstigheid.
Het aanmaken van een admin account op Zoho mail was binnen twee minuten gepiept, het omzetten van de mailhosting van outlook.com naar Zoho in ongeveer 5 minuten. Ik hoefde slechts een viertal instellingen aan te passen bij mijndomein.nl en vanaf een paar minuten daarna begon de mail te lopen via Zoho. Omdat DNS aanpassingen wereldwijd 72 uur nodig kunnen hebben, laat ik het oude mailaccount nog even actief. Over een paar dagen zal ik de mailhosting bij outlook.com dan daadwerkelijk verwijderen.
Zoho zegt ook goede spam-detectie te hebben. Daar heb ik nog geen ervaring mee, maar de toekomst zal leren hoeveel ongewenste mail ik te zien krijg. En hoe de hele dienst bevalt, zal ik je over een paar weken vertellen.
Ik had het zojuist al over de bedrijfspanorama, ofwel Google Maps Business View. De dienst is al zo’n twee jaar in Nederland beschikbaar en steeds meer bedrijven boeken een bedrijfspanorama voor uiteenlopende redenen.
Maar waarom zou je nu eigenlijk als bedrijf een bedrijfspanorama willen, naast dat het het “hip-gehalte” van je bedrijf verhoogt? Ik geef je tien redenen om zo snel mogelijk een bedrijfspanorama te boeken…
Je kunt zelf met je smartphone en de app “Photo Sphere Camera” provisorische panoramafoto’s online zetten, maar die halen het natuurlijk in de verste verte niet bij de professionele 360º foto’s die een vertrouwde Google Maps Business View fotograaf maakt.
Zojuist noemde ik de Knowledge Graph voor je bedrijf. Weet je niet wat dat is? Bij het vorige topic heb ik een voorbeeld van de desktopversie en de mobiele versie van de Knowledge Graph opgenomen in de show notes. Zoals je ziet is het een blok met extra gegevens over jouw bedrijf, zoals de bedrijfsnaam, de contactgegevens, eventueel knoppen naar de bedrijfspanorama, de openingstijden, een vermelding van de gemiddelde reviewscore, de reviews etc.
Die Knowledge Graph wordt bijvoorbeeld vertoond, als je in Google zoekt op je eigen bedrijfsnaam. Maar wat als er nu helemaal geen Knowledge Graph verschijnt, als je je eigen bedrijfsnaam intypt? Dat is een enorm gemiste kans!
Ik hoor je al vragen: “Eduard, hoe krijg ik een Knowledge Graph voor mijn bedrijf op Google?”. Ik kan je niet garanderen dat je per direct een mooie Knowledge Graph krijgt, maar ik kan je wel op weg helpen je kansen te maximaliseren.
Om te beginnen duurt het meestal een paar weken, nadat je je Google+ Mijn Bedrijf pagina hebt geclaimd, door een PIN-code aan te vragen, tot de Knowledge Graph verschijnt. Ik had het laatst nog met een pianolerares in Zwolle: een goede week nadat ze de ontvangen pincode had ingevoerd, stond de eerste versie van de Knowledge Graph online. Maar ik heb het ook wel eens langer zien duren.
Verder valt of staat het verschijnen van de Knowledge Graph met consistente NAPT-gegevens: letterlijk dezelfde bedrijfsnaam en hetzelfde adres en telefoonnummer op je site, als op je Google+ pagina.
Voor de rest kun je je kansen vergroten door:
Ook al denk je dat het geen zin heeft actief te worden op Google+, omdat je klanten, patiënten, gasten of prospects daar niet zitten, zie je dat het je toch potentieel meer business kan brengen.
Mijn advies is: word nu meteen actief op Google+ om zo meer aandacht te trekken voor je bedrijf in de aanloop van de feestdagen die voor de deur staan. Het is nog niet te laat, begin vandaag nog!
In het verleden heb ik het ook meermalen gezegd, maar omdat ik het essentieel vindt voor het opbouwen van een goede online reputatie, noem ik het nog maar een keertje.
