Abonneer via: Google Podcasts | RSS
In de podcast van vorige week kwam ik niet meer toe aan het nieuws dat het Google Webspam team onder leiding van Matt Cutts weer een spam netwerk de virtuele nek heeft omgedraaid, dus dat komt vandaag eerst aan bod. En vorige week heb ik een presentatie mogen geven aan een groep van tandheelkundigen over social media, privacy en gerelateerde onderwerpen. Tijdens die presentatie kwam voornamelijk de zorg naar voren over de privacyinstellingen van Facebook, dus later in deze podcast daarover meer. Ik sluit de podcast van vandaag af met informatie over een online reputatieverzekering in België.
Hallo en hartelijk welkom bij deze 70e aflevering van de ReputatieCoaching Podcast. Mijn naam is Eduard de Boer, ook bekend als de ReputatieCoach. Dit is dé podcast die je moet beluisteren als je meer wilt leren over online reputatie en reputatiemanagement en ook als je wilt werken aan je online reputatie en je online vindbaarheid wilt verbeteren. Dit alles kan je helpen om jezelf beter op de online kaart te plaatsen, waardoor je als bedrijf meer business kunt doen.
Als persoon kun je met de diverse tips aan de slag om je eigen online reputatie te verbeteren.
De podcast kun je vinden op www.reputatiecoaching.nl/70. Daar vind je niet alleen de tekst, maar ook video’s waar ik het in deze uitzending over heb, alsmede afbeeldingen, links enzovoorts. Bovendien is de podcast te beluisteren in iTunes en op Stitcher. Daar kun je je dus ook abonneren op de wekelijkse podcast. Veel mensen vinden het ideaal om de wekelijkse afleveringen van de podcast op hun gemak te beluisteren, terwijl ze autorijden.
Als ik nog even kort terugblik naar podcast 69, dan is de belangrijkste tip die ik daaruit kan distilleren, de tip over het “Claimen en verifiëren van je zakelijke Google+ pagina”. Want als je dat niet doet, bestaat het risico dat Google op termijn de Google+ pagina van je bedrijf gewoon verwijdert, inclusief alle content die je mogelijk de afgelopen jaren erop hebt verzameld.
Dus: claim en verifieer je zakelijke Google+ pagina, voor het te laat is!
Oh, en voordat ik doorga met de onderwerpen van vandaag… Een paar weken geleden in podcast 64 beloofde ik je te melden als ik nieuws had over hoelang het duurt, voordat je bedrijf wordt vertoond in Apple Kaarten, nadat je het hebt aangemeld op Yelp en TomTom Places.
Ik vertelde je toen dat ik op 3 december 2013 een bedrijf had aangemeld op Yelp en TomTom Places en dat die toen nog niet zichtbaar was. Ik controleer niet dagelijks of de vermelding in Apple Kaarten is te vinden, maar ik zag 18 maart wel, dat het bedrijf te vinden was op Apple Kaarten. En het wordt nota bene ook nog als eerste keus vertoond. Grappig genoeg wordt de recensie die de tandarts in Culemborg heeft, nog niet vertoond. Ook dat zal ik in de gaten blijven houden:
Maar wat je dus hieruit kunt leren, is dat je geduld moet hebben en niet meteen wonderen moet verwachten, zodra je begint met het beter op de kaart zetten van je bedrijf. Deze vermelding op Apple Kaarten duurde dus zo’n drieeneenhalve maand voor die online stond.
Dan nu over op de onderwerpen voor vandaag…
Vorige week kwam ik er niet meer aan toe, maar toen werden de gemoederen op Internet behoorlijk beziggehouden door een penalty die Google had opgelegd aan de service “MyBlogGuest.com”. Dit is een site, waar bloggers aan de ene kant en weblogeigenaren die behoefte hebben aan originele content aan de andere kant, elkaar kunnen vinden. De site wordt gerund door de in de Blogosphere bekende “Ann Smarty”.
