Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)

doorEduard

Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)

Je luistert naar alweer de veertiende aflevering van de ReputatieCoaching Podcast!

Hallo en welkom. Mijn naam is Eduard de Boer -ook wel bekend als de ReputatieCoach- en ik ben je host voor vandaag!
Steeds meer bronnen bevestigen het: 2013 wordt het jaar van mobiele websites. Dat is het eerste onderwerp van vandaag. Daaraan gerelateerd geef ik je drie redenen om je site in 2013 een responsive design te geven.

ReputatieCoaching Podcast Aflevering 14 (04-03-2013)Als tweede onderwerp heb ik nieuws over Firefox die een nekslag geeft aan online adverteerders. Over nekslag gesproken: enige tijd geleden heeft Google Image Search, ofwel het zoeken naar afbeeldingen aangepast. Veel fotografen zijn hier helemaal niet blij mee! Evernote kreeg een acuut reputatieprobleem en pakte het voortvarend op. Als vijfde onderwerp voor vandaag vertel ik iets over QR-codes en waar je ze zoal voor kunt gebruiken. Het is al eens eerder aan bod gekomen: verhuizen. De procedure om dit te doen in Google+ Local is veranderd. Ook kun je nu in Google+ Local op één adres meerdere specialisten of afdelingen virtueel huisvesten. Daarover later in deze aflevering meer.

Op YouTube kun je sinds kort professionele vertalingen verkrijgen in maar liefst 36 talen!

Tenslotte, “Content is king”, dat weten we allemaal. Daarom heb ik vandaag als afsluiting een aantal tips om nóg betere content  te schrijven.

Veel marketeers doen nog steeds lacherig over mobiele sites, responsive webdesign en de noodzaak om überhaupt aandacht te geven aan mobiele presence. Inmiddels is gebleken dat gemiddeld bijna 40% van de tijd die mensen online doorbrengen, op mobiele apparaten wordt gespendeerd!

Jongeren communiceren via SMS, WhatsApp en Twitter. E-mail vinden ze maar onhandig, omslachtig en ouderwets. Hetzelfde lot lijkt dus de PC te wachten: een apparaat met “beperkte” toepassingsmogelijkheden (je moet er tenslotte naartoe, in plaats van dat het altijd bij je in de buurt is) en het is bedoeld voor “oude mensen”.

In de transcriptie van deze podcast, die je overigens kunt vinden op www.reputatiecoaching.nl/14/ heb ik een grafiek van comScore opgenomen. Hierin is de verdeling te zien wat mensen doen op Internet, onderverdeeld in “vaste PC” en mobiele apparaten.
Twee markante statistieken van deze grafiek wil ik toch even benadrukken: als eerste de mate waarin kaarten worden geraadpleegd en als tweede het koopgedrag of koopintentie. Het blijkt namelijk uit deze gegevens dat kaarten voor 84% op mobiele apparaten worden bekeken (en dus slechts 16% vanaf vaste PC’s). Maar wat hoopgevend is voor bedrijven die hun mobiele website goed op orde hebben, is dat 38% van de mensen die een koopintentie hebben, of daadwerkelijk iets kopen, dit al via hun mobiele apparaat doen.

Het zal dus niet zo lang meer duren, todat de PC als belangrijkste interface voor het Internet van zijn troon wordt verstoten.

Als je nog niet overtuigd was, dat 2013 waarschijnlijk het omslagpunt wordt, waarin mensen meer op Internet doorbrengen op hun mobiel, dan vanaf hun vaste PC, dan zouden deze getallen je toch wakker moeten schudden. Zeker als jouw site nog niet goed te bekijken is op mobiele apparaten, moet je je maar eens achter te oren krabben, als je het nog langer wilt uitstellen.