Ik zie het namelijk nog steeds en veel te vaak: belabberde profielfoto’s op de sociale media, die feitelijk in het nadeel van de persoon werken op meerdere fronten. Laat ik eens een paar voorbeelden van slechte of ongeschikte profielfoto’s langslopen en je vertellen wat voor soort foto’s je in elk geval niet moet gebruiken…
Op een goede profielfoto hoort een foto van je gezicht te staan, waarop je gezicht duidelijk zichtbaar is, inclusief je ogen en waarop je gezicht herkenbaar is voor mensen. Maar niet alleen voor mensen… Daar kom ik zo op.
Eerst een korte toelichting, waarom je gezicht goed herkenbaar moet zijn voor mensen en waarom je overal dezelfde profielfoto moet gebruiken… De meest voor de hand liggende reden: het geeft jou een gezicht! Letterlijk! Daarmee kunnen mensen jou herkennen in de verschillende sociale media. Dat draagt bij aan je online reputatie en imago.
En wat mogelijk nóg belangrijker is: eenzelfde profielfoto over alle sociale media waarop je actief bent, voorkomt dat mensen jou verwarren met een naamgenoot. Bijna iedereen heeft wel naamgenoten. Typ je eigen naam maar eens in op Google en bekijk de resultaten op de eerste drie pagina’s die Google je toont. Ik weet 99,9% zeker dat je websites en profielen vindt, waarop jouw naam voorkomt, terwijl het niet over jou gaat.
De kans is natuurlijk aanwezig dat ergens op één van die andere pagina’s een tekst of afbeelding staat, waarmee jij niet blij bent, als die aan jouw persoon wordt gekoppeld.
Welnu, door op alle sociale media, waar jij actief bent, dezelfde profielfoto te uploaden, voorkom je dit soort verwarring en ook ongewilde potentiële reputatieschade.
Maar een andere belangrijke reden waarom je dezelfde profielfoto over alle sociale media, inclusief Google+, Facebook, gravatar.com je weblog en andere sites, is om jou herkenbaar te maken voor zoekmachines.
Vergeet niet: Google heeft een tijdje geleden Authorship uitgeschakeld, maar natuurlijk wil Google in staat zijn de reputatie of ranking van online auteurs te bepalen om zo het kaf van het koren te kunnen scheiden. De kans is groot dat mensen met een hoge mate van autoriteit waardevolle content publiceren, dus kent een zoekmachine als Google daar meer waarde aan toe, dan aan content van iemand die nog nooit iets heeft gepubliceerd of alleen maar waardeloze berichten heeft gepost.
Dit fenomeen heet AuthorRank: een waardering van auteurs op basis van de content die zij hebben gepubliceerd, de hoeveelheid verkeer die die content trekt, de interactie van lezers met die content, de mate waarin de content wordt gedeeld en vast en zeker nog tientallen andere factoren, die je niet eens zo 1–2–3 zou bedenken.
Zeker nu Authorship niet meer wordt toegepast, moet je ervoor zorgen dat alle content die jij produceert, ook daadwerkelijk aan jouw persoon kan worden toegekend. En één van de manieren is door middel van dezelfde profielfoto over de diverse social media kanalen. Want geloof me: dezelfde foto’s herkennen, daar zijn computers al heel goed in!
En weet je nog? Vorige week had ik het over NOFOLLOW links… Ook die kunnen bijdragen aan jouw AuthorRank! Want als je onderaan een gastblog (waar natuurlijk ook je volledige naam boven, in of onder staat) een stukje over jezelf opneemt en met een NOFOLLOW-link naar jouw website verwijst, is het voor zoekmachines duidelijk dat er een verband is tussen dat artikel en jou.
Een paar andere tips hoe jij content aan jou kunt relateren:
Al dit soort verwijzingen zijn zelfs belangrijk als je niet eens voornemens bent je document of presentatie online te publiceren. Want ook al doe je het niet zelf, de kans is groot dat iemand anders je document of presentatie wèl online plaatst! En als je dan het document niet of onvoldoende naar jouw persoontje laat verwijzen, is dat een gemiste kans om je AuthorRank te verhogen.