Ik vertelde al eerder dat Google bezig is met een soort queeste of strijd tegen windmolens, in de vorm van linknetwerken en blognetwerken met foute bedoelingen, die daarbij de kwaliteitsrichtlijnen van Google overtreden.
19 maart tweette Matt Cutts de volgende tekst:
De eigenares van het weblog, Ann Smarty, tweette een paar uur later:
Vanaf dat moment was de site dus ook nog maar amper te vinden, zelfs niet op de trefwoorden “my blog guest”. Ondanks dat de site zegt sterk tegen illegale linkbuildingpraktijken te zijn, heeft het dus toch een penalty gekregen. Het vermoeden is, dat dit komt door de tekst die op de website stond. In de show notes heb ik een screenshot opgenomen van hoe de site haar benefits eerst onder de aandacht bracht:
Hierin is de tekst te lezen: “Build links to your site”. Velen denken dat dit de almachtige Google heeft wakker geschud en ertoe heeft bewogen om de site een penalty op te leggen.
Inmiddels is deze tekst veranderd in: “Earn links to your site”. Ook hiervan heb ik een screenshot in de show notes opgenomen:
Verder waren alle externe links ook niet als “NOFOLLOW” gemarkeerd, waardoor die dus konden worden gezien als spam links. En als je dat combineert met het feit dat er per dag zo’n 250 artikelen werden gepost, dan kun je je voorstellen dat Google hier haar vraagtekens bij had.
Verder lijkt het er ook op, alsof Google op dit moment ontzettend fel is in het aan de virtuele schandpaal nagelen van bekende figuren uit de wereld van Internet, blogging en contentmarketing.
Een andere bekende die een penalty aan zijn broek kreeg, was Doc Sheldon. Hij ontving het volgende bericht van Google:
Doc Sheldon kreeg een site wide penalty en stuurde een open mail aan Matt Cutts, waarop Matt Cutts antwoordde:
Hieruit bleek dat de hele site een penalty kreeg van Google, op basis van één link ergens in een blogbericht, die als anchor tekst “Hispanic data” had en linkte naar een bepaalde externe webpagina over “Big Data”, zonder deze link “NOFOLLOW” te maken.
Dit is natuurlijk ridicuul, dat je hele site compleet door Google kan worden afgestraft, omdat je slechts één –in de ogen van Google– verkeerde outbound link hebt.
Ik ben benieuwd hoelang deze hetze nog aanhoudt. Het spreekt voor zich dat ik ook tegen spam ben en dat ik het goed vind dat Google optreedt tegen spammers.
Zelf rapporteer ik ook wel eens partijen die op niet toegestane wijze proberen links naar hun sites te krijgen. Afgelopen week kreeg ik er nog eentje van een niet nader te noemen bedrijf. Als ik links naar vier van hun webshops zou opnemen, dan kreeg ik een waardecoupon ter waarde van EUR 40,- om te besteden in één van die vier webwinkels.
Met andere woorden: het bedrijf erachter was dus bereid om EUR 10,- per link te betalen. Ik heb dat bedrijf een antwoord gestuurd, dat ze dit niet moeten doen, omdat dit indruist tegen de geldende kwaliteitsrichtlijnen van onder andere Google. Dus ging de mail met alle vier de sites richting Google om te rapporteren dat het moederbedrijf trachtte links te kopen.
Ook hiervoor geldt: ik hou je op de hoogte. Als ik zie dat er iets verandert in de zoekresultaten ten aanzien van de ranking van deze sites, dan krijg je het meteen van me te horen.
Afgelopen week had ik het genoegen om een presentatie te mogen geven over social media aan het personeel van twee tandartspraktijken. In die presentatie vertelde ik over de diverse sociale media en de mogelijkheden ervan. Ook belichtte ik de risico’s van het gebruik ervan. Ik had van tevoren ook de social media profielen van alle genodigden opgezocht en geanalyseerd. Dus als klap op de vuurpijl volgde er ook nog een Online Reputatie Scan, die de aanwezigen niet zagen aankomen.