Op 28 november heb ik in het artikel “Mobiele website? Hoezo?” al gerept over responsive web design. Ook hierin geef ik een aantal getallen ten aanzien van de ontwikkelingen op mobiel gebied, evenals in mijn “7 online marketing trends voor 2013”. Ik zal je nu nog eens drie redenen geven, om je te motiveren het design van je site in 2013 om te zetten (of om te laten zetten) naar een responsive web design en waarom dit beter is dan een aparte mobiele website maken.

Ten eerste is een responsive thema of template beter voor de SEO, de zoekmachineoptimalisatie. Het helpt je ook met het verkrijgen van links naar je site. Als je twee verschillende sites hebt, moet je links naar beide verwerven. Met één en dezelfde site en dus ook dezelfde URL’s voor zowel de mobiele content, als de content die bestemd is voor grote schermen van bijvoorbeeld desktops, werken backlinks altijd in je voordeel.

Google wil duidelijkheid en vooral eenduidigheid om gebruikers naar jouw content te leiden. Google zegt hierover het volgende:

“Eén enkele URL naar bepaalde content helpt Googles algoritmes om de inhoud beter te kunnen indexeren”.

Maar al te vaak zie je dat mensen vanaf hun mobiele telefoon een link delen op Twitter of Facebook en als je dan op een desktop PC op deze link klikt, blijkt het een link naar een mobiele site te zijn, die dan op een desktop PC er totaal niet uitziet. Dit veroorzaakt dan een bounce, waardoor de bounce rate stijgt. En met de toenemende groei van mobiel Internet neemt dan de bounce rate nog verder toe. Hierdoor zakt de site dan in de zoekresultaten.

Als de desbetreffende site een responsive theme of template zou hebben gehad, zou de pagina op het grote scherm automatisch goed zijn weergegeven en zou de kans op een bounce veel kleiner zijn geweest.

Voor WordPress is er een plugin met de naam “WPTouch”. Hiermee kun je je site op een mobiel automatisch goed laten vertonen. Deze plugin stamt vanuit de tijd vér vóór responsive web design en ik geef toe dat ik ‘m ook wel heb gebruikt. Maar die tijd is dus echt voorbij. Wat tegenwoordig namelijk ook steeds meer meetelt, is “user experience”, ofwel “gebruikerservaring”. Als gebruikers een mobiele site krijgen voorgeschoteld, dan willen ze ook een mooi mobiel design zien en niet een saaie eenheidsworst, zoals alle WordPress sites die deze plugin nog gebruiken.

Een extra nadeel van een aparte mobiele site is bovendien ook dat de laadtijd van elke mobiele pagina wordt vergroot, vanwege het feit dat de originele desktop-pagina wordt omgeleid naar de mobiele pagina. Dit heeft ook een negatief effect op je rankings in de zoekmachines

De tweede reden om responsive web design te verkiezen boven een aparte mobiele site is de eenvoud van beheer. Kijk, een simpele website met vijf pagina’s zou je nog best gemakkelijk apart voor zowel een desktop PC, als voor mobiele browsers kunnen maken en onderhouden.

Maar als je tegenwoordig nog op de voorpagina van de zoekmachines wilt blijven verschijnen, zul je meer content moeten produceren en dan ook nog eens liefst met een zekere regelmaat. En zeker als je site verder groeit, wordt het dan steeds lastiger om twee soorten pagina’s apart te maken en te onderhouden.

Door je site een responsive design makeover te geven, zorg je er ook voor dat je site berekend is op de toekomst. Veel mobiele sites moeten continu worden aangepast, na het verschijnen van nieuwe mobiele apparaten. Dit brengt ook nog eens extra kosten met zich mee. Dankzij een responsive design is je site altijd geoptimaliseerd voor de maximale gebruikerservaring, ongeacht het apparaat of de resolutie.