Tja, nu Authorship niet meer operationeel is, moet je nog steeds hard aan de weg timmeren, om jouw eigen AuthorRank te verhogen. Geloof me, in de toekomst zul je er de vruchten van plukken. Want laten we eerlijk zijn: welk mechanisme is er anders om content aan jou te koppelen en te bepalen of jij een autoriteit bent op één of meer gebieden?
Nu ik het toch al veel over foto’s heb, laat ik dan eens iets vertellen over Instagram.
Voordat ik doorga over Instagram… Een tijdje geleden vertelde ik je ook al over mijn Instagram experiment. Dat loop nog steeds en ik heb het nog op mijn 2DO-lijst staan je daar iets meer over te vertellen, zodra de timing goed is. Die houd je echt van mij tegoed.
Ik hoor steeds meer dat vooral de jongere generatie actief is op Instagram met het delen en leuk vinden van foto’s en elkaar reacties sturen.
Niet voor niets luidt het gezegde: “Een plaatje zegt meer dan duizend woorden”. Mensen worden namelijk liever visueel geprikkeld met plaatjes, dan met woorden. Daar zal Instagram haar toenemende populariteit aan te danken hebben.
Zelf gebruik ik Instagram inmiddels ook meer. Maar ik moest altijd ontzettend goed controleren of mijn teksten en tags bij de foto’s wel goed waren, omdat ik ze naderhand nooit meer kon wijzigen. Volgens Instagram was dit ook de meest gehoorde klacht. En eindelijk heeft het bedrijf daar gehoor aan gegeven.
Je kunt namelijk met de Instagram app die eerder deze week is uitgekomen, ook de teksten en tags wijzigen nadat je een foto hebt geüpload. Dat scheelt weer een boel werk, als je achteraf merkt, dat je per ongeluk een typefout hebt gemaakt! Ik ben in elk geval erg blij met deze nieuwe feature!
Jan Libbenga schreef op Emerce een interessant artikel, waarin hij verwijst naar een onderzoek van “Internet Retailer”. In dit artikel worden voorspellingen gedaan ten aanzien van het gebruik van mobiele apparaten voor het doen van online aankopen voor de komende feestdagen.
Ik noem je een paar statistieken uit dit Amerikaanse onderzoek:
Ik ben benieuwd of deze statistieken ook van toepassing zullen zijn in Nederland. Zeker is in elk geval wel, dat het aantal aankopen vanaf een mobiel apparaat groter zal zijn dan vorig jaar.
Niet alleen mobiele websites zullen meer verkopen registreren. Ook het mobiel shoppen via apps neemt toe. Uit een ander onderzoek bleken de volgende statistieken:
Zelf zie ik in Nederland wel het belang van responsive of mobiele websites, die de mobiele gebruiker een optimale ervaring bieden. We zijn als mensen nu eenmaal gemakzuchtig en surfen graag via onze mobiele apparaten langs de potentiële aankopen, terwijl we onderuitgezakt op de bank zitten.
Maar ik vraag me af of wij met z’n allen in Nederland ook zo massaal via mobiele apps onze research en inkopen doen. Hoe denk jij hierover? Ben jij iemand die liever surft langs alle mobiele sites van online retailers, of gebruik jij liever de app van elke afzonderlijke retailer? Ik ben heel benieuwd! Laat het me weten onderaan de show notes, op www.reputatiecoaching.nl/102.
En met het nogmaals benadrukken van het belang van mobiele websites, kom ik dan weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat er voor jou ook weer nuttige en bruikbare content tussen zat.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om jou te helpen! Als jij een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 102 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Abonneer via: Google Podcasts | RSS
De 100e podcast van vorige week was een groot succes. Dus ik begin vandaag met een korte terugblik op die aflevering. Twee weken geleden ben ik overigens geïnterviewd over reviewmanagement en reputatie en ik vertel je waar je het interview kunt lezen.
Sommige ondernemers halen links en citations door elkaar, dus in deze podcast leg ik het verschil uit. Wat doe je met een slechte review voor een service die je niet eens verleent? Blijf luisteren, want dat is een hilarisch verhaal! Zijn grote commerciële reviewsites nuttig voor ondernemers? Ik duik er bovenop en geef je mijn mening en advies. Branchespecifieke reviewsites komen en gaan. Van beide heb ik een voorbeeld.