Er kwamen leuke vragen uit het publiek. Wat me opviel was dat toch privacy de belangrijkste zorg was van de groep. Deze zorg werd nog eens extra onderstreept, doordat ik een aantal Facebook profielen had gevonden die geheel open stonden voor de hele wereld, terwijl de eigenaresses dachten dat ze hun profiel dicht hadden staan. Bij de uitleg over hoe je je Facebook profiel moet dichtzetten hing het publiek dan ook aan mijn lippen.
Het viel me op dat het gemiddeld relatief jonge publiek eigenlijk alleen Facebook gebruikte en verder nagenoeg geen andere sociale media. Zelfs LinkedIn was amper gebruikt.
Net als een paar maanden geleden voor een groep ICT’ers heb ik ook uit de doeken gedaan, waarom het zo belangrijk is om een goede profielfoto te hebben en deze te gebruiken over alle sociale media. Niemand kwam op het idee dat een profiel zonder profielfoto van iemand met dezelfde naam als jij, door potentiële recruiters (of andere mensen) wellicht ten onrechte kan worden aangezien voor jouw profiel.
De meeste Facebook gebruikers vinden het niet wenselijk dat de hele wereld hun tijdlijn, foto’s en overige informatie kan inzien, omwille van privacy-overwegingen. Daarom is het goed te controleren hoe de instellingen van je Facebook profiel staan en deze naar je eigen wensen aan te passen.
Je kunt je instellingen snel en gemakkelijk aanpassen door in een browser op een desktop te surfen naar:
https://www.facebook.com/settings.
Vervolgens klik je links op “Privacy”. Daarmee kom je dan in het scherm “Privacyinstellingen en -functies”.
Daar kun je alle instellingen aanpassen, zoals je dat zelf wilt.
Het overzicht van de privacyinstellingen vind je ook in de show notes:
Soms post ik bewust bepaalde berichten openbaar, maar dan vergeet ik dikwijls om meteen bij de volgende statusupdate de doelgroep terug te zetten naar vrienden. Daarom ga ik een paar keer per jaar naar de privacy settings van Facebook en zet ik alle berichten en foto’s die ik tot dan toe heb gepost, weer naar vrienden om te voorkomen dat de hele wereld ze kan zien.
Daarnaast kan het in sommige gevallen vervelend voor je uitpakken, als je anderen automatisch toestaat om jou te taggen in foto’s. Ik zag dat ik dit ook aan had staan. Dat heb ik dus meteen uitgeschakeld.
Zoals je mogelijk weet, is ontvangst van GPS signalen in gebouwen vrijwel onmogelijk. Dit komt door een aantal factoren, waarvan ik je er hier twee geef.
Om te beginnen is het signaal dat afkomstig is van GPS satellieten ontzettend zwak. Het ontvangen van een GPS signaal kun je vergelijken met het spotten van een 25 Watt peertje op een afstand van meer dan 15.000 kilometer. Verder houden beton en staalconstructies van gebouwen de signalen tegen.
Dus kun je geen smartphone apps maken die gemakkelijk kunnen detecteren, dat je bijvoorbeeld een bepaalde winkel inloopt. Als je daar in die winkel dan iets koopt, op basis van een online zoekactie, kan de winkelier nooit achterhalen of jij daar kwam, via bijvoorbeeld een advertentie op Internet, tenzij dit expliciet wordt gevraagd.
Dat is dan ook de reden dat je dikwijls wordt gevraagd, hoe je bij een bepaalde winkel terecht bent gekomen. Zo kan een ondernemer achterhalen of zijn of haar Internet marketingactiviteiten zin hebben. Want als veel mensen zeggen dat ze via Internet naar de winkel zijn gekomen, dan kan het interessant zijn om nog meer te investeren in Internet marketing.