Ten derde leveren responsive web sites een betere gebruikerservaring of leeservaring. Sommige producenten van content denken nog steeds dat je mobiele en vaste PC gebruikers aparte content moet aanbieden, waarbij jij dus al de keuze maakt wie wat te zien krijgt. Dit is een cruciale fout!
Brad Frost, een bekende in de wereld van responsive web design, zegt hierover:

“Mobiele gebruikers zullen alles doen, wat desktopgebruikers doen, aangenomen dat de content in een bruikbare vorm wordt aanboden. Als je aanneemt dat mobiele gebruikers “dat niet zullen doen”, heb je op voorhand al een groot deel van je potentiële klanten verloren. Straf de bezoekers van je site niet af, door content of mogelijkheden achterwege te laten, omdat ze op je site komen vanaf een mobiel apparaat.”

Tot zover over responsive web design. Dan nu over Firefox: de makers van deze populaire browser hebben aangekondigd dat zij vanaf versie 22 zogenaamde “third party” cookies automatisch gaan blokkeren. Ter informatie: op dit moment is Firefox op versie 19, dus het duurt nog eventjes.
Maar als versie 22 van Firefox verschijnt, is dit dan een nekslag voor adverteerders? Wat zijn hiervan de consequenties voor marketeers?

Daarvoor zal ik eerst de vraag beantwoorden: “Wat zijn third-party cookies?”. Cookies worden gebruikt om informatie op je computer op te slaan. Daarmee kan bijvoorbeeld worden gezorgd dat je niet elke keer je wachtwoord hoeft op te geven bij het inloggen op een afgeschermde site. De cookies die de websites die JIJ bezoekt naar je sturen, zijn de zogenaamde “first party cookies”.

De “third party cookies” komen dus van sites die jij niet bezoekt. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van je surfgedrag, het bijhouden van je klikgedrag bij advertenties en ook voor het bijhouden van uitbetalingsmogelijkheden voor affiliate programma’s.

Ooit begon Safari, de webbrowser van Apple, al met het blokkeren van deze cookies. Maar volgens de statistieken had Safari in januari 2013 wereldwijd een marktaandeel van zo’n 5%. Het marktaandeel van Firefox is een stuk groter, dat lag in januari wereldwijd namelijk zo rond de 20%.

De impact van het blokkeren van dit type cookies is dan ook een stuk groter. Om je een idee te geven wat dit betekent voor de Nederlandse markt, heb ik een grafiek van StatCounter in de transcriptie opgenomen van de verdeling van het gebruik van de diverse browsers in Nederland in de eerste twee maanden van dit jaar.

StatCounter-browser-NL-monthly-201301-201302-barBron: StatCounter Global Stats – Browser Market Share

 In Nederland heeft Firefox een marktaandeel van zo’n 16%, een paar procent meer dan Safari. Firefox is ook beslist niet de laatste browser, die deze beperking implementeert. De koers van andere browsers lijkt ook deze richting op te gaan.

Toch is de impact van deze toekomstige wijziging gigantisch. Want niet alleen reguliere adverteerders hebben hier last van, ook affiliate programma’s zullen dus minder goed in staat zijn om verkopen terug te leiden op bepaalde affiliates.

Sinds enige tijd heeft Google Image Search een nieuwe interface. Die ziet er op zich mooi uit en ik vind ‘m zelfs mooier dan de vorige versie. Maar niet iedereen is blij met deze verandering. Vooral fotografen ergeren zich groen en geel aan de nieuwe versie van Google Image Search. Wat is er aan de hand en waarom maken vooral fotografen zich zo druk om de aanpassingen?

Als je voorheen naar foto’s zocht, toonde Google de webpagina waar de foto op stond, met daarop een donkere, enigszins doorschijnende laag, waarop dan vervolgens de foto werd getoond. Deze manier van weergeven leverde de fotosite een extra pageview op, per bekeken foto.

Sinds de nieuwe versie gebeurt dit niet meer. De website wordt pas getoond als iemand daadwerkelijk doorklikt. Veel websurfers doen dit natuurlijk niet en daardoor keldert het aantal pageviews van veel fotografen. Er zijn gevallen bekend waarbij het aantal gemeten bezoekers met 80% is gedaald.