En vandaag heb ik ook een topic voor werknemers… Ik geef je wat tips wat je moet doen, als je een minder positieve of erger nog: een negatieve beoordeling hebt gekregen op je werk. Wat moet je dan beslist niet doen? En wat moet je wel doen om de negatieve beoordeling om te buigen naar een positieve ervaring voor je werkgever?
Hallo en hartelijk welkom bij deze aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Ik ben Eduard de Boer, ReputatieCoach. Dit is dé podcast die jou helpt om meer business te genereren, doordat jouw website beter gevonden wordt, zowel lokaal als landelijk en doordat ik je uitleg hoe je je online reputatie kunt verbeteren. Dit alles kan je helpen om je bedrijf en jezelf beter op de online kaart te plaatsen.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/101. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes, op Stitcher en ook op TuneIn Radio. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden, fietsen of trainen in de sportschool.
Vorige week beleefde de podcast haar 100e uitzending. Emile Ratelband was te gast en vertelde over reputatieschade, imago enzovoorts. Zoals sommige luisteraars al opmerkten was tijdens de opname brom te horen van een mobiele telefoon die in de buurt van de recorder lag. Helaas, dat kon ik naderhand er niet meer uithalen.
Maar het gaat natuurlijk om de inhoud, het verhaal dat Emile vertelde. Daar zaten veel pareltjes tussen, waar eenieder wel iets mee kan. De aflevering was dan ook een succes: binnen afzienbare tijd was de aflevering meer dan 100 keer beluisterd! En in één week is het ook al de meest beluisterde aflevering ooit!
Ben je nieuwsgierig en heb je het interview nog niet beluisterd? Surf dan naar www.reputatiecoaching.nl/100 om het interview met Emile Ratelband alsnog te beluisteren.
Wat vond je trouwens van dat interview? Moet ik meer van dit type BN’ers in de show uitnodigen om te interviewen? Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/101.
Laat ik dan nu overgaan op de onderwerpen voor vandaag…
Twee weken geleden ben ik geïnterviewd door Maurice Natte van buenoo.nl. In het interview gaf ik antwoord op de volgende vragen:
Ben je benieuwd naar mijn antwoorden op die vragen? Lees dan het “Interview met Eduard de Boer” op buenoo.nl.
James postte een reactie op mijn instructievideo over het aanmelden van je bedrijf op internetsites.nl. Hij schreef:
Waarom moéten we als ondernemer op deze site staan, naar mijn mening een schoolvoorbeeld van een low-quality directory waar alles en iedereen zomaar geaccepteerd wordt. Daarmee (biedt het, red.) 0,00 toegevoegde waarde op internet.
Ik zie er de voordelen dus niet van in! (sorry) Ik zal je het sterker vertellen: met het opschonen van het linkprofiel (i.v.m. Penguin) heb ik zelfs geprobeerd deze low-quality link te laten verwijderen. Op dat moment kwam ik erachter dat alles op nofollow staat en de site daarmee geen schade kan aanrichten.
Het is op grappig, dat James dit schrijft. Waarom? Omdat de site internetsites.nl al meer dan een jaar uit de lucht is! Dus ik ben benieuwd hoe hij een link naar zijn site heeft gevonden, als Google helemaal geen resultaten voor internetsites.nl in haar index heeft:
Een een kort stukje achtergrondinformatie. Vorig jaar was ik met het gezin op vakantie naar Frankrijk en ik wilde dat ook tijdens onze vakantie er gewoon content online bleef komen. Dus had ik vooraf een reeks instructievideo’s gemaakt, die gepland online kwamen in zowel YouTube, als met begeleidende artikelen op de website. Dat liep probleemloos…
Echter, ik had geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat tussen het moment dat ik de instructievideo maakte en de publicatie ervan, de website zou verdwijnen! En dat is dus precies wat er toen is gebeurd: toen het artikel live kwam, was de site weg!