Er is echter tot voor kort geen echte koppeling geweest tussen de (virtuele) online wereld van Internet en de offline wereld van de zogenaamde “brick and mortar” bedrijven.
Let wel, ik zeg bewust “tot voor kort”. Want sinds enige tijd zijn er bepaalde apparaatjes, genaamd “Beacons” of “iBeacons” die een signaaltje uitzenden, dat kan worden opgepikt door smartphones die in de buurt zijn. Zo kun je dus in een app detecteren of iemand in je winkel is. En als je alles goed instelt, kun je dus ook herleiden of dit het resultaat is van een online marketingcampagne.
Maar het gaat verder… Je krijgt ook steeds minder privacy, doordat bedrijven het zogenaamde MAC-adres van je telefoon via WiFi in de winkel ontvangen en opslaan. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien hoevaak je in de winkel komt, welke paden je allemaal doorloopt en zelfs hoelang je bij bepaalde aanbiedingen blijft staan kijken. Vaak wordt door bedrijven dan het mobiele 3G-signaal verstoord en bieden zij als alternatief een eigen WiFi-netwerk aan. Ze kunnen dan namelijk ook nog detecteren of jij op Internet op zoek gaat naar informatie over het apparaat waar je net stil voor staat.
Je ziet het: de technologie ontwikkelt zich heel snel en je hebt steeds minder privacy. Dus denk erom als je de volgende keer bijvoorbeeld een MediaMarkt of andere megastore binnenloopt. De kans is groot dat je virtueel in de gaten wordt gehouden vanaf dat je binnenloopt, of sterker nog, vanaf het moment dat je op Internet op zoek gaat naar iets en je het product vervolgens in de winkel waar je net bent binnengelopen, afrekent…
Maar wat in combinatie met het indoor tracken van de positie van mensen belangrijk is, is de indoor mapping, ofwel de beschikbaarheid van dititale, inpandige kaarten. Als die kunnen worden gekoppeld aan navigatiesoftware of andere apps, heb je ook op dat front een koppeling van de online wereld, naar de fysieke wereld.
Indoor mapping is een relatief nieuw speelveld met diverse grote spelers, die je waarschijnlijk zo kunt raden. Hieronder vallen TomTom, Bing Local, Yahoo en Google. Maar op Google na, werken alle partijen met partners. Zo heeft TomTom op 5 maart 2014 een partnership met het bedrijf Micello aangekondigd. De focus van Micello is gericht op indoor mapping.
Bing werkt samen met Nokia. Ondanks dat Nokia grotendeels is overgenomen door Microsoft, blijft Here.com, de cartografie-afdeling van Nokia, zelfstandig. Verder werkt ook Yahoo samen met Nokia op het gebied van kaarten en indoor plattegronden. Sindskort is Yahoo ook een partnership met Yelp aangegaan en zo zie je dat data over lokale bedrijven en hun locatie steeds belangrijker wordt.
Sinds 12 december 2013 is Google in Nederland ook begonnen met “Indoor Google Maps”. Je kunt hier meer over lezen op de site van Google Indoormaps. De titel van deze pagina is “Binnen een kijkje nemen met plattegronden”.
Deze nieuwe dienst van Google is eind vorig jaar langs mij heen gegaan, zonder dat ik het dus in de gaten had. Ik kwam het afgelopen week tegen, toen ik mij verder ging verdiepen in indoor mapping en indoor locatiebepaling van mensen en objecten.
Je kunt zelf ook een inpandige plattegrond uploaden naar Google Maps, volgens de informatie op de site. Dus heb ik de proef op de som genomen en heb ik inderdaad een officiële plattegrond van een pand, die echt getekend is door een architect, naar Google Maps geüpload in het speciale gedeelde dat daarvoor bestemd is. In de show notes heb ik een screenshot opgenomen van Google Maps floor plans, waarop je dit kunt zien:
Volgens Google kost het minder dan 24 uur om de geüploade plattegrond te beoordelen. Dat heb ik ook zo ervaren, want binnen 24 uur veranderde de status van “nieuwe upload” of iets dergelijks, in “beoordeeld”.