Ook hieruit blijkt eens te meer dat je nooit het bestaan of de vindbaarheid van je site en daarmee jouw business aan één medium of mechanisme moet hangen. Alle fotografen die veel verkeer genereerden met hun foto’s en verder niet echt in de zoekmachines te vinden waren hebben nu dus een potentieel probleem.

Afgelopen zaterdag maakte Evernote bekend dat een paar van hun systemen waren gehackt en dat mogelijk gebruikersgegevens waren gestolen. Volgens hun zeggen hebben de hackers nooit toegang gehad tot de daadwerkelijke opgeslagen bestanden en data van de gebruikers.

Evernote deed daarbij datgene wat het beste was: meteen alle gebruikersaccounts blokkeren, vervolgens alle gebruikers forceren hun wachtwoord te wijzigen en iedereen meteen te informeren. Ze hebben hiermee niet gewacht tot ze alle informatie boven water hadden en daarmee hebben ze een potentieel reputatieprobleem kunnen voorkomen.

Evernote mag dan geen potentieel reputatieprobleem hebben, maar vandaag las ik in de Telegraaf dat uit het Nationaal Klantbelevingsonderzoek van 2012 is gebleken dat 42% van de ondervraagden zich niet gewaardeerd voelt als klant bij diverse bedrijven. 42%, dat is nogal wat! Dat is bijna de helft!
Bovendien zegt 55% in datzelfde artikel dat organisaties niet altijd hun uiterste best doen om klanten te helpen.

Vaak is prijs een reden om naar een andere partij te gaan voor het afnemen van een product of dienst. Maar heel vaak leidt een negatieve klantervaring ook tot een zogenaamde “churn”. Voor dit woord is geen echte Nederlandse vertaling. Op Internet kwam ik de volgende verklaring tegen voor het woord “churn”:

“churn” is een marketingterm die in het Nederlands als substantief onvertaald blijft.

Het betekent dat klanten weglopen van de ene leverancier of dienstverlener naar de andere. Het is ongeveer het tegengestelde van klantentrouw dus.

Ik blijf het bijzonder vinden dat veel bedrijven vermogens investeren in het werven van nieuwe klanten, terwijl bestaande klanten tegen minder kosten trouw zouden zijn gebleven, als zij beter zouden zijn behandeld. Denk er eens over na: waar kun je meer aan verdienen op zowel korte als lange termijn? Aan nieuwe klanten of mensen die net klant bij je zijn? Of aan klanten die al jaren een loyale klant zijn en supertevreden zijn met jouw dienstverlening?
Dit pleit dus voor een extreem goede gebruikerservaring of klantervaring. En als je klanten tevreden over je zijn, verzamel dan op diverse plaatsen op Internet hun recensies, waarin ze ook naar de buitenwereld laten zien hóe tevreden ze over jouw bedrijf en je dienstverlening zijn!

QR-codes… Je ziet ze steeds meer. Als je het de ene expert vraagt is het helemaal hot, en als je de andere marketingexpert vraagt, zijn QR-codes gedoemd te falen. Ik weet bijna zeker dat jij ook wel eens QR-codes hebt gezien, ook al wist je mogelijk niet dat ze zo heten.

QR-codes zijn die vierkante figuurtjes die uit allemaal kleine witte en zwarte vierkantjes bestaan. Hierbij staan de letters “Q” en “R” voor “Quick Response”, ofwel: snelle reactie.

Ze zijn ooit ontwikkeld door Toyota om efficiënt onderdelen in automagazijnen te kunnen labelen, omdat je meer informatie erin kwijt kunt, dan in een simpele streepjescode.

Hoewel dus niet initieel ervoor ontwikkeld, worden ze tegenwoordig gebruikt op reclameborden, in bushokjes, in kranten etc. Je kunt die codes met een app op je smartphone scannen en dan kun je zien wat voor data erin schuil gaat. Zo kun je een URL, ofwel een link naar een website erin opnemen, een gewoon stuk tekst, een agenda-afspraak en wat dies meer zij.