Waar ik wel op wil ingaan, is dat er blijkbaar onduidelijkheid is over het verschil tussen links (al of niet “NOFOLLOW”) en citations, ofwel: bedrijfsvermeldingen. Daarom wil ik dat toch nog eens verhelderen.
Laat ik beginnen met links, want die kennen de meeste mensen sowieso. Links zijn verwijzingen naar een algemene website, of naar een bepaalde pagina op een site. Deze laatste worden ook wel “deeplinks” genoemd.
Links golden jarenlang als het allerbelangrijkste mechanisme om te scoren in de zoekresultaten. In de beginjaren van Google was het adagium: hoe meer links naar je site en deeplinks naar je achterliggende pagina’s, hoe hoger je scoorde in de zoekmachines.
Maar de algoritmes in de zoekmachines werden beter en intelligenter. Hoewel Google nog steeds links gebruikt voor het bepalen van de positie van een pagina in de zoekresultaten, zijn er inmiddels honderden andere signalen die ook worden gebruikt. Dus het verzamelen van zoveel mogelijk links naar je site, in de illusie dat je daarmee hogerop komt, is zinloos. Ik zeg het telkens weer en ik blijf het zeggen: de essentie is dat je unieke, interessante en relevante content biedt voor de bezoekers van je website.
Sinds een paar jaar kun je links markeren als “NOFOLLOW”. Daarmee geef je aan, dat je verwijst naar de link, maar er feitelijk geen waarde aan hecht. Deze extra tag voor links dien je onder andere te gebruiken als je gastblogs schrijft op veel sites en vooral voor affiliate links of andere betaalde links.
Het onderliggende effect van een “NOFOLLOW” link is dat er geen zogenaamde “PageRank” wordt doorgegeven aan de pagina, waar je naar linkt. Theoretisch draagt jouw link dus niet bij tot het eventueel hoger scoren van de bestemmingspagina.
Er gaan geruchten, die zeggen dat Google op één of andere manier tóch gebruik maakt van NOFOLLOW links. Maar John Mueller van Google zegt hierover:
“Having links (even a large number of them) with rel=nofollow pointing to your site does not negatively affect your site. We take these links out of our PageRank calculations, and out of our algorithms when they use links.” (Bron: Google Product Forums)
NOFOLLOW links naar jouw site worden niet meegenomen in het PageRank algoritme en hebben ook geen negatief effect. Dus het verzamelen van NOFOLLOW links is zinloos.
En daarmee kom ik dan meteen op de waarde van citations. Om te scoren in de lokale zoekresultaten, dus als je op zoek bent naar een lokaal bedrijf, zijn citations essentieel. Hoe meer citations (en het liefst op sites met een grote mate van autoriteit), des te hoger kun je scoren in het rijtje van “A” tot en met “G” op Google.
Het is ook geen geheim dat je boven je concurrenten kunt scoren als je ervoor zorgt dat jij met je bedrijfsnaam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer op dezelfde sites komt te staan als AL je concurrenten. En dan maakt het hebben van een link nog niet eens zoveel uit! Dus zelfs als de link NOFOLLOW is, kan het plaatsen van de bedrijfsvermelding van je bedrijf op een site tóch lucratief zijn. En zo kan het plaatsen van citations op tientallen directorysites die allemaal met NOFOLLOW naar jouw website linken, je toch naar de felbegeerde “A”-positie in de lokale resultaten helpen.
Dus dit beantwoordt de vraag van James, waarom het zelfs lucratief kan zijn om om je bedrijf aan te melden op een directorysite waar de links NOFOLLOW zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de waarde van een dergelijke vermelding veel groter dan nul is. En mocht je je zorgen maken over een potentieel slechte link, vermeld dan gewoon niet de URL van je site! Dan geldt die vermelding voor Google namelijk nog steeds als een citation en die telt dus mee in de ranking van je site in de lokale zoekresultaten.