De kaart wordt echter niet zo snel online vertoond. Hij is nog niet online. Ik las ergens op Internet dat iemand anders vorig jaar de plattegrond van een winkelcentrum in de Verenigde Staten had geüpload en dat het bij hem vier maanden duurde, voor de plattegrond online stond. Dus ik heb geduld.
Maar waarom is dit nu belangrijk, dat ik het in deze podcast behandel? Nou, als jij een winkel hebt in een winkelcentrum, dus met meerdere winkels onder hetzelfde dak, dan kun je jouw bedrijf nóg beter op de online kaart plaatsen, door een plattegrond van het hele winkelcentrum te uploaden. En je weet dat de zoekmachines en in het bijzonder Google grote waarde hechten aan betrouwbare informatie over de exacte locatie van bedrijven.
Ik verwacht dus dat Google Maps steeds meer indoor kaarten zal krijgen, waardoor je straks dankzij de routebeschrijving op je smartphone vanaf jouw voordeur de kortste weg naar jouw favoriete televisie bij de BCC, Mediamarkt of Saturn wordt geleid… All sponsored by Google technology…
Zoals met alle nieuwe dingen die ik uitprobeer, houd ik je op de hoogte van de voortgang en maak ik meteen melding van eventuele nieuwtjes hierover.
Dagelijks spit ik tientallen RSS feeds door op zoek naar leuke, interessante en educatieve content om met jou te delen; ofwel op de site, of in de podcast. Dit houdt in dat ik honderden artikelkoppen snel scan om zo een eerste grove selectie te maken van mogelijk interessante artikelen en blogposts.
Natuurlijk is het onmogelijk om alle publicaties te vinden en bij te houden en dus gaat er ook wel eens iets langs mij heen. Daarom zoek ik ook af en toe nog eens gewoon ouderwets handmatig op een aantal relevante zoektermen, om te zien wat er dan aan zoekresultaten naar boven komt. Want ook Google Alerts en TalkWalker Alerts missen nog wel eens nieuws…
Zo kwam ik een leuk artikel tegen op de site van… jawel… RTL Nieuws! Dit artikel van 10 januari dit jaar gaat over de zogenaamde “online reputatieverzekering”. Hoewel ik dacht aardig goed op de hoogte te zijn van de diverse ontwikkelingen op het gebied van reputatie, reputatiemonitoring en reputatiemanagement, had ik nog nooit van een “online reputatieverzekering” gehoord.
Natuurlijk kende ik wel de real life reputatieverzekering voor bedrijven die te maken krijgen met alle problemen die komen kijken bij het noodgedwongen uit de markt moeten halen van een product of levensmiddelen die door welke oorzaak dan ook in een kwaad daglicht komen te staan of tenminste verdacht lijken.
Want in die gevallen heeft een bedrijf acuut professionele bijstand nodig voor de communicatie, het plaatsen van advertenties, inregelen 06-informatielijnen, organiseren van persconferenties en wat dies meer zij. Dat is een expertise die je als bedrijf niet standaard inhouse opbouwt, omdat je hoopt dat het nooit voorkomt. Dus huur je daarvoor professionals in en daarvoor is een algemene “Reputatieverzekering” dan ook bedoeld.
Volgens het artikel op RTL Nieuws met de titel “Met je zatte kop op Google? Verzeker je tegen een slechte reputatie” kun je je bij verzekeraars als Axa, MMa en SwissLife in België en Frankrijk al voor een tientje per maand verzekeren van een goede naam op Internet.