Je ziet ook dat sommige mensen een QR-code op hun visitekaartje hebben staan. Als je deze dan scant met zo’n QR-scanner app, dan heb je meteen het hele visitekaartje in je smartphone.

Er zijn zelfs al QR-code shops en het aantal QR-shops groeit wereldwijd erg hard. Dat zijn winkels die geen producten op voorraad hebben, maar gewoon een groot aantal productfoto’s hebben hangen, met QR-codes ernaast. Op zich kun je zo’n shop natuurlijk ontzettend laagdrempelig starten.

Bezoekers van de shop kunnen dan de QR-code scannen om er meer over te lezen en als ze willen kunnen ze het meteen online kopen en afrekenen. Als iemand de QR-shop verlaat, is het product dan al vaak onderweg naar het adres van de koper.

Ook bedrijven die veel met klanten van doen hebben op hun bedrijfslocatie hebben op menukaarten of andere kaarten op de tafels vaak een QR-code staan. Veelal verwijst de QR-code naar een Facebook-pagina, of een pagina op Foursquare of Yelp.

Terwijl ik diverse interessante artikelen op Internet zat te lezen, belandde ik bij een artikel waarin vijf handige toepassingen voor QR-codes werden gegeven, die niet echt voor de hand lagen. In het kort zijn deze toepassingen:

  • Het insluiten van een link naar een felicitatievideo in een gedrukte verjaardagskaart
  • Het bekendmaken van “in geval van nood te waarschuwen” gegevens
  • Een periodiek systeem van QR-codes met links naar video’s over alle elementen van het periodiek systeem
  • Het labelen van alle dozen met je spullen, als je gaat verhuizen
  • Het handig labelen van je bagage

In de transcriptie heb ik een link naar het Engelstalige artikel opgenomen. Daar wil ik verder niet echt op ingaan. Als je meer wilt lezen over bovenstaande toepassingen, verwijs ik je graag naar het artikel.

Maar toen ik een paar maanden geleden me al eens begon in te lezen over QR-codes kwam ik een hele interessante toepassing tegen, namelijk de zogenaamde “groene QR-codes”. En hierbij slaat het woord “groen” niet op de kleur van de QR-code maar op het milieuvriendelijke aspect: “groene” QR-codes zijn namelijk herbruikbaar!

Een groot nadeel voor veel ondernemers is namelijk dat ze drukwerk laten maken, waarop een QR-code staat die naar één bepaalde, vaste pagina op Internet verwijst. Dat kan dus een pagina op de eigen site zijn met bijvoorbeeld het “menu van de maand”, of een externe pagina waar je bijvoorbeeld een review kunt posten.

Als een restauranthouder de QR-code gebruikt voor het “menu van de maand”, kan hij logischerwijs het menu aanpassen op zijn of haar eigen site. Maar als de QR-code een link bevat naar een vaste pagina die buiten de invloedssfeer van de ondernemer valt, heeft deze laatste dus een probleem als hij bijvoorbeeld tijdelijk reviews op een andere site wil verzamelen. Dan moet alle drukwerk dus opnieuw worden vervaardigd.

Op basis van deze ervaringen kan ik me goed voorstellen dat mensen het concept van QR-codes verguisen en afdoen als onzinnig, onhandig, kostbaar etc.
Maar als ik je nu vertel dat ik laatst een heel goedkope manier heb bedacht, hoe je zelf dynamische QR-codes kunt maken en gebruiken in al je drukwerk, dus zonder dat je bij een nieuw idee of initiatief je drukwerk opnieuw moet laten drukken? Stel je dus eens voor, dat je zelfs gedurende een avond de ene gast een review kan vragen op Yelp, de andere op Google+ Local en een derde op Foursquare? En zelfs zonder dat je er iets voor hoeft te doen op dat moment? En dat allemaal dus met één QR-code!!

Ben je dan geïnteresseerd?