Mensen lezen vaak minder dan de helft van wat er feitelijk aan tekst wordt getoond. Luisteraar Frank uit Nijmegen maakte mij attent op het volgende…
Hij verwees me naar de Yelp-pagina van een restaurant in Kansas City, Missouri in de VS. Het restaurant kreeg een negatieve review op Yelp voor een dienst die ze helemaal niet verleent! En de grap is ook nog eens, dat dit expliciet op de Yelp-pagina van het restaurant staat vermeld!
De review heb ik opgenomen in de show notes van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/101:
De reden dat de schrijfster van de review zo negatief was en dus het minimum van één ster heeft gegeven, is dat het restaurant niet de mogelijkheid biedt om eten mee te nemen; het biedt dus geen “take out food”. Elk restaurant kan besluiten geen “take out” te bieden en dit restaurant is daarmee dan ook zeker niet uniek.
Maar goed, omdat het restaurant dus “niet ”take out food” bood, postte ze een negatieve review op Yelp, ondanks dat dit op de Yelp-pagina van het restaurant staat vermeld.
De eigenaar van het restaurant las dit en kwam in actie. Je moet zijn reactie lezen: die is echt hilarisch! Het is nogal een verhaal, dus dat zal ik je in de podcast besparen. Je moet die maar eens op je gemak lezen in de transcriptie.
Enfin, er is hier nogal wat ophef over geweest en inmiddels is die review verdwenen van Yelp. Dit laat overigens wel zien, dat Yelp soms ingrijpt als content op haar site teveel aandacht krijgt die met negativiteit is geassocieerd. In dit geval kwam dit de score van het restaurant ten goede, want die ene ster had anders het gemiddelde natuurlijk wel omlaag getrokken.
Frank, bedankt voor je bericht! En laat het ook voor alle andere luisteraars duidelijk zijn, dat ik het ontzettend leuk vind om dit soort berichtjes te ontvangen, waar ik iets mee kan in de podcast, of op de site! Blijf ze gerust sturen, want ik kan ook niet het hele Internet afschuimen op zoek naar dit soort leuke voorvallen!
Trustpilot, Ekomi, KiyOh, Feedbackcompany en Telefoonboek: de meeste lokale ondernemers kennen deze algemene commerciële reviewsites wel. Je kunt tegen betaling reviews verzamelen op die sites en deze reviews vervolgens op jouw site laten vertonen, alsmede een soort van “badge”, waarin de gemiddelde beoordeling van jouw bedrijf prijkt. En de meeste van die services zorgen er ook voor, dat jouw bedrijf met de bekende reviewsterretjes wordt vertoond in de zoekresultaten. Maar zijn dit soort review sites ook interessant voor lokale bedrijven?
Ik heb eens even gekeken op de site van Trustpilot, waar (naar het lijkt) real-time de geposte reviews worden vertoond. De reviews die ik in korte tijd voorbij zag komen, waren onder andere voor “Blokker”, “Bax-Shop” en “thuisbezorgd.nl”. Dit zijn stuk voor stuk grote en landelijk opererende bedrijven en websites, in elk geval stukken groter dan de groentenboer op de hoek, of de toko in de straat verderop.
Als je kijkt in de top–3 van de bedrijven in alle categorieën, alsmede verder in de vermelde websites in de diverse categorieën, dan valt het op, dat het gros van de overige klanten van Trustpilot inderdaad webshops zijn. Met andere woorden: ik heb er gedurende de paar minuten dat ik heb zitten grasduinen in de klanten van Trustpilot, geen lokale bedrijven tussen gevonden…
En als je een lokaal bedrijf in Google zoekt, vind je eigenlijk nooit één van de grote, eerder genoemde commerciële reviewsites. Toch scoren die sites vaak erg hoog op de merknamen van de klanten. Ik denk dat dat komt, doordat veel van die sites gewoon te duur zijn voor lokale ondernemers. Zo kost de “Lite” versie van Trustpilot maar liefst EUR 79 per maand! Dat is een forse uitgave.
Ekomi vertoont helemaal geen tarieven op haar site. Dat is niet meer van deze tijd: mensen willen toch een indruk hebben van de kosten?! Zet dan tenminste iets in de trant van bijvoorbeeld: “vanaf 70 Euro”, of hoeveel het dan ook maar mag kosten. Reden is dat mensen ongeduldig zijn en zich niet meer de tijd gunnen om een “Offerte aan te vragen”, ondanks dat die keuze in een mooie groene button wordt vertoond.