Op de site van AXA België kun je sinds maart 2013 onder andere het volgende lezen over “d@ylife protect”, de eerste bescherming tegen ongevallen in het werkelijke en het virtuele leven op de Belgische markt:
Met de opkomst van internet krijgen we te maken met een nieuw soort criminaliteit en misbruik: misbruik van identiteit, problemen bij een online aankoop, kortom je e-reputatie. 98 % van de burgers vindt dat internet deel uitmaakt van hun dagelijks leven maar 90 % voelt zich niet veilig wanneer ze surfen: voor deze steeds nadrukkelijker aanwezige behoefte biedt d@ylife protect een uniek antwoord op de Belgische markt.
E-Protection biedt immers bescherming tegen de gevaren van sociale netwerken en online aankopen. Wanneer meer dan driekwart van de Belgen zich zorgen maakt over hun virtuele leven, stelt AXA een aangepast product voor. Meer dan 90 % van onze landgenoten voelt zich bedreigd door het misbruik van identiteit, 42 % vreest onaangename verrassingen bij online-aankopen en 7 op de 10 maken zich ook zorgen over de aantasting van hun e-reputatie. Deze ongerustheid is meer dan terecht: in 2012 waren er meer dan 1.000 gevallen van fraude, tien keer meer dan in 2011.
De dekking e-protection biedt een concrete oplossing in geval van aantasting van de reputatie op het net, misbruik van identiteit, frauduleus gebruik van betaalmiddelen, of nog, een geschil als gevolg van een online-aankoop. AXA heeft een net van juristen die expert zijn in het domein van geschillen op internet. Eerst trachten ze via mediatie/bemiddeling een oplossing te bereiken, wat efficiënter is voor geschillen op internet. Indien nodig volgt begeleiding in gerechtelijke stappen en vergoeding. Indien de reputatie wordt aangetast, is AXA zich ervan bewust klanten niet alleen een financiële vergoeding willen maar vooral dat hun reputatie en die van hun gezin niet langer aangetast is. Daarvoor heeft AXA zich verbonden met firma’s gespecialiseerd in het opkuisen en verdringen van informatie die de reputatie schenden. De klanten van d@ylife protect worden begeleid tot het geschil is opgelost.
(Bron: AXA d@ylife protect)
Op YouTube dacht ik er ook filmpje over ontdekt te hebben, maar die was helaas weer offline gehaald.
Om je een idee te geven van wat er wordt gedekt door de E-protection optie van de “d@ylife protect” polis van AXA, heb ik de opsomming van AXA overgenomen van hun website:
- aantasting e-reputatie: verspreiding van schadelijke informatie op het internet, in de zin van inbreuk op uw privéleven en uw persoonlijke gegevens, zonder uw toestemming.
- identiteitsdiefstal: niet-toegestaan gebruik van uw identificatiegegevens
- frauduleus gebruik van betaalmiddelen: een derde gebruikt uw bankgegevens en verwerft ermee goederen en/of diensten in uw naam
- geschil met een e-handelaar over de aankoop van een roerend lichamelijk goed: onvolledige of gebrekkige levering, levering niet conform het effectief gekochte roerende lichamelijke goed
- geschil met een e-handelaar over de aankoop van een dienst: de uitgevoerde prestatie komt niet overeen met de aanbieding online.
(Bron: AXA d@ylife protect)
Wat opvalt is de tekst die gaat over de kosten die worden vergoed. Daar vind je onder andere de omschrijving:
de betaling van de onkosten van een specialist voor het opruimen of verdringen van informatie op het internet bij aantasting van uw e-reputatie
Op “vief.be” las ik hierover ook nog een citaat van een woordvoerder van AXA:
“De beledigingen of andere schadelijke boodschappen echt verwijderen van het internet kan niet”, zegt Korneel Warlop, woordvoerder van Axa in Het Nieuwsblad. “Maar wij werken wel samen met gespecialiseerde bedrijven die ervoor kunnen zorgen dat de bewuste gegevens bij zoekopdrachten automatisch naar achter worden geduwd zodat bijna niemand nog die berichten leest”.