Ik ben dit idee verder aan het uitwerken en binnenkort kom ik met meer informatie. Mocht je in de tussentijd meer hierover willen hebben, voel je dan niet geremd en neem gewoon contact op, of laat onderaan de transcriptie een berichtje achter.

Als je een andere vraag of een ander probleem hebt met betrekking tot je online reputatie, stuur dan een mailtje naar podcast@reputatiecoaching.nl of spreek een boodschap in op de ReputatieCoaching Hotline, op: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Als jij wat hebt aan de informatie en je vind het leuk om naar de podcast te luisteren, dan kun je een bericht achterlaten op onze Facebookpagina, op: www.reputatiecoaching.nl/facebook of op onze Google+ pagina, op: www.reputatiecoaching.nl/gplus (dat is dus g-p-l-u-s). Geef een “Like” of “+1”, waardoor je laat weten dat je de content op prijs stelt.

Een alternatief: ga vandaag nog naar iTunes en maak een account aan, als je die nog niet hebt. Beoordeel dan deze podcast op iTunes en stuur een berichtje naar podcast@reputatiecoaching.nl, dat je een recensie hebt gegeven. Zit je achter je computer en heb je Twitter of Tweetdeck of iets dergelijks geopend, stuur dan een tweet met je mening met hashtag “repcoach”, dus #repcoach erbij.

Geef gerust een recensie. En als je opmerkingen hebt over deze podcast, laat die dan op de website onderaan de transcriptie achter. Je kunt de transcriptie van deze podcast snel online vinden door te surfen naar: www.reputatiecoaching.nl/14. Als je ergens een recensie hebt geplaatst, stuur me dan een mailtje zodat ik je recensie kan vermelden in de podcast.

En er is nieuws over Google+ Local. Als eerste over het verhuizen in Google+. In een bericht op de Google productforums werd ik hierover getipt. Voorheen moest je namelijk een nieuwe locatie aanmaken en de oude verwijderen met als reden “gesloten”.

Volgens de nieuwe methode moet je een geverifieerde vermelding hebben in Google+ Local. Dan kun je het adres aanpassen, waarna je opnieuw door het verificatieproces gaat. Na zo’n één tot twee weken is je bedrijf dan als het goed gaat ook digitaal verhuisd binnen Google+ Local.

Mocht je op een gegeven moment toch twee vermeldingen zien, dan moet je een probleem aanmelden met zoveel mogelijk gegevens (dus de URL van je oude vermelding, je nieuwe enz.). Hou tijdens het proces voor jezelf een goed logboek bij, zodat je in geval van een probleem ook weet wanneer je bepaalde acties hebt gedaan. Als je ergens op wacht, duurt het voor je gevoel soms veel langer, tot je een reactie krijgt, dan dat het in werkelijkheid duurt.

En er is meer nieuws over Google+ Local. Voorheen mocht je niet meerdere specialisten of afdelingen met meerdere vermeldingen binnen Google+ Local op één fysiek adres huisvesten. Maar sinds mag kan dat wel, want Google heeft haar bepalingen aangepast. Dit biedt dus weer nieuwe kansen voor maatschappen, ziekenhuizen, bedrijven en andere samenwerkingsvormen. Ook kan een kledingzaak bijvoorbeeld afzonderlijk de afdeling voor dameskleding vermelden, evenals de herenkledingsafdeling en die voor de kinderkleding.

De hoofdvoorwaarde is echter wel dat voor elke vermelding een apart telefoonnummer wordt gecommuniceerd. En natuurlijk mogen mensen dit niet gebruiken voor het promoten van verschillende specialismen door één en dezelfde persoon.

Wat ook belangrijk is voor ambulante mensen, is dat de openingstijden op Google+ Local correct zijn. Google eist dat het bedrijf of de ondernemer gedurende de vermelde openingstijden op de desbetreffende locatie bereikbaar is.