Wat je wel vaak ziet terugkomen in de organische resultaten op Google, zijn vermeldingen van telefoonboek.nl, yelp.nl en openingstijden.com. Zoek je een zorgverlener, zoals een fysiotherapeut, tandarts of huisarts, dan worden sites als Zorgkaartnederland, Independer en ZorgKiezer vaak vertoond op de eerste twee pagina’s. En content van iens.nl, eet.nu en couverts.nl komt vaak naar voren, als je zoekt op bepaalde restaurants in een plaats. Ook de GRATIS algemene reviewsite “reviewspot.nl” scoort goed, zag ik tijdens mijn kleine onderzoekje.
Aan de andere kant zie je dus dat kleinere (weliswaar ook commerciële) reviewsites wel weer door lokaal opererende ondernemingen worden omarmd. Een voorbeeld hiervan is Beunoo. De maandelijkse kosten hiervan bedragen minder dan bijvoorbeeld het lidmaatschap van een sportschool en het rendement hiervan ligt vooral in de social proof, als Internetters op zoek gaan naar informatie over jouw bedrijf.
Wat is dan het leuke aan Buenoo? Allereerst worden de pagina’s van Buenoo ook met sterretjes in de zoekresultaten vermeld. Dat is positief en draagt bij tot een hogere CTR, ofwel “Click Through Rate”. Maar wat veel mooier is, is dat de pagina’s van Buenoo heel goed scoren, vaak zelfs op de voorpagina, vlak onder de bedrijfsvermelding, als je op Google zoekt op de naam van het bedrijf. Dus op die manier draagt het verzamelen van reviews op Buenoo heel veel bij aan de bedrijfsvermelding, vanuit reputatieperspectief.
Want zeg nu zelf: jij klikt toch ook sneller door, als je een onafhankelijke reviewsite hoog in de zoekresultaten ziet, met daarop de vermelding van het bedrijf dat je zoekt, voorzien van sterretjes?
Buenoo groeit als kool en steeds weer schieten voornamelijk branchespecifieke sites als paddenstoelen uit de grond. Zo las ik eerder deze week over een reviewsite, specifiek voor golfbanen! Die site kun je vinden op www.leadingcourses.com.
Leadingcourses is een groot succes, want op dit moment is de site al in 8 talen beschikbaar, inclusief Nederlands. De twee talen die heel recent zijn toegevoegd, zijn Noors en Deens. En ondersteuning in het Fins lijkt een volgende logische stap.
Tja, zo heb je sites voor het beoordelen van vergaderlocaties, golfbanen, pedicures, fotografen en ook artsen. Daarmee kom ik op een minder leuk nieuwtje.
Je weet dat ik diverse tandartsen help met marketing, en met resultaat mag ik wel zeggen! Dat heb je in de opening van deze podcast al wel gehoord van tandarts Dennis uit Culemborg. Een site waar ik in het verleden altijd een bedrijfsvermelding aanmaakte (en waar je ook reviews kon verzamelen), was artsned.nl.
Helaas ontving ik eergisteren een mailtje dat artsned.nl per direct is opgehouden te bestaan en dat de makers ervan, de gebruikers verwijzen naar zorgkaartnederland.nl. Hieruit blijkt dat het wel erg moeilijk is een niet commerciële en branchespecifieke reviewsite in de lucht te houden.
Dit is nu precies ook de reden dat ik je altijd aanraad om je reviews te spreiden: wed niet op één paard en verzamel vooral reviews op meerdere reviewsites, inclusief Google+ Mijn Bedrijf, Facebook, Yelp, telefoonboek.nl en andere. Als er dan ooit weer eens eentje omvalt, dan is de schade voor jou in elk geval beperkt!