Dit houdt dus in dat als het AXA niet lukt om de bron van de kwade online berichtgeving te overtuigen om de inhoud te verwijderen, zij een specialist zal inhuren om positieve content over de desbetreffende persoon te publiceren en deze content hoger te laten scoren om zo de negatieve content naar de achtergrond te dringen.
Ik ben geen doemdenker, maar in de show notes heb ik een YouTube video van afgelopen week opgenomen, waarin een Amerikaanse dame in het nieuws komt, nadat ze ontdekte dat haar foto online werd gebruikt in advertenties voor prostitutie. In zo’n geval ben je dan volgens mij heel blij als je wél een dergelijke verzekeringspolis hebt afgesloten:
Maar goed… Iedereen weet dat Google het (overigens terecht) steeds moeilijker maakt om de zoekresultaten te manipuleren en je eigenlijk alleen nog maar met unieke, relevante en interessante content kunt scoren, vermits deze ook nog eens daadwerkelijk wordt gelezen.
Vanuit mijn ervaring met contentmarketing en de tijd die het kost om relevante, unieke en goede content te produceren, vraag ik me af hoe AXA dit denkt te doen en hoeveel werk ze voor iemand kunnen doen, voor zo’n EUR 10 per maand, om de getroffen persoon weer in een positief daglicht te plaatsen…
Ik heb begrepen dat Nederlandse verzekeraars hier wel over hebben nagedacht, maar dat ze nog niet overwegen om überhaupt een dergelijke verzekering in het leven te roepen.
En jij? Wat vind jij? Hoe denk jij hierover? Zou jij een online reputatieverzekering afsluiten of ben je inmiddels zeker genoeg van jouw contentmarketing kwaliteiten en neem je in zo’n geval liever zelf het heft in eigen handen? Laat het me weten onderaan de transcriptie van deze podcast, op www.reputatiecoaching.nl/70.
Met dit topic over de online reputatieverzekering kom ik dan vandaag weer aan het einde van deze podcast. Ik hoop dat je er weer iets van hebt opgestoken en dat je ook deze keer weer tot het eind hebt geluisterd.
Wil je nog beter op de hooge blijven van alle posts, of met me in contact komen? Tweet dan naar @reputatiecoach1. Natuurlijk stel ik een tweet met daarin kort wat je van de podcast vindt, ook enorm op prijs.
Als je de podcast leuk vindt en je hebt inderdaad wat aan alle informatie die ik met je deel, help mij dan met het verder verbeteren en promoten van deze podcast. Surf dan naar iTunes of Stitcher, geef de podcast een sterrenbeoordeling en geef ook je reactie. Door de podcast te beoordelen op iTunes en/of Stitcher breng je de podcast onder de aandacht van een breder publiek.
Je kunt me verder helpen, door de podcast aan te bevelen bij vrienden of collega’s, waarvan je denkt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen, of erover te tweeten op Twitter, de site of de podcast te like’n en delen op Facebook of een “+1” te geven op Google+.
En vergeet niet: ik ben hier om jou te helpen! Als je een vraag of een probleem hebt met betrekking tot je online reputatie of de vindbaarheid van je website, kun je een mailtje sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl.
Als je dat te lastig vindt, of als je de podcast beluistert terwijl je in de auto zit en je hebt acuut een vraag, spreek dan een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op nummer: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.
En je kunt ook rechtstreeks op de website een voicemail achterlaten, door op de tab aan de rechterkant van elke pagina te klikken, en je bericht in te spreken. Dit was ReputatieCoaching Podcast aflevering 70 en mijn naam is Eduard de Boer.
Ik wens je de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!
Tot volgende week!
Doei!
Links naar content die in deze podcast aan bod komt:
Over de auteur