De overige bepalingen zijn als volgt:

  • Creëer niet meer dan één vermelding per business locatie in een enkel account, noch in meerdere accounts
  • Individueel opererende “specialisten” mogen afzonderlijk vermeld worden, zolang de specialisten daadwerkelijk diensten verlenen aan een breed publiek vanuit hun moederorganisatie. Voorbeelden hiervan zijn: maatschappen van specialisten in een ziekenhuis, tandartspraktijken, advocatenkantoren, makelaardijen etc. De ondernemer moet direct te bereiken zijn (of via een telefoniste) op het opgegeven nummer binnen de aangegeven openingstijden. Het is niet toegestaan meerdere vermeldingen te hebben om verschillende specialisaties te promoten.
  • Afdelingen binnen bedrijven, universiteiten, ziekenhuizen en overheidsgebouwen mogen afzonderlijk worden vermeld. Deze afdelingen moeten publiekelijk gescheiden entiteiten of groepen zijn binnen hun moederorganisatie en bij voorkeur een apart telefoonnummer en/of aparte ingang hebben.

Voordat ik overga op de twintig tips voor het schrijven van nóg betere content, heb ik nog één klein nieuwtje voor je. Je kunt de ondertitelingen in Engelstalige YouTube video’s laten vertalen in 36 talen! Dus mocht jouw bedrijf een aantal Engelstalige video’s op YouTube hebben staan en zie je het niet zitten om zelf alles te gaan vertalen, dan kun je dat uitbesteden. Google biedt je de keuze tussen twee bedrijven die je teksten kunnen vertalen naar een ondertiteling in één of meer van die 36 talen. En het leuke is dat de kosten nog best meevallen. Dikwijls is het slechts een paar Euro, voor een niet al te lange film. Daar kun je het zelf niet voor doen!

Daarmee kom ik dan na alle nieuwsberichten op het laatste onderwerp van deze podcast: 20 tips voor het schrijven c.q. produceren van betere content.

Vanaf de begindagen van de zoekmachines in het algemeen en zo ook bij Google was het mogelijk het beoordelingssysteem voor de gek te houden en zo onzinnige content hoog te laten scoren op de gewenste zoektermen. Met duizenden of miljoenen links naar een waardeloos artikel was het omstreeks 2004 zelfs mogelijk om op zoekterm “raar kapsel” bijvoorbeeld het CV van Balkende als eerste resultaat op Google te laten verschijnen. Een paar links hierover vind je in de link box onderaan de transcriptie van deze podcast.

Deze achterdeurtjes werden dan ook ontzettend misbruikt, waardoor waardeloze content aan de top verscheen en waardevolle content zo goed als niet te vinden was.

Wie hiervan dus vooral te lijden hadden, waren de mensen die goede content produceerden. Want opeens lag de nadruk op kwantiteit en niet meer op kwaliteit van de content. “Hoe meer content met links naar eigen websites of andere eigen content, hoe beter”, was jarenlang het motto.

Dankzij de Panda updates van Google is er grotendeels een einde gekomen aan deze waardeloze race om maar zoveel mogelijk irrelevante, onjuiste en van typefouten doorspekte artikelen online te plempen. Misschien worden ze nog wel geproduceerd door mensen die de illusie hebben dat dit nog steeds bijdraagt aan betere rankings, maar gelukkig zijn de algoritmes van Google slim genoeg om die content niet meer bovenaan in de zoekresultaten te laten landen, evenals de content waar die waardeloze artikelen naar linken.

Het adagium “Content is King” staat inmiddels weer volop in de schijnwerpers. Maar dan wel zinnige content, die wordt geproduceerd door “niet-anonieme” bronnen.

Ik zeg bewust “niet-anoniem”. Dit betekent dus dat de bronnen die de content produceren bekend zijn en dat zoekmachines content van “bekende” bronnen hoger beoordelen, zeker als die bron veel meer originele (lees: unieke) content over dezelfde materie heeft geproduceerd.

Hier komt dus ook het relatief recent geïntroduceerde principe van Google+ Authorship om de hoek kijken. Door uit de anonimiteit te komen, je bekend te maken bij Google+ en content die jij produceert ook herleidbaar op jouw identiteit te produceren, gaat Google jou zien als autoriteit. Naarmate de tijd voortschrijdt en je content blijft produceren, zal jouw autoriteit (en daarmee jouw online reputatie) groeien en je content dus hoogstwaarschijnlijk ook hoger gaan ranken.

Als je gaat zoeken wat Google als goede content beschouwt, dan kom je onder andere terecht op de “Google richtlijnen voor het maken van waardevolle sites”. Deze richtlijnen zijn samen te vatten in de volgende 20 tips:

  1. Schenk aandacht, veel aandacht, aan de kwaliteit van wat je schrijft én aan je lezerspubliek
  2. Ga tot het uiterste met eventuele research om je content te onderbouwen.
  3. Deel interviews die nog nooit eerder zijn gepubliceerd.
  4. Vermijd bestaande, dubbele of gestolen content.
  5. Bouw een dusdanige vertrouwensband met je publiek op, dat die mensen je zonder te knipperen met hun ogen, hun credit card zouden geven als je daarom zou vragen.
  6. Werk aan je eigen autoriteit en aan de autoriteit van je site.
  7. Gebruik de juiste spelling.
  8. Schrijf geen onwaarheden.
  9. Vermijd grammaticale fouten.
  10. Schrijf voor mensen, niet voor zoekmachines.
  11. Creëer iets wat niemand nog heeft gezien.
  12. Belicht onderwerpen van meerdere kanten en behoud het vertrouwen van je publiek.
  13. Behandel onderwerpen met zoveel diepgang en omvang als jij nodig acht (heb niet als doel een bepaald minimaal aantal woorden te moeten opleveren en stop wanneer jij vindt dat je artikel compleet is).
  14. Vermijd open deuren. Als dertig mensen al hebben geschreven over een bepaald onderwerp, verzin dan een ander onderwerp of een originele invalshoek.
  15. Creëer content die vreemden zouden willen delen en bookmarken.
  16. Overdrijf niet met promoties, calls-to-action en advertenties.
  17. Schrijf content die een goed tijdschrift of magazine zo zou willen publiceren.
  18. Vermijd extreem korte en/of zinloze content.
  19. Spendeer een idiote hoeveelheid tijd aan de details.
  20. Produceer iets waar mensen over zouden willen praten (bij voorkeur positief).

Als jij ook je content naar een hoger plan wilt tillen, volg dan de voornoemde tips als leidraad of checklist, voordat je je artikelen online zet. Check de punten van deze lijst bij elk artikel wat je online wilt zetten. Beter nog: druk de lijst af en hang ‘m onder, naast of boven je monitor of werkplek!

Hiermee ben ik dan aan het einde van deze veertiende podcast. Ik hoop dat je het weer leuk vond om naar deze podcast te luisteren.

Vergeet niet om een recensie ergens te posten over deze podcast en daarna een mailtje te sturen naar podcast@reputatiecoaching.nl. Je mag natuurlijk ook op Google+ of Facebook respectievelijk een +1 aan de podcast geven of deze beoordelen met een “Like” .

Ook kun je naar podcast@reputatiecoaching.nl een mail sturen met je vragen of als alternatief kun je een boodschap inspreken op de ReputatieCoaching Hotline. Het nummer daarvan is: 084 – 883 15 56. Mogelijk behandel ik je vraag of probleem dan in een artikel of in de podcast.

Ik wens iedereen de komende week weer succes met het werken aan je reputatie, zodat je meteen je reputatie voor jou kunt laten werken!

Tot volgende week!

Doei!

[info_box]Hieronder het overzicht van de links die in de podcast aan bod komen:

Over de auteur

Eduard editor

Eduard de Boer is reputatiecoach, schrijver, blogger, fotograaf en lokale SEO-specialist.