Ik zeg het vaak wel in de introductie van de podcast, maar dit keer vat ik de koe bij de horens. Ik vertel je over hoe mensen die in loondienst zijn, met hun reputatie en reviews of beoordelingen om moeten gaan. De drie tips wat je wel moet doen en de drie tips wat je vooral niet moet doen na een functioneringsgesprek komen van de Harvard Business Review.
Een functioneringsgesprek op je werk is altijd spannend. Maar besef dat een wat mindere beoordeling niet het einde van de wereld betekent, noch het einde van je carière. Vaak biedt het, net als een negatieve review voor een bedrijf, een extra kans om uit te blinken met je reputatie! Maar laat ik beginnen met de drie dingen die je vooral niet moet doen.
Niet doen:
Wel doen:
Blijf je concentreren op het grote plaatje. Na enige zelfbespiegeling kom je er soms achter dat je achterblijvende prestaties op een bepaald punt geen onderontwikkeld punt aangeeft, maar wil zeggen dat je mogelijk niet op de goede plaats zit binnen de organisatie. Soms is een slechte beoordeling nodig voor jou, om je te laten inzien dat je geen goede “match” bent voor de organisatie.
Veel succesvolle mensen hebben op meerdere punten in hun leven gefaald, maar de meeste van hen kijken op deze punten terug als leermomenten en kansen. Dus ook al voelt het “belabberd”, houd in gedachten dat het voor jou de kans op verandering biedt!
En vergeet niet: “Succesvolle mensen nemen hun beslissingen snel en veranderen ze langzaam… Minder succesvolle mensen doen het andersom”.
Pffff… Soms word ik er zo moe van! Van al die mailtjes die je maar blijft ontvangen, omdat je ooit eens ergens informatie hebt aangevraagd of een product, dienst of programmaatje hebt gekocht. De eerste paar keer dat je zo’n mail krijgt verwijder je die met de hand. Maar na verloop van tijd neemt de irritatie toe en dan ga je op zoek naar de mogelijkheid om je uit te schrijven.
Bijna altijd staat er een “Uitschrijven”, “Afmelden” of “Unsubscribe” link onderaan de mail. Dat is tegenwoordig verplicht, maar niet elk bedrijf houdt zich daaraan.
Op dit moment ben ik ook weer druk met alle inkomende mails kritisch te bekijken en ik kan je vertellen dat ik dankbaar weer veelvuldig gebruik maar van de “Afmelden”-link. En opeens is het weer een stuk rustiger in mijn inbox…
Tja, ik klaag niet hoor! Dat ligt niet in mijn aard! Maar met deze veel rustigere inbox kom ik bijna aan het einde van deze podcast.
IMAGE INBOX
Ik noemde net het woord “inbox”. Een paar dagen geleden heb ik je uitgenodigd om mij een mailtje te sturen, als jij per direct een uitnodiging wilt voor Google Inbox, het nieuwe mailsysteem of mailprogramma van Google. Dat aanbod geldt nog steeds. Als je een review post voor de ReputatieCoaching Podcast op iTunes en mij een mailtje stuurt met je Gmail-adres, dan nodig ik jou uit voor Google Inbox.
Oh, nog een nieuwtje. Gisteravond zag ik al surfend opeens de zwarte carrousel voorbij flitsen in de Nederlandse zoekresultaten. Eerst kon ik het niet reproduceren, maar later is het me wel gelukt. Ik denk dat Google aan het testen is en ik heb het gevoel dat de carrousel binnenkort ook in Nederland massaal zichtbaar wordt…
Indien je als bedrijf dan geen goede foto’s op je Google+ Mijn Bedrijf pagina hebt staan, dan is je collega (of concurrent) die wel mooie foto’s heeft, beduidend in het voordeel! Dus wacht niet te lang en publiceer mooie, professionele foto’s op je Google+ Mijn Bedrijf pagina!
En daarmee kom ik dan vandaag echt weer aan het einde van deze podcast.
Als je de podcast leuk vindt en je wilt nog meer op de hoogte blijven, volg me dan ook op Twitter, via @reputatiecoach1.
Heb je inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf daarvoor naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en laat ook je reactie achter. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of door ’m te delen op Twitter, like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om je te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 101 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